Jaarverslag 2010
Jaarverslag 2010
Colofon Uitgave Combiwel Wibautstraat 129 1091 GL Amsterdam Postbus 95304 1090 HH Amsterdam t. 020-575 47 00
[email protected] www.combiwel.nl Redactie: Arie van ‘t Hoog Tekst: Martin Gerritsen Opmaak: Marga Klingelhefer Fotografie: Gerrit van Boxtel juni 2011
Inhoud Voorwoord
7
Toezicht in 2010
8
Maatschappelijk ondernemerschap
10
De talenten van de Voedselbank
13
Rust en goede cijfers op school
16
We laten mensen zien dat je hier leuk kunt wonen
20
De jongens zien dat meer mogelijk is dan ze denken
25
Een duwtje in de rug
28
Klots, klots. Mooie felle kleuren, Rood, geel en oranje
33
Organisatie
37
Personeel
40
Resultaat en financiële positie
42
Voorwoord
M
6
et gepaste trots presenteer ik u dit jaarverslag van Combiwel. Trots ben ik op onze medewerkers en vrijwilligers en op wat zij met tomeloze inzet weten te bereiken voor en vooral met zoveel Amsterdammers. Niet voor niets hebben we ervoor gekozen hen beiden uitgebreid aan het woord te laten en hun enthousiasme op u over te brengen. De verkiezing van onze Lies Leen tot Zorg en Welzijn professional van het jaar 2010 mag in dit verband natuurlijk ook niet onvermeld blijven. Als bestuurder ben ik er ook trots op dat we er de afgelopen jaren met z’n allen in geslaagd zijn Combiwel op de kaart van Amsterdam te zetten. We staan en gaan onverminderd voor onze missie, ondanks dat de tijden waarin de bomen tot in de hemel groeiden toch echt achter ons liggen. Daarin tonen wij ons profiel als maatschappelijk ondernemer: we blijven kansen zien en grijpen! De mooie resultaten die in dit jaarverslag beschreven worden, bereikten we natuurlijk niet zomaar. Het enthousiasme en de inzet van onze medewerkers en vrijwilligers moet goed ondersteund worden en daar zijn we in 2010 weer een flinke stap verder mee gekomen. We hebben onze bedrijfsondersteunende afdelingen gereorganiseerd en de controlfuncties
versterkt. Daarnaast hebben we een HKZ-certificering voor onze AWBZ-gefinancierde activiteiten weten te verkrijgen. Ook hebben we een start gemaakt met de Combiwel Academie: een nieuwe manier van deskundigheidsbevordering die uit gaat van de eigen kracht van onze medewerkers en ons externe netwerk beter benut om de omslag naar Welzijn Nieuwe Stijl te faciliteren. We hebben die omslag naar Welzijn Nieuwe Stijl ook op andere manieren de aandacht gegeven die ze verdient: we hebben in 2010 bijvoorbeeld zowel een interne als een externe conferentie over het onderwerp georganiseerd. In de interviews in dit jaarverslag kunt u terugzien hoe de inhoudelijke omslag vorm begint te krijgen. We hebben een selectie moeten maken, maar we hadden graag nog veel meer onderwerpen onder uw aandacht gebracht. Volgend jaar zullen we vertellen over de ontwikkeling van sociale wijkrestaurants waar we nu volop mee bezig zijn, over de manier waarop we de samenwerking met de eerstelijnszorg en de geestelijke gezondheidszorg verder vormgeven en al die andere initiatieven waarmee Combiwel de toekomst in zal gaan.
Hans Zuiver, bestuurder
7
Toezicht in 2010
H 8
et is zwaar weer in welzijnsland. Er wordt fors bezuinigd en iedereen voelt dat er een nieuwe manier van werken moet komen: meer vanuit de eigen kracht van burgers, minder vanuit instituties, meer in de nabijheid van mensen. De acht leden van de Raad van Toezicht hebben daarbij een bijzondere verantwoordelijkheid. We zien toe op de kwaliteit van het bestuur. Voor een deel is dat letten op de cijfers: de organisatie moet financieel gezond zijn om haar werk te kunnen doen. Maar er is meer dan dat: de Raad van Toezicht moet ook met de bestuurder meedenken over manieren om op langere termijn een vitale positie te kunnen hebben in het Amsterdamse sociale domein. Eerst toch maar even die cijfers. Na de fusie met Kindweb/Kansweb is Combiwel zoals bekend een tijd instabiel geweest. Voor een Raad van Toezicht is dat niet te accepteren, vandaar dat er onder ons toezicht hard aan is gewerkt om de organisatie weer ‘in control’ te krijgen. Hoewel de verkoop van de Kinderopvang in 2009 niet daarom bedoeld was, verdreef ze wel de acute financiële zorgen. Toch hebben we er ook in 2010 tijdens onze negen vergaderingen (en tussendoor) op toegezien dat de continuïteit gewaarborgd bleef. Bij elke vergadering rapporteert de directeur bedrijfsvoering over de voortgang van een verbeterplan. Daarin staan
actiepunten die zijn gebaseerd op de beoordeling door de accountants. Gelukkig werden in de loop van 2010 de kwartaalcijfers steeds stabieler, een goede indicatie dat ze betrouwbaarder waren. We zijn er nog niet, maar het vertrouwen groeit. Dan die vitale positie in het Amsterdamse welzijnswerk, nodig om ook op langere termijn te kunnen voortbestaan. Als Raad van Toezicht bevinden we ons op enige afstand van de werkvloer – terecht: we willen en mogen niemand voor de voeten lopen – maar we willen wel graag weten wat er gebeurt. Tijdens elke vergadering in 2010 lieten we ons informeren over de ‘maatschappelijke en marktontwikkelingen’ en over concrete initiatieven in de organisatie. Het ging daarbij onder meer over de ‘pedagogische buurtaanpak’, Welzijn Nieuwe Stijl en de Combiwelacademie, de ‘Peutercombi’ en de sociale restaurants. We proberen zo veel mogelijk op locatie te vergaderen, dat wil zeggen: niet in de Parooltoren maar in buurtcentra, zodat we daar ook sfeer kunnen opsnuiven. Verder gaan we minstens eens per jaar in discussie met OR en de managers tijdens een gezamenlijke bijeenkomst. Daarbij raakten we gesterkt in de overtuiging dat Combiwel het inhoudelijk goed doet: veel initiatieven, de wens om het beter te doen, op tijd te innoveren. Concreet is dat ons werk: toezien op de cijfers, begrotingen vaststellen, jaarrekeningen goedkeuren,
de vinger aan de pols houden bij het strategisch beleid, de accountant kiezen en de bestuurder beoordelen. Om dat goed te kunnen doen, kijken we graag verder. Wat we dan zien, kun je op zijn minst onrustig noemen: zwaar weer, grote bezuinigingen. Ook voor de inrichting van de organisatie zal dat consequenties hebben. Duidelijk wordt dat er grote behoefte is aan ondernemingszin en creativiteit. Landelijk is discussie over de vraag of grote welzijnsorganisaties daar wel geschikt voor zijn. We zullen er ook in 2011 en daarna op toezien dat Combiwel dat in praktijk kan blijven brengen. Dan nog dit: tot augustus 2010 deden we ons werk onder het plezierige voorzitterschap van Evert de Vos. Die verliet ons na jarenlange trouwe dienst, waarna ik de voorzittershamer overnam. Ik maak graag van de gelegenheid gebruik om Evert nogmaals te bedanken voor zijn inzet.
Nico de Boer, voorzitter Raad van Toezicht
9
Maatschappelijk ondernemerschap
C 10
ombiwel heeft er jaren geleden voor gekozen zich op te stellen als maatschappelijk ondernemer. Ondernemerschap is dan ook als een van de drie kerncompetenties van de organisatie, en dus voor al haar medewerkers, benoemd. Deze competentie is gedefinieerd als “vanuit zichzelf nieuwe kansen signaleren en initiëren, deze realiseren en hierbij verantwoorde risico’s durven aangaan”. De toevoeging “maatschappelijk” komt voort uit de visie en missie van Combiwel die een sociaal-maatschappelijke opdracht opleveren. Ondernemerschap is voor Combiwel het middel, de maatschappelijke missie is het doel.
wikkeling en Vroeg- en Voorschoolse educatie. Combiwel stond onder andere aan de wieg van de eerste echte Brede School (de Community School, tegenwoordig Jan van der Heijdenhuis), het eerste ontmoetingscentrum voor dementerenden in Nederland (het AOC in de Pijp), voert het eerste echte Kamers met Kansen project in Amsterdam uit (in Zuidoost), ontwikkelde samen met OsiraGroep het succesvolle Huis van de Buurt (de Klinker), ging als eerste welzijnsorganisatie met de opvoedmethodiek Triple P aan de slag in Amsterdam, is gestart met sociale wijkrestaurants als nieuwe formule in zorgcentra en brengt als enige kunst-en cultuureducatie en welzijn bijeen in het unieke Fijnhout Theater.
Eigen koers
Coalities
Combiwel begeeft zich graag op onontgonnen terrein. Ze vaart hierbij haar eigen koers in haar eigen tempo. Door snel in te haken op actuele ontwikkelingen en deze te vertalen naar acties door nieuwe werkvormen in te zetten, wil Combiwel bijdragen aan de sociale samenhang in de wijken. We wachten daarbij niet af tot wij hiervoor een opdracht krijgen. Als nieuwe werkvormen commercieel voordeel op kunnen leveren zal Combiwel dit bovendien benutten.
Combiwel meent dat geen enkele ondernemer maatschappelijke vraagstukken alleen kan oplossen. Daarvoor zijn ze te complex. Combiwel zoekt daarom altijd actief naar samenwerking met anderen, naar een integrale aanpak. Organisaties voor welzijn, onderwijs, zorg en wonen maar ook ondernemers moeten de handen ineen slaan om tot resultaten te komen. Op deze wijze ontstaat een sterk netwerk waarbinnen initiatieven kunnen ontstaan waarvan bewoners en wijken kunnen profiteren.
Nieuwe kansen Vanzelfsprekend is Combiwel nauw betrokken bij belangrijke ontwikkelingen als Brede Scholen, multifunctionele centra, leerwerktrajecten, talentont-
Financiers Naast subsidiering door de lokale overheid is Combiwel steeds op zoek naar nieuwe mogelijkhe-
den van financiering. Opdrachtgevers kunnen ook gevonden worden in het bedrijfsleven of op de raakvlakken van het welzijnswerk zoals de zorg, het onderwijs en wonen. Als maatschappelijk ondernemer willen we activiteiten ondernemen en aanjager zijn van ontwikkelingen op buurtniveau; wij zijn geen winkel met productenaanbod. Deze ontwikkelingen stellen burgers in staat om als eigenaar van specifieke thema’s te werken aan oplossingen. In dat licht willen wij opdrachtgevers verantwoording afleggen over ons werk op een manier die zoveel mogelijk gericht is op het zichtbaar maken van bereikte resultaten, niet slechts op de geleverde productie. Hiervoor is het nodig om door middel van dialoog te komen tot gezamenlijk geformuleerde te bereiken maatschappelijke effecten waar die resultaten aan bij moeten dragen.
11
Eefke Wesdorp, Marius Singels en Lydia Robijn
De talenten van de Voedselbank
12
De selderij geurt je tegemoet als je de keuken van buurtcentrum De Pijp binnenloopt. Aan tafel snijden tientallen mensen in een geanimeerde sfeer groenten voor de maaltijd die ze samen maken. Het gaat om vrijwilligers van Better Future en leden van de kookclub van de Voedselbank. De kookclub is een van de initiatieven die voortkomen uit de samenwerking tussen Combiwel en de Voedselbank. Een gesprek met Eefke Wesdorp, medewerker participatie en activering van Combiwel, Marius Singels, coördinator van de Voedselbank Amsterdam-Zuid en Lydia Robijn, klant van de Voedselbank.
“J
e denkt dat je alleen met pasta goedkoop kan koken”, vertelt Lydia, “maar dat is helemaal niet zo. Er zijn zo veel andere recepten die je kunt maken, maar je moet dat wel weten. En dat leer je op de kookclub van de Voedselbank. Zo leerde ik daar om een quiche te maken met spinazie. Zoiets zou ik uit mezelf nooit doen. Quiche leek me ontzettend smerig, maar het is juist heel lekker.” Marius: “We gaan uit van seizoensgroenten. Die zijn over het algemeen gezond en goedkoop. Maar als je witlof elke
dag op dezelfde manier klaar maakt, komt het op een gegeven moment je neus uit. Je moet daarom creatief leren koken, andere manieren bedenken om iets klaar te maken.” De kookclub is een van de activiteiten die de Voedselbank Zuid en Combiwel samen ontwikkelden. Eefke: “Voor Combiwel past de samenwerking goed in het idee van Welzijn Nieuwe Stijl. We bereiken op deze manier een belangrijke doelgroep, waarbij we vooral kijken naar hun mogelijkheden en niet naar hun problemen. Waar liggen hun kansen? Wat zijn hun talenten?”
Eigen kracht De kookclub komt voort uit de Eigen Kracht Training van Combiwel en de Voedselbank. Die training laat mensen zien hoe ze zelf de regie over hun leven kunnen nemen. “Ze kregen onder andere budgettraining”, vertelt Eefke, “leerden omgaan met stressituaties en kregen een assertiviteitstraining.” Marius: “De deelnemers vonden de Eigen Kracht Training ontzettend leuk. Het was een gezellige groep.”
13
Lydia: “Je hoeft daar niet twintig, dertig keer uit te leggen in welke situatie je zit. Iedereen zit daar met dezelfde sores. Dat schept een band. Het is één grote familie. Je steunt elkaar en wisselt onderling tips uit.”
“Maar ik blijf”, zegt ze zelfverzekerd. “Maar
14
dan als vrijwilliger. Het is hier mijn familie geworden.”
Isolement Na afloop van de Eigen Kracht Training besloten de deelnemers dan ook om verder te gaan. Zo ontstond de kookclub. Marius: “De kookgroep komt weliswaar voort uit de Eigen Kracht Training, maar er doen nu ook een paar mensen mee die de training niet hebben gevolgd. Het mooie van de kookgroep is namelijk ook dat het mensen uit hun isolement helpt. Door hun financiële situatie gaan ze vaak niet meer naar verjaardagen omdat ze geen bloemetje kunnen kopen en geen feestelijke broek hebben. Ze schamen zich, zijn bang aangesproken te voelen.” Lydia: “Ik loop bij de voedselbank. Dat vinden mensen een schande. Maar ik kijk naar mezelf. Ik heb dertig jaar gewerkt en werd op een gegeven moment ziek. Dan komt er een rekening die je niet kunt betalen
en die je even opzij legt. Maar dan komt er weer een rekening en weer een... Het stapelt zich op, je raakt in een isolement, wordt er op aangekeken. Vrienden komen niet meer.” Marius: “Onze klanten zijn gewone mensen. Veel mensen denken dat hier alleen alcoholisten en verslaafden komen. Of mensen die het ene flatscreen na het andere hebben aangeschaft op afbetaling. Zelfs studenten die hier maatschappelijke stage kwamen lopen, dachten zo. Maar aan het einde waren ze verbaasd. ‘Dit hadden mijn buren kunnen zijn’, zeiden ze. En dat is natuurlijk ook zo. Het gaat om mensen die door onvoorziene omstandigheden ineens in de problemen zijn gekomen.”
Anti-piekerbingo De voedselbank zat eerst in de Vredeskerk, maar drie jaar terug intensiveerden Combiwel en de Voedselbank hun samenwerking. Marius: “Een supermarktactie van het management van Combiwel was het startschot voor nog betere samenwerking wat uiteindelijk leidde tot het onderbrengen van de
voedselbank in het buurtcentrum en het door Combiwel ter beschikking stellen van een loods en containers. Bovendien zijn hier de maatschappelijk werkers en de sociaal raadslieden bij de hand.” De samenwerking met Combiwel leidde dan ook tot activiteiten als de kookclub en de anti-piekerbingo, een speelse vorm van bingo die werd gehouden met GGz InGeest en waar winnaars niet alleen een prijs kregen, maar ook een tip om minder te piekeren. En ook op andere manieren proberen de Voedelbank en Combiwel te werken aan de zelfredzaamheid van de deelnemers. Marius: “Zo hielden we een training in het kopen van boodschappen. We kregen van een sponsor 20 euro voor alle deelnemers aan de Voedselbank. We gingen naar de supermarkt en lieten de mensen voor 20 euro boodschappen halen. Je zag vervolgens iedereen met het karretje rijden naar de aanbiedingen en daar het karretje vol laden. Eenmaal bij de kassa moesten ze van alles terugleggen omdat ze over het bedrag heen waren. En na de kassa kwamen ze er achter dat ze bepaalde belang-
rijke zaken waren vergeten. Op die manier zagen de mensen dat het belangrijk is om vooraf een boodschappenlijstje te maken. Hetzelfde principe passen we nu toe bij de Voedselbank. We hebben een ruimte ingericht als SRV-winkel waar we boodschappen hebben geprijsd op het niveau van de Aldi en de Lidl. Dan gaat het om bijvoorbeeld wasmiddelen, blikgroente, pasta en jam. Mensen krijgen dan een fictief tegoed van 20 euro en van dat tegoed kunnen ze producten kopen. Doel is dat ze leren winkelen met een boodschappenbriefje.”
WSNP Activiteiten als de kookclub en het winkeltje moeten mensen helpen weer op eigen benen te staan. “De bedoeling is dat ze na drie jaar schuldenvrij de WSNP (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen - red.) uitgaan”, vertelt Marius. “Die termijn is erg kort, want voor we iemand echt kunnen helpen, zijn we al een half jaar verder en in dat half jaar lopen de schulden alleen maar verder op. Uiteindelijk stroomt toch 50 procent van de mensen binnen
een jaar uit. Zij hebben de schuldenlast zodanig gereduceerd dat zij boven de norm van de Voedselbank komen.” Lydia is bijna op dat punt beland. “Maar ik blijf”, zegt ze zelfverzekerd. “Maar dan als vrijwilliger. Het is hier mijn familie geworden. Marius zie ik als mijn tweede vader. Hier voel ik me thuis en het kan me niet schelen wat anderen daarvan zeggen. Daar trek ik me niets van aan. Ik ben dertig jaar verkoopster geweest, dan leer je wel om dingen van je af te laten glijden.”
15
Jordi Stam en Patrick
Rust en goede cijfers op school
16
Kamers met Kansen wil jongeren een stabiel leven bieden, zodat ze hun school kunnen afmaken of aan het werk blijven. Dat betekent dat Kamers met Kansen niet alleen kijkt naar zaken als schoonmaken en eten koken, maar ook naar de dagbesteding. Een gesprek met jongerencoach Jordi Stam en bewoner Patrick. “We zorgen ervoor dat de jongeren zelfstandig kunnen functioneren in de maatschappij.”
“Z
es maanden zit ik nu bij Kamers met Kansen”, vertelt Patrick. “Ik had er destijds ergens over gelezen en vond het direct iets voor mij. Mijn thuissituatie was namelijk niet zo fantastisch en op school ging het ook niet lekker. Ik wilde gewoon tot rust komen en dit leek me helemaal te gek. Het liefst had ik natuurlijk een eigen huis. Dat wil iedereen, maar ik was er toen nog niet klaar voor. Bovendien duurt het maanden voor je een eigen huis hebt en ik moest gewoon thuis snel weg. Ik had rust nodig en stiekem hoopte ik via Kamers met Kansen meer kans op een eigen huis te maken.” Kamers met Kansen biedt groeimogelijkheden voor jongeren van 17 tot 25 jaar zonder startkwalificatie, zoals spijbelaars of jongeren die niet meer thuis kunnen of willen wonen. Het is, zoals dat zo mooi heet, een totaalconcept op het gebied van wonen, leren en werken. “Wij helpen hier jongeren die een extra steuntje in de rug nodig hebben en het zonder dat extra steuntje niet zouden redden”, legt Jordi Stam uit. “Het merendeel van de jongeren wordt
aangemeld door het ROC van Amsterdam. Zij zien vaak als eerste dat jongeren uit school dreigen te vallen omdat ze bijvoorbeeld geen stabiele thuissituatie hebben. Of dat ze op vijf verschillende adressen wonen en geen ritme krijgen. Of dat ze verslaafde ouders hebben.” “De jongeren die hier komen hebben geen indicatie nodig”, vervolgt Jordi. “Ze zijn niet verslaafd, hebben geen psychiatrische stoornis of om een andere reden intensieve zorg nodig. Die zorg kunnen wij hier ook niet bieden. Jongeren leren hier zelfstandig wonen en wij coachen ze daarbij, maar we zijn er niet 24 uur per dag. Als gedurende het jaar ook blijkt dat er sprake is van ernstiger problematiek, dan zoeken we een andere oplossing. Zo hadden we hier ooit een meisje dat verslaafd was aan alcohol. Dat had ze bij haar intake verzwegen. Zij is toen verder gegaan met Spirit, een instelling voor jeugd- en opvoedhulp.”
Rots en water “Hier krijgen ze een kamer en kunnen ze werken aan hun zelfstan-
17
18
digheid”, vervolgt Jordi. “We helpen hen zo nodig om de schulden op te brengen. We coachen hen bij het koken en het schoonmaken, maar ook bij de administratie. Zo heb ik gisteren nog de hele tijd bij een deelneemster gezeten die haar post nooit open maakte. We openden samen de post en brachten vervolgens samen enige orde aan. Samen wil zeggen dat ik naast haar zit en zij de dingen zelf doet. Dat is het meest effectief. Ik vraag haar bijvoorbeeld welke ordening ze wil aanbrengen in de map met alle post. Zo bedenkt ze zelf een systeem.” “Het goede van Kamers met Kansen is dat je allerlei trainingen krijgt”, beaamt Patrick. Zo volgde hij de trai-
ning Rots en Water, een weerbaarheidstraining waarin jongeren door oefeningen ontdekken wat hun sterke en minder sterke kanten zijn, zodat ze hun kracht op een goede manier leren gebruiken. “Je leert daarin veel van jezelf”, vertelt hij. “Je leert dat er twee typen mensen zijn, rots en water. Je ontdekt wat voor een type jij bent en bepaalt waar je grenzen liggen. Zo was er een oefening waar iemand stap voor stap dichter naar je toekomt. Je zegt loop, loop, loop tot diegene te dichtbij komt. Dan zeg je ‘stop’. Dat is dan de ruimte die iemand bij je mag komen zonder dat je je ongemakkelijk voelt. Het was een mooie training.” “We hebben ook een budgettraining
gehad” (geheel gratis geleverd door Delta Lloyd - red.), gaat hij verder. “Dat heeft me wel bewuster gemaakt. Niet dat ik schulden heb, maar het is toch verstandig om te kijken waar je je geld aan uitgeeft. Snoep is wel lekker, maar je hebt er verder niet veel aan. Zo’n training maakt je enorm bewust van wat je nodig hebt en op welke manier je geld kunt besparen.”
Openhartig Patirick is tevreden over Kamers met Kansen: “De begeleiding hier is prima. Ze maken samen met je een plan van aanpak waarin ze kijken aan welke doelen je gaat werken. Ze luisteren naar je. Ze proberen je echt te helpen.” Het klikt duidelijk tussen
de jongeren en de begeleiders. Jordi: “We hebben hier een jong team van begeleiders. Dat maakt jongeren openhartiger om met ons praten. Zelf ben ik 25 jaar. Tegelijk is er wel een duidelijk verschil tussen ons en de jongeren.” Maar het belangrijkste is natuurlijk dat het concept in praktijk ook blijkt te werken. “Nu ik hier zes maanden zit, gaat het allemaal weer beter”, vertelt Patrick. Ik heb meer rust en mijn cijfers op school (Bedrijfsadministratie op het ROC van Amsterdam – red.) zijn nu ook beter. En het contact met het thuisfront loopt ook weer. Dat was echt niet goed toen ik er nog woonde. Nu kom ik er weer regelmatig.” “Ik zit hier denk ik nog zes maan-
“Ze maken samen met je een plan van aanpak waarin ze kijken aan welke doelen je gaat werken. Ze luisteren naar je. Ze proberen je echt te helpen.”
den”, vervolgt hij. “Tot ik een eigen huis heb. Misschien is dat wel eerder. Mij maakt het ook niet uit wat voor een huis ik krijg. Een tweekamerwoning is voldoende. Ik ben toch nog alleen. Ik denk ook wel dat ik het nu aankan. Ik heb veel geleerd. Zes maanden geleden zou dat niet zijn gelukt. Dan was ik nooit meer ergens op tijd gekomen en had ik misschien mijn post wel laten liggen.”
De naam van Patrick is om redenen van privacy gefingeerd.
19
Jorrit Boomgaardt en Asim Hussain
‘We laten mensen zien dat je hier leuk kunt wonen’
20
Een vette rap knalt van het scherm. Snel gemonteerd rollen de ‘highlights’ van Nieuwendam-Noord over het scherm; de duinpan, de stadsboerderij, het winkelcentrum en de Poort van Noord. Het ziet er gelikt uit. Maar het is een productie van de vijf leerlingen van basisschool As-Siddieq die zelf ook veelvuldig in beeld zijn. Al voetballend en rappend.
“D
at ben ik”, wijst de elfjarige Asim Hussain naar een van de vijf jongeren. Asim zit in groep 8a van van basisschool As-Siddieq en was een van de jongeren die meewerkte aan de film over NieuwendamNoord. “De bedoeling van de film is dat de jongeren laten zien wat zij zo mooi vinden aan NieuwendamNoord”, legt talentmakelaar Jorrit Boomgaardt van Combiwel uit. Asim: “Noord is leuk omdat je hier veel activiteiten voor kinderen hebt. En die zijn ook nog eens gratis. Je kunt hier fijn buiten spelen, zonder dat de buren je lastig vallen. Verder zijn hier veel verenigingen en veel winkelcentra. En het is hier schoon.”
plek in de film. Net als het kunstwerk ‘De Poort van Noord’ waar Asim voor koos. “Ik vind dat het er aantrekkelijk uitziet. Steeds als ik er langs rijd, moet ik er naar kijken. Zo mooi is het. Het is een poort, dat zie ik. Maar wat het precies is, weet ik niet.” De Poort van Noord is een kunstwerk van Marcel Smink en Roland Cornelissen. Het staat op de hoek van de Zuiderzeeweg en de IJdoornlaan. Iedereen die Nieuwendam binnenrijdt vanaf de ringweg komt er langs. Het kunstwerk bestaat uit honderd meter van de oude Zuiderzeeweg die uitloopt in een monumentale poort van meer dan zes meter hoog en bijna zes meter breed.
Poort
Camjo
De jongeren mochten allemaal een plek in Noord uitzoeken die ze erg mooi vonden. Op die plekken zou de film zich richten. Uiteraard kozen de jongens de voetbalvelden van De Dijk en SC Nieuwendam, want voetbal is nu eenmaal alles voor jongens in deze leeftijd. Maar ook de brandweer, de stadsboerderij en speelpark ‘De duinpan’ kregen een
Combiwel bood het Camjo-progamma aan als naschoolse activiteit. De afkorting camjo staat voor Camera en Journalistiek, de twee talenten die de kinderen met dit programma konden ontdekken. Leerlingen van de As-Siddieq konden zich hiervoor opgeven. Uiteindelijk deden zes leerlingen dat, maar eentje viel gedurende het project af. De
21
22
anderen bleven tot het einde enthousiast. Ze werkten acht middagen twee uur aan het project. Ze zochten locaties, interviewden mensen en speelden zelf de hoofdrol. “Eigenlijk hebben we er zeven middagen aan gewerkt”, bekent Asim, “want de laatste middag gingen we bowlen en patat eten bij de Febo.” In elk geval resulteerde al het werk uiteindelijk in vele uren film die een bureau inkortte tot drie en een halve minuut. Dat de kinderen werkten aan een promotiefilm voor Nieuwendam was eigenlijk toeval, maar tegelijk ook een bewijs van de flexibliteit waarmee talentmakelaars inspringen op mogelijkheden die zich voordoen. Boomgaardt: “Tijdens een overleg met het stadsdeel over de Fit- en Natuurmarkt bleek dat er een budget beschikbaar was om een promotiefilm te maken over Nieuwendam. Ik heb vervolgens het idee van de film gekoppeld aan de naschoolse activiteiten. Dat is immers de kern van de functie van talentmakelaar, het leggen van verbindingen tussen verschillende initiatieven. En dit was een prima
manier om de jongeren ervaring te laten opdoen met camera en journalistiek. En een manier om ze hun talenten op dat vlak te laten ontdekken. Daarnaast was een belangrijk doel van het project dat we kinderen zich bewust lieten worden van de eigen leefomgeving. Een ander doel was dat ze in aanraking zouden komen met nieuwe media. Beide doelstellingen hebben we gehaald.”
Fit- en natuurmarkt De film werd onder andere vertoond op de Fit- en natuurmarkt in Amsterdam-Noord. Volgens Asim heeft zeker 85 procent van de inwoners van Nieuwendam-Noord de film gezien. Jorrit lijkt dat wat aan de ruime kant, maar feit is dat de film aanspreekt. Asim: “Het laat mensen zien dat je ook leuk kunt wonen in Noord. Dat er mooie dingen zijn in Noord. Voordat we de film maakten wist ik zelf niet eens dat er hier zoveel te doen is. Vooral de sportvelden vond ik erg mooi. Ik wil nu ook op voetbal. En alles is hier echt schoon. Dat is anders dan in andere steden waar ik wel eens
ben geweest. Zoals Den Haag. Daar vind ik het maar vies. En daar kunnen kinderen ook niet buiten spelen.” “Ook andere mensen vinden het hier mooi”, vervolgt Asim. “Ik heb in de trein gehoord dat iemand in Noord wilde wonen omdat het hier zo mooi is.” Asim blijft dan ook voorlopig nog in Nieuwendam wonen. Maar later wil hij naar Frankrijk, Amsterdam of Spanje. Daar is hij nog niet over uit. Waar hij wel over uit is, is zijn toekomstige beroep: voetballer. “Maar ik zou ik mijn vrije tijd nog wel eens films willen maken, want dat was erg leuk. Het lijkt me mooi om een film te maken van Amsterdam, daar bij het Centraal Station. Daar heb je water, boten en de pont die heen en weer vaart. Dat vind ik mooi.”
23
Maurice Tokkie en Roy Eyck
‘De jongens zien dat meer mogelijk is dan ze denken’
24
Over vijf jaar wil Maurice Tokkie een diploma hebben. Twee opleidingen brak hij na zijn Havo voortijdig af. Nu werkt hij op de bagageafdeling van Schiphol, maar mede dankzij ‘Track the talent’ ziet hij weer volop mogelijkheden. “Luchtverkeersleider, lijkt me wel wat. Een beetje werken, een beetje leren. Dat is iets voor mij.”
“H
é, je hebt een nieuw zadel”, ziet jongerenwerker Roy Eyck als hij de scooter van Maurice eens goed bekijkt. “De oude hebben ze gejat”, antwoordt Maurice. “Het was erg duur. Echt Italiaans leer.” Maurice pakt zijn telefoon en laat een foto van zijn scooter met Italiaans zadel zien. “Mooi ding, zo’n dubbelzitter.” Roy en Maurice buigen zich vervolgens over de scooter. Maurice laat hem zien welke trucjes hij heeft uitgehaald om diefstal te voorkomen. “Die bout krijgen ze echt niet meer los”, wijst hij. Roy werkt graag met de jongeren. “Ze betekenen wat in de maatschappij”, zegt hij. “Zelf heb ik gewerkt als banketbakker - daar heb ik de papieren voor - , als kok - heb ik ook papieren voor - en als monteur. Maar toen ik de kans kreeg om met jongeren te werken, heb ik die gelijk gegrepen. Dat is wat ik wil en daar heb ik de papieren ook voor.”
Blauw van de rook Ruim een jaar eerder kwam Roy in contact met Maurice en zijn vrien-
den. “We hadden hier in de Hoofddorppleinbuurt een groep jongens die vaak op straat aan hun scooter zaten te sleutelen”, vertelt hij. “Alleen de buren vonden dat niet altijd even leuk. Vandaar dat de jongens de politie op hun dak kregen.” “Ze vonden ons lastig”, beaamt Maurice. “Af en toe bleef er wel eens een plasje olie op straat liggen. Dat vonden ze niet zo leuk. En we reden wel eens wat heen en weer. Je moet toch kijken of de scooter het weer doet. En dan gebeurde het wel eens dat de straat blauw stond van de rook. Dat is waar.” Roy: “Op een gegeven moment zei de politie dat ze hard zouden gaan optreden tegen de groep. We hebben toen verteld dat dat weinig zin had. Je kunt die jongens wel dreigen met forse boetes en ze wegjagen, maar dan gaan ze gewoon ergens anders sleutelen. We stelden daarom voor een sleutelproject met de jongens te beginnen. Ik ben gaan kijken en kwam terecht bij ‘Road Runners’, een garage van het jongerenwerk op Industrieterrein De Schinkel. Daar konden de jongens
25
twee keer per week lekker sleutelen aan hun brommer.” “Geweldig”, vertelt Maurice. “Het liefst zaten we er zeven dagen per week. We konden er terecht van vijf tot acht, maar waren er vaak al half vijf, want wie als eerste kwam had de brug. Ik heb bij Road Runners ook echt leren sleutelen. Ik heb m’n scooter heel wat keren uit elkaar gehaald en weer in elkaar gezet.”
26
Enthousiast De bedoeling was dat acht jongens mee zouden doen met het sleutelproject, maar het werden er uiteindelijk vijftien. “Ze waren hartstikke enthousiast”, vertelt Roy. Vandaar dat hij de jongens meenam naar het project ‘Track the talent’. Dat is een project waarbij jongeren in tien weken verschillende bedrijven bezoeken. Hierdoor leren zij meer over zichzelf en kunnen zij nadenken over hun toekomst. Zij krijgen onder andere trainingen in gespreksvaardigheden, solliciteren en jezelf presenteren. Roy: “Die jongens waren goed bezig. Je merkte ook dat ze meer wilden. Maurice kan bijvoorbeeld hartstikke goed leren, maar maakte zijn opleiding niet af.” Maurice: “Na m’n HAVO deed ik
HBO Bedrijfseconomie en HBO Sportmarketing, maar ik heb het niet afgemaakt. Op zich wil ik nog wel een keer een opleiding doen, maar dat moet dan wel gelijk de goede zijn. Anders blijf je betalen.” De jongens brachten onder andere een bezoek aan IBM, ING, Rabo, Krasnapolsky en Boer & Croon. “Vooral dat laatste bezoek vond ik erg leuk”, vertelt Maurice. “Ik heb daar de hele tijd gesproken met de financiële man. Ik wil namelijk wel iets in de financiële richting. Ik vind het leuk om met cijfers te werken.”
Eye opener “Ik wil ook het liefst een opleiding volgen via een bedrijf”, zegt Maurice. “School en werken tegelijk. Dat wil ik. Met dat idee heb ik ook een praatje gemaakt met mensen bij de bedrijven van ‘Track the talent’. Daar is niet gelijk wat uitgekomen, maar ik heb wel een idee gekregen van de mogelijkheden. Die moet je gewoon leren zien. Nu werk ik op de bagageafdeling van Schiphol. Pas kwam daar een vacature vrij voor iemand die de belading van vliegtuigen moest berekenen. Dat leek me wel wat, maar ik had niet genoeg ervaring. Nu kijk ik of ik de
opleiding voor luchtverkeersleider kan volgen. Dat is een opleiding waarbij je werken en leren combineert. Precies wat ik zoek. Dan verdien je al wat, terwijl je toch bezig bent om je diploma te halen.” Acht van de jongens van het sleutelproject deden uiteindelijk mee met ‘Track the talent’. “En ze hebben er heel wat van geleerd”, concludeert Roy. “Zo hebben ze geoefend om te praten met mensen in bedrijven en dat kunnen ze later weer gebruiken.” “’Track the talent’ was voor de jongens een eye opener”, vervolgt Roy. “Ook voor diegenen die minder goed leren dan Maurice. Sommige hadden nog nooit een sollicitatiegesprek gevoerd. Bovendien leren ze door dit project hun mogelijkheden een beetje kennen en zien ze dat er soms meer mogelijk is dan ze in eerste instantie denken. Zo vertelde de ING dat ze ook plaatsen hadden voor mensen zonder diploma. Dan begin je natuurlijk wel in de postkamer of zo, maar daar hadden ze nog nooit aan gedacht. En wie weet groei je in tien jaar door naar een hogere functie.”
27
Meindert Hofman, Mariska Atmodimedjo en Dave Kellenaers
Een duwtje in de rug
“Zondag begin ik al af te tellen”, vertelt de 66-jarige Meindert Hofman. “Wanneer kan ik weer komen? En dinsdag is het nog maar twee dagen. Ik kom hier graag. Hier zie ik namelijk mensen die ik ken. Hier kun je normaal met mensen praten. Op straat kom ik niet verder dan ‘Hoe gaat het?’ Hier in De Edelsteen kun je verder. Dat komt omdat we een gemeenschappelijk probleem hebben. We hebben allemaal geestelijke problemen. En iedereen heeft wel een psychiater of een psycholoog. En dan heb je altijd wel wat te klagen.”
28
29
H
ofman is één van de tien deelnemers aan ‘Onze Nieuwe Club’, een laagdrempelige buurtkamer van Combiwel in samenwerking met GGZ InGeest in Multifunctioneel Centrum ‘De Edelsteen’ op het Smaragdplein. Coördinator Dave Kellenaers: “Een keer per week bieden we een activerend dagarrangement aan voor ouderen met een psychiatrische problematiek. De meeste deelnemers zijn tussen de zestig en zeventig jaar. Zij komen uit de buurt, hoewel er ook iemand uit West en iemand uit de Stadionbuurt komt. Onze Nieuwe Club ondersteunt de deelnemers om op eigen benen te
staan. De deelnemers kunnen, nadat zij zich op hun gemak voelen, ook deelnemen aan andere activiteiten in De Edelsteen en in de buurt. In eerste instantie is de drempel nog erg hoog en is ondersteuning nodig om uiteindelijk de stap te zetten. Hofman: “Hier krijg ik begeleiding, geven ze me een duwtje in de rug. Ik weet nog wel toen ik hier voor de eerste keer naar toe ging. Ik vond het maar niets. Wat moest ik bij al die vreemden? Wat moest ik in die achenebbisjtroep? Ik vond het doodeng. Maar ik werd hier direct goed opgevangen en het is hier helemaal geen troep. De Edelsteen is een ontzettend mooi gebouw.”
Verborgen talenten
30
Zorg en welzijn groeien dichter naar elkaar toe. Daar waar vroeger een strikte scheiding was, zien we steeds meer initiatieven waarin krachten worden gebundeld. Dat is ook nodig omdat de opvang vanuit de AWBZ steeds minder vaak gefinancierd wordt en in de toekomst ook de begeleiding uit het AWBZ-pakket wordt gehaald. In dit project gaan we daarom nog een stapje verder! Hier komen mensen met - en mensen zonder AWBZ-indicatie. De financiering vindt dus plaats zowel vanuit de AWBZ als de WMO. Combiwel en GGZ InGeest werken samen in deze buurtkamer om mensen met psychiatrische problematiek in de buurt te ondersteunen om op eigen kracht het leven van alle dag goed en plezierig door te komen. De meeste mensen worden doorverwezen door GGZ InGeest, soms met een AWBZ-indicatie. ‘Onze Nieuwe Club’ biedt een veilige plek in een buurtcentrum die een brug slaat naar het reguliere welzijnsaanbod. “Deelnemers zijn vaak te kwetsbaar om zonder die ondersteuning en structuur deel te nemen aan
deze activiteiten’, legt Kellenaers uit. “Motiveren is een belangrijk onderdeel van ons werk. Eén van onze cliënten wilde bijvoorbeeld een computercursus volgen. We begeleiden haar naar een reguliere computercursus en doen dat in kleine stapjes”. Onze buurtkamer is een belangrijk ontmoetingsmoment in de week. De onderlinge contacten hebben een positieve invloed op het dagelijks leven van de deelnemers. Hoe ziet een dag in ‘Onze Nieuwe Club eruit? ‘De deelnemers komen om tien uur ’s ochtends om koffie te drinken. Kellenaers: “Vervolgens hebben we een gesprek over alledaagse dingen. Veelal is de krant hierbij een richtlijn, maar natuurlijk ook de persoonlijke belevenissen van de deelnemers. Datgene wat ze op dat moment bezighoudt is hierbij richting gevend.” Vast onderdeel in de ochtend is de psychomotorische therapie onder begeleiding van een psychomotorisch therapeut. Activiteitenbegeleidster Mariska Atmodimedjo: “Hierbij wordt gebruik gemaakt van allerlei materiaal om met elkaar in contact
te komen en ieders talenten te ontdekken en naar boven te halen.‘ Maar wat we precies doen, hangt af van de groep’. Ik probeer de mensen te prikkelen en uit te dagen.” Hofman: “Maar soms heb ik last van duizeligheid. Dan ga ik even zitten.” “Tijdens de psychomotorische therapie gaat één van de deelnemers samen met onze stagiaire boodschappen halen voor de lunch”, vervolgt Atmodimedjo. “Die gebruiken we gezamenlijk, waarna we om 13 uur weer beginnen met het een programma. Vorm en inhoud bepalen we samen met de groep. Ze kunnen kiezen uit creatieve, muzikale, sociaal-culturele of spelactiviteiten. Zo houdt één van de deelnemers erg van jazz. Hij nam cd’s mee van thuis die we samen beluisterden. Het stimuleren van de talenten en het zelfvertrouwen vind ik altijd een belangrijk uitgangspunt bij de activiteiten. Zo wilde iemand heel graag koken voor de groep. Dat hebben dan ook gedaan.”
Wensen vervullen “Onze meest ambitieuze doelstelling
is om datgene wat voor mensen onbereikbaar lijkt helpen te realiseren”, vertelt Kellenaers. “We kijken wat ze willen, wat de mogelijkheden zijn. Zo wilde één van onze deelnemers heel graag eens op vakantie. Nu kijken we samen of we iets voor elkaar kunnen krijgen bij ‘De Zonnebloem’. Een andere deelnemer wil weg waar ze woont. Samen kijken we nu naar de mogelijkheden.“ ‘Onze Nieuwe Club’ begon met vijf deelnemers en is inmiddels uitgegroeid tot tien. “Veelal gaat het om mensen die ernstig sociaal geïsoleerd zijn en deze veilige basis nodig hebben om de deur uit komen. Een dag in de week blijkt voor deze mensen al heel veel te betekenen. Ze leven er echt naar toe.” “Ik kan alles nog goed”, zegt Hofman. “Ik woon ook al 66 jaar in de Griftstraat. Al 66 jaar op hetzelfde adres. Ik loop goed, ik woon goed, ik doe mijn boodschappen.”
Niet meer eenzaam “Het idee van de club werkt ook in de praktijk”, zegt Kellenaers. “Het haalt mensen uit hun isolement.
Mensen ontmoeten elkaar nu ook buiten de club. Zo kwam één van onze mensen in de lunchroom iemand tegen die was afgehaakt. Er ontstond een gesprek met als gevolg dat ze nu beiden weer op de groep komen.” “Ik zie verder niet zoveel mensen”, zegt Hofman. “Ik heb vroeger wel gewerkt bij een bank en het ziekenfonds, maar dat is alweer veertig jaar geleden. Ik kan ook met niemand praten. Hier wel. Hier zijn mensen open, zijn ze niet direct kwaad als je een grapje maakt. Er is hier echt een saamhorigheidsgevoel. Het enige minpunt zijn de trappen. Je moet hier zoveel traplopen. Thuis woon ik ook op twee hoog, maar daar hebben de trappen maar vijftien treden. Hier zijn het er wel honderd. En de lift vind ik niets.”
31
Marion Moulen, Annemiek van Westerloo en Jacqueline van Wijngaarden
‘Klets, klots. Mooie felle kleuren. Rood, geel en oranje’
32
“Toen ik met de klas begon, had ik geen verwachtingen over wat de vrouwen wel of niet zouden kunnen”, vertelt Marion Moulen over de Kunstklas die ze gaf in de BuurtEntree aan de Volendammerweg. “Maar mensen ontdekken zelf hun talenten. Als je de goede techniek gebruikt, boek je snel resultaat.” Een gesprek met Marion en Annemiek van Westerloo, één van de deelnemers en Jacueline van Wijngaarden, medewerker participatie en activering Combiwel.
J
acqueline vertelt over het ontstaan van dit project. “Marion is een buurtbewoonster die met het idee van de Kunstklas is gekomen. Zij wilde graag in de Kunstklas buurtgenoten scholen in creatieve vakken en haar kennis en ervaring overdragen. Een bewoner die iets voor andere bewoners wil gaan doen; fantastisch! De deelnemers kunnen dan deze kennis weer inzetten als docenten op scholen en bij activiteiten in de buurt. Eigen kracht wordt dat genoemd. Het is dus meer dan een cursus omdat deelnemers niet alleen maar voor zichzelf een cursus volgen maar het geleerde gaan inzetten in de buurt. Binnenkort komen er een paar klassen van de Mgr. Bekkerschool naar de BuurtEntree en dan gaan de cursisten hetgeen dat ze geleerd hebben in de praktijk brengen. “Het knappe van Marion is dat ze bij iedereen de talenten weet te ontdekken”, vertelt Annemiek . “Natuurlijk hebben moeders in de Kunstklas iets met creativiteit, maar we vonden ook allemaal van onszelf
33
34
dat we niet konden tekenen. En dan weet Marion met al haar enthousiasme precies datgene te vinden wat we wel kunnen.” Marion Moulen is choreografe, dansdocente en buurtbewoonster. “Mijn expertise, vanuit mijn bedrijf ZiaQua Podiumkunsten, is Werelddans, Circusdans en Choreografietekenen”, vertelt ze. En sinds een half jaar is ze de drijvende kracht achter de Kunstklas in de BuurtEntree in Amsterdam-Noord. “Het idee ontstond toen ik op de scholen hier in Amsterdam-Noord kwam om les te geven. Ik zag dat veel moeders daar enorm actief zijn. Ze versierden de school bij feesten, maakten decors… Het leek me leuk ze daar wat meer in te scholen, want met een beetje kennis van verschillende technieken kun je een heel eind komen.”
Stadgenoot & BuurtEntree Marion kwam met haar plan, net op het moment dat woningbouwvereniging Stadgenoot de BuurtEntree aan de Volendammerweg opende. In een BuurtEntree bepalen de buurtgenoten zelf de invulling. In wisselwerking met verschillende instanties, ondernemers en buurtbewoners komt de
programmering in de BuurtEntree tot stand. Daarmee wordt de BuurtEntree voor de buurt, door de buurt. Stadgenoot speelt hierbij een faciliterende en verbindende rol: Zij bieden een ruimte aan die aandacht en kwaliteit uitstraalt. Stadgernoot stimuleert op deze manier onderling contact, geeft informatie over activiteiten in de buurt en legt verbindingen tussen groepen buurtbewoners. Het leek haar direct een goed idee om de Kunstklas daar te houden omdat ze in de BuurtEntree ook echt de buurtbewoners zou kunnen bereiken. Samen met Jaqueline en Inge Koster, oudercontactwerker van de Mgr. Bekkerschool werkten ze het idee van de Kunstklas verder uit. Ze besloten een cyclus van tien lessen te maken. Elke les zou beginnen met theorie kunstgeschiedenis, waarna de deelnemers verder zouden werken met een bepaalde techniek. “Het is de bedoeling dat ze op die manier de talenten in zichzelf ontdekken”, legt Marion uit. “In tien lessen zou ik ze, met bibliotheekboeken als documentatie, leiden door de geschiedenis van het oude Egypte tot de moderne beschaving”. Dat zou ik doen vanuit de wereldcultu-
ren. Ik had ambitieuze doelen met de Kunstklas. Het moest meer zijn dan een gezellige knutselclub. Ik wenste ook een netwerk op te bouwen van creatieve moeders, die vanuit vrijwilligerswerk ‘een centje’ kunnen gaan verdienen. Dat had wel z’n weerslag op het aantal deelnemers. We begonnen met dertig moeders, maar uiteindelijk gingen er negen verder.”
Actrice “Ik las het in de nieuwsbrief van de school van m’n zoon”, vertelt Annemiek. “Ik ben actrice en de Kunstklas leek me een verrijking. Ik ben wel eens bezig met decors maken en kom dan in honderd stappen tot een decor. En wat zou het mooi zijn als dat eens in drie stappen zou lukken. Verder sprak de diversiteit van de deelnemers me aan en het programma. Je krijgt kunstgeschiedenis, leert texturen knippen, tekent silhouetten… er zit van alles in. Bovendien was het breed en laagdrempelig. Tegelijk vraag je je natuurlijk wel af in welke groep je terecht komt. Ik ben toch vaak een vreemde eend in de bijt. Ik denk al snel dat mensen mij te uitbundig vinden. Maar het klikte
hartstikke goed en ik heb hele leuke mensen ontmoet. Het was echt veel leuker dan ik van te voren had verwacht.”
Silhouetten “Ik begon elke les dan met een half uur kunstgeschiedenis”, vertelt Marion. “Daarna leerde ik een techniek die met die tijd te maken had. Zo hebben we bij de oude Grieken amphitheaters gevouwen om te begrijpen hoe de akoestiek precies werkt.” Annemiek vond de kunstgeschiedenis erg interessant. “Het maakt je veel bewuster van hetgeen je ziet en wat je maakt. Je ziet bijvoorbeeld welke symboliek de zon vroeger had en waarom deze op allerlei verschillende manieren wordt afgebeeld.” “En soms zie je zaken uit het verleden weer terugkomen”, voegt Marion er aan toe. “Neem silhouetten. Dat zie je op het ogenblik overal, bijvoorbeeld in etalages, maar oorspronkelijk komt het uit het Franse schaduwtheater, de voorloper van de film. Dat heb ik dan ook behandeld tijdens het onderdeel kunstgeschiedenis, waarna ik de deelnemers silhouetten liet maken.” “Het leuke is om te zien hoe
iedereen van een zelfde opdracht toch iets totaal anders maakt”, vertelt Annemiek. “Zo moesten we een ‘prop’, de zon, maken. Iedereen pakte dat anders aan. De een deed het secuur met stiften, de andere gebruikte krijt en ik verfde met m’n vingers. Klets, klots. Mooie felle kleuren. Rood, geel en oranje. Dat is voor mij de zon. Ik was in twee minuten klaar. Terwijl anderen veel langer bezig waren en hele sierlijke vormen maakten.”
Houtskool “Die tien lessen hebben we nu afgerond”, vertelt Marion. “Nu begin ik een tweede cyclus van tien lessen, waar deelnemers zich verder kunnen specialiseren.” Marion en Jacqueline denken ondertussen ook alweer verder. De Kunstklas wordt komend schooljaar de Creatieve School. Bij de nieuwe trainingen vanaf september voegen we een pedagogische component omdat de activiteiten vaak voor kinderen zijn. Ook zal er dan op de scholen een stage van 8 weken zijn als onderdeel van het programma van de Creatieve School.
35
Organisatie Organogram 2010
H
et organogram is een weergave van de juridische indeling van de organisatie. De aansturing van de Combiwel organisatie ligt bij de Raad van bestuur en de directie, die worden ondersteund door respectievelijk een bestuursadviseur en concern controller en door een servicebureau en een bedrijfsbureau.
Raad van Toezicht
Raad van Bestuur
36
Stichting Combiwel Amsterdam - holding -
Met ingang van 1 januari 2011 is de stichting Combiwel Welzijn omgezet naar de Combiwel Welzijn BV. Daarnaast zijn in de loop van 2010 nog twee BV’s opgericht: Combiwel Brede school BV en Combiwel Projecten BV. Gedurende 2010 is een aanvang gemaakt met het onderbrengen van de verschillende activiteiten die door Combiwel worden uitgevoerd naar de betreffende juridische eenheid.
Raad van Toezicht Op de Stichting Combiwel Amsterdam en haar werkmaatschappijen werd in 2010 door een en dezelfde Raad van Toezicht toezicht gehouden.
Combiwel Welzijn BV
Combiwel Brede School BV
Combiwel Projecten BV
De RvT telt per eind 2010 7 leden, te weten: - de heer N. de Boer - mevrouw E. van Kemenade - mevrouw M. Dijkstra - de heer E. Dorscheidt - mevrouw C.E.G. Koopman - de heer J.H. Peerdeman - de heer F. Meelker
In 2010 heeft Evert de Vos afscheid genomen als voorzitter van de Raad van Toezicht. Nico de Boer is aangetreden als voorzitter. Eind 2010 besloot Reke Jonk zijn werkzaamheden te beeindigen. In de loop van 2011 zal in de vacature worden voorzien. De Raad van Toezicht is acht keer bij elkaar geweest. Naast de reguliere agendapunten, zoals de voortgangsrapportage van de directie, kwartaalrapportages en begroting, zijn ook thema’s besproken zoals de reorganisatie van het bedrijfsbureau, de beoordeling van de directeur/bestuurder, de bestuursstructuur, de keuze van de accountant en de voortgang van het meerjarenbeleidsplan. De Raad van Toezicht heeft eenmaal overlegd in aanwezigheid van de ondernemingsraad. In 2010 heeft de Raad van Toezicht op basis van een meervoudig onderhandse aanbesteding een nieuwe accountant benoemd voor de komende vier jaar. Het accountantskantoor Dubois & co neemt daardoor na veertien jaar de plaats in van Deloitte accountants.
De ondernemingsraad De ondernemingsraad overlegt met de bestuurder van de Stichting Combiwel Amsterdam. De ondernemingsraad bestond eind 2010 uit de volgende leden: - Robert Blokesch Voorzitter - Stans Bonte Vice Voorzitter
37
- Riekie van Hekelen - Liesbeth Meeusen - Jamila Ghazouani - Karin Hermes - Yvonne de Beurs - Nick Bakker - Margôt Ottens - Judith Willemsen - Ineke Grosmann - Oncko Grader
38
Secretaris Ambtelijk Secretaris
Het aantal overlegvergaderingen tussen de ondernemingsraad en bestuurder bedroeg negen. Onderwerpen van bespreking waren onder andere de reorganisatie van het bedrijfsbureau, Welzijn Nieuwe Stijl, het vrijwilligersbeleid, diverse arbeidsvoorwaarden en onderdelen van het personeelsbeleid. De Raad van Toezicht en bestuurder hebben ook overleg gevoerd met de ondernemingsraad over de beoordeling van de bestuurder en de bestuursstructuur.
Cliëntenraad De Cliëntenraad heeft het recht om aan de Raad van Bestuur van Combiwel voorstellen te doen over alle onderwerpen die voor cliënten van belang zijn en om gevraagd en ongevraagd te adviseren over het beleid. De raad is onafhankelijk in wat hij adviseert en gaat altijd uit van de belangen van de cliënten van zorgaanbieder Combiwel. Hiervoor vergadert de raad regelmatig met management en directie.
De Cliëntenraad van Combiwel (voor de afdeling AWBZ) bestaat uit de volgende vier personen, allen (ex-)mantelzorgers van het AOC: - Peter van Vegten Voorzitter - Rini Dippel Secretaris - Dini Brugman - Sjef van Bommel De leden vergaderen zes maal per jaar. Hiernaast heeft de cliëntenraad tenminste twee maal per jaar een vergadering waarbij de directie van Combiwel aansluit. De onderwerpen dit jaar gingen onder andere over de kwaliteit van de dienstverlening in het kader van het HKZ-certificaat dat Combiwel dit jaar voor de AWBZ-diensten heeft behaald. Hiernaast zijn de geplande bezuinigingen van de stadsdelen en de hiermee gepaard gaande sluitingen van gebouwen voer voor discussies. Voor de cliënten en mantelzorgers blijft het vervoer van en naar het Ontmoetingscentrum altijd een punt van aandacht. Combiwel is blij met de input van de Cliëntenraad en werkt hard aan het verbeteren van ingebrachte punten.
39
Personeel Aantal medewerkers
40
Per 31 december 2010 had de stichting Combiwel Welzijn 437 medewerkers in dienst. Daarnaast waren er in de stichting Combiwel Amsterdam 126 medewerkers in dienst inclusief oproepkrachten. Dit zijn 145 mannen en 418 vrouwen. De formatieomvang van de stichting Combiwel Welzijn bedroeg 289 fte en van de stichting Combiwel Amsterdam 101 fte. (in 2009 bedroeg de omvang van de drie stichtingen samen 393 fte, exclusief oproepkrachten).
Arbeidsmarkt Evenals in 2009 was er ook in 2010 een vacaturestop. Er zijn in 2010 in totaal 26 vacatures uitgezet. Daarvan zijn er 19 vervuld. De meeste vacatures betroffen functies binnen O&O, zoals voorschoolleidsters en medewerkers opvoedondersteuning. Een aantal vacatures zijn nadat er intern geen geschikte kandidaten beschikbaar waren, extern uitgezet. Na de reorganisatie van het bedrijfsbureau zijn vooral daar een aantal externe kandidaten aangetrokken. Middels de maandelijkse nieuwsbrief en een mailing worden medewerkers op de hoogte gebracht van de beschikbare vacatures.
Arbeidsvoorwaarden De CAO welzijn en maatschappelijke dienstverlening is geldig tot 31 december 2010. In 2009 was er een stijging van de eindejaarsuitkering tot 5,5%. In 2010
bedraagt de eindejaarsuitkering 8,3%. Ook is de minimale vakantietoeslag vanaf 1 mei 2010 gestegen naar 3 148,- per maand bij een fulltime dienstverband.
Stagiaires In 2010 hebben 161 MBO/HBO studenten stage gelopen bij Combiwel. 50 studenten hebben een betaalde stage gelopen en de overige 111 liepen een onbetaalde stage. De meest stagiaires zijn actief in het primair proces. De stagevergoeding bedroeg net als in 2009 3 150,- bruto per maand (naar rato). Het aantal stagiaires is teruggelopen maar de verhouding betaald/onbetaalde stagiaires is nagenoeg gelijk gebleven.
werkten mee aan de volgende activiteiten: - Peuterspeelzalen 3 - Jongerenactiviteiten 5 - Sportactiviteiten 10 - Beheer balie 25 - Maatschappelijke dienstverlening en zorgactiviteiten 29 - Vrouwenactiviteiten 37 - Migrantenactiviteiten 45 - Kinderactiviteiten 64 - Beheer bar 80 - Volwassenenactiviteiten 206 - Ouderenactiviteiten 282 - Diverse activiteiten 19
Gesubsidieerde arbeid Arbo-en verzuimbeleid Het verzuimpercentage in 2010 bedroeg 5,65%; een lichte stijging ten opzichte van het voorgaande jaar. Combiwel loopt hiermee synchroon met de landelijke trend van een stijgend verzuimpercentage in de branche welzijn en maatschappelijke dienstverlening.
Vrijwilligers Per 31 december 2010 zijn er 805 vrijwilligers actief binnen de Combiwel organisatie. Het betreft 605 vrouwen en 200 mannen. De vrijwilligers waren actief in de stadsdelen Nieuw West (2), Noord (279), West (219) en Zuid (305) en
Per 31 december 2010 werden in totaal 40 arbeidsplaatsen ingevuld middels gesubsidieerde arbeid. Het betrof 11 SW-gesubsidieerde medewerkers en 29 ID-gesubsidieerde medewerkers.
41
Stichting Combiwel Amsterdam Cijfers x 1000
Stichting Combiwel Welzijn
2010
2009
2010
2009
848 18 10.369 11.235
729 11.739 12.468
1.633 4.575 6.208
1.122 5.346 6.468
Activa Vaste Activa Financiele Activa Vlottende Activa Totaal Activa
Passiva
42
Eigen Vermogen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal Passiva
8.677 2.558 11.235
9.290 3.178 12.468
705 590 4.913 6.208
218 592 5.658 6.468
3.857 4.892 8.749
2.965 15.286 18.251
18.175 3.325 21.500
17.931 3.306 21.237
Personeelskosten Overige Kosten Totaal Kosten
6.184 3.322 9.506
6.910 3.136 10.046
12.759 8.902 21.661
12.596 8.673 21.269
Resultaat gewone bedrijfsvoering Financiele lasten/baten
- 757 144
8.205 -
- 161 -4
- 32 -8
Resultaat
- 613
8.205
- 165
- 40
Inkomsten Subsidies Overige opbrengsten Totaal Inkomsten
Uitgaven
Het bruto salaris van de bestuurder bedroeg 3 116.750 (incl. werkgeverslasten) conform CAO Welzijn en Maatschappelijke dienstverlening.
Resultaat en financiële positie
H
et jaar wordt geconsolideerd afgesloten met een negatief exploitatieresultaat van 3 777.824. Het eigen vermogen bedraagt ultimo 2010 3 9.381.677. De liquiditeit is eind 2010 zeer goed te noemen. Het negatief resultaat over 2010 was conform de verwachtingen zoals in de begroting over 2010 neergelegd. Het resultaat werd vooral negatief beïnvloed door de kosten die werden gemaakt om de omvang en samenstelling van de centrale organisatie in overeenstemming te brengen met de omvang van de organisatie na de verkoop van de Kinderopvang in 2009. Tevens duurde het langer dan verwacht om locaties te sluiten, waardoor de kosten voor accommodaties hoger waren dan gepland. In 2011 en de jaren erna krijgt Combiwel te maken met forse bezuinigingen vanuit de overheid. Daarop zal tijdig moeten worden ingespeeld door het verwerven van andere inkomsten en door kostenbesparing. Over 2011 verwachten we nog een relatief gering negatief resultaat van omstreeks 3 140.000.
43