DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN
Conceptnota Betreft:
Plan van aanpak voor het toekomstig Vlaams beleid inzake de justitiehuizen
1. Situering 1.1. Zesde staatshervorming Ingevolge de zesde staatshervorming is Vlaanderen bevoegd voor de organisatie, de werking en de opdrachten van de justitiehuizen en van de bevoegde dienst die de uitwerking en de opvolging van het elektronisch toezicht verzekert (art. 5, §1, III, BWHI).1 ontwer p
Deze bevoegdheden werden toegewezen aan de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. In dit kader werd een afdeling Justitiehuizen ingebed het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. De federale overheid blijft evenwel de opdrachten bepalen die de justitiehuizen of, in voorkomend geval, de andere diensten van de gemeenschappen die deze uitvoeren, uitoefenen in het kader van de gerechtelijke procedure of de uitvoering van gerechtelijke beslissingen (art. 5, §1, III, BWHI). Indien de opdrachten van de justitiehuizen (inclusief het elektronisch toezicht) wijzigen, is er verplicht overleg tussen de gemeenschappen en de federale overheid (art. 6, §3 bis, 4° BWHI). Ook de bevoegdheid van de eerstelijns juridische bijstand werd overgeheveld naar de gemeenschappen. Het Groenboek Zesde Staatshervorming - justitieel beleid dat de vorige regeerperiode werd opgemaakt, beschrijft verschillende beleidsopties en de aandachtpunten in het uittekenen van een Vlaams beleid inzake de justitiehuizen en de eerstelijns juridische bijstand. 1.2. Het samenwerkingsakkoord Justitiehuizen en de IMC Justitiehuizen Op 17 december 2013 werd een samenwerkingsakkoord afgesloten tussen de federale staat, de Franse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschap en de Duitse Gemeenschap voor de uitoefening 1
Verder in deze conceptnota wordt onder justitiehuizen telkens ook het elektronisch toezicht begrepen. Pagina 1 van 9
van de opdrachten van de justitiehuizen. Dit samenwerkingsakkoord werd door het Vlaams parlement aangenomen op 25 april 2014.2 Het samenwerkingsakkoord regelt de algemene principes van de overdracht van de bevoegdheden van de justitiehuizen in het kader van de gerechtelijke procedure of de uitvoering van gerechtelijke beslissingen. De bevoegdheden die naar de gemeenschappen over gaan zijn :
de burgerrechtelijke opdrachten o.a. maatschappelijk onderzoek in jeugdrecht, familiale geschillen, weigering tot toestemming in de adoptie; bemiddeling in strafzaken; slachtofferonthaal; opdrachten in het kader van de uitvoering van de gerechtelijke beslissing (o.a. vrijheid onder voorwaarden, probatie, penitentiaire opdrachten, begeleiding van daders van seksueel misbruik); de uitvoering van de autonome straffen: werkstraf en (later) elektronisch toezicht; eerstelijnswerking; de gemeenschappen kunnen in de toekomst nieuwe taken aan de justitiehuizen toebedelen;
De federale staat blijft bevoegd voor de gerechtelijke procedures alsook voor de uitvoering van gerechtelijke beslissingen. De betrokken overheden verbinden er zich toe binnen de IMC Justitiehuizen overleg te plegen alvorens een beslissing te nemen die de opdrachten van de justitiehuizen wijzigen of een impact hebben of kunnen hebben op de uitvoeringscapaciteit. ontwer p
Daarnaast worden er overlegorganen gecreëerd op overkoepelend en arrondissementeel niveau en zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot de noodzakelijke gegevensuitwisseling tussen de federale overheden en de justitiehuizen zodat zij hun opdracht kunnen uitvoeren, zijnde : - de toegang tot het gerechtelijk en administratief dossier - huidige en toekomstige informatiesystemen van de federale overheid Het personeel (KB 13 januari 2015) en de middelen (art. 47/10 en 48/1, §1, 5° BFW) werden overgeheveld op 1 januari 2015. Een specifiek mechanisme in de financieringswet moet zorgen voor een verhoogde dotatie ingeval de opdrachten stijgen (art. 47/10 BFW).3 Ook met betrekking tot het beheer van het elektronisch toezicht samenwerkingsakkoord tussen de verschillende gemeenschappen4 afgesloten.
werd
een
Decreet van 25 april 2014 houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 17 december 2013 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap met betrekking tot de uitoefening van de opdrachten van de justitiehuizen, B.S. 23 mei 2014. 3 Vanaf het begrotingsjaar 2019 en vervolgens elke drie jaar berekent het Rekenhof per gemeenschap de evolutie over de laatste drie voorbije jaren van het aantal opdrachten in uitvoering van de federale wetgeving. Indien die evolutie hoger is dan de toename van de dotatie berekend overeenkomstig het tweede lid over dezelfde periode, wordt, voor de vaststelling van het bedrag van de aan de gemeenschap toe te kennen dotatie voor het volgende begrotingsjaar en voor elk van de daarop volgende begrotingsjaren, rekening gehouden met de hogere stijging van het aantal opdrachten gedurende die voorbije drie laatste jaren. 2
4
VR 2015 0304 DOC 0324-1 tot 4 Pagina 2 van 9
1.2. Vlaams Regeerakkoord 2014-2019 In het Vlaams Regeerakkoord zijn de beleidslijnen met betrekking tot de justitiehuizen en de eerstelijns juridische bijstand opgenomen. Het spreekt voor zich dat deze in het verdere traject de richtinggevend zijn voor het uittekenen van een Vlaams decreet.
“Met de 6de staatshervorming worden de bevoegdheden van de Justitiehuizen overgeheveld naar de gemeenschappen. Het werk van de justitieassistenten kent talrijke raakvlakken met de hulpen dienstverlening aan daders en slachtoffers van misdrijven en de eerstelijnshulpverlening. We klaren de kerntaken en de rol van de justitiehuizen ten aanzien van de burgers, organisaties en justitiële actoren uit. De uitvoering van deze opdrachten vergt een nauwe samenwerking tussen de gemeenschappen en de federale overheid, waarvan de principes en modaliteiten werden vastgelegd in meerdere samenwerkingsakkoorden. We werken binnen een gestructureerd en gestroomlijnd kader aan een nauw overleg tussen de Vlaamse overheid, alle justitiële actoren waaronder zowel de zetelende als de staande magistratuur en de gezondheids- en welzijnsactoren, zowel op lokaal als regionaal niveau om justitiële beleidslijnen en acties af te stemmen het gezondheids- en welzijnsbeleid” Dit impliceert onder andere de volgende zaken: -
we houden een kerntakendebat en maken werk van de verdere positionering van de justitiehuizen; de samenwerking tussen de justitiehuizen met de gezondheidszorg en het welzijnsbeleid wordt verder afgestemd en versterkt; we installeren een structureel en gestroomlijnd overleg met de justitiële actoren, zowel de zetelende als de staande magistratuur. ontwer p
De eerstelijns juridische bijstand wordt in eerste instantie gecontinueerd en verder onderzocht of een reorganisatie mogelijk is. 1.3. Beleidsnota Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 2014-2019 In de Beleidsnota Welzijn, Volksgezondheid en Gezin wordt een justitieel luik toegevoegd aan het welzijns, gezondheids- en gezinsbeleid in een afzonderlijke doelstelling (4). Hiermee benadrukken we het maatschappelijk belang van het samenspel tussen justitie en hulpverlening.
‘We bouwen de Vlaamse bevoegdheden inzake justitiehuizen zo uit dat we geloofwaardig zijn in de uitvoering van straffen en maatregelen en sterk in de gepaste omkadering van daders en slachtoffers. Werk maken van een Vlaams decreet justitiehuizen We klaren de kerntaken en de rol van de justitiehuizen ten aanzien van de burgers, organisaties en justitiële actoren uit. De uitvoering van deze opdrachten vergt een nauwe samenwerking tussen de gemeenschappen en federale overheid, waarvan de principes en modaliteiten werden vastgelegd in meerdere samenwerkingsakkoorden. In dit kader organiseren we een grondige gedachtewisseling met al onze stakeholders over de principes en doelstellingen die ons moeten leiden bij de uitvoering van straffen en maatregelen en bij de omkadering van slachtoffers en daders. Hierbij is het essentieel dat we komen tot een goede afstemming tussen de justitiehuizen en de politiediensten en justitiële actoren voor wat Pagina 3 van 9
betreft de opvolging van, het toezicht op en de begeleiding van de justitiabelen. We vertrekken daarbij van de verworvenheden van de justitiehuizen, van de dienst voor elektronisch toezicht en van de betoelaagde programma’s. De resultaten verwerken we in een decretaal kader. Hierin expliciteren we onze visie, missie, doelen en de strategieën om ze te verwezenlijken en leggen we de basis voor strategische actieplanning, kwaliteitsbeleid, subsidiebeleid, gegevensdeling, beleidsdomein overschrijdende samenwerking, overleg en samenwerking met de gerechtelijke en penitentiaire overheden, rechtspositieregeling van de justitiabelen die in aanraking komen met de justitiehuizen en de maatschappelijke positionering van de justitiehuizen. In dit decreet verankeren we ook de specifieke positie die we de justitiehuizen toebedelen als schakel tussen justitie, welzijn en gezondheidszorg. We stemmen dit decreet ook af met de hervormingen in het kader van de justitiële benadering van jongeren en jongvolwassenen, zoals het Vlaams decreet jeugdrecht, de werking van de sociale diensten bij de jeugdrechtbank en de begeleiding en opvolging van jeugdige delinquenten.” “We sturen de justitiehuizen zo aan dat ze de structurele schakel vormen voor de dialoog en de afstemming tussen het justitieel- en het welzijnsbeleid. Criminaliteit - te denken valt bijvoorbeeld aan de geweldproblematiek, in elk geval kindermishandeling en intra-familiaal geweld, genitale verminking, seksueel geweld, ouderenmishandeling, eergerelateerd geweld, homofoob en transfoob geweld, stalking en mensenhandel - veroorzaakt immers veel onwelzijn en brengt veel onwelzijn aan het licht. De overheveling van de justitiehuizen naar Vlaanderen biedt talrijke opportuniteiten voor versterkte samenwerking met Vlaamse bevoegdheidsdomeinen zoals wonen, werk, hulp- en dienstverlening, onderwijs, (geestelijke) gezondheidszorg, huisvesting, cultuur, sport, gelijke kansen en welzijn. …. ontwer p
Voortbouwend op de ervaringen met het strategisch plan hulp- en dienstverlening gedetineerden stellen we een Vlaams actieplan op met als centrale doelstelling het verhogen van de toegankelijkheid van het hulpverlenings- en dienstenaanbod voor de niet-gedetineerde justitiabelen in het licht van het recht van eenieder om zich te ontplooien en te participeren aan de samenleving. Deze strategische aanpak ten aanzien van niet-gedetineerde justitiabelen moet uitmonden in sterke(re) samenwerkingsverbanden, snellere toeleiding, betere toegankelijkheid van het reguliere aanbod, verruiming en differentiatie van het aanbod, integrale benadering en meer trajectmatige omkadering en begeleiding van de justitiabelen. Bijzondere aandacht en initiatief zal uitgaan naar de partners – private, openbare, lokale, provinciale, regionale, federale - waarmee de justitiehuizen samenwerken bij de uitvoering van hun opdrachten. Met de overgehevelde subsidie-instrumenten sturen we aan op de uitbouw van een doelgroepspecifiek aanbod ten aanzien van daders en slachtoffers en op vernieuwende methoden van probleembenadering” “In deze context beogen we een respectvolle samenwerking met de federale gerechtelijke en penitentiaire actoren die mee de ‘input’ van de justitiehuizen bepalen. We maken met hen de noodzakelijke structurele en bindende operationele afspraken, in het bijzonder met betrekking tot de beschikbare capaciteit voor een kwaliteitsvolle opdrachtvervulling. We hanteren daartoe in eerste instantie de overlegstructuren – interministeriële conferentie justitiehuizen, overkoepelend overleg en lokaal overleg – zoals voorzien in het Samenwerkingsakkoord van 17 december 2013. We stemmen onze organisatorische en inhoudelijke aanpak af op het gewijzigde gerechtelijk landschap. Op decentraal niveau wordt aansluiting gezocht bij de hervormde gerechtelijke arrondissementen en worden schaalvoordelen nagestreefd.” Pagina 4 van 9
Hieruit leiden we een aantal duidelijke krijtlijnen en keuzes af: - we opteren voor een Vlaamse aanpak met duidelijke accenten, onder meer door de uitklaring van de kerntaken van de justitiehuizen; - we kiezen hierbij voor een grondige en voorafgaande bevraging van de stakeholders; - we investeren in een sterk overleg en structurele afstemming met de federale actoren die de opdrachten bepalen van de justitiehuizen; - we beogen een versterkte samenwerking met Vlaamse bevoegdheidsdomeinen die een belangrijke rol spelen bij de re-integratie van daders en omkadering van slachtoffers; - we geven de Vlaamse justitiehuizen een decretale verankering tijdens deze legislatuur. We verwijzen voor de afstemming met de hervormingen van de justitiële aanpak van jongeren en jongvolwassenen naar de conceptnota “Contouren en plan van aanpak voor een Vlaams beleid inzake een gedifferentieerde aanpak van jeugddelinquentie” zoals goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 20 maart 2015.
2. Principes van een Vlaamse aanpak Het is duidelijk dat we in Vlaanderen eigen accenten leggen in de complementariteit van welzijn, volksgezondheid en gezin en justitie bij de opvolging, het toezicht en de begeleiding van justitiabelen en slachtoffers en de rapportering aan de justitiële instanties. Deze accenten zijn geënt op de expertise en verworvenheden van de justitiehuizen, de dienst voor elektronisch toezicht en de betoelaagde programma’s en vormen bijgevolg de contouren voor de weg naar een Vlaams decreet. ontwer p
2.1. Kerntakendebat De huidige missie van de justitiehuizen staat omschreven in het Activiteitenrapport 2013 van het Directoraat-Generaal Justitiehuizen. De justitiehuizen staan in voor : -
de justitiële begeleiding en het toezicht van daders in opdracht van de gerechtelijke en/of administratieve overheden, gericht op het voorkomen van recidive; het onthaal, het informeren, het bijstaan en doorverwijzen van slachtoffers; het informeren en voorkomend doorverwijzen van burgers die betrokken zijn in een conflict of geconfronteerd worden met een gerechtelijke procedure; het verstrekken van informatie aan de gerechtelijke en/of administratieve overheden in functie van hun besluitvorming; het ondersteunen van een coherent beleid met betrekking alternatieve wijzen van conflicthantering en sanctionering; en steunt zich hierbij op deontologische en methodologische principes.
De overdracht van de justitiehuizen opnieuw hulpverlening. Daarbij samenwerking met de synergiën.
bevoegdheden geeft de kans om de kerntaken en de visie van de te definiëren in het licht van de evoluties binnen justitie en de streven we naar een versterkte en beleidsdomeinoverschrijdende hulp- en dienstverleningsinstanties en naar het bewerkstelligen van
Pagina 5 van 9
In het onthaal van justitiabelen stemmen we af met het brede eerstelijnswelzijnswerk en de Commissies voor Juridische Bijstand, en versterken de samenwerking met de andere sectoren en voorzieningen die eerstelijns juridische bijstand verlenen (bijvoorbeeld, CAW, wetswinkels, huurdersbonden, …) Uitgangspunten: -
organisatorische scheiding tussen rapportering aan justitiële instanties en hulpverlening en een duidelijk kader voor gegevensdeling; organisatorische scheiding tussen verwijzer en aanbieder van hulp- en dienstverlening; expertise bundelen; rationaliseren door duidelijke structuren en taakverdeling; sector en beleidsdomein overschrijdende samenwerking.
2.2. Een efficiënte en geloofwaardige strafuitvoering, daderbegeleiding en slachtofferbegeleiding geënt op wetenschappelijke inzichten en innovatieve praktijken De strafuitvoeringsbevoegdheden van de justitiehuizen en het Vlaams Centrum voor Elektronisch toezicht omvatten bijna alle straffen en maatregelen die niet in de gevangenis worden uitgevoerd. Deze extramurale strafuitvoering betreft onder meer de opvolging, de begeleiding en het toezicht op personen die onder voorwaarden in vrijheid worden gesteld of die voorwaardelijk worden veroordeeld. Daarnaast zijn de justitiehuizen bevoegd voor de uitvoering van de werkstraf die als hoofdstraf (naast de gevangenisstraf en geldboete) in toenemende mate wordt toegepast. Ook de uitvoering van de vrijheidsstraf onder de modaliteit van het elektronisch toezicht, is sedert de 6de staatshervorming een Vlaamse bevoegdheid. Met de inwerkingtreding van de wet op de autonome probatiestraf5 en de autonome werkstraf6 zal Vlaanderen deze nieuwe autonome straffen, binnen een gedifferentieerd strafuitvoeringsbeleid, uitvoeren. ontwer p
Vlaanderen heeft de ambitie om bij te dragen tot een geloofwaardige strafuitvoering. De strafuitvoering moet ertoe bijdragen dat de kansen en mogelijkheden op re-integratie van de daders worden benut en versterkt en methodieken van een herstel- en slachtoffergerichte dimensie in het kader van de uitvoering van de straf worden aangewend. We vertrekken vanuit een klare en ambitieuze formulering van de doelstellingen bij de uitvoering van straffen en maatregelen , een versterkte omkadering van daders en slachtoffers en een betere aansluiting van het welzijns- en gezondheidsbeleid met het justitieel en het strafuitvoeringsbeleid. Wetenschappelijke inzichten, innoverende initiatieven en kruisbestuiving met werkvormen uit andere sectoren, worden vertaald in moderne methodologische handvatten. Hierin willen we ook het aanbod forensische hulpverlening en het aanbod herstelgerichte en alternatieve afhandelingswijzen een decretaal kader geven en tekenen we een kader uit voor de sector en beleidsdomein overschrijdende samenwerking van de Vlaamse hulp – en dienstverlening die de re-integratie van de niet-gedetineerde justitiabele moet bevorderen. We bewaken en verhogen de toegankelijkheid van het reguliere aanbod hulp- en dienstverlening voor de niet-gedetineerde justitiabelen.
5
Wet van 10 april 2014 tot invoering van de probatie als autonome straf in het Strafwetboek en tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, B.S. 19 juni 2014 6 Wet van 7 februari 2014 tot invoering van het elektronisch toezicht als autonome straf, B.S. 28 februari 2014
Pagina 6 van 9
Wat de slachtoffers betreft, heeft Vlaanderen nu zowel het aspect ‘slachtofferhulp’ (een hulpverleningsopdracht van het algemeen welzijnswerk) als het ‘slachtofferonthaal’ (informatieen bijstandsopdracht van de justitiehuizen) onder haar bevoegdheden. We stemmen deze opdrachten en taken verder op elkaar af, positioneren de rol van de justitiehuizen en versterken de samenwerking met de politionele slachtofferbejegening. 2.3. Uniforme, kwaliteitsvolle werkwijzen en –processen in de nieuwe gerechtelijke arrondissementen en een strategische actieplanning afgestemd met de federale overheden, de staande en de zetelende magistratuur De federale overheid blijft bevoegd de opdrachten te bepalen die de justitiehuizen of de andere diensten van de gemeenschappen die deze overnemen, uitoefenen in het kader van de gerechtelijke procedure of de uitvoering van gerechtelijke beslissingen. De federale hervorming van de gerechtelijke arrondissementen, de splitsing van het parket Brussel, Halle, Vilvoorde en de gerechtelijke hervorming hebben een invloed op de organisatie en de werking van de justitiehuizen. Binnen Vlaanderen streven we naar uniforme en kwaliteitsvolle werkwijzen en –processen in alle nieuwe gerechtelijke arrondissementen. Dit vraagt een structureel overleg met de opdrachtgevende overheden over de verwerkingscapaciteit van de justitiehuizen en meer in het algemeen over alle vragen en problemen die rijzen bij de opdrachtvervulling van de justitiehuizen. In dit kader wordt ook verwezen naar de overlegstructuren die werden voorzien in het samenwerkingsakkoord van 17 december 2013, zoals hierboven aangehaald. ontwer p
Daarenboven wordt Vlaanderen door de zesde staatshervorming en het samenwerkingsakkoord van 7 januari 2014 tussen de Federale Staat, de gemeenschappen en de gewesten betreffende het strafrechtelijk beleid en het veiligheidsbeleid vertegenwoordigd door de minister-president in het College van procureurs-generaal en de deelname van Vlaamse ambtenaren aan de expertisenetwerken van het College. Vlaanderen kan daarenboven een bijdrage leveren in de Kadernota Integrale Veiligheid en het Nationaal Veiligheidsplan. In dit kader wordt verwezen naar de conceptnota inzake de operationalisering van het Vlaams strafrechtelijk vervolgingsbeleid, de vertegenwoordiging van Vlaanderen in het College van procureursgeneraal, de kadernota integrale veiligheid en het nationaal veiligheidsplan, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 13 februari 2015. Voor wat betreft het overleg met de zetelende magistratuur biedt de oprichting het College van de Hoven en Rechtbanken een opportuniteit van overleg ten aanzien van het Vlaams beleid inzake de opdrachten van de justitiehuizen en ten aanzien van de raakpunten met andere Vlaamse bevoegdheden van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezond en Gezin. 2.4. De relatie met de gerechtelijke en penitentiaire overheden en de verankering van de sleutelpositie van de justitiehuizen In de praktijk of voortvloeiende uit verschillende samenwerkingsakkoorden werden in de loop van de tijd diverse overlegplatforms gecreëerd tussen vertegenwoordigers van actoren uit het Vlaams welzijns- en gezondheidsbeleid en justitiële actoren. Elk van de vermelde overlegplatforms hebben een eigen doelstelling en beantwoorden aan een concrete behoefte in
Pagina 7 van 9
de beleids- en praktijkontwikkeling m.b.t. het specifiek behandelde thema, zoals slachtofferhulp, intra-familiaal geweld, kindermishandeling, jeugdrecht, …. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen de overlegplatforms die bedoeld zijn om lokale, regionale of landelijke samenwerking te ondersteunen en platforms die vooral op beleids- of op praktijkontwikkelingen betrekking hebben. We streven naar een meer gecoördineerde en gestructureerde aanpak van het overleg op bovenlokaal beleidsniveau en naar het verwerven van het overzicht op alle evoluties en knelpunten. 2.5. Gegevensdeling tussen hulpverlening, justitiehuizen, justitiële en politionele actoren. We maken duidelijke afspraken rond de gegevensdeling tussen de verschillende actoren die betrokken zijn bij de opdrachten van de justitiehuizen, zowel tussen de hulp- en dienstverlening ten aanzien van de justitieassistenten, als de justitieassistenten ten aanzien van haar opdrachtgevers. 2.6. De rechtspositieregeling ten aanzien van de justitiabelen. De rechtspositie van de niet-gedetineerden justitiabelen die door de justitiehuizen of het Vlaams Centrum voor Elektronisch toezicht worden opgevolgd, begeleid of onder toezicht staan wordt bepaald rekening houdende met de bevoegdheidsverdeling en internationale en Europese standaarden en regelgeving.
ontwer p
3. Traject en aanpak naar een decreet justitiehuizen In de aanloop naar het decreet justitiehuizen organiseren we een kerntakendebat met alle betrokken stakeholders vanuit een streefdoel naar een meer efficiënte, geactualiseerde en afgestemde uitoefening van de nieuwe bevoegdheden waarin de justitiabele centraal staat. We organiseren hiervoor in het najaar van 2015 een Vlaamse conferentie justitiehuizen waarin alle stakeholders worden betrokken. De minimaal te betrekken stakeholders worden als volgt gedefinieerd: -
-
-
gerechtelijke overheden : het openbaar ministerie (o.a. via het College van Procureursgeneraal of de expertisenetwerken), de onderzoeksrechters of onderzoeksgerechten, de zetelende magistratuur (o.a. via het nieuwe College van de Hoven en Rechtbanken zoals voorzien in art. 181 Ger W.), de probatiecommissies, de commissies ter bescherming van de maatschappij en de strafuitvoeringsrechtbanken; administratieve overheden : de betrokken Vlaamse agentschappen en Federale entiteiten, in het bijzonder FOD Justitie en de politie en FOD Volksgezondheid; diverse samenwerkingspartners van de justitiehuizen zoals de verschillende organisaties uit de welzijns- en gezondheidssector, de lokale besturen, de gesubsidieerde partners in het kader van de alternatieve gerechtelijke maatregelen en de bemiddelingsdiensten; de burgers (slachtoffers, daders, rechtzoekenden); advocatuur; de Commissies voor Juridische Bijstand; wetenschappers en academici.
Pagina 8 van 9
De Vlaamse conferentie justitiehuizen zal vertrekken vanuit een analyse van de bestaande situatie en de thema’s aangeven die minimaal opgenomen moeten worden in een Vlaams decreet justitiehuizen en hieromtrent aanbevelingen formuleren.
4. Voorstel van beslissing De Vlaamse Regering hecht haar goedkeuring aan de conceptnota, die geen enkel financieel of budgettair engagement inhoudt.
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
Jo VANDEURZEN
ontwer p
Pagina 9 van 9