Concept Geactualiseerde begroting 2015 GR Drechtsteden
Versie dd 11 november 2014
2
INHOUDSOPGAVE
1 1.1
Inleiding Budgettaire kaders en uitgangspunten
5 5
2 2.1 2.2 2.3
Programma's Beleid en Bestuur Sociale Dienst Drechtsteden Bedrijfsvoering A. Ingenieursbureau Drechtsteden B. Servicecentrum Drechtsteden C. Gemeentebelastingen Drechtsteden D. Onderzoekcentrum Drechtsteden E. Bureau Drechtsteden
8 8 12 33 33 35 40 44 47
3 3.1 3.2
Overige paragrafen Risicomanagement Personeelsoverzichten
49 49 51
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Financiële begroting Recapitulatie programmabegroting Begrotingswijziging Algemene dekkingsmiddelen Resultaatbestemming
52 52 53 54 54
Bijlagen Bijdrage per gemeente
55
3
4
1.
Inleiding
Voor u ligt de geactualiseerde begroting 2015. Met deze begroting wordt invulling gegeven aan de kaders en uitgangspunten zoals deze door de Drechtraad voor de zomer zijn vastgelegd in de primaire begroting 2015. In dit document kunt u lezen hoe het bestuur vormt geeft aan de beleidsdoelstellingen en welke middelen hiervoor worden ingezet. De belangrijkste wijziging van de begroting betreft het aanpassen en toevoegen van de budgetten voor de uitvoering van de Participatiewet en de nieuwe taken van de WMO 2015. Daarnaast zijn de actuele Rijksbudgetten verwerkt. De GRD-begroting stijgt daardoor met € 50 miljoen, naar € 320 miljoen. Ook de GRD-organisatie groeit hierdoor in 2015. De personeelsformatie stijgt met 80 fte naar 870 fte. In het begrotingsprogramma van de Sociale Dienst (hoofdstuk 2.2) zijn de wijzigingen in het sociaal domein toegelicht. In de actualisering van begroting 2015 zijn nu nog niet opgenomen de financiële consequenties van het nieuwe Uitvoeringsprogramma Drechtsteden 2014-2018. Het uitvoeringsprogramma doorloopt momenteel de bestuurlijke besluitvormingsprocedure. De financiële consequenties voor de begroting van de GRD kunnen pas in begroting 2015 worden vertaald ná de (definitieve) bestuurlijke besluitvorming. 1.1
Budgettaire kaders en uitgangspunten
De gehanteerde kaders en uitgangspunten zijn conform de beleidslijnen van vorige begrotingen. Bij de primaire begroting 2015, vastgesteld door de Drechtraad op 1 juli 2014, is de indeling van de begroting in begrotings-programma’s aangepast. Deze nieuwe indeling is nu gehandhaafd. Voorheen had elk bedrijfsonderdeel van de GRD een eigen begrotingsprogramma. Bij de nieuwe indeling wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds de beleidsvelden en anderzijds de interne bedrijfsvoering. Hierdoor komt meer nadruk te liggen bij de beleidsinhoudelijke aspecten van de begroting. Met de nieuwe indeling sluit de opzet van de begroting ook beter aan bij de structuur en inhoud van het regionaal meerjarenprogramma. Bij de Sociale Dienst zijn beleidsinhoud en -uitvoering nauw verweven. Mede gezien de financiële omvang is daarom voor de Sociale Dienst een afzonderlijk begrotingsprogramma gehandhaafd. In de begroting zijn alle bedragen in duizenden euro’s tenzij anders aangegeven. Indexering staand beleid Volgens het financieel beleid worden budgetten en gemeentelijke bijdragen jaarlijks aangepast voor loon- en prijsontwikkelingen, op basis van de raming van het Centraal Plan Bureau. Volgens de kortetermijnramingen van september 2014 kent 2015 een prijsstijging van 1,25% (prijsmutatie bruto binnenlands product). De CPB-raming van de loonkostenstijging is in 2014 2,0% en in 2015 1,75% (loonvoet sector overheid). Dit komt overeen met de loonkostenstijging waar gemeenten en GRD mee worden geconfronteerd op basis van de nieuwe CAO. Voorgesteld wordt de loonkostenstijging die voortvloeit uit de nieuwe CAO in de begroting 2015 te verwerken, en een aanpassing voor de prijsstijgingen achterwege te laten. Voor begroting 2015 wordt de loonkostenstijging dan niet binnen de taakstelling opgevangen. Bij de voorbereiding van de begroting 2016 en de verwerking van de mei- en septembercirculaires 2015 van het gemeentefonds zal dit element opnieuw in overweging worden genomen. In totaal bedraagt de structurele loonkostenstijging voor de GRD € 900.000, dat is gemiddeld 1,9%. In de begroting zijn de bedragen per GRD-dochter opgenomen. Rekenrente Voor het financieren van investeringen (bijvoorbeeld in ICT) trekt de GRD geld aan uit de geld- en kapitaalmarkt. Om de rentekosten daarvan te dekken wordt een interne rekenrente gebruikt. Die calculatorische rente wordt als kosten opgenomen in de begroting van de diverse begrotingsprogramma’s, met name die van het Servicecentrum. De interne opbrengst van de rekenrente versus de werkelijk betaalde rente leidt tot het renteresultaat dat is opgenomen bij de Algemene dekkingsmiddelen.
5
De rekenrente bedraagt op dit moment 4%. De werkelijke rentekosten zijn lager. GRD heeft één lening opgenomen die een rente kent van 2,6%. Deze lening wordt in 2016 geheel afgelost. Er is dus sprake van een positief renteresultaat. Daarvan wordt via de begroting € 150.000 aan het SCD toegerekend. Het resterend renteresultaat krijgt via de vaststelling van de jaarrekening een bestemming. Aangezien de rente op geld- en kapitaalmarkt al een aantal jaren laag is, wordt nu voorgesteld de interne rekenrente te verlagen naar 3%. Voor de totale begroting heeft dat geen effect, maar het geeft wel een zuiverder beeld van de exploitatielasten. Voor de begroting van het Servicecentrum betekent het dat de lasten dalen, in 2015 met € 129.000, terwijl tegelijkertijd de bijdrage aan het SCD vanuit de Algemene dekkingmiddelen met hetzelfde bedrag afneemt. Per saldo is het effect nihil. Bij de 1e en 2e burap zal wordt gerapporteerd over het renteresultaat en zal een eventuele nieuwe bijdrage van het renteresultaat aan de exploitatie van het SCD worden bezien. Taakstellingen Sinds 2010 heeft de GRD een jaarlijks oplopende bezuinigingstaakstelling, die leidt tot een structurele daling van de gemeentelijke bijdragen met 10% in 2015, totaal € 6,0 miljoen. Deze bezuiniging is vastgesteld om een bijdrage te leveren aan de financiële krapte bij de gemeenten, via het principe van “samen trap op, samen trap af”. In 2015 is het volledige bedrag van de taakstelling gerealiseerd en structureel in de begroting verwerkt. Deze taakstelling heeft de volgende opbouw over de jaren. (Bedragen x € 1.000) Totaal
2011 2.000
2012 3.500
2013 4.500
2014 5.500
2015 6.000
De maatregelen om deze taakstelling te realiseren zijn inmiddels vastgesteld en uitgevoerd. Voor het grootste deel zijn de bezuinigingen gerealiseerd door het optimaliseren van de interne werkprocessen en efficiency. Dit heeft onder andere geleid tot een daling van de personeelsformatie met 10%. Sociale Dienst (€ 1,1 miljoen ketenkorting) en Servicecentrum (€ 1,0 miljoen VIP) hebben uit het verleden ook nog specifieke taakstellingen die ook reeds geheel in de begroting zijn verwerkt. Zomermotie 2012 De Drechtraad heeft in juli 2012 de zomermotie aangenomen, met een aanvullende taakstelling van € 450.000 om de budgetstijging voor het onderdeel Bestuur en staf op te vangen. Dit bezuinigingspakket is als volgt vastgesteld, en reeds verwerkt in de geactualiseerde begroting 2015. 2013
2014
2015 € € € € € € € € € € €
GBD – inbesteden werkzaamheden GBD – doorontwikkeling tax.software GBD – strategische personeelsplanning GBD – omzetten inhuur - vast GBD – contract software BDS – bijdrage WEB BDS – bijdrage WMO regiegroep BDS – bijdragen klachtencommissie BDS – budget ONS-D BDS – formatie en inhuur OCD – verlaging basispakket
€ 10.000 € 17.000 € 25.000 € 10.000 € 15.000
€ 30.000 € 55.000 € 23.000 € 17.000 € 51.000 € 25.000 € 10.000 € 20.000 € 50.000 € 50.000
Totaal
€77.000 € 450.000 € 373.000
Taakstelling Zomermotie Incidentele dekking
2016
2017
30.000 55.000 98.000 23.000 17.000 51.000 25.000 10.000 20.000 50.000 50.000
€ 30.000 € 85.000 € 139.000 € 23.000 € 17.000 € 51.000 € 25.000 € 10.000 € 20.000 € 50.000 € 50.000
€ 30.000 € 85.000 € 139.000 € 23.000 € 17.000 € 51.000 € 25.000 € 10.000 € 20.000 € 50.000 € 50.000
€331.000
€429.000
€500.000
€500.000
€ 450.000 € 119.000
€ 450.000 € 21.000
€ 450.000 -
€ 450.000 -
De incidentele dekking wordt in de loop van 2015 ingevuld. e
2 ronde trap af De meicirculaire 2013 van het gemeentefonds heeft geleid tot een nieuwe financiële taakstelling. De generieke kortingen op het gemeentefonds zijn vertaald in een extra bezuinigingsopgave, bovenop de e 1 ronde trap af, en de zomermotie.
6
e
De Drechtraad heeft in januari 2014 de kaders hiervoor vastgesteld. De 2 ronde trap af heeft de volgende omvang: % Bedrag (x € 1 miljoen) 2014 1,5 € 1,0 2015 3,0 € 2,0 2016 4,5 € 3,0 Het bezuinigingsbedrag is daarbij gebaseerd op de beïnvloedbare gemeentelijke bijdragen uit de primaire begroting 2014 (totaal € 66 miljoen). e De bezuinigingen uit de 2 ronde trap af zijn nog niet in de geactualiseerde begroting 2015 verwerkt. De Drechtraad ontvangt hiervoor eind 2014 inhoudelijke voorstellen. Na besluitvorming over die e voorstellen vindt de financiële vertaling plaats bij de 1 burap 2015. De bezuinigingsbedragen zijn niet taakstellend in de begroting opgenomen. De toezichthouder, provincie Zuid-Holland, accepteert geen financiële taakstellingen in de begroting zonder inhoudelijke onderbouwing. Daarnaast zijn de consequenties voor de gemeentelijke bijdragen sterk afhankelijk van de inhoud van de bezuinigingsmaatregelen, in verband met de verschillende verdeelsleutels.
7
2.
Programma’s
2.1
Beleid en Bestuur
Dit is een staand beleid begroting. Dat betekent dat er voor dit programma geen nieuwe beleidsvoorstellen zijn opgenomen. De basis voor dit programma-onderdeel is afgelopen jaren het regionale meerjarenprogramma 2012-2014 (rMJP) geweest. Dit rMJP wordt in 2014 afgerond. Vanaf april 2014 is gewerkt aan een nieuw politiek-maatschappelijk rMJP. Allereerst heeft de Drechtraad een raadsprogramma opgesteld. Daarna heeft het Drechtstedenbestuur een hierop gebaseerd uitvoeringsprogramma opgesteld. Beide documenten vormen samen het nieuwe rMJP. Op moment van schrijven van deze begroting is de besluitvorming over het nieuwe rMJP nog niet afgerond. Nadat besluitvorming over dit nieuwe rMJP is afgerond zal het verder worden vertaald in jaarlijks uit te voeren activiteiten, in 2015 samenkomend in een werkprogramma 2015 dat onderdeel van de begroting 2015 zal vormen en dat mee gaat lopen in de reguliere P&C cyclus van de GRD. Totaal van het begrotingsprogramma Primaire begroting 2015 Lasten Fysiek
Baten
Actuele begroting 2015
Saldo
Lasten
Baten
Afwijking
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
2.040
2.167
127
2.047
2.174
127
7
7
0
Economie
758
758
0
759
759
0
1
1
0
Sociaal
758
758
0
759
759
0
1
1
0
1.957
1.957
0
1.978
1.978
0
21
21
0
127
0
-127
127
0
-127
0
0
0
5.640
5.640
0
5.669
5.669
0
29
29
0
Bestuur en staf Mutaties reserve Geraamd resultaat
Onderdeel Fysiek, Economie en Sociaal Wat willen we bereiken? In maart 2014 zijn verkiezingen bij de zes Drechtstedengemeenten geweest. Deze verkiezingen hebben geleid tot veranderingen en verschuivingen in het Drechtstedenbestuur en de Drechtraad. Onder aansturing van de Drechtraad is inmiddels een aanzet gegeven voor een nieuw politiek en maatschappelijk gedragen regionaal Meerjarenprogramma 2014-2018 in de vorm van een raadsprogramma met ambities en speerpunten op de onderdelen fysiek, economie en sociaal. Op basis van het raadsprogramma heeft het Drechtstedenbestuur een concept uitvoeringsprogramma opgesteld. De besluitvorming over dit uitvoeringsprogramma is nog niet afgerond. Afhankelijk van de besluitvorming zullen de onderdelen fysiek, economie en sociaal van het programma beleid worden ingevuld. Bij het opstellen van deze begroting (eind 2014) wordt dus nog gewerkt aan de hand van het meerjarenprogramma Drechtsteden 2011-2014 (rMJP). In dit rMJP zijn de volgende speerpunten benoemd. Maritieme en logistieke topregio; met als doel het versterken van economische activiteiten door het scheppen van goede randvoorwaarden die investeringen door het bedrijfsleven mogelijk maken en door verbindend te zijn tussen overheid, ondernemers en onderwijs. Aantrekkelijk woonklimaat; gericht op verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving door aantrekkelijke en veilige woonmilieus te maken, het voorzieningenniveau op orde te hebben, en aantrekkelijke groene recreatieve landschappen te behouden en te verbeteren. Sociaal sterk; gericht op vergroting van de participatie in de samenleving; het versterken van de zelfredzaamheid en de sociale veiligheid door mensen in staat te stellen zelf te voorzien in werk en in sociale netwerken. Als dit niet lukt, bieden we een sociaal vangnet.
8
Doorontwikkeling van de Drechtstedensamenwerking; ter versterking van de realisatiekracht van de Drechtsteden in de inhoudelijke strategische agenda is de inzet gericht op de doorontwikkeling van de Drechtstedensamenwerking.
Wat gaan wij daarvoor doen? Om de in het nieuwe rMJP opgenomen ambities te kunnen realiseren wordt het regionaal werkprogramma 2015 opgesteld. Dit onderdeel wordt verder uitgewerkt in de eerste wijziging van de actuele begroting 2015, nadat vaststelling van het Uitvoeringsprogramma van het Drechtstedenbestuur heeft plaatsgevonden. De nu voorliggende begroting gaat nog uit van de financiële kaders zoals tot nu toe gehanteerd rondom het rMJP 2011-2014. Hoe gaan we dit meten? Dit onderdeel wordt verder uitgewerkt in de eerste wijziging van de actuele begroting 2015, nadat vaststelling van het Uitvoeringsprogramma van het Drechtstedenbestuur heeft plaatsgevonden. Wat gaat het kosten? Dit onderdeel is een clustering van de drie beleidsprogramma’s fysiek, economie en sociaal. Primaire begroting 2015 Lasten Fysiek Economie Sociaal Mutaties reserve Geraamd resultaat
Baten
Actuele begroting 2015
Saldo
Lasten
Baten
Afwijking
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
2.040
2.167
127
2.047
2.174
127
7
7
0
758
758
0
759
759
0
1
1
0
758
758
0
759
759
0
1
1
0
127
0
-127
127
0
-127
0
0
0
3.683
3.683
0
3.692
3.692
0
9
9
0
Ten opzichte van de primaire begroting nemen de lasten en baten toe met € 9.000. In de resultatenanalyse is de verklaring opgenomen van dit verschil. Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting A B C
A B C
Omschrijving afwijking Lasten CAO stijging Bijdrage Bestuursaccoord Water Lagere kosten OCD Subtotaal Baten CAO stijging Bijdrage Bestuursaccoord Water Lagere gemeentelijke bijdrage kosten OCD Subtotaal Totaal baten en lasten Mutaties reserve Geraamd resultaat
I/S
Voordeel
Nadeel
Saldo
Gemeente
S
19
-19
Alle zes
I S
5
-5
Alle zes
24
-9
S I
15 15 19 5
S
19 5
Alle zes Alle zes
15 24 9 0
15 9 0
9 0 0
9
9
0
Toelichting: A. CAO stijging Als gevolg van de CAO onderhandelingen zullen de personele lasten op het programma € 19.000 hoger uitkomen. B. Bijdrage Bestuursaccoord Water In het Bestuursaccoord Water wordt samenwerking in de waterketen tussen gemeenten en waterschappen geregeld. De VNG levert hierbij ondersteuning. Deze (verplichte) ondersteuning kost €5.000 per jaar voor de Drechtsteden-gemeenten. Deze bijdrage geldt voor de jaren 2014 tot en met 2016. De bijdrage zal via de bijdragenstaat opgehaald worden bij de zes gemeenten.
9
C. lagere kosten OCD Het tweede orde effect door de wijziging van de financiering van het Onderzoekcentrum Drechtsteden is nu in de begroting verwerkt. Dit leidt tot € 15.000 lagere lasten en lagere gemeentelijke bijdragen.
Onderdeel Bestuur en Staf Wat willen we bereiken? Bestuur
sterke, aantrekkelijke, bereikbare regio
politiek/maatschappelijk gestuurd rMJP
programmering: helder belegde bevoegdheden doortastend bestuur, politiek gecontroleerd efficiënte en effectieve ambtelijke organisatie
Op 1 oktober 2013 heeft de Drechtraad zijn visie op de samenwerking en toekomst van de Drechtsteden vastgesteld Deze visie op de samenwerking en toekomst van de Drechtsteden geeft overzicht van de principes voor de samenwerking, de principes voor de strategische agenda Drechtsteden en de programmering, de principes voor het netwerkbestuur, en de principes voor het organisatienetwerk. Aan de hoofdnotitie is een notitie met uitwerking van de toekomst van het netwerkbestuur verbonden, waarmee de Drechtraad een aantal belangrijke besluiten neemt over concrete maatregelen ter versterking van het netwerkbestuur, ondersteunend aan de opdracht van het bestuur de ambities, opgaven en taken die aan de regio zijn toebedeeld te realiseren. Na de gemeenteraadsverkiezingen bij de zes Drechtstedengemeenten is na een formatieproces op 1 juli het nieuwe Drechtstedenbestuur aangewezen.
De Drechtraad heeft direct bij zijn installatie op 15 april 2014 het initiatief genomen tot formulering van zijn ambities voor de regio Drechtsteden. Dit heeft geleid tot de Contouren Raadsprogramma Drechtraad 2014-2018, in het verlengde waarvan de Drechtraad in zijn vergadering van 1 juli 2014 aan het Drechtstedenbestuur opdracht heeft gegeven zijn Uitvoeringsprogramma op te stellen. In de zomermaanden heeft het Drechtstedenbestuur hierop een Concept Uitvoeringsprogramma Drechtstedenbestuur 12014-2018 opgesteld en direct na het zomerreces ter agendering aan de Drechtraad aangeboden. Het proces van behandeling regionaal en inbreng van zienswijzen lokaal is voorzien in het najaar van 2014. Staf Samen met de gemeenten proberen wij ons werk zo slim mogelijk uit te voeren, tegen zo laag mogelijke kosten. Zodat de middelen die we daarmee voor de gemeenten uitsparen, ingezet kunnen worden voor de leefbaarheid in de wijken, voor veilige wegen of voor goed onderwijs. Vanuit de concernstaf sturen wij op het leveren van een zo groot mogelijke meerwaarde voor onze eigenaren en klanten. De GRD biedt excellente dienstverlening, om de gemeenten te ondersteunen in hun kerntaken en bij het bereiken van hun doelen. Dit doen wij: Met publieke zakelijkheid: we combineren maatschappelijke betrokkenheid en kennis van omgeving en het netwerk, met professionele fermheid, zakelijkheid en doelmatigheid. Met degelijkheid: onze klanten en eigenaren mogen vertrouwen op gedegen producten tegen een acceptabele prijs, met continuïteit in kwaliteit en levering. Met innovatie: we zoeken voor onze klanten continu naar mogelijkheden om producten te verbeteren en kosten te verlagen, om onze doelmatigheid te verhogen. Daarbij zijn we grensverleggend zonder risico’s te vergroten.
10
De GRD-organisatie is sterk in ontwikkeling. Vanuit een pioniersfase zijn we inmiddels gegroeid naar een fase waarin professionaliteit, zakelijkheid en optimale dienstverlening door onze klanten mag worden verwacht. Daartoe zoeken wij binnen de eigen organisatie én in overleg met onze eigenaren/klanten naar mogelijkheden om onze producten te verbeteren, onze processen te stroomlijnen en onze kosten te verlagen. Vanuit onze wens om continu te innoveren zien wij de nodige verbeterpunten. Daarnaast hebben wij een aantal krachtige punten die we nog verder willen benutten. Wat gaan we daarvoor doen? Dit onderdeel wordt verder uitgewerkt in de eerste wijziging van de actuele begroting 2015, nadat vaststelling van het Uitvoeringsprogramma van het Drechtstedenbestuur heeft plaatsgevonden. Hoe gaan we dit meten? Op dit moment zijn er geen indicatoren benoemd. Er vindt bewaking plaats op de voortgang van de totstandkoming van deze producten. Wat gaat het kosten? (bedragen x € 1.000) Primaire begroting 2015 Lasten Saldo van baten en lasten Mutaties reserve Geraamd Resultaat
Baten
Actuele begroting 2015
Saldo
Lasten
Baten
Afwijking
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
1.957
1.957
0
1.978
1.978
0
21
21
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.957
1.957
0
1.978
1.978
0
21
21
0
Omschrijving afwijking Lasten
I/S
Voordeel
Nadeel
CAO stijging Subtotaal Baten
S 0
21 21
-21 -21
CAO stijging Subtotaal
S
21 21
0 21
21 0
Totaal baten en lasten Mutaties reserve
21 0
21 0
0 0
Geraamd resultaat
21
21
0
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting A
A
Saldo
Gemeente Zes gemeenten
A. CAO stijging Als gevolg van de CAO onderhandelingen zullen de personele lasten op het programma € 21.000 toenemen.
11
2.2
Sociale Dienst Drechtsteden Verandering
De omgeving verandert 2015 is het jaar van grote veranderingen in het sociale domein. Niet eerder in de recente geschiedenis heeft een kabinet, binnen één domein, op hetzelfde moment, op zoveel onderdelen, zulke grote hervormingen doorgevoerd. De belangrijkste van deze veranderingen worden manifest op 1 januari 2015. Dan zullen de nieuwe Jeugdwet, de Zorgverzekeringswet, de Wet langdurige zorg, de Wmo 2015 en de Participatiewet (met daarin opgenomen de eerder beoogde aanpassingen in de Wet Werk en Bijstand) van kracht worden. Bovendien is in 2014 al fors ingegrepen op het gebied van het arbeidsrecht (verkorting ww-duur, aanpassing flexwet, etc.) en zijn maatregelen genomen die (op termijn) negatief kunnen doorwerken in de koopkracht van specifieke groepen burgers (intrekking financiële regelingen chronisch zieken en gehandicapten, maatregelen woonakkoord, invoering leenstelsel studiefinanciering, hervorming kindregelingen, etc.). Tegen de achtergrond van deze verander(en)de werkelijkheid speelt nog steeds de economische crisis. Hoewel de eerste tekenen van economisch herstel zich volgens het CPB aftekenen, reageert de arbeidsmarkt vertraagd op het herstel. De werkloosheid zal daarom naar verwachting in 2015 slechts licht dalen. In het verleden is gebleken dat de ontwikkeling van de bijstand na-ijlt op de werkloosheidscijfers, daarom wordt op dit gebied in 2015 nog geen grote verbetering verwacht. Maar ook andere effecten van de crisis worden zichtbaarder en de financiële druk op een deel van de bevolking groeit. Dit blijkt onder andere uit de volumeontwikkeling op een aantal kernindicatoren: het aantal faillissementen neemt toe, het aantal mensen met (gemiddeld steeds hogere) schulden stijgt, evenals het aantal wanbetalers, onder andere met betrekking tot de premie collectieve zorgverzekering. De gemeenten hebben een andere opdracht De rode draad bij al deze veranderingen is dat van de burger, samenleving en markt meer verantwoordelijkheid wordt gevraagd, ook in financiële zin. De rijksoverheid treedt daarbij steeds verder terug, terwijl gemeenten in stelling worden gebracht om, dicht bij de burger en tegen een gereduceerd budget, dienstverlening op maat te bieden. Gemeenten staan daarmee voor de uitdaging invulling te geven aan de verander(en)de relatie tot haar burgers en, voor een efficiënte dienstverlening, nieuwe verbindingen te leggen. Een opvallende en complicerende factor is dat de rijksoverheid naast deze terugtrekkende beweging en het geven van meer verantwoordelijkheid aan burgers en gemeenten ook een tegengestelde beweging maakt met meer en strakkere verplichtingen. Dit speelt vooral in de Participatiewet – en de daarin opgenomen aanpassingen in de Wet Werk en Bijstand - door het verdergaand inperken van de gemeentelijke beleidsruimte met strakke regels en vormvoorschriften in wet- en landelijke regelgeving. Gemeenten kunnen daardoor moeilijker en vooral minder efficiënt het gevraagde maatwerk leveren aan kwetsbare burgers die niet aan de extra verplichtingen kunnen voldoen. De benodigde uitvoeringskosten die hiermee samengaan, worden nauwelijks gecompenseerd. Andere opdracht leidt tot uitbreiding taken en verbreding focus SDD Voor de SDD resulteert de bovengeschetste ontwikkeling in 2015 enerzijds in een uitbreiding van haar taken, een verbreding van haar functie in de samenleving én een forse reductie van de middelen. Aan het takenpakket worden de nieuwe maatwerkvoorzieningen Wmo 2015 toegevoegd. Hetzelfde geldt voor de inkomensondersteuning aan chronisch zieken en gehandicapten. Deze uitbreidingen brengen een nieuwe, meer zorggerelateerde doelgroep, met zich mee. In combinatie daarmee legt ook de Participatiewet nieuwe accenten bij de re-integratie van werkzoekenden en biedt, onder voorwaarde van een aantrekkende arbeidsmarkt, in de toekomst meer handvatten om de arbeidsparticipatie van arbeidsgehandicapten structureel te vergroten. Op het terrein van werk en inkomen is inmiddels in dit licht een apart dienstverleningsproces operationeel voor meer hulpbehoevende doelgroepen en wordt onderscheid gemaakt in dienstverlening gericht op regulier werk dan wel op maatschappelijke participatie. In deze begroting zijn de extra budgetten behorende bij de nieuwe taken opgenomen. De nieuwe taken, een groeiende focus op de zorggerelateerde doelgroepen en het ontschotte budget geven tevens aanleiding tot meer samenwerking met andere partijen in het veld. Het uiteindelijk te bereiken maatschappelijke effect is daarbij leidend. In regionaal verband wordt intensiever
12
samengewerkt, onder andere met betrekking tot de aanpak van multi-probleem gezinnen, de onderkant van de arbeidsmarkt, de aansluiting op lokale Wmo-voorzieningen en de overlap met de Jeugdwet. In lijn met de bewezen aanpak van Baanbrekend Drechtsteden en de Wmo huishoudelijke ondersteuning zal tevens de relatie met marktpartijen verder worden versterkt om de toekomstige dienstverlening onder gezamenlijke verantwoordelijkheid vorm te geven. Voor het eerst sinds jaren, presenteert de SDD een begroting met een tekort op het Inkomensdeel. De stijging van de bijstand wordt, tot op heden, onvoldoende door het Rijk gecompenseerd. De opgebouwde reserve is nog net toereikend om dit tekort op te vangen. Voor de Drechtsteden wordt 2015 een uitdagend jaar. Zij staat voor de dubbele taak om tegelijkertijd de door het kabinet beoogde veranderingen in het sociale domein vorm te geven én de gevolgen van de economische crisis het hoofd te bieden. Dat dit gezien de complexiteit van de opgave niet in één jaar gaat leiden tot een volledig geoptimaliseerde uitvoering mag duidelijk zijn. De prioriteit ligt in 2015 op drie zaken: 1. de beheersing van het bijstandsvolume; 2. detachering van (bestaande) SW-érs en de brede doelgroep Participatiewet; 3. uitvoering van de overgedragen taken in het kader van de Wmo 2015. De uitdaging ligt daarbij niet alleen in het maximaal handhaven van de kwaliteit van de dienstverlening, maar zeker ook in de budgettaire beheersing, aangezien deze taken met beduidend minder budget moeten worden uitgevoerd dan in 2014 het geval was. Die uitdaging gaan de Drechtsteden zeker aan; de jarenlange ervaring in samenwerking biedt daarvoor een uitstekende uitgangspositie. De échte ambitie bestaat uit het bieden van adequate ondersteuning op het gebied van werk, inkomen en zorg zodat burgers in de Drechtsteden zoveel mogelijk zelfstandig kunnen zijn. Samenvatting van de financiële effecten bedragen x € 1.000
Primaire begroting 2015
Actuele begroting 2015
Programma Werk & Inkomen Participatie WSW Inkomensondersteuning
Lasten 156.394 20.477 35.723 100.194
Lasten 150.417 25.348 31.602 93.467
Minimabeleid Kinderopvang Minimabeleid Maatwerkvoorziening Inkomenssteun CZG WMO Huishoudelijke ondersteuning Hulpmiddelen Begeleiding en kortdurend verblijf Persoonlijke verzorging Beschermd wonen Opvang Schuldhulpbemiddeling Schuldbemiddeling Totaal
Baten Saldo 156.394 0 20.477 0 35.723 0 100.194 0
Afwijking
Baten Saldo 150.417 0 25.348 0 31.602 0 93.467 0
Lasten -5.977 4.871 -4.121 -6.727
Baten Saldo -5.977 0 4.871 0 -4.121 0 -6.727 0
9.475 596 8.879 0
9.475 596 8.879 0
0 0 0 0
12.163 585 9.054 2.524
12.163 585 9.054 2.524
0 0 0 0
2.688 -11 175 2.524
2.688 -11 175 2.524
0 0 0 0
37.229 25.023 12.206 0 0 0 0
37.229 25.023 12.206 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
90.903 21.861 11.158 25.569 1.464 29.272 1.579
90.903 21.861 11.158 25.569 1.464 29.272 1.579
0 0 0 0 0 0 0
53.674 -3.162 -1.048 25.569 1.464 29.272 1.579
53.674 -3.162 -1.048 25.569 1.464 29.272 1.579
0 0 0 0 0 0 0
2.992 2.992 206.090
2.992 2.992 206.090
0 0 0
3.065 3.065 256.548
3.065 3.065 256.548
0 0 0
73 73 50.458
73 73 50.458
0 0 0
Waar de Drechtsteden in voorgaande jaren de jaarrekening positief kon afsluiten, wordt in voorliggende begroting 2015 een tekort op het programma Werk en Inkomen, onderdeel Inkomensondersteuning verwacht. Dit tekort wordt opgevangen door de reserve Inkomensondersteuning. De resultaten van de SDD over 2012 en 2013 zijn respectievelijk € 20,5 miljoen en € 9,5 miljoen positief. In de besluitvorming bij de respectievelijke jaarrekeningen is uiteindelijk in 2012 € 11,3 miljoen en in 2013 € 6,0 miljoen uitgekeerd aan de gemeenten. Ook op het programmaonderdeel Wmo huishoudelijke ondersteuning is de afgelopen jaren minder geld uitgegeven dan beschikbaar was bij gemeenten. In 2012 bedroeg het overschot op het
13
rijksbudget circa € 1,4 miljoen, in 2013 € 6,1 miljoen en voor 2014 is de verwachting dat ruim € 10 miljoen niet opgehaald wordt bij de gemeenten. Werk & inkomen Vanaf 1 januari 2015 worden voor drie jaar de middelen voor de gedecentraliseerde taken in het sociaal domein via een integratie-uitkering binnen het gemeentefonds aan de gemeente beschikbaar gesteld. Het wetsvoorstel voor een apart sociaal deelfonds wordt door Minister Plasterk ingetrokken. Het gaat dan om de gebundelde middelen behorend bij de nieuwe taken in de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en het gebundelde Participatiebudget zoals dat per 1 januari 2015 voor de Participatiewet geldt. De doelstelling van de integratie-uitkering sociaal domein is te borgen dat de decentralisaties, ook tijdens de transitieperiode, succesvol verlopen en dat deze middelen ingezet gaan worden voor de uitvoering van de nieuwe gedecentraliseerde taken in het sociaal domein. Vanaf 2018 vallen de middelen geheel binnen de uitgangspunten van het gemeentefonds. In het Participatiebudget 2015 zijn budgetten Wsw (zittend bestand Wsw), het budget voor de nieuwe doelgroep van de Participatiewet en de bestaande re-integratiemiddelen voor de huidige doelgroep samengevoegd. Als uitgangspunt voor de baten wordt het schot binnen de integratie-uitkering sociaal domein gebruikt als kader van de benodigde baten 2015 om het re-integratie instrumentarium en de Wsw te kunnen bekostigen. In 2015 wordt er onverminderd ingezet op beperking van de instroom in de uitkering, verhoging van de uitstroom dan wel de inzet op tijdelijk regulier werk. Daarnaast zal de doelgroep waar een perspectief op regulier werk niet reëel is, ingezet worden op participatieplekken (met behoud van uitkering) om op die manier zoveel mogelijk mensen maatschappelijk te laten participeren. De prognose is dat het beschikbare Participatiebudget, onderdeel van de integratie-uitkering sociaal domein, toereikend zal zijn, mede door de reserveringsregeling van € 2,7 miljoen uit 2014. Zodra de instrumenten definitief zijn bepaald kan er een exacte berekening worden gedaan en indien nodig een keuze worden gemaakt hoeveel klanten van de doelgroepen loonwaarde 100-80%, 80-50% en minder dan 50% kunnen worden bediend van het beschikbare budget. Vooralsnog zijn we bij de lasten er vanuit gegaan om zoveel mogelijk klanten aan het werk te helpen cq te laten participeren. Voorgesteld wordt om aan 1.100 participatieplekken invulling te geven. De kosten zullen circa € 2,5 miljoen bedragen en zijn in deze begroting opgenomen. Momenteel is er nog een beschikbare ruimte op het Participatiebudget van ongeveer € 5,3 miljoen waarbij opgemerkt moet worden dat in de komende maanden nog gewerkt gaat worden aan de nog in te zetten re-integratie instrumenten 2015 waar dit bedrag voor nodig zal zijn. Het overschot is, gezien de grote impact van de Participatiewet per 1 januari 2015, zeer wenselijk waardoor financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen. De begroting welke verband houdt met werkzaamheden van Drechtwerk Personeel worden begroot op € 5 miljoen en wordt 1-op-1 overgeheveld van de begroting van de GR Drechtwerk in de begroting van de SDD. Dit heeft dus geen effect op de bijdragen van de gemeenten, zowel niet voor de begroting van de GRD als voor Drechtwerk. 2015 is het transitiejaar waarbij, bij het opstellen van deze begroting, rekening is gehouden met een bijdrage aan de GR Drechtwerk. Het uiteindelijke exploitatiesaldo wat ontstaat als de SDD beter dan wel slechter presteert dan begroot blijft bij de SDD. De begrote Wsw-budgetten zijn gebaseerd op de indicatieve rijksbudgetten. Vooralsnog is het beeld dat Drechtwerk gedurende 2015 werkgever voor Wsw-ers zal zijn. De middelen worden één op één overgedragen via de gemeenten naar het Wsw-bedrijf ten behoeve van uitvoering van de Wsw onder aftrek van € 2,7 miljoen, dit in verband met de overdracht van de taken van de voormalig SW aan de SDD. De ambitie voor 2015 is om het aantal bijstandcliënten niet te laten stijgen ten opzichte van 31 december 2014. Dit is een grotere ambitie dan de (bijgestelde) doelstellingen voor 2013 en 2014 waar een deel stijging werd geaccepteerd. Tevens is het de ambitie om in 2015 200 personen (deels) te detacheren bij externe werkgevers naast de bestaande Wsw populatie. Bij de jaarwisseling zal de definitieve omvang van het klantenbestandbestand worden gecommuniceerd en waar nodig ten tijde van de eerste programmaverantwoording 2015 bijgesteld.
14
Uitgaande van de geprognosticeerde eindstand aantal klanten 2015 resulteert dit in een verwacht tekort van € 1,9 miljoen op inkomensondersteuning. Dit tekort van € 1,9 miljoen bevat een aantal onzekerheden en afhankelijkheden. De belangrijkste zijn dat de verwachte eindstand 2014 niet zou worden gehaald en de ambitie voor 2015 niet zou worden verwezenlijkt. Tot medio oktober 2014 is er landelijk sprake van een stijgend aantal uitkeringsgerechtigden. Het aantal uitkeringsgerechtigden in 2014 is van belang voor het bepalen van het voorlopig macrobudget 2015. Deze cijfers komen beschikbaar per juni 2015. Mogelijke effecten voor het Drechtstedelijk budget Inkomensondersteuning worden meegenomen in de eerste programmaverantwoording 2015. Het aantal WW-uitkeringen op landelijk niveau is met 10,7% toegenomen ten opzichte van een jaar geleden, terwijl in de arbeidsmarktregio Drechtsteden in dezelfde periode het aantal WW-uitkeringen met 11,3% is gestegen. Daarnaast is het aantal openstaande vacatures op landelijk niveau met 16,1% toegenomen ten opzichte van een jaar geleden. In de arbeidsmarktregio Drechtsteden is in dezelfde periode het aantal openstaande vacatures met 3,5% afgenomen. In de benchmark uitkeringen grote gemeenten behoren we landelijk gezien sinds 2013 tot en met het tweede kwartaal 2014 tot de top 3 van de grote gemeenten wat betekent dat gemiddeld gezien onze regio een hoger stijgingspercentage heeft dan het landelijk gemiddelde. In de reserve Inkomensondersteuning resteert, na de onttrekking in 2014, nog € 2,0 miljoen. Het geprognosticeerde tekort 2015 van € 1,9 miljoen zal worden gedekt door de reserve (€ 2,0 miljoen). De reserve is daarmee bijna nihil. Er resteert nog € 100.000. Minimabeleid Conform primaire begroting. Met de komst van de maatwerkvoorziening inkomenssteun chronisch zieken en gehandicapten en het samenvoegen van de onderdelen met betrekking tot de kinderopvang krijgt het programma minimabeleid er nieuwe taken bij. Deze nieuwe taken en samenvoeging wordt inclusief de onderverdeling van de daarbij behorende budgetten in deze geactualiseerde begroting 2015 verder toegelicht. Wmo Met de komst van de nieuwe Wmo 2015 krijgen gemeenten er nieuwe taken bij naast de al bestaande taken huishoudelijke ondersteuning en individuele voorzieningen. De meicirculaire 2014 geeft nagenoeg definitief inzicht in het (macro)budget voor 2015. In de financiële notitie horende bij het Wmo Beleidsplan Drechtsteden 2015 – 2018 is een verdeling gemaakt van de ter beschikking gestelde budgetten, te onderscheiden naar taken waar gemeenten verantwoordelijk voor zijn. De bedragen vermeld in deze geactualiseerde begroting 2015 zijn hierop afgestemd. Budgetadvies en schuldbemiddeling Conform primaire begroting. Apparaatskosten Het hoofdproces voor de nieuwe Wmo-taken begeleiding en kortdurend verblijf is uitgewerkt in het Inrichtingsplan Sociale Dienst Drechtsteden. Voor de uitvoering van de taken wordt de formatie met 29,5 fte uitgebreid, de totale uitvoeringskosten (inclusief overhead en ICT) worden begroot op € 2.960.000. Naast deze uitbreiding, die nodig is voor de reguliere taken, vindt er in 2015 een groot herindicatie-project plaats. De nieuwe wet stelt als eis dat alle bestaande klanten die een indicatie hebben voor begeleiding en of kortdurend verblijf in 2015 worden geherindiceerd. De formatie wordt tijdelijk uitgebreid in 2015 met 8,5 fte, de kosten worden begroot op € 956.000. Voor de uitvoering van Beschermd wonen is gemeente Dordrecht de centrumgemeente. De SDD zal in opdracht van de centrumgemeente de uitvoering van de maatwerkvoorzieningen opvang en beschermd wonen gaan uitvoeren. Deze uitbreiding van taken gaat gepaard met een uitbreiding van de formatie met 5 fte. De totale kosten van de uitvoering bedragen € 500.000 en zullen middels een dienstverleningsovereenkomst worden doorbelast (budgetneutraal verwerkt). Naast de invoering van nieuwe taken WMO, staan de invoering van de Participatiewet en de integratie van Drechtwerkpersoneel in 2015 centraal. Met de invoering van de Participatiewet komen er nieuwe doelgroepen aan de poort en worden er extra instrumenten ingezet om mensen te ondersteunen naar de arbeidsmarkt. Ook is extra capaciteit nodig voor de uitvoering van het sanctiebeleid, de
15
herbeoordeling van het bestaande klantenbestand, de loonwaardebepaling en de individuele beoordelingen PMB. Verdere beleidswijzigingen worden binnen de huidige capaciteit opgevangen. In 2015 zal de formatie voor een half jaar met 6 extra fte a € 300.000 worden uitgebreid voor het omzetten van het huidige bestand. De formatie zal structureel worden uitgebreid met 5,5 fte voor de extra taken a € 460.000. De uitvoering van de taken van de nieuwe Wmo 2015 en ontwikkelingen Participatiewet hebben gevolgen voor de totale organisatie. De span of support (max 40 medewerkers) voor de leidinggevenden wordt overschreden, de formatie wordt daarom uitgebreid met 1 fte leidinggevende. Daarnaast zal de formatie van de BO met 1 fte senior medewerker worden uitgebreid. Conform de wijziging beleidsplan schuldhulpverlening wordt de formatie voor de afhandeling van bezwaarschriften met 0,5 fte uitgebreid. Daarnaast wordt er conform besluit eerste programmaverantwoording 2014 de formatie Werk en Inkomen met 5,8 fte (4%) uitgebreid als gevolg van de met ruim 20% gestegen klantenaantallen in de afgelopen jaren. Totaal worden deze wijzigingen begroot op € 705.000. De doorberekening van de GR Drechtsteden aan de SDD is verhoogd met € 30.000. De kosten OCD zijn verlaagd met € 86.000. Op 15 juli 2014 hebben de vakbonden en gemeenten een akkoord bereikt over een nieuwe CAO. Het CAO-akkoord moet nog worden voorgelegd aan de leden van de vakbond. Indien de leden instemmen met het akkoord zullen de kosten van de nieuwe CAO € 370.000 bedragen. Voor het opstarten van innovatieve projecten in de transformatieperiode wordt er € 50.000 ontrokken uit de innovatiereserve. De onttrekking aan de reserve is een mutatie op de apparaatskosten maar heeft geen effect op de bijdrage van de gemeente. Bovengenoemde apparaatskosten worden verdeeld over de programma’s.
Begrotingsonderdelen Werk & inkomen Het CPB geeft in het Centraal Economisch Plan 2014 aan dat de Nederlandse economie in het kielzog van het eurogebied langzaam uit het dal klimt. Waar de afgelopen jaren de werkloosheid steeds steeg, is de verwachting dat in 2015 het werkloosheidspercentage zal dalen met 0,25%, van 7,25% van de beroepsbevolking naar 7%. De vooruitzichten voor 2015 vanuit het CPB lijken beter dan de situatie zoals we die tot nu toe in 2014 kennen. In het verleden is echter ook gebleken dat de ontwikkeling van de bijstand na-ijlt op de werkloosheidscijfers, daarom wordt op dit gebied in 2015 nog geen directe verbetering verwacht. Ongeacht de economische omstandigheden blijft de ambitie om zo veel mogelijk mensen uit de uitkering en aan het werk te krijgen. Voor 2015 is onze ambitie om het aantal bijstandcliënten niet te laten stijgen ten opzichte van de eindstand per 31 december 2014. Dit is een grotere ambitie dan de (bijgestelde) doelstelling van 2013 en 2014 waar een deel stijging werd geaccepteerd. Door de invoering van de Participatiewet zal er instroom plaatsvinden van mensen die voorheen in de Wsw zouden zijn gekomen of in de Wajong. Huidige Wsw-werknemers met een vaste dienstbetrekking houden hun wettelijke rechten en plichten. Gedurende de komende decennia neemt het bestand van Wsw-werknemers door natuurlijk verloop geleidelijk af. Voor 2015 wordt een geschatte toename van jaarlijks 200 mensen verwacht vanuit de nieuwe doelgroepen en de aanzuigende werking van de Participatiewet. Er wordt een geschatte structurele toename van ongeveer 600 mensen verwacht, per 2018. Per 2015 vindt een wijziging in de regels van de WWB plaats. Deze regels gaan integraal over in de Participatiewet. De arbeidsverplichtingen worden grotendeels geüniformeerd waardoor gemeentelijke beleidsruimte verdwijnt. Bijvoorbeeld verdwijnt de gemeentelijke beleidsruimte om een deel van de hoogte van de uitkering met het toeslagen- en verlagingenbeleid in te vullen. Hiervoor in de plaats wordt de kostendelersnorm ingevoerd. Hierin wordt het aantal meerderjarige inwoners bepalend voor de hoogte van het bijstandsrecht. Hoe meer mensen in een huis wonen, hoe lager de bijstand. Alleen kinderen onder de 21 jaar, studenten en personen (geen ouders of kinderen) die een commerciële
16
relatie hebben met de hoofdbewoner, tellen niet mee. De wijziging van de kostendelersnormen gaat voor mensen met een bestaande uitkering pas in op 1 juli 2015. De norm voor alleenstaande ouders verdwijnt. Deze personen gaan een lagere alleenstaande-norm ontvangen. De verhoging van het door de Belastingdienst uit te betalen kindgebondenbudget compenseert dit verschil. Deze beide wijzigingen van de bijstandsnormen zorgen voor een terugval in inkomen die, afhankelijk van het aantal inwonenden en de samenloop van beide wijzigingen, grote financiële gevolgen zal hebben. Hierom is dan ook een overgangsperiode tot 1 juli 2015 in de Participatiewet opgenomen voor bestaande klanten, die onder de kostendelersnorm gaan vallen. Voor alleenstaande ouders, die ook met de kostendelersnorm te maken krijgen geldt zelfs een overgangsrecht tot 1 januari 2016. Een zo groot mogelijke zelfstandigheid voor burgers, waarbij ze vanuit hun eigen verantwoordelijkheid participeren in de samenleving, staat centraal. De SDD is een betrouwbare en betrokken partner die burgers mogelijkheden biedt om hun bestaanszekerheid te vergroten en om hen naar vermogen te laten participeren in de samenleving. De doelstelling is om zoveel mogelijk mensen actief te krijgen, binnen de beperkingen van de markt en de beschikbare middelen. Uitkeringsgerechtigden worden zo mogelijk naar de reguliere arbeidsmarkt begeleid en als dat niet reëel haalbaar is naar activiteiten gericht op maatschappelijke participatie (met behoud van uitkering). Tevens is het de ambitie om in 2015 200 personen (deels) te detacheren bij externe werkgevers naast de bestaande Wsw populatie. Wat willen wij bereiken? •
Het aantal mensen dat eind 2015 een uitkering ontvangt is (maximaal) gelijk aan de stand op 1 januari 2015.
Wat gaan wij daarvoor doen? Om de ambitie, eind 2015 een stijging van 0% op het klantenbestand, te kunnen realiseren ten opzichte van 1 januari 2015 wordt er onverminderd ingezet op beperking van de instroom in de uitkering en verhoging van de uitstroom. Per 2015 kan met de Participatiewet sterker ingezet worden op uitzend, deeltijd- en flexwerk en de toepassing van loonkostensubsidie om zo flexibel mogelijk te kunnen inspelen op kansen op de arbeidsmarkt en zodoende de uitkeringslasten zo laag mogelijk te houden. Met de integratie van het voormalige Drechtwerk Personeel bij de SDD is een integrale werkgeversbenadering vormgegeven. Daarbij wordt ook verdere samenwerking met het UWV bezien. Eenduidige werkgeversbenadering: één werkgeversbenadering voor alle werkgevers en werkzoekenden aan de onderkant van de markt maakt een eenduidige, eenvoudige en vraaggerichte dienstverlening mogelijk. Vraag en aanbod komen hier samen en de dienstverlening is transparant, simpel en snel. Zo ontstaat een duidelijke en service gerichte dienstverlening aan werkgevers en werkzoekenden. Dat is een essentiële voorwaarde om burgers zelfredzaam te laten zijn en om aan de vraag vanuit de markt te kunnen voldoen en succesvol uitvoering te geven aan de Participatiewet. Beperking van de instroom: na de zoekperiode gaan nieuwe aanmelders naar onze (preventieve) informatiebijeenkomst over rechten en plichten, en wordt een screening aan de ‘poort’ gedaan in verband met een eventueel recht op voorliggende voorzieningen. Iedere cliënt is anders. In de aanpak naar uitstroom zullen wij deze verschillen tussen mensen erkennen en maatwerk leveren en waar mogelijk uit te laten stromen naar werk. Indien uitstroom naar werk niet reëel lijkt zal worden ingezet op maatschappelijke participatie van betrokkenen (met behoud van uitkering), mits er voldoende plekken zijn. Begeleiding van cliënten met meer mogelijkheden Om uitstroom te realiseren zetten wij onder andere de volgende instrumenten in voor cliënten met meer capaciteiten en mogelijkheden: Verhoging van de uitstroom: In 2015 zetten we verder in op een aantal projecten om de uitstroom te verhogen:
17
•
•
• •
de ‘Sollicitatiewerkplek’ (sWp): mensen die een beroep komen doen op ondersteuning werk en inkomen zijn verplicht het programma ‘Sollicitatiewerkplek’ (sWp) te volgen. In de sWp worden mensen in hun kracht gezet om actief aan de slag te gaan met het vinden van werk. De ‘Werkfactor’: deze is er op gericht om in groepsbijeenkomsten mensen te ondersteunen om aan het werk komen. De focus ligt daarin minder op het traditioneel CV en het werkverleden en meer op de competenties, passie en ambities van betrokkenen. Van de 287 klanten die in 2014 hebben deelgenomen aan dit traject is 24% uitgestroomd naar werk. Dit resultaat is direct toewijsbaar aan dit traject. Momenteel wordt het project geëvalueerd. Afhankelijk van de uitkomsten wordt besloten of dit project wordt gecontinueerd. Baanbrekend Drechtsteden zal in 2015 bijdragen aan de gezamenlijke inspanningen om de uitstroom te bevorderen met 700 (directe) plaatsingen. Buzinezzclub: geeft jongeren tussen de 17 en 27 jaar die zonder sociaal netwerk buiten de boot dreigen te vallen, de kans om een eigen bedrijf te starten, een baan te vinden of terug naar school te gaan. De deelnemers worden gecoacht en begeleid door vrijwillige professionals en ondernemers uit het bedrijfsleven. In 2015 starten 3 trajecten met elk 40-45 jongeren.
Loonkostensubsidie: Met dit instrument kunnen mensen (met een afstand tot de arbeidsmarkt) voor langere termijn ondersteund worden in het zelfstandig voorzien in inkomen (bijvoorbeeld bij een reguliere werkgever). Een maximale deelname aan de arbeidsmarkt en samenleving staan bij dit traject voorop. Detachering: In 2015 willen we 200 personen (deels) detacheren bij externe werkgevers naast de bestaande Wsw populatie. De doelgroep is uitkeringsgerechtigden met een loonwaarde boven de 50%. De contracten zijn zowel op basis van een vast aantal uren voor langere tijd, maar ook flexibele oproepcontracten zijn een mogelijkheid als een werkgever daar behoefte aan heeft. Deze constructie kan met loonkostensubsidie worden ingezet welke via een verlaagde inleenvergoeding aan opdrachtgevers wordt verrekend. Per saldo levert dit per persoon relatief weinig op in financiële zin maar is vooral een instrument om meer mensen, zonder extra kosten, actief te laten participeren op de reguliere arbeidsmarkt. In de begroting is er gerekend met de financiële opbrengst van ongeveer € 200.000. Regionaal programma arbeidsmarktbeleid: De SDD werkt samen met het regionale Programma Arbeidsmarktbeleid om te voorkomen dat mensen van een baan in de uitkering terecht komen. Van werk naar werk staat hierbij centraal. Daarnaast zijn 2 belangrijke pijlers in het programma; van school naar werk en van uitkering naar werk. Een van de instrumenten die momenteel wordt ingezet is de Startersbeurs. De resultaten worden eind 2014 geëvalueerd met als mogelijke uitkomst voortzetting in 2015. Regionaal netwerkplatform als invulling van het ‘werkbedrijf’: In de Participatiewet en de daarbij horende wijziging van de Wet SUWI wordt het concept van het ‘werkbedrijf’ geïntroduceerd. In 2015 wordt in de Drechtsteden een regionaal netwerkplatform ingericht als invulling van dit ‘werkbedrijf’. Binnen dit regionale netwerkplatform wordt samengewerkt en vindt uitwisseling van kennis en ervaringen plaats met betrekking tot de arbeidsmarkt, sectorplannen en de participatie van mensen met een arbeidshandicap. Werkgevers- en werknemersverenigingen, regionale en lokale werkgevers, ROC’s (en andere onderwijsinstellingen), het UWV, het SVB, uitzendbureaus en een vertegenwoordiging van de sectortafels werken in het regionale netwerkplatform samen. Wijzigingen WWB: Binnen de Participatiewet valt per 2015 ook de harmonisatie en aanscherping van de (arbeids)verplichtingen en sancties van de WWB die eerder per juli 2014 al in zouden gaan, maar uitgesteld werden van rijkswege. Ook deze wijzigingen zijn bedoeld om de activering en participatie van mensen te vergroten. Deze wijzigingen beperken de gemeentelijke beleidsruimte vooral op het gebied van sancties en het nakomen van (arbeids)verplichtingen. Begeleiding van cliënten met grotere afstand tot de arbeidsmarkt Sociale activering: Voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt wordt er gebruik gemaakt van het aanbod aan participatieplekken bij verschillende instellingen. De zes gemeenten zijn verantwoordelijk voor het creëren van de benodigde plekken samen met partners uit het maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven. De matching van kandidaten (via MEE Drechtsteden) geschiedt in opdracht van de SDD. De gemeenten ontwikkelen activiteiten in
18
samenwerking met het maatschappelijk middenveld om mensen te laten participeren. Deze activiteiten zijn niet primair gericht op een directe weg naar werk, wel op sociale activering en participatie. Wsw: Voor de Wsw-ers met een vaste dienstbetrekking (ca 1.273 in 2015) blijven we binnen de integratie-uitkering sociaal domein rijkssubsidie ontvangen, die in de komende periode jaarlijks afgebouwd wordt. Of deze subsidie toereikend is moet in de komende jaren blijken, aangezien dit afhankelijk is van de uitstroom van Wsw-ers, en de stijgende salaris- en pensioenlasten van het zittende werknemersbestand dat nog rechten heeft op basis van de Wsw-cao. Eventuele tekorten vallen binnen de bedrijfsvoering van de GR Drechtwerk en niet binnen de begroting van de GRD. Beschut werken: Door de invoering van de Participatiewet is per 2015 geen nieuwe instroom in de Wsw meer mogelijk. Huidige Wsw’ers met een vaste dienstbetrekking houden hun wettelijke rechten en plichten. Gedurende de komende decennia neemt het bestand van Wsw’ers door natuurlijk verloop geleidelijk af. De plekken die vrijkomen omdat mensen met pensioen gaan, overlijden, verhuizen of een andere baan vinden, worden niet opgevuld door nieuwe Wsw’ers maar zouden kunnen worden opgevuld door nieuwe vormen van ‘beschut werk’. Op landelijk niveau gaat het Rijk er van uit dat van de 90.000 Wsw plaatsen er uiteindelijk 30.000 beschutte plekken overblijven. Daar wordt het budget neerwaarts op bijgesteld. Voor de Drechtsteden vertaalt dit zich door naar 425 plaatsen. Pas wanneer de bestaande (Wsw)plekken zijn afgebouwd tot dit niveau, wordt bezien of en op welke wijze een nieuwe voorziening kan worden ingezet. Tot dat moment kan de (nieuwe) doelgroep vanzelfsprekend wel bediend worden met de overige instrumenten zoals de (de)centrale participatieplekken gericht op sociale activering. Wat gaat het kosten? bedragen x € 1.000 Programma Werk & Inkomen Participatie WSW Inkomensondersteuning Apparaatskosten Totaal
Primaire begroting 2015 Lasten 13.213 35.373 94.398 13.410 156.394
Baten 13.213 35.373 94.398 13.410 156.394
Actuele begroting 2015
Saldo 0 0 0 0 0
Lasten 15.789 31.252 86.900 16.476 150.417
Baten 15.789 31.252 86.900 16.476 150.417
Afwijking
Saldo 0 0 0 0 0
Lasten 2.576 -4.121 -7.498 3.066 -5.977
Baten 2.576 -4.121 -7.498 3.066 -5.977
Saldo 0 0 0 0 0
Vanaf 1 januari 2015 worden voor drie jaar de middelen voor de gedecentraliseerde taken in het sociaal domein via een integratie-uitkering binnen het gemeentefonds aan de gemeente beschikbaar gesteld. Het wetsvoorstel voor een apart sociaal deelfonds wordt door Minister Plasterk ingetrokken. Het gaat dan om de gebundelde middelen behorend bij de nieuwe taken in de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en het gebundelde Participatiebudget zoals dat per 1 januari 2015 voor de Participatiewet geldt. De doelstelling van de integratie-uitkering sociaal domein is te borgen dat de decentralisaties, ook tijdens de transitieperiode, succesvol verlopen en dat deze middelen ingezet gaan worden voor de uitvoering van de nieuwe gedecentraliseerde taken in het sociaal domein. Vanaf 2018 vallen de middelen geheel binnen de uitgangspunten van het gemeentefonds. In het Participatiebudget 2015 zijn budgetten Wsw (zittend bestand Wsw), het budget voor de nieuwe doelgroep van de Participatiewet en de bestaande re-integratiemiddelen voor de huidige doelgroep samengevoegd. Als uitgangspunt voor de baten wordt het schot binnen de integratie-uitkering sociaal domein gebruikt als kader van de benodigde baten 2015 om het re-integratie instrumentarium en de Wsw te kunnen bekostigen. Lasten en baten Participatie € 2.576.000 (lasten nadeel, baten voordeel, incidenteel) Het saldo van het resultaat op de baten is het gevolg van: − De neerwaartse bijstelling van het indicatieve Participatiebudget 2015 met € 126.000, veroorzaakt door het nieuwe verdeelmodel en de algemene korting van 8% conform regeerakkoord; − Het budget Educatie, € 674.000, wordt door ministerie OCW overgeheveld naar contactgemeente (centrumgemeente); − Daarnaast wordt naar verwachting, conform de reserveringsregeling 2014, € 2,7 miljoen overgeheveld naar 2015.
19
Drechtwerk Personeel De begroting van Drechtwerk Personeel is (neutraal voor gemeenten) opgenomen in de begroting van de SDD. Dit betreft een totaalbedrag van € 4.989.000 in verband met de overheveling van de taken voormalig SW aan de SDD. Baten en lasten Participatie 2015 nader toegelicht: Onderstaand overzicht geeft inzicht in de baten en lasten 2015 t.o.v. van de basisbegroting 2015. Omdat het beschikbare budget voor re-integratie afneemt, wordt ook het budget voor uitgaven daar 1op-1 op aangepast. PARTICIPATIE Participatie TOTAAL
basisbegroting
actualisatie begroting
begrote baten 13.213.000
begrote lasten 13.213.000
Voorlopig budget 12.413.000
begrote lasten 12.413.000
9.830.000
12.454.000
9.704.000
7.000.000
0
85.000
0
72.500
674.000
674.000
0
0
Participatiebudget re-integratie Participatiebudget inburgering Participatiebudget educatie Nog nader in te vullen instrumentarium
5.340.500
Reserveringsregeling
2.709.000 saldo
2.709.000 0
nvt
saldo
0
Re-integratie In 2015 wordt er onverminderd ingezet op beperking van de instroom in de uitkering, verhoging van de uitstroom dan wel de inzet op tijdelijk regulier werk. Daarnaast zal de doelgroep waar een perspectief op regulier werk niet reëel is, ingezet worden op participatieplekken (met behoud van uitkering) om op die manier zoveel mogelijk mensen maatschappelijk te laten participeren. De prognose is dat het beschikbare Participatiebudget, onderdeel van de integratie-uitkering sociaal domein, toereikend zal zijn, mede door de reserveringsregeling van € 2,7 miljoen uit 2014. Zodra de instrumenten definitief zijn bepaald kan er een exacte berekening worden gedaan en indien nodig een keuze worden gemaakt hoeveel klanten van de doelgroepen loonwaarde 100-80%, 80-50% en minder dan 50% kunnen worden bediend van het beschikbare budget. Vooralsnog zijn we bij de lasten er vanuit gegaan om zoveel mogelijk klanten aan het werk te helpen cq te laten participeren. Voorgesteld wordt om aan 1.100 participatieplekken invulling te geven. De kosten zullen circa € 2,5 miljoen bedragen en zijn in deze begroting opgenomen. Inburgering Uitgaande van de lopende verplichtingen trajecten inburgering verwachten wij de inburgeringstrajecten met de begrote middelen te kunnen realiseren. Educatie Het budget Educatie wordt niet toegevoegd aan de integratie-uitkering sociaal domein, maar wordt een specifieke uitkering van OCW aan de zogenaamde contactgemeenten (centrumgemeenten). Deze gemeenten hebben een regiofunctie. Dit wetsvoorstel is ingediend bij de Tweede Kamer en zal naar verwachting in het najaar door de Eerste kamer worden behandeld. Gezien dit voorstel hebben wij Educatie niet opgenomen in de begroting. De gemeente Dordrecht is contactgemeenten en zal de regiofunctie gaan vervullen en zoals het en nu naar uitziet het budget rechtstreeks toegekend krijgen en invulling gaan geven aan de besteding educatie. Nog nader in te vullen instrumentarium Afgezet tegen de baten 2015 is er op dit momenteel nog een beschikbare ruimte op het Participatiebudget van ongeveer € 5,3 miljoen waarbij opgemerkt moet worden dat in de komende maanden nog gewerkt wordt aan de nog in te zetten re-integratie instrumenten 2015 waar dit bedrag voor nodig zal zijn. Het overschot is, gezien de grote impact van de Participatiewet per 1 januari 2015, zeer wenselijk waardoor financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen. Wsw Resultaat op de lasten Wsw € 4.121.000 (voordeel, structureel)
20
De lasten worden met deze actualisatie aangepast sluitend met de rijksvergoeding die de Drechtsteden gemeenten ontvangen. Resultaat op de baten Wsw € 4.121.000 (nadeel, structureel) Conform de financieringsafspraken volgt de begroting (lasten als wel baten) de toe- of afname van het door het rijk beschikbaar gestelde budget. De budgetten voor 2015 zijn met € 1.459.000 naar beneden bijgesteld op € 33.914.000. De budgetten zijn gebaseerd op de indicatieve budgetten welke onderdeel zijn van de voorlopige budgetten Participatiebudget, gepubliceerd op 16 september 2014. De begroting is hierop aangepast. In verband met de overdracht van de taken van de voormalig SW aan de SDD wordt van het Wsw budget € 2.662.000 ingezet ter dekking van deze taken. De budgetten voor Wsw zullen in de komende jaren afnemen als gevolg van geen nieuwe instroom in de Wsw en de daling van het subsidie bedrag per SW-medewerker. Inkomensondersteuning Zoals eerder aangegeven in deze paragraaf hebben wij de ambitie om het aantal bijstandcliënten niet te laten stijgen ten opzichte van 31 december 2014. Bij de jaarwisseling zal de definitieve omvang van het bestand worden gecommuniceerd en waar nodig ten tijde van de eerste programmaverantwoording 2015 bijgesteld. Uitgaande van de geprognosticeerde eindstand 2015, in combinatie met de meest recente budgetinformatie SZW, de voorlopige budgetten 2015, resulteert dit in een verwacht tekort van € 1,9 miljoen. Het geprognosticeerde tekort van € 1,9 miljoen bevat een aantal onzekerheden en afhankelijkheden. De belangrijkste zijn: − Gezien de landelijk stijgende aantallen uitkeringsgerechtigden in 2014 zal dit mogelijk resulteren in een hoger nader voorlopig macrobudget 2015; − de geprognosticeerde eindstand 2014 niet zou worden gehaald; − de ambitie, gelijkblijvende eindstand klantaantallen, voor 2015 niet zou worden verwezenlijkt. Resultaat op de lasten I-deel €7.498.000 (voordeel, structureel) Onderstaande tabel geeft de opbouw van het resultaat weer. negatieve klantontwikkeling daling gemiddelde prijs (a.g.v. kostendelersnorm en alleenstaande ouder regeling) i.c.m. sturing op uitstroom fte detachering klanten geprognosticeerde overschot van de basisbegroting
-4,8 miljoen 6,6 0,2 5,5 7,5
miljoen miljoen miljoen miljoen
* een tekort wordt, conform de financieringsafspraken, opgenomen onder de baten.
Resultaat op de baten Inkomensondersteuning: € 7.498.000 miljoen (nadeel, structureel) Het resultaat is opgebouwd uit lagere inkomsten rijksvergoeding BUIG € 9,5 miljoen, hogere inkomsten debiteuren € 0,1 miljoen en het geprognosticeerde tekort van € 1,9 miljoen. Dit tekort is conform de financieringsafspraken opgenomen onder de baten als onttrekking aan de reserve. Reserve Inkomensondersteuning In de reserve Inkomensondersteuning resteert, na onttrekking van het verwachte tekort in 2014, nog € 2,0 miljoen. Het geprognosticeerde tekort 2015 van € 1,9 miljoen zal worden gedekt door de reserve (€ 2,0 miljoen). De reserve is daarmee bijna nihil. Er resteert nog € 100.000. Resultaat apparaatskosten € 3.066.000 (lasten nadeel, baten voordeel, beiden structureel) Het resultaat betreft € 3.066.000, wat het effect is van de toedeling van de actualisatie van de apparaatskosten aan de programma’s zoals in paragraaf Samenvatting financiële effecten is toegelicht.
21
Minimabeleid Werk is in onze visie de beste remedie tegen armoede. Daarom is óók het minimabeleid activerend ingericht met de focus op werk voor wie dat kan. Het gaat uit van de zelfstandigheid van de burger en draagt daaraan bij. Verder is het eenvoudig voor de burger en goedkoop in de uitvoering. Wat willen wij bereiken? Een maatschappelijk aanvaardbaar bestaansniveau garanderen, wel zo, dat dit de weg naar werk of participatie niet belemmert.
Wat gaan wij daarvoor doen? Binnen de Drechtsteden wordt de huidige activerende aanpak voortgezet. Werk moet lonen en de ‘armoedeval’ wordt waar mogelijk beperkt. Daarbij is aandacht voor de maatschappelijke participatie van kinderen die in armoede opgroeien en de ondersteuning van werkende armen. Met ingang van 1 januari 2015 zijn een aantal ontwikkelingen van invloed op de vormgeving van het minimabeleid in de Drechtsteden. De Participatiewet, met name de daarin opgenomen verplichting tot maatwerk en het beperken van de mogelijkheden tot het verstrekken van categoriale bijzondere bijstand, brengt dwingende beleidswijzigingen voor het minimabeleid met zich mee, daarom zal de categoriale bijzondere bijstand (met uitzondering van de collectieve ziektekostenverzekering voor minima die wettelijk wél mogelijk blijft) per 2015 niet meer worden uitgevoerd. In het Wmo Beleidsplan Drechtsteden 2015-2018 is de keuze gemaakt om de inkomensondersteuning aan chronisch zieken en gehandicapten vooralsnog niet vorm te geven via de Wmo (wat wettelijk gezien ook mogelijk is), maar er wordt ingestoken op de combinatie van collectieve zorgverzekering en individuele bijzondere bijstand. Het voorbehoud dat in het Beleidsplan is gemaakt, heeft ermee te maken dat de voorkeur voor de combinatie zorgverzekering / bijzonder bijstand afhankelijk is van de resultaten van nog te voeren contractbesprekingen met zorgverzekeraars. Op het moment van schrijven van de begroting is nog niet uitgekristalliseerd of de besprekingen gaan leiden tot een positief onderhandelingsresultaat. Indien dit niet het geval is, zal de inkomensondersteuning als forfaitaire vergoeding volledig worden ondergebracht onder de Wmo. Tenslotte verwachten we een verhoging van het beroep op de bijzondere bijstand als gevolg van afbouw van landelijke voorzieningen elders binnen het sociale domein. Voorheen was in de begroting een apart hoofdstuk opgenomen over de uitvoering van de regeling kinderopvang. Dit is nu onder het minimabeleid geplaatst. Immers, met aanvullende vergoedingsregelingen voor ouders met een uitkering en voor ouders met een laag inkomen komen we hen financieel tegemoet, en nemen we de financiële extra belemmeringen om te werken weg. Daarnaast biedt de bestaande regeling voor kinderopvang bij sociaal medische indicatie voor een periode van maximaal 3 maanden ondersteuning in bijzondere situaties. Bovenstaande wijzigingen zijn in verschillende mate van invloed op de vormgeving van de minimaregelingen in de Drechtsteden. 1. het SMS kinderfonds kan ongewijzigd worden voortgezet. 2. de vrijwilligersbonus kan ongewijzigd worden voortgezet. 3. het persoonlijk minimabudget (PMB) moet worden aangepast. a. de verordening PMB voor personen van 21 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd wordt aangepast. (was categoriale langdurigheidtoeslag en wordt individuele inkomenstoeslag) b. het PMB 65+ vervalt. 4. de collectieve ziektekostenverzekering voor minima wordt uitgebreid; 5. de individuele bijzondere bijstand (waaronder ook de huidige regelingen voor maaltijdvergoeding en de vergoeding peuterspeelzalen vallen) wordt uitgebreid. 6. Dit bredere aanbod, maar ook de verwachting dat de vraag (het gebruik) zal toenemen, zal leiden tot hogere uitvoeringskosten. 7. De regeling kinderopvang wordt ongewijzigd voortgezet. Beleidsvoorstellen worden middels de nota ‘invulling participatiewet per 1 januari 2015’ op 4 november 2014 aan de Drechtraad voorgelegd.
22
Wat gaat het kosten? bedragen x € 1.000 Programma Minimabeleid Minimabeleid Kinderopvang Maatwerkvoorziening inkomenssteun CZG Apparaatskosten Totaal
Primaire begroting 2015 Lasten
Baten
Actuele begroting 2015
Saldo
Lasten
Baten
Afwijking
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
6.455 120
6.455 120
0 0
6.455 100
6.455 100
0 0
0 -20
0 -20
0 0
0 2.900 9.475
0 2.900 9.475
0 0 0
2.324 3.284 12.163
2.324 3.284 12.163
0 0 0
2.324 384 2.688
2.324 384 2.688
0 0 0
Gemeenten ontvangen in 2015 structureel extra middelen van het rijk voor de bijzondere bijstand aan kwetsbare groepen en voor de intensivering van het armoede- en schuldenbeleid. In totaliteit bedragen deze structurele extra middelen welke de gemeenten in 2015 als toevoeging in hun Algemene Uitkering ontvangen circa € 2,1 miljoen. Voor de financiële dekking van het programma minimabeleid voor het jaar 2015 is bij de basisbegroting 2015 hiervan € 1,1 miljoen aan extra middelen bij de gemeenten opgehaald. Bij de actualisatie van de begroting 2015 prognosticeren we een toename van de lasten van € 0,5 miljoen als gevolg van de verdere verbetering van zowel het gebruik als het bereik (+10% ten opzichte van het jaar 2014) van het minimabeleid. Deze lasten worden binnen de bestaande begroting opgevangen door dat de PBM 65+ is komen te vervallen. Minimabeleid Resultaat op de lasten en baten Minimabeleid € 0 In lijn met de primaire begroting Kinderopvang Resultaat op de lasten Kinderopvang € 20.000 (voordeel, incidenteel) Naar verwachting zullen de lasten, als gevolg van het op dit moment marginale gebruik in de praktijk, in 2015 lager zijn. Dit heeft tot gevolg dat de begroting kinderopvang met € 20.000 kan worden verlaagd. Het voordeel is incidenteel omdat het de verwachting is dat het gebruik te zijner tijd weer toeneemt door de aantrekking van de markt. Resultaat op de baten Kinderopvang € 20.000 (nadeel, incidenteel) Door de gekozen financieringssystematiek van dit onderdeel, financiering op basis van voor- en nacalculatie, wordt het resultaat op de baten verklaard door de lagere doorberekening aan de gemeenten en is gelijk aan het resultaat op de lasten. Maatwerkvoorziening inkomenssteun chronisch zieken en gehandicapten Resultaat op de lasten Maatwerkvoorziening inkomenssteun € 2.324.000 (nadeel, structureel) In het regeerakkoord heeft het kabinet aangegeven de huidige, landelijk uitgevoerde financiële ondersteuning aan chronisch zieken en gehandicapten te willen vereenvoudigen en volledig onder te brengen in een door gemeenten uit te voeren maatwerkvoorziening. Gemeenten ontvangen in de integratie-uitkering sociaal domein hiervoor € 216 miljoen in 2015 (voor de Drechtsteden 3,3 miljoen) oplopend naar € 268 miljoen vanaf 2017. Binnen de Drechtsteden wordt door middel van een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering en de individuele bijzondere bijstand voorgesteld hieraan uitvoering te geven. In 2015 is de verwachting dat niet het gehele budget inkomensondersteuning nodig zal zijn om deze taken te kunnen uitvoeren. Een bedrag van € 1 miljoen wordt daarom overgeheveld naar de nieuwe taken begeleiding en kortdurend verblijf ter dekking van de verwachte kosten op dat onderdelen. Resultaat op de baten Maatwerkvoorziening inkomenssteun € 2.324.000 (voordeel, structureel) Voor dit nieuwe onderdeel welke overgekomen is vanuit de Wmo worden de taken uitgevoerd binnen het financieel kader van de beschikbaar gestelde middelen. De Drechtsteden gemeenten hebben daarbij aangegeven om de maatwerkvoorziening inkomenssteun chronisch zieken en gehandicapten de eerste drie jaar op basis van solidariteit te willen uitvoeren. Eventuele tekorten worden naar rato van de ingelegde middelen verdeeld over de gemeenten. Bij een overschot wordt geen reserve gevormd, maar wordt uitgekeerd eveneens naar rato van de inleg.
23
Apparaatskosten Resultaat apparaatskosten € 384.000 (lasten nadeel, baten voordeel, beiden structureel) Dit betreft het effect van de toedeling van de actualisatie van de apparaatskosten aan de programma’s zoals in paragraaf 1.2 Samenvatting financiële effecten is toegelicht. Voor de uitvoering van de effecten van de wetswijzigingen op het minimabeleid is 1,5 fte toegevoegd. Wmo Wat willen wij bereiken? De inwoners van de Drechtsteden hebben toegang tot betaalbare, houdbare, oplossingsgerichte en toegankelijke ondersteuning. We helpen inwoners met een ondersteuningsvraag zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig, waarbij zij zoveel mogelijk de eigen regie houden. Inwoners die gebruik maken van maatwerkvoorzieningen beoordelen deze positief. Taken en ambities worden uitgevoerd binnen het beschikbare Wmo-budget.
Wat gaan wij daarvoor doen? In het Wmo Beleidsplan Drechtsteden 2015 - 2018 is bij de implementatie van de nieuwe taken gekozen voor een strategie met twee parallelle sporen: een spoor gericht op een stabiele overdracht van AWBZ naar Wmo (transitie) en een spoor gericht op de langjarige innovatie- en veranderopgave (transformatie). In 2015 zal vooral worden ingezet op het uitvoeren van de transitie en het starten met de transformatie. Transitie Bestaande Wmo-voorzieningen De kwalitatieve en financiële houdbaarheid van de bestaande Wmo-voorzieningen zal in 2015 opnieuw gewogen worden en zal, daar waar nodig, worden doorontwikkeld. De bestaande Wmovoorzieningen betreffen: • Huishoudelijke ondersteuning • Rolstoelen • Vervoer (individueel en collectief) • Woningaanpassingen Bezuiniging huishoudelijke ondersteuning De door het kabinet met ingang van 2015 doorgevoerde taakstelling van ruim 30% op de huishoudelijke ondersteuning is met de nieuwe aanpak in 2014 al gerealiseerd, waardoor op de ‘oude’ voorzieningen in 2015 (vooralsnog) niet verder bezuinigd hoeft te worden. Of deze strategie ook na 2015 houdbaar blijft, moet in de loop van 2015 duidelijk worden. Nieuwe Wmo-voorzieningen Het zwaartepunt ligt in 2015 op de uitvoering van de nieuwe, uit de AWBZ overgedragen taken. Vanuit het belang van klanten is gekozen voor een overgang naar de Wmo die, in het eerste jaar, primair is gericht op het binnen de budgettaire kaders maximaal handhaven van de continuïteit en kwaliteit van de onder de AWBZ geboden dienstverlening, te weten: begeleiding groep (incl. vervoer), begeleiding individueel, kortdurend verblijf en persoonlijke verzorging. Voor het bedienen van de nieuwe klantgroep is de formatie met ingang van 2015 structureel opgehoogd. Indicaties Op grond van het overgangsrecht, de overgang van AWBZ naar Wmo, moet de volledige overgedragen groep in 2015 opnieuw worden geïndiceerd (ongeveer 4.700 personen). Op hen is een overgangsrecht van (maximaal) een jaar van toepassing en dit proces moet dan ook uiterlijk 31 december 2015 zijn afgerond. Om dit te kunnen managen is de formatie in 2015 incidenteel opgehoogd.
24
Dienstverlening aan centrumgemeente Dordrecht De Wmo 2015 maakt de centrumgemeenten verantwoordelijk voor beschermd wonen en opvang. Dordrecht is centrumgemeente voor de regio Drechtsteden en Alblasserwaard - Vijfheerenlanden. Vanaf 2015 zal de SDD in opdracht van deze centrumgemeente een aantal taken gaan uitvoeren als het gaat om beschermd wonen en opvang. Het betreft: de toegang en indicatiestelling, inkoop en contractbeheer, afhandeling van klachten en bezwaar, contacten onderhouden met de partners op cliëntniveau en met hen verdere uitvoeringsafspraken (voor toegang en indicatie) maken en tot slot de administratieve taken rondom declareren en betalen van de aanbieders. Klanttevredenheidsonderzoek In het Wmo Beleidsplan Drechtsteden 2015-2018 is aangegeven dat de Drechtstedengemeenten voor de monitoring van de doelstellingen en de maatschappelijke effecten een set indicatoren gaat ontwikkelen. De GRD zal hierbij – voor zover het de maatwerkvoorzieningen betreft – aansluiten. Daarnaast verzorgen de gemeenten jaarlijks een klanttevredenheidsonderzoek, dat opeenvolgend gericht is op de algemene- en de maatwerkvoorzieningen. Transformatie Bestuurlijke aanbesteding De belangrijkste exercitie met betrekking tot de transformatie is in 2015 de bestuurlijke aanbesteding van de nieuwe Wmo-voorzieningen. De verwachting is dat dit traject in 2016 gaat leiden tot een volledig nieuwe aanpak voor de uit de AWBZ overdragen taken. Deze nieuwe aanpak moet niet alleen leiden tot een duurzame oplossing voor de taakstelling waarmee de invoering van de Wmo 2015 gepaard gaat, maar tevens tot een kwalitatief hoogwaardig pakket maatwerkvoorzieningen dat in overeenstemming is met de veranderopgaven in het Wmo Beleidsplan Drechtsteden 2015-2018. Aansluiting zoeken met (de doorontwikkeling van) de algemene voorzieningen De Wmo 2015 noopt ertoe om de algemene voorzieningen (lokale verantwoordelijkheid) en de maatwerkvoorzieningen (Drechtstedelijke verantwoordelijkheid) dicht tegen elkaar aan te organiseren en gezamenlijk door te ontwikkelen. Deze opgave wordt in nauwe samenwerking met de individuele gemeenten opgepakt, waarbij tevens aansluiting wordt gezocht bij de Innovatieagenda Drechtsteden. Wat gaat het kosten? bedragen x € 1.000 Programma WMO Huishoudelijke ondersteuning Hulpmiddelen Begeleiding en kortdurend verblijf Persoonlijke verzorging Beschermd wonen Opvang Apparaatskosten Totaal
Primaire begroting 2015 Lasten 20.500 10.000 0 0 0 0 6.729 37.229
Baten 20.500 10.000 0 0 0 0 6.729 37.229
Actuele begroting 2015
Saldo 0 0 0 0 0 0 0 0
Lasten 19.200 9.800 22.457 1.286 25.709 1.387 11.064 90.903
Baten 19.200 9.800 22.457 1.286 25.709 1.387 11.064 90.903
Afwijking
Saldo 0 0 0 0 0 0 0 0
Lasten -1.300 -200 22.457 1.286 25.709 1.387 4.335 53.674
Baten -1.300 -200 22.457 1.286 25.709 1.387 4.335 53.674
Saldo 0 0 0 0 0 0 0 0
Met de komst van de nieuwe Wmo 2015 krijgen gemeenten er nieuwe taken bij naast de al bestaande taken huishoudelijke ondersteuning en individuele voorzieningen. De meicirculaire 2014 geeft nagenoeg definitief inzicht in het (macro)budget voor 2015. In de financiële notitie horende bij het Wmo Beleidsplan Drechtsteden 2015 – 2018 is een verdeling gemaakt van de ter beschikking gestelde budgetten, te onderscheiden naar taken waar gemeenten verantwoordelijk voor zijn. De bedragen vermeld in deze geactualiseerde begroting 2015 zijn hierop afgestemd. Bestaande taken Huishoudelijke ondersteuning Op basis van de ontwikkeling van het huidige klantenbestand en het onderliggende contract huishoudelijke ondersteuning (op basis van resultaat financiering ‘schoon en leefbaar huis‘) is de verwachting dat we op het programmaonderdeel huishoudelijke ondersteuning voldoende beschikbare middelen hebben om de taken uit te voeren.
25
Resultaat op de lasten Wmo huishoudelijke ondersteuning: € 1.300.000 (voordeel, incidenteel) Op dit programmaonderdeel verwachten we, in het verlengde van het resultaat bij de jaarrekening 2013 en de programmaverantwoording 2014, een besparing op de lasten van € 1,3 miljoen te realiseren. De lagere lasten zijn voor € 1 miljoen het gevolg van de gewijzigde financiering bij de huishoudelijke ondersteuning (op basis van resultaatfinanciering ‘schoon en leefbaar huis’). De resterende € 0,3 miljoen wordt veroorzaakt door de dalende trend van het aantal mensen dat gebruik maakt van een persoonsgebonden budget (PGB). Resultaat op de baten Wmo huishoudelijke ondersteuning: € 1.300.000 (nadeel, incidenteel) Door de gekozen financiering op basis van nacalculatie zijn de geraamde baten gelijk aan de lasten. Hulpmiddelen Op het budget ten behoeve van het programmaonderdeel Wmo hulpmiddelen is door het Rijk geen (nieuwe) taakstelling opgelegd. Resultaat op de lasten Wmo hulpmiddelen: € 200.000 (voordeel, structureel) De verwachting is dat de lasten van de woonvoorzieningen met € 200.000 neerwaarts bijgesteld kunnen worden. In vergelijking met de maand augustus 2013 is het aantal woonvoorzieningen in 2014 met 5,5% gedaald, de verwachting is dat deze daling ook in 2015 zal standhouden. Hoewel het aantal woonvoorzieningen op zichzelf nog niets zegt over de hoogte van de uitgaven, immers niet iedere woningaanpassing is hetzelfde, is de daling ook zichtbaar in de ontwikkeling van de lasten. Gemeenten worden geadviseerd het verwachte overschot op de uitvoering Wmo 2015 (huishoudelijke ondersteuning en hulpmiddelen) te reserveren ter dekking van de verwachte volumegroei programmaonderdeel begeleiding, kortdurend verblijf en persoonlijke verzorging. Resultaat op de baten Wmo hulpmiddelen: € 200.000 (nadeel, structureel) Door de gekozen financiering op basis van nacalculatie zijn de geraamde baten gelijk aan de lasten. Nieuwe taken De middelen ten behoeve van de uitvoering van nieuwe taken en verantwoordelijkheden voor gemeenten in het kader van de Wmo 2015 zijn ondergebracht in de integratie-uitkering sociaal domein onderdeel Wmo. De integratie-uitkering bestaat naast de Wmo uit de componenten uitvoering Jeugdwet en Participatiewet. Uitgangspunt voor de begroting 2015 is dat de drie nieuwe taken met de voor elke taak bestemde middelen wordt uitgevoerd. Ook binnen het onderdeel Wmo worden de nieuwe taken uitgevoerd binnen het financieel kader van de beschikbaar gestelde middelen. De Drechtsteden gemeenten hebben daarbij aangegeven om een aantal nieuwe taken gedurende de eerste drie jaar op basis van solidariteit te willen uitvoeren. Het betreft begeleiding en kortdurend verblijf (inclusief vervoer), persoonlijke verzorging en inkomensondersteuning. Eventuele tekorten worden naar rato van de ingelegde middelen verdeeld over de gemeenten. Bij een overschot wordt geen reserve gevormd, maar wordt uitgekeerd eveneens naar rato van de inleg. Begeleiding en kortdurend verblijf (inclusief vervoer) Aanvankelijk zouden de middelen voor begeleiding en kortdurend verblijf met een taakstellende korting van 25% vanuit de AWBZ overkomen naar de gemeenten. Het kortingspercentage is inmiddels op macroniveau verlaagd naar ongeveer 11%. Echter, in het overgangsrecht is opgenomen dat al bestaande PGB indicaties in 2015 gerespecteerd dienen te worden, waardoor het nagenoeg niet mogelijk is om een deel van de taakstelling ook op de PGB te realiseren. Daarmee komt de taakstelling op de inkoop van voorzieningen zorg in natura (ZIN) op ongeveer 17%, om zo in 2015 budgetneutraal uit te komen met de beschikbaar gestelde middelen. Resultaat op de lasten Begeleiding en kortdurend verblijf (incl. vervoer): € 22.475.000 (nadeel, structureel) Ten aanzien van de verwachte lasten zorg in natura (ZIN) is een doorrekening gemaakt van de ontvangen offertes van de aanbieders, waarbij rekening is gehouden met de vanuit het Rijk opgelegde taakstelling. De ontwikkeling van de verwachte lasten voor het persoonsgebonden budget (PGB) zijn gebaseerd op historische realisatiecijfers (Vektis gegevens 2012). Naar verwachting zal er in 2015
26
een volumegroei optreden ten opzichte van eerdere jaren. De prognose voor de totale volumegroei bedraagt € 1 miljoen. In de financiële notitie bij het Wmo Beleidsplan Drechtsteden 2015 – 2018 wordt voorgesteld deze volumegroei niet direct ten laste van het zorgbudget Wmo te brengen, maar per gemeente een groeireservering op te nemen in de gemeentelijke begroting. De getroffen voorziening/reservering voor de Wmo bij gemeenten kan in 2015 benut worden ter dekking indien de volumegroei zich daadwerkelijk voordoet. Gemeenten worden geadviseerd het verwachte overschot op de uitvoering Wmo 2015 (huishoudelijke ondersteuning en hulpmiddelen) te reserveren ter dekking van deze volumegroei. Resultaat op de baten Begeleiding en kortdurend verblijf (incl. vervoer): € 22.457.000 (voordeel, structureel) Conform de financiële notitie bij het Wmo Beleidsplan Drechtsteden 2015 – 2018, zijn de baten gelijkgesteld aan de gemaakte verdeling van de beschikbare middelen. Hierbij is rekening gehouden met een verwachte opbrengst uit eigen bijdragen van € 1,4 miljoen. Daarnaast is een bedrag van € 1 miljoen overgeheveld van het budget inkomensondersteuning naar begeleiding ter dekking van de verwachte kosten op dit onderdeel. Persoonlijke verzorging De staatssecretaris heeft besloten om de extramurale persoonlijke verzorging niet over te hevelen naar de gemeenten, maar deze bij de zorgverzekeraars onder te brengen. Uitzondering hierop zijn de mensen die, in het verlengde van begeleiding, verzorging krijgen vanwege cognitieve problemen. Het gaat hier vooral om de behoefte aan ondersteuning bij Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL). Resultaat op de lasten Persoonlijke verzorging: € 1.286.000 (nadeel, structureel) Ten aanzien van de verwachte lasten in natura (ZIN) en PGB is een doorrekening gemaakt van de verwachte lasten, waarbij rekening is gehouden met de op gelegde taakstelling vanuit het Rijk. Resultaat op de baten Persoonlijke verzorging: € 1.286.000 (voordeel, structureel) Conform de financiële notitie bij het Wmo Beleidsplan Drechtsteden 2015 – 2018, zijn de baten gelijkgesteld aan de gemaakte verdeling van de beschikbare middelen. Inkomensondersteuning (Minimabeleid) In het regeerakkoord heeft het kabinet aangegeven de huidige, landelijk uitgevoerde financiële ondersteuning aan chronisch zieken en gehandicapten te willen vereenvoudigen en volledig onder te brengen in een door gemeenten uit te voeren maatwerkvoorziening. Gemeenten ontvangen in de integratie-uitkering sociaal domein hiervoor € 216 miljoen in 2015 (voor de Drechtsteden 3,3 miljoen) oplopend naar € 268 miljoen vanaf 2017. Binnen de Drechtsteden wordt door middel van een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering en de individuele bijzondere bijstand voorgesteld hieraan uitvoering te geven. In 2015 is de verwachting dat niet het gehele budget inkomensondersteuning nodig zal zijn om deze taken te kunnen uitvoeren. Een bedrag van € 1 miljoen wordt daarom overgeheveld naar de nieuwe taken begeleiding en kortdurend verblijf ter dekking van de verwachte kosten op dat onderdelen. In paragraaf 2.2 Minimabeleid wordt hier nader op ingegaan. Beschermd wonen Gemeenten worden vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de uitvoering van Beschermd wonen. Het budget voor beschermd wonen bedraagt in 2015 € 1.390 miljoen op macroniveau. Er is geen sprake van een budgettaire korting. De uitvoering van deze nieuwe centrumgemeentelijke taak is overgedragen aan de gemeente Dordrecht ten behoeve van de regio Drechtsteden en Alblasserwaard - Vijfheerenlanden. De SDD zal in opdracht van de centrumgemeente deze taak uitvoeren. Resultaat op de lasten: € 25.709.000 (nadeel, structureel) Zoals hierboven aangegeven, is er geen budgettaire korting op de overkomende taak Beschermd wonen doorgevoerd. Op basis van de huidige ramingen zijn de beschikbaar gestelde middelen toereikend. Resultaat op de baten Beschermd wonen: € 25.709.000 (voordeel, structureel) Conform de financiële notitie bij het Wmo Beleidsplan Drechtsteden 2015 – 2018, zijn de baten gelijkgesteld aan de gemaakte verdeling van de beschikbare middelen. Hierbij is rekening gehouden met een verwachte opbrengst eigen bijdrage van € 1,5 miljoen.
27
Opvang Gemeenten worden vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de uitvoering van Opvang. Het budget voor opvang bedraagt in 2015 € 92 miljoen op macroniveau. Er is geen sprake van een budgettaire korting. Net als bij Beschermd wonen, is de uitvoering van deze nieuwe centrumgemeentelijke taak overgedragen aan de gemeente Dordrecht ten behoeve van de regio Drechtsteden en Alblasserwaard - Vijfheerenlanden. De SDD zal in opdracht van de centrumgemeente deze taak uitvoeren. Resultaat op de lasten: € 1.387.000 (nadeel, structureel) Zoals hierboven aangegeven, is er geen budgettaire korting op de overkomende taak Opvang doorgevoerd. Op basis van de huidige ramingen zijn de beschikbaar gestelde middelen toereikend. Resultaat op de baten Beschermd wonen: € 1.387.000 (voordeel, structureel) Conform de financiële notitie bij het Wmo Beleidsplan Drechtsteden 2015 – 2018, zijn de baten gelijkgesteld aan de gemaakte verdeling van de beschikbare middelen. Resultaat op de apparaatkosten € 4.335.000 (lasten nadeel, baten voordeel, beiden structureel) Het hoofdproces voor de nieuwe Wmo-taken begeleiding en kortdurend verblijf is uitgewerkt in het Irichtingsplan Sociale Dienst Drechtsteden. Voor de uitvoering van de taken wordt de formatie met 29,5 fte uitgebreid, de totale uitvoeringskosten (inclusief overhead en ICT) worden begroot op € 2.960.000. Naast deze uitbreiding, die nodig is voor de reguliere taken, vindt er in 2015 een groot herindicatie-project plaats. De nieuwe wet stelt als eis dat alle bestaande klanten die een indicatie hebben voor begeleiding en of kortdurend verblijf in 2015 worden geherindiceerd. De formatie wordt tijdelijk uitgebreid in 2015 met 8,5 fte, de kosten worden begroot op € 956.000. Voor de uitvoering van Beschermd wonen is gemeente Dordrecht de centrumgemeente. De SDD zal in opdracht van de centrumgemeente de uitvoering van de maatwerkvoorzieningen opvang en beschermd wonen gaan uitvoeren. Deze uitbreiding van taken gaat gepaard met een uitbreiding van de formatie met 5 fte. De totale kosten van de uitvoering bedragen € 500.000 en zullen middels een dienstverleningsovereenkomst worden doorbelast (budgetneutraal verwerkt). Overige apparaatskosten Dit betreft het effect van de toedeling van de actualisatie van de apparaatskosten aan de programma’s zoals in paragraaf 1.2 Samenvatting financiële effecten is toegelicht.
Budgetadvies en schuldbemiddeling Het aantal klanten dat schuldhulpverlening nodig heeft groeit. Het aantal nieuwe klanten dat een traject start in de eerste acht maanden 2014 was 1.005. Dit is een stijging ten opzichte van de 879 klanten in dezelfde periode in 2013. Het is nog onduidelijk of deze stijging ook in 2015 aanhoudt. In 2014 wordt een evaluatie uitgevoerd van de uitvoering van schuldhulpverlening. De bevindingen zullen eind 2014 worden gepresenteerd. Op basis hiervan moet worden vastgesteld of het beleidsplan nog voldoet, of dat aanpassingen voor 2015 nodig zijn. Deze tussentijdse evaluatie is nodig om in de sterk veranderde maatschappelijke situatie, zoals stijgende klantaantallen en toenemende complexiteit, ook in 2015 goede dienstverlening te kunnen garanderen. Wat willen wij bereiken? Inwoners van de Drechtsteden met schulden en/of beperkte financiële zelfredzaamheid begeleiden en schulden duurzaam oplossen of beheersbaar maken. In het beleidsplan is de verplichting opgenomen om jaarlijks een doelstelling te formuleren op de wachttijd en de kwaliteit van zowel het stabilisatie- als het schuldhulpverleningstraject. Voor 2015 geldt: 1. wachttijd: in 95% van alle meldingen wordt maximaal binnen 10 werkdagen na melding de hulpvraag vastgesteld. 2. aantal trajecten: naast de bestaande klanten bieden we aan minimaal 1.500 nieuwe klanten een dienstverleningstraject.
28
3. kwaliteit stabilisatietraject: minimaal 50% van de stabilisatietrajecten moet positief worden afgesloten. 4. kwaliteit schuldregelingstraject: minimaal 80% van de schuldregelingstrajecten moet positief worden afgesloten.
Wat gaan wij daarvoor doen? Centrale meldpunt De SDD is ook in 2015 het centrale meldpunt voor alle inwoners van de Drechtsteden die (problematische) schulden hebben. Kaders voor onze werkzaamheden vormen de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening en het regionaal beleidsplan schuldhulpverlening Drechtsteden 2012 – 2016. Vroegsignalering Landelijk hebben twee onderwerpen extra aandacht binnen de schuldhulpverlening, namelijk preventie en vroegsignalering. Bij voegsignalering is het contact met werkgevers één van de acties waarmee werkgevers ondersteund worden bij het oplossen van schuldensituaties van de werknemers en loonbeslag zo veel mogelijk wil voorkomen. Preventief budgetbeheer In de preventie zijn stappen gezet door het preventief budgetbeheer. In de preventie van schulden wordt ook nadrukkelijk de verbinding gezocht met het armoedebeleid. Het armoedebeleid is gericht op de groepen klanten die door onvoorziene omstandigheden niet in staat zijn in hun noodzakelijke uitgaven te voorzien. Door hier aandacht aan te geven, wordt deze groep in staat gesteld de noodzakelijke uitgaven te doen zonder schulden te maken. In 2014 is voor het eerste volledige jaar preventief budgetbeheer aangeboden. Hierbij zet zij zich actief in om, via de ketenpartners, de aanmeldingen te realiseren en schulden te voorkomen. Na een moeizame start, blijkt nu toch de instroom iets toe te nemen en bij ketenpartners voorziet dit in behoefte aan ondersteuning voor een kwetsbare klantgroep. Door deze groep budgetbeheer aan te bieden op het moment dat de schuldensituatie nog niet problematisch is, kan worden voorkomen dat de situatie uit de hand loopt en kwetsbare klanten te maken krijgen met grote problemen zoals bijvoorbeeld, de boete op de ziektekostenverzekering, deurwaarders of in het uiterste geval huisuitzettingen. De strenge selectiecriteria bij aanvang van het project, bleken voor ketenpartners een drempel in het aanmelden van klanten. In overleg met ketenpartners worden criteria te herijkt. . Er is vanuit het maatschappelijk veld duidelijk nog steeds behoefte aan een vorm van ondersteuning ter voorkoming van schulden. Eind 2014 zal dit product nader worden geëvalueerd. NEN-certificering Het aantal mensen met schulden is de afgelopen jaren toegenomen en de verwachting is dat dit aantal verder toeneemt, evenals de complexiteit van de schuldensituaties. Gezien deze ontwikkelingen is in 2012 een professionaliseringsslag gemaakt door het realiseren van de NENcertificering. In 2014 is hieraan het certificaat van de NVVK-audit toegevoegd. Het streven is om deze certificaten te behouden bij de komende audits en zo de dienstverlening van 2015 volgens professionele maatstaven te verlenen. A-team Gebleken is dat de contacten met ketenpartners essentieel zijn bij het ondersteunen van de kwetsbare doelgroep die we ook in de schuldhulpverlening zien. Het A-team speelt hierbij een grote rol in de verbindingen die gelegd worden met ketenpartners, doordat ‘A-teamers’ steeds meer op locatie gaan werken. Ketenpartners en klanten zijn erg enthousiast over deze benadering en werkwijze. Ook in 2015 worden contacten met ketenpartners, mede door middel van het A-team, gecontinueerd en geïntensiveerd. Dit gebeurt in het kader van preventie, maar ook om de trajecten voor stabilisatie en schuldregelen succesvol te laten verlopen.
29
Wat gaat het kosten? bedragen x € 1.000 Programma Schuldhulpverlening Budgetadies en schuldbemiddeling Apparaatskosten Totaal
Primaire begroting 2015 Lasten
70 2.922 2.992
Baten
70 2.922 2.992
Actuele begroting 2015
Saldo
Lasten
0 0 0
70 2.995 3.065
Baten
70 2.995 3.065
Afwijking
Saldo
Lasten
0 0 0
0 73 73
Baten
Saldo
0 73 73
0 0 0
Het budget programmakosten budgetadvies en schuldbemiddeling is begroot op € 70.000. Vanuit dit budget worden diverse uitgaven bekostigd, waaronder de kosten voor het aangaan en de afhandeling van saneringskredieten. Resultaat op de lasten en baten programmabudget Budgetadvies en schuldbemiddeling: € 0 De geprognosticeerde totale lasten en baten programmabudget Budgetadvies en schuldbemiddeling zijn gelijk aan de begrote lasten en baten. Resultaat apparaatskosten € 73.000 (lasten nadeel, baten voordeel, beiden structureel) Dit betreft het effect van de toedeling van de actualisatie van de apparaatskosten aan de programma’s zoals in paragraaf 1.2 Samenvatting financiële effecten is toegelicht.
Bedrijfsvoering Dienstverlening Als gevolg van de Participatiewet en de nieuwe Wmo 2015, groeit de groep mensen die gebruikt maakt van de dienstverlening fors. Zowel bestaande als nieuwe klanten mogen een goed serviceniveau verwachten. Vanuit die ambitie is in 2014 een kwaliteitsprogramma opgezet dat specifiek is gericht op continue leren en verbeteren met als doel dienstverlening die aansluit bij de verwachtingen van de klanten. Dit programma loopt door in 2015 en bestrijkt de totale dienstverlening op alle kanalen; click-call en face. Klachten Klachten worden gezien als een belangrijk signaal en een waardevolle bron van informatie voor het verbeteren van de dienstverlening. Klachten worden snel en zorgvuldig afgehandeld, waarbij de aandacht is gericht op herstel van vertrouwen en het oplossen van een concreet probleem. Daarom wordt altijd direct telefonisch contact gezocht met de klager en vindt er een gesprek plaats wanneer de klant daar behoefte aan heeft. De doelstelling is om 100% van de klachten binnen zes weken af te handelen. Bezwaarschriften Ook bezwaarschriften zijn input om de kwaliteit van producten en diensten te verbeteren. In de afhandeling van bezwaarschriften is de focus nadrukkelijk gericht op de klant. In 2014 is het ambtelijk horen ingevoerd om in een minder formele setting het bezwaar te bespreken, waarbij de focus is gericht op een oplossing en niet op een juridische procedure. De bezwaarschriftencommissie wordt ingezet wanneer het bezwaar complex is of de bezwaarmaker een voorkeur heeft voor de formele procedure. Alle bezwaarschriften worden afgehandeld binnen de wettelijke termijn. Daarnaast is een servicenorm geformuleerd; 75% van de bezwaarschriften wordt binnen twaalf weken afgehandeld. Taakstellingen (bedragen x € 1.000) 2012
2013
2014
2015
GRD taakstellingen Brede doorlichting
1.089
1.543
1.992
2.216
Ketenkorting
1.150
1.150
1.150
1.150
1.000
P.M.
4.142
3.366
Taakstelling GRD 2e ronde trap af , SDD Totaal SDD in GRD-verband
2.239
2.693
30
In 2015 zijn de taakstellingen ‘Brede doorlichting en Ketenkorting’ in totaal € 3.366.000 volledig gerealiseerd. De invulling van de aan GRD opgelegde bezuinigingsopdracht ‘2e ronde trap af’, zal door middel van een separaat voorstel worden aangeboden. Frictiekosten & WW rechten Eind 2014 zullen naar verwachting alle bovenformatieve medewerkers zijn uitgestroomd. De WWverplichtingen lopen bij een gelijk blijvende aantal WW-ers door tot 2020 en worden in totaal geschat op € 1,7 miljoen. Deze begrote frictiekosten bedragen voor 2015 € 390.000, waarvan € 30.000 zal worden aangewend ten laste van de voorziening en € 360.000 komt ten laste van de huidige begroting. Personeel De bestaande personeelsformatie wordt in 2015 uitgebreid met 69,74 fte vaste formatie en 14,5 fte tijdelijke formatie. Formatie Werk en Inkomen Formatie invoering Participatiewet Formatie taken nieuwe Wmo 2015 Formatie a.g.v. decentralisaties Uitvoering taken beschermd wonen voor centrumgemeente Formatie wijziging beleidsplan schulphulpverlening Formatie Drechtwerk Personeel Totaal uitbreiding vaste formatie Tijdelijke formatie Participatiewet (half jaar) Tijdelijke formatie herindicatieproces WMO Totaal uitbreiding tijdelijke formatie
5,8 5,5 29,5 2 4,9 0,5 21,54 69,74 6 8,5 14,5
Totaal uitbreiding vaste en tijdelijke formatie 2015
84,24
De uitvoering taken beschermd wonen worden uitgevoerd voor de centrumgemeente Dordrecht en worden door middel van een dienstverleningsovereenkomst in rekening gebracht bij de centrumgemeente Dordrecht.
31
Gevraagde besluiten / begrotingswijzigingen (bedragen x € 1.000) Begrotingsprogramma
Bedragen Lasten Baten
Toelichting
S/I
financieringsbron gemeenten *
Werk & Inkomen 2.576 Participatie -4.121 WSW Inkomensondersteuning
-7.498
2.576 Neerwaartse bijstelling budget en de overheveling van de taken voormalig SW -4.121 Neerwaartse bijstelling budget en de overheveling van de taken voormalig SW -7.498 Neerwaartse bijstelling budget, ontwikkeling klantenaantallen, prijsontwikkeling en een geprognosticeerd tekort.
I S S
Integratie-uitkering Sociaal domein 2015 Integratie-uitkering Sociaal domein 2015 Specifieke-uitkering Gebundelde Uitkering 2015 voorlopig
Minimabeleid Kinderopvang
Maatw.voorz. ink.steun
-20
2.324
-20 Lagere lasten als gevolg van het incidenteel in 2015 achterblijven van het aantal aanvragen. 2.324 Nieuwe taak minimabeleid.
I Algemene uitkering S
Integratie-uitkering Sociaal domein 2015
WMO Huishoudelijke hulp
Hulpmiddelen Begeleiding en kortdurend verblijf Persoonlijke verzorging Beschermd wonen Opvang
-1.300
-200 22.457
-1.300 Lagere lasten als gevolg van gewijzigde financiering op basis van resultaatfinanciering en daling van het aantal klanten met PGB -200 Lagere lasten als gevolg van daling aantal woonvoorzieningen 22.457 Nieuwe taak Wmo
I Integratie-uitkering WMO S S
Nieuwe taak Wmo
S
Nieuwe taak Wmo
S
Nieuwe taak Wmo
S
1.286
1.286
25.709
25.709
1.387
1.387
2.960
2.960 Inrichtingsplan WMO
Algemene uitkering Integratie-uitkering Sociaal domein 2015 Integratie-uitkering Sociaal domein 2015 Integratie-uitkering Sociaal domein 2015 Integratie-uitkering Sociaal domein 2015
Schuldbem. & Budg. Apparaatskosten
S
Integratie-uitkering Sociaal domein 2015 Integratie-uitkering WMO Algemene uitkering
-86
-86 Verlaging kosten OCD
S
Algemene uitkering
200
200 Formatie a.g.v. decentralisatie
S
Algemene uitkering
45 370
45 Formatie wijziging beleidsplan Abs 370 CAO wijziging
S S
Algemene uitkering Algemene uitkering
460 Formatie Werk en Inkomen
S
Algemene uitkering Integratie-uitkering Sociaal domein 2015 Algemene uitkering
956 30
460 1.613
956 Tijdelijke herindicatie WMO 30 GRD doorbelasting
460 Invoering Particiaptiewet
300
300 Omzetting i.k.v. invoering Particiaptiewet
500 50.458
I
1.613 Drechtwerk Personeel (voormalig SW)
460 50
S
50 Innovatieve projecten 500 Beschermd wonen WMO
S I I S
Algemene uitkering reserve GRD, nvt gemeenten Integratie-uitkering Sociaal domein 2015
50.458
* hier is opgenomen op welke manier de gemeenten de begrotingswijzigingen (kunnen) financieren
Aanvullende besluiten: Doelstelling klantenaantallen: Het aantal mensen dat eind 2015 een uitkering ontvangt is (maximaal) gelijk aan de stand op 1 januari 2015. Wmo: Conform de financiële notitie bij het Wmo Beleidsplan Drechtsteden 2015 – 2018 worden gemeenten geadviseerd het verwachte overschot op de uitvoering Wmo 2015 (huishoudelijke ondersteuning en hulpmiddelen) te reserveren ter dekking van de verwachte volumegroei programmaonderdeel Begeleiding. Participatieplekken: Invulling te geven aan 1.100 participatieplekken. De kosten zullen circa € 2,5 miljoen bedragen en worden ten laste van het Participatiebudget gebracht.
32
2.3
Bedrijfsvoering
Het begrotingsprogramma Bedrijfsvoering omvat de uitvoeringsbudgetten van de GRD-dochters, en is opgebouwd uit een productraming per GRD-dochter. Totaal van het begrotingsprogramma (bedragen x € 1.000) Primaire begroting 2015 Lasten
Baten
Geactualiseerde begroting 2015
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Afwijking Lasten
Baten
Saldo
A. IBD
7.676
8.172
496
6.138
6.138
0
-1.538
-2.034
-496
B. SCD
43.467
42.759
-708
44.472
43.764
-708
1.005
1.005
0
C. GBD
5.782
5.782
0
5.832
5.832
0
50
50
0
D. OCD
1.499
1.499
0
1.518
1.518
0
19
19
0
E. BDS
1.157
1.157
0
1.175
1.175
0
19
19
0
0
708
708
0
708
708
0
0
0
59.581
60.077
496
59.135
59.135
0
-445
-941
-496
Mutaties reserve Totaal
A.
Ingenieursbureau Drechtsteden
Inleiding Nadat 2014 grotendeels in het teken heeft gestaan van de organisatieontwikkeling van het Ingenieursbureau Drechtsteden (IBD) zal 2015 het jaar van de implementatie worden. In eerste instantie zijn de plannen gemaakt voor een gefocust Civiel Technisch Ingenieursbureau en in een later stadium is hier ook een organisatieontwikkelopdracht voor het onderdeel Beheer en Onderhoud Gebouwen aan toegevoegd. De rode draad in de ontwikkeling is te komen tot een flexibele, efficiënte organisatie met gespecialiseerde medewerkers. Een organisatie die goed kan inspelen op de ontwikkelingen bij de klantorganisaties, zowel in krimp- als in groeiscenario’s. Een organisatie die de samenwerking met de markt en de regiopartners optimaal weet te benutten. Vanzelfsprekend is de implementatie een dynamisch proces dat ook na 2015 zal worden voortgezet. De dienstverlening van het IBD zal vanzelfsprekend tijdens dit proces gewoon op het gewenste niveau blijven. De zeven die wij momenteel voor de kwaliteit van onze dienstverlening van de klanten krijgen is daarbij onze ondergrens. Ook in financiële zin zal de organisatieontwikkeling impact hebben. De taakstelling voor het IBD zal komen te vervallen, zodat het saldo van de begroting nul zal worden. De salarisontwikkeling zal worden verrekend in de tarieven. Door de organisatieontwikkeling geleidelijk in toe voeren moet het mogelijke zijn de frictiekosten beheersbaar te houden. De werkelijke financiële impact zal begin 2015 duidelijk zijn. Conclusies, acties, bijsturing e.d. Tijdens de implementatie van de organisatieplannen zullen we continu investeren in de ontwikkeling van het personeel en het management van het IBD. De strategische personeelsplanning, personeelsgesprekken en cultuurverandering zijn onze gids op de route naar de nieuwe organisatie. We zullen scherp sturen op de ontwikkeling van onze medewerkers. Daarnaast zullen wij ons ook moeten oriënteren op de arbeidsmarkt. Vergrijzing van de organisatie biedt enerzijds kansen om via natuurlijk verloop te krimpen, maar betekent anderzijds dat kennis verloren kan gaan. Gedurende de ontwikkeling van de organisatie zullen wij, weliswaar in steeds mindere mate, afhankelijk zijn van de omzetgarantie van onze eigenaren. Vanuit het nieuwe inkoop- en aanbestedingsbeleid (vastgesteld in februari 2014) moet het geen probleem zijn deze omzet voor het
33
IBD te garanderen. Het nieuwe beleid gaat immers uit van zo optimaal mogelijk gebruik maken van inbesteden. Ook de interne bedrijfsprocessen zullen worden aangepast aan de eisen van de nieuwe organisatie. Wat voor faciliteiten moeten wij onze medewerkers kunnen bieden om hun werk zo optimaal mogelijk uit te kunnen oefenen? Deze vraag zal centraal staan bij de redesign van onze bedrijfsprocessen. We zullen hierbij wel opereren binnen de centrale kaders van de Drechtsteden. Wat gaan wij daarvoor doen? Essentieel voor het realiseren van en de kwaliteit in de projecten als ook de omzetdoelstelling is de ontwikkeling van het personeel. In 2013 zijn wij als organisatie gestart met talentontwikkeling. Het doel is om vanuit talentontwikkeling te groeien in taakvolwassenheid. Een taakvolwassenheid van het Maturity-niveau 4 past bij een “lean and mean” organisatie. Ontwikkelgesprekken en coachen van medewerkers zijn de sleutelwoorden om het gewenste niveau te halen. Vanuit dit volwassenheidsniveau zorgen medewerkers voor een deel zelf voor omzet. Enerzijds via de kwaliteit op projecten en anderzijds door het netwerk dat medewerkers opbouwen. Aan de kostenkant ligt de taak om de organisatie “lean” te houden. Daar het grootste deel van de kosten bestaan uit omzetgerelateerde kosten (loonkosten productieve medewerkers) zal onderzocht worden of er op bedrijfsvoering (administratie, huisvesting en automatisering) nog ruimte te vinden is voor kostenreductie. Hoe gaan we dit meten? Het meten van de resultaten staat centraal tijdens de implementatie van de organisatieverandering. Al jaren heeft het IBD een maandelijkse Marap voor interne sturing. Grootheden als omzet en omzetontwikkeling, productiviteit, kostenbeheersing en ziekteverzuim worden door het management onder de loep genomen. In 2014 is het IBD gestart met het ontwikkelen van een governance model. Naast de financieel georiënteerde cijfers uit de Marap worden in de governance ook onderwerpen als personeelsontwikkeling, marktontwikkeling, kwaliteit en risico’s aangestipt. Tweemaandelijks zijn er gesprekken met onze stakeholders over de governance. Wat gaat het kosten? (bedragen x € 1.000) Primaire begroting 2015 Lasten Baten en lasten Mutaties reserve Resultaat
Baten
Geactualiseerde begroting 2015
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Afwijking Lasten
Baten
Saldo
7.676
8.172
496
6.138
6.138
0
-1.538
-2.034
-496
0
0
0
0
0
0
0
0
0
7.676
8.172
496
6.138
6.138
0
-1.538
-2.034
-496
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting A.
A.
Omschrijving afwijking Lasten Als gevolg van de reorganisatie van het IBD dalen de lasten Baten De gem eente Dordrecht heeft de garantieomzet verlaagd. Mutaties reserve Resultaat
I/S* S
Voordeel
Nadeel
Saldo
1.538
S
Dordrecht
2.034 0 1.538
Gemeente**
0 2.034
Dordrecht 0 -496
Toelichting: A. De gemeente Dordrecht heeft de garantieomzet van het IBD verlaagd naar € 2,5 miljoen voor het civiel technisch onderdeel van het IBD. Gevolg is dat zowel de omzet als de kosten in de begroting 2015 naar een lager niveau is teruggebracht. Een taakstelling op een kleiner IBD wordt als niet realistisch beschouwd, waardoor deze is komen te vervallen.
34
B.
Servicecentrum Drechtsteden
Inleiding Samenvatting De dienstverlening zal in 2015 merkbaar verbeterd zijn door doordat het SCD werkt met processen en diensten die met behulp van leanmanagementtechnieken en sociotechniek zijn doorgelicht en waarop continue wordt gestuurd en verbeteringen plaats vindt. Ook zal het SCD onderzoek doen naar eventuele uitbreiding en zal de verdere invlechting van Drechtwerk impact hebben op de organisatie. De dienstverlening komt in 2015 door taakstellingen onder druk te staan en zal directe gevolgen hebben voor de klanten. Inleiding Het Servicecentrum Drechtsteden (SCD) biedt de zes Drechtstedengemeenten en de Gemeenschappelijke Regelingen Drechtsteden, Omgevingsdienst ZHZ en Dienst Gezondheid & Jeugd (voorheen Regio ZHZ) ondersteunende producten en diensten die betrekking hebben op financiële, personele, facilitaire en juridische diensten, administratie, informatisering, automatisering, inkoop, aanbesteding en communicatie. Missie SCD Met ons vakmanschap, onze klantkennis & synergievoordelen de bedrijfsvoering van onze klanten integraal ondersteunen, zodat zij beter hun kerntaken kunnen uitvoeren. Het SCD voert de ondersteunende taken zoveel mogelijk geüniformeerd en gestandaardiseerd uit, zonder hierbij de noodzakelijke lokale behoeften uit het oog te verliezen. De SCD-organisatie ontwikkelt zich steeds meer van productenleverancier tot volwaardige samenwerkingspartner. Daartoe zoeken wij binnen de eigen organisatie én in overleg met onze eigenaren naar mogelijkheden om onze producten te verbeteren, onze processen verder te stroomlijnen en onze kosten te verlagen. Tegen deze achtergrond zijn de belangrijkste speerpunten voor 2015: 1. Verbetering dienstverlening Toonaangevende prestaties In 2014 en 2015 werkt het SCD met processen en diensten die met behulp van Leanmanagementtechnieken in combinatie met Sociotechniek zijn doorgelicht op kwaliteit, efficiency en noodzaak. Per afdeling wordt hierop gestuurd en vindt continu verbetering plaats. De kwaliteit van de dienstverlening wordt in 2015 gemonitord via bijvoorbeeld klanttevredenheidsonderzoeken, benchmarks en klantrapportages over klantprestatie-indicatoren. Enthousiaste medewerkers Onze medewerkers zijn ons belangrijkste kapitaal en onze ambassadeurs. Hun houding en gedrag moet passen bij een zakelijke dienstverlenende organisatie. Om het leiderschap te versterken is een leiderschapsprogramma uitgevoerd. Tevens dient dit programma voor het borgen van de organisatieverandering. Verder wordt door middel van periodieke medewerkertevredenheidsonderzoeken de betrokkenheid en tevredenheid van de medewerkers gemeten. Doel is mede om inzichtelijk te krijgen of het SCD haar ‘human resources’ nog efficiënter kan inzetten voor de verdere doorontwikkeling van de organisatie. Daarnaast wordt ook gebruik gemaakt van strategische personeelsplanning waarin ook nog de verbinding wordt gemaakt tussen de toekomstige organisatieontwikkelingen op korte en lange termijn en de daarbij gewenste kwalitatieve en kwantitatieve personeelsbezetting. Transitie ICT Er is in 2012 en de eerste helft van 2013 een grondige analyse uitgevoerd van de ICT (I&A) functie binnen de Drechtsteden wat heeft geresulteerd in het I&A Transitieplan. De bouwblokken (“hoe ziet de technische omgeving er straks uit”) is in 2015 afgerond. De centrale infrastructuur is gebouwd en in 2014 is gestart met de uitrol van de nieuwe werkplek. Naast de uitrol worden tot in 2015 meer projecten gerealiseerd om de benodigde infrastructuur compleet te vernieuwen.
35
Inkoop Nieuwe Stijl (INS) Inkoop Nieuwe Stijl is in september 2012 vastgesteld en loopt tot half 2015. De kwantitatieve resultaten (aanbestedingsresultaat en het percentage t.o.v. het netto beïnvloedbare inkoopvolume langs team Inkoop) worden gemeten over een periode van 3 jaar. De doelstelling is een aanbestedingsresultaat van € 20 - € 30 miljoen te behalen in deze periode en deze doelstelling is reeds behaald. Het percentage wat langs team Inkoop gaat is gestegen van 14% naar ruim 25%. 2015 staat in het teken van de afronding van INS en de borging van de behaalde resultaten. De lijn die vanuit INS is ingezet met betrekking tot planmatig en procesmatig werken wordt voortgezet door een pro-actieve en planmatige aanpak van inkoop middels een jaarcyclus (o.a. inkoopscan en Regionaal Inkoopplan). Tevens zal er een verdere doorontwikkeling en optimalisatie plaatsvinden betreffende de periodieke rapportages en stuurinformatie. Vanuit team Inkoop blijft ook in 2015 de nadruk aanwezig om contractmanagement verder in te richten en te optimaliseren, opdat we de behaalde aanbestedingsresultaten kunnen omzetten naar inkoopresultaten. Dit betreffen zowel kwantitatieve als kwalitatieve resultaten. Programma’s en projecten Binnen het SCD wordt gewerkt met portfoliomanagement voor projecten. De projecten worden via een vast stramien uitgevoerd, waarbij gebruikgemaakt wordt van een standaard projectmethodiek. 2. Uitbreiding SCD Verkenning uitbreiding dienstverlening Een verkenning naar mogelijkheden en wenselijkheid tot uitbreiding van het aantal klantorganisaties en/of dienstverlening is gestart. Per werkveld worden de te behalen voordelen en de daarbij te stellen voorwaarden en standaarden verkend. Dit wordt bezien in relatie tot de fijnstructuur en de verrekensystematiek. Op termijn kan beheerste schaalvergroting mogelijk een kostendaling voor de eigenaren tot gevolg hebben. Dit past goed binnen de financiële strategie van de Drechtsteden. Drechtwerk De Participatiewet zal inwerkingtreden per 2015. Daar waar eerst werd uitgegaan van een volledige 100% integratie van Drechtwerk binnen de GRD, is nu de ambitie om meer mensen aan het werk te helpen leidend en volgt daarop de beoogde organisatievorm. In 2014 is een analyse ten aanzien van het ICT landschap uitgevoerd met daarbij een advies rondom migratiescenario`s en mogelijke in beheer name bij ICT SCD. Op een aantal andere vlakken wordt op incidentele basis in 2014 al diensten verleend. Voor 2015 wordt aan de hand van hoe Drechtwerk wordt georganiseerd bekeken wat dat voor het SCD betekent. Decentralisatie (WMO) In het kader van de decentralisaties WMO komen in 2015 extra taken over naar de gemeenten. In 2014 worden de service-organisaties ingericht. Op dit moment wordt hard gewerkt bij de Sociale Dienst om dit vorm te geven. De impact op de dienstverlening voor SCD zijn in de begroting verwerkt. 3. Bijdragen aan taakstellingen De kosten van het SCD zijn de afgelopen jaren verlaagd door de vermindering van personeel (- 50 medewerkers) en daarnaast heeft o.a. Inkoop nieuwe stijl grote bijdragen geleverd aan besparingen in de regio. Bij verdere taakstellingen zal, nu het straktrekken van alle processen binnen het SCD heeft plaatsgevonden, moeten worden gekeken naar besparingen in de totale keten, vermindering van taken en volumes. Naast de taakstellingen zijn in 2015 ook de ontvlechting van de GR-en ZHZ en de daarmee gepaard gaande frictie zichtbaar door de teruglopende inkomsten en de uitputting van de frictiereserve. In 2015 wordt de GRD met een nieuwe taakstelling geconfronteerd. Voor SCD komt de dienstverlening onder druk te staan door de nieuwe taakstellingen. Voor het SCD komt de nadruk te liggen op de vermindering van de dienstverlening.
36
Conclusies, acties, bijsturing e.d. 1. De dienstverlening van het SCD zal in 2015 merkbaar verbeterd zijn door de doorgevoerde procesverbeteringen en ontwikkeltrajecten van medewerkers. 2. De uitbreiding van SCD dient verder onderzocht te worden. En verder kan de invlechting van Drechtwerk impact hebben op het SCD. 3. De dienstverlening staat onder druk door taakstellingen, die direct gevolgen zullen hebben voor de klanten. Hoe gaan we dit meten? Het SCD hanteert onderstaande balanced scorecard om prestaties op het gebied van financiën, medewerker, klant en vernieuwing periodiek te monitoren en waar nodig bij te sturen om de organisatie en dienstverlening verder te ontwikkelen. 1. Dienstverlening
Norm
Werkelijk
Kritische succesfactor (KSF): klanttevredenheid
Speerpunten SCD KPI’s
KTO
Conform planning Conform norm, zie tabel hieronder >7
3. Medewerker Kritische succesfactor (KSF): medewerkerstevredenheid
Norm
Uitstroom
Conform planning
Ziekteverzuim
<5,0 %
MTO
>7
Productiviteit Opleidingen
>1350 uur 2% van het P-budget twee gesprekken per medewerker per jaar
Jaargesprekken
Werkelijk
2. Financiën
Norm
Kritische succesfactor (KSF): financiële beeld Prognose budget SCD 2014 Prognose personeelsbudget 2014
≤100%
Prognose materieel budget 2014 Prognose Transitiekosten 2014 Voortgang taakstelling 2014 4. Vernieuwing Kritische succesfactor (KSF): continue verbetering Voortgang fijnstructuur (audits) Voortgang ICT Voortgang investeringsportfoli o SCD
Werkelijk
≤100%
≤100% Conform voorziening 100% Norm
Werkelijk
Conform planning Transitieplan I&A Conform planning
Tabel 2. Balanced scorecard SCD Klantprestatie-indicatoren Het SCD wil de dienstverlening in 2015 verder verbeteren. Denk daarbij aan het verder versnellen van het betaalproces ook in de keten (o.g.v. nieuwe wetgeving moeten alle facturen binnen 30 dagen betaald worden) en het verbeteren van de ICT-dienstverlening (uitvoering Transitieplan I&A). Daarbij maken we gebruik van onder meer de volgende klantprestatie-indicatoren:
37
Taakveld
Product
Prestatie-indicator*
Betalen
Registratie
5 kalenderdagen na 1e ontvangst bij SCD
100%
KO: Coderen en accorderen
% gecodeerd en geaccordeerd 20 kalenderdagen na ontvangst door klantorganisaties van SCD % facturen betaald 5 kalenderdagen na terugontvangst bij SCD
100%
100%
Verstoringen
% facturen betaald 30 kalenderdagen na 1e ontvangst bij SCD % incidenten opgelost conform afspraak % verstoringen direct opgelost
Wijzigingsverzoek
% binnen 4 weken ingepland
80%
Wijzigingsverzoek
% volgens afspraak opgeleverd
90%
DIV
% dossiers binnen 24 uur uitgeleverd % dossiers binnen 31 dagen teruggeleverd % tijdig afgehandelde werkorders
90%
70% van de gelopen VSR metingen in een voortschrijdend jaar dient een voldoende resultaat te hebben % besluiten geleverd binnen afgesproken termijn (met hoorzitting/bezwaarcie’s) % bezwaarschriften na mediation ingetrokken
70%
Fiatteren en betalen
SCD+KO: betalen facturen Incidenten ICT
FZ/DIV
DIV Beheer FZ Schoonmaak
Bezwaar-procedures JKC JKC
Bezwaar-procedures
Norm
100%
80% 60%
95% 90%
90%
20%
Tabel 3. Klantprestatie-indicatoren 2015 In 2014 worden de klantprestatie-indicatoren geëvalueerd en zo nodig aangepast. De normen worden waar mogelijk verder aangescherpt. In de leveringsrapportages van het SCD wordt per drie maanden over de klantprestatie-indicatoren gerapporteerd. Benchmarks, klant- en medewerkertevredenheidsonderzoek In 2015 monitoren we onze prestaties voortdurend door Klant Tevredenheid Onderzoek (KTO), bewaken van prestatie indicatoren en Medewerkers Tevredenheid Onderzoek (MTO). Via de benchmarkmethode zetten we onze prestaties af tegen die van vergelijkbare organisaties. Daarnaast bewaken en versterken we de kwaliteit van onze beleids- en adviestaken met behulp van evaluaties en audits. Wat gaat het kosten? (bedragen x € 1.000) Primaire begroting 2015 Lasten Baten en lasten Mutaties reserve Resultaat
Baten
Geactualiseerde begroting 2015
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Afwijking Lasten
Baten
Saldo
43.467
42.759
-708
44.472
43.764
-708
1.005
1.005
0
0
708
708
0
708
708
0
0
0
43.467
43.467
0
44.472
44.472
0
1.005
1.005
0
38
In de tabel hieronder worden de verschillen van de primaire begroting 2015 met de geactualiseerde begroting 2015 in beeld gebracht. Toelichting
Omschrijving afwijking
I/S
Voordeel
Nadeel
Saldo
Gemeente
Lasten A B
Extra lasten door CAO Extra dienstverlening aan SDD
C
Verlagen rekenrente Lagere bijdrage uit Algemene dekkingsmiddelen Subtotaal Baten
C
A B
Extra lasten door CAO Extra dienstverlening aan SDD Subtotaal Totaal baten en lasten Mutaties reserve Geraamd resultaat
S S
424 581
-424 -581
Ja Nee
S
129
Nee
S
-129
Nee
0 S S
1.005
-1.005
424 581 1.005
0
424 581 1.005
1.005 0 1.005
1.005 0 1.005
0 0 0
Ja Nee
Toelichting: A. Extra lasten door cao In 2014 is een nieuwe cao vastgesteld. In afwijking op voorgaande jaren is dit jaar in de cao niet alleen sprake van een procentuele stijging maar wordt ook gewerkt met een vast bedrag per schaal. De gemiddelde stijging is 1,9%. Hiermee wordt ook de begroting verhoogd. B. Extra dienstverlening GRD/SDD De groei van de Sociale Dienst Drechtsteden door de decentralisaties, WMO en Participatiewet, leidt tot een vergroting van de diensten die door het SCD worden geleverd. De diensten en de daaraan gebonden kosten zijn bepaald aan de hand van de wijzigingen in aantallen per sleutel conform de nu geldende verrekensystematiek. Concreet heeft deze uitbreiding impact op financiële-, personele- en ICT-dienstverening. Vanaf 2016 wordt dit onderdeel van de gehele verrekensystematiek. C. Verlaging rekenrente Door de verlaging van de rekenrente van 4% naar 3% dalen de kapitaallasten in 2015 met € 129.000. Tegelijkertijd daalt de bijdrage vanuit de Algemene Dekkingsmiddelen aan de exploitatie van het SCD met hetzelfde bedrag. Per saldo wijzigt de begroting van het SCD dus niet. Bedrijfsvoering Hier wordt ten aanzien van de bedrijfsvoering de verwachte ontwikkelingen in 2015 weergegeven. Denk hierbij tevens aan de effecten die nieuwe (beleids)voornemens en de brede doorlichting zullen hebben op de bedrijfsvoering. Interne controle: rechtmatig en doelmatig In 2013 en 2014 is al een aantal verbeterslagen doorgevoerd op het gebied van de interne controle, na de borging van de IC binnen Control & Bedrijfsvoering (C&B) als onderdeel van de fijnstructuur. In de verbijzonderde controle is het advies van Deloitte (accountant) opgevolgd om continuance control in te voeren. In 2015 zal dit proces verder worden geborgd en zal ook gefaseerd Tax Control worden ingevoerd. Bedrijfsvoering next level In aansluiting op het ICT transitieplan worden in 2014 ook de administratieve processen rondom ICT verder doorgelicht en verbeterd door de afdeling ICT en Control & Bedrijfsvoering in het project ICT next level. Het doel is om van een meer technologie gedreven naar een servicegerichte dienstverlener te gaan in 2016. In 2015 zullen verdere verbeteringen worden doorgevoerd. Proces in- , door- en uitstroom (ook wel in- en uitdienst proces genoemd) In de interim-controle is de bevinding van de IT-audit, waarin is aangegeven dat het proces van in- , door- en uitstroom moet worden verbeterd, overgenomen. Met name het voorkomen dat uitdiensttreders nog autorisaties hebben in de systemen behoeft aandacht. Vanuit P&O is het initiatief
39
opgepakt om het proces te verbeteren door het nieuwe personeelspakket als bronsysteem aan te wijzen. Dit project zal bij de invoering van het nieuwe personeelssysteem worden uitgevoerd. Het doel is klanten één voordeur te bieden voor in- , door- en uitstroom mutaties over alle dienstverlening van het SCD en te zorgen voor één punt van registratie (voor controle, doorlooptijd, inzicht en overzicht).
C.
Gemeentebelastingen Drechtsteden
Inleiding Gemeentebelastingen en Basisinformatie Drechtsteden (GBD) is onderdeel van de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden. Vanaf juli 2008 verzorgt zij de heffing en inning van de belangrijkste lokale heffingen van de gemeenten Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht. Het gaat hierbij om een opbrengstvolume van circa € 100 miljoen per jaar. Per 1 april 2013 is de afdeling geo-informatie van het SCD onderdeel geworden van de GBD. Hiermee is ingespeeld op de toekomstige wettelijke taken op het gebied van de geo-informatie. Daarnaast is de combinatie van belastingen en geo-informatie productief te maken. Beide werkterreinen gebruiken vaak dezelfde databronnen. Ook de koppeling tussen de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en de Basisregistratie Waardering Onroerende Zaken (WOZ) is hierdoor eenvoudiger te realiseren. Positie Het profiel van de GBD is in eerste instantie die van een betrouwbare uitvoeringsorganisatie. Dat laat onverlet dat zij op het gebied van de productontwikkeling en de opbrengstmaximalisatie hoog inzet. Ook als eerste adviseur voor de gemeenten en als dienstverlener voor de belastingplichtigen meten wij ons met hoge kwaliteit. De GBD voert voor de deelnemers ook gemeentelijke taken van de Wet waardering onroerende zaken uit. De taken van geo-informatie zijn in de loop van 2013 organisatorisch volledig ingebed. De volledige financiële invlechting is in de loop van 2014 gerealiseerd. Het idee steeds meer processturing toe te passen, vraagt een andere kijk op het organiseren van werk. Hiervoor is de GBD een traject gestart, waarbij niet de lijnorganisatie bepalend is voor de aansturing, maar de werkprocessen. Dit heeft ook geleid tot een compacter managementteam en een meer thematische aanpak van verbeteringen in de productie. De interne keten werd hierdoor sterker en flexibeler. De geo-activiteiten zijn volledig in deze nieuwe werkwijze opgenomen. Natuurlijk blijft het de primaire taak middelen binnen te halen om noodzakelijke lokale taken uit te voeren. Dat doen wij mensgericht en met oog voor dienstverlening. Daarnaast zijn we in staat een bijdrage te leveren op het gebied van databeheer en -analyse, dienstverleningsconcepten en visualisering van verschillende data op thematische kaarten. De GBD is een waardevol onderdeel van de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden. Als goede dienstverlener richting burgers, bedrijven en instellingen en als goede opdrachtnemer en uitvoerder voor de deelnemende gemeenten binnen de GR-Drechtsteden. Maar ook voor de andere entiteiten binnen het netwerk is Gemeentebelastingen en Basisinformatie Drechtsteden een betrokken partner. Ook in 2015 zal de GBD voor de opgave staan nieuwe besparingen te realiseren. Zij doet dat in een totaalpakket, waarmee zowel aan de gevolgen van uw zomermotie 2012 als die van de geprognosticeerde rijksbezuinigingen wordt tegemoet gekomen. Aan de andere kant staat de organisatie voor nieuwe opgaven. Het vormgeven van de nieuwe wettelijke taken op het gebied van de geo-informatie en de nieuwe ontwikkelingen rondom de interactieve WOZ en de basisregistraties vereisen extra aandacht en capaciteit. De combinatie van besparingen en nieuwe taken vraagt een strakke bedrijfsvoering en gerichte strategische personeelsplanning.
40
Wat willen we bereiken? De primaire taak van de GBD is het genereren van belastingopbrengsten. Voor 2015 is (op basis van de gemeentebegrotingen 2014) de volgende opbrengst geprognosticeerd. Gemeente
Dordrecht Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Totaal
Begrote opbrengsten (x € 1.000) € 47.362 € 10.324 € 12.407 € 7.890 € 18.420 € 96.403
Deze opgave is exclusief de opbrengst uit het reinigingsrecht en de Bedrijfsinvesteringszones. De GBD verantwoordt al haar opbrengsten direct aan de deelnemende gemeenten via afzonderlijke maraps en afzonderlijke jaarverslagen. Zowel voor de heffing van de onroerende zaakbelastingen als voor externe afnemers, zoals de Rijksbelastingdienst, de waterschappen en het ministerie van Financiën (Algemene Uitkering) wordt jaarlijks een waardering gegeven aan de onroerende zaken in de regio. Ook in 2015 wordt dat gerealiseerd via vastgoeddomeinen. De omvang hiervan is in de onderstaande tabel aangegeven. Vastgoeddomein
Woningen Courante Niet woningen TIOX-objecten Top-500 Totaal
Aantal te waarderen 2015 (raming) 116.800 7.400 2.200 500 126.900
Het project “Top 500” waarborgt een snelle waardering van de objecten binnen de Drechtsteden met een hoog fiscaal belang. Hierdoor is de onroerende zaakbelasting voor deze objecten snel te innen. Ook in 2015 zal ruimte gevonden worden in termen van productontwikkeling en –verbetering. Als voorbeelden hiervan noemen wij: - verder synchroniseren van de uitvoeringspraktijk lokale heffingen van de deelnemers; - verder producten ontwikkelen voor dienstverlening aan gemeenten en belastingplichtigen; - versnellen van het tempo waardering onroerende zaken (en de aanslagoplegging); - scherpere invorderingsmaatregelen nemen (tegengaan oninbare belasting); - aangaan van samenwerking ten behoeve van het datagebruik voor de deelnemers; - prognoses gebruiken voor toekomstscenario’s gemeenten (leegstand e.d.); - nieuwe producten ontwikkelen door de integratie met Geo-informatie; - na de geslaagde proeven in Sliedrecht, interactieve WOZ ook invoeren voor Zwijndrecht, Papendrecht en Hendrik-Ido-Ambacht. Dordrecht volgt dan in 2016; - bij wijze van proef keukentafelgesprekken voeren bij bewoners thuis als bij WOZ-bezwaren in Dordrecht is gevraagd om een hoorgesprek; - nog concretere afspraken maken met de Drechtstedengemeenten over Geo-activiteiten en over de financiering.
41
Op het gebied van GEO-informatie worden de volgende taken uitgevoerd Proces
Al
Dd
HIA
Pa
Basisregistratie en beheer BAG
*
(Basis) registratie grootschalige topografie
Landmeetkundige activiteiten
Registratie WKPB (wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen)
Ontsluiten Geo-informatie (w.o. Drechtmaps)
Functioneel beheer van beheersapplicatie voor RO planvorming en publicatie
Slie
Zwij
*alleen het functioneel beheer De activiteiten van Geo zijn eerst in de begroting 2014 volledig opgenomen (inclusief een structurele besparing op jaarbasis van € 100.000). Ontvlechting is in 2014 afgerond. Het maken, bijhouden en ontsluiten van interactief kaartmateriaal, themakaarten en data-analyses zijn ook onderdeel van de productie van de geo-dienstverlening. Hierbij spelen productinnovatie en een alert reageren op vragen van de deelnemers een belangrijke rol. Wat gaan wij daarvoor doen? Product/activiteit/pr oject
Beoogd resultaat
Meting
Oplegging aanslagen 2013, 2014, 2015
Maximale opbrengsten
Volledige benutting belastingcapaciteit
Invordering aanslagen
Betalingsbereidheid met een maximum van 0,5 % oninbaar
T.o.v. 2011 afname debiteurensaldo in 2015 van meer dan 10%. Voor aanvang 2015 vanwege economische ontwikkelingen herijking van het oninbaarpercentage
Waardering onroerende zaken
Waardering onroerende zaken Vergroten vertrouwen in uitvoering Wet WOZ door geleidelijke invoering interactieve WOZ
Conform normering, procesgerichte aanpak via vastgoeddomeinen
Bezwaar en Beroep
Afdoening binnen de wettelijke termijnen. Geleidelijke invoering keukentafelgesprekken en interactieve WOZ
Conform indicatoren, reductie aantal bezwaarschriften
P&C-cylcus gemeenten
Bijdragen aan de gemeentelijke begrotingsprocessen (opbrengstprognoses, begrotingen, burap’s, jaarrekeningen)
Conform afspraken/geconsolideerde controleverklaring accountant
Conceptverordeningen
Verordeningen lokale heffingen
Alle verordeningen vastgesteld
Productontwikkeling
Bijdrage in Geo-informatie, analyse Drechtstedenlijke kerngetallen
Afgestemde datalevering en dataanalyse
Verdere synchronisatie uitvoering
Onderdeel Brede Doorlichting, continue proces
Belastingregels afstemmen
Producten Geo
Uitvoeren programma 2015
Productie conform. afspraken gemeenten
42
Hoe gaan we dit meten? Zoals met de opbrengsten worden ook de verzending van de aanslagen, de afdoening van bezwaarschriften, afdoening voor verzoeken om kwijtschelding en dergelijke per gemeente afgesproken. De GBD hanteert hierbij voor alle gemeenten de volgende indicatoren. Product Verzenden gecombineerde aanslagen/WOZbeschikkingen 2015
Verzenden overige aanslagen Afdoen verzoeken om kwijtschelding
Afdoen bezwaarschriften
Prestatie-indicator 95% voor 1 maart 2015 97% voor 1 april 2015 99% voor 1 mei 2015 100% voor 1 juni 2015 overeenkomstig wettelijke termijnen 99% binnen 3 maanden na indiening 100% binnen 6 maanden na indiening 25% binnen 3 maanden na indiening 100% binnen de wettelijke termijnen
Het aantal bezwaarschriften is afhankelijk van de conjunctuur en gevoelig voor beleids- en tariefwijzigingen van de gemeenten. Ook wijzigingen door verandering in de wet- en regelgeving en nieuwe jurisprudentie kunnen gevolgen hebben voor het aantal. De effecten van de commerciële bureaus, die bezwaarschriften voor burgers genereren (no cure, no pay bureaus) kunnen zorgen voor een toename van het aantal bezwaarschriften en de proceskosten. De GBD hanteert verschillende methodes om deze activiteiten beheersbaar te houden. Voor 2015 gaan we vooralsnog uit van maximaal 5.000 bezwaarschriften. Met het invoeren van keukentafelgesprekken bij Dordtse bezwaarschriften waarbij is gevraagd om een hoorgesprek en de invoering van de interactieve WOZ in de overige gemeenten verwachten wij het aantal bezwaarschriften beheersbaar te houden. In 2015 zullen we op basis van onze ervaringen voorstellen doen over toepassing van beide instrumenten bij alle deelnemende gemeenten. Vragen van inwoners over lokale heffingen komen altijd eerst terecht bij de gemeentelijke frontoffice. Alleen wanneer de vraag daar niet kan worden afgedaan, wordt de backoffice van de GBD aangesproken. Het gaat hier jaarlijks om circa 10.000 meldingen. Door middel van het organiseren van inloopavonden op gemeentelijke locaties voor belastingplichtigen wordt getracht dit aantal te beperken. Ook de hoeveelheid bezwaarschriften kan hierdoor beperkt worden. Voor de deelnemende gemeenten wordt ook in 2015 deze mogelijkheid geboden. Zowel de behandeling van bezwaarschriften en aanvragen kwijtscheldingen, als de meldingen worden via postverwerkingsysteem Mozaïek gemonitord. De GBD levert ook de bouwstenen aan gemeenten om hun belastingbeleid te kunnen vormgeven. In ieder geval worden jaarlijks alle verordeningen ter zake gescreend en aangepast, inclusief de tariefswijzigingen. De GBD levert de concept-verordeningen hiervoor tijdig aan. Daarnaast wordt ondersteuning geboden bij het vaststellen van heffingsverordeningen die niet behoren tot de heffingsen inningstaak van de GBD. Vanzelfsprekend wordt ook advies gegeven over beleidswijzigingen. Ook de reguliere managementinformatie aan gemeenten over de belastingopbrengsten is een vaste taak. Een omvangrijk subproces van de belastingheffing is de wettelijk verplichte, jaarlijkse waardebepaling van het vastgoed in de regio. De GBD zal conform de voorschriften tijdig correcte en volledige levering van WOZ-data verzorgen naar de Rijksbelastingdienst, het CBS, het Waterschap Hollandse Delta en het Waterschap Rivierenland. De voortgang wordt per vastgoeddomein voortdurend bijgehouden. De GBD meldt maandelijks de opbrengsten uit de aanslagen, de mate van afdoening van bezwaarschriften, het kwijtscheldingsvolume en de leegstandscijfers aan de betrokken gemeentelijke bestuurders.
43
Voor onze geo-activiteiten gelden de afzonderlijke afspraken met de gemeenten. Daarnaast verwachten we nieuwe producten te generen die in navolging van kaarten voor veiligheidsanalyses en leegstandcontroles inzicht kunnen geven in beleidsvraagstukken. Ook binnen interactieve WOZ zal ter ondersteuning van de inzichtelijkheid van het waarderingsproces meer gebruik gemaakt gaan worden van geo-informatie. Wat gaat het kosten? (bedragen x € 1.000) Primaire begroting 2015 Lasten Baten en lasten Mutaties reserve Resultaat
Baten
Geactualiseerde begroting 2015
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Afwijking Lasten
Baten
Saldo
5.782
5.782
0
5.832
5.832
0
50
50
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
5.782
5.782
0
5.832
5.832
0
50
50
0
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting A.
Omschrijving afwijking CAO stijging
A. Totaal
Hogere gem eentelijk bijdrage
I/S* S S
Voordeel 50 50
Nadeel 50 50
Saldo 50 50 0
Gemeente Ja Ja
Toelichting: Vanwege de CAO-wijzigingen raamt de GBD € 50.000 hogere personeelslasten. Dit wordt op grond van de huidige financieringssystematiek gedekt via de gemeentelijke bijdragen.
Onderkant formulier
D. Onderzoekcentrum Drechtsteden Inleiding Het gemeentelijke beleid is sterk in beweging. Gemeenten hebben te maken met nieuwe –complexeopgaven. Ondernemerschap, particulier opdrachtgeverschap en burgerkracht worden steeds belangrijker en vergen van de overheid een andere rol. Ook vragen de integrale thema’s, zoals participatie, om het verbinden van verschillende beleidsterreinen. Hiermee komen veel nieuwe vraagstukken op gemeenten af. Deze zaken vragen ook een andere rol en aanpak van het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD). Dichter bij beleid en dichter bij de doelgroep. Een belangrijk speerpunt is de doorontwikkeling van het OCD tot strategisch partner voor beleid. Meer op strategisch niveau aan tafel zitten en meedenken, meer aan de voorkant van beleid betrokken zijn en vaker een rol spelen bij beleidsevaluaties. In 2013 hebben we hier al een start mee gemaakt en dit is in 2014 opnieuw als speerpunt benoemd. Samen met de Dienst Gezondheid & Jeugd monitoren en evalueren we de pilots AWBZ en Jeugdzorg die over een periode van een aantal jaren in de Drechtsteden gemeenten worden uitgevoerd. En twee onderzoekers van het OCD zijn in 2013 en 2014 structureel ingezet als kennismakelaar en adviseur bij de decentralisaties AWBZ en Jeugdzorg en bij extramuralisering. Strategisch partnerschap wordt in 2014 verankerd in de organisatie met de toevoeging van de functie strategisch onderzoeker/adviseur. In 2015 zullen wij onze opdrachtgevers dus nog meer op strategisch niveau ondersteuning kunnen bieden met onderzoek en advies. Bij voorbeeld bij de ontwikkeling van een instrumentarium voor het monitoren van het regionale meerjarenbeleidsprogramma. Tegelijkertijd is er nog behoefte aan basisinformatie. Belangrijk hierbij is een vertaalslag naar beleid, duiding en cijfers in een breder kader zetten. Bij de doorlichting van ons basispakket in 2013 hebben we hier op ingezet. Dit heeft geleid tot een pakket waarin meer aandacht is voor strategische producten en advies. Maar ook de doorontwikkeling van ons bewonerspanel, waarmee we snel en direct bij bewoners informatie kunnen verzamelen is daar prominent in opgenomen. Met de doorlichting is tevens een structurele bezuiniging van 50.000 euro gerealiseerd op de vaste bijdrage
44
van gemeenten voor het basispakket. De inhoudelijke invulling van het basispakket wordt elk jaar opnieuw bekeken en zo nodig bijgesteld. In de opdrachten ‘op maat’ (pluspakket), waarvoor gemeenten betalen op basis van daadwerkelijke afname, zal naar verwachting een verschuiving plaats vinden naar meer –grotere- strategische opdrachten. De ambitie is 5% van de omzet in te verdienen via ‘extra’ interne opdrachten, die via actieve acquisitie en soms in concurrentie zijn verkregen. Het OCD is ook actief op de externe markt. De ambitie voor 2015 is om 5% van de omzet via externe opdrachten in te verdienen. Nieuw is de vraag die het OCD van de Rekenkamercommissie Dordrecht in 2013 heeft gekregen om voor haar rekenkameronderzoek te doen. Voor het OCD is dit een nieuwe uitdaging, die ook – strategische- kansen biedt. Hieraan gekoppeld ligt er de intentie het onderzoeksbureau (Dordrecht) van drie mensen dat nu de rekenkamercommissie ondersteunt, te integreren binnen het OCD. In 2014 en 2015 is dit als experiment opgezet, waarin we via het doen van onderzoek voor de rekenkamercommissie en een detachering van de onderzoekers bij het OCD bekijken of dit ‘werkt’ en voor alle partijen de verwachte meerwaarde biedt. Wat willen we bereiken? Het OCD wil in 2015 dé strategisch partner zijn van de Drechtsteden. Doelstellingen die daaraan gekoppeld zijn: (strategisch) advies geven, verbreding van het netwerk en vergroten van onze acquisitievaardigheid. Een tweede doel is het bieden van goede basisondersteuning aan gemeenten met een relevant basispakket aan producten en activiteiten. In 2015 willen we ook bekijken of het experiment rekenkameronderzoek geslaagd is. Onze ambitie is om voor de Rekenkamercommissie Dordrecht als partner te fungeren bij het samenstellen van het onderzoeksprogramma en het doen van onderzoek. Daarnaast hebben we een aantal bedrijfsmatige doelen: een hoge klanttevredenheid, een efficiënte organisatie en een goed acquisitieresultaat.
Wat gaan wij daarvoor doen? Om bovengenoemde doelen te bereiken gaan we door met onze aanpak in het kader van strategisch partnerschap. In 2013 zijn we begonnen met het uitwerken en implementeren van een strategische aanpak, die we in 2014 verankeren in de organisatie met de functie van strategisch onderzoeker/ adviseur. Breder zetten we in op de versterking van het (strategisch) adviseren, de netwerkontwikkeling en het vergroten van onze acquisitievaardigheid. Activiteit
Beoogd resultaat
strategisch partnerschap vorm geven
15 strategische opdrachten en/of opdrachten met een adviescomponent
netwerk versterken en acquisitievaardigheid vergroten
20 externe of ‘extra’ interne opdrachten via het netwerk
Stand van zaken
Verder zorgen we voor een breed gedragen inhoudelijke invulling van ons basispakket. Via regionale monitoren actualiseren we belangrijke informatie op verschillende beleidsterreinen. Via een strategisch product zorgen we voor een verdieping, verbreding of bundeling van gegevens uit de monitoren. Daarnaast kan men een beroep doen op de kennis en expertise van de medewerkers. In factsheets en notities maken we een vertaalslag van relevante resultaten voor beleid. Het omnibusonderzoek en bewonerspanel zijn instrumenten om informatie te verzamelen bij bewoners of –snel- hun mening te peilen. In onderstaande tabel staan de producten uit het basispakket voor 2015 1 weergegeven met een doorkijkje naar de jaren 2016 t/m 2018.
1
Hierin zijn de resultaten van de doorlichting nog niet volledig verwerkt.
45
Basispakket 2015 -2018 wat? basisinformatie bedrijvenregister
frequentie?
2015
2016
2017
2018
jaarlijks
x
x
x
x
kerncijfers en basisinformatie bevolkingsprognose
jaarlijks 4-jaarlijks
x -
x -
x -
x x
informatie en advies werkgroepen factsheets, notities, artikelen conferentie
continu continu continu 2-jaarlijks
x x x -
x x x x
x x x -
x x x x
omnibusonderzoek/panels omnibusonderzoek
jaarlijks
x
x
x
x
internetpanel/bewonerspanel
continu
x
x
x
x
monitoren/thematisch onderzoek wonen
jaarlijks
x
x
x
x
economie + arbeidsmarkt onderwijs
jaarlijks jaarlijks
x x
x x
x x
x x
veiligheid vrije tijd sociaal binnenstad duurzaamheid
4-jaarlijks jaarlijks jaarlijks jaarlijks 2-jaarlijks
x x x x -
x x x x x
x x x -
x x x x
communicatie en bestuur programma-indicatoren
2-jaarlijks jaarlijks
x x
x
x x
x
strategisch product
jaarlijks
x
x
x
x
advies/kennisoverdracht
Wat betreft het rekenkameronderzoek, gaan we vooral in 2014 aan de slag om ons te bekwamen in rekenkameronderzoek. Ook ondersteunen we dat jaar de rekenkamercommissie Dordrecht bij het vaststellen van haar onderzoeksprogramma. Vervolgens zullen we in 2014 en 2015 dit programma uitvoeren. Tegelijkertijd volgen de onderzoekers die hier vanuit Dordrecht zijn gedetacheerd een traject om goed binnen het OCD te kunnen integreren. In 2015 wordt dit experiment geëvalueerd. Hoe gaan we dit meten? Wat het strategisch partnerschap betreft, kijken we naar de hoeveelheid strategische opdrachten, dan wel opdrachten met een adviescomponent. In een klankbordgroep van vertegenwoordigers van gemeenten en GRD bespreken we algemene zaken rondom het basispakket en de stand van zaken m.b.t. de interne en externe opdrachten. Daarnaast zorgen we – als onderdeel van ons kwaliteitssysteem – voor feedback per opdracht. Dat geldt als een doorlopend klanttevredenheidsonderzoek. Verder beschikken we over managementinformatie op projectniveau en medewerkerniveau. Kritische succesfactor
Prestatie-indicator
Realisering 2013
Normering 2014
Normering 2015
kwaliteit medewerkers
gemiddeld rapportcijfer opdrachtgevers voor opdrachten
7,6
7,8
7,8
efficiënte organisatie
declarabel percentage
67%
68%
68%
acquisitievaardigheid
gerealiseerde acquisitieopdrachten (extern of intern in concurrentie)
85%
75%
80%
46
Wat gaat het kosten? (Bedragen x € 1.000) Primaire begroting 2015 Lasten Baten en lasten Mutaties reserve Resultaat
Baten
Geactualiseerde begroting 2015
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Afwijking Lasten
Baten
Saldo
1.499
1.499
0
1.518
1.518
0
19
19
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.499
1.499
0
1.518
1.518
0
19
19
0
In de tabel hieronder worden de verschillen van de primaire begroting 2015 met de geactualiseerde begroting 2015 in beeld gebracht. Toelichting A A
Omschrijving afwijking
I/S*
CAO stijging Hogere bijdrage gemeenten
S S
Voordeel 19
Totaal
S
19
Nadeel
Saldo
19
-19 19
19
0
Gemeente Ja Ja
Toelichting: A. Personeel; CAO-afspraken: als gevolg van de gemaakte CAO-afspraken in 2014, zullen de loonkosten structureel met € 19.000 stijgen. Dit betreft een stijging van 2% op de loonkosten. Deze stijging zal ook gedekt moeten worden uit de te genereren inkomsten in het pluspakket.
E. Bureau Drechtsteden Wat willen we bereiken? Met het vaststellen van het transitieplan in de Drechtraad van 1 oktober 2013 is ook de formatieve versterking van het CIO office goedgekeurd. Het CIO office bestaat uit 2 onderdelen: team pre project en advisering en team beleid, kaders en programmering. De CIO office houdt zich bezig met het maken van beleid en stellen van kaders, het bepalen van de architectuur op technisch en informatiegebied en het omzetten van klantvraagstukken naar Informatieadvies, vooronderzoeken en business cases. Zij zorgt ervoor dat binnen de Drechtsteden heldere kaders zijn waarbinnen de klantorganisaties en het SCD als uitvoerende, ondersteunende organisatie werken. De CIO office voert regie over de regionale projectportfolio. Wat gaan we daarvoor doen? Uit de meerjarenplanning die samen met alle lokale en regionale platforms, en MT’s wordt opgesteld volgen de inhoudelijke beleidsagenda voor 2015 en de projecten die regionaal worden opgepakt. Beleidsonderwerpen die door het team beleid, kaders en programmering worden opgepakt zijn diverse thema’s gerelateerd aan informatiebeveiliging zoals Business Impact Analyse, DigID assessment en Privacy Impact Analyse, open data, cloud strategie, informatieplanning voor 2016, gegevensmanagement, Project Start Architecturen en evaluatie Informatiemanagement lokaal. Projecten die door het team pre project en advisering worden opgepakt zijn de verdere implementatie van Binnen Gemeentelijke Gebruik Basisregistraties, Basisregistratie Grootschalige Topografie, Algemene Wet Basisvoorzieningen elektronische overheid voor ondernemers (Awbeo), ontwikkeling van de midoffice als gevolg van het in 2014 uitgevoerde onderzoek naar Mozaiek, relatiebeheer systeem voor integrale klantbeelden, recht op elektronisch zaken doen en consolidatie van diverse systemen zoals websites en beheer openbare ruimte. Hoe gaan we dit meten? Over de realisatie van de regionale beleidsagenda I&A wordt verantwoording afgelegd aan de Drechtstedelijke gemeentesecretarissen via het Overleg netwerksecretarissen (ONS-D). Over de realisatie van het regionaal project portfolio wordt verantwoording afgelegd aan de individuele gemeenten via het Coördinerend Overleg Bedrijfsvoering (COB).
47
Wat gaat het kosten? (Bedragen x € 1.000) Primaire begroting 2015 Lasten Saldo van baten en lasten Mutaties reserve Geraamd resultaat
Baten
Actuele begroting 2015
Saldo
Lasten
Baten
Afwijking
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
1.157
1.157
0
1.175
1.175
0
19
19
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.157
1.157
0
1.175
1.175
0
19
19
0
Omschrijving afwijking
I/S*
Voordeel
CAO stijging Hogere bijdrage gemeenten Totaal
S S S
Resultaatanalyse (bedragen x € 1.000) Toelichting A A
Nadeel
Saldo
19 19 19
19
-19 19 0
Gemeente** Ja Ja
Toelichting A. CAO onderhandelingen Als gevolg van de nieuwe CAO stijgen de personeelslasten met € 19.000.
48
3.
Overige paragrafen
3.1
Risicomanagement
Risico’s In deze paragraaf gaan we in op risico’s die weliswaar een materiële invloed op de financiële positie kunnen hebben, maar waarvoor nog geen (volledige) maatregelen zijn getroffen. Dochter
Omschrijving
Kans
Impact
Opmerking en sturing
SDD
De prognose voor de totale volumegroei Begeleiding, Kortdurend verblijf en persoonlijke verzorging bedraagt € 1 miljoen.
n.t.b.
€ 1.000.000
SDD
Participatiebudget 2015 Stijgende klantenaantallen, mede door nieuwe doelgroepen participatie, en lagere beschikbare budgetten brengen in de toekomst financiële risico’s met zich mee. Daarnaast de afhankelijkheid van de opnamecapaciteit van de arbeidsmarkt. BUIG: Kostendelersnorm. De gemiddelde uitkeringsprijs kan afwijken als gevolg van de kostendelersnorm. Op dit moment vindt nog onderzoek plaats naar het effect van deze wetwijziging voor de Drechtsteden gemeenten.
n.t.b.
p.m.
In de financiële notitie bij het Wmo Beleidsplan Drechtsteden 2015 – 2018 wordt voorgesteld deze volumegroei niet direct ten laste van het zorgbudget Wmo te brengen, maar per gemeente een groeireservering op te nemen in de gemeentelijke begroting. De getroffen voorziening/reservering voor de Wmo bij gemeenten kan in 2015 benut worden ter dekking indien de volumegroei zich daadwerkelijk voordoet. Gemeenten worden geadviseerd het verwachte overschot op de uitvoering Wmo 2015 (huishoudelijke ondersteuning en hulpmiddelen) te reserveren ter dekking van deze volumegroei. In het vierde kwartaal wordt duidelijk hoeveel klanten er in 2015 (en verder) bediend kunnen worden van het beschikbare budget. Hierop zal gestuurd worden.
SDD
p.m.
Medio 2015 zullen de resultaten bekend worden gemaakt.
SDD
BUIG budgetten
p.m.
Gezien de landelijk stijgende aantallen uitkeringsgerechtigden in 2014 zal het macrobudget 2014 mogelijk hoger kunnen uitvallen.
SDD
BUIG: verdeelmodel Vanaf 2015 wordt gewerkt met een nieuw verdeelmodel voor het berekenen van het gemeentelijk aandeel in het macrobudget BUIG. Het effect is op dit moment nog niet helder. BUIG: De bestandsontwikkeling is mede afhankelijk van de conjuncturele ontwikkelingen. Hierop kan de SDD weinig invloed uitoefenen. Stijging/daling van de bestandomvang behoort daarmee tot de risico’s
p.m.
Najaar 2014 zullen nieuwe (voorlopige) budgetten 2015 bekend zijn.
p.m.
Er vindt continu actieve monitoring op de bestandsontwikkeling plaats. Afwijkingen worden gemeld in de voor- en najaarsrapportage.
SDD
49
Dochter
Omschrijving
Kans
Impact
SCD
Ambities ICT
Middel
Ntb
SCD
Zaak en Archief systeem
Middel
Ntb
SCD
ICT
Laag
€ 1 miljoen
SCD
Personeelssysteem
Laag
Ntb
SCD
Ontvlechtingen GR‘en ZHZ
Groot
€ 0.3 miljoen per jaar
SCD
MPO afspraken gebouw gebonden kosten, inclusief Serviceplein en de bodes
Groot
€ 0.58 miljoen per jaar
OCD
Onvoldoende interne en externe opdrachten
Middel
Gemiddeld
Opmerking en sturing Meer applicaties, werkplekken en accounts in regio dan de ambitie aantallen hebben invloed op de doorlooptijd van het project ICT op orde. Hier wordt strak op gestuurd maar is ook afhankelijk wat het project aan applicaties en dergelijke tegenkomt. In het ICT transitieplan is opgenomen dat het SCD geen software ontwikkel huis is. O.a. hierdoor zal het Zaak en Archief systeem op termijn moeten worden vervangen. Het project boekt op alle fronten voortgang. Er zijn uiteraard onvoorziene zaken en tegenslagen. Deze leveren af en toe door de complexiteit onverwachte en soms verstorende zaken op. (bijvoorbeeld windows 7 non compliant applicaties). Hier wordt door het programma strak op gestuurd. Per 1 januari 2015 wordt het nieuwe personeelssysteem ingevoerd. Met de leverancier zijn hier eenduidige afspraken over gemaakt. En hier wordt strak op gestuurd. De kans dat e.e.a. niet volledig werkt is laag echter de impact is groot. De conclusie is dat er een aanmerkelijke reductie heeft plaatsgevonden en dat in 2015 circa € 0.3 miljoen nodig is. Er bestaat wel een kans dat er in de jaren er na een structurele frictie component blijft bestaan. De frictiereserve is in 2018 uitgeput. In de meerpartijen overeenkomst is afgesproken dat de GR-en OZHZ en DG&J diensten blijven afnemen tot 1 april 2015, die gebouwgebonden zijn, inclusief Serviceplein en de bodes. Bij beëindiging zullen frictiekosten bij het SCD ontstaan. Het SCD zal zich tot het uiterste inspannen om de kosten te beperken. En dat kan door het opzeggen van een aantal contracten, te denken valt hier aan schoonmaak. Echter op andere contracten en inzet is er een schaalnadeel, waardoor frictie ontstaat. De kwantificering van het risico (€ 0.582 miljoen) is de jaarlijkse verminderde bijdragen van de GR-en. De impact is afhankelijk van de mate waarin de opdrachten teruglopen. Indien gemeenten, vanwege bezuinigingen, flink gaan schrappen in het pluspakket, kan een groot deel van de inkomsten van het OCD wegvallen. Daarnaast is gebleken dat het lastig is om externe opdrachten te verkrijgen. Het risico van onvoldoende interne opdrachten kan beperkt worden middels het gezamenlijk opstellen van een onderzoeksprogramma. Voor externe opdrachten en extra interne opdrachten vindt acquisitie plaats. Waar nodig vindt kostenbesparing plaats om binnen het budget te blijven.
Afgehandelde risico’s SCD
Transitiekosten bovenformatieven
Groot
€0.18 miljoen per jaar
De begroting van het SCD is verhoogd met de kosten van de resterende ww-verplichtingen
50
3.2
Personeelsoverzichten
Formatie (in fte) Bezetting ultimo 2013 Bureau Drechtsteden Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden
Begroting 2014
Primaire Begroting 2015
Actuele begroting 2015
39,4
37,0
42,4
40,4
245,0
257,9
257,9
342,1
63,4
75,0
75,0
75,0
301,0
345,0
340,0
340,0 60,5
Gemeentebelastingen Drechtsteden
56,2
60,5
60,5
Onderzoekcentrum Drechtsteden
12,9
14,6
14,6
14,6
717,9
790,0
790,4
872,6
Totaal
Inhuur
(Bedragen x € 1.000) Realisatie 2013
Raming 2014
Raming 2015
Bureau Drechtsteden
201
200
150
Sociale Dienst Drechtsteden
627
550
326
Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden* Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Totaal
819
650
750
5.600
5.600
4.000
148
150
150
87
28
28
7.482
7.178
5.404
* exclusief de inhuur voor ICT op orde
BDS: Voor de uitvoer van het RMJP worden collegae van de Drechtstedengemeenten ingehuurd. Dit wordt niet als externe inhuur aangemerkt. De inhuur in 2015 zal worden gefinancierd uit vacatureruimte en incidentele middelen (projectbudgetten). SDD: De verwachte kosten van externe inhuur zijn ten behoeve van ziekteverzuim en voor inzet van calamiteiten. Ter invulling van de jaarschijf 2015 van de taakstelling is het inhuurbudget 2015 afgeraamd. IBD: Inhuur binnen het IBD geschiedt slechts als de opdrachtportefeuille daar aanleiding toe geeft. De inhuur neemt in 2015 toe om de noodzakelijke groei aan omzet te kunnen realiseren. SCD: Ook de komende jaren vindt inhuur plaats verwacht. Daarbij spelen twee effecten een rol. Aan de ene kant daalt de externe inhuur door onder meer de vermindering van het personeelsbestand. Aan de andere kant vindt inhuur plaats op grond van: - Inhuur op vacatureruimte: de inhuur voor de overbrugging van de periode tussen het vertrek van een medewerker en de aanstelling en het inwerken van een nieuwe medewerker. - Tijdelijke formatie: invulling van tijdelijke formatie, die in een aantal jaren wordt afgebouwd. - Vervanging tijdens ziekte: bij langdurige ziekte vindt externe inhuur plaats om de continuïteit te waarborgen. Hiervoor worden vaak tijdelijk medewerkers via een uitzendbureau ingezet. - Projectbasis: inhuur voor de duur van een project. Het gaat daarbij zowel om extra capaciteit, als om specifiek noodzakelijke deskundigheid. De inhuur voor ICT op orde zijn niet meegenomen in de cijfers. - Tijdelijke financiering: diensten die worden geleverd en activiteiten die worden ontplooid zonder een structurele financieringsbron, waardoor er terughoudend wordt omgegaan met het aantrekken van vaste medewerkers en wordt gekozen voor inhuur. Inrichting flexibele schil: een deel van de dienstverlening van het SCD wordt op grond van de nieuwe verrekensystematiek via een flexibele schil geleverd, waardoor het SCD kan meebewegen met klantorganisaties. Deze schil wordt geleidelijk ingericht, door bij vacatures te toetsen op de wijze van invulling. OCD: Inhuur op vacatureruimte: Indien het nodig is onderzoekers in te huren in verband met een groot aantal onderzoeksopdrachten, dan zal deze inhuur bekostigd worden uit de beschikbare vacatureruimte. Projectbasis: Dit betreft inhuur van enquêteurs voor bepaalde onderzoeksprojecten. Hierbij gaat het om: extra capaciteit en specifiek noodzakelijke deskundigheid. Deze inhuur wordt gefinancierd vanuit de betreffende projecten.
51
4.
Financiële begroting
4.1
Recapitulatie programmabegroting (bedragen x € 1.000)
Programma
Primaire begroting 2015
Begrotingswijziging
Geactualiseerde begroting 2015
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
5.513
5.640
127
29
29
0
5.542
5.669
127
206.090
206.090
0
50.458
48.558
-1.900
256.548
254.648
-1.900
59.581
59.369
-212
-445
-941
-496
59.135
58.427
-708
0
150
150
0
0
0
0
150
150
271.184
271.249
65
50.042
47.646
-2.396
321.225
318.894
-2.331
127
0
-127
0
0
0
127
0
-127
Sociale Dienst Drechtsteden
0
0
0
0
1.900
1.900
0
1.900
1.900
Bedrijfsvoering
0
708
708
0
0
0
0
708
708
Algemene dekkingsmiddelen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
127
708
581
0
1.900
1.900
127
2.608
2.481
5.640
5.640
0
29
29
0
5.669
5.669
0
206.090
206.090
0
50.458
50.458
0
256.548
256.548
0
59.581
60.077
496
-445
-941
-496
59.135
59.135
0
0
150
150
0
0
0
0
150
150
271.311
271.957
646
50.042
49.546
-496
321.352
321.502
150
Baten en lasten Beleid en Bestuur Sociale Dienst Drechtsteden Bedrijfsvoering Algemene dekkingsmiddelen Totaal baten en lasten
Mutaties reserve Beleid en Bestuur
Totaal mutaties reserve
Resultaat Beleid en Bestuur Sociale Dienst Drechtsteden Bedrijfsvoering Algemene dekkingsmiddelen Totaal resultaat
52
4.2
Begrotingswijziging (bedragen x € 1.000)
Begrotingsprogramma
Bedragen Lasten
Toelichting
S/I
Baten
Financieringsbron gemeenten *
Beleid en Bestuur CAO stijging
39
Bestuursakkoord Water Lagere kosten OCD
5 -15
Structurele toename personele lasten Bijdrage in samenwerking via 5 VNG
39
-15 Verlaging bijdrage
S I S
Sociale Dienst Drechtsteden Werk & Inkomen Participatie
2.576
WSW
-4.121
Inkomensondersteu ning
-7.498
Neerwaartse bijstelling budget en 2.576 de overheveling van de taken voormalig SW Neerwaartse bijstelling budget en -4.121 de overheveling van de taken voormalig SW Neerwaartse bijstelling budget, ontwikkeling klantenaantallen, -7.498 prijsontwikkeling, en een geprognosticeerd tekort
I
Integratie-uitkering Sociaal dom ein 2015
S
Integratie-uitkering Sociaal dom ein 2015
S
Specifieke-uitkering Gebundelde uitkering 2015 voorlopig
I
Algemene uitkering
S
Integratie-uitkering Sociaal dom ein 2015
S
Integratie-uitkering WMO
Minimabeleid Kinderopvang Maatwerkvoorzienin gen inkomenssteun
-20 2.324
Lagere lasten als gevolg van het -20 incidenteel in 2015 achterblijven van het aantal aanvragen 2.324 Nieuwe taak minimabeleid
WMO
Huishoudelijke hulp
Hulpmiddelen Begeleiding en kortdurend verblijf Persoonlijke verzorging Beschermd wonen Opvang
-1.300
-200
Lagere lasten als gevolg van gewijzigde financiering op basis -1.300 van resultaatfinanciering, en daling van het aantal klanten met PGB Lagere lasten als gevolg van -200 daling aantal woonvoorzieningen
S
22.457
22.457 Nieuwe taak WMO
S
1.286
1.286 Nieuwe taak WMO
S
25.709
25.709 Nieuwe taak WMO
S
1.387
1.387 Nieuwe taak WMO
S
2.960
2.960 Inrichtingsplan WMO
S
Algemene uitkering Integratie-uitkering Sociaal dom ein 2015 Integratie-uitkering Sociaal dom ein 2015 Integratie-uitkering Sociaal dom ein 2015 Integratie-uitkering Sociaal dom ein 2015
Apparaatskosten
956 30
956 Tijdelijk herindicatie WMO 30 GRD doorbelasting
I
Integratie-uitkering Sociaal dom ein 2015 Integratie-uitkering WMO
S
Algemene uitkering
-86
-86 Verlaging kosten OCD
S
Algemene uitkering
200
200 Formatie a.g.v. decentralisatie
S
Algemene uitkering
Formatie wijziging beleidsplan Abs
S
Algemene uitkering Algemene uitkering
45
45
370
370 CAO stijging
S
460
460 Formatie Werk en Inkomen
S
Algemene uitkering
S
Integratie-uitkering Sociaal dom ein 2015
S
Algemene uitkering
I
Algemene uitkering
1.613
Drechtwerk Personeel (voormalig 1.613 SW)
460
460 Invoering Participatiewet
300
300
Omzetting i.k.v. invoering Participatiewet
53
50
50 Innovatieve projecten
500
500 Beschermd wonen WMO
I
Reserve GRD
S
Integratie-uitkering Sociaal dom ein 2015
Bedrijfsvoering Ingenieursbureau Drechtsteden
Verlagen garantieomzet
Door het verlagen van de garantieomzet dalen zowel de -2.034 omzet als de kosten. De winstdoelstelling komt te vervallen
-1.538
S
Servicecentrum Drechtsteden Structurele toename personele lasten
CAO stijging
424
424
Extra dienstverlening
581
581 Ivm uitbreiding SDD
S S
Gemeentebelastingen Drechtsteden 50
Structurele toename personele lasten
S
19
19
Structurele toename personele lasten
S
19
19
Structurele toename personele lasten
S
50.042
49.546
CAO stijging
50
Onderzoekcentrum Drechtsteden CAO stijging Bureau Drechtsteden CAO stijging
Totaal
*bij de Sociale Dienst is opgenomen op welke manier de gemeenten de begrotingswijzigingen (kunnen) financieren
4.3 Algemene dekkingsmiddelen Het saldo op de algemene dekkingsmiddelen bestaat uit het algemene renteresultaat. Primaire begroting 2015 Lasten Baten en lasten Mutaties reserve Resultaat
Baten
Geactualiseerde begroting 2015
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Afwijking Lasten
Baten
Saldo
0
150
150
0
150
150
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
150
150
0
150
150
0
0
0
Voorgesteld wordt de rekenrente te verlagen van 4% naar 3%. Hierdoor daalt het rentebestanddeel uit de kapitaallasten. Tegelijkertijd daalt de bijdrage vanuit het renteresultaat aan het SCD, met hetzelfde bedrag. De raming van het renteresultaat wijzigt daarom niet. In de loop van 2015 zal worden bezien of een verdere bijdrage vanuit het renteresultaat aan de exploitatie van het SCD mogelijk/ wenselijk is.
4.4 Resultaatbestemming Het geraamde positieve resultaat van € 150.000 bestaat uit het algemene renteresultaat. Dit blijft vooralsnog beschikbaar als algemeen dekkingsmiddel.
54
Bijlage: Bijdragen per gemeente
244 9 56 6 5 7 8 2 212 109
273 10 74 7 6 7 9 2 237 121
310 1.702 3.790
6.751 21.251 50.622
254 1.192 3.737
588 2.404 6.108
271 4 198
4.235 66 1.109
215 3 185
455 7 218
362 6 186
917 14 428
6.455 100 2.324
1.122 530 1.796 110 -
7.095 3.986 10.056 614 24.202 1.387
1.120 710 1.677 102 -
1.389 882 1.971 120 -
1.348 899 1.683 103 -
2.594 1.680 3.881 237 -
14.668 8.687 21.064 1.286 24.202 1.387
Totaal
Papendrecht
1.007 36 380 26 23 28 34 7 875 448
Zwijndrecht
H.I. Ambacht
167 6 41 4 4 5 6 1 145 74
Sliedrecht
Dordrecht
Bureau Drechtsteden Algemene inwonerbijdrage Regionaal Platform Verkeersveiligheid Waterbus Voorrangscommissie Klachtencommissie Natuur en Milieu Educatie Walstroom Fietsknooppunten/ water Bestuur en staf CIO office
Alblasserdam
(Bedragen x € 1.000)
208 7 58 5 5 7 1 181 92
378 13 111 10 9 10 13 2 328 168
2.277 81 720 58 52 57 77 15 1.978 1.012
420 1.381 2.818 4.546 5.015 13.940
9.704 33.914 83.212
Sociale Dienst Drechtsteden Werk en Inkomen Participatie WSW Inkomensondersteuning Minimabeleid Minimabeleid Kinderopvang Maatwerkvoorz. Inkomenssteun WMO Huishoudelijke ondersteuning Hulpmiddelen en vervoer Begeleiding en kortdurend verblijf Persoonlijke verzorging Beschermd wonen Maatschappelijke opvang Budgetadvies en schuldbemiddeling Schuldhulpverlening Apparaats- en uitvoeringskosten Apparaatskosten Uitv WMO huishoudelijke ondersteuning Uitv WMO begel, kort verblijf, persoonl verz Uitv WMO beschermd wonen
2
50
2
4
4
8
70
1.172 57 252 -
18.318 355 1.413 500
930 55 236 -
1.970 83 277 -
1.566 78 237 -
3.965 147 545 -
27.921 775 2.960 500
Servicecentrum Drechtsteden Basispakket Plus- en additioneel pakket
2.134 -
14.173 1.192
2.359 -
3.506 -
2.404 -
4.179 182
28.755 1.374
Gemeentebelastingen Drechtsteden Belastingactiviteiten GEO-activiteiten
12
2.370 1.140
424 48
399 32
402 16
615 74
4.209 1.323
Onderzoekcentrum Drechtsteden Basispakket
55
332
81
90
68
124
750
Totaal
13.970 174.081 13.988 21.249 18.179 40.499 281.967
55
P = Primaire begroting
A = geActualiseerde begroting
56
Totaal
11.713
55
2.110 -
Servicecentrum Drechtsteden Basispakket Plus- en additioneel pakket
Onderzoekcentrum Drechtsteden Basispakket
1.172 57 252 -
1.045 57 -
12
2
2
-
1.122 530 1.796 110 -
1.220 595 -
Gemeentebelastingen Drechtsteden Belastingactiviteiten GEO-activiteiten
271 4 198
268 5 -
13.970
55
12
2.134 -
310 1.702 3.790
167 6 41 4 4 5 6 1 145 74
308 1.687 3.898
167 6 41 4 4 5 6 1 144 73
A
Alblasserdam
Sociale Dienst Drechtsteden Werk en Inkomen Participatie WSW Inkomensondersteuning Minimabeleid Minimabeleid Kinderopvang Maatwerkvoorz. Inkomenssteun WMO Huishoudelijke ondersteuning Hulpmiddelen en vervoer Begeleiding en kortdurend verblijf Persoonlijke verzorging Beschermd wonen Maatschappelijke opvang Budgetadvies en schuldbemiddeling Schuldhulpverlening Apparaats- en uitvoeringskostenkosten Apparaatskosten Uitv WMO huishoudelijke ondersteuning Uitv WMO begel, kort verblijf, persoonl verz Uitv WMO beschermd wonen
Bureau Drechtsteden Algemene inwonerbijdrage Regionaal Platform Verkeersveiligheid Waterbus Voorrangscommissie Klachtencommissie Natuur en Milieu Educatie Walstroom Fietsknooppunten Bestuur en staf CIO office
Alblasserdam
P
Dordrecht 144.230
332
2.349 1.130
14.016 1.175
16.782 355 -
50
7.694 4.147 -
4.301 80 -
7.372 22.357 59.249
1.006 36 380 26 23 28 34 4 865 439
P
Dordrecht 174.081
332
2.370 1.140
14.173 1.192
18.318 355 1.413 500
50
7.095 3.986 10.056 614 24.202 1.387
4.235 66 1.109
6.751 21.251 50.622
1.007 36 380 26 23 28 34 7 875 448
A
H.I. Ambacht 11.393
81
421 48
2.333 -
754 55 -
2
1.240 720 -
193 4 -
281 1.207 3.401
244 9 56 6 5 7 8 1 210 107
P
13.988
81
424 48
2.359 -
930 55 236 -
2
1.120 710 1.677 102 -
215 3 185
254 1.192 3.737
244 9 56 6 5 7 8 2 212 109
H.I. Ambacht A
Papendrecht 18.976
90
395 32
3.467 -
1.717 83 -
4
1.486 822 -
440 8 -
656 2.437 6.600
272 10 74 7 6 7 9 1 234 119
P
Papendrecht 21.249
90
399 32
3.506 -
1.970 83 277 -
4
1.389 882 1.971 120 -
455 7 218
588 2.404 6.108
273 10 74 7 6 7 9 2 237 121
A
Sliedrecht 16.101
68
397 16
2.377 -
1.382 77 -
4
1.410 915 -
354 7 -
437 2.962 5.136
207 7 58 5 5 7 1 178 91
P
Sliedrecht 18.179
68
402 16
2.404 -
1.566 78 237 -
4
1.348 899 1.683 103 -
362 6 186
420 2.818 5.015
208 7 58 5 5 7 1 181 92
A
Zwijndrecht 35.873
124
609 73
4.133 179
3.506 148 -
8
2.918 1.688 -
899 17 -
1.450 4.723 14.363
377 13 111 10 9 10 13 2 325 165
P
40.499
124
615 74
4.179 182
3.965 147 545 -
8
2.594 1.680 3.881 237 -
917 14 428
1.381 4.546 13.940
378 13 111 10 9 10 13 2 328 168
Zwijndrecht A
Totaal 238.287
750
4.171 1.311
28.436 1.354
70 25.186 775 -
15.968 8.887 -
6.455 121 -
10.504 35.373 92.648
2.273 81 720 58 52 57 77 10 1.956 994
P
Totaal 281.967
750
4.210 1.323
28.755 1.374
70 27.921 775 2.960 500
14.668 8.687 21.064 1.286 24.202 1.387
6.455 100 2.324
9.704 33.913 83.212
2.277 81 720 58 52 57 77 15 1.978 1.012
A
Bijdrage per gemeente: Primaire en geactualiseerde begroting
(Bedragen x € 1.000)