Concept Actualisering begroting 2013 GR Drechtsteden
Versie d.d. 13 november 2012
2
INHOUDSOPGAVE
5
1
Inleiding
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
Programma's Bureau Drechtsteden Bestuur en staf Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Algemene dekkingsmiddelen
7 10 14 17 20 25 29 31
3. 3.1 3.2
Bedrijfsvoering Personeelsoverzichten Risico´s
32 33
4 4.1 4.2 4.3
Financiële begroting Recapitulatie programmabegroting Begrotingswijzigingen Overzicht reserves
34 35 35
Bijlage: Bijdragen per gemeente Bijlage: Vergelijking bijdragen per gemeenten tussen de primaire begroting 2013 en de geactualiseerde begroting 2013
3
36 37
4
1.
INLEIDING
De primaire begroting 2013 is in juli 2012 door de Drechtraad vastgesteld. Conform de financiële kaders wordt de begroting geactualiseerd aan het eind van het jaar. De actualisering betreft onder andere de volgende onderwerpen: - inhoudelijke ontwikkelingen, inclusief financiële consequenties van nieuw en gewijzigd beleid; - actualisering van middelen vanuit Rijksbudgetten; - actualisering van de kostenindexering; - structurele doorwerking van de rekeningresultaten 2011 en de bestuursrapportages van 2012. Bij de inhoudelijke toelichting bij de individuele begrotingsprogramma’s wordt vooral ingegaan op ontwikkelingen sinds de opstelling van de primaire begroting. Financiële uitkomsten Samenvattend ontstaat het volgende financiële beeld per GRD-onderdeel, in vergelijking met de primaire begroting. Algemeen - Sinds 2009 volgt de GRD de systematiek om kostenbudgetten en gemeentelijke bijdragen jaarlijks aan te passen aan de reële kostenstijgingen, volgens de ramingen van het Centraal PlanBureau. In 2012 is de indexering achterwege gelaten. Ook bij de primaire begroting 2013 is besloten niet te indexeren. Voorgesteld wordt om de indexering voor 2013 nu helemaal achterwege te laten. Wel is de GRD (net als de gemeenten) geconfronteerd met een loonkostenstijging door de nieuwe CAO, en met hogere werkgeverslasten, onder andere een hogere pensioenpremie. Getracht is en wordt om deze loonkostenstijging op te vangen binnen de GRD-begroting. Bij Bureau Drechtsteden, Ingenieursbureau, GemeenteBelastingen en Onderzoekcentrum wordt daarom nu geen budgetverhoging voorgesteld. Als gevolg van de reorganisaties bij de Sociale Dienst en het Servicecentrum is daar geen financiële ruimte meer om de CAO-verhoging binnen de bestaande budgetten op te vangen. Voorgesteld wordt daarom om bij SDD en SCD de verhoging van de CAO-lonen met 2% wel te verwerken in de budgetten en gemeentelijke bijdragen Bureau Drechtsteden: Het budget voor de realisatie van de WMO regiegroep loopt via Bureau Drechtsteden en is nu aan de begroting toegevoegd. Bestuur en staf: - Een innovatiebudget van € 250.000 is opgenomen. De GRD heeft momenteel zo'n budget niet waardoor het niet goed mogelijk is te komen tot de noodzakelijke doorontwikkeling, vernieuwing, verdere professionalisering, proces- en kwaliteitsverbetering, efficiencyverbetering etc. Het budget is bedoeld voor kansrijke trajecten die op basis van een businesscase een duidelijk “winst” moeten genereren. Het budget krijgt daarmee het karakter van een revolving fund. Sociale Dienst Drechtsteden: - De SDD heeft als doelstelling het aantal mensen dat een bijstandsuitkering krijgt in 2013 verder te verlagen. Samen met een hogere verwachte Rijkssubsidies komt het begrote overschot op de inkomensondersteuning op € 12,5 miljoen. Uiteraard zijn hier aanzienlijke onzekerheden aan verbonden. Het begrote overschot wordt daarom vooralsnog aan de reserves toegevoegd. - De begrote kosten voor de WMO hulpmiddelen zijn € 1,0 miljoen lager dan bij de primaire begroting. Dit is het gevolg van de in 2011 bedongen lagere prijzen en een daling van het aantal aanvragen. - De apparaatslasten stijgen met € 1,4 miljoen, onder andere door: o de verhoging van de CAO-lonen € 410.000; o minder overheadkosten € 100.000; o de formatie-uitbreiding met 2 fte voor budgetadvies en schuldbemiddeling € 150.000; o frictiekosten bovenformatieven € 725.000 (wordt onttrokken aan de in 2012 gevormde voorziening); o tijdelijk personeel in verband met de omzetting van de indicatie Hulp bij de huishouding naar Huishoudelijke ondersteuning € 350.000.
5
Ingenieursbureau Drechtsteden: - Geen bijzonderheden. Servicecentrum Drechtsteden: - Ten opzichte van de primaire begroting stijgen de lasten met € 1,2 miljoen. Dit is de doorwerking van de prognose uit de 2e burap 2012: o Verhoging van de CAO lonen € 482.000; o Inkoop Nieuwe Stijl € 270.000; o Extra kosten beheer oude ICT-systemen (legacy) € 125.000. o Hogere kapitaallasten licenties en nazorg GRID € 230.000, betreft de kapitaallasten uit de kredieten die zijn gevraagd bij de 2e burap 2012; o Implementatie Cognos € 120.000, conform besluitvorming bij de 1e burap 2012. GemeenteBelastingen Drechtsteden: - Geen bijzonderheden. Onderzoekcentrum Drechtsteden - Geen bijzonderheden. Taakstellingen De bezuinigingstaakstelling voor 2013 is € 4,5 miljoen. De taakstelling loopt de komende jaren verder op, en moet leiden tot een daling van de gemeentelijke bijdrage met 10% in 2015. De verdeling over de GRD-dochters is als volgt. Dochter BDS SDD IBD SCD GBD OCD Totaal
2011 300 757 290 302 251 100 2.000
2012 400 1.089 312 1.043 516 140 3.500
2013 400 1.543 346 1.554 516 140 4.500
2014 400 1.992 446 2.006 516 140 5.500
2015 400 2.216 496 2.231 516 140 6.000
De taakstellingen voor 2013 waren reeds geheel verwerkt in de primaire begroting, als daling van de kosten bij de begrotingsprogramma’s, en een bijbehorende daling van de gemeentelijke bijdragen. Bij de actualisering wijzigt dat niet. Gewerkt wordt aan verdere mogelijkheden kosten te besparen. Zo wordt met Inkoop Nieuwe Stijl een omvangrijke bezuiniging mogelijk. Die zal voor een groot deel direct in de begrotingen van de gemeenten neerslaan. Frictiekosten boventalligen Ook in 2013 zijn er bij de Sociale Dienst en het Servicecentrum frictiekosten voor medewerkers die boventallig worden en waarvan de loonkosten blijven doorlopen. In totaal worden de frictiekosten over de periode 2012 tot en met 2015 geraamd op € 6,5 miljoen. In 2012 zijn en worden acties in gang gezet deze frictiekosten te beperken zoals het inrichten van een uitstroomorganisatie en het maken van een strategische personeelsplanning. Met gemeenten worden stappen gezet deze aanpak voor het gehele netwerk te gaan volgen. Frictiekosten zijn zo hoog en hardnekkig door het bestaande Sociaal Plan. Met de bonden wordt daarom overlegd over een nieuw Sociaal Plan. Bij de Sociale Dienst wordt in 2012 de voorziening aangevuld om de frictiekosten, ook die voor 2013, op te vangen. Het Servicecentrum heeft echter geen enkele financiële ruimte voor het opvangen van zijn frictiekosten, die voor 2013 worden geschat op € 1,0 miljoen. Indien frictiekosten niet kunnen worden teruggedrongen leidt dit tot een daling van de netto bezuinigingen. De besparing is echter al volledig ingeboekt, waardoor de frictiekosten tot een nadeel voor de gemeenten zullen leiden.
6
2.
PROGRAMMA’S
2.1
Bureau Drechtsteden
Inleiding 2013 is het laatste volledige jaar van deze bestuursperiode. Voor deze periode kiezen wij op basis van ons in december 2010 vastgestelde regionaal MeerJarenProgramma (rMJP) voor economie, arbeidsmarkt/kennisinfrastructuur en woonklimaat als prioriteiten. Genoemd rMJP is onze beleidsagenda. Op basis van de tussentijdse bijstelling van het rMJP in 2012 is deze beleidsagenda voor 2013 uitgewerkt tot een concrete investeringsagenda. De provincie Zuid-Holland zal ook in 2013 onze belangrijkste bestuurlijke partner blijven. Ondanks de komst van de Metropoolregio is de verwachting dat nog steeds in verschillende allianties samengewerkt wordt: in Noord-Zuid richting (onder andere Zuidvleugel, DelTri, Vlaams-Nederlandse Delta, West Brabant) en Oost-West richting (Zuid-Holland Zuid). De beleids- en investeringsagenda en de allianties zijn allen gericht op behoud en versterking van onze positie en ons klaar maken voor het aantrekken van de economie. In 2012 zijn met de provincie Zuid-Holland concrete afspraken gemaakt op basis waarvan gezamenlijk wordt opgetrokken op een viertal belangrijke thema’s. Deze thema’s zullen in 2013 verder worden uitgewerkt. De samenwerking tussen de Drechtstedengemeenten is in 2012 verder invulling gegeven middels verschillende zogeheten proeftuinen die voor verschillende onderwerpen gezocht hebben maar effectieve en efficiënte samenwerkingsmodellen. Voor Bureau Drechtsteden is vooral de proeftuin Beleid van belang, daar worden immers de opdrachten uit het rMJPwerkprogramma belegd. Voor 2013 is het streven van Bureau Drechtsteden vooral het programmeren van de uitwerking van het rMJP binnen de proeftuin een grotere rol te geven. Budget Ook in 2013 zullen de financiële gevolgen van de crisis zich nog duidelijk laten gelden. Dat geldt vanzelfsprekend ook voor Bureau Drechtsteden. Zo is in de begroting de geldende bezuinigingstaakstelling van € 400.000 opgenomen. Daarnaast is 2013 het eerste jaar waarin de reeds jaren gebruikelijke onttrekking van € 200.000 uit de BLS-reserve niet meer mogelijk is in verband met onvoldoende reserves. Met het vervallen van deze bijna structureel ingezette incidentele dekking is rekening gehouden bij de financiële inzet in het kader van de herpositionering van Bureau Drechtsteden in 2012, waardoor het wegvallen van de onttrekking kan worden opgevangen door structureel een kleinere personeelsomvang aan te houden.
Bedrijfsvoering In 2011 is stevig ingezet op het handhaven van een strakkere begrotingsdiscipline binnen Bureau Drechtsteden. Deze lijn is doorgezet in 2012 en zal vanzelfsprekend ook voor 2013 gelden. Dit betekent wel dat het af en toe lastiger wordt om snel in te springen op van buitenaf komende ontwikkelingen. Desondanks zullen er in 2013 geen nieuwe ongedekte activiteiten meer worden aangevangen. Daarnaast zal in 2013 de financiële discipline van verschillende reserves/fondsen steviger worden aangetrokken.
7
Programmaverantwoording Wat willen we bereiken? Rond de zomer van 2012 is door de Drechtraad gedebatteerd over het te actualiseren rMJP aan de hand van de zogeheten Tussenbalans. Daarbij is vastgesteld dat in deze tijden van crisis de concurrentiepositie en het vestigingsklimaat van de Drechtsteden gebaat zijn bij een consistent en robuust overheidsbeleid. De focus die in deze debatten is aangebracht, behoud en versterking van de economische ontwikkelingskracht en waarborgen en verbeteren van de leefomgevingskwaliteit zijn het kader voor deze actualisatie. Het huidige rMJP heeft koers gezet en deze koers blijft het uitgangspunt. Dit betekent dat we blijven werken vanuit het streefbeeld “Samen Stad aan het Water”. De pieken Water, Landschap en Binnenstad, bepalen onverminderd de focus in het bestaande beleid en zijn de basis van waaruit we de kwaliteitssprong willen maken. Het fundament vraagt blijvende aandacht, want moet op orde zijn om in de pieken te excelleren. De prioriteiten blijven ook de komende periode liggen bij economie, arbeidsmarkt en woonklimaat. Om binnen die prioriteiten het juiste te doen, stemmen we de activiteiten van de komende jaren af op de veranderende samenleving. Nog meer dan we al hebben gedaan realiseren we ons dat onze activiteiten gericht moeten zijn op het aantrekken van mensen, bedrijven en investeringen door een aantrekkelijke woon- en leefomgeving te bieden. Onze koers die het fundament op orde brengt en de pieken versterkt is daarvoor het geschikte kader waar we het over eens zijn. Drie elementen zijn bepalend voor de invulling van de activiteiten die we de komende jaren regionaal moeten oppakken om de aantrekkelijkheid van de Drechtsteden te vergroten. Ten eerste is dat de realisatie dat onze regionaal beschikbare middelen alleen als we ze gericht inzetten het verschil kunnen maken. Dat doen ze door investeringen van anderen los te maken en deze te richten. Ten tweede realiseren we ons dat onze afzonderlijke activiteiten meer dan ooit afgestemd en gefocust moeten worden om elkaar te versterken in plaats van afbreuk aan elkaar te doen. En ten derde, we hebben een veel beter bewustzijn gekregen op wat het juiste schaalniveau is voor het oppakken van onderwerpen. We organiseren ambities daar waar ze het meest efficiënt en effectief zijn. In de bespreking van de tussenbalans door de Drechtraad is focus aangebracht in de thema’s die de komende jaren van belang zijn om de aantrekkelijkheid van de Drechtsteden te vergroten. Focus betekent in het geval van het rMJP dat we de juiste dingen willen doen (en dat betekent kiezen want sommige activiteiten doen we niet meer), en het betekent ook dat we alle activiteiten gaan focussen op het leveren van de gewenste bijdrage aan onze doelen. In dat kader zijn de door de Drechtraad gestelde prioriteiten samengebracht onder vier samenhangende focuspunten, namelijk: - Maritieme en logistieke topregio, met als doel het versterken van economische activiteiten door investeringen van het bedrijfsleven te faciliteren en te versterken. - Aantrekkelijk woonklimaat, gericht op versterking van de kwaliteit en aantrekkelijkheid van de leefomgeving. - Sociaal sterk, werken we aan versterken van de werkgelegenheid door met focus op vergroten van de veiligheid en zelfredzaamheid en het voorkomen dan wel opvangen van achterstandsgroepen. - Bestuurlijk, ter versterking van de realisatiekracht van de Drechtsteden in de inhoudelijke strategische agenda is de inzet gericht op de doorontwikkeling van de Drechtstedensamenwerking. Wat gaan wij daarvoor doen? Om deze ambities te kunnen realiseren wordt het regionaal werkprogramma 2013 opgesteld. Hierin wordt concreet opgenomen per project of activiteit wat wij gaan doen. Op dit moment is het werkprogramma 2013 in voorbereiding. Gestreefd wordt om dit gezamenlijk met het regionaal meerjarenprogramma en de begroting 2013 vast te stellen in de Drechtraad van december.
8
Hoe gaan we dit meten? Samen met het Onderzoekcentrum Drechtsteden wordt gekeken naar goede monitoren om de resultaten van het regionaal meerjarenprogramma te kunnen meten. Wat gaat het kosten (bedragen x € 1.000)? Geactualiseerde begroting
Primaire begroting Lasten Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Resultaat na bestemming
Baten
B.
A. B.
Lasten
Baten
Saldo
Lasten Baten Saldo
4.150
3.767
-383
4.195
3.812
-383
45
45
0
127
510
383
127
510
383
0
0
0
4.277
4.277
0
4.322
4.322
0
45
45
0
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelich Omschrijving afwijking ting Lasten A.
Saldo
Begrotingswijziging
WMO regiegroep Verschuiving van programma Bestuur en staf Subtotaal Baten WMO regiegroep Verschuiving van programma Bestuur en staf Subtotaal Totaal voor bestemming Resultaatbestemming Totaal na bestemming
I/ S
Voordeel
Nadeel
Sald o
S
25
-25
S
20
-20
S
25
25
S
20
20
45 45 0 45
45 45 0 45
Gemeente Verhoging gemeentelijke bijdrage
Verhoging gemeentelijke bijdrage
0 0 0 0
Toelichting: A. WMO regiegroep In de primaire begroting 2013 is opgenomen dat Bureau Drechtsteden een bijdrage voor de WMOregiegroep bij de zes Drechtstedengemeenten collecteert van € 25.000. Dit bedrag was echter niet in de cijfers verwerkt, zodat het budget niet daadwerkelijk is toegevoegd in de primaire begroting. B. Verschuiving van programma bestuur en staf Als gevolg van de herpositionering van Bureau Drechtsteden in 2012 is er kleine verschuiving van de apparaatslasten naar het programma Bureau Drechtsteden.
9
2.2 Bestuur en Staf Bestuur Wat willen we bereiken? Netwerkbestuur In de evaluatie van de Drechtstedendinsdag uit 2011 is aangegeven dat een meer flexibel regionaal bestuursmodel zou moeten worden georganiseerd om als regio en gemeenten goed gesteld te staan voor de realisatie van de inhoudelijke strategische agenda, en om te kunnen anticiperen op de rijksvisie op de bestuurlijke inrichting van Nederland. Binnen het dossier netwerkbestuur zijn voor 2013 drie prioritaire dossiers te onderscheiden, elk met een eigen positie en ritmiek, maar tegelijkertijd wel ten nauwste aan elkaar verbonden. Toekomst netwerkbestuur In 2011-2012 is in alle gemeenteraden debat gevoerd over het toekomstperspectief Drechtsteden. In die discussies is, in elke gemeente in een eigen proces, gesproken over het netwerkbestuur, het lokale bestuur en de verbindingen daartussen. Om dat gesprek, zowel op lokaal als op regionaal niveau, een vervolg te geven is een verkenning uitgevoerd naar mogelijkheden de kwaliteit van het netwerkbestuur in de Drechtsteden te versterken. Het lokale en regionale debat over deze verkenning moet leiden tot een visie van de Drechtsteden op het netwerkbestuur. Programmatische afstemming In het verlengde van het debat over de toekomst van het netwerkbestuur, en voortkomende uit het regionale debat over de positionering en doorontwikkeling van het project NoordoeversTransformatiezone, is in 2012 gestart met een regionaal en lokaal debat over de principes van samenwerking en afstemming in de strategische dossiers van de Drechtsteden en de Drechtstedengemeenten. Drechtstedendinsdag In 2011 en 2012 zijn, naar aanleiding van de evaluatie van de Drechtstedendinsdag, belangrijke stappen gezet in de opzet en inhoudelijke programmering van de Drechtstedendinsdag. Voortdurende inzet is het regionaal platform voor raadsleden, bestuurders en maatschappelijke partners, gestalte te geven en door te ontwikkelen. Net als in 2012 zal in 2013 inspanning worden geleverd op het van buiten naar binnen werken, en de samenwerking met maatschappelijke partners en andere overheden te versterken. Netwerkorganisatie In 2012 zijn via het proeftuinconcept belangrijke, goede, stappen gezet in de samenwerking van de ambtelijke organisaties. Basis daarin was het respecteren van de eigen profielen en eigen functie van elk van de zes gemeenten in de inhoudelijke gezamenlijke strategische agenda van de Drechtsteden. In 2013 zal worden ingezet op een zodanige inrichting van de ambtelijke organisaties en de intergemeentelijke samenwerking dat de inhoudelijke agenda van de Drechtsteden en de gemeenten optimaal worden ondersteund. Strategische communicatie Eind 2011 heeft de Drechtraad zijn visie op de strategische communicatie vastgesteld. De visie benoemt drie doelen: 1) de kwaliteit van de Drechtsteden als stedelijk gebied op de kaart zetten ten behoeve van de sociaal-economische opgave 2) een bijdrage leveren aan realisering van de beleidsdoelen 3) vanuit de onderliggende waarden en betekenis van de samenwerking invulling geven aan het profiel van de Drechtsteden. Deze visie is vervolgens in 2012 uitgewerkt in een concreet uitvoeringsplan, dat in juni 2012 ter kennis is gebracht van de Drechtraad. Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden In de in 2012 uitgebrachte stukken over het project Noordoevers-Transformatiezone gaf het Drechtstedenbestuur aan graag in interactie met de Drechtraadsleden het toekomstbeeld voor de ROM-D te verkennen. Belangrijk is een verdere bestuurlijke visievorming op de economische uitvoeringskracht van de Drechtsteden en de potentie en ontwikkelrichtingen van de ROM-D als
10
vehikel van de Drechtsteden tussen overheid en markt in. In de tweede helft van 2012 is het debat gestart. In 2013 zal hieruit besluitvorming volgen.
Wat gaan wij daarvoor doen? Product/activiteit/project Netwerkbestuur Toekomst netwerkbestuur
Beoogd resultaat Visie op de toekomst van het netwerkbestuur en het daartoe te nemen pakket aan maatregelen. Waar mogelijk al implementatie van maatregelen of voorbereiding van de implementatie van maatregelen. Besluitvorming voor de zomer 2013 afgerond, maatregelenpakket vastgesteld.
Netwerkbestuur Programmatische afstemming
Vastlegging van de principes van programmatische afstemming binnen de Drechtsteden en afbakening van thema’s lokaal domein en regionaal domein. Besluitvorming in 2013 afgerond.
Netwerkbestuur Drechtstedendinsdag
Permanente monitoring Drechtstedendinsdag aan de hand van de aanbevelingen van de Drechtraad. Begin 2013 oplevering bestuurlijke jaaragenda als sturingsinstrument voor de Drechtraad. Voorstel voor overdrachtsdocument / eindrapportage nav evaluatie Drechtstedendinsdag. Oplevering voorzien zomer 2013, zodat de politieke groeperingen de aanbevelingen uit de eindrapportage mee kunnen wegen in opmaat naar de gemeenteraadsverkiezingen 2014. Voorbereiding procesgang regionale elementen in gemeenteraadsverkiezingen 2014.
Netwerkorganisatie
Duidelijkheid voor alle actoren in het netwerk over taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden en procesgang
Netwerktoezicht
Optimale invulling toezichtsfunctie
Strategische communicatie: Realisatie van het uitvoeringsplan strategische communicatie.
Stimuleren van bestuurlijke kennisuitwisseling, synergie en besluitvorming.
Visie Regionale Ontwikkelingsmaatschappij
Visievorming op de economische uitvoeringskracht van de Drechtsteden en de potentie en ontwikkelrichtingen van de ROM-D als vehikel van de Drechtsteden tussen overheid en markt.
Staf Samen met de gemeenten proberen wij ons werk zo slim mogelijk uit te voeren, tegen zo laag mogelijke kosten. Zodat de middelen die we daarmee voor de gemeenten uitsparen, ingezet kunnen worden voor de leefbaarheid in de wijken, voor veilige wegen of voor goed onderwijs. Vanuit de concernstaf sturen wij op het leveren van een zo groot mogelijke meerwaarde voor onze eigenaren en klanten.
11
Wat willen wij bereiken? De GRD biedt excellente dienstverlening, om de gemeenten te ondersteunen in hun kerntaken en bij het bereiken van hun doelen. Dit doen wij: Met publieke zakelijkheid: we combineren maatschappelijke betrokkenheid en kennis van omgeving en het netwerk, met professionele fermheid, zakelijkheid en doelmatigheid. Met degelijkheid: onze klanten en eigenaren mogen vertrouwen op gedegen producten tegen een acceptabele prijs, met continuïteit in kwaliteit en levering. Met innovatie: we zoeken voor onze klanten continu naar mogelijkheden om producten te verbeteren en kosten te verlagen, om onze doelmatigheid te verhogen. Daarbij zijn we grensverleggend zonder risico’s te vergroten. De GRD-organisatie is sterk in ontwikkeling. Vanuit een pioniersfase zijn we inmiddels gegroeid naar een fase waarin professionaliteit, zakelijkheid en optimale dienstverlening door onze klanten mag worden verwacht. Daartoe zoeken wij binnen de eigen organisatie én in overleg met onze eigenaren/klanten naar mogelijkheden om onze producten te verbeteren, onze processen te stroomlijnen en onze kosten te verlagen. Vanuit onze wens om continu te innoveren zien wij de nodige verbeterpunten. Daarnaast hebben wij een aantal krachtige punten die we nog verder willen benutten. Wat gaan we daarvoor doen? Onze meerwaarde richt zich op het leveren van excellente dienstverlening. De verbeterpunten worden vertaald naar een aantal kernopgaven van het managementteam van de GRD, die de basis zullen vormen voor verdere initiatieven tot verbetering en professionalisering. In de aanpak van de kernopgaven kiest het management voor een overzichtelijke ordening. Om daarmee gericht, vanuit een heldere focus, met concrete acties te werken aan verbetering. De thema’s worden uitgewerkt in een aantal concrete plannen waarin is vastgelegd wat we willen bereiken, wat we gaan doen, hoe we dat gaan doen, wie het gaat doen, wie we daarbij nodig hebben en hoe kosten worden gedekt. Op het moment van opstellen van deze Actualisatie wordt hieraan nog gewerkt. In de eerste bestuursrapportage 2013 zullen wij hier meer concreet over rapporteren. Hoe gaan we dit meten? Op dit moment zijn er geen indicatoren benoemd om de beleidsresultaten van het programma Bestuur en staf meetbaar te maken. Er vindt wel bewaking plaats op de voortgang van de totstandkoming van deze producten. Wat gaat het kosten (bedragen x € 1.000)? Geactualiseerde begroting
Primaire begroting Lasten Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Resultaat na bestemming
Baten
Saldo
Begrotingswijziging
Lasten
Baten
Saldo
Lasten Baten Saldo
2.131
2.131
0
2.381
2.381
0
250
250
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.131
2.131
0
2.381
2.381
0
250
250
0
12
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) ToelichOmschrijving afwijking ting Lasten Ophoging budget A. Drechtstedendinsdag Verschuiving naar B. programma BDS
I/ S S
Innovatiebudget
A.
Subtotaal Baten Ophoging budget Drechtstedendinsdag Verschuiving naar programma BDS
S
Innovatiebudget
S
C.
Nadeel
20
S
C.
B.
Voordeel
20
S 20
250
-250
275
-255 20
20 250
Subtotaal Totaal voor bestemming Resultaatbestemming Totaal na bestemming
275 250 0 250
-20
Gemeente Verhoging gemeentelijke bijdrage
20
20
S
Sald o
Verhoging inwonerbijdrage
-20 250
20 250 0 250
Verhoging gemeentelijke bijdrage
Verhoging inwonerbijdrage
255 0 0 0
Toelichting: A. Hogere organisatiekosten Drechtstedendinsdagen Bij de evaluatie van de Drechtstedendinsdag is afgesproken dat voor 2012 een norm gehanteerd wordt voor de organisatiekosten van € 5.000 per Drechtstedendinsdag. Het beschikbare budget voor 2013 is € 50.000, berekend op 10 bijeenkomsten. In de eerste Burap 2012 is uitgelegd dat deze norm van €5.000 per Drechtstedendinsdag te krap is voor de wijze waarop de Drechtstedendinsdag wordt georganiseerd. In de Drechtraad van juli is een motie aangenomen, waarin besloten is om de norm (en dus het budget) te verhogen van € 5.000 naar € 7.000 per Drechtstedendinsdag. Deze verhoging zal via de Algemene inwonerbijdrage opgehaald worden bij de gemeenten. B. Verschuiving naar programma BDS Als gevolg van de herpositionering van Bureau Drechtsteden in 2012 is er kleine verschuiving van de apparaatslasten naar het programma Bureau Drechtsteden. C. Innovatiebudget Onderdeel van het voorstel over de nieuwe verrekensystematiek van het SCD is de noodzaak van een ontwikkelbudget. De GRD heeft momenteel zo'n budget niet waardoor het niet goed mogelijk is te komen tot de noodzakelijke doorontwikkeling, vernieuwing, verdere professionalisering, proces- en kwaliteitsverbetering, efficiencyverbetering etc. Voorwaarde voor financiering uit dit budget is dat een concrete businesscase wordt opgesteld voor een innovatie met besparingspotentieel. Verantwoording van de bestedingen uit dit budget vindt plaats in het kader van de reguliere P&C documenten.
13
2.3 Sociale Dienst Drechtsteden 0B0B 0B0B
Toelichting “Sterk door werk” vormt het centrale thema van de bijdrage van de Sociale Dienst Drechtsteden aan de begroting van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Hiermee geven we aan dat we zelf een krachtige speler willen zijn en dat we erin geloven dat onze klanten door werk in hun kracht zullen staan. Wij hanteren onverminderd als uitgangspunt dat mensen zelfstandig willen zijn en dus zoveel mogelijk zelf de regie willen voeren op hun eigen bestaan. Het hebben van werk is in onze ogen het belangrijkste middel om die zelfstandigheid te bevorderen. Wie geen baan heeft en hulp nodig heeft bij het vinden daarvan, ondersteunen wij in de zoektocht naar werk. Zo nodig geven we dan tijdelijk inkomensondersteuning. Maar óók van diegenen die (tijdelijk) niet in staat zijn zelf in hun levensonderhoud te voorzien mogen we een prestatie verwachten. Uitgangspunt daarbij is dat we van iemand die een beroep doet op de solidariteit van de samenleving iets mogen terug verwachten. Ondanks de nu oplopende werkloosheid als gevolg van de crisis gaan wij er ook in 2013 van uit dat er in de toekomst behoefte zal zijn aan een maximale productiviteit van de beroepsbevolking. Door de toenemende “vergrijzing en ontgroening” zal op termijn de vraag het aanbod gaan overstijgen. We blijven dan ook onverminderd inzetten op werk. Daarbij wordt de eigen verantwoordelijkheid van de klant en zijn omgeving maximaal aangesproken. Dit laatste is ook van toepassing op de schuldhulpverlening en op de zorgvoorzieningen die wij leveren in het kader van de Wmo. Ondersteunend daarbij zijn het regionale programma arbeidsmarktbeleid en het lokale en regionale Wmo beleid, waarbij wij ook zijn betrokken. Ook bij het aanbieden van zorgvoorzieningen in het kader van de Wmo helpen we mensen zo veel mogelijk gebruik te maken van de eigen kracht en het eigen netwerk. In 2013 wordt voor de huishoudelijke ondersteuning het innovatieve principe van resultaatfinanciering ingevoerd. Als gevolg van de val van het kabinet heeft de landelijke politieke besluitvorming vertraging opgelopen. We schrijven deze begroting net vóór de verkiezingen en weten niet wanneer het nieuwe kabinet gevormd zal zijn. Momenteel is ongewis wat de toekomst ons brengt. Vooral de stagnatie die is ontstaan als gevolg van het controversieel verklaren van de Wet werken naar vermogen en de hervormingen binnen de AWBZ zorgt voor onduidelijkheid over de te volgen koers. Vooralsnog blijven we doorgaan op de ingeslagen weg: de nadruk zal liggen op de bemiddeling naar regulier werk en het voorkomen van instroom. Dit alles tegen zo laag mogelijke kosten. Ons aanbod blijft gericht op het versterken van de zelfstandigheid en de eigen mogelijkheden van onze klanten in hun zoektocht naar werk. Het bestaat uit re-integratie- activiteiten, inburgering, inkomensondersteuning, schuldhulpverlening en zorgvoorzieningen. In de geest van de Wet werken naar vermogen zullen we, vooruitlopend op mogelijk verdere ontwikkelingen daarin na de verkiezingen, binnen de huidige regelgeving een variant van loondispensatie gaan ontwikkelen en inzetten. Voor de financiering wordt gedacht in lijn met een revolving fund vanuit overschotten uit voorgaande jaren. We streven er naar om samen met maatschappelijke partners op een zo effectief en efficiënt mogelijke manier ondersteuning te bieden. We blijven in dat licht ook in 2013 samenwerkingsverbanden aangaan en vernieuwen. Nadrukkelijk betrekken we ook de platforms voor cliëntenparticipatie bij ons werk. In 2013 zullen we initiatief nemen om voor die klanten die in dusdanige problematische situaties verkeren dat ze meer steun vragen dan we vanuit ons werkveld kunnen leveren, een samenwerkingsverband met partners op te zetten waarnaar klanten direct, wellicht zelfs fysiek ter plekke, verwezen kunnen worden. Alhoewel de daadwerkelijke begeleiding van die klanten veelal op andere vlakken dan onze dienstverlening liggen zullen wij dit platform vooral faciliteren in coördinatie, ondersteuning en faciliteiten. De voorwaarden waaronder onze ambities gerealiseerd moeten worden blijven uitdagend. Het Rijk heeft immers al fors gesneden in de budgetten voor participatie en zorg. Naast deze ingrepen op de rijksbudgetten moeten wij net als voorgaande jaren een aandeel leveren in taakstelling die aan de gemeenschappelijke regeling is opgelegd en is er nog sprake van frictiekosten uit eerdere bezuinigingen. Onze inspanningen zullen zich ook in 2013 er op richten om binnen de gestelde budgetten te blijven. Daar waar nodig, zullen wij u bijstelling van beleid voorleggen.
14
Wat willen wij bereiken?
1.
Het aantal mensen dat eind 2013 een bijstandsuitkering ontvangt is 200 lager dan op 31 december 2012.
2.
Daarnaast willen we 500 mensen met een beperkte loonwaarde laat werken naar vermogen, wat resulteert in een netto besparing van 250 uitkeringen.
* De doelstelling van 200 is een realistische ambitie gezien de huidige marktontwikkeling, de ervaring van recent jaar en is hierdoor lager dan de doelstelling in de begroting van 2012 maar minstens zo ambitieus. Wat gaat het kosten (bedragen x € 1.000) ? Primaire begroting
Geactualiseerde begroting
Begrotingswijziging
Programma Lasten
Baten
Participatie
22.372
22.372
WSW
34.270
Kinderopvang InkomensOndersteuning Minimabeleid WMO Budgetadvies en Schuldbemiddeling Totaal
Lasten
Baten
0
25.850
25.850
34.270
0
34.270
988
988
0
660
76.110
76.110
0
80.960
8.435
8.435
0
8.310
43.379
43.379
0
43.100
3.595
3.595
0
3.070
189.149 189.149
Saldo
Saldo
Saldo
Effect Gemeen -ten
Lasten
Baten
0
3.478
3.478
0
-380
34.270
0
0
0
0
0
660
0
-328
-328
0
0
80.960
0
4.850
4.850
0
-560
8.310
0
-125
-125
0
-180
43.100
0
-279
-279
0
610
3.070
0
-525
-525
0
545
0 196.220 196.220
0
7.071
7.071
0
375
Participatiebudget Het saldo van de baten zijn ten opzichte van de basisbegroting opwaarts bijgesteld doordat de geraamde reserveringsregeling wordt geschat op € 4,1 miljoen (was 0) en een lagere inschatting van het Rijksbudget met € 1,2 miljoen. De geprognosticeerde lasten zijn gelijk gesteld aan de baten. Wsw De begroting 2013 wordt conform het definitieve budget 2012 vastgesteld. De begroting 2013 zal bij de 1e burap 2013 conform het budget 2013 worden aangepast. Kinderopvang Naar verwachting zullen de lasten, als gevolg van de inwerkingtreding van de gewijzigde Wet kinderopvang en het herziene beleid hierop, lager zijn. Dit heeft tot gevolg dat het budget met € 346.000 wordt verlaagd. Inkomensondersteuning Ten opzichte van de primaire begroting is de verwachting voor 2013 € 8,4 miljoen minder uitkeringslasten te realiseren. Alhoewel er geen financiële urgentie is, en de economische situatie onverminderd slecht, hebben we toch een doelstelling opgenomen om een bestandsdaling van 200 klanten eind 2013 ten opzichte van 1 januari 2013 te realiseren. Deze ambitie ligt in lijn met de huidige financiële en economische context, en de bestandsontwikkelingen in 2013 is lager dan de doelstellingen van 350 in 2011 en 2012. Daarnaast hebben we ons ten doel gesteld in 2013 500 klanten met een te ontwikkelen variant op loondispensatie naar werk te leiden. Daarbij gaan we uit van gemiddeld 50% loonwaarde en daarmee per saldo een evengrote besparing op de uitkeringen.
15
Op basis van deze doelstellingen zijn de geprognosticeerde lasten voor het jaar 2013 € 8,4 miljoen lager ten opzichte van de primaire begroting. De baten zijn ten opzichte van de primaire begroting met € 4,1 miljoen opwaarts bijgesteld. Dit resulteert in een geprognosticeerd overschot van € 12,5 miljoen. Bij het programma inkomensondersteuning is het overschot van € 12,5 miljoen vooralsnog onder de lasten opgenomen als storting in de reserve. Het geprognosticeerde overschot van €12,5 miljoen bevat een aantal belangrijke onzekerheden en afhankelijkheden. De belangrijkste zijn; • de voorlopige budgetten voor het jaar 2013 worden in het najaar van 2012 door het ministerie SZW bekendgemaakt en kunnen lager uitvallen; • het klantenbestand 2012 onverhoopt niet verder dalen dan op het moment van opstellen van de begroting (4782) dan zou het verwachte overschot € 6,9 miljoen minder zijn; • de bestandsreductie van 200 klanten in 2013 wordt niet gehaald, € 1,5 miljoen minder voordeel; • de variant van loondispensatie zoals verwoord in de paragraaf Participatie, zijnde 500 klanten minder in 2013 wordt niet gerealiseerd, € 3,7 miljoen minder voordeel. Minimabeleid De geactualiseerde baten en lasten zijn gelijk aan de basisbegroting 2013. Wmo De geprognosticeerde lasten Wmo zijn € 1,0 miljoen lager ten opzichte van de primaire begroting 2013. De lagere lasten op het programmaonderdeel Hulpmiddelen zijn het gevolg van de in 2011 bedongen lagere prijzen (rolstoelen, scootmobielen, trapliften, etc.) in combinatie met een daling van het aantal aanvragen voorzieningen (o.a. het gevolg van de invoering van een eigen bijdrage). In verband met de omzetting van de indicatie Hulp bij de huishouding naar Huishoudelijke ondersteuning worden in 2013 incidenteel de uitvoeringskosten Wmo met € 350.000 verhoogd als gevolg van de inzet van tijdelijk personeel. Per saldo resteert in 2013 een voordeel op het programma Wmo van € 650.000. Apparaat De CAO verhoging van juni 2012 is, conform het advies van PFO-Middelen, verwerkt. Voor de SDD betekent dat een lastenverhoging van € 410.000 (nadeel, structureel). Als gevolg van de per 1 januari 2012 fors ingekrompen formatie zijn per 2012 in ieder geval (met name) al de huisvestingslasten gedaald waarmee de overhead op dit moment is afgenomen met € 100.000 (voordeel, structureel). Als gevolg van formatie-uitbreiding budgetadvies en schuldbemiddeling met 2 fte stijgen de lasten voor 2013 met € 150.000. Deze mutaties zijn meegenomen in de actualisatie van de begroting 2013. Door het aanpassen van de verdeelsystematiek op het apparaat zijn op diverse programma’s de apparaatskosten herberekend. Dit heeft geen effect op de totale bijdragen van de gemeenten. Door het beëindigen van de dienstverleningsovereenkomst ex-gedetineerden zijn zowel de lasten als de basten verlaagd met € 90.000 (geen effect voor de gemeenten). Ook voor 2013 is een bedrag van € 725.000 opgenomen voor de frictiekosten bovenformatieven, dit bedrag zal worden onttrokken uit de voorziening frictiekosten (dus neutraal voor gemeenten). Aangezien de apparaatskosten over de programma’s zijn verdeeld, komen deze verschillen daar tot uitdrukking. Zoals hierboven bij de Wmo is aangegeven worden in 2013 de uitvoeringkosten Wmo incidenteel met € 350.000 verhoogd in verband met de omzetting van de indicatie Hulp bij de huishouding naar Huishoudelijke ondersteuning. Begrotingswijziging 1. Participatiebudget: 2. Kinderopvang: 3. Inkomensondersteuning: 4. Wmo: 5. Apparaatskosten: Totaal begrotingswijzigingen
verhogen van de begrote baten en lasten met verlagen van de begrote baten en lasten met verhogen van de begrote baten en lasten met verlagen van de begrote baten en lasten met verhogen van de begrote baten en lasten met
16
€ 2.868.000 € 350.000 € 4.103.000 € 1.010.000 € 1.460.000 € 7.071.000
2.4 Ingenieursbureau Drechtsteden Inleiding Ook 2013 zal naar verwachting in het teken staan van bezuinigingen. Bij de reguliere opdrachtgevers bestaat er geen enkele duidelijkheid over de te verwachten omzet in de fysieke projecten in 2013. Het IBD is als omzetgestuurde organisatie daar erg van afhankelijk. Naar verwachting zal de omzet zoals (of net onder) die van 2012 zijn. Van de in 2012 ondernomen acties om van 2 naar 6 te gaan (aansluiting door alle zes de Drechtsteden) is het resultaat nog niet bekend. Of een gemeente aansluit en op welke wijze is erg bepalend voor de exploitatie. We gaan voor deze begroting van uit dat de huidige situatie ( twee deelnemers) in 2013 nog steeds bestaat. In 2012 wordt de discussie gevoerd over welke structuur het IBD in 2017 zal hebben. Een mogelijke optie is het IBD omvormen tot een compacter kennis- en expertisecentrum. Gevolg van een dergelijke keuze is dat op dit model wellicht in 2013 al gestuurd gaat worden, wat tot gevolg heeft dat deze begroting er dan anders gaat uitzien. Vanwege de onduidelijkheid over dit onderwerp kiezen we er voor om deze begroting te baseren op de huidige organisatie. Conclusies, acties, bijsturing De onduidelijkheid over de omzet maakt dat het IBD qua organisatie zich flexibel zal moeten opstellen. Op basis van de te verwachten omzet, die slechts over een korte termijn te plannen zal zijn, dient de organisatie zich aan te passen en kostendekkend te maken. Dit is een opgave, die niet alleen bij het management, maar bij alle medewerkers weggelegd wordt. Het omzetrisico ligt vooral bij de gemeente Dordrecht en externe opdrachtgevers. De gemeente Zwijndrecht heeft een gedetailleerd investeringsprogramma. De verwachting is dat zij de gegarandeerde omzet in 2013 zullen afnemen. Het tekort aan technisch personeel, dat vooral in de civiele techniek problematisch dreigt te worden, zal extra inspanningen vergen om voor de vervanging van uitstromende medewerkers (leeftijd) geschikte opvolgers te vinden. Bovendien zullen er aan de medewerkers hogere eisen gesteld worden, zodat de ontwikkeling van hen een belangrijk aandachtspunt zal zijn. In 2012 worden er verschillende verbeteracties ingezet om de samenwerking met opdrachtgevers en daarmee ook de klanttevredenheid te verbeteren. In 2013 zullen de resultaten van deze acties zichtbaar moeten zijn en zal er aan verdere verbetering van de relatie gewerkt moeten worden. Daarbij zal ook de rol van de opdrachtgever een belangrijk aandachtspunt zijn, zodat we tot een optimale samenwerking komen. Voor de verbetering van bedrijfsprocessen zijn in 2012 verschillende verbeteracties ingezet. Naar verwachting zal een deel daarvan in 2013 doorlopen. Vooral het verbeteren en het inbedden in de bedrijfsprocessen van deze acties zal de nodige aandacht krijgen. Wat willen we bereiken? Missie en visie. Naast advisering en projectleiding in de realisatiefase van infrastructurele en bouwkundige projecten en het verzorgen van het technisch beheer van gemeentelijke gebouwen, manifesteert het IBD zich steeds meer als adviseur in de planvormingsfase. De missie van waaruit het IBD deze werkzaamheden verricht is als volgt geformuleerd: “Denken om te doen, bouwen van ideeën” Met de slogan ‘denken om te doen’ geeft het IBD aan dat advisering en projectleiding plaatsvinden vanuit de filosofie dat projecten ook uit te voeren zijn, dat wil zeggen gebouwd en beheerd moeten
17
(kunnen) worden. Met de laatste zinsnede ‘bouwen van ideeën’ wil het IBD uitdragen dat medewerkers van de planformingsfase hun expertise kunnen inzetten en creatief en betrokken willen meedenken met de klant. Aansluitend op deze missie is er een eerste beeld van de toekomst geformuleerd. Deze visie geeft aan wat het IBD wil zijn: 1. Het regionale kennis- en expertisecentrum voor fysieke projecten; 2. Een professionele en waardevolle partner van en voor alle Drechtsteden. Ad 1. Het regionale kennis- en expertisecentrum voor fysieke projecten Als het ingenieursbureau van de Drechtsteden is borging van lokale en regionale kennis van infrastructuur en gebouwen en regionale koppeling van projecten door het IBD een must. Het IBD vormt het collectieve geheugen van de regio als het gaat om historische en technisch inhoudelijke kennis. Daarnaast kent het IBD de lokale politiek en werkwijzen van de Drechtsteden en weet het IBD haar weg te vinden in zowel bestuurlijke als ambtelijke organisatie. Ad Dit
2. Een professionele en waardevolle partner van en voor alle Drechtsteden. kan als volgt worden samengevat: professioneel en gedreven; natuurlijke partner Drechtsteden; van en voor de Drechtsteden; waardevol: accent op advisering in de planontwikkeling; waardevol: centrale schakel tussen gemeenten en uitvoerende partijen; waardevol: breed georiënteerd.
Wat gaan we daarvoor doen? In 2013 zal het Ingenieursbureau zich verder inspannen om ook vanuit de andere Drechtsteden een meer continue stroom van opdrachten te verwerven. Ook worden incidenteel opdrachten uitgevoerd voor derden zoals woningbouwverenigingen, scholen, waterschappen en energiebedrijven. Streven zal zijn om het aantal opdrachten voor derden uit te breiden, maar concurreren met marktpartijen op basis van prijs zal voor het IBD moeilijk zijn. Het aantrekken van projecten zal eerder gebeuren op basis van een relatienetwerk vanuit de bestaande opdrachtgevers en vanwege de unieke kennis, die het IBD op enkele gebieden bezit. Personeel Het IBD draait in 2012 de pilot talentmanagement. Op de daarbij ontwikkelde structuur voor personeelsmanagement zal strak gestuurd worden. Met alle medewerkers wordt in de eerste helft van het jaar een voortgangsgesprek (functioneringsgesprek) gevoerd. In de tweede helft wordt met alle medewerkers een jaargesprek (beoordelingsgesprek) gevoerd. De ontwikkeling van ieders talenten zal daarbij een belangrijk aandachtspunt zijn. Het IBD biedt gemiddeld drie afstudeerders en twee stagiaires van HBO- en MBO-niveau stageplaatsen aan met het doel deze na afstuderen te laten instromen. Hoe gaan we dat meten? Het Ingenieursbureau houdt klanten- en medewerkers tevredenheidonderzoeken waaruit blijkt of de geformuleerde ambities ten aanzien van de te leveren toegevoegde waarde en de ontwikkeling van de medewerkers ook daadwerkelijk worden bereikt. De betrokken gemeentelijke diensten leggen in hun in het kader van de beleid- en beheerscyclus op te stellen - jaarplannen vast hoeveel opdrachten (in Euro’s) zij aan het ingenieursbureau dan wel derden zullen verstrekken. Het Ingenieursbureau bekijkt per maand of de opdrachtverlening vanuit de gemeenten Dordrecht en Zwijndrecht in lijn is met de overeengekomen omzetgarantie. De jaarrekening biedt uiteraard inzicht in de afgegeven omzetgarantie en/of de beoogde financiële resultaten ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. Monitoren Het IBD beschikt over een degelijk geheel van managementinformatie, wat als betrouwbaar stuurinstrument dient. Trends worden in dit systeem gevolgd en maandelijks levert dit een betrouwbare managementrapportage op.
18
Om te komen tot een solide basis voor de begrotingen en prognoses dienen onze klanten een jaarprogramma aan te leveren. Wat gaat het kosten? De nu ingediende exploitatiebegroting 2013 is gebaseerd op kengetallen uit de jaarrekening 2011 en de huidige personele situatie van het IBD.(september 2012) De raming van de productieve uren per medewerker vormt de basis voor totstandkoming van de begroting. Dit is een omzetgestuurde begroting (kenmerkend voor een bedrijf) in tegenstelling tot een budgetgestuurde begroting van de overige dochters van de GRD. De begroting 2013 bouwt voort op de gesignaleerde ontwikkelingen die opgenomen zijn in de kadernota 2013. Programma Ingenieursbureau Drechtsteden (bedragen x € 1.000) Alle bedragen luiden x € 1.000. Nadelen worden met een - opgenomen, voordelen met een + Primaire begroting
Geactualiseerde begroting
Begrotingswijziging
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
7.522
7.868
346
7.522
7.868
346
0
0
0
Exploitatiereserve De gemeenten Dordrecht en Zwijndrecht betalen voor de kosten van de te ontvangen dienstverlening voorschotten. Na afloop van het jaar worden de voorschotten afgerekend. Het IBD is een dienstverlenende organisatie waarbij het financiële resultaat in belangrijke mate wordt bepaald door de beschikbaarheid van opdracht, de capaciteitsinzet van de medewerk(st)ers en de beheersing van de (personeel)kosten. Aangezien de orderportefeuille jaarlijks fluctueert, zal het exploitatieresultaat schommelen. Indien voor een stabiel prijsniveau van dienstverlening wordt gekozen, waardoor verliezen niet direct tot forse tariefsverhogingen leiden, is het verstandig om een eventueel overschot tijdelijk in reserve te houden. De exploitatiereserve van het IBD start met een saldo 0 in 2013.
19
2.5 Servicecentrum Drechtsteden Inleiding Het SCD heeft als doel om een marktconforme aanbieder van bedrijfsvoeringproducten in de regio te worden. In de Financiële Strategie Drechtsteden (Drechtraad, 21 juni 2011) en het in oktober 2011 opgestelde Realisatieplan SCD is deze ambitieuze doelstelling vastgelegd. Om dit te realiseren hebben we in 2012 een verandertraject SCD ingezet om processen en producten door te lichten op efficiency, kwaliteit en effectiviteit. Dit verandertraject heeft betrekking op: - het verbeteren van de dienstverlening; - het verbeteren van de klantgerichtheid en klantvriendelijkheid; - het doorlichten, normeren en verbeteren van de procesketens; - het aanpassen van de organisatiestructuur; - het vereenvoudigen en verduidelijken van de financieringsstructuur voor meer transparantie; - het verbeteren van de communicatie binnen het SCD en tussen klanten en het SCD; - het verbeteren van de medewerkertevredenheid; - het trainen van management en medewerkers op deze nieuwe manier van denken en werken en het omgaan met veranderingen. De uitkomsten van de fijnstructuur zullen de kwaliteit van de dienstverlening van het SCD verbeteren. In 2013 moeten er op de diverse terreinen meetbare resultaten ten opzichte van eerdere jaren zichtbaar zijn. De uitvoering vindt in 2012 dakpansgewijs (sequentieel) plaats. Dit betekent dat iedere afdeling zich in een andere fase van het proces bevindt. Daar waar mogelijk zijn verbeteringen onmiddellijk doorgevoerd (bijvoorbeeld het proces helpdesk ). Een aantal afdelingen, waaronder ICT, Juridisch kenniscentrum en Communicatie worden aan het einde van 2012 doorgelicht. Deze afdelingen zullen zich aan het begin van 2013 nog in de transitiefase bevinden. De uitwerking van de laatste afdelingen en dan met name de grondige doorlichting van de afdeling ICT kunnen nog significante invloed hebben op deze begroting. Zoals in de 2e burap 2012 ook is aangegeven zijn de verdere doorontwikkeling van de verschillende onderdelen van het SCD en het stroomlijnen van processen ook belangrijke randvoorwaarden om te kunnen toegroeien naar een mogelijke uitbreiding van het klantenbestand en/of dienstverlening voor de huidige klanten. Een dergelijke verbreding kan op termijn door het behalen van schaalvoordelen leiden tot kostenreductie voor de huidige eigenaren. Een eerste stap op weg hiernaar is reeds gezet met de nieuwe klant– leveranciers relatie die per 1 januari 2013 gaat ontstaan tussen het SCD en de twee Gemeenschappelijke Regelingen Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid en de Regio Zuid-Holland Zuid. De gevolgen hiervan kunnen eveneens nog invloed hebben op de begroting 2013 en worden in de eerste burap 2013 verwerkt. Met de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid wordt gewerkt aan een volledige ontvlechting per 31 december 2012. Conclusies en acties 1. In 2012 zijn alle werkprocessen van het SCD doorgelicht. Dit leidt tot boventalligheid van personeel. In 2013, evenals in 2012, leidt dit in combinatie met de oplopende taakstellingen tot substantiële transitiekosten. 2. Het management van het SCD heeft in 2013 de opdracht om de uitkomsten en conclusies van de fijnstructuur geheel door te voeren en te borgen. 3. Zodra de hierboven genoemde verbeteringen zijn doorgevoerd en de basis van de dienstverlening op orde is, kan het SCD de focus verleggen naar het aantrekken van nieuwe klanten en/of verruiming dienstverlening aan bestaande klanten zodat de kosten van het SCD voor de eigenaren kunnen worden verlaagd zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van de dienstverlening. 4. De doorlichting van de ICT afdeling, waarvan de afronding verwacht wordt in het vierde kwartaal 2012, zal naar verwachting leiden tot aanpassingen van de begroting. Over het ICT Transitieplan wat in samenwerking met PWC wordt gemaakt wordt u de komende maanden nog separaat geïnformeerd.
20
Wat willen we bereiken en wat gaan we er voor doen? Op 23 juni 2011 is het evaluatierapport door het Drechtstedenbestuur vastgesteld. Voor het verbeteren van de werking van het SCD zijn in het rapport drie belangrijke, met elkaar samenhangende, veranderopgaven benoemd. Deze veranderopgaven zijn: 1. Positie SCD en keuzes in klanten 2. Aansturing en rollen in het netwerk 3. Doorontwikkeling SCD De eerste twee veranderopgaven, de positie van het SCD en de aansturing en rollen in het netwerk, zijn op bestuurlijk niveau belegd en worden op dit moment parallel aan de doorontwikkeling van het SCD opgepakt. Voor de doorontwikkeling van het SCD is een Realisatieplan opgesteld dat in 2012 wordt uitgevoerd en in de jaren 2013 en verder meetbare effecten zal hebben. Belangrijke speerpunten voor 2013 zijn: 1. Stroomlijnen werkprocessen Samen met onze partners willen we onze processen zo efficiënt en effectief mogelijk organiseren. Daartoe hebben we in 2012 al onze processen doorgelicht. Wij hebben de klantorganisaties die onderdeel zijn van deze ketenprocessen, proactief geïnformeerd over de mogelijkheden om efficiënter en effectiever te werken. Omdat onze processen altijd onderdeel zijn van een keten met onze partners ondersteunen we onze partners daarnaast bij het inrichten en bewaken van hun processen. De aangepaste processen worden gedeeltelijk in 2012 en verder in 2013 en verder geïmplementeerd en geborgd. 2. Verdere verbetering adviesdiensten Het Servicecentrum biedt ook diensten op het terrein van advies en beleid. Als onderdeel van de doorontwikkeling van het SCD werken de medewerkers in 2012 en 2013 vanuit drie nieuwe kernwaarden: publiek ondernemerschap, resultaatgerichtheid en eigenaarschap. Daarnaast wordt, onder meer aan de hand van trainingen, aandacht besteed aan klantgerichtheid en verdere ontwikkeling van adviesvaardigheden. 3. Verbeteren ICT De uitwerking fijnstructuur van de laatste afdelingen aan het einde van 2012 hebben nog invloed op deze begroting. En dan met name de afdeling ICT waar we bezig zijn met een grondige doorlichting. We kijken daarbij zowel naar de fijnstructuur van de ICT afdeling en het verband tussen de uit te voeren activiteiten en in te zetten middelen als naar de benodigde hard- en software en systemen Ook de relatie met en de ambitie van de klanten zal hierbij aan de orde komen. In samenspraak met de CIOoffice zal ook een lange termijn visie worden uitgewerkt. Tezamen zal dit uitmonden in een ICT Transitieplan waarbij wij ook een externe partij betrekken om dit te valideren. Inmiddels kunnen wij al wel constateren dat destijds bij de start van de GRID-migratie te optimistische aannames zijn gedaan op het gebied van eisen, wensen van klant/eigenaren en te behalen resultaten. Verder heeft de ICT organisatie van het SCD zich van 2007 t/m 2011 voornamelijk bezig gehouden met de migratie van de systemen uit 2007 zonder dat er in de tussentijd structureel sprake is geweest van vernieuwing. Hierdoor is er inmiddels een technische veroudering van zowel hardware als software (niveau 2007/2008). Deze veroudering heeft negatieve gevolgen voor de performance voor onze klanten en veroorzaakt veel extra werk (escalaties) waardoor de ICT afdeling voornamelijk bezig is geweest met incident management. Dit heeft in combinatie met eerder doorgevoerde bezuinigingen op de ICT-afdeling geleid tot continuïteitsrisico’s. De afdeling ICT heeft inmiddels een planning gemaakt om het technische platform weer up to date te krijgen. De implementatie is inmiddels gestart. Met de eigenaren zal worden overlegd of deze planning acceptabel is of dat geïnvesteerd moet worden om deze planning te versnellen.
21
4. Het vereenvoudigen van de financieringsstructuur voor meer transparantie Voor 2013 en verder heeft het SCD in samenwerking met de klantorganisaties een nieuwe verrekensystematiek uitgewerkt voor een meer directe en transparante relatie tussen ‘betalen’ en ‘gebruik’. Deze systematiek is op 16 mei 2012 vastgesteld door het Drechtstedenbestuur. Daarbij is afgesproken dat de effecten hiervan door de (regionale) controllers worden uitgewerkt en met een advies voor invoering aan het bestuur worden voorgelegd. Deze uitkomsten worden in de P&C cyclus van 2013 meegenomen. 5. Een proactieve organisatiecultuur Het Realisatieplan heeft ook betekenis voor onze medewerkers en voor de manier waarop we leiding geven. Onze medewerkers zijn ons belangrijkste kapitaal en onze ambassadeurs. Hun houding en gedrag moeten passen bij een zakelijke dienstverlenende organisatie. Met het oog hierop wordt in 2012 een ontwikkelingsprogramma uitgevoerd. Behalve het trainen van medewerkers is geïnvesteerd in het trainen van het management. In 2013 moet dat leiden tot een versterking van het management en tot het borgen van de organisatieverandering. 6. Verduidelijking relatie met PG&J/VR/OD De verzakelijking van de relatie met de Gr-en kan de samenwerking binnen het netwerk ten goede komen. Daar staat voor het SCD tegenover dat de ontvlechting veel extra druk legt bij het SCD. 7. Inkoop nieuwe stijl (INS) Inkoop Nieuwe Stijl draagt bij aan een belangrijke besparing in de regio. Dit jaar wordt verder doorgepakt in nauwe samenwerking met de klantorganisaties om de ambitieuze bruto besparing op de aanbestedingsresultaten1 te realiseren van € 20-30 miljoen over een periode van 3 jaar. De focus ligt daarbij op kansrijke projecten met een besparingspotentieel van 10-15%, waarbij wel geldt dat overige inkoopvraagstukken eveneens worden opgepakt (daar kan immers ook besparingspotentieel aanwezig zijn). Samenwerking tussen de klantorganisaties in de regio is daarbij bovendien essentieel om de synergievoordelen ook daadwerkelijk te kunnen realiseren. Met inkoop Nieuwe Stijl wordt ook een hoger SRoI-resultaat (Social Returm on Investment) bereikt. Het inkoopbeleid is 5% van de totale waarde van aanbestedingen voor SRoI. 8. Verkenning uitbreiding dienstverlening De uitbreiding van het aantal klantorganisaties en/of uitbreiding dienstverlening kan op termijn leiden tot een daling van de kosten voor de eigenaren. Dit past ook goed binnen de financiële strategie van de Drechtsteden. We verkennen de te behalen voordelen per werkveld en de daarbij te stellen voorwaarden en standaarden. Een en ander ook in relatie tot de fijnstructuur en de verrekensystematiek. Deze transitie zal leiden tot een modern en slagvaardig SCD dat de klant beter bedient. Om dit te realiseren zal, ook met het oog op de taakstelling, wel eenmalige transitiekosten ontstaan. Hoe gaan we dit meten? Wij werken met een balanced scorecard om zo de kwaliteit van onze diensten te kunnen meten. De balanced scorecard fungeert als sturingsinstrument om de organisatie verder te ontwikkelen en prestaties zichtbaar te maken en wordt continu ontwikkeld. Toetsen kwaliteit In 2013 toetsen wij onze kwaliteit voortdurend. Bij onze partners doen wij dit aan de hand van het klanttevredenheidsonderzoek. Binnen onze eigen organisatie door het bewaken van prestatieindicatoren en met behulp van het medewerkertevredenheidsonderzoek. Via de benchmarkmethode zetten we onze prestaties af tegen die van vergelijkbare organisaties. Daarnaast bewaken en versterken we de kwaliteit van onze beleids- en adviestaken met behulp van evaluaties en audits.
1 Deze besparing is de cumulatie van besparingen van contractwaarden die volgen uit de aanbestedingen t.o.v. de geraamde waarde van de betreffende aanbestedingen. Dus een contract voor 4 jaar dat geraamd is op € 50.000 per jaar en dat na een aanbesteding opnieuw wordt gecontracteerd voor € 25.000 per jaar heeft een jaarlijkse besparing over de contractperiode van € 25.000.
22
Wat gaat het kosten? Alle bedragen luiden x € 1.000. Nadelen worden met een - opgenomen, voordelen met een +. Primaire begroting Geactualiseerde begroting Begrotingswijziging Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
41.132
41.132
0
42.359
42.359
0
1.227
1.227
0
Resultaatanalyse (bedragen x € 1.000) ToelichOmschrijving afwijking ting Lasten A. Cognos B. Inkoop nieuwe stijl C. Extra kapitaallasten D. Legacy E. CAO verhoging Subtotaal Baten A. Cognos B. Inkoop nieuwe stijl C. Extra kapitaallasten D. Legacy E. CAO verhoging Subtotaal Totaal voor bestemming Resultaatbestemming Totaal na bestemming
I/ S
Voordeel
S S S I S
S S S I S
Nadeel 120 270 230 125 482 1.227
120 270 230 125 482 1.227 1.227 0 1.227
Saldo
Gemeente
-120 -270 -230 -125 -482
Ja, Ja, Ja, Ja, Ja,
alle alle alle alle alle
zes zes zes zes zes
120 270 230 125 482 1.227 0 1.227
0 0 0
Toelichting: A. Cognos De in eerste burap 2012 gemelde kosten voor Cognos leiden tot een structurele verhoging in 2013 van € 120.000. B. Inkoop Nieuwe Stijl Evenals in de tweede burap van 2012 is in deze begroting het effect van het besluit over Inkoop Nieuwe Stijl opgenomen. Totaal leidt dit tot een verhoging ten opzicht van de primaire begroting van € 270.000. C. Extra kapitaallasten In de tweede burap 2012 is een tweetal ICT-kredieten aangevraagd. Dit betreft de kredieten voor restpunten GRID en voor extra benodigde licenties. Die investeringen leiden tot een verhoging van de kapitaallasten in 2013 van € 230.000. D. Legacy In de tweede burap 2012 is aangegeven dat tijdens en na de GRID-migratie een aantal oude systemen operationeel moest en moet blijven. Hierdoor is extra beheercapaciteit noodzakelijk. Dit leidt een budgetverhoging van € 125.000. Dit was in 2012 € 300.000. E. Hogere loonkosten door de stijging van CAO-lonen en werkgeverslasten kunnen slechts gedeeltelijk worden geabsorbeerd. De lasten stijgen structureel met € 482.000.
23
Bezuinigingen 2013 De invulling van onder andere de GRD brede taakstelling 2013 is verder uitgewerkt door te kijken naar meer of minder taken, innovatie en procesverbetering, inkoop en slimmer samenwerken binnen de GRD. Met name het stroomlijnen van werkprocessen bij het SCD en klantorganisaties moet belangrijke bijdragen leveren aan kostenreductie en/of kwaliteitsverbetering. Een belangrijk onderdeel van het doorlichten van de werkprocessen is het uniformeren en standaardiseren van processen voor elke klant. Bijdragen per deelnemer De bijdrage per deelnemer wordt hieronder weergegeven. (€ x 1000) Deelnemer Alblasserdam Dordrecht H.I. Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht GR Drechtsteden GR PG&J, VR en OZHZ Totaal
Basispakket 1.301 9.015 1.275 2.412 1.532 2.801 4.941 5.397 28.675
Pluspakket
Additioneel pakket
1.321
ICT
1.433
179
1.500
81 42 1.556
Totaal
493 2.801 494 722 411 796 2.686 8.403
1.794 14.571 1.769 3.134 1.943 3.776 7.709 5.439 40.134
NB 1) Bij de bijdragen voor ICT is de verdeling aangepast naar het aantal werkplekken ultimo 2011. Bij de primaire begroting was nog de werkplektelling ultimo 2010 gehanteerd. NB 2) De hogere bijdrage van de GR Drechtsteden is nog niet verwerkt in de begrotingsprogramma’s van de overige GRD-dochters. NB 3) De bijdragen van de GR-en PG&J, VR en OD is gebaseerd op de bijdrage uit de geactualiseerde begroting 2012 -/- € 250.000 om aansluiting in de begroting te behouden. In de eerste burap 2013 volgt een aanpassing voor de werkelijke bijdragen van de GR-en (uitkomst offerte traject).
24
2.6 Gemeentebelastingen Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden is onderdeel van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Vanaf juli 2008 verzorgt zij de heffing en inning van de belangrijkste lokale heffingen van de gemeenten Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht. Het gaat hierbij om een opbrengstvolume van circa € 90 miljoen per jaar. Het profiel van Gemeentebelastingen Drechtsteden is in eerste instantie die van een betrouwbare uitvoeringsorganisatie. Dat laat onverlet dat wij op het gebied van de productontwikkeling en de opbrengstmaximalisatie hoog inzetten. Ook als eerste adviseur voor de gemeenten en als dienstverlener voor de belastingplichtigen meten wij ons met hoge kwaliteit. Gemeentebelastingen Drechtsteden voert voor de deelnemers ook gemeentelijke taken van de Wet waardering onroerende zaken uit. Door het in stand houden van een kwalitatief hoogwaardig en innovatief bedrijf als onderdeel van de GR-Drechtsteden is Gemeentebelastingen Drechtsteden een betrouwbare, transparante en efficiënte uitvoeringsorganisatie voor burgers, bedrijven, instellingen, medewerkers en de deelnemende gemeenten. De taken worden op integere wijze uitgevoerd tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten. De begroting van Gemeentebelastingen Drechtsteden is onderdeel van de begroting van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Kosten worden over de deelnemende gemeenten verdeeld op basis van het aantal aanslagregels. In februari 2012 heeft u een geactualiseerde begroting 2012 vastgesteld. De wijzigingen in de financiële huishouding zijn aanmerkelijk. In 2013 zullen onze jaarlijkse kosten ruim € 750.000 lager zijn dan in 2009 (inclusief de afbouw van de ontwikkelformatie). Dat is een kostenreductie van circa 15 %. Minder kosten en meer opbrengsten, meer voor minder. Voor de deelnemende gemeenten heeft de kostenreductie tot een daadwerkelijk lagere bijdrage geleid. Met meer opbrengsten wordt hier uitdrukkelijk bedoeld dat we niet stoppen met aanslagen opleggen nadat de financiële opbrengsten zijn gehaald. Dit niet alleen vanwege de rechtmatigheid, maar ook vanwege het financiële belang van de deelnemende gemeenten. Ontwikkelingen in 2013 Het idee steeds meer processturing toe te passen binnen de bedrijfsvoering vraagt een andere kijk op het organiseren van werk. Hiervoor is Gemeentebelastingen Drechtsteden in 2012 een traject van organisatieontwikkeling gestart, waarbij niet de lijnorganisatie bepalend is voor de aansturing, maar de werkprocessen. Dit heeft ook geleid tot een compacter managementteam en een meer thematische aanpak van verbeteringen in de bedrijfsvoering. Het definiëren van de werkprocessen vindt plaats op basis van verschillende thema’s. Deze thema’s staan allemaal ten dienst van het hoofdproces, van data naar opbrengst. Het inzetten van de operationele lijnmanagers als procesmanagers is in januari 2012 gestart. Proces-verantwoordelijkheid is op een evenwichtige wijze binnen het managementteam verdeeld. Over onze ervaringen met de nieuwe werkwijze zullen wij in onze 1e managementrapportage 2013 bericht doen. Natuurlijk blijft onze primaire taak voor gemeenten middelen binnen te halen om noodzakelijke lokale taken uit te voeren. Dat doen wij mensgericht en met oog voor dienstverlening. Daarnaast zijn we in staat een bijdrage te leveren op het gebied van databeheer en -analyse, dienstverleningsconcepten en financieel-economische vraagstukken. Ook deze taken zullen via deelprocessen beschreven en georganiseerd worden. De huidige economische werkelijkheid heeft thans vooral gevolgen van de inning van de belastinggelden. Er tekent zich een vermindering van de betalingsbereidheid af; veelal is een te laat reageren op wanbetaling oorzaak van oninbaarheid. Het aantal aanmaningen en dwangbevelen neemt toe. Dit resulteert enerzijds in meer inkomsten (de geïnde kosten komen ten bate van de bedrijfskosten) en anderzijds is er de noodzaak de inzet op de invordering te verhogen.
25
Wat willen we bereiken? De primaire taak van Gemeentebelastingen Drechtsteden is het genereren van opbrengsten voor de deelnemende gemeenten. Deze opbrengsten worden, mede op grond van de adviezen van Gemeentebelastingen Drechtsteden, door de gemeenten verwerkt in hun begrotingen. Deze begrotingen worden eerst eind 2012 door de gemeenteraden vastgesteld. De voorlopige ramingen staan in onderstaand overzicht. Raming begrotingscijfers 2013 (waarde 2012, bedragen x € 1.000) Soort Dordrecht HI Ambacht Papendrecht Sliedrecht belasting OZB 20.164 4.436 5.045 3.024 Afvalstoffen 12.529 3.066 2.956 1.930 Rioolrechten 9.923 1.673 3.248 2.339 Hondenbelasting 573 140 166 80 Precario 156 118 15 Parkeren 1.050 Totaal 44.395 9.433 11.415 7.388 Kwijtschelding 1.526 76 91 51 (af) Totaal 42.869 9.357 11.324 7.337
Zwijndrecht
Totaal
7.943 5.400 3.815 173 115 17.446
39.612 25.881 20.998 1.132 404 1.050 90.077
621
2.365
16.825
87.712
Naast de hier genoemde lokale heffingen verzorgt Gemeentebelastingen Drechtsteden ook de heffing en inning van reinigingsrechten, rioolaansluitingsrechten en gelden voor de bedrijfsinvesteringzones. Zowel voor de heffing van de onroerende zaakbelastingen als voor externe afnemers, zoals de Rijksbelastingdienst, de waterschappen en het ministerie van Financiën (Algemene Uitkering) wordt jaarlijks een waardering gegeven aan de onroerende zaken in de regio. Ook in 2013 wordt dat gerealiseerd via vastgoeddomeinen. De omvang hiervan is in de onderstaande tabel aangegeven. Vastgoeddomein Aantal te waarderen 2013 Woningen 116.752 Courante Niet woningen 7.419 TIOX-objecten 2.159 Top-500 500 Totaal 126.830 In haar bedrijfsplan 2012 heeft Gemeentebelastingen Drechtsteden aangegeven in een nieuwe fase van haar ontwikkeling te komen, de startblokken voorbij. Dat betekent dat er in 2013 ruimte gevonden moet worden in termen van productontwikkeling en –verbetering. Als voorbeelden hiervan noemen wij: - verdere synchronisatie van de uitvoeringspraktijk lokale heffingen van de deelnemers, - verdere productontwikkeling dienstverlening aan gemeenten en belastingplichtigen, - versnellen van het tempo waardering onroerende zaken (en de aanslagoplegging), - scherpere invorderingsmaatregelen (tegengaan oninbare belasting), - aangaan van samenwerking ten behoeve van het datagebruik voor de deelnemers, - prognoses gebruiken voor toekomstscenario’s gemeenten (leegstand e.d.).
26
Wat gaan wij daarvoor doen? Product/activiteit/project Oplegging aanslagen 2011, 2012, 2013 Invordering aanslagen
Beoogd resultaat Maximale opbrengsten
Waardering onroerende zaken
Waardering onroerende zaken (inclusief gebruikswaarde nietwoningen) Afdoening binnen de wettelijke termijnen
Bezwaar en Beroep P&C-cylcus gemeenten
betalingsbereidheid met een maximum van 0,5 % oninbaar
Toelichting Volledige benutting belastingcapaciteit T.o.v. 2010 afname debiteurensaldo in 2013 van meer dan 14 % Conform normering, procesgerichte aanpak via vastgoeddomeinen Conform indicatoren
Bijdragen aan de gemeentelijke begrotingsprocessen (opbrengstprognoses, begrotingen, burap’s, jaarrekeningen) Verordeningen lokale heffingen
Alle verordeningen vastgesteld
Productontwikkeling
Bijdrage in Geo-informatie, analyse Drechtstedelijke kerngetallen
Afgestemde datalevering en data-analyse
Verdere synchronisatie uitvoering
Onderdeel Brede Doorlichting, continue proces
Belastingregels afstemmen
Conceptverordeningen
Conform afspraken/geconsolideerde controleverklaring
Hoe gaan we dit meten? Zoals met de opbrengsten worden ook de verzending van de aanslagen, de afdoening van bezwaarschriften, afdoening voor verzoeken om kwijtschelding en dergelijke per gemeente afgesproken. Gemeentebelastingen Drechtsteden hanteert hierbij voor alle gemeenten de volgende indicatoren. Product Prestatie-indicator Verzenden gecombineerde aanslagen/WOZ95% voor 1 maart 2013 beschikkingen 2013 97% voor 1 april 2013 99% voor 1 mei 2013 100% voor 1 juni 2013 Verzenden overige aanslagen overeenkomstig wettelijke termijnen Afdoen verzoeken om kwijtschelding 99% binnen 3 maanden na indiening 100% binnen 6 maanden na indiening Afdoen bezwaarschriften 25% binnen 3 maanden na indiening 100% binnen de wettelijke termijn Het aantal bezwaarschriften is afhankelijk van de conjunctuur en gevoelig voor beleids- en tariefwijzigingen van de gemeenten. Ook wijzigingen door verandering in de wet- en regelgeving en nieuwe jurisprudentie kunnen effecten hebben op het aantal. Voor 2013 gaan we vooralsnog uit van maximaal 6.000 bezwaarschriften. Vragen van inwoners over lokale heffingen komen altijd eerst terecht bij de gemeentelijke frontoffice. Alleen wanneer de vraag daar niet kan worden afgedaan, wordt de backoffice van Gemeentebelastingen Drechtsteden aangesproken. Het gaat hier jaarlijks om circa 10.000 meldingen. Door middel van het organiseren van inloopavonden op gemeentelijke locaties voor belastingplichtigen wordt getracht dit aantal te beperken. Ook de hoeveelheid bezwaarschriften kan hierdoor beperkt worden. Voor de deelnemende gemeenten wordt ook in 2013 deze mogelijkheid geboden. Zowel de behandeling van bezwaarschriften als de meldingen worden via postverwerkingsysteem Mozaïek gemonitord.
27
Gemeentebelastingen Drechtsteden levert ook de bouwstenen aan gemeenten om hun belastingbeleid te kunnen vormgeven. In ieder geval worden jaarlijks alle verordeningen ter zake gescreend en aangepast, inclusief de tariefswijzigingen. Gemeentebelastingen Drechtsteden levert de conceptverordeningen hiervoor tijdig aan. Daarnaast wordt ondersteuning geboden bij het vaststellen van verordeningen die niet behoren tot de heffings- en inningstaak van Gemeentebelastingen Drechtsteden. Vanzelfsprekend wordt ook advies gegeven over beleidswijzigingen. Ook de reguliere managementinformatie aan gemeenten over de belastingopbrengsten is een vaste taak. Een omvangrijk subproces van de belastingheffing is de wettelijk verplichte, jaarlijkse waardebepaling van het vastgoed in de regio. Gemeentebelastingen Drechtsteden zal conform de voorschriften tijdig correcte en volledige levering van WOZ-data verzorgen naar de Rijksbelastingdienst, het CBS, het Waterschap Hollandse Delta en het Waterschap Rivierenland. De voortgang wordt per vastgoeddomein voortdurend bijgehouden. Gemeentebelastingen Drechtsteden meldt maandelijks de opbrengsten uit de aanslagen, de mate van afdoening van bezwaarschriften, het kwijtscheldingsvolume en de leegstandscijfers aan de betrokken gemeentelijke bestuurders. Wat gaat het kosten? Alle bedragen zijn x € 1.000. Nadelen worden met een - opgenomen, voordelen met een +. Primaire begroting
Geactualiseerde begroting
Begrotingswijziging
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
4.694
4.694
0
4.694
4.694
0
0
0
0
Taakstelling Door middel van vijf doelgerichte activiteiten heeft Gemeentebelastingen Drechtsteden de taakstelling vanuit de Brede Doorlichting weten te realiseren. Met bovenstaande maatregelen is vanaf 2012 € 516.000 aan taakstelling gerealiseerd. Deze taakstelling is conform de opgave. Deze taakstelling wordt ook in 2013 gerealiseerd. Bijdragen per deelnemer De bijdragen wijzigen niet ten opzichte van de primaire begroting 2013. Gezien de hogere totale belastingopbrengsten dalen de netto perceptiekosten voor de gemeenten in 2013 voor het eerst onder de 5 % ten opzichte van de opbrengsten.
28
2.8
Onderzoekcentrum Drechtsteden
Wat willen we bereiken? Het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) is de vanzelfsprekende ‘partner voor beleid’ voor de Drechtsteden gemeenten en de andere organisatieonderdelen van de GR Drechtsteden. Het OCD ondersteunt deze gemeenten en organisatieonderdelen bij hun beleid met onderzoek, informatie en advies. Het OCD levert relevante informatie voor het algemene beleid en voert beleidsonderzoek op maat uit voor specifieke vragen. Daarnaast heeft het OCD een signalerings- en adviesfunctie. De kwaliteit van de dienstverlening van het OCD is hoog en haar medewerkers beschikken over veel kennis en expertise. Het OCD is klantgericht in haar dienstverlening, toegankelijk en flexibel, en we zijn een betrouwbare onderzoekspartner. Het OCD houdt haar kennis en methoden ‘up to date’ en bevindt zich bij nieuwe ontwikkelingen vaak in de voorhoede. De bedrijfsvoering van het OCD is efficiënt en kosteneffectief. Onze producten zijn toegesneden op de informatiebehoefte van gemeenten en worden gebruikt bij het maken, bijstellen of evalueren van beleid. Via onderzoeksprogrammering hebben we een goed overzicht van de wensen en behoeften van onze interne opdrachtgevers en kunnen we onze opdrachtenportefeuille monitoren. Wij ondersteunen beleidsmakers bij het maken van een ‘vertaalslag naar beleid’ en denken mee met de beleidsmaker en bestuurder op strategisch niveau. Naast haar activiteiten voor interne opdrachtgevers is het OCD ook actief op de externe markt. Structureel verdient zij 10% van haar omzet in via externe, dan wel ‘extra’ interne opdrachten. Wat gaan wij daarvoor doen? Het OCD biedt de Drechtsteden gemeenten een pakket aan producten die samen een basis bieden voor structurele ondersteuning van het algemene beleid van gemeenten. Het betreft basisinformatie, kennisoverdracht, omnibusonderzoek/panels en monitoren. Deze producten leveren kerncijfers op betreffende de huidige stand van zaken binnen een gemeente/organisatieonderdeel en brengen trends en ontwikkelingen in kaart. Deze producten worden verder ontwikkeld in samenspraak met de gemeenten. In onderstaande tabel staan de producten uit het basispakket voor 2013 weergegeven met een doorkijkje naar de jaren 2014 t/m 2016. Basispakket OCD wat? basisinformatie bedrijvenregister kerncijfers gemeenten bevolkingsprognose kennisoverdracht informatie en advies werkgroepen factsheets, notities, artikelen lunch/borrelbijeenkomsten conferentie
frequentie?
2013
2014
2015
2016
jaarlijks jaarlijks 4-jaarlijks
x x
x x x
x x
x x
continu continu continu continu 2-jaarlijks
x x x x
x x x x x
x x x x
x x x x x
x x
x x
x x
x x
x x x
x x x x x
x x x
omnibusonderzoek/panels omnibusonderzoek bewonerspanel/internetpanel monitoren staat Drechtsteden wonen economie onderwijs vrije tijd leefbaarheid/ veiligheid
2-jaarlijks jaarlijks jaarlijks jaarlijks 2-jaarlijks 4-jaarlijks
x x x x x x
29
sociaal beeld binnenstad milieu communicatie en bestuur
jaarlijks 4-jaarlijks jaarlijks 2-jaarlijks 2-jaarlijks
x x x
x
x
x
x x
x
x x
x
x
Via regionale monitoren die we in 2013 uitvoeren actualiseren we belangrijke informatie op verschillende beleidsterreinen (o.a. wonen, economie, onderwijs en milieu). Daarnaast kan men een beroep doen op de kennis en expertise van de medewerkers. In factsheets en notities maken we een vertaalslag van relevante resultaten voor beleid. Naast dit basispakket aan producten en diensten kunnen gemeenten en de andere organisatieonderdelen van de GR Drechtsteden additionele onderzoeksopdrachten laten uitvoeren. Wij streven ernaar om elk jaar ook enkele opdrachten te doen die op strategisch niveau relevante input opleveren. Behalve opdrachten voor interne klanten, voert het OCD ook opdrachten uit voor externe klanten. In het kader van de brede doorlichting heeft het OCD haar basisproducten doorgelicht en haar opzet en financieringsstructuur tegen het licht gehouden. Dit heeft geresulteerd in een afgeslankt pakket basisproducten en een andere opzet en financieringsstructuur. Er wordt onderscheid gemaakt tussen het basispakket, waarvoor een vaste bijdrage wordt betaald en een pluspakket van opdrachten waar opdrachtgevers voor betalen naar afname. Daarnaast verdient het OCD vanaf 2012 10% van haar omzet extern of ‘extra’ intern in. Hoe gaan we dit meten? In een klankbordgroep van vertegenwoordigers van gemeenten en organisatieonderdelen bespreken we de producten van ons basispakket en de stand van zaken m.b.t. de interne en externe onderzoeksopdrachten. Daarnaast zorgen we – als onderdeel van ons kwaliteitssysteem - voor feedback per onderzoeksopdracht. Dat geldt als een doorlopend klanttevredenheidsonderzoek. Wat de bedrijfsvoering aangaat hebben we de beschikking over managementinformatie op projectniveau en medewerkerniveau. Kritische succesfactor
Prestatie-indicator
Realisering 2011
Normering 2012
Normering 2013
klanttevredenheid
gemiddeld rapportcijfer opdrachtgevers voor opdrachten
7,5
7,5
7,5
productiviteit
declarabel percentage
65%
68%
68%
acquisitievaardigheid
gerealiseerde acquisitieopdrachten (extern of intern in concurrentie)
geen gegevens
70%
70%
Wat gaat het kosten (bedragen x € 1.000)? Primaire begroting lasten 1.549
baten 1.549
Geactualiseerde begroting
Begrotingswijziging
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
0
1.549
1.549
0
0
0
0
30
2.9 Algemene dekkingsmiddelen In 2013 bestaan de algemene dekkingsmiddelen uit het algemene renteresultaat van € 0,1 miljoen. Er is geen wijziging ten opzichte van de primaire begroting. (Bedragen x € 1.000) Primaire begroting
Geactualiseerde begroting
Begrotingswijziging
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
0
100
100
0
100
100
0
0
0
De Algemene rente wordt gevormd door: De calculatorische rente, van 4%, op de geactiveerde investeringen. Rentelasten van opgenomen gelden; uitgegaan wordt van een gemiddelde liquiditeitsbehoefte van € 35 miljoen en een gemiddelde rente van 3%. Van het renteresultaat wordt € 150.000 gebruikt voor verlaging van het kostenniveau van het SCD. Bedragen (x € 1.000) Rentebestanddeel kapitaallasten Rentelasten liquide middelen Renteresultaat naar SCD Saldo baten
Begroting 2013 1.300 -1.050 -150 100
31
3. Bedrijfsvoering
3.1 Personeelsoverzichten Personeelsformatie (in fte) Actualisering begroting 2012
Primaire begroting 2013
Actualisering begroting 2013
Bureau Drechtsteden (incl 33,5 30,9 30,9 concernstaf en ROM-D) Sociale Dienst Drechtsteden 265,0 260,0 260,0 Ingenieursbureau Drechtsteden 77,0 72,5 72,5 Servicecentrum Drechtsteden 367,4 359,6 348,0* Gemeentebelastingen Drechtsteden 46,0 46,0 45,8 Onderzoekcentrum Drechtsteden 14,6 14,6 14,6 Totaal 803,5 783,6 771,8 * Raming op basis van de doorlichting van werkprocessen en de verwachte uitstroom van personeel. Deze raming is exclusief de effecten van de ontvlechting van de GR’en PG&J, VR en OD. Ziekteverzuim (in %) 2011 Bureau Drechtsteden (incl concernstaf en ROM-D) Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Totaal
Raming 2012
Raming 2013
6,2
4,0
4,0
6,9 4,0 5,2 6,1 3,0 6,2
5,0 4,6 5,4 5,0 4,0 5,1
5,0 4,6 5,4 5,0 4,0 5,1
Inhuur (bedragen x € 1.000) 2011 Bureau Drechtsteden (incl concernstaf en ROM-D) Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden ICT GRID-migratie Totaal
Raming 2012
Raming 2013
379
300
200
3.317 2.021 5.100 203 17 3.286 14.323
740 510 4.500 75 58 6.183
740 226 4.000 75 28 5.269
32
3.2 Risico's Zie hiervoor de risico-paragraaf in de 2e burap 2012. Aanvullend: Dochter
Omschrijving
Kans
Impact
Toelichting en sturing
BDS
Verlaging middelen RAS Jeugd met € 320.000
Gemiddeld tot groot
Gemiddeld
Provincie Zuid-Holland heeft in maart 2012 Bureau Drechtsteden geïnformeerd over de nieuwe bestuursovereenkomst RAS nieuwe stijl met het bijbehorende budget van € 680.000. Stadsregio Haaglanden heeft bezwaar aangetekend tegen deze nieuwe bestuursovereenkomst. Dit heeft tot gevolg dat de Provincie Zuid-Holland in afwachting van dit bezwaar en mogelijk beroep het budget 2013 voor de Drechtsteden heeft verlaagd naar € 360.000.
BDS
Eigen bijdrage gemeenten t.b.v. RAS Jeugd
Gemiddeld tot groot
Klein
Provincie Zuid-Holland heeft aangegeven dat zij 80% budget RAS Jeugd beschikbaar stellen voor opvoedhulp en nazorg. Zij verwacht dat de overige 20% met gemeentelijke middelen wordt gefinancierd. De komende tijd wordt uitgewerkt hoe dit georganiseerd dient te worden.
BDS
Van de vordering van € 7,2 miljoen op Landsbanki is inmiddels de helft terugontvangen. Er is een risico dat niet het hele bedrag terugkomt. Ook is er een valuta-risico.
Klein
Groot
Ontwikkelingen worden nauw gevolgd via de groep van de betrokken overheden, onder initiatief van de provincie Noord-Holland.
SDD
Bij de inkomensondersteuning is het overschot begroot op € 12,5 miljoen. Er een risico dat het overschot lager uitvalt.
Gemiddeld
Groot
IBD
Omzet valt lager uit door slechte economische omstandigheden
Gemiddeld
Gemiddeld
Er wordt actief geworven naar extra opdrachten, bij de Drechtsteden en bij externe partijen.
GBD
Inkomsten uit aanmaningen en dwangbevelen
Klein
Klein
Niet alle opgelegde kosten zullen worden ontvangen. Hiervoor is een voorziening gevormd. Er wordt vanuit gegaan dat die voorziening afdoende is, maar er zijn nog geen ervaringscijfers.
OCD
Onvoldoende interne en externe opdrachten
Gemiddeld
Klein
33
- het definitieve rijksbudget kan lager uitvallen - de bestandsreductie wordt mogelijk niet gerealiseerd - de variant van loondispensatie zou niet kunnen worden gerealiseerd Waar nodig en mogelijk worden aanvullende maatregelen genomen.
Het risico van onvoldoende interne opdrachten wordt beperkt door het gezamenlijk opstellen van een onderzoeksprogramma. Voor externe opdrachten vindt acquisitie plaats. Waar nodig vindt kostenbesparing plaats om binnen het budget te blijven.
34
Resultaat na bestemming
250.900
446
250.454
Resultaat voor bestemming
Resultaatbestemming
0
1.549
Onderzoekcentrum Drechtsteden
Algemene dekkingsmiddelen
4.694
41.132
Servicecentrum Drechtsteden
Gemeentebelastingen Drechtsteden
7.522
Ingenieursbureau Drechtsteden
189.149
2.131
Bestuur en staf
Sociale Dienst Drechtsteden
4.277
Lasten
250.900
0
250.900
100
1.549
4.694
41.132
7.868
189.149
2.131
4.277
Baten
0
-446
446
100
0
0
0
346
0
0
0
Saldo
Primaire begroting
Bureau Drechtsteden
Programma
8.593
0
8.593
0
0
0
1.227
0
7.071
250
45
Lasten
8.593
0
8.593
0
0
0
1.227
0
7.071
250
45
Baten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Saldo
Begrotingswijziging
259.493
446
259.047
0
1.549
4.694
42.359
7.522
196.220
2.381
4.322
Lasten
259.493
0
259.493
100
1.549
4.694
42.359
7.868
196.220
2.381
4.322
Baten
0
-446
446
100
0
0
0
346
0
0
0
Saldo
Geactualiseerde begroting
4. Financiële begroting
4.1 Recapitulatie programmabegroting (bedragen x € 1.000)
4.2 Begrotingswijzigingen Begrotingsprogramma Bureau Drechtsteden Bestuur en staf
Sociale Dienst Drechtsteden
Servicecentrum Drechtsteden
Totaal
Bedrag (x €1.000) Lasten Baten 25 25 20 20 20 20 -20 -20 250 250 2.868 2.868 -350 -350 4.103 4.103 -1.010 -1.010 1.460 1.460 482 482 270 270 120 120 230 230 125 125 8.593 8.593
Toelichting Bijdrage WMO-regiegroep Verschuiving van Bestuur en staf Hoger budget Drechtstedendinsdag Verschuiving naar bureau Drechtsteden Innovatiebudget Hogere baten en lasten Participatiebudget Lagere baten en lasten Kinderopvang Hogere baten en lasten Inkomensondersteuning Lagere baten en lasten WMO Hogere baten en lasten Apparaatskosten Hogere loonkosten CAO Kosten Inkoop Nieuwe Stijl Kosten Cognos Hogere kapitaallasten licenties en restpunten GRID Extra beheerkosten oude ICT-systemen (legacy)
4.3 Overzicht reserves 2013 Toevoeging Onttrekking
Stand per 01-01 Algemene reserve
Stand per 31-12
84
0
0
84
117
0
0
117
1.271
0
0
1.271
BDS BWS
568
0
510
58
SDD Exploitatiereserve
250
0
0
250
2.480
12.500
0
14.980
299
0
0
299
SDD Inburgering
0
0
0
0
SDD Innovatiereserve
0
0
0
0
SDD WMO HH
0
0
0
0
IBD Exploitatiereserve
0
0
0
0
SCD Exploitatiereserve
3
0
0
3
SCD Frictiekosten MPO
1.829
0
0
1.829
GBD Exploitatiereserve
164
0
0
164
OCD Exploitatiereserve
100
0
0
100
7.165
12.500
510
19.155
Bestemmingsreserve BDS Exploitatiereserve BDS Noordoevers
SDD Inkomensondersteuning SDD Minimabeleid
Totaal
35
Alblasserdam
Dordrecht
H.I. Ambacht
Papendrecht
Sliedrecht
Zwijndrecht
Totaal
Bijlage: Bijdragen per gemeente (bedragen x € 1.000)
99 6 39 5 4 28 5 4 2 6 -
606 36 364 31 23 172 28 23 11 34 60
143 8 54 7 5 38 6 5 3 8 14
163 9 71 8 6 46 8 6 3 9 16
123 7 55 6 5 35 5 2 7 12
227 13 107 11 9 64 10 9 4 13 22
1.361 79 690 68 51 383 57 51 25 77 124
163
1.000
236
269
204
374
2.246
Sociale Dienst Drechtsteden Participatie WSW Kinderopvang Inkomensondersteuning Minimabeleid WMO - Huishoudelijke hulp WMO - Hulpmiddelen en vervoer Schuldbemiddeling en Budgetadvies Apparaatskosten Uitvoeringskosten WMO
410 1.642 3 3.219 224 1.621 720 2 1.075 84
10.020 21.536 126 47.806 3.585 10.850 3.976 50 17.215 522
335 1.087 3 2.537 149 1.598 820 2 715 77
865 2.599 5 5.132 346 1.939 1.001 4 1.662 118
553 1.887 2.693 4.359 7 26 4.330 10.347 281 725 1.837 3.794 977 1.627 4 8 1.351 3.483 113 211
14.070 33.916 170 73.371 5.310 21.639 9.121 70 25.501 1.125
Servicecentrum Drechtsteden Basispakket Pluspakket Additioneel pakket ICT
1.301 493
9.015 1.321 1.433 2.801
1.275 494
2.412 722
1.532 411
2.801 179 796
18.336 1.500 1.433 5.717
-
2.399
462
433
431
669
4.394
58
355
84
95
72
133
797
Programma Bureau Drechtsteden Algemene inwonerbijdrage Regionaal Platform Verkeersveiligheid Waterbus Voorrangscommissie Klachtencommissie Bijdrage wonen Natuur en Milieu Educatie Wet Educatie en Beroepsonderwijs WMO regie Walstroom Energieprogramma Bestuur en staf Algemene inwonerbijdrage
Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Basispakket
Totaal
11.213 135.398 10.165 17.947 15.053 31.908 221.684
36
163
145
37
58
Totaal
Onderzoekcentrum Drechtsteden
D ordrecht (P) 355
2.399
8.579 1.299 1.409 2.436
10.575 21.536 386 43.434 3.386 10.479 5.341 25 17.123 362
889
597 36 364 31 23 172 28 23 0 34 60
355
2.399
9.015 1.321 1.433 2.801
10.020 21.536 126 47.806 3.585 10.850 3.976 50 17.215 522
1.000
606 36 364 31 23 172 28 23 11 34 60
D ordrecht (A )
11.213 131.381 135.398
58
0
10.810
0
1.238 0 0 386
Servicecentrum Drechtsteden Basispakket Pluspakket Additioneel pakket ICT
Gemeentebelastingen Drechtsteden
1.301 0 0 493
498 1642 6 2.928 214 1.609 750 1 1.083 58
410 1.642 3 3.219 224 1.621 720 2 1.075 84
99 6 39 5 4 28 5 4 2 6 0
A lblasserdam (P)
97 6 39 5 4 28 5 4 0 6 0
A lblasserdam (A )
Sociale Dienst Drechtsteden Participatie WsW Kinderopvang Inkomensondersteuning Minimabeleid WMO - Huishoudelijke hulp WMO - Hulpmiddelen en vervoer Schuldbemiddeling en Budgetadvies Apparaatskosten WMO - uitvoeringskosten
Bestuur en staf
Bureau Drechtsteden Algemene inwonerbijdrage Regionaal Platform Verkeersveiligheid Waterbus Voorrangscommissie Klachtencommissie Bijdrage wonen Natuur en Milieu Educatie Wet Educatie en Beroepsonderwijs WMO regie Walstroom Energieprogramma
H .I. A m bacht (P) 9.715
84
462
1.213 0 0 471
435 1.087 7 2.303 128 1.525 801 1 650 52
210
141 8 54 7 5 38 6 5 0 8 14
H .I. A m bacht (A ) 10.165
84
462
1.275 0 0 494
335 1.087 3 2.537 149 1.598 820 2 715 77
236
143 8 54 7 5 38 6 5 3 8 14
Papendrecht (P) 17.323
95
433
2.295 0 0 691
980 2.599 14 4.662 312 1.956 1.050 2 1.577 79
239
160 9 71 8 6 46 8 6 0 9 16
Papendrecht (A ) 17.947
95
433
2.412 0 0 722
865 2.599 5 5.132 346 1.939 1.001 4 1.662 118
269
163 9 71 8 6 46 8 6 3 9 16
S liedrecht (P) 14.511
72
431
1.457 0 0 382
670 2.693 21 3.935 255 1.858 932 2 1.287 81
181
122 7 55 6 5 35 0 5 0 7 12
S liedrecht (A ) 15.053
72
431
1.532 0 0 411
553 2.693 7 4.330 281 1.837 977 4 1.351 113
204
123 7 55 6 5 35 0 5 2 7 12
Z w ijndrecht (P) 31.264
133
669
2.667 176 0 1050
2.104 4.359 82 9.395 656 3.707 1.986 4 3.319 143
333
223 13 107 11 9 64 10 9 0 13 22
Z w ijndrecht (A )
Totaal bijdragen (P) 797
4.394
17.449 1.475 1.409 5.416
15.262 33.916 516 66.657 4.951 21.134 10.860 35 25.038 775
1.996
77 124
1.340 79 690 68 51 383 57 51
797
4.394
18.336 1.500 1.433 5.717
14.070 33.916 170 73.371 5.310 21.639 9.121 70 25.501 1.125
2.246
1.361 79 690 68 51 383 57 51 25 77 124
Totaal bijdragen (A )
31.908 215.000 221.684
133
669
2.801 179 0 796
1.887 4.359 26 10.347 725 3.794 1.627 8 3.483 211
374
227 13 107 11 9 64 10 9 4 13 22
Bijlage: vergelijking bijdragen per gemeente tussen de primaire begroting 2013 (P) en de geactualiseerde begroting 2013 (A) (bedragen x € 1.000)