1
OVERZICHT
2
INLEIDING: GEDRAG EN GEZONDHEID 2.1 VERBAND GEDRAG EN GEZONDHEID 2.1.1 Ziekte- en sterftecijfers 2.1.2 Belangrijkste doodsoorzaken 2.1.3 Ontwikkelingen in de geneeskunde 2.1.4 Ontwikkelingen in de psychologie A. B. C. D.
2.2 2.3 2.4
Overzicht veranderingen Type D Chronische ziekten In cijfers?
FORMELE ONTWIKKELING VAN GEZONDHEIDSPSYCHOLOGIE HET BIOPSYCHOSOCIAAL PERSPECTIEF VERWANTE TERREINEN
3
PREVENTIEVE GEDRAGSVERANDERING EN GEZONDHEIDSPROMOTIE 3.1 DETERMINANTEN VAN GEDRAG 3.1.1 Inleiding 3.1.2 Hoe ontstaat gedrag? 3.1.3 Health Belief Model 3.1.4 Protectie Motivatie Theorie 3.1.5 Sociaal-Cognitieve Theorie 3.1.6 Theorie van gepland gedrag 3.1.7 ASE-model 3.1.8 Centrale determinaten A. B. C.
3.1.9 A. B. C. D. E.
De attitude Subjectieve normen Waargenomen gedragsontrole en eigen-effecitiviteitsverwachtingen
Kanttekeningen en aanvullingen Rol van kennis Affectieve factoren Gewoonte Morele verplichting/zelfconcept Causaliteit
3.2 INTERVENTION MAPPING 3.2.1 Intervention Mapping: een overzicht 3.2.2 Probleemanalyse A. B. C.
3.2.3 A. B. C. D.
3.2.4 A. B. C.
3.2.5 A. B. C.
3.2.6 A. B. C.
3.2.7 A. B. C.
Analyse van kwaliteit van leven en gezondheid Probleemveroorzakende gedrags- en omgevingsfactoren Gerelateerde gedragsdeterminanten
Intervention mapping Stap 1: Specifieke programmadoelen Kies specifieke gedragsdoelen Kies belangrijke, veranderbare determinanten Kies (sub)doelgroepen Matrix maken van specifieke programmadoelen
Intervention Mapping Stap 2: Methodieken en Technieken Bednek theoretische methodieken bij specifieke programmadoelen Leid methodieken af uit de theorie en literatuur Vertaal methodieken in praktische voorlichtinstechnieken
Intervention Mapping Stap 3: Programmaontwerp Combineer de verschillende technieken in één plan Ontwerp de voorlichtinsmaterialen Test conceptversies van de materialen uit bij de doelgroep en produceer de definitieve materialen
Intervention Mapping Stap 4: Adoptie en Implementatie Organiseer een verbindingsgroep Kies adoptie- en implementatiedoelen Produceer een implementatieplan
Intervention Mapping Stap 5: Evaluatie Kies het evaluatieniveau Maka vragen ten behoeve van de effectevaluatie Maak vragen ten behoeve van de procesevaluatie
4
PREVENTIE EN GEZONDHEISPROMOTIE: ROKEN 4.1 SOCIO-CULTURELE CONTEXT EN GENOTSMIDDELEN 4.2 GEDRAGSEPIDEMIOLOGISCHE ASPECTEN 4.2.1 Gevolgen van roken 4.2.2 Hoeveel mensen roken? 4.3 WAAROM BEGINT MEN MET ROKEN? 4.3.1 Dynamisch ontwikkeling van rookgedrag 4.4 WAAROM BLIJFT MEN ROKEN? 4.4.1 Zelfrapportering 4.4.2 Generisch verslavingsmodel 4.4.3 Waarom is roken zo moeilijk te veranderen? 4.5 PREVENTIE VAN ROKEN BIJ ADOLESCENTEN 4.5.1 Social influence intervention 4.5.2 Life skills approach 4.6 STOPPEN MET ROKEN 4.6.1 Zelfgeïnitieerd stoppen 4.6.2 Predictoren 4.6.3 Hulpprogramma’s 4.6.4 Evaluatie van stopprogramma’s 4.6.5 Invloed van interventies in settings
5
PREVENTIE EN GEZONDHEIDSPROMOTIE: SLAAP 5.1 SLAAP 5.2 SOORTEN SLAAPSTOORNISSEN 5.2.1 Parasomnias 5.2.2 Hypersomnia 5.2.3 Insomnia A. B. C. D. E.
Definitie Diagnose Subtypes Prevalentie Etiologische modellen
5.3 AANPAK VAN SLAPELOOSHEID 5.3.1 Medicamenteuze aanpak 5.3.2 Niet-medicamenteuze aanpak of cognitieve gedragstherapie A. B. C. D.
5.4
Slaaphygiëne Aanleren van juiste slaapgedrag Controel krijgen over je gedachten Relaxatie
CONCLUSIE
6
PREVENTIE EN GEZONDHEIDSPROMOTIE: ETEN 6.1 EETGEDRAG 6.1.1 Voedselvoorkeur en –afkeer A. B. C.
6.1.2 A. B.
Hypothetisch model van eetgedrag Aangeboren voedselvoorkeuren? Aangeleerde ervaringen
Honger en verzadiging Perifere en centrale regelmechanismen Andere factoren
6.2 EETGEDRAG EN OBESITAS 6.2.1 Epidemiologische gegevens 6.2.2 Oorzaken 6.2.3 Body dissatisfaction: 6.2.4 Gevolgen obesitas 6.3 METABOOL SYNDROOM 6.4 BEHANDEING VAN OBESITAS
7
STRESS EN GEZONDHEID: STRESS ALGEMEEN 7.1 ALGEMENE BEGRIPPEN 7.1.1 Homogeen vs heterogeen concept 7.1.2 Positieve versus negatieve stress 7.1.3 Stress 7.1.4 Stressor 7.1.5 Persoon-omgeving fit 7.2 STRESSONDERZOEK 7.2.1 Responsbenadering A.
Stressresponssystemen Fight-Flight (SAS-systeem) HPA-systeem Tend-and-Befriend B. Effecten van chronische stress C. Individuele verschillen in stressreactiviteit D. Belang van herstelperiode E. Allostatische belasting F. Dimensies van stressvolle gebeurtenissen G. Kan een mens aanpassen aan stress? H. Opmerkingen
7.2.2 A. B. C. D.
Stimulusbenadering Life events Daily Hassles Sociaal klimaat Jobstress
7.2.3 Transactionele benadering 7.3 BRONNEN VAN CHRONISCHE STRESS 7.4 STRESS EN ZIEKTE
8
STRESS EN GEZONDHEID: CARDIOVASCULAIRE ZIEKTEN 8.1 CARDIOVASCULAIRE HARTZIEKTEN 8.1.1 Wat is CHD? 8.1.2 Rol van stress 8.1.3 Vrouwen en CHD 8.1.4 Cardiovasculaire reactiviteit, vijandigheid en CHD A. B. C. D. E.
Type A – Gedrag Belang van hostiliteit Depressie en CHD Andere psychosociale risicofactoren en CHD Type D
8.1.5 Modificatie van CHD risico-gerelateerde gedragingen 8.1.6 Behandeling van hartziekten 8.2 HYPERTENSIE
9
STRESS EN GEZONDHEID: VERKOUDHEDEN 9.1 9.2 9.3
PSYCHOLOGISCHE STRESS EN GEVOELIGHEID VOOR VERKOUDHEDEN SOCIALE OMGEVING EN GEVOELIGHEID VOOR VERKOUDHEDEN SES IN KINDERTIJD EN GEVOELIGHEID VOOR VERKOUDHEDEN
10 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5
STRESS EN GEZONDHEID: HYPERVENTILATIE ADEMEN: WAAROM EN HOE? PRIMAIRE HYPERVENTILATIE HET STIJGEN EN VALLEN VAN HET HYPERVENTILATIESYNDROOM SECUNDAIRE PROCESSEN BEHANDELING
11
DEEL 3: PATIËNT EN ZIJN ZIEKTE SUBJECTIEVE GEZONDHEID
11.1 TEKST 11.1.1 Inleiding 11.1.2 MCS: Multiple Chemical Sensitivity 11.1.3 Kritieke factoren en mechanismen bij symptoomleren 11.2 SLIDES 11.2.1 Subjectieve gezondheidsklachten in de geneeskunde A. B. C. D.
11.2.2 A. B. C. D.
Dominant model en problemen Functionele syndromen en onderliggende factor Is er nu effectief iets mis in het lichaam? Oplossingen
Perceptuele en cognitieve mechanismen bij symptoomperceptie Nieuw model en bijhorende hersengebieden Rol van negatieve affectiviteit Interoceptieve accuraatheid? Peak-end rule (symptoom – geheugen)
12
DEEL 3: DE PATIËNT EN ZIJN ZIEKTE PIJN
12.1 SAMENVATTING TEKST 12.1.1 Psychologische factoren en aanpassing aan persistente pijn A. B. C. D. E. F. G.
Pijn-catastrofering Pijn-gerelateerde angst en schrik van pijn Hulpeloosheid Zelf-effectiviteit Pijn-coping strategieën Bereidheid tot verandering Aanvaarding
12.1.2 A. B. C. D. E.
Interventies voor chronische pijn Vroege interventie Aangepaste gedrags- en psychosociale behandelingen Telefoongebaseerde interventie Verzorger-assistent behandeling Exposure-gebaseerde protocols
12.2 LES 12.2.1 12.2.2 12.2.3 12.2.4 12.2.5 12.2.6
Biologische aspecten Voorbeeld: rugpijn Beperkingen biomedisch model Gedragsprocessen van chronische pijn Cognitieve processen Klinische toepassing