D’r Noeëte Kweëler Verenigingsblad Koninklijk Kerkraads Mannenkoor St. Lambertus
Jaargang 2000, nummer 2 (oktober 2000)
Beste mensen, De afgelopen weken stonden volledig in het teken van AIDA, er was slechts een korte voorbereidingstijd en er werd door iedereen veel inzet gepleegd om aan dit spektakel te kunnen deelnemen. Uiteindelijk hebben de geleverde inspanningen geleid tot een fantastisch resultaat, Lambertus kan met trots een nieuw hoofdstuk aan zijn curriculum toevoegen. Voor mij als nieuwe preses was dit de eerste echte uitdaging die ik met het koor ben aangegaan, ik ben zeer onder de indruk van de inzet die door een ieder is geleverd. Uiteraard heb ik ook een aantal missers geconstateerd, overigens spreek ik liever over leermomenten. Ik weet nu dat de bussen in Maastricht moeilijk de weg vinden, dat Wallonen nauwelijks de Nederlandse taal spreken en dat in de stad met de meeste cafés het toch nog knap lastig is een biertje te verkrijgen.
Kortom, de volgende keer moet er extra aandacht aan de catering en de logistiek worden besteed. De komende periode wordt het lekker druk, de agenda is goed volgepland en wij mogen ons verheugen op een aantal kwalitatief hoogwaardige uitvoeringen. Het gaat dus goed met Lambertus, het enige dat wij nog missen is een gezonde aanwas van (jonge) leden. Ik vraag jullie dan ook om samen met mij op zoek te gaan naar nieuwe leden, een ieder die een nieuw lid aandraagt ontvangt van mij persoonlijk een flesje wijn (voor wie geen wijn lust stel ik een six-pack bier ter beschikking). Veel plezier bij het lezen van deze uitgave van Lambertus-nieuws.
Mr. Ricardo Offermanns Preses
D’r Noeëte Kweëler ? In de eerste uitgave van ons verenigingsblad schreven wij: “Eigenlijk mag ons verenigingsblad nog geen naam hebben”. Wij deden daarom een beroep op alle lezers om alle creativiteit uit de kast te halen en een aansprekende naam voor dit verenigingsblad te bedenken. Het aantal reacties oversteeg “alle” verwachtingen ! Maar hoe kom je dan tot een keuze…?! Om het een en ander zo objectief mogelijk te laten verlopen werd een alom gerespecteerd kastelein benaderd met het verzoek om een afgewogen besluit te nemen over de naam van het verenigingsblad. René Muller voldeed graag aan dit verzoek. Na lang wikken en wegen kwam hij met de verlossende beslissing. Zijn keuze was gevallen op: D’r Noeëte Kweëler ingezonden door Jos
Hanssen.
Jos, gefeliciteerd met het bedenken van de winnende naam voor ons aller verenigingsblad. Veel plezier met je prijs !
Interview met Toon Hanneman Interviewer: Hein Dijksma Dit interview is het tweede in een reeks die gehouden wordt met markante cq. prominente persoonlijkheden binnen– en buiten het koor. Toon Hanneman is iemand die, mede door zijn inzet nu en in het verleden voor KKM, aan het genoemde profiel voldoet. # Toon, je bent inmiddels 80 jaar. Laat je leven eens in vogelvlucht aan je voorbij trekken. - Ik ben op 29 december 1919 in Bleijerheide geboren en heb daar ook het grootste gedeelte van mijn leven doorgebracht. Hoewel mijn vader liever gezien had dat ik naar de Mulo was gegaan, legde hij er zich toch bij neer dat ik voor het kappersvak koos. Op mijn 13e ben ik als leerling bij kapper Ploum in Kerkrade-centrum begonnen. Na twee jaar haalde ik ergens anders mijn bediendediploma Omdat ik zo’n goed examen had gedaan, stond op zeker moment kapper Janssen aan de deur, dè kapper van Kerkrade toentertijd. Daar heb ik gedurende drie jaar als eerstebediende gewerkt. Ik verdiende in die tijd 5 gulden per week. Daarnaast had ik 15 à 20 gulden fooi. Al met al was dit meer dan het inkomen van mijn vader. Inmiddels wilde ik wat meer van de wereld zien en streek ik na een half jaar Herzogenrath neer in Valkenburg. Dit speelde zich overigens allemaal nog net voor de oorlog af. In 1940 kreeg ik verkering met mijn huidige vrouw. Ik vond het daarom in verband met de reistijden beter wat dichter bij huis een baan te zoeken. Kapper Quadvlieg bood mij toen zijn dames-herenkapsalon aan. Dat kwam goed uit, want ik was net met mijn middenstandsdiploma begonnen. Vanaf dat moment was ik dus zelfstandig ondernemer. In 1943 ben ik getrouwd. Omdat mijn vrouw kapster was, werkte ze de eerste tijd in de zaak. Toen echter mijn eerste zoon geboren werd, trok ze zich terug en wijdde zich aan het huisgezin. Mijn zangcarrière begon op mijn zesde bij de broeders. Zij gaven mij bij de opening van de meimaand zelfs eens de eer het Avé Maria te zingen. Mede daardoor heb ik mij misschien mijn hele leven lang een kind van Maria gevoeld. Vanaf mijn achtste ben ik in het jongenskoor van meester Heiltjes gegaan. Na mijn stembreuk, 16 à 17 jaar, werd ik als tweede tenor lid van het Kerkelijk Mannenkoor van Bleijerheide. Toen begon de oorlog en werd het steeds moeilijker om muziek te maken. Je werd verplicht je aan te sluiten bij de “Reichs Musikkammer”. En dat deed je natuurlijk niet. Uiteraard werd er nog wel wat achteraf in het
geniep gezongen. Ik was toen lid van een zangkoor dat de voorloper was van Con Amore. # Toon, in tegenstelling tot andere jonge mannen legde jij tijdens de oorlog al de basis voor je bestaan: huwelijk, gezin en zaak. Het grootste gedeelte van je leven speelt zich echter na de oorlog af. Hoe pakte jij na de oorlogsjaren de draad weer op? De eerste 15 jaar na de oorlog heb ik mij vooral beziggehouden met het opbouwen van mijn zaak. Ik volgde veel cursussen en ging regelmatig naar concoursen waar ik heel wat prijzen in de wacht sleepte. Daarnaast gaf ik les en zat regelmatig in jury’s bij concoursen. Uiteraard maakte ik op die manier naam. De zaak liep o.a. daardoor ook goed. Maar dan komen de jaren zestig. De periode van de Beatles. Jongelui lieten zich niet meer knippen en scheren. In korte tijd was er in het herenkappersvak geen droog brood meer te verdienen. Noodgedwongen moest ik mij steeds meer toeleggen op het damesvak. Mijn schoonvader die een zaadhandel had in Bleijerheide, stelde op een zekere dag voor om zijn zaak te verbouwen tot een moderne kapsalon. Verder adviseerde hij mij boven de zaak te gaan wonen. Een droom werd werkelijkheid !!!!! Het werd de eerste “ open “ kapsalon van Kerkrade. Je zag van buitenaf hoe de kappers en kapsters hun klanten knipten. Dat was heel revolutionair. Uiteraard hoopte ik dat een van mij drie kinderen de zaak zou overnemen. Maar helaas hebben zij voor een andere carrière gekozen. In 1976 werd ik ziek waardoor ik niet meer in staat was mijn werk te doen. De kapsalon heb ik toen gesloten. Ik ben daarna nog van 1976 tot 1985 in dienst geweest van het CBS in Heerlen.
# En dan de hamvraag. Hoe ben jij bij KKM Lambertus terechtgekomen? Voordat ik bij KKM terechtkwam heb ik, omdat de voorzitter van Chévremont een neef van mijn vrouw was, nog een achttal jaren bij Chévremont gezongen. Daarna ben ik nog een blauwe maandag onder Eric Hermans lid van Nulland geweest. Maar dat trok mij niet zo aan. In die tijd was ik president bij de Elvenraad van de Figaros. KKM repeteerde in hetzelfde lokaal waar wij onze vergadering hadden. In de pauze stapte iemand van KKM op me af en vroeg of ik interesse had bij hen te zingen. Dat heb ik gedaan en inmiddels ben ik 47 jaar lid. # Toon, als je het koor anno 2000 vergelijkt met dat uit de jaren ’60 en ’70 wat moet je dan van het hart? Ik vind dat de mentaliteit sterk is veranderd. KKM was vroeger een grote familie. Er werden gezamenlijk grote feesten georganiseerd. En hierbij denk ik vooral aan de beroemde carnavalsavonden in het Hubertushuis. Daar sprak de hele stad over. Speciaal voor deze avonden heb ik heel wat schlagers geschreven. Ik schreef de teksten en Jo Scholtes componeerde de muziek. Jan Mertens is inmiddels de zevende dirigent waaronder ik zing. Mijn eerste dirigent was professor Waymeils. Die had het als eerste over mentaliteit, vriendschap en discipline. In die tijd haalde je het niet in je hoofd een repetitie over te slaan. ’s Zondags heb ik heel wat keren na de repetitie, het was dan al een uur vier ’s middags, de soep, de aardappelen, het vlees en de pudding in één pan aangetroffen. Toen kwam de tijd dat het allemaal een stuk zakelijker werd. Totdat Ger Withag kwam. Die heeft KKM weer groot gemaakt. Na Ger Withag ging het weer snel bergafwaarts. René Verhoeff heeft KKM weer enigszins uit het slop gehaald, maar voor Jan Mertens heb ik het meeste respect. Ik vergelijk hem met Ger Withag: kwaliteit wordt gecombineerd met voldoende gezelligheid. Alleen vind ik het jammer dat de repetities zo slecht bezocht worden.
# Heb je wel eens ambities gehad om in het bestuur te gaan?
Ja, maar ik denk dat ik te zacht ben voor een bestuursfunctie. Ik ben wel open maar niet radicaal genoeg.
# Wat zijn je dierbaarste herinneringen? Dat is o.a. de tijd met het Klein-koor geweest. Ik denk dan speciaal aan de optredens in het Hubertushuis. Met plezier denk ik ook terug aan de Zomerfeesten die we bij Toon Willems in de tuin organiseerden. Dierbare herinneringen heb ik vooral aan de concertreis naar Warschau. In feite had iedere concertreis wel iets. Alleen aan de concertreis naar Regensburg wil ik niet meer herinnerd worden. Wat de concerten betreft, denk ik het meest met trots terug aan de uitvoering van de Grande Messe. Ik krijg daar nog steeds kippenvel van. # Toon hoe lang ga je nog door met zingen in KKM? Zolang mijn stem functioneert, blijf ik zingen. Hoe belangrijk KKM voor mij is, heb ik ervaren tijdens de ziekte van mijn vrouw. Een paar weken geleden ging ik, na drie maanden afwezigheid, weer zingen. Het was alsof ik thuis kwam. Een schouderklopje hier, een bemoedigend woord daar. Dat doet je goed. Dan denk je: “ Hier hoop ik nog heel lang te kunnen zingen.” # Toon, ik wil je op het einde van dit interview ook namens de leden van KKM St.Lambertus hartelijk danken voor dit interview. Tot slot vragen wij je om een advies dat je KKM mee wil geven voor de toekomst. Ik hoop dat er meer discipline en vriendschap komt. Verder vind ik dat het Klein-koor een te prominente rol buiten KKM speelt. KKM is echter weer op de weg terug. Maar er is nog een hoop werk te doen. Vooral het feit dat er zo weinig nieuwe leden komen baart mij zorgen. Zet eens een oproep in de krant, eventueel in de vorm van een grote advertentie. Roep mannen daarin tussen de dertig en vijftig jaar op lid te worden van KKM St.Lambertus.
******************
Patroonsfeest – het afscheid van een beschermheer.
Lambertus. Deze betrokkenheid bleek wel heel duidelijk bij de festiviteiten rond het 125-jarig jubileum van KKM St. Lambertus.
Op 1 oktober jongstleden vond het patroonsfeest van KKM St. Lambertus plaats.
Tijdens de afscheidsrede memoreerde dhr. Wöltgens aan de vele aangename momenten die hij samen met de leden van KKM St. Lambertus had doorgebracht.
Na de traditioneel door KKM St. Lambertus opgeluisterde Heilige mis in de Lambertuskerk, vertrokken de leden met hun echtgenotes naar het verenigingslokaal Café Muller. Aldaar aangekomen kon men aanschuiven aan een goed verzorgde broodmaaltijd. In de loop van de middag gaf dhr. Rasquin, dirigent van het operakoor van Luik, een boeiende uiteenzetting over de totstandkoming van een opera in het algemeen en de Aïda in het bijzonder. Hij prees de samenwerking met KKM St. Lambertus en nodigde ons uit om in Luik eens achter de coulissen van het operagebeuren te komen kijken. Hierna nam de preses van het koor het woord om afscheid te nemen van een zeer gewaardeerd beschermheer. Dhr. Offermanns refereerde in zijn speech vooral aan de grote betrokkenheid van Thijs Wöltgens bij het wel en wee van KKM St.
Vooral de Rome-reis nam hij als een dankbare herinnering aan KKM St. Lambertus met zich mee. Natuurlijk kon het koor hem niet met lege handen laten vertrekken. Daarom kreeg dhr. Wöltgens uit handen van de preses een tweetal cd’s met verzamelde werken van KKM St. Lambertus aangeboden. De symboliek van zijn vertrek werd nog eens extra onderstreept doordat dhr. Wöltgens een reistas won bij de loterij die door het damescomité werd georganiseerd. Een woord van dank mag en moet gericht worden aan het dames- en het actiecomité voor de voortreffelijke organisatie van het gezellige patroonsfeest !
Activiteitenkalender 28 oktober 2000
: Verrassingsconcert in Bocholtz
18 november 2000 : Galaconcert in de Rodahal samen met de Koninklijke Philharmonie van Bocholtz. KKM St. Lambertus zal onder andere stukken uit de wereldberoemde musical "Fiddler on the roof" en de "Carmina Burana" vertolken. 26 november 2000 : Eventueel concert in België 3 december 2000
: Najaarsvergadering
9 december 2000
: Kerstconcert in Rolduc georganiseerd door het Catharinagilde Kerkrade. In samenwerking met het Slavisch/Byzantijns koor Sobranos zal KKM St. Lambertus Kerstliederen afgewisseld met Kerstvertellingen ten gehore brengen.
16 december 2000
: Kerstviering
26 december 2000 : Uitvoeringen in het St.Jozefziekenhuis en aansluitend in de St.Lambertuskerk
Verjaardagenlijst vanaf 1-09 t/m 31-12-2000 Jo Wöltgens Paul Kranzel John Huyten Harry Timmermans Loek Hinzen Henk Bindels Frans Hummel Hans Bauer Louis Rossel Peter Engels Martin Heijse Theo van Well Harry Miseré Rolf Herbst Toon Hanneman Arnold Wöltgens Jo Scholtes
8 september 12 september 28 september 3 oktober 5 oktober 6 oktober 7 oktober 11 oktober 7 oktober 18 oktober 29 november 2 december 8 december 17 december 29 december 30 december 30 december
Voor alle jarigen….