CTB NR. 78 VAN 13 FEBRUARI 2009 OPDRACHT VOOR AANNEMING VAN DIENSTEN BETREFFENDE E-LEARNINGPROJECT INFOCYCLI (CLAROLINE)»

Belgische Technische Coöperatie Naamloze vennootschap van publiek recht met sociaal oogmerk

Coopération Technique Belge Société Anonyme de droit public à finalité sociale

BIJZONDER BESTEK BTC/CTB NR. 78 VAN 13 FEBRUARI 2009 “OPDRACHT VOOR AANNEMING VAN DIENSTEN BETREFFENDE E-LEARNINGPROJECT INFOCYCLI (CLAROLINE) »

HOOGSTRAAT 147 RUE HAUTE

BRUSSEL 1000 BRUXELLES T 32 2 505 37 00 F 32 2 502 98 62 [email protected] WWW.BTCCTB.ORG

Coopération Technique Belge

INHOUDSTAFEL DEEL I : ADMINISTRATIEVE EN WETTELIJKE BEPALINGEN ................................. 3 Hoofdstuk 1 – Algemeen........................................................................................................................ 3 1. De Belgische Technische Coöperatie........................................................................................... 3 2. Voorwerp.......................................................................................................................................... 4 3. Toepasselijke wetgeving ................................................................................................................. 4 4. Afwijkingen van de algemene aannemingsvoorwaarden ........................................................... 4 5. Resultaatsverbintenis....................................................................................................................... 5 6. Toepasselijk recht, bevoegde rechtbanken, voorwaarden ......................................................... 5 7. Voorwerp en draagwijdte van de opdracht ................................................................................. 5 8. Definities........................................................................................................................................... 7 9. Gunningprocedure .......................................................................................................................... 7 10. Uitvoeringstermijn ........................................................................................................................ 7 11. Algemene voorwaarden................................................................................................................ 7 Hoofdstuk 2 – Procedure ....................................................................................................................... 7 1. Informatie......................................................................................................................................... 7 2. Indienen offertes ............................................................................................................................. 8 3. Opening van de offertes.................................................................................................................. 8 5. Selectiecriteria.............................................................................................................................. 8 6. Vrije varianten............................................................................................................................. 8 7. Gunningscriteria .............................................................................................................................. 9 a. Prijsopgave................................................................................................................................... 9 b. Methodologie .............................................................................................................................. 9 8. Prijsonderzoek ................................................................................................................................. 9 Hoofdstuk 3 - Prijzen, betalingsmodaliteiten en borgstelling............................................................ 9 1. Prijs.................................................................................................................................................... 9 2. Gestanddoeningstermijn ................................................................................................................ 9 3. Betaling ........................................................................................................................................... 10 4. Borgstelling..................................................................................................................................... 10 Hoofdstuk 4 – Uitvoering van de opdracht ....................................................................................... 10 Hoofdstuk 5 Einde van de diensten: oplevering en waarborg ....................................................... 11 Hoofdstuk 6 - Diversen ........................................................................................................................ 11 1. Leidend ambtenaar........................................................................................................................ 11 2. Bijkomende inlichtingen............................................................................................................... 11 3. Vertrouwelijkheid .......................................................................................................................... 11

DEEL II TECHNISCHE BEPALINGEN ............................................................................12 BIJLAGE I : Model van offerte ............................................................................................................... 12 BIJLAGE 2 – Overeenkomst betreffende de bestrijding van corruptie door buitenlandse ambtenaren in internationale handelstransacties.................................................................................... 13 BIJLAGE 3 – Referentietermen................................................................................................................. 1 Bijlage bij de Referentietermen : Kenmerken van de doelgroep: Statistieken 2008............................ 1

6/03/2009

CSC CTB n°BXL 565

E-learning Infocycle – p.

2


DEEL I ADMINISTRATIEVE EN WETTELIJKE BEPALINGEN HOOFDSTUK 1 – ALGEMEEN 1. DE BELGISCHE TECHNISCHE COÖPERATIE De “Belgische Technische Coöperatie” (afgekort BTC) is het Belgische agentschap voor ontwikkelingssamenwerking. Als openbare dienstverlener steunt BTC, in opdracht van de Belgische federale regering en meer bepaald van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de ontwikkelingslanden in hun strijd tegen armoede. Overeenkomstig artikel 5, §1 van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van “de Belgische Technische Coöperatie” (afgekort BTC) in de vorm van een naamloze vennootschap van publiek recht met sociaal oogmerk (BS 30.12.1998; wet gewijzigd door de wetten van 13 november 2001 en 30 december 2001- BS 17.11.01 en 31.12.01), heeft BTC de exclusieve bevoegdheid inzake de tenuitvoerlegging, binnen of buiten het grondgebied van België, van taken van openbare dienst op het vlak van de directe bilaterale samenwerking met de partnerlanden. De wet van 21 december 1998 is in werking getreden op 24.2.1999 (artikel 1, KB 10.2.1999) en de statuten van de vennootschap zijn op 27.2.1999 in het Staatsblad verschenen. Concreet gezien betekent dit dat BTC exclusief verantwoordelijk is voor de uitvoering op het terrein van de initiatieven die in het kader van de directe bilaterale samenwerking genomen worden en voor de inzet van personeel en middelen om deze initiatieven te verwezenlijken: het gaat daarbij om projecten en programma's, financiële samenwerking, steun aan micro-ondernemingen, studiebeurzen en stages. Op verzoek van instellingen van openbaar nut kan BTC ook andere opdrachten inzake ontwikkelingssamenwerking uitvoeren en eigen acties ontwikkelen die bijdragen tot de realisatie van haar doelstellingen om duurzame menselijke ontwikkeling te ondersteunen. (cf. de artikelen 7 en 8 van voornoemde wet). BTC beheert ook programma’s die haar zijn toevertrouwd door de Belgische staat (cf. artikel 6 van de voornoemde wet): studie- en stagebeurzen die door DGOS worden toegekend (1000 per jaar), de Algemene Informatiecycli van de Belgische ontwikkelingssamenwerking (afgekort Infocycli, 1.100 inschrijvingen per jaar), en twee sensibiliseringsprogramma's voor jongeren: Kleur Bekennen en Annoncer la Couleur. BTC is ook belast met de uitvoering van het programma van het Fair Trade Centre voor de bevordering van de eerlijke handel in België, en sinds 2006 met de uitvoering van het nieuwe programma van de Vrijwillige Dienst bij de Ontwikkelingssamenwerking (VDOS). BTC beheert meer dan 200 projecten in 25 landen in Afrika, Azië en LatijnsAmerika. Met een omzet van 213 miljoen euro in 2007, stelt BTC 420 personeelsleden tewerk, waarvan 180 op de hoofdzetel in Brussel en 260 gespreid over de landen waarin ze projecten en programma’s uitvoert. Ze beschikt over een eigen vertegenwoordiging in 21 landen.

6/03/2009

CSC CTB n°BXL 565


3


Overeenkomstig artikel 15 van de voornoemde wet werd een beheerscontract gesloten tussen BTC en de Belgische staat (goedgekeurd door het KB van 5.5.1999, BS 28.5.1999) dat bepaalt welke de regels en de bijzondere voorwaarden zijn voor de uitvoering van de taken van openbare dienst. Een tweede beheerscontract werd gesloten tussen BTC en de Belgische staat (goedgekeurd door het KB van 23.10.2002, BS 21.11.2002) dat bepaalt welke de regels en de bijzondere voorwaarden zijn voor de uitvoering van de taken van openbare dienst. In het verlengde van dit laatste werd een derde beheerscontract gesloten tussen BTC en de Belgische staat (goedgekeurd door het KB van 05.08.06, BS 27.09.06) dat bepaalt welke de regels en de bijzondere voorwaarden zijn voor de uitvoering van de taken van openbare dienst. 2. VOORWERP In het kader van de uitvoering van het programma “Algemene Informatiecyclus”, afgekort Infocycli, zal BTC, vertegenwoordigd door de heer Carl Michiels, Voorzitter van het Directiecomité en aanbestedende overheid, een dienstenopdracht gunnen betreffende het E-learningproject Infocycli (Claroline) . 3. TOEPASSELIJKE

WETGEVING

Deze opdracht, die door BTC wordt gegund, valt onder de toepassing van de Belgische wetgeving betreffende de overheidsopdrachten, en met name van de wet betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten van 24.12.1993 en de reglementering die daarop betrekking heeft (in het bijzonder het KB van 8.1.1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen, en diensten en de concessies voor openbare werken; en dat van 26.9.1996 tot de bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, met als bijlage hieraan de algemene aannemingsvoorwaarden rekening houdend met alle aanpassingen en zoals die op de datum van dit bestek van kracht is.) 4. AFWIJKINGEN

VAN DE ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN

In toepassing van het Art. 3 § 1 van het KB van 26-09-1996 volgt hier de lijst van bepalingen waarvan wordt afgeweken in dit bestek, evenals de motivatie: Essentiële bepalingen Er wordt afgeweken van art. 15, §3 van de AAV. Niet-essentiële bepalingen Er wordt afgeweken van art. 14, §1, 2° en art. 69 van de AAV. Motivering van de afwijkingen op de Algemene Aannemingsvoorwaarden De afwijkingen van de algemene aannemingsvoorwaarden (AAV) zijn toe te schrijven aan de volgende omstandigheden: Art. 14, §1, 2° In afwijking van het artikel 14, § 1, 2° van de AAV neemt de opdrachtnemer de aankoopprijs van de eventuele octrooirechten en de verschuldigde vergoedingen voor de eventuele octrooilicenties en voor het aanhouden van de octrooien voor zijn rekening, ongeacht of het bestaan ervan al dan niet in dit Bijzonder Bestek is vermeld. De afwijking strekt ertoe een meer doorzichtige en eenvoudige vergelijking van de verschillende prijzen te bekomen.

6/03/2009

CSC CTB n°BXL 565


4


Art. 15, §3 Er wordt afgeweken van het artikel 15 §3 AAV teneinde te verhinderen dat BTC een onafwendbaar financieel risico zou lopen ten gevolge van een onvoldoende precieze gerechtelijke uitspraak aangaande een derdenbeslag. Art. 69 Indien het bestek vaste of minimaal te verlenen diensten vaststelt, verkrijgt de dienstverlener door het sluiten van de overeenkomst geen recht op de vergoeding van schade zo de vaste of minimale hoeveelheden verminderd worden op gronden waarvoor BTC zelf niet alle verantwoordelijkheid draagt. 5. RESULTAATSVERBINTENIS In zijn offerte of voorstel gaat de inschrijver een resultaatsverbintenis aan, d.w.z. dat hij voorziet in alles wat nuttig is om de opdracht uit te voeren en om de resultaten te bekomen die in dit bestek beschreven zijn. Als dit bijzonder bestek lacunes, vergissingen en/of onduidelijkheden zou bevatten, dient de inschrijver deze aan te duiden en te verbeteren in een afzonderlijk document, waarbij hij de nodige uitleg geeft en de gevolgen ervan beschrijft, met name op financieel en technisch vlak. 6. TOEPASSELIJK

RECHT, BEVOEGDE RECHTBANKEN,

VOORWAARDEN

Deze opdracht, en alle mogelijke juridische gevolgen ervan, vallen integraal onder de Belgische wetgeving. Alleen de rechtbanken van Brussel zijn bevoegd. Door deze opdracht te aanvaarden, overeenkomstig het bestek, ziet de inschrijver af van zijn eigen (verkoops)voorwaarden. Gelet op de gunningwijze, beschikt de opdrachtgever over geen enkele mogelijkheid tot onderhandeling over de clausules van dit bestek. 7. VOORWERP

EN DRAAGWIJDTE VAN DE OPDRACHT

7.1. Aard van de opdracht De opdracht heeft, naast de uitwerking van het E-learningproject Infocycli (Claroline) betrekking op de uitvoering, de ontwikkeling, de M&E en het onderhoud van het platform, overeenkomstig de bepalingen van het bestek. (Let op: de hele afwikkeling van de opdracht moet absoluut gebeuren in nauwe samenwerking en in volledige interactie met het Infocycli-team, in het teken van een permanente overdracht van kennis en knowhow; met als doelstelling een maximale autonomie van de dienst Infocycli.) 7.2. Looptijd van de overheidsopdracht De opdracht loopt vanaf de datum waarop ze door een kennisgeving wordt gegund aan de dienstverlener en loopt af 12 maanden later. Het contract kan maximaal 3 keer voor een jaar verlengd worden bij een positieve evaluatie van de diensten en het verloop van de samenwerking. Deze opdracht is dus een meerjarige opdracht voor dienstverlening met vaste schijf (eerste jaar) en voorwaardelijke schijven (voor elk van de volgende drie jaar), overeenkomstig de voorwaarden van dit bestek. In toepassing van Art. 18 van de Wet, kan de aanbestedende overheid afzien van het gunnen van de opdracht of de procedure opnieuw starten, desnoods op een andere wijze.

6/03/2009

CSC CTB n°BXL 565


5


7.3. Verwachte diensten en hoeveelheden ■ 1)

Analyse

- behoefteanalyse van de cursisten, evaluatie van de relevantie, de sterktes en zwaktes van het E-learningproject tegenover de nagestreefde doelstellingen, profielanalyse van het doelpubliek, van de context van het E-learningproject en zijn (meer bepaald technische en institutionele) beperkingen; - volgens de resultaten van de analyse, voorstel tot aanpassingen en formulering van aanbevelingen; - voorstel van een communicatieplan om het doelpubliek te mobiliseren en hun engagement aan te moedigen. Verwachte Output: 1 verslag van minimum 15 pagina’s ten laatste na 1 maand van uitvoering van de opdracht. ■ 2)

Coproductie van de inhouden

In nauwe samenwerking met de Infocycli-sprekers en na hen te hebben gevormd: verduidelijking en rechtvaardiging van de pedagogische keuzes: pedagogisch parcours, leermethoden, evaluatiemethoden, begeleidingsmethoden, soort interactiviteit, etc. Verwachte Output: de cursisten die deelnemen aan een cyclus in 2009 maken gebruik van ten minste 9 E-learningcomponenten van elk van de drie scenario’s zoals beschreven in de Referentietermen in bijlage 3 (Artikels met meerkeuzevragenlijsten, uit te voeren taken, casestudie). Bij verlenging van de opdracht: de cursisten gebruiken ten minste 4 nieuwe e-learningcomponenten per jaar. ■ 3)

Aanmaak van gebruiksklare instrumenten

Verduidelijking, motivatie en aanmaak van technische oplossingen voor de uitvoering van de pedagogische, ergonomische, grafische, multimediale keuzes, etc. Verwachte Output: ten minste 3 prototypes van e-learningmodules voor elk van de 3 scenario’s zoals beschreven in de Referentietermen in bijlage 3 (Artikelen met meerkeuzevragenlijsten, uit te voeren taken, casestudie). Bij verlenging van de opdracht: creatie van minimaal 4 nieuwe e-learningcomponenten per jaar. ■ 4)

Onderhoud van het platform

Verwachte Output: het opvolgen, bijwerken en oplossen van technische problemen die verband houden met het platform. ■ 5)

Monitoring-evaluatie van de kwaliteit

De kwaliteit controleren met test- en regelfases, nagaan of de doelstellingen daadwerkelijk worden gehaald. Verwachte Output: kwaliteitsmonitoring gedurende heel de opdracht. Ten laatste begin 2010, evaluatieverslag van het E-learningproject en verbeteraanbevelingen, met, in het bijzonder, evaluatie van de resultaten en het verloop van de uitwerking van de 9 e-learningcomponenten. 7.4. Technische specificaties De diensten moeten beantwoorden aan de specificaties vermeld in de referentietermen in bijlage 3.

6/03/2009

CSC CTB n°BXL 565


6


8. DEFINITIES In het kader van deze opdracht moet worden verstaan onder:

-

de inschrijver: diegene die een offerte indient;

-

de leidend ambtenaar: personeelslid van BTC dat gemachtigd is om alle verordeningen uit te vaardigen, binnen de grenzen van dit Bijzonder Bestek, om de goede uitvoering van de opdracht mogelijk te maken.

de dienstverlener: de inschrijver aan wie de opdracht wordt gegund; de aanbestedende overheid: BTC, vertegenwoordigd door de heer Carl Michiels, Voorzitter van het Directiecomité.

9. GUNNINGPROCEDURE Deze opdracht wordt gegund via een algemene offerteaanvraag op grond van artikels 13 en seq. van de wet van 24.12.1993. De aandacht wordt erop gevestigd dat deze procedure geen ruimte laat voor onderhandelingen. Zowel het administratieve als het technische luik zullen worden beoordeeld naar inhoud en samenstelling op het ogenblik van de opening der inschrijvingen. Wat de offerte betreft, zal de aanbestedende overheid enkel contact opnemen voor het verduidelijken of aanvullen van de offerte.

10. UITVOERINGSTERMIJN De opdracht loopt vanaf de datum waarop ze door een kennisgeving wordt gegund aan de dienstverlener, die wordt vastgesteld per post en twaalf maanden later afloopt, behoudens verlenging voor een jaar, maximum drie keer. De dienstverlener wordt per post op de hoogte gebracht van een eventuele verlenging van de opdracht, ten laatste 7 kalenderdagen voor de opdracht afloopt.

11. ALGEMENE

VOORWAARDEN

De regels van de AAV zijn van toepassing, tenzij daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken in dit bestek.

11.1 Buitenlandse leveranciers Buitenlandse leveranciers moeten domicilie kiezen in België, behoudens uitdrukkelijke vrijstelling door BTC.

11.2 Borgstelling Conform art. 5 et seq. van de AAV is een waarborg van 5% van de prijs vereist, waarvan de leverancier de samenstelling moet bewijzen binnen een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van toewijzing van de opdracht. De borgsom zal door BTC worden vrijgegeven na het verstrijken van de garantietermijn.

HOOFDSTUK 2 – PROCEDURE 1. INFORMATIE Om een adequate offerte te kunnen opstellen, worden de kandidaten uitgenodigd op een informatievergadering die plaatsvindt op maandag 30 maart 2009, om 14.00 uur, in de kantoren van BTC, Hoogstraat 147 in 1000 Brussel. Om de informatiesessie zo goed mogelijk voor te bereiden, worden de geïnteresseerde inschrijvers verzocht op voorhand hun vragen te mailen naar [email protected]. Wanneer de geïnteresseerde inschrijvers het bestek in elektronische versie hebben gedownload, worden ze verzocht contact op te nemen met de leidend ambtenaar (hoofdstuk 6, punt 1) om hem hun gegevens door te geven en inlichtingen in te winnen over eventuele wijzigingen of bijkomende informatie. Tot de indieningsdatum van de offertes, kunt u een schriftelijke aanvraag indienen voor verdere inlichtingen of een onderhoud bij de leidend ambtenaar (zie hoofdstuk 6, punt 1). Vragen worden verstuurd naar het adres vermeld in punt 2 van Hoofdstuk 6.

6/03/2009

CSC CTB n°BXL 565


7


2. INDIENEN

OFFERTES

1. De offertes worden in drievoud opgesteld, in het Nederlands of het Frans (technische bijlagen mogen in het Engels worden bezorgd als er geen vertaling van voorhanden is), overeenkomstig bijgaand model (bijlage 1). Als dat model niet gebruikt kan worden, verklaart de inschrijver op elk van zijn documenten dat ze overeenstemmen met het model van offerte van het bijzonder bestek (artikel 89, KB 8.1.96). 2. De offertes worden verstuurd naar de BTC, op het adres dat vermeld is in punt 2 van Hoofdstuk 6, onder gesloten envelop waarop het volgende vermeld is: “INSCHRIJVING”, de datum van de opening van de offertes en het nummer van het bestek. 3. De offertes moeten uiterlijk op dinsdag 14 april 2009, om 10.00 uur, ontvangen zijn en mogen verstuurd worden bij een ter post aangetekende brief of overhandigd worden per besteller, tegen ontvangstbewijs. 4. De offerte en alle documenten die bij de offerte horen, moeten genummerd en ondertekend zijn door de inschrijver of zijn gemachtigde. Hetzelfde geldt voor alle verbeteringen, doorhalingen of aantekeningen die erop aangebracht zouden zijn (art. 89, KB 8.1.1996). De gemachtigde moet duidelijk maken dat hij gemachtigd is om de inschrijver te verbinden.

3. OPENING

VAN DE OFFERTES

De opening van de voor deze opdracht ingediende offertes zal in openbare zitting plaatsvinden op dinsdag 14 april 2009 om 10.00 uur op het adres dat vermeld is in punt 2 van Hoofdstuk 6.

4. SELECTIECRITERIA Alleen de regelmatige offertes met al hun bijlagen worden in aanmerking genomen. In toepassing van art. 68 van het KB 08-01-1996, zal de aanbestedende overheid, voorafgaand aan de gunning, overgaan tot een kwalitatieve selectie van de inschrijvers op basis van de hierna vermelde elementen: a. De inschrijver mag niet onder de uitsluitingcriteria van art. 69 en 69 bis van het KB van 08/01/1996 vallen. Op het ogenblik dat de inschrijver zijn offerte indient, ondertekent hij een verklaring op eer waarin hij stelt dat hij voldoet aan de verplichtingen met betrekking tot de RSZ (zie offertemodel als bijlage 1). Op verzoek van BTC bezorgt hij een attest waaruit blijkt dat hij in orde is met de sociale bijdragen (art. 90, §3, KB van 08/01/1996). De technische capaciteit van de dienstverlener zal worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria: b. Curriculum vitae van de consultants; Het team bestaat minimum uit

-

1 informaticus programmeur/ontwikkelaar 1 ervaren pedagoog 1 graficus/designer 1 expert in pedagogische evaluaties van de e-learning 1 projectbeheerder aangewezen als contactpersoon voor de opdracht c. Voorstelling van het bedrijf met haar missie, de lijst van de voornaamste diensten uitgevoerd tijdens de laatste drie jaar, met vermelding van bedrag en datum en van de publiek - of privaatrechtelijke instanties waarvoor zij bestemd waren d. Vermelding van eventuele onderaannemers.

5. VRIJE VARIANTEN Vrije varianten zijn niet toegelaten.

6/03/2009

CSC CTB n°BXL 565


8


6. GUNNINGSCRITERIA De aanbestedende overheid zal de regelmatige offerte kiezen die het voordeligst wordt geacht rekening houdend met de volgende criteria: Methodologische kwaliteit van de offerte (70 %)

Prijs (30 %)

a. PRIJSOPGAVE De prijsopgave is conform het offertemodel in bijlage 1. De prijs is globaal forfaitair voor de hele looptijd van de opdracht op basis van het uurtarief. b. METHODOLOGIE

De kwaliteit van de methodologie wordt geëvalueerd op haar gegrondheid, efficiëntie, pedagogische samenhang en op de methodologische en technische kwaliteit van elk van de vijf verwachte diensten. 7. PRIJSONDERZOEK Vóór de gunning van de opdracht moeten de inschrijvers alle nodige inlichtingen verstrekken aan BTC om deze in staat te stellen de aangeboden prijzen te onderzoeken (artikel 88, voornoemd KB), ongeacht het bedrag of de gunningswijze van de opdracht.

HOOFDSTUK 3 - PRIJZEN, BETALINGSMODALITEITEN EN BORGSTELLING 1. PRIJS 1. 1. Prijsbepaling (art. 86, KB 08-01-1996) Deze opdracht voor diensten is voor een globale forfaitaire prijs op basis van het uurtarief. De aangeboden prijzen zijn prijzen exclusief btw.

1.2. Munteenheid Alle prijzen in de offertes luiden in euro. Formules voor aanpassing aan de wisselkoersen worden niet aanvaard.

1.3. Prijsherzieningen De prijzen zijn vast en niet herzienbaar, behoudens de jaarlijkse indexering op basis van de schommelingen van de gezondheidsindex, die op de Basisprijs X nieuwe index volgende manier wordt berekend: = basisindex 2. GESTANDDOENINGSTERMIJN Overeenkomstig artikel 116, KB 8.1.1996, blijven de inschrijvers gebonden door hun offerte gedurende een termijn van 90 kalenderdagen, ingaande de dag na de opening van de offertes.

6/03/2009

CSC CTB n°BXL 565


9


3. BETALING De betaling zal geschieden op basis van een kwartaalfactuur die verstuurd wordt naar het adres vermeld in punt 2 van Hoofdstuk 6, met de vermelding “Directie Financiën”. Deze factuur is gedateerd en ondertekend en draagt de vermelding "Voor waar en echt verklaard voor de som van … euro (bedrag voluit geschreven)”. De inschrijver kan geen voorschotten vragen en de betaling geschiedt op basis van bewijsstukken van de reële prestaties van het gefactureerde kwartaal. In geval van verzet tegen de betaling of van derdenbeslag dat aan BTC is betekend, door omstandigheden die verband houden met de dienstverlener, en zolang het precieze en definitieve bedrag van deze sommen niet vastgesteld is, behoudt BTC zich het recht voor om alle betalingen aan de genoemde dienstverlener op te schorten. Vanaf de datum van opheffing van het verzet of het beslag beschikt BTC over 15 kalenderdagen om over te gaan tot de betaling van de aan de dienstverlener verschuldigde schuldvorderingen.

4. BORGSTELLING De borgstelling dient als onderpand voor het nakomen van de verplichtingen van de aannemer tot de opdracht volledig is uitgevoerd. Zij wordt bepaald op 5 procent van het oorspronkelijke bedrag van de opdracht. (Art. 5, AAV als bijlage bij het KB van 26/9/96). Het aldus verkregen bedrag wordt afgerond naar het bovenliggende tiende van een euro. Het bedrag van de borgstelling zal in de brief van kennisgeving bepaald worden. 4.1. De borgstelling De aannemer moet, binnen de dertig kalenderdagen volgend op de dag van de gunning van de opdracht, het bewijs leveren dat hij of een derde de borgstelling op een van de wijzen heeft gesteld volgens art. 5 AAV. Als de borgsom in geld wordt samengesteld, moet de som op de volgende rekening worden gestort: PCR Nr. 679-2004099-79 van de FOD FINANCIËN - THESAURIE Deposito- en Consignatiekas Borgstelling in geld Kunstlaan 30 1040 BRUSSEL Telefoon: 02/233.78.45 Fax: 02/233.70.87. De inschrijver kan de borgsom ook samenstellen op een van de wijzen voorzien in Art. 5 § 3 van de AAV.

4.2. Vrijgave De borgsom wordt pas vrijgegeven na de definitieve oplevering.

HOOFDSTUK 4 – UITVOERING VAN DE OPDRACHT Zie hoofdstuk 1, punt 7. Voorwerp en draagwijdte van de opdracht evenals de Referentietermen in bijlage 3.

6/03/2009

CSC CTB n°BXL 565


10


HOOFDSTUK 5 EINDE VAN DE DIENSTEN: OPLEVERING EN WAARBORG De oplevering van de opdracht bestaat uit de controle door de aanbestedende overheid van de overeenstemming van de door de dienstverlener uitgevoerde prestaties met de regels van de kunst evenals met de bepalingen en de voorwaarden van de opdracht. Het gaat in het bijzonder om het kwaliteitsonderzoek van de verwachte outputs voor elk van de diensten vermeld in hoofdstuk 1, punt 7.3. “Verwachte diensten en hoeveelheden” evenals over het goede verloop van de samenwerking tijdens de opdracht.

HOOFDSTUK 6 - DIVERSEN 1. LEIDEND

AMBTENAAR

De leidend ambtenaar is Samira El keffi, coördinatrice Algemene Informatiecyclus,

Adres: BTC Hoogstraat 147 1000 Brussel : 02 /505 18 36 Fax: 02/ 505 18 21 E-mail: [email protected]

2. BIJKOMENDE

INLICHTINGEN

Briefwisseling : Belgische Technische Coöperatie

Ter attentie van Samira El keffi, Hoogstraat 147 1000 Brussel Beschikbare documentatie: verslag van de heer B. Donnay van de firma NewMind

3. VERTROUWELIJKHEID De dienstverlener en BTC garanderen dat de informatie die binnen het kader van deze opdracht bekomen wordt, vertrouwelijk zal blijven en dat ze deze slechts aan derden zullen doorgeven na schriftelijk en voorafgaand akkoord van de andere partij. Zij zullen deze vertrouwelijke informatie enkel verspreiden onder de aangestelden die bij de opdracht betrokken zijn. Zij garanderen dat deze aangestelden behoorlijk zullen zijn ingelicht over hun verplichtingen m.b.t. het vertrouwelijk karakter van de informatie en dat ze deze zullen naleven.

6/03/2009

CSC CTB n°BXL 565


11


DEEL II TECHNISCHE BEPALINGEN BIJLAGE I MODEL VAN OFFERTE De firma ……………………….. (handelsnaam, rechtsvorm), gedomicilieerd in ................................ (gemeente, straat, nummer) en vertegenwoordigd door ondergetekende(n) …………………………….. verbindt zich ertoe om de dienstenopdracht aangaande het E-learningproject Infocycli (Claroline) voor BTC ui te voeren, overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van het bestek met referentie CSC nr. BXL 565, waarvan een ontwerp, inclusief een methodologische toelichting, wordt bijgevoegd,

-

voor een globale forfaitaire prijs, excl. btw, van………………………. € (in cijfers en voluit geschreven) berekend op basis van het uurtarief exclusief btw, van …………………… € (in cijfers en voluit geschreven) per uur.

Zij verklaart het bijzonder bestek te hebben gelezen en goedgekeurd met referentie CTB/CSC nr. BXL 565

Zij is houder van een rekening bij het Bestuur der Postcheques ..........……...... of van een bankrekening nr. ..............………… bij ............................………. Haar btw-nummer is ……………………… Zij is ingeschreven in het handelsregister onder het nr. …………………..

Ze is ingeschreven bij de RSZ onder het nr. …………………… en verklaart op eer dat ze in orde is voor wat de sociale bijdragen betreft en legt, op uitdrukkelijk verzoek van BTC, een attest voor waaruit blijkt dat ze in orde is met de sociale bijdragen (art. 90, §3, KB 08/01/1996) . In drievoud opgesteld te ………………………….. op ………………….. Handtekening(en), met vermelding van de hoedanigheid van de ondertekenaars. Eventueel kunnen hier nog andere bijlagen aan worden toegevoegd.

6/03/2009

CSC CTB n°BXL 565


12


BIJLAGE 2 – Overeenkomst betreffende de bestrijding van corruptie door buitenlandse ambtenaren in internationale handelsacties België heeft deze overeenkomst geratificeerd en in nationale wetgeving omgezet, in de vorm van de wet van 10 februari 1999 betreffende de bestraffing van corruptie. Hieronder vindt u ter informatie enkele belangrijke bepalingen van voornoemde tekst, die grotendeels zijn overgenomen uit het Strafwetboek en het Wetboek van strafvordering. De artikelen 240 tot 243 van het Strafwetboek bepalen als volgt: Art. 240. Met opsluiting van vijf jaar tot tien jaar en met geldboete van 500 frank tot 100 000 frank wordt gestraft iedere persoon die een openbaar ambt uitoefent, die openbare of private gelden, geldswaardige papieren, stukken, effecten, akten, roerende zaken verduistert, welke hij uit kracht of uit hoofde van zijn ambt onder zich heeft. Art. 241. Met opsluiting van vijf jaar tot tien jaar en met geldboete van 500 frank tot 100 000 frank wordt gestraft iedere persoon die een openbaar ambt uitoefent, die akten of titels waarvan hij in die hoedanigheid de bewaarder is, die hem zijn bezorgd of waartoe hij uit hoofde van zijn ambt toegang heeft gehad, kwaadwillig of bedrieglijk vernietigt of wegmaakt. Art. 242. Wanneer stukken of gerechtelijke procesakten, ofwel andere papieren, registers, geïnformatiseerde of magnetische dragers, akten of voorwerpen die in archieven, griffies of openbare bewaarplaatsen berusten, of die aan een openbaar bewaarder in die hoedanigheid zijn toevertrouwd, worden ontvreemd of vernietigd, wordt de nalatige bewaarder gestraft met gevangenisstraf van een maand tot zes maanden en met geldboete van 100 frank tot 10 000 frank of met één van die straffen. Art. 243. Iedere persoon die een openbaar ambt uitoefent, die zich schuldig maakt aan knevelarij, door bevel te geven om rechten, taksen, belastingen, gelden, inkomsten of interesten, lonen of wedden te innen, of door die te vorderen of te ontvangen, wetende dat zij niet verschuldigd zijn of het verschuldigde te boven gaan, wordt gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar en met geldboete van 100 frank tot 50 000 frank of met één van die straffen, en hij kan bovendien, overeenkomstig artikel 33, worden veroordeeld tot ontzetting van het recht om openbare ambten, bedieningen of betrekkingen te vervullen. De straf is opsluiting van vijf jaar tot tien jaar en een geldboete van 500 tot 100 000 frank, indien de knevelarij met behulp van geweld of van bedreiging is gepleegd. » In artikel 245 van hetzelfde Strafwetboek wordt als volgt bepaald: “Art. 245. Iedere persoon die een openbaar ambt uitoefent, die, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenpersonen of door schijnhandelingen, enig belang, welke het ook zij, neemt of aanvaardt in de verrichtingen, aanbestedingen, aannemingen of werken in regie waarover hij ten tijde van de handeling geheel of ten dele het beheer of het toezicht had, of die, belast met de ordonnancering van de betaling of de vereffening van een zaak, daarin enig belang neemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar, en met geldboete van 100 frank tot 50 000 of met één van die straffen en hij kan bovendien, overeenkomstig artikel 33, worden veroordeeld tot ontzetting van het recht om openbare ambten, bedieningen of betrekkingen te vervullen. De voorafgaande bepaling is niet toepasselijk op hem die in de gegeven omstandigheden zijn private belangen door zijn betrekkingen niet kon bevorderen en openlijk heeft gehandeld. » De artikelen 246 tot 252 van het Strafwetboek bepalen als volgt: “Art. 246. § 1er Passieve omkoping bestaat in het feit dat een persoon die een openbaar ambt uitoefent, rechtstreeks of door tussenpersonen, voor zichzelf of voor een derde, een aanbod, een belofte of een voordeel van welke aard dan ook vraagt of aanneemt om een van de in artikel 247 bedoelde gedragingen aan te nemen. § 2. Actieve omkoping bestaat in het rechtstreeks of door tussenpersonen voorstellen aan een persoon die een openbaar ambt uitoefent, van een aanbod, een belofte of een voordeel van welke aard dan ook voor zichzelf of voor een derde, om een van de in artikel 247 bedoelde gedragingen aan te nemen. § 3. Met een persoon die een openbaar ambt uitoefent in de zin van dit artikel wordt gelijkgesteld elke persoon die zich kandidaat heeft gesteld voor een dergelijk ambt, die doet geloven een dergelijk ambt te zullen uitoefenen of die, door gebruik te maken van valse hoedanigheden, doet geloven een dergelijk ambt uit te oefenen.

6/03/2009

CSC CTB n°BXL 565


13


Art. 247. § 1. Indien de omkoping het verrichten door de persoon die een openbaar ambt uitoefent, van een rechtmatige maar niet aan betaling onderworpen handeling van zijn ambt tot doel heeft, is de straf een gevangenisstraf van zes maanden tot een jaar en een geldboete van 100 frank tot 10 000 frank of één van die straffen. Indien, in het geval bepaald in het vorig lid, de vraag bedoeld in artikel 246, § 1, gevolgd wordt door een voorstel bedoeld in artikel 246, § 2, evenals ingeval het voorstel bedoeld in artikel 246, § 2, aangenomen wordt, is de straf een gevangenisstraf van zes maanden tot twee jaar en een geldboete van 100 frank tot 25 000 frank of één van die straffen. § 2. Indien de omkoping het verrichten door de persoon die een openbaar ambt uitoefent, van een onrechtmatige handeling naar aanleiding van de uitoefening van zijn ambt of het nalaten van een handeling die tot zijn ambtsplichten behoort tot doel heeft, is de straf een gevangenisstraf van zes maanden tot twee jaar en een geldboete van 100 frank tot 25 000 frank. Indien, in het geval bepaald in het vorig lid, de vraag bedoeld in artikel 246, § 1, gevolgd wordt door een voorstel bedoeld in artikel 246, § 2, evenals ingeval het voorstel bedoeld in artikel 246, § 2, aangenomen wordt, is de straf een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en een geldboete van 100 frank tot 50.000 frank. Ingeval de omgekochte persoon de onrechtmatige handeling heeft verricht of nagelaten heeft een handeling te verrichten die tot zijn ambtsplichten behoort, wordt deze gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar en met geldboete van 100 frank tot 75 000 frank. § 3. Indien de omkoping het plegen door de persoon die een openbaar ambt uitoefent, van een misdaad of een wanbedrijf naar aanleiding van de uitoefening van zijn ambt tot doel heeft, is de straf een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en een geldboete van 100 frank tot 50 000 frank. Indien, in het geval bepaald in het vorig lid, de vraag bedoeld in artikel 246, § 1, gevolgd wordt door een voorstel bedoeld in artikel 246, § 2, evenals ingeval het voorstel bedoeld in artikel 246, § 2, aangenomen wordt, is de straf een gevangenisstraf van twee jaar tot vijf jaar en een geldboete van 500 frank tot 100.000 frank. § 4. Indien de omkoping het gebruik tot doel heeft door de persoon die een openbaar ambt uitoefent, van de echte of vermeende invloed waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt om een handeling van een openbare overheid of een openbaar bestuur of het nalaten van die handeling te verkrijgen, is de straf een gevangenisstraf van zes maanden tot een jaar en een geldboete van 100 frank tot 10 000 frank. Indien, in het geval bepaald in het vorig lid, de vraag bedoeld in artikel 246, § 1, gevolgd wordt door een voorstel bedoeld in artikel 246, § 2, evenals ingeval het voorstel bedoeld in artikel 246, § 2, aangenomen wordt, is de straf een gevangenisstraf van zes maanden tot twee jaar en een geldboete van 100 frank tot 25.000 frank. Indien de omgekochte persoon de invloed waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikte, effectief heeft aangewend, wordt deze gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en met geldboete van 100 frank tot 50 000 frank. Art. 248. Wanneer de feiten bedoeld in de artikelen 246 en 247, §§ 1 tot 3, een politieambtenaar, een persoon met de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie of een lid van het openbaar ministerie betreffen, worden de omkoper en de omgekochte gestraft met een straf waarvan het maximum wordt gebracht op het dubbele van de straf die in artikel 247 voor de feiten is bepaald. Art. 249. § 1. Indien de in artikel 246 bepaalde omkoping een arbiter betreft en betrekking heeft op een handeling die behoort tot zijn rechtsprekend ambt, is de straf een gevangenisstraf van één jaar tot drie jaar en een geldboete van 100 frank tot 50 000 frank. Indien, in het geval bepaald in het vorig lid, de vraag bedoeld in artikel 246, § 1, gevolgd wordt door een voorstel bedoeld in artikel 246, § 2, evenals ingeval het voorstel bedoeld in artikel 246, § 2, aangenomen wordt, is de straf een gevangenisstraf van twee jaar tot vijf jaar en een geldboete van 500 frank tot 100.000 frank. § 2. Indien de in artikel 246 bepaalde omkoping een rechter-assessor of een gezworene betreft en betrekking heeft op een handeling die behoort tot zijn rechtsprekend ambt, is de straf een gevangenisstraf van twee jaar tot vijf jaar en een geldboete van 500 frank tot 100 000 frank.

Indien, in het geval bepaald in het vorig lid, de vraag bedoeld in artikel 246, § 1, gevolgd wordt door een voorstel bedoeld in artikel 246, § 2, evenals ingeval het voorstel bedoeld in artikel 246, § 2, aangenomen wordt, is de straf opsluiting van vijf jaar tot tien jaar en een geldboete van 500 frank tot 100 000 frank.

6/03/2009

CSC CTB n°BXL 565


14


§ 3. Indien de in artikel 246 bepaalde omkoping een rechter betreft en betrekking heeft op een handeling die behoort tot zijn rechtsprekend ambt, is de straf opsluiting van vijf jaar tot tien jaar en een geldboete van 500 frank tot 100 000 frank. Indien, in het geval bepaald in het vorig lid, de vraag bedoeld in artikel 246, § 1, gevolgd wordt door een voorstel bedoeld in artikel 246, § 2, evenals ingeval het voorstel bedoeld in artikel 246, § 2, aangenomen wordt, is de straf opsluiting van tien jaar tot vijftien jaar en een geldboete van 500 frank tot 100 000 frank. Art. 250. § 1. Indien de in de artikelen 246 tot 249 bepaalde omkoping een persoon betreft die in een vreemde Staat een openbaar ambt uitoefent, zijn de straffen die welke in die bepalingen gesteld zijn. § 2. De hoedanigheid van persoon die in een andere Staat een openbaar ambt uitoefent, wordt beoordeeld overeenkomstig het recht van de Staat waar die persoon dat ambt uitoefent. Indien het een Staat betreft die geen lid is van de Europese Unie, wordt deze hoedanigheid voor de toepassing § 1 enkel erkend, als het betreffende ambt ook beschouwd wordt als een openbaar ambt naar Belgisch recht. Art. 251. § 1. Indien de in de artikelen 246 tot 249 bepaalde omkoping een persoon betreft die een openbaar ambt uitoefent in een internationale publiekrechtelijke organisatie, zijn de straffen die welke in die bepalingen gesteld zijn. § 2. De hoedanigheid van deze persoon wordt beoordeeld overeenkomstig de statuten van de internationaal publiekrechtelijke organisatie waaronder hij ressorteert. Art. 252. Zij die op grond van de bepalingen van dit hoofdstuk worden gestraft, kunnen ook worden veroordeeld tot ontzetting van rechten, overeenkomstig artikel 33 en onverminderd de artikelen 31 en 32. » De artikelen 504 bis tot 504ter van hetzelfde Strafwetboek bepalen als volgt: “Art. 504bis. § 1. Passieve private omkoping bestaat in het feit dat een persoon die bestuurder of zaakvoerder van een rechtspersoon, lasthebber of aangestelde van een rechtspersoon of van een natuurlijke persoon is, rechtstreeks of door tussenpersonen, voor zichzelf of voor een derde, een aanbod, een belofte of een voordeel van welke aard dan ook vraagt of aanneemt, om zonder medeweten en zonder machtiging van, naar gelang van het geval, de raad van bestuur of de algemene vergadering, de lastgever of de werkgever, een handeling van zijn functie of een door zijn functie vergemakkelijkte handeling te verrichten of na te laten. § 2. Actieve private omkoping bestaat in het rechtstreeks of door tussenpersonen voorstellen aan een persoon die bestuurder of zaakvoerder van een rechtspersoon, lasthebber of aangestelde van een rechtspersoon of van een natuurlijke persoon is, van een aanbod, een belofte of een voordeel van welke aard dan ook voor zichzelf of voor een derde zonder medeweten en zonder machtiging van, naar gelang van het geval, de raad van bestuur of de algemene vergadering, de lastgever of de werkgever, een handeling van zijn functie of een door zijn functie vergemakkelijkte handeling te verrichten of na te laten. Art. 504ter. § 1. In geval van private omkoping is de straf een gevangenisstraf van zes maanden tot twee jaar en een geldboete van 100 frank tot 100 000 frank of één van die straffen. § 2. Indien de vraag bedoeld in artikel 504bis, § 1, gevolgd wordt door een voorstel bedoeld in artikel 504bis, § 2, evenals ingeval het voorstel bedoeld in artikel 504bis, § 2, aangenomen wordt, is de straf een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en een geldboete van 100 frank tot 50.000 frank of één van die straffen. In het Wetboek van strafvordering wordt in artikel 10quater als volgt bepaald: “Artikel 10quater. Een persoon kan in België vervolgd worden wanneer hij zich buiten het grondgebied van het Rijk schuldig maakt:. 1° aan een misdrijf bepaald in de artikelen 246 tot 249 van het Strafwetboek; 2° aan een misdrijf bepaald in artikel 250 van het Strafwetboek, als het misdrijf een persoon betreft die een openbaar ambt uitoefent in een Lidstaat van de Europese Unie. In dit laatste geval kan de vervolging niet plaatshebben dan op een officieel bericht, door de overheid van deze Staat aan de Belgische overheid gegeven; 3° aan een misdrijf bepaald in artikel 250 van het Strafwetboek, als het misdrijf een persoon betreft die een openbaar ambt uitoefent in een andere Staat dan die bedoeld in 2°. In dit laatste geval is de vervolging onderworpen aan de voorwaarde dat het feit bestraft wordt door de wetgeving van het land waar het is gepleegd, en voor zover de wetgeving van deze Staat de omkoping die een persoon betreft die een openbaar ambt in België uitoefent, eveneens strafbaar stelt. Ze kan bovendien niet plaatshebben dan op een officieel bericht, door de overheid van deze Staat aan de Belgische overheid gegeven; 4° aan een misdrijf bepaald in artikel 251 van het Strafwetboek, als het misdrijf een persoon betreft die een openbaar ambt uitoefent bij een van de instellingen van de Europese Unie; 5° aan een misdrijf bepaald in artikel 251 van het Strafwetboek, als het misdrijf een persoon betreft die een openbaar ambt uitoefent bij een internationale publiekrechtelijke organisatie. In dit laatste geval kan de vervolging niet plaatshebben dan op een officieel bericht, door de bevoegde overheid van deze organisatie aan de Belgische overheid gegeven."

6/03/2009

CSC CTB n°BXL 565


15


BIJLAGE 3 – Referentietermen E-learningproject Infocyclus (Claroline) 1. De algemene informatiecyclus 1.1. DOELSTELLINGEN INFOCYCLI 1. 1. 1. ALGEMENE

DOELSTELLING

Infocycli wil duurzame ontwikkeling in de ontwikkelingslanden en in België bevorderen. 1. 1. 2. SPECIFIEKE

DOELSTELLING

Infocycli richt zich tot personen die actief zijn op het vlak van internationale solidariteit of het willen worden en wil hun reflectie over de mondiale uitdagingen ontwikkelen en hun engagement aanmoedigen. 1. 1. 3. RESULTATEN a) Vorming Infocycli Resultaat 1 – De kennis van de deelnemers aan de Infocycli is verbeterd: ze verwerven een beter inzicht in de complexiteit van ontwikkeling en hebben een totaaloverzicht over de ontwikkelingsuitdagingen en over de nieuwe vormen van engagement in de internationale solidariteit. Resultaat 2 – De deelnemers aan de Infocycli wijzigen of versterken hun coöperatieve houding: ze nemen een kritische houding aan, vooral tegenover hun rol als actor in de internationale solidariteit, ze ontwikkelen een coöperatieve geest en geven meer van zichzelf in een groepswerk. Resultaat 3 – De deelnemers zijn aangemoedigd om hun kennis en attitudes in te zetten ter versterking van hun engagement in de internationale solidariteit en/of voor ontwikkelingssamenwerking. b) Rol van overleg in de Belgische vormingswereld Resultaat 4 – Er is een overleg opgestart tussen de verschillende actoren die opleidingen over internationale solidariteit aanbieden over een betere omkadering van personen die in de internationale solidariteit actief zijn of willen worden. 1.2. DE INFOCYCLI-OPLEIDING 1. 2. 1. DOELGROEP De doelgroep van de opleiding bestaat uit iedereen die reeds actief is op het vlak van internationale solidariteit of het wil worden. Voor de inschrijving van de deelnemers voor de Infocycli, wordt voorrang verleend: -in de eerste plaats, aan mensen die aantonen dat ze actief zijn of het zeker zullen worden in een ontwikkelingsorganisatie erkend door de Belgische Ontwikkelingssamenwerking; -in de tweede plaats, aan mensen die aantonen dat ze actief zijn of zeker zullen worden bij een internationale solidariteitsorganisatie.

6/03/2009

CSC CTB n°BXL 565


1


1. 2. 2. ACTIVITEITEN De infocycli zijn een residentiële vorming: -ofwel in 4 weekends van vrijdagavond tot zondagavond; -ofwel in 2 X 4 weekdagen van maandag tot donderdag tijdens de paasvakantie, in juli en in september. BTC organiseert 11 Infocycli per jaar en elke Infocyclus omvat een opleidingsprogramma in het Nederlands en een opleidingsprogramma in het Frans. De Franstaligen en Nederlandstaligen komen samen bij lezingen of groepswerk die ofwel in beide talen ofwel in het Engels worden gegeven. 1.2. 3. INHOUD a) De 6 belangrijkste thematieken -Begrippen en principes van de internationale samenwerking: evolutie van het begrip ontwikkeling, basisprincipes van de internationale samenwerking, begrip van partnership, bestuur (governance), millenniumverklaring (MOD), etc. - Belangrijkste actoren in de internationale samenwerking: bilaterale en multilaterale samenwerking, ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van regionale organen, indirecte ontwikkelingssamenwerking, 4e pijler1 , etc. -Ontwikkelingseconomie: geschiedenis en context, begrippen van ontwikkelingseconomie, mondiale en regionale economische instellingen, microfinanciering, etc. -Antropologie – sociologie: algemene begrippen van verwantschapsstelsels, sociale en economische antropologie, ontwikkelingssociologie, begrip van etnocentrisme, inter/multiculturele dialoog/communicatie, gender, etc. -Verscheidenheid van de vormen van engagement in de internationale solidariteit: Noordacties – Zuidacties, nieuwe vormen van burgerengagement, projecthulp – programmahulp, SWAp, micro-projecten, realiteit, relativiteit en complexiteit van interventiebeheer, methoden, etc. -Ontwikkeling en aanverwante thema’s: duurzame ontwikkeling, vredesopbouw en veiligheid, geopolitieke uitdagingen, demografie, mensenrechten, democratie, humanitaire hulp, etc. b) Gemeenschappelijk basisprogramma en opties Driekwart van de Infocycli-opleiding wordt op gemeenschappelijke basis gegeven, vooral in de vorm van lezingen van 3 uren. Ongeveer een lezing op drie wordt gegeven in kleinere groepen om de interactiviteit en het groepswerk te bevorderen.

1

Vrijwillige burgerinitiatieven die met weinig middelen projecten in het Zuiden ondersteunen en Noord-Zuidbanden smeden: parochiale verenigingen, jeugdbewegingen, wijkverenigingen, schoolgroepen, etc.

6/03/2009

CSC CTB n°BXL 565


2


Een kwart van de opleiding is in optie. De deelnemers kiezen ervoor om zich gedurende twee dagen in een van de volgende thema’s te verdiepen: -vormen van engagement in de internationale solidariteit: voor iedereen die zich wenst te oriënteren op het vlak van mogelijke vrijwillige of professionele engagementen en om hun eigen motivatie en de gevolgen van de keuze voor een engagement te evalueren. -Microproject: voor mensen die betrokken zijn in een microproject, er een willen opstarten of de verscheidenheid aan internationale solidariteitsactiviteiten willen ontdekken. -Noordacties: voor mensen die betrokken of geïnteresseerd zijn in het verwezenlijken van ontwikkelingsacties vanuit onze maatschappijen in het Noorden zoals ontwikkelingseducatie, advocacy, campagnes, etc.

2. E-learningproject Het E-learningproject Infocycli past in het kader van de Infocycli-opleiding: het gaat dus om blended learning, of gemengd leren. 2. 1. DOELSTELLINGEN Het E-learningproject ondersteunt de drie resultaten van de opleiding, zoals hierboven gedefinieerd, om de effecten van de opleiding meer diepgang te geven door de vorming over de tijd te spreiden: vooraf via de e-learningmodules en achteraf via de gemeenschap. Het project verleent bijzondere aandacht aan de integrerende rol van het Elearningplatform dat speels genoeg moet blijven om discriminatie van cursisten naargelang hun leerstijl te vermijden. 2. 1. 1. BIJDRAGE

AAN RESULTAAT

1 (KENNIS)

Het project beoogt enerzijds om via kennisverwerving de vooroordelen en clichés over ontwikkeling te doen verdwijnen, door de cursisten aan te moedigen tot het vinden van nieuwe aanknopingspunten tijdens de opleiding. Anderzijds wil het project de heterogeniteit van de bij de deelnemers reeds aanwezige kennis verminderen door, op het vlak van basiskennis, meer homogene groepen cursisten te vormen zodat ze zich beter kunnen verdiepen in een thema tijdens de sessies. 2. 1. 2. BIJDRAGE

AAN RESULTAAT

2 (HOUDING)

Het project moedigt de cursisten aan om samen te werken, door hun betrokkenheid te eisen in een groepswerk. Het is de bedoeling dat de deelnemers zich vragen gaan stellen over hun coöperatieve attitudes; eerst van op afstand, vervolgens op het moment van de opleiding zelf rekening houdend met de invloed van de opleiding op hun coöperatieve attitudes.

6/03/2009

CSC CTB n°BXL 565


3


2. 1. 3. BIJDRAGE

AAN RESULTAAT

3 (ENGAGEMENT)

Vanaf hun inschrijving kunnen de deelnemers zich vertrouwd maken met de thema’s van de opleiding en met het werken met andere cursisten. Op die manier wil het project het engagement van de cursisten voor internationale solidariteit ondersteunen. Het wil hun een platform bieden waar ze zich kunnen uitdrukken over hun engagement tijdens de wachtperiode om deel te nemen aan de opleiding. Na de opleiding wil het project het engagement van de cursisten consolideren doordat ze zich kunnen aansluiten op het netwerk van het E-learningplatform. 2.2. PROFIEL VAN DE DOELGROEP Infocycli ontvangt ongeveer 1 100 deelnemers per jaar, verspreid over 11 Infocycli. Wat de taalspreiding betreft, is 53% van de deelnemers Franstalig en 47% Nederlandstalig. Het publiek is eerder jong, waaruit we kunnen opmaken dat het doelpubliek een goede toegang heeft tot informaticatechnologieën. Wat hun kennisprofiel betreft, zijn de cursisten voornamelijk universitair geschoolden. De motivatie van de deelnemers aan de Infocycli is in het algemeen vrij hoog. Er moet toch een systeem worden voorzien die de cursisten zin geeft om bij te leren en hen aanzet tot engagement in een leerproces. De kenmerken van de doelgroep (Statistieken 2008) bevinden zich in bijlage. 2.3. LUIKEN VAN HET E-LEARNINGPROJECT 2. 3. 2. E-LEARNINGMODULE De E-learningmodules komen enkel tussen vóór de vorming om de wachttijd tussen de inschrijving en de deelname ten volle te benutten (zie wachttijd in de statistieken in bijlage). Wij hebben drie scenario’s voor de E-learningmodule voor ogen: 1. Artikels met meerkeuzevragenlijsten; 2. Uit te voeren taken: groepswerken die de cursisten voorbereiden vóór hun aankomst op de Infocyclus; 3. Interactieve casestudies: met de beschrijving van een situatie, keuze van oplossingen, groepswerken over de voor en tegens, commentaren en conclusie. 2. 3. 3. LEERGEMEENSCHAP Doordat de cursisten zich kunnen aansluiten op het netwerk, laat het Elearningproject reeds een groepsdynamiek ontstaan voor de opleidingssessies zelf plaatsvinden en bevordert het de continuïteit van die dynamiek na de opleiding. De gemeenschap strekt zich uit over verschillende niveaus: - deelnemers van eenzelfde Infocyclus die zich voorbereiden op de lezingen - deelnemers van afzonderlijke Infocycli na deelname aan hun Infocyclus - sprekers - sprekers en deelnemers

6/03/2009

CSC CTB n°BXL 565


4


2.3.4. BETROKKEN

PARTIJEN

De deelnemers zijn de cursisten. We organiseren 11 Infocycli per jaar. Elke Infocyclus bestaat uit een groep van 50 Franstalige deelnemers en 50 Nederlandstalige deelnemers (behalve de Infocyclus van april, die exclusief bestaat uit Franstaligen). Cursisten Cursisten Cursisten Cursisten

Cursisten Cursisten Cursisten Cursisten








E-learningplatform

HR BTC Dienstverlener Consultants Scenario 1 Scenario 2 Scenario 3

Spreker Spreker Spreker




Elk opleidingsprogramma Infocycli telt, gemiddeld en per taalgroep, 22 lezingen over 22 verschillende thema’s.

6/03/2009

CSC CTB n°BXL 565


1


2. 4. BESCHIKBARE MIDDELEN 3.5.2. INHOUD:

EXTERNE SPREKERS

INFOCYCLI

De Infocycli-sprekers zijn externe medewerkers van het Infocycli-team (consultants). In het kader van de Infocycli-doelstellingen, beheren zij de pedagogische en intellectuele aspecten van de inhoud van hun thema. Er is een vergoeding voorzien in het Infocycli-budget voor de sprekers die hun lezing aanpassen door een E-learningcomponent voor te bereiden die hun lezing van drie uur voorafgaat. De criteria om de sprekers die een E-learningmodule ontwikkelen te kiezen zijn de volgende: het belang van het thema ten opzichte van de Infocycli-doelstellingen; voorrang voor regelmatige en positief geëvalueerde sprekers; de motivatie van de spreker om een E-learningmodule te ontwikkelen. De heer Bernard Donnay (NewMind, zie www.mindnew.com) heeft 10 sprekers geïnterviewd, wat overeenkomt met 20% van de populatie van het opleidingsprogramma Infocycli. Het staal bevat de belangrijkste thema’s die in het opleidingsprogramma Infocycli worden behandeld en er is een evenwicht tussen Franstalige en Nederlandstalige. 20% van de bevraagde personen hebben reeds ervaring met het ontwikkelen van Elearninginhoud. 60% van de bevraagde sprekers hebben reeds interviews, foto’s, etc. verzameld of kunnen verwijzen naar bestaande media die online kunnen worden gebruikt om situaties voor te stellen. De tabel hieronder toont de interesse en de motivatie van de bevraagde sprekers voor de drie overwogen scenario’s. Criteria Scenario 1: artikels met meerkeuzevragenlijst Scenario 2: uit te voeren taken Scenario 3: casestudie

% interesse & motivatie 40% 90% 80%

De meeste sprekers zijn voor een ondersteuningsploeg die hen helpt om bepaalde van hun inhouden te vertalen naar een E-learningervaring. Het verslag van de heer B. Donnay van de firma NewMind is op verzoek verkrijgbaar via e-mail aan [email protected].

6/03/2009

CSC CTB n°BXL 565


2


3.5.1. BEHEER,

ADMINISTRATIE:

HUMAN

RESOURCES

BTC

Een halftijdse werknemer (te rekruteren), aangeworven met arbeidsovereenkomst met BTC, regelt het opzetten en het opvolgen van de E-learning teneinde de kwaliteit van de Infocycli te verhogen en vlotter de doelstellingen te halen. Die persoon beschikt over pedagogische vaardigheden, met affiniteit voor de nieuwe informatietechnologieën. Verantwoordelijkheidsdomeinen: • Sociale rol De sprekers ondersteunen, aanmoedigen en vormen om de E-learningcomponent van hun lezing te onderhouden. De cursisten ondersteunen, motiveren, aanmoedigen en hun technische vragen beantwoorden. De vorming van een leergemeenschap bevorderen. • Leidinggevende rol Verschillende E-learningmethoden verkennen aan de hand van pilootmodules (prototypes) om methodologische keuzes te maken die aangepast zijn aan de doelstellingen van Infocycli. Waken over de samenhang en harmonisering bij het verwezenlijken van de Elearningmodules. M&E van het E-learningproject uitvoeren. Actief samenwerken met de consultants en de ICT-dienst voor een optimale werking van het platform Deelnemen aan de jaarlijkse internationale conferentie voor Claroline-gebruikers. • Administratieve rol Alle aan de E-learning gelinkte administratieve taken uitvoeren voor een optimaal verloop van de werking. 3.5.3.

TECHNIEK: CLAROLINE EN

ICT-DIENST

VAN

BTC

Infocycli kiest ervoor om het Claroline-platform te gebruiken. Dit betekent dat de dienstverlener de norm scorm a.2 moet respecteren. Betreffende de toewijzing van de technische rol, toont het door de heer Donnay gevoerde gesprek met de ICTdienst van BTC aan dat binnen BTC de capaciteit bestaat om het Claroline Elearningproject te beheren.

6/03/2009

CSC CTB n°BXL 565


3


Bijlage bij de Referentietermen Kenmerken van de doelgroep: statistieken 2008 1. TAALGROEPEN Participants par groupe linguistique

FR 53%

NL 47%

Répartition des participants en fonction du sexe et du régime linguisitique Femme

Homme

100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% FR

6/03/2009

NL

CSC CTB n°BXL 565

Total


1


2. NATIONALITEITEN Répartition par nationalité pour les cycles néerlandophones 2008

97%

Belgique Autres pays d'Europe Afrique Amérique Latine Moyen-Orient Asie Inconnu

3% 0,2% 0,2%

Répartition par nationalité pour les cycles francophones 2008 75%

0,2%

1% 10% 14%

6/03/2009

CSC CTB n°BXL 565

Belgique Autres pays d'Europe Afrique Amérique Latine Moyen-Orient Asie Inconnu


2


3. LEEFTIJDSCATEGORIEËN

350 300 250 200

NL FR

150 100 50 0 < 23 ans

24-28 ans 29-33 ans 34-38 ans 39-43 ans 44-48 ans 49-53 ans

>54 ans

4. OPLEIDING OPLEIDINGSNIVEAU Niveaux d'étude des participants en 2008

23%

71%

Ens. secondaire 3%

Baccalauréat Mastère Post-universitaire 11%

6/03/2009

CSC CTB n°BXL 565

Inconnu


3


STUDIERICHTINGEN Catégorie de diplôme des participants 2008 185

200 180 160 140 120 100 80 60 40 20

135

78

104

92 68

61

57

95

Het gemiddeld aantal deelnemers van de Infocycli 2008 met een specifieke opleiding in ontwikkeling bedraagt 9,3 %.

61

38 26 7

Een deelnemer op drie heeft een diploma Politieke, Economsiche of Sociale Wetenschappen, of een diploma Pedagogie of Psychologie

0 1 1. Philosophie, histoire, théologie, sciences morales 2. Journalisme, communication, marketing, média 3. Langues,anthropologie 4. Droit, Criminologie 5. Economie, sci. Po et Sociales 6. Management, compta., Finance, Commerce, Tourisme, ingénieur de gestion 7. Sciences exactes et appliquées (mathématique, bio, physique, chimie, geo, demo) 8. Médecine,paramédical,santé publique (kine, pharmacie,infirmière, ergo) 9. Architecture, arts, musique 10. Psycho, pédago, travail social, enseignement 11. Techniques, Ingénieur (agronomie, bio, civil, industriel, environnement) 12. Formation coopération au dvlpmt A. Autre O. Données manquantes

6/03/2009

CSC CTB n°BXL 565


4


5. AANDEEL PRIORITAIRE DEELNEMERS Prioritaire deelnemers zijn personen in een dringende situatie die hen verplicht om de Infocyclus snel te volgen. De hoogdringendheid moet worden bewezen op het moment van de inschrijving, bijvoorbeeld met een aanbevelingsbrief van de werkgever of met een brief die aantoont dat hun kandidatuur weerhouden werd. Een hoogdringendheid is: geselecteerd zijn om weldra in een land in het Zuiden te gaan werken, in het kader van een organisatie die erkend is door de internationale samenwerking, hetzij als betaalde kracht, hetzij als vrijwilliger. in een gevorderd stadium van een selectieprocedure zitten voor een betrekking in de internationale samenwerking in het Noorden of het Zuiden reeds actief zijn in de internationale samenwerking, hetzij als betaalde kracht, hetzij als vrijwilliger en door de werkgever verplicht zijn om de Infocyclus te volgen partner zijn van een medewerker van de internationale samenwerking met standplaats in het Zuiden Proportion des étudiants prioritaires et non-prioritaires en 2008

95%

Prioritaire Non-prioritaire

5%

6/03/2009

CSC CTB n°BXL 565


5


6. GEMIDDELDE WACHTTIJD

Mois d'attente entre inscription et participation

8

6,9 7,1

7

5,7

4,4

6 5

5,8

4,5

Prioritaire

4

Non-Prioritaire 3,9

3 2

3,5

2,6

Total

1 0 NL

6/03/2009

FR

CSC CTB n°BXL 565

NL+FR


6

CTB NR. 78 VAN 13 FEBRUARI 2009 OPDRACHT VOOR AANNEMING VAN DIENSTEN BETREFFENDE E-LEARNINGPROJECT INFOCYCLI (CLAROLINE)»

Recommend Documents