Notitie
20112539-03 Verantwoordingsparagraaf Externe Veiligheid Polanenpark
Datum
Referentie
16 maart 2012
20112539-03
1
Uw referentie
Behandeld door C. Land
Inleiding
In opdracht van Van Riezen & partners is een verantwoordingsparagraaf Externe veiligheid van het bestemmingsplan Polanenpark opgesteld. Deze paragraaf is opgesteld op de wijze zoals dit in de beleidsvisie Externe veiligheid kerngemeente IJmond is aangegeven. Hoewel de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude niet behoren tot de kerngemeenten IJmond is milieudienst IJmond het bevoegd gezag voor eventuele bedrijven die zich willen vestigen op het Polanenpark. 2
Externe veiligheid
Externe veiligheid beschrijft de risico's die ontstaan als gevolg van opslag of handelingen met gevaarlijke stoffen. Dit kan betrekking hebben op inrichtingen (bedrijven) of transportroutes. Op beide categorieën is verschillende wet- en regelgeving van toepassing. Het huidige beleid voor inrichtingen (bedrijven) is afkomstig uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het beleid voor transportmodaliteiten staat beschreven in de circulaire 'Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' (cRvgs) en het beleid met betrekking tot buisleiding is opgenomen in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Binnen het beleidskader voor externe veiligheid staan twee kernbegrippen centraal: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Plaatsgebonden Risico (PR) Het plaatsgebonden risico geeft de kans, op een bepaalde plaats, om te overlijden ten gevolge van een ongeval bij een risicovolle activiteit. De kans heeft betrekking op een fictief persoon die de hele tijd op die plaats aanwezig is. Het PR kan op de kaart van het gebied worden weergeven met zogeheten risicocontouren: lijnen die punten verbinden met eenzelfde PR. Binnen de 10-6 contour (welke als wettelijk harde norm fungeert) mogen geen nieuwe kwetsbare objecten geprojecteerd worden.
Groepsrisico (GR) Het groepsrisico is een maat voor de kans dat bij een ongeval een groep slachtoffers valt met een bepaalde omvang. Het GR is daarmee een maat voor de maatschappelijke ontwrichting. Het GR wordt weergegeven in een grafiek waar de kans (f) afgezet wordt tegen het aantal slachtoffers (N), de fN- curve. Het GR wordt bepaald binnen het invloedsgebied van een risicovolle activiteit. Dit invloedsgebied wordt doorgaans begrensd door de 1 % letaliteitsgrens (tenzij anders bepaald), ofwel door de afstand waarop nog 1 % van de blootgestelde mensen in de omgeving komt te overlijden bij een calamiteit met gevaarlijke stoffen. Nagegaan moet worden of op het gebied van externe veiligheid belemmeringen worden ondervonden voor het te nemen onderliggend bestemmingsplan. Hierbij dient te worden getoetst aan bronnen die een extern veiligheidsrisico in kunnen houden. Het gaat daarbij om de volgende risicobronnen: • bedrijven, waar handelingen met gevaarlijke stoffen worden uitgevoerd; • vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg; • vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor; • vervoer van gevaarlijke stoffen over het water; • transport van gevaarlijke stoffen door een buisleiding. Situatie Het beoogde bestemmingsplan Polanenpark wordt aan de noordzijde begrensd door de Haarlemmerstraatweg, aan de oostzijde door het knooppunt Rottepolderplein, aan de zuidzijde door de Ringvaart en aan de westzijde door het K. M. Rozenlaantje te Haarlemmerliede. De dichtheid rond het plan/project bedraagt 2,25 personen/hectare, in totaal bevinden zich ca. 900 personen in een cirkel met een straal van 1100 meter vanaf het middelpunt van het Polanenpark. Op het Polanenpark wordt impliciet, door het toelaten van bedrijven met een zwaardere milieucategorie, de vestiging van risicovolle bedrijven toegestaan. Dit is in overeenstemming met het Plabeka (zie § 3.5 (toelichting bestemmingsplan)). Door de indeling van het plangebied wordt een scheiding gemaakt tussen risicovolle bedrijven en bedrijven zonder externe veiligheidsrisico’s. Hiermee wordt een clustering van risicovolle bedrijven beoogd. Conform artikel 1, lid 2 van het Bevi worden risicovolle bedrijven (met bijbehorende bedrijfswoning) onderling niet beschouwd als beperkt kwetsbaar of kwetsbaar object en kunnen deze zich direct in elkaars nabijheid vestigen. Analyse risicobronnen Bedrijven In juni 2011 is door onderzoeksbureau Cauberg-Huygen onderzoek verricht naar de externe veiligheid ten behoeve van de ontwikkeling van Polanenpark (bijlage 4). In dat onderzoek is nagegaan welk type bedrijven zich kunnen vestigen op het bedrijventerrein. Hierbij is vooral gekeken naar de opslag van gevaarlijke stoffen. Uit de berekeningen van Cauberg-Huygen is gebleken dat PGS-opslagen mogelijk zijn mits er maatregelen worden getroffen met een voldoende beschermingsniveau. Vestiging van dergelijke type bedrijven zijn mogelijk, hierbij gelden echter enkele randvoorwaarden. Vestiging van bedrijven met opslag van brandbare stoffen is wel mogelijk mits er maatregelen worden genomen, dit dient via de Wabo te worden vastgesteld. Uitgangspunt is dat de plaatsgebonden risicocontour niet is gelegen over kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten.
Verantwoordingsparagraaf Externe Veiligheid Polanenpark
20112539-03 16-03-2012 Pagina 2
Als gevolg van de aanwezigheid van kwetsbare objecten binnen een straal van 400 meter vanaf het gebied waar zich risicovolle bedrijven kunnen vestigen, is vestiging van bedrijven met opslag van professioneel en/of consumenten vuurwerk niet toegestaan. Er zijn nauwelijks tot geen gevolgen voor de omgeving van Polanenpark, dit als gevolg van de zeer lage dichtheid van personen buiten Polanenpark. Door de zonering op het terrein waarbij arbeidsintensieve bedrijven ver van de eventueel risicovolle bedrijven worden gesitueerd wordt het risico bij een eventueel incident zo klein mogelijk gehouden. Wegen Voor de A9 en de A200 zijn geen berekeningen van het plaatsgebonden risico uitgevoerd. De A9 en A200 maken onderdeel uit van het Basisnet Weg, waarvoor vastgestelde afstanden gelden. Ter hoogte van Polanenpark is geen sprake van een veiligheidszone. Wel ligt er aan de noordzijde van Polanenpark een plasbrandaandachtsgebied. Het plasbrandaandachtsgebied betreft een zone van 30 meter langs de weg (A200) en is voor de ontwikkelingen op Polanenpark niet relevant. In het Basisnet Weg wordt aangegeven dat het groepsrisico rond de A9 en de A200 kleiner is dan 0,1 * oriëntatiewaarde. In eerder uitgevoerde onderzoeken (o.a. in het kader van het OntwerpTracébesluit omlegging A9 Badhoevedorp) wordt bevestigd dat het groepsrisico ruim onder de oriëntatiewaarde blijft. Deze onderzoeken zijn representatief voor Polanenpark aangezien het maximaal aantal vervoersbewegingen met brandbare gassen gelijk of minder zijn. Bovendien is de bevolkingsdichtheid bij het Polanenpark laag. Wegen vormen geen belemmering voor Polanenpark. Spoor Het Polanenpark is gelegen op een afstand minimaal 170 meter van de spoorverbinding Amsterdam – Haarlem. Over dit spoor is geen vervoer van gevaarlijke stoffen. De aanwezigheid van het spoor vormt geen belemmering voor de ontwikkeling van Polanenpark. Water Het Polanenpark is gelegen op aan de Ringvaart. De Ringvaart is in het basisnet water aangewezen als zogenaamde ‘groene’ vaarweg. Dit heeft conform het basisnet water de volgende gevolgen met betrekking tot RO-ontwikkelingen: PR o Groene vaarwegen: geen beperking GR o Groene vaarwegen: geen GR verantwoording nodig vanwege nauwelijks merkbare effecten op het GR Plasbrandaandachtsgebied: o Groene vaarwegen: geen De aanwezigheid van de Ringvaart vormt geen belemmering voor de ontwikkeling van Polanenpark. Buisleidingen Uit de risicokaart blijkt dat het Polanenpark niet is gelegen binnen het invloedsgebied van een buisleiding.
Verantwoordingsparagraaf Externe Veiligheid Polanenpark
20112539-03 16-03-2012 Pagina 3
Buisleiding
Figuur 1: Overzicht risicokaart
Buisleidingen vormen geen belemmering voor de ontwikkeling van Polanenpark. Hoogspanning Over het gebied is een hoogspanningskabel met een spanning van 380 kV gepland, zie § 4.11. De magneetveldzone, gedefinieerd als: ‘de zone waar het jaargemiddelde magnetische veld hoger dan 0,4 microtesla is of in de toekomst kan worden’ is het uitgangspunt van het beleid met betrekking tot hoogspanningskabels. Indien binnen een zone van 75 meter van een hoogspanningskabel gevoelige objecten (woningen, scholen e.d.) zijn geprojecteerd moet een berekening worden uitgevoerd. Voor Polanenpark is dit niet aan de orde. Mogelijkheden beperken risico’s Bronmaatregelen moeten gericht zijn ter verlaging van het risico van een calamiteit bij een risicobron. Veel van de bronmaatregelen zijn echter niet te treffen in de onderhavige ruimtelijke procedure. Het nemen van bronmaatregelen wordt hier wel vermeld zodat de gemeente of de provincie via andere procedures dan het bestemmingsplan geschikte maatregelen kan treffen ter beperking van het plaatsgebonden en groepsrisico bij de bron. Voorbeelden van bronmaatregelen zijn: - Brandveilige opslag gevaarlijke stoffen - Compartimentering opslag - Isolatie van bronnen In onderhavig plan zijn, met uitzondering van een beperkt aantal kantoren, geen kwetsbare objecten zoals bedoeld in het BEVI, toegestaan. Binnen de randvoorwaarden zoals deze hierboven zijn gesteld vormt externe veiligheid geen belemmerende factor voor het Polanenpark, en vormt het Polanenpark geen risico voor de omgeving. Verantwoordingsparagraaf Externe Veiligheid Polanenpark
20112539-03 16-03-2012 Pagina 4
Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV
C.A. Land Senior projectleider
Verantwoordingsparagraaf Externe Veiligheid Polanenpark
20112539-03 16-03-2012 Pagina 5