Examen VMBO-GL
2014 gedurende 310 minuten
CSPE GL landbouw-breed - afdelingsprogramma landbouw
Naam kandidaat ____________________________
Kandidaatnummer ____________
Bij dit examen horen een bijlage, uitwerkbijlagen en digitale bestanden. Achter het correctievoorschrift is een erratum opgenomen.
Dit examen bestaat uit 15 opdrachten. Voor dit examen zijn maximaal 107 punten te behalen. Voor elk opdrachtnummer staat hoeveel punten met een goede uitvoering behaald kunnen worden.
PG-5018-b-14-1-o
Inleiding Je werkt op verschillende afdelingen van Tuincentrum Grondwijk, Veen 8, 6821 AB Grondwijk. Het tuincentrum heeft ook een dierenafdeling en een bloemenafdeling. Je bent contactpersoon voor een stadstuinproject.
PG-5018-b-14-1-o
2 / 16
lees verder ►►►
Onderdeel A
stadstuinproject
tijdsduur ongeveer 60 minuten
Bewoners van de bomenbuurt in Grondwijk willen meedoen aan een stadstuinproject. Ze hebben aan het tuincentrum gevraagd of een medewerker die verstand heeft van groen kan meewerken aan het project. Jij bent de contactpersoon voor het stadstuinproject.
Voor dit onderdeel heb je nodig: bestand start_grondwijk.htm bestand start_fruitbomen.htm uitwerkbijlage 1 liniaal kleurpotlood 12p
1
Je gaat in een brief aan de coördinator stadsgroen van de gemeente Grondwijk een projectaanvraag doen. In uitwerkbijlage 1 staat een plattegrond van de bomenbuurt. Er is een buurtbijeenkomst geweest. Daar is afgesproken dat de bewoners van Beukenlaan nummer 3, 5, 7, 11, 13, 15 en 17 en de bewoners van de Kastanjelaan nummer 16, 20 en 22 meedoen met het stadstuinproject. Zij willen graag een moestuin op het huidige openbaar groen aan de zijkant van het huis aan de Kastanjelaan 22. Daarnaast (dicht bij Beukenlaan 17) ligt nog een grasveld dat openbaar groen blijft. Op de plattegrond in uitwerkbijlage 1 is de scheiding tussen de gewenste moestuin en het openbaar groen ingetekend. De bewoners willen aan één kant van het perceel over de hele afstand een fruithaag van appels aanplanten (vruchtdragende, zelfbestuivende bomen met witte bloesem en eetbare appels, die niet gesnoeid of gespoten hoeven te worden). De bomen moeten zo weinig mogelijk schaduw in de moestuin veroorzaken. Voordat je aan de opdracht begint De examinator vertelt je waar je de benodigde bestanden kunt vinden. Gebruik eerst het bestand start_grondwijk.htm en later ook het bestand start_fruitbomen.htm. Open het programma Word en maak een leeg document aan. Sla dit document op onder de bestandsnaam: brief [jouw naam].doc.
PG-5018-b-14-1-o
3 / 16
lees verder ►►►
Uitvoering van de opdracht Schrijf de brief met daarin de projectaanvraag. Op de site van Grondwijk staat wat in de projectaanvraag moet staan. Verwijs in de brief naar die website. Geef aan om hoeveel m² grond het gaat. Stuur de plattegrond van de bomenbuurt in uitwerkbijlage 1 mee. Geef daarop aan in welke huizen mensen wonen die meedoen, waar het project plaatsvindt en waar de fruithaag komt te staan.
Vraag in de brief een vergoeding aan voor de aanschaf van de fruithaag. Gebruik het bestand start_fruitbomen.htm om geschikte bomen te kiezen. Schrijf hieronder op welk ras fruitbomen geschikt is en hoeveel bomen je nodig hebt voor de fruithaag. Schrijf ook de berekening op. ............................................................................................................ ............................................................................................................ ............................................................................................................
Neem het bedrag voor de aanschaf van de fruitbomen op in de brief.
Als je klaar bent met de opdracht Sla het document nogmaals op. Maak een afdruk van brief [jouw naam].doc. Lever de afdruk en uitwerkbijlage 1 in bij de examinator.
PG-5018-b-14-1-o
4 / 16
lees verder ►►►
Onderdeel B
PowerPointpresentatie maken
tijdsduur ongeveer 60 minuten 19p
2
Maak de minitoets bij opdracht 2. Bewoners die gaan meewerken in de stadstuin willen meer weten over een vierkante-metertuin. Je gaat als medewerker van het tuincentrum hierover uitleg geven op een bijeenkomst. Voor dit onderdeel heb je nodig: een USB-stick het bestand start_tuincentrum.htm
7p
3
Je maakt een PowerPointpresentatie over de vierkante-metertuin, die je kunt gebruiken om uitleg te geven aan bewoners (zie ook onderdeel C). Voordat je aan de opdracht begint De examinator vertelt je waar je het benodigde bestand kunt vinden. Open het bestand start_tuincentrum.htm. Het bestand start_tuincentrum.htm is een simulatie van een website waarin onder andere informatie staat over de vierkante-metertuin. Open ook het programma PowerPoint. Maak een nieuwe diaserie aan. Sla de diaserie op de USB-stick op onder de bestandsnaam: vierkante_metertuin [jouw naam].ppt. Uitvoering van de opdracht Maak een titelpagina met daarop ook je naam. Leg uit wat een vierkante-metertuin is en wat de voordelen en mogelijkheden ervan zijn. Geef voorbeelden van gewassen die geschikt zijn voor in de vierkante-metertuin. Maak gebruik van foto’s uit de foto-galerij op de website die de inhoud verduidelijken. Maak minimaal zes en maximaal tien dia’s. Als je klaar bent met de opdracht Sla de diaserie nogmaals op de USB-stick op. Maak een afdruk van vierkante_metertuin [jouw naam].ppt met zes dia’s op één pagina. Lever de afdruk en de USB-stick in bij de examinator.
PG-5018-b-14-1-o
5 / 16
lees verder ►►►
Onderdeel C
presenteren
tijdsduur ongeveer 20 minuten
De leidinggevende van het tuincentrum wil graag weten wat je in je presentatie over de vierkante-metertuin gaat vertellen. Hij stelt voor dat jij de presentatie voor hem of haar uitvoert.
Voor dit onderdeel heb je nodig: USB-stick met daarop je PowerPointpresentatie laptop met beamer of digibord de afdruk van je PowerPointpresentatie het bestand start_tuincentrum.htm Je krijgt vijf minuten de tijd om de presentatie voor te bereiden. 5p
4
Voer de presentatie uit. Geef met behulp van je PowerPointpresentatie uitleg over de vierkante-metertuin. Ga ervan uit dat de toehoorder(s) niet weet (weten) wat een vierkantemetertuin is. Probeer de toehoorder(s) enthousiast te maken om er een te kopen. Presenteer tussen vier en acht minuten en sluit de presentatie daarna af. Lever de afdruk van je PowerPointpresentatie in bij de examinator.
2p
5
Je hebt een presentatie gemaakt en gegeven. Je gaat nu je eigen werk beoordelen. In het schema staan hiervoor drie beoordelingspunten. Beoordeel jezelf. Gebruik hierbij één van de volgende cijfers: 2 goed 1 gedeeltelijk goed 0 slecht of niet gedaan Geef een toelichting bij elke beoordeling en maak daarbij gebruik van kenmerken van een goede presentatie.
PG-5018-b-14-1-o
6 / 16
lees verder ►►►
beoordelingspunt
cijfer
De presentatie was goed bruikbaar om uit te leggen wat een vierkante-metertuin is en wat de voordelen en mogelijkheden ervan zijn.
toelichting ..................................................... ..................................................... ..................................................... ..................................................... .....................................................
Wat ik tijdens de presentatie vertelde, sloot aan bij de dia die zichtbaar was, maar ik heb de dia’s niet voorgelezen.
..................................................... ..................................................... ..................................................... ..................................................... .....................................................
De presentatie duurde tussen vier en acht minuten en ik heb alle dia’s besproken.
..................................................... ..................................................... ..................................................... ..................................................... .....................................................
PG-5018-b-14-1-o
7 / 16
lees verder ►►►
Onderdeel D
kippen in de stadstuin
tijdsduur ongeveer 40 minuten De bewoners van de bomenbuurt willen in de stadstuin zes kippen houden. Je adviseert over een geschikt ras en maakt een plattegrond voor de huisvesting. De eieren zullen niet elke dag geraapt worden. Je onderzoekt de verschillen tussen verse en oude eieren op drie manieren. Voor dit onderdeel heb je nodig: bijlage kladpapier 1 vers ei 1 oud ei eventueel 2 grote, platte borden of schalen 5 extra eieren, genummerd 1 tot en met 5 2 satéprikkers schouwlamp kartonnen doos om in het donker te schouwen Er is besloten om te kiezen voor een klein, Nederlands en ook rustig ras, zodat de kippen vriendelijk zijn voor mensen. Het is niet de bedoeling om met de dieren te fokken. De kippen mogen geen voetbevedering hebben. Het benodigde vloeroppervlak voor een nachthok is voor grote rassen ten minste 0,5 m2 en voor kleine rassen ten minste 0,25 m2 per kip. Voor de ren is dat voor grote rassen 1 m 2 en voor kleine rassen 0,5 m2. Deze maten gelden voor hobbykippen, zoals de kippen in de stadstuin. In de bijlage staan kippenrassen met kenmerken. 1p
6
Welk ras is het meest geschikt voor de stadstuin? ..................................................................................................................
3p
7
Je gaat een plattegrond tekenen voor een kippenhok met ren die je aan de buurtbewoners kunt voorleggen. De grootte van het hok stem je af op het aantal kippen en je houdt rekening met het ras. Teken een rechthoekig hok met daaraan vast een rechthoekige ren op schaal 1 : 20 die precies groot genoeg zijn voor de kippen in de stadstuin. Schrijf de woorden hok en ren in de tekening en geef de getekende maten in meters aan.
PG-5018-b-14-1-o
8 / 16
lees verder ►►►
Tekening op schaal 1 : 20
PG-5018-b-14-1-o
9 / 16
lees verder ►►►
Een maat voor de versheid van een ei is de dikwithoogte. Als je een ei breekt zie je in het midden de dooier, daaromheen het dikwit en dan het dunwit. Dikwit in eieren verandert langzaam in dunwit. Een andere maat is de grootte van de luchtkamer: hoe groter die is, hoe ouder het ei is. 4p
8
Je bepaalt de hoogte van het dikwit met een satéprikker. Breek het oude en het verse ei op de tafel zó, dat ze elkaar niet raken of breek elk ei op een apart bord of in een aparte schaal. Bepaal van beide eieren de hoogte van het dikwit. Prik in het breedste stuk van het dikwit midden tussen de dooier en het dunwit. Het dikwit laat een vochtafdruk achter op de prikker.
Teken de twee gebroken eieren schematisch, benoem de delen (dooier, dikwit, dunwit) en geef in de tekeningen aan waar je de dikwithoogte bepaald hebt.
tekening eieren
Geef in de tekening aan welk ei het meest vers is. Leg hieronder uit waarom je dat ei gekozen hebt. ............................................................................................................ ............................................................................................................
Laat je werk beoordelen door de examinator voor je de eieren opruimt.
PG-5018-b-14-1-o
10 / 16
lees verder ►►►
2p
9
De luchtkamer van een ei is zichtbaar als je het ei tegen een schouwlamp houdt. Om te zorgen dat het niet te licht is, houd je het ei en de lamp in een kartonnen doos. Beoordeel met de schouwlamp de versheid van ei 1 tot en met 5. Schrijf van elk ei op of het vers of oud is. .................................................................................................................. .................................................................................................................. .................................................................................................................. .................................................................................................................. ..................................................................................................................
1p
10
Om te weten of eieren vers of oud zijn, kun je ze ook in een bak met water leggen. Op de afbeeldingen liggen eieren in het water.
X
Y
Z
Welk ei, X, Y of Z, is het meest vers en welk ei is het oudst? Leg uit hoe je dit weet. .................................................................................................................. .................................................................................................................. .................................................................................................................. .................................................................................................................. ..................................................................................................................
PG-5018-b-14-1-o
11 / 16
lees verder ►►►
Onderdeel E
jam maken
tijdsduur ongeveer 40 minuten Om de verkoop van aardbeienplanten in het tuincentrum te stimuleren, maak je zelf een pot aardbeienjam die klanten kunnen proeven. Je onderzoekt ook hoeveel suiker nodig is voor de jam. Bij de bereiding meet je het suikergehalte, aangegeven in ºBrix (spreek uit graden Brix), met een refractometer. Het aantal ºBrix geeft het percentage suiker van een vloeistof aan. Door toevoegen van suiker stijgt het aantal ºBrix. Je mag er voor deze opdracht vanuit gaan dat dit lineair is: per gram toegevoegde suiker stijgt het aantal ºBrix steeds evenveel. De refractie van jam moet wettelijk 60 ºBrix zijn. Voor dit onderdeel heb je nodig: 350 g aardbeien 1 etiket keukenrol desinfectiemiddel, bijvoorbeeld soda weegschaal vergiet pot met deksel van ongeveer 320 ml refractometer gebruiksaanwijzing voor een refractometer geleisuiker citroensap De refractometer mag je niet gebruiken met hete producten. 12p
11
Bereid de aardbeienjam. Reinig de pot en het deksel en desinfecteer ze. Weeg 350 gram aardbeien af en maak ze schoon. Hoe groot is het gewichtspercentage bruikbare aardbeien? Schrijf de berekening op en rond af op een heel getal. .................................................................................................................. ..................................................................................................................
Snijd één aardbei door, neem daarvan wat vocht, bepaal met de refractometer het aantal ºBrix, en schrijf dat op.
..................................................................................................................
PG-5018-b-14-1-o
12 / 16
lees verder ►►►
Snijd de aardbeien in kleine stukjes en doe ze in de pan. Weeg 200 gram geleisuiker af.
Laat je werk beoordelen door de examinator.
Voeg de geleisuiker en vier druppels citroensap toe aan de aardbeien in de pan. Breng het mengsel op matige warmtebron onder voortdurend roeren aan de kook. Zet de warmtebron uit en neem een theelepel van het mengsel met daarbij ook een stukje aardbei uit de pan en doe dit op een schoteltje. Bepaal na afkoelen het aantal ºBrix en schrijf dat op.
.................................................................................................................. Laat je werk beoordelen door de examinator. Je kunt nu uitrekenen hoeveel suiker je hebt toegevoegd per ºBrix. Hoeveel gram suiker moet je nog toevoegen om aan de wettelijke verplichting voor jam te voldoen? Schrijf de berekening op. Rond af op een heel getal. .................................................................................................................. .................................................................................................................. ..................................................................................................................
Breng het mengsel opnieuw aan de kook, voeg de berekende hoeveelheid geleisuiker toe, roer voortdurend en kook nog 1 minuut. Neem een theelepel jam uit de pan en doe die op een schoteltje. Vul de pot tot ongeveer 1 cm onder de rand en doe het deksel erop. Bepaal na afkoelen het aantal ºBrix van de jam en schrijf dat op. ............................................................................................................
Is de jam lang houdbaar of raad je aan deze pot jam snel te gebruiken? Licht je antwoord toe. ............................................................................................................ ............................................................................................................
PG-5018-b-14-1-o
Schrijf je naam, de datum en de naam van het product op het etiket en plak dit op de pot.
13 / 16
lees verder ►►►
Onderdeel F
artikelen afprijzen
tijdsduur ongeveer 50 minuten In dit onderdeel laat je de btw buiten beschouwing. Op de dierenafdeling van het tuincentrum stapt men over op producten met een eigen logo en huismerk. Je leidinggevende wil een deel van de aanwezige voorraad zo snel mogelijk met korting verkopen. Jij gaat nieuwe verkoopprijzen bepalen en de gevolgen van de kortingen berekenen. In uitwerkbijlage 2 staat een tabel met de voorraadlijst van de artikelen en producten die je leidinggevende met korting wil verkopen. De verkoopwaarde van deze artikelen en producten zonder korting is € 139,60. De tabel bevat extra kolommen die je kunt invullen om de opdrachten 12 en 13 overzichtelijk en controleerbaar uit te voeren. Vul ook de kolomkoppen in. 6p
12
Het tuincentrum hanteert normaal een opslagpercentage van 100%, behalve voor de diervoeders, daarvoor geldt een opslagpercentage van 50%. Je gaat de verkoopprijzen met korting bepalen: Het opslagpercentage van 100% wordt 60%. Het opslagpercentage van 50% wordt 25%. Het verschil tussen de normale verkoopprijzen en de verkoopprijs met korting veroorzaakt opbrengstdaling voor het tuincentrum. Schrijf de verkoopprijzen met korting in de tabel. Schrijf de opbrengstdaling van de voorraad per artikel en product in de tabel. Schrijf de totale opbrengstdaling van de voorraad van artikelen en producten in de tabel.
4p
13
Je kunt controleren of je de tabel goed hebt ingevuld: de totale opbrengstdaling en de verkoopprijzen met korting samen, moeten gelijk zijn aan de verkoopwaarde van de artikelen en producten zonder korting. Voer deze controle uit voor de artikelen en producten met korting en schrijf je berekeningen overzichtelijk op. .................................................................................................................. ..................................................................................................................
PG-5018-b-14-1-o
14 / 16
lees verder ►►►
Wat is de conclusie van de controle die je hebt uitgevoerd? Licht je conclusie toe.
.................................................................................................................. .................................................................................................................. 20p
14
Maak de minitoets bij opdracht 14
Onderdeel G
biedermeier maken
tijdsduur ongeveer 40 minuten Je kunt twee punten verdienen door dit onderdeel binnen 40 minuten af te ronden. Vandaag werk je bij Tuincentrum Grondwijk op de bloemenafdeling en daar maak je een biedermeier. Een biedermeier is een symmetrisch halfbolvormig bloemstukje dat van bovenaf bekeken een ronde vorm heeft.
Voor dit onderdeel heb je nodig: rond schaaltje met een doorsnede van ongeveer 12 cm steekschuim 3 verschillende soorten bloemen 3 verschillende soorten groen kaartje allesknipper of snoeischaar mes klok of wekker
PG-5018-b-14-1-o
15 / 16
lees verder ►►►
Als je een biedermeierbloemstukje gaat maken, klem je nat steekschuim in een schaaltje. Het steekschuim komt ongeveer twee cm boven de rand van het schaaltje uit. De bloemstelen, inclusief bloemen, en de takjes groen zijn allemaal ongeveer negen cm lang. De stelen steek je diep en stevig in de richting van het middelpunt van het bloemstukje. Het steekschuim mag niet zichtbaar zijn. 9p
15
Maak de biedermeier. Snijd tien takjes van één soort groen. Steek zes takjes horizontaal en zo dicht mogelijk bij de rand van het bakje op gelijke afstand in het steekschuim. Zet een takje groen rechtop in het midden. Verdeel de rest van het groen over het bloemstukje, zodat er een halve bolvorm ontstaat. Snijd de bloemen en verdeel ze over het bloemstukje. Leg een kaartje met je naam bij het bloemstukje.
PG-5018-b-14-1-o
16 / 16
lees verdereinde ►►►