Carbon Management Movares 2009 Herberekening n.a.v. Handboek CO2-Prestatieladder 2.0 bijlage C Conversiefactoren, geldig m.i.v. 1 juli 2011
Deze versie is gemaakt omdat de conversiefactoren in juni 2011 gewijzigd zijn. Er heeft geen nieuwe verificatie plaatsgevonden. De oorspronkelijke versie is geverifieerd op 3 juni 2010.
Opdrachtgever
Ondertekenaar
Movares Nederland B.V. drs ir. J.M. van den Elzen Movares Nederland B.V. Ir. F. Gebraad Kenmerk CO-FG-110016143 - Versie 1.0
Utrecht, 22 september 2011 vrijgegeven 2011, Movares Nederland B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Movares Nederland B.V.
Wijzigingsblad
Versie 0.1
Datum 1 juli 2011
Auteur Frans Gebraad
0.2
29 juli 2011
Frans Gebraad
0.3
21 september 2011
Frans Gebraad
1.0
22 september 2011
Frans Gebraad
CO-FG-110016143 / Proj.nr. CD200939 / vrijgegeven / Versie 1.0 /
Wijzigingen Initiële versie n.a.v. nieuwe en gewijzigde conversiefactoren uit het Handboek CO2Prestatieladder, versie 2.0, datum 23 juni 2011. Dit rapport vervangt “Carbon Management Movares 2009”(kenmerk: IN-EN10L67330010, versie 2.0, 15 november 2010), auteurs: Rik Luiten (Movares) en Maxim Luttmer (BECO). Wijzigingen: o BVO’s aangepast aan huidig inzicht; o Elektriciteitsverbruik in Utrecht gebaseerd op meterstanden; o Energieverbruik regiokantoren ingeschat op basis van kengetallen; o Inzet privéauto’s berekend op basis van brandstofverbruik. Reviewcommentaar verwerkt van Carel Deckers. Reviewcommentaar verwerkt van Carla Molenaar (tekstuele wijziging). Goedgekeurd door Carla Molenaar. Versie voor vrijgave door Johan van den Elzen. Vrijgegeven door Johan van den Elzen.
1/18
Inhoudsopgave Wijzigingsblad
1
Inleiding
3
1
Boundary setting Movares 1.1 Organizational boundary 1.2 Operational boundary
4 4 5
2
CO2-footprint 2009 (scope 1 en 2) 2.1 Totale emissies in 2009 2.2 Directe emissies 2.2.1. Gebouwen
7 7 8 9
3
Energiebalans 3.1 Inleiding 3.2 Energiebalans 2009 3.3 Benchmark energieverbuiken
13 13 13 14
4
Doelstelling en reductiemaatregelen 4.1 Inleiding 4.2 Doelstelling en reductiemaatregelen (scope 1 en 2)
15 15 15
Colofon
CO-FG-110016143 / Proj.nr. CD200939 / vrijgegeven / Versie 1.0 /
18
2/18
Inleiding
Movares voert in het kader van haar MVO- en duurzaamheidbeleid een actief klimaatprogramma uit. Het programma, neergelegd in een carbon management plan, is in overeenstemming met niveau drie op de CO2-Prestatieladder van ProRail. In bijgaand rapport worden achtereenvolgens de stappen uit het plan toegelicht: o o o o
Boudary setting – vastleggen van de organisatorische en operationele boundaries. CO2-footprint – broeikasgasemissies van Movares verdeeld over directe en indirecte emissies en verdeeld over gebouwen en mobiliteit. Energiebalans – de verdeling van energieverbruik van verschillende energiedragers over verschillende eindverbruikers. Doelstelling en reductiemaatregelen – doelstelling uitwerking en prioriteren van reductiemaatregelen over programmaperiode.
Het carbon management plan is door Movares opgesteld volgens de richtlijnen uiteengezet in het GHG-protocol, ISO 14064 en de NEN 160011.
1
Waarbij de NEN 16001 alleen is toegepast voor § 3.3.1, § 3.3.3, § 3.5.1 en §3.5.3.
CO-FG-110016143 / Proj.nr. CD200939 / vrijgegeven / Versie 1.0 /
3/18
1
Boundary setting Movares
1.1
Organizational boundary
Voor het bepalen van de organizational boundaries heeft Movares Group B.V. gekozen voor de door ProRail aangeboden laterale methode. In dit kader heeft Movares gekozen voor Movares Nederland B.V. als top van het hiërarchisch niveau van zeggenschapsrelaties (verder aangeduid als Movares). Figuur 1 laat het organogram zien van de Movares Group B.V. Movares Group B.V.
Noordwest
Noordoost Zuidoost
Loxia InTraffic
BPK Katowice Sp. z o.o
Infraflex
Dochters en deelnemingen
Saferail
Movares Polska Sp. z o.o
Dochter
Rail
Zuidwest
Movares Deutschland GmbH
Regio’s
Divisies
Mobiliteit & Ruimte Infra
Movares International B.V.
Vestigingen
Movares Nederland B.V.
ITC Utrecht
Diverse samenwerkingsverbanden / VOF’s
Railcert
Figuur 1: Organogram Movares Group B.V..
Als grondslag voor de consolidatie is gekozen voor de operational control approach (operationele controle volgens het GHG-protocol). Het uitgangspunt hier is dat alleen voor die bedrijven waarvan geldt dat Movares de volledige bevoegdheid heeft om beleid te introduceren en te implementeren, de broeikasgasemissies worden meegenomen. Om te bepalen in hoeverre er sprake is van “invloed” en/of “controle” is door Movares ondermeer gekeken naar: o o o o
Is het bedrijf een groepsbedrijf, een joint venture of een andere deelneming? Wordt het bedrijf geconsolideerd in het financieel jaarverslag? Welke contractuele afspraken bestaan er in samenwerkingsverbanden/deelnemingen? Worden er in een deelneming vanuit Movares capaciteit en middelen ingezet?
In de vervolgstap is een interactieve analyse uitgevoerd volgens de laterale methode (ProRail). Deze en voorgaande stappen leiden voor Movares tot de selectie van de volgende bedrijven (en locaties) waarvoor de emissies zijn opgenomen in de inventarisatie.
CO-FG-110016143 / Proj.nr. CD200939 / vrijgegeven / Versie 1.0 /
4/18
Tabel 1: Overzicht van bedrijven en locaties die zijn opgenomen in de inventarisatie. LOCATIE (KANTOREN)
Movares
o
Kantoor Daalse Kwint in Utrecht
710,5
15.839
Nederland B.V.,
o
Kantoor Smakkelaarsburcht in Utrecht
514,5
14.745
Utrecht
o
Regiokantoor Zwolle
10,5
461
o
Regiokantoor Weesp (t/m 2009)
3,0
498
o
Regiokantoor Zoetermeer (t/m 2009)
6,5
408
o
Regiokantoor Fellenoord Eindhoven (tot juni 2010)
10,0
358
o
Regiokantoor Vestdijk Eindhoven (vanaf juni 2010)
10,0*
593
o
Regiokantoor Rotterdam (vanaf 2010)
25,0*
553
o
Regiokantoor Arnhem (vanaf 2010)
12,0*
395
o
Regiokantoor Amsterdam (vanaf 2010)
14,0*
450
o
Kantoor Daalse Kwint in Utrecht
ITC Utrecht B.V., Utrecht
FTE (2009)
BVO2 (m2)
BEDRIJVEN
Onderdeel cijfers Movares hoofdkantoren
* Schatting gemiddeld aantal FTE’s in 2010.
In 2009 werkten 97% van de medewerkers van Movares in de twee hoofdkantoren in Utrecht (namelijk 1.225 van de in totaal 1.255 medewerkers). Het bruto vloeroppervlak (BVO) van de twee hoofdkantoren dekt 95% van het totale kantooroppervlak (totaal is ruim 30.000 m2 in 2009). In de volgende hoofdstukken wordt de broeikasgasseninventarisatie van Movares, kortweg de CO2-footprint van de organisatie, genoemd.
1.2
Operational boundary
Het basisjaar voor de CO2-footprint is door Movares vastgesteld op 2009. Dit is dus ook het jaar waarvoor een CO2-footprint is opgesteld. De uitvoerings- of planningsperiode voor het nemen van CO2-reductiemaatregelen is 2010 – 2011. Om te bepalen waar Movares invloed kan uitoefenen in het belang van het opstellen van een CO2-reductieplan, is een inventarisatie gemaakt van emissie(veroorzakende) activiteiten. De uitgangspunten die hierbij zijn gehanteerd zijn o.a. gebaseerd op het GHG-protocol en de aangepaste indeling door de CO2-Prestatieladder van ProRail (m.b.t. de scopes).
De BVO’s van de regiokantoren zijn berekend op basis van de verhouding tussen het BVO en VVO van kantoor Daalse Kwint. Deze verhouding is: VVO = 87,82% * BVO. 2
CO-FG-110016143 / Proj.nr. CD200939 / vrijgegeven / Versie 1.0 /
5/18
Figuur 2: Emissies van Movares binnen de keten van leveranciers en klanten.
Daarnaast realiseert Movares zich dat broeikasgasemissies ook zijn vastgelegd in geleverde en/of ingekochte producten c.q. diensten zoals weergegeven in figuur 2. Emissies in de keten kunnen van een veel grote ordegrootte zijn dan de zogenaamde eigen emissies. Figuur 2 toont drie soorten emissies, namelijk scope 1, scope 2 en scope 3 emissies. De rapportage beperkt zich tot de bespreking van de scope 1 en 2 emissies. Gezien het verschil in aard van de scope 3 emissies is er voor gekozen om hierover in een apart scope 3 verslag te rapporteren. Dit verslag vormt een onderdeel van de documentatie die benodigd is voor het bereiken van niveau 4 van de CO2Prestatieladder. Tabel 2: Inventarisatie emissieactiviteiten Movares (scope 1 en 2)
Categorie Gebouwen
Mobiliteit
Emissieactiviteiten Warmte o aardgas o stadsverwarming Elektriciteit Koeling Zakelijk vervoer o eigen auto’s o werknemers auto’s Vliegen
Type (invloed)
Scope*
Direct Indirect Indirect Direct
Scope 1 Scope 2 Scope 2 Scope 1
Direct Indirect Indirect
Scope 1 Scope 2 Scope 2
* GHG-protocol, aangepaste definitie ProRail.
CO-FG-110016143 / Proj.nr. CD200939 / vrijgegeven / Versie 1.0 /
6/18
2
CO2-footprint 2009 (scope 1 en 2)
2.1
Totale emissies in 2009
De scope 1 en 2 CO2-footprint van Movares in 2009 komt uit op 2.446 ton CO2. Scope 1 draagt 36% bij in het totaal. De scope 2 emissies leveren een bijdrage van 64% in het totaal.
Totale emissies per scope
36% Scope 1 Scope 2 64%
Figuur 3: Aandeel van scopes in CO2-footprint.
Figuur 4 laat de verdeling van emissieactiviteiten over de totale CO2-footprint zien. Uit de figuur blijkt dat het elektriciteitsverbruik (46%) en het zakelijk autovervoer (47%) voor 93% van de footprint verantwoordelijk zijn. Warmte, wat staat voor stadsverwarming3 van de hoofdkantoren in Utrecht en het gasverbruik in de regiokantoren, levert een bijdrage van 5%. De bijdrage van vliegen is beperkt tot 2%. De emissies vanwege koeling van de hoofdkantoren in Utrecht is verwaarloosbaar (54 kg CO2).
3
In de oorspronkelijke berekening leverde warmte een bijdrage van 18% aan de totale CO 2-footprint. Dit verschil wordt veroorzaakt door de veel kleinere conversiefactor die vanaf 1 juli 2011 geldig is (11,3 kg CO 2/GJ in plaats van 56,3 kg CO2/GJ).
CO-FG-110016143 / Proj.nr. CD200939 / vrijgegeven / Versie 1.0 /
7/18
Aandeel van emissieactiviteiten in CO2-footprint 2% 5% Vliegen
47%
Warmte Elektriciteit 46%
Zakelijk (auto)
Figuur 4: Aandeel van emissieactiviteiten in CO2-footprint.
In de volgende paragrafen wordt nader ingegaan op de directe en indirecte emissies per emissiecategorie.
2.2
Directe emissies (scope 1)
De directe emissies (scope 1) worden veroorzaakt door het verbruik van warmte (aardgas), koelen (lekkage koelvloeistoffen) en door het leasewagenpark van Movares. Figuur 5 presenteert de scope 1 emissies. De emissies vanwege koeling zijn verwaarloosbaar (54 kg CO2). Het grootste deel van de in totaal 872 ton CO2 wordt veroorzaakt door gebruik van het leasewagenpark.
ton CO2
Directe emissies (scope 1) 1.000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0
Leasewagenpark
Aardgas
1 Figuur 5: Directe emissies (scope 1).
CO-FG-110016143 / Proj.nr. CD200939 / vrijgegeven / Versie 1.0 /
8/18
Gebouwen De directe gebouwenemissies die afkomstig zijn van het gebruik van warmte (aardgas) en koeling zijn onderstaand figuur weergegeven. 2.2.1.
De directe gebouwenemissies zijn beperkt (31 ton CO2). Alleen de relatief kleinere regiokantoren gebruiken aardgas voor de verwarming van kantoren. De twee grote kantoren van Movares gebruiken stadsverwarming (dat valt binnen scope 2). Bij het bepalen van de CO2-footprint was er geen informatie met betrekking tot de koeling beschikbaar voor de regiokantoren. Vandaar dat er geen emissies voor deze post worden vermeld. De emissies vanwege koeling van de hoofdkantoren zijn minder dan 60 kg CO2. Emissies vanwege koeling van regiokantoren zijn daar een fractie van.
Directe emissies gebouwen 100 90 80
ton CO2
70 60 50 40 30
20 10 0 Weesp
Zoetermeer
Eindhoven
Zwolle
Figuur 6: Directe emissies gebouwen (scope 1).
Mobiliteit De directe mobiliteitsemissies van Movares vormen een significant deel van de CO2footprint. 841 ton CO2 (35%) is hiervan afkomstig. De emissies zijn afkomstig van het leasewagenpark, dat bestaat uit leaseauto’s voor onder andere het management binnen Movares en de poolauto’s voor de overige medewerkers. 2.2.2.
CO-FG-110016143 / Proj.nr. CD200939 / vrijgegeven / Versie 1.0 /
9/18
Directe emissies mobiliteit (scope 1) 900 800 700 ton CO2
600 500 400 300 200 100 0 Leasewagenpark Figuur 7: Directe emissies mobiliteit (scope 1).
2.3
Indirecte emissies (scope 2)
De indirecte (scope 2) emissies worden veroorzaakt door het verbruik van warmte (stadsverwarming), het verbruik van elektriciteit, het zakelijk rijden met auto’s van de werknemers (zakelijk privé) en de gemaakte vliegkilometers. Deze emissies zijn in totaal 1.574 ton CO2.
Indirecte emissies (scope 2) 3% 7%
19%
Vliegen Stadsverwarming
Zakelijk (auto) Elektriciteit 71%
Figuur 8: Indirecte emissies (scope 2).
Gebouwen Het verbruik van warmte (stadsverwarming) en elektriciteit veroorzaak de indirecte emissies in gebouwen (1.231 ton CO2). Deze emissies vormen 78% van de scope 2 2.3.1.
CO-FG-110016143 / Proj.nr. CD200939 / vrijgegeven / Versie 1.0 /
10/18
CO2-footprint van Movares en dit is 50% van de totale scope 1 en 2 CO2-footprint. De emissies zijn per locatie in onderstaand figuur weergegeven. Zoals aangegeven wordt alleen bij de Utrechtse hoofdkantoren gebruik gemaakt van stadsverwarming. De regiokantoren hebben een beperkt aandeel in het totale elektriciteitsverbruik.
Indirecte gebouwgebonden emissies (scope 2) 1.200 1.000 Regio kantoor Zwolle
ton CO2
800 600 400
200 0
Regio kantoor Eindhoven, Fellenoord Regio kantoor Zoetermeer Regio kantoor Weesp Kantoor Smakkelaarsburcht Utrecht Kantoor Daalse Kwint Utrecht
Figuur 9: Indirecte gebouwen emissies (scope 2).
Mobiliteit De totale indirecte mobiliteitsemissies (343 ton CO2) leveren een bijdrage van 22% aan de scope 2 CO2-footprint van Movares. Ten opzichte van de totale scope 1 en 2 CO2-footprint is dit 14%. Belangrijke bijdragen worden geleverd door het zakelijk rijden met huurauto’s en auto’s van werknemers (zakelijk autoverkeer). 2.3.2.
CO-FG-110016143 / Proj.nr. CD200939 / vrijgegeven / Versie 1.0 /
11/18
Indirecte emissies mobiliteit (scope 2) 350 300
ton CO2
250 200 150 100 50 0 Vliegen
Zakelijk (auto)
Figuur 10: Indirecte emissies mobiliteit (scope 2).
CO-FG-110016143 / Proj.nr. CD200939 / vrijgegeven / Versie 1.0 /
12/18
3
Energiebalans
3.1
Inleiding
Een energiebalans geeft inzicht in de verdeling van het energieverbruik van verschillende energiedragers over verschillende eindverbruikers. De balans kan worden gebruikt als hulpmiddel bij het bepalen van het reductiepotentieel: bij grote verbruikers kan over het algemeen ook veel bespaard worden. In de balans is zowel het energieverbruik in gebouwen als het energieverbruik voor mobiliteit opgenomen.
3.2
Energiebalans 2009
Onderstaande figuur geeft een overzicht van de verdeling van het primaire energieverbruik in 2009 voor geheel Movares.
Verdeling primair energieverbruik Movares 2009 2% 4%
Vliegen
17% 46%
Regiokantoren Kantoor Smakkelaarsburcht Kantoor Daalse Kwint
31% Autovervoer
Figuur 11: Primair energieverbruik Movares 2009 (scope 1 en 2).
Opvallend is het hogere energieverbruik van de Daalse Kwint ten opzichte van de Smakkelaarsburcht. De aanwezigheid van twee serverruimten in kantoor Daalse Kwint verklaart dit verschil grotendeels. Verder is het BVO van de Daalse Kwint significant groter dan dat van de Smakkelaarsburcht. De regiokantoren hebben nu nog een beperkt aandeel op de totale emissies. De verwachting is dat dit aandeel in de komende jaren zal groeien.
CO-FG-110016143 / Proj.nr. CD200939 / vrijgegeven / Versie 1.0 /
13/18
3.3
Benchmark energieverbuiken
Naast de energiebalans geeft een vergelijking tussen het specifieke energieverbruik van de kantoren en een landelijk gemiddelde meer inzicht in mogelijk besparingspotentieel. Onderstaande tabel laat de resultaten van deze vergelijking zijn. Tabel 3: Vergelijking energieverbruik hoofdkantoren met landelijk gemiddelde en “best practice”. Elektriciteitsverbruik (kWh/m2) Warmteverbruik (GJ/m2) Landelijk gemiddelde Landelijk “best practice”
79 28
0,28 0,17
Kantoor Daalse Kwint Kantoor Smakkelaarsburcht
145 84
0,36 0,24
Vergelijking tussen het specifieke warmte- en elektriciteitsverbruik van kantoren Daalse Kwint en Smakkelaarsburcht en het landelijk gemiddelde en de landelijke “best practice” van kantoren met een BVO > 10.000 m2. Het aardgasgebruik van de benchmark kantoren is omgerekend naar warmteverbruik met een aangenomen ketelrendement van 90% en netto stookwaarde van 31,65 MJ/m3. Bronnen: Energiecentrum MKB, SenterNovem Cijfers en Tabellen, Quickscan bedrijfshal (SenterNovem), Energiedata Utiliteit.
Het verbruik van elektriciteit en warmte is voor de regiokantoren ingeschat op basis van de landelijke gemiddelde waarde (76 kWh/(m2 BVO/jaar) en 10 m3 gas/(m2 BVO/jaar)). Opvallend is het relatief hoge elektriciteits- en warmteverbruik van kantoor Daalse Kwint. Nader onderzoek moet uitwijzen waarom het specifieke energieverbruik van kantoor Daalse Kwint zo hoog is. Het grootste potentieel voor energiebesparing in de gebouwde omgeving, ligt bij de kantoren Daalse Kwint en Smakkelaarsburcht.
CO-FG-110016143 / Proj.nr. CD200939 / vrijgegeven / Versie 1.0 /
14/18
4
Doelstelling en reductiemaatregelen
4.1
Inleiding
Een goede werkwijze bij het vaststellen van prioriteiten in een CO2-reductieplan is het volgen van de volgende drie stappen (onder andere gebaseerd op de zogenaamde Trias Energetica): 1) Reductie: zorg voor een beperking van het energieverbruik. 2) Substitutie: zet vervolgens zoveel mogelijk duurzame energie in (inkoop van groene stroom of eigen opwekking, duurzame brandstoffen). 3) Compensatie: compenseer de emissies die na stap 1 en 2 nog zijn overgebleven.
Reductie
CO2 emissies
Substitutie
Compensatie
Tijd
CO2-neutraal
Figuur 12: Reductie, substitutie en compensatie.
De belangrijkste criteria bij de bepaling van kansrijke projecten zijn het reductiepotentieel van de maatregel en de beoogde terugverdientijd.
4.2
Doelstelling en reductiemaatregelen (scope 1 en 2)
Movares wil eind 2010 CO2-neutraal zijn. Dit wordt gerealiseerd door gelijktijdig in te zetten op de CO2-emissiereductie, substitutie en compensatie. De totale CO2reductiedoelstelling voor de jaren 2010 en 2011 bedraagt 5% (ten opzichte van 2009). Door substitutie wil Movares in deze periode 20% CO2-emissies vermijden. De overgebleven emissies (75%) worden gecompenseerd. Er gelden een aantal uitgangspunten bij het halen van de doelstellingen. Deze zijn: o De gehuurde vloeroppervlakte wijzigt niet significant. o Het aantal fte’s wijzigt niet significant. o Het aantal graaddagen wijzigt niet significant.
CO-FG-110016143 / Proj.nr. CD200939 / vrijgegeven / Versie 1.0 /
15/18
o o
Er vindt geen grootschalige verhuizing plaats naar een ander type kantoorgebouw. Bij het bepalen van de reductie wordt gerekend met de emissiefactoren zoals bekend in en gehanteerd voor de footprint van 2009.
Indien één van bovenstaande uitgangspunten onverhoopt niet overeenkomt met de werkelijkheid, is dit direct van invloed op de CO2-uitsoot van Movares. Indien dit het geval is, zal een onderbouwde correctie uitgevoerd worden bij het bepalen en toetsen van de gerealiseerde reductie. Vanwege wijzigingen in CO2-conversiefactoren is de CO2-footprint herberekend. Dit geldt ook voor de scope 1 en scope 2 doelstellingen. De reductiedoelstelling is gebaseerd op een berekend CO2-reductiepotentieel. Daarbij is gesteld dat de minimaal te realiseren scope 1 en scope 2 reductie 145 ton CO2 bedraagt. Daarnaast is er een substitutiedoel gesteld van 578 ton CO2. Het berekende reductiepotentieel is gebaseerd op reductiemaatregelen op het gebied van elektriciteitsverbruik4 in de hoofdkantoren in Utrecht en zakelijk vervoer met auto’s. Voor deze emissieactiviteiten zijn de CO2-conversiefactoren niet gewijzigd waardoor de doelstelling in hoeveelheid CO2 gehandhaafd blijft. Uitgedrukt in percentages van de herberekende CO2-footprint is dit 6% reductie en 24% substitutie t.o.v. de CO2-footprint van 2009. In onderstaande tabel is de doelstelling weergegeven in tonnen CO2. In de tabel is tevens een vertaling naar fte en bruto vloeroppervlakte opgenomen. Tabel 4: Reductiedoelstellingen (scope 1 en 2). CO2-doelstelling Reductie Substitutie Compensatie Totaal
fte's 1.255 1.255 1.255
2
BVO (m ) ton 32.309 145 32.309 578 32.309 2.168 2.891
per fte (ton CO2/fte) 0,12 0,46 1,73 2,30
per BVO5 (ton CO2/m2) 0,0045 0,0179 0,0671 0,0895
Figuur 13 laat het verloop van de CO2-maatregelen zien over een periode van 2009 – 2011. Onder andere is te zien dat over de jaren de bijdrage van reductiemaatregelen zal groeien waardoor er steeds minder substitutie (groene inkoop) en compensatie hoeft plaats te vinden.
4
Daarnaast worden koudwatermachines in de regiokantoren vervangen. Deze verbruiken grijze stroom waarvoor wel andere CO2-conversiefactoren van toepassing zijn. Gezien de geringe bijdrage in het totaal aan reductiepotentieel worden de doelstellingen hiervoor niet aangepast. 5 De doelstelling per m2 BVO is in juli 2011 bijgesteld op basis van meer nauwkeurig gegevens over vloeroppervlakten.
CO-FG-110016143 / Proj.nr. CD200939 / vrijgegeven / Versie 1.0 /
16/18
100% 90% 80%
70% 60%
Reductie
50%
Substitutie
40%
Compensatie
30%
Totale emissie
20% 10% 0% 2009
2010
2011
>2011
Figuur 13: Reductie, substitutie en compensatie van CO2-emissies door Movares.
Tabel 5 geeft de door Movares geplande en lopende maatregelen weer over de periode 2010 – 2011. Tabel 5: Samenvatting CO2-maatregelen Movares 2010 – 2011 (scope 1 en 2) Categorie
Subcategorie
Type
Maatregel
Reductie
Gebouwen
o
o
Automatisch uitschakelen PC’s
o
PC’s vervangen door thin clients
o
Vervangen monitoren (CRT → TFT)
o
Koeltemperatuur optimaliseren severruimtes
o
Vervangen koelmachines
o
Energiezuinige verlichting inzetten waar mogelijk
o
Verminderen verlichting (w.o.
o o
ICT
Klimaatinstallatie Verlichting
aanwezigheidsdetectie) o Mobiliteit
Overige
o Gedrag
o
Toepassen daglichtregeling
o
Energiezuinige apparatuur inzetten
o
Koudwatermachines verwijderen
o
Vervanging leasewagenpark door A en B label auto’s
o Vervoer o
Cursus “Het nieuwe rijden”
o
Stimuleren tele- en videoconferencing
Substitutie
o
Groene stroom inkoop met Stichting Milieu
Compensatie
o
Compensatie emissies leasewagenpark
o
Compensatie resterende emissies CO2-footprint
Keurmerk
Movares t.b.v. klimaat neutral
CO-FG-110016143 / Proj.nr. CD200939 / vrijgegeven / Versie 1.0 /
17/18
Colofon
Opdrachtgever
Movares Nederland B.V. drs ir. J.M. van den Elzen
Uitgave
Movares Nederland B.V.
Daalse kwint Postbus 2855 3500 GW Utrecht Telefoon Telefax
030 - 265 47 49 030 - 265 47 61
Ondertekenaar
Ir. F. Gebraad Adviseur
Projectnummer
CD200939
CO-FG-110016143 / Proj.nr. CD200939 / vrijgegeven / Versie 1.0 /
18/18