Praktijkonderzoek van Ria van Dijk – van Winden Bas de Chatenier
Docent Lentiz Floracollege, deelnemer Leergang ‘Praktijkonderzoeker in de school’ HU/UU 2011-2012 Co-onderzoeker, student lerarenopleiding Natuurkunde HU, LIO Lentiz Floracollege
Computervaardigheden voor in de les, klas 1 vmbo. “ Computeren? Dat heb ik mezelf geleerd …”
Samenvatting
Dit onderzoek richt zich op de computervaardigheden van eerstejaarsleerlingen van het Floracollege, een breed vmbo. Bij de voortschrijdende ontwikkeling van digitale leermiddelen ontstond de onderzoeksvraag: Welke computervaardigheden moeten de eerstejaarsleerlingen aanleren om deel te kunnen nemen aan alle lessen op het Floracollege? De oplossing is gezocht door 5 (deel-)onderzoeken: - Enquête onder vakdocenten naar de op het Floracollege gebruikte programma’s waar de leerlingen goed mee moeten kunnen werken om deel te kunnen nemen aan de lessen. - Vragenlijst voor onderwijzers groepen 8 om de doorlopende leerlijn basisscholen/klas 1vmbo m.b.t. computervaardigheden helder te krijgen. - Enquête onder eerstejaarsleerlingen naar hun computervaardigheden. Wat en waar ze het geleerd hebben. - Onderzoek van projectwerk door eerstejaarsleerlingen in een Word- of PowerPoint-programma om een objectief beeld te verkrijgen. - onderzoek naar de bestaande situatie en wensen naar wijze van aanleren van de nodige computervaardigheden bij leergebieden. De resultaten van de (deel-)onderzoeken: Leerlingen op het Floracollege moeten minimaal kunnen werken met: Word, PowerPoint, Excel,internet, zoekprogramma’s,webmail, ELO. Er is zo’n grote variatie tussen basisscholen, zowel bij de praktische mogelijkheden als de wijze van aanleren van computervaardigheden, dat hier nog geen sprake is van een doorlopende leerlijn. Leerlingen hebben de vaardigheden vooral thuis geleerd, slechts deels op school. Autodidactisch leren. Minder dan de helft van de leerlingen beheerst de vaardigheden van Word en/of PowerPoint. Scholing is nodig. Onderzoek naar de manier van scholing gezien door leergebiedvoorzitters is nog niet afgerond. Het zal in de praktijk bijgevoegd worden i.v.m. de aanbevelingen.
2
Inleiding
Het Floracollege, een breed vmbo, ontwikkelt zich in het digitale tijdperk. Er moeten keuzes gemaakt worden m.b.t. digitale leermiddelen. Er wordt nagedacht over de keuze voor een persoonlijke computer voor elke leerling. Het Floracollege benadert de keuze in digitale leermiddelen vanuit verschillende invalshoeken. Financiële mogelijkheden; wensen van de leergebieden; de uitkomsten van projectgroep “Flora 3.0” over het gebruik van persoonlijke computers. Dit praktijkonderzoek heeft daarbij het doel aan te kunnen geven wat leerlingen in klas 1 vmbo van het Floracollege aan computervaardigheden moeten beheersen, en eventueel aangeleerd moeten krijgen, om effectief aan de lessen te kunnen deelnemen. In de praktijk zie ik dat veel leerlingen zichzelf ‘goed vinden op de computer’, maar moeite hebben met het daadwerkelijk produceren van digitaal schoolwerk. Dit onderzoek probeert daarom inzicht te krijgen in het leerproces rond computervaardigheden. Startend bij de doorlopende leerlijn groep8 basisschool- klas 1 vmbo en vervolgens te kijken naar wat de schoolse eisen zijn en op welke manier zij er aan, kunnen gaan, voldoen. Op het Floracollege worden momenteel geen structurele lessen in computervaardigheden gegeven. Uit dit onderzoek zouden mogelijk aanbevelingen op dit gebied kunnen voortkomen. Publicaties over computervaardigheden van leerlingen richten zich vooral op de sociale kant van het computergebruik. Over productiviteit op de computer, een schoolse activiteit, heb ik geen onderzoekpublicaties gevonden. De ICT-eisen die wettelijk gesteld worden aan het onderwijs in de doorlopende leerlijn, groep 8 basisschool1 klas 1 vmbo, zijn ruim geformuleerd. In de kerndoelen voor het basisonderwijs worden slechts 3 globale 2 doelen aangegeven onder het kopje ‘nieuwe media’. In de preambule voor het eindexamen vmbo wordt bij het kopje ‘leren uitvoeren’ aangehaald: ...’mede met gebruikmaking van ICT’... en...’computervaardigheden’. Onderzoeksvraag Welke computervaardigheden moeten de eerstejaarsleerlingen aanleren om deel te kunnen nemen aan alle lessen op het Floracollege? Deelvragen: • Welke computervaardigheden worden de leerlingen aangeleerd in groep 8 op de verschillende basisscholen? • Met welke computerprogramma’s moeten zij kunnen werken op het Floracollege? • Voor welke computervaardigheden hebben eersteklas leerlingen structurele scholing nodig? • Op welke wijze kunnen wij de start van het schooljaar m.b.t. het aanleren van de gewenste computervaardigheden zo goed mogelijk organiseren?
1 2
http://www.trendmatcher.nl/2006/05/kerndoelen-primair-onderwijs.html
http://www.examenblad.nl/9336000/1/j9vvhinitagymgn_m7mvi0sgg8bampk_n11vga6k854m5p9/vgt6fvz406ha?topparent=vga6k854m5p 9
Lentiz Floracollege, HU/UU
Praktijkonderzoek : computervaardigheden voor in de les, klas 1 vmbo. Ria van Dijk-van Winden, Bas de Chatenier
mei 2012
3
Opzet van het onderzoek De onderzoeksvraag en deelvragen worden beantwoord door kwalitatieve onderzoeken: a) Vragenlijst voor alle vakdocenten op het Floracollege naar welke computerprogramma’s door leerlingen gebruikt worden. b) Enquête voor onderwijzers groepen 8 van verschillende basisscholen over hun computeronderwijs. Duidelijkheid verkrijgen over de doorlopende leerlijn. c) Enquête voor huidige eersteklas leerlingen over wat zij kunnen en doen met de computer en waar zij dat geleerd hebben. d) Onderzoek naar de kwaliteit van door leerlingen geproduceerd werk in de computerprogramma’s Word en PowerPoint. e) Onderzoek onder de leergebiedvoorzitters naar de huidige en gewenste vorm van computeronderwijs op het Floracollege De deelvragen b), c) en d) door de Ria van Dijk-van Winden, docent Floracollege en deelnemer aan de leergang ‘Onderzoeker in de school’ van de HU. De deelvragen a) en e) zijn gedaan door Bas de Chatenier. Co-onderzoeker, student HU lerarenopleiding Natuurkunde, LIO Floracollege.. Het verkrijgen van de antwoorden op de deelvragen leverden deelonderzoeken op. De samenhang van de deelonderzoeken leidt tot valide conclusies waarmee de hoofdvraag beantwoord kan worden. De resultaten van deze vijf deelonderzoeken worden hieronder per deelonderzoek getoond in grafieken. En waar nodig is wordt een toelichting bij de grafieken gegeven. Vervolgens wordt een conclusie gegeven van het deelonderzoek en het verloop van het onderzoek beschreven. Na de vijf deelonderzoeken zijn de eindconclusie en de aanbevelingen te lezen. Door de omvang van het onderzoek is het niet mogelijk een onderzoeksverslag te schrijven van 2000 woorden.
Lentiz Floracollege, HU/UU
Praktijkonderzoek : computervaardigheden voor in de les, klas 1 vmbo. Ria van Dijk-van Winden, Bas de Chatenier
mei 2012
4
Computerprogramma’s. De uitkomst van het onderzoek naar de programma’s die leerlingen zouden moeten kunnen gebruiken op het Floracollege om de lessen goed te kunnen volgen. Er is voor gekozen om alle vakdocenten van het Floracollege aan te schrijven. Van de 90 docenten hebben 15 een reactie gegeven.
Figuur 1, gebruikte programma’s Floracollege
Van de Programma’s waar 10 of meer collega’s hebben aangegeven dat zij vinden dat de leerlingen deze zouden moeten kunnen gebruiken om de lessen goed te volgen, zijn in de volgende figuren gespecificeerd.:
Figuur 2, Word, gevraagde vaardigheden.
Lentiz Floracollege, HU/UU
Praktijkonderzoek : computervaardigheden voor in de les, klas 1 vmbo. Ria van Dijk-van Winden, Bas de Chatenier
mei 2012
5
Figuur 3 PowerPoint, gevraagde vaardigheden.
Figuur 4, Internet, gevraagde vaardigheden.
Figuur 6, Webmail, gevraagde vaardigheden.
Lentiz Floracollege, HU/UU
Figuur 5, Zoekprogramma's, gevraagde vaardigheden.
Figuur 4, ELO, gevraagde vaardigheden
Praktijkonderzoek : computervaardigheden voor in de les, klas 1 vmbo. Ria van Dijk-van Winden, Bas de Chatenier
mei 2012
6
Figuur 7, Excel, gevraagde vaardigheden
Let op: Bij figuur 7 en 8 geeft de langste kolom het aantal van tien docenten aan, waar dit in figuur 1 t/m 6 vijftien docenten aangaf. Conclusies: Docenten geven aan dat computervaardigheden nodig zijn voor toepassing in de lessen op het Floracollege van de volgende programma’s: Word, PowerPoint, Internet, Webmail, zoekprogramma’s,Excel en de ELO.
Verloop van het onderzoek Door het kleine aantal respondenten kunnen de antwoorden niet als algemeen geldend voor de school gezien worden. De aangegeven programma’s en vaardigheden gelden wel voor de meeste docenten. De antwoorden sluiten aan bij de verwachtingen. Mede hierdoor nemen we deze uitkomst wel op in de aanbevelingen.
Lentiz Floracollege, HU/UU
Praktijkonderzoek : computervaardigheden voor in de les, klas 1 vmbo. Ria van Dijk-van Winden, Bas de Chatenier
mei 2012
7
Vragenlijst basisscholen.
De vragenlijst is afgenomen bij 16 basisscholen. De afname vond plaats tijdens de Open Dagen van het Floracollege. De school ontvangt dan 72 basisscholen in 4 dagdelen. 16 basisscholen hebben de enquête ingevuld. De basisscholen komen uit verschillende gemeenten (Westland, Hoek van Holland, Den Haag) en van verschillende overkoepelende organisaties. (regulier en SBO, openbaar, Dalton en bijzonder onderwijs) De grote spreiding van antwoorden komt overeen met mijn verwachting: inzet van ICT zou op basisscholen zeer verschillend zijn, qua investeringen en gebruiksuren.
Figuur8, computerdichtheid basisscholen
Conclusie Er is een groot verschil in computeronderwijs onder basisscholen die leerlingen leveren aan het Floracollege. Dit kan betekenen dat de computervaardigheden van leerlingen door minder (begeleide) oefening op school niet voldoende zijn in vergelijking met hun nieuwe klasgenoten in klas 1vmbo. De doorlopende leerlijn ‘groep 8 basisschool – klas 1 vmbo’ is niet eenduidig. Hier kunnen we geen voordeel uithalen voor ons onderwijs op het vmbo. Verloop van het onderzoek De vragenlijst is na ontwikkeling voorgelegd aan de medestudenten(docenten VO) in de leergangbijeenkomst. De daar geplaatste opmerkingen heb ik verwerkt. Door de grote variatie in antwoorden, aansluitend bij mijn verwachting, neem ik aan dat de antwoorden wel representatief zijn.
Lentiz Floracollege, HU/UU
Praktijkonderzoek : computervaardigheden voor in de les, klas 1 vmbo. Ria van Dijk-van Winden, Bas de Chatenier
mei 2012
8
De leerling vragenlijst
De vragenlijst is afgenomen bij 165 eerstejaars leerlingen van het Floracollege. De afname was individueel, in een klaslokaal met een tafelopstelling als tijdens een toets. De leerlingen vertegenwoordigen een goede doorsnede van de eerstejaars leerlingen van het Floracollege, ze hebben leerniveaus van BL t/m TL, inclusief leerlingen met de voorkomende leer- of gedragsmoeilijkheden. De vragenlijst is afgenomen in december 2011, 4 maanden na het begin op het Floracollege. Conclusie leerling vragenlijst: De meeste computervaardigheden worden thuis aangeleerd. De rol van familie en vrienden is hier niet onderzocht. In het leerproces is ondersteuning vanuit de basisschool en vmbo, hier worden de thuis (autodidactisch) aangeleerde vaardigheden aangescherpt. Bij bijna alle onderdelen zijn er leerlingen die aangeven dat zij een vaardigheid nog niet goed beheersen. Waarbij als minst bekend worden aangegeven: werken met de spellingscorrector; Excel; een bijlage hangen aan een e-mail en een elo (Fronter) en wrts.nl.
Gebruik zoekprogramma’s en sociale media In de leerling vragenlijst is ook gevraagd naar het gebruik van zoekprogramma’s en sociale media. Deze vragen geven geen direct antwoord op de onderzoeksvraag, maar wel een indruk van de internetmogelijkheden waar de leerlingen gebruik van maken. Figuur11, sociale media Cijfer voor eigen computerkunde De vraag naar een cijfer voor de eigen computerkunde is toegevoegd als aardigheidje voor de leerlingen. Zo kunnen zij een algemeen beeld van de eigen vaardigheden aangeven. De uitslag geef ik hier weer omdat het een uitgesproken beeld geeft. Wat later weerlegd wordt in het onderzoek naar de kwaliteit van het geleverde werk.
Figuur 12, cijfer eigen computerkunde.
Conclusie: De leerlingen zijn zeer positief over hun eigen computervaardigheden. De grootste groep (82%) waardeert zichzelf met een 8 of hoger. 17% geeft zich een 10. (28 van 165 leerlingen) Slechts 3 leerlingen van de 165 geven zich een onvoldoende. <2% De cijfers van zelfbeoordeling zijn subjectief en geven geen onderscheid aan tussen het gebruik van de computer voor communicatie, zoeken-vinden, of produceren.
Lentiz Floracollege, HU/UU
Praktijkonderzoek : computervaardigheden voor in de les, klas 1 vmbo. Ria van Dijk-van Winden, Bas de Chatenier
mei 2012
9 In dit praktijkonderzoek is juist de kleine groep leerlingen die aangeeft niet goed te zijn in computervaardigheden een belangrijke groep. Zij hebben waarschijnlijk scholing nodig.
Verloop van het onderzoek Het afnemen van de vragenlijsten bij de leerlingen verliep soepel. De mentoren van de eerste klassen hebben hun leerlingen deze lijsten voorgelegd met enige uitleg. Naast de bovenvermelde gegevens en conclusies zocht ik een manier om de subjectieve antwoorden van de leerlingen te objectiveren. 3 Vervolgens heb ik bij enkele leerlingen de Cito-vragenlijst over computervaardigheden afgenomen. Deze heb ik niet verder gebruikt omdat hier de leesvaardigheid van invloed was op de gegevensverzameling. Ter objectivering heb ik daarna de kwaliteit van het op de ELO ingeleverde projectwerk onderzocht. De resultaten staan in de volgende figuren.
Computervaardigheden Word
De vaardigheden in het programma Word zijn bij 40 leerlingen beoordeeld en geteld. Daarna in een grafiek samengebracht. De opdracht was: Maak het project (Middeleeuwen) en: Gebruik een Word document; de spellingscorrector; één lettertype; paginanummering; inhoudsopgave; denk aan hoofdlettergebruik; voeg een tabel in; maak een woordzoeker en voeg deze in met ‘print screen’. De opdracht is ingeleverd in maart 2012, na 7 maanden vmbo, door eersteklassers, heterogene groepen.
Figuur 13, Computervaardigheden Word
Waarnemingen: Spellingscorrector: 23 van de 40 leerlingen leverden werk in met spelfouten. Hierbij gaf bij 9 leerlingen de spellingscorrector wel aan dat er fouten in zaten, maar heeft de leerling dit niet gebruikt ter verbetering. Beginnen boven aan de bladzijde: Dit lijkt voor leerlingen moeilijk. Van de 40 leerlingen begon slechts de helft elk hoofdstuk bovenaan een nieuwe bladzijde, anderen lieten het bovenste deel blanco en startten pas later op de bladzijde, variërend van af 2 cm onder de kop tot halverwege of nog verder naar beneden. 10 leerlingen (25%) hadden onbeschreven bladzijden tussen het werk. Eén lettertype: Door het vele knip- en plakwerk dat leerlingen gebruiken om aan de inhoud van hun werk te komen is het voorkomen van meerdere lettertypes zeer gangbaar. Het is voor 24 van de 40 leerlingen nog geen gewoonte de tekst om te zetten naar één lettertype/lettergrootte. 3
Cito-vragenlijst: http://toetswijzer.kennisnet.nl/html/internetvaardigheid/toets.pdf
Lentiz Floracollege, HU/UU
Praktijkonderzoek : computervaardigheden voor in de les, klas 1 vmbo. Ria van Dijk-van Winden, Bas de Chatenier
mei 2012
10
Meer gevorderde vaardigheden als het invoegen en invullen van tabellen en gebruikmaken en bewerken van ‘print screen’ werd door 15 van de 40 leerlingen beheerst. Veelal zijn dit leerlingen die ook bij de eerdergenoemde vaardigheden al bekwaam waren.
Conclusie:
De vaardigheden in Word die nodig zijn voor het goed maken van de schoolopdrachten wordt door minder dan 50% van de leerlingen beheerst. De waarnemingen geven geen beeld of dit daadwerkelijk onkunde is, gemakzucht of dat het een andere reden heeft. Er is voor meer dan 50% van de eersteklas leerlingen scholing nodig in het werken met Word.
Computervaardigheden PowerPoint
De vaardigheden in PowerPoint zijn bij 61 leerlingen onderzocht. Klas 1, na 7 maanden vmbo. De opdracht was: Maak een boekverslag in de vorm van een PowerPoint. De vaardigheden die in de grafiek zijn af te lezen, zijn in de opdracht specifiek genoemd.
Figuur14, vaardigheden PowerPoint.
Waarnemingen:
Eén leerling wist helemaal niet hoe te werken met PowerPoint. Dit is buiten de grafiek gehouden, maar wel belangrijk voor het totaal beeld. Indeling: 20% van de leerlingen is begonnen met het typen van de tekst links-bovenin de dia, zonder gebruik te maken van een gekozen indeling. 65 % van de leerlingen heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot het indelen van de dia’s. De meesten hiervan kozen voor één variant. 10 % van de leerlingen gebruikte de veelal automatisch startende indeling ‘titel en onderschrift ‘ de gehele PowerPoint door. Dit heb ik beoordeeld als onjuist gebruik. Kleurontwerp 30% van de leerlingen heeft witte dia’s ingeleverd. 36 van de 61 leerlingen heeft iets ingeleverd met kleur: een kleurontwerp uit ontwerpmogelijkheden van PowerPoint, effen gekleurde dia’s of beeldvullende foto’s. 4 leerlingen hebben door het gebruik van kleur hun tekst onleesbaar gemaakt. Deze zijn vermeld onder onjuist gebruik. Hyperlink: Het invoegen van een hyperlink is door 10 leerlingen toegepast. Waar van er 8 werkten. 49 van de 61 leerlingen (82% heeft het niet toegepast).
Lentiz Floracollege, HU/UU
Praktijkonderzoek : computervaardigheden voor in de les, klas 1 vmbo. Ria van Dijk-van Winden, Bas de Chatenier
mei 2012
11 Spellingscontrole: Het gebruik van de spellingscorrector is door 34 van de 61 leerlingen toegepast. Deze leerlingen leverden of werk in zonder spelfouten, of werk met niet gebruikte aanwijzingen van de spellingscorrector( 5 van de 61). 27 leerlingen hadden spelfouten in hun werk en maakten geen gebruik van de spellingscorrector. Animatie: 38 van de 61 leerlingen heeft een vorm van animatie gebruikt, bijvoorbeeld bij de overgang tussen dia’s. Eén leerling was doorgeslagen. Hij gebruikte veel verschillende animatievormen zonder enige functionaliteit. Bewegende plaatjes, geluidjes: In de opdracht werd de leerling gestimuleerd als extra bewegende beelden of geluidjes toe te passen. Slechts enkelen hebben dit uitgevoerd. Waarbij opviel dat dan ook de overige vaardigheden goed beheerst werden. 90% van de leerlingen hebben zich niet aan deze opdracht gewaagd.
Conclusie:
Er is een grote variatie in de computervaardigheden van PowerPoint.Onduidelijk blijft of het niet goed uitvoeren van de opdracht vooral onkunde is, gemakzucht of nog een andere reden. Eén leerling kan niet werken met PowerPoint na 7 maanden vmbo. Tweederde van de leerlingen werkt niet goed met de spellingscorrector. De helft van de leerlingen beheerst de vaardigheden: invoegen van afbeeldingen; indeling van de dia’s; kleurontwerp en animatie, onvoldoende. Circa.10% van de leerlingen heeft aan alle opdrachten voldaan en goed uitgevoerd. Er is voor het grootste deel van de eersteklas leerlingen scholing nodig in het werken met PowerPoint..
Les in computervaardigheden
Onderzoek naar de huidige en gewenste vorm van onderwijs in computervaardigheden Floracollege is nog niet volledig afgerond.(31 mei 2012) Dit wordt nog toegevoegd. Het belang hiervan geldt vooral voor de aanbevelingen.
Eindconclusies • •
•
•
• •
•
• •
Computervaardigheden zijn in de digitale ontwikkeling geworden tot schoolse vaardigheden. Docenten geven aan dat computervaardigheden nodig zijn voor toepassing in de lessen op het Floracollege van de volgende programma’s: Word, PowerPoint, Internet, Webmail, zoekprogramma’s,Excel en de ELO. De doorlopende leerlijn ‘groep 8 basisschool – klas 1 vmbo’ is niet eenduidig. Er is een groot verschil in computeronderwijs onder basisscholen die leerlingen leveren aan het Floracollege. Hier kunnen we geen voordeel uithalen voor ons onderwijs op het vmbo. De meeste computervaardigheden worden thuis aangeleerd. In het leerproces is ondersteuning vanuit de basisschool en vmbo, hier worden de thuis (autodidactisch) aangeleerde vaardigheden aangescherpt. Leerlingen geven aan zichzelf als zeer computervaardig te zien. Slechts een enkeling geeft aan nog niet vaardig te zijn op de computer. Objectieve onderzoeken naar computervaardigheden in Word en PowerPoint geven aan dat het produceren op de computer niet overeenkomt met de hoge zelfwaardering op computergebied van de leerlingen. Er is een zeer grote variatie in computervaardigheden onder de leerlingen. De kwaliteit van het ingeleverde projectwerk in Word en PowerPoint laat zien dat veel leerlingen op veel gebieden vaardigheden missen om het werk naar behoren in te leveren. Na 7 maanden vmbo zijn er bij meer dan 50% van de eerstejaars leerlingen nog hiaten in het gebruik van Word en bij 90% van hen nog hiaten in het gebruik van PowerPoint.
Lentiz Floracollege, HU/UU
Praktijkonderzoek : computervaardigheden voor in de les, klas 1 vmbo. Ria van Dijk-van Winden, Bas de Chatenier
mei 2012
12 • •
De huidige werkwijze van het aanleren van computervaardigheden op het Floracollege is niet voldoende. Aanvulling op wensen van vakgroepvoorzitters voor les in computervaardigheden volgt nog.
Aanbevelingen. • • • • • • • •
Computervaardigheden zouden naast het autodidactisch leren structureel aangeboden moeten worden. Met het ontwikkelen en uitvoeren van een doorlopende leerlijn, basisschool groep 8- vmbo klas1, zou het leerproces in computervaardigheden vervroegd en verbeterd kunnen worden. Omdat het niveauverschil in computervaardigheden nu onder de leerlingen groot is, zal het computeronderwijs ‘op maat’ aangeboden moeten worden aan de leerlingen. Doordat er geen duidelijke doorlopende leerlijn basisschool groep 8- vmbo klas1 zal bij aanvang van het schooljaar een nulmeting gedaan kunnen worden om het niveau van de leerling te bepalen. Deze nulmeting kan verwerkt worden in een project waarin alle in de figuren 2 t/m 7 genoemde programma’s (Word, PowerPoint, Internet, Webmail, zoekprogramma’s,Excel en de ELO). verwerkt zijn. In de vervolg lessen kan aandacht gegeven worden aan de nog niet beheerste programma’s met daarbij speciaal aandacht voor de uitkomsten af te lezen in figuur 13 en 14. Leerlingen die al op een goed niveau kunnen werken met de programma’s kunnen aan de slag met de minder genoemde programma’s uit figuur 1. Het deelonderzoek ‘lessen in computervaardigheden’ kan mogelijk een aanbeveling geven over tijdstip en duur van het structurele leerproces computervaardigheden.
Reflectie
Doordat het (theoretisch) aanleren en uitvoeren van het onderzoek door elkaar liep, onder een hoge tijdsdruk, herken ik verschillende zaken die ik bij een tweede onderzoek niet meer op deze wijze zou uitvoeren. Hieronder noem ik: Langer de tijd nemen in de verkennende periode. Ter afbakening en om een breder draagvlak binnen de school te creëren. Niet blijven zoeken naar theoretische onderbouwing bij een zo praktijkgericht onderzoek. De enige theorie die achteraf steekhoudend was ging over het proces van het onderzoeken, niet over de inhoud. Een kleiner onderzoek formuleren. Elke deelvraag is immers een onderzoek op zich. Eerlijkheid gebied te zeggen dat in de eerste opzet een nog veel breder onderzoek was opgezet. Op advies van critical friends is dit al terug gebracht naar wat het nu is. Kritischer kijken naar de vraagstelling in enquêtes. Zijn de vragen eenduidig en ga ik op deze vragen gerichte antwoorden krijgen? Verwacht ik dat de respondenten voldoende kennis hebben om juiste antwoorden te geven (bijvoorbeeld bij het deelonderzoek computerprogramma’s) - Van te voren uitproberen van enquêtes, zodat ze eventueel nog bij te stellen zijn. Voor de enquêtes al bedenken hoe ik de antwoorden ga verwerken. - Als ik met collega’s spreek over het onderzoek zijn zij enthousiast en willen ze meedenken en doen, maar in de waan van de dag is dit slechts een van de vele projecten in de school en is het beantwoorden van de enquêtes en meewerken aan afname ervan voor hen geen prioriteit. (ervaren bij de enquête voor de basisschoolonderwijzers.) Voordat ik nogmaals aan een leergang begin wil ik het volgende weten: Uit hoeveel bijeenkomsten of andere contactmomenten bestaat de leergang?; Hoeveel tijd zal het me daarnaast kosten aan studie en productiewerk?; Hoe wordt dit gefaciliteerd door mijn werkgever?; Wat levert het op, voor de school en voor mezelf; Hoe zal de school deze inspanning (praktijkonderzoeker in de school) uitbouwen in de toekomst?
Lentiz Floracollege, HU/UU
Praktijkonderzoek : computervaardigheden voor in de les, klas 1 vmbo. Ria van Dijk-van Winden, Bas de Chatenier
mei 2012
13 -
Het eindresultaat van het onderzoekt stemt mij tevreden. Er zijn duidelijke conclusies getrokken en uitvoerbare aanbevelingen gedaan. Ook zou er vervolgonderzoek kunnen aansluiten bijvoorbeeld naar resultaat van een eventueel verbetertraject, of naar computervaardigheden van en bijpassende scholingsmogelijkheden voor de betrokken docenten. Ria van Dijk van Winden
Lentiz Floracollege, HU/UU
Praktijkonderzoek : computervaardigheden voor in de les, klas 1 vmbo. Ria van Dijk-van Winden, Bas de Chatenier
mei 2012