-
BTW ALMANAK voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010
Colofon Deze BTW Almanak is een uitgave van: HISWA Vereniging in samenwerking met DHK Tax Lawyers & Legal Consultants Driebergen, februari 2009 Voorwoord HISWA Vereniging is de overkoepelende belangenorganisatie van alle bedrijfssoorten in de watersportsector. Bij HISWA Vereniging zijn inmiddels ongeveer 1.200 grote en kleinere bedrijven aangesloten in 13 bedrijfstaksectoren. Als brancheorganisatie behartigt HISWA Vereniging de belangen van de leden op regionaal, nationaal en internationaal niveau. De dienstverlening strekt zich uit tot jachtbouw, handel en recreatie, in de breedste zin van het woord. HISWA Vereniging informeert haar leden over de meest recente ontwikkelingen, zoals op fiscaal gebied. Deze BTW-almanak geeft mede invulling aan deze taak. Getracht is in deze geactualiseerde brochure aandacht te besteden aan alle aspecten van de watersportindustrie. Ondanks ons streven om hierin zo volledig mogelijk te zijn, is het raadzaam bij twijfel een deskundige te raadplegen. Heeft u meer informatie nodig, dan kunt u contact opnemen met: • HISWA Vereniging, Info en Advies, Bianca Diebels, T 0343 52 47 24, E
[email protected]. • DHK Tax Lawyers & Legal Consultants, drs. Klaas Dijkstra of Corine Lekkerkerker, T 010 205 36 10, E
[email protected].
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 2
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Hoe werkt het BTW-stelsel 1.1 Het Nederlandse BTW-systeem 1.2 Leveringen en diensten 1.3 Invoer 1.4 Tarieven 1.5 Belastingplichtigen 1.6 Ondernemer 1.7 Fiscale eenheid 1.8 Directeur Groot Aandeelhouder (DGA) Hoofdstuk 2 Facturatie en administratie 2.1 De factuur 2.2 Factuur uitreiken 2.3 Factuurgegevens 2.4 Administratie 2.5 Margeregeling 2.6 Intracommunautaire verwerving 2.7 Bewaarplicht Hoofdstuk 3 BTW-heffing watersportbedrijven 3.1 BTW-heffing bij commerciële jachthavens 3.2 BTW-heffing bij niet-commerciële jachthavens 3.3 BTW-heffing bij commerciële zeilscholen 3.4 BTW-heffing bij overige dienstverleners 3.5 BTW-heffing bij exploitatie van een kantine 3.6 BTW-heffing bij niet-commerciële zeilscholen 3.7 Beperkte of geen aftrek BTW bij consumptief gebruik 3.8 BTW-heffing bij jachtwerven 3.9 Levering van pleziervaartuigen naar derde landen (uitvoer) 3.10 Levering van pleziervaartuigen binnen de EU 3.11 ABC-leveringen van pleziervaartuigen binnen de EU 3.12 Vereenvoudigde ABC-leveringen binnen de EU 3.13 Aankoop nieuw jacht in ander EU-land door particulier 3.14 Commercial Cruising Vessels-Regeling (CCV) 3.15 Aangifte intracommunautaire verwerving door de afnemer 3.16 Garantiewerkzaamheden 3.17 Proefvaarten 3.18 Terugzending 3.19 Regeling afstandsverkopen Hoofdstuk 4 BTW-heffing bij groothandelaren en importeurs 4.1 BTW-heffing bij import en levering van jachten 4.2 BTW-heffing bij import en levering van overige goederen en accessoires 4.3 BTW-heffing bij dienstverlenende activiteiten 4.3.1 Diensten van jachtarchitecten 4.3.2 Diensten van makelaars, bemiddelaars en experts 4.3.3 Onderhoud en reparatie 4.3.4 Diensten met betrekking tot verzekeringen/financieringen
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 3
Hoofdstuk 5 BTW-regelingen 5.1 Tariefwijzigingen 5.2 Verleggingsregelingen 5.2.1 Goederen of diensten van buitenlandse ondernemers 5.2.2 Regeling bij invoer 5.3 Margeregeling 5.4 Gebruikt goed 5.5 Gedemonteerde of samengevoegde goederen 5.6 Inruil 5.7 Factuur 5.8 Inkoopverklaring 5.9 Administratie 5.10 Globalisatie 5.11 Vergunning 5.12 Kleine ondernemersregeling 5.13 Boekhouding 5.14 Verschuldigde BTW 5.15 Geopteerde belaste verhuur 5.16 Geopteerde belaste levering onroerende zaken 5.17 Intracommunautaire verwervingen 5.18 Invoer uit niet EU-landen 5.19 Ontheffing van administratieve verplichtingen 5.20 Beperkte aftrek van BTW bij consumptief gebruik 5.21 Woon-werkverkeer Begrippenlijst Bijlagen: 1. Verklaring uitvoer op eigen kiel (afnemer is permanent gevestigd buiten de EU) 2. Verklaring uitvoer op eigen kiel (afnemer is natuurlijk persoon, voor minimaal 12 maanden gevestigd buiten de EU) 3. Vervoersverklaring 4. Verklaring levering pleziervaartuig 5. Opdracht tot uitvoer uit de EU
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 4
HOOFDSTUK 1
HOE WERKT HET BTW-STELSEL?
1.1 Het Nederlandse BTW-systeem In Nederland (en in de andere landen van de Europese Unie) wordt omzetbelasting geheven volgens een Europees BTW-systeem. Dit systeem beoogt de ondernemer slechts BTW te laten afdragen over de toegevoegde waarde; het verschil tussen de verkoop- en de inkoopprijs. Dit gebeurt door BTW te heffen over de gehele verkoopprijs en vervolgens de BTW over de inkoopprijs af te trekken. 1.2 Leveringen en diensten In beginsel wordt BTW geheven over leveringen of diensten die door ondernemers in Nederland worden verricht. Binnen de EU wordt slechts éénmaal BTW geheven over belaste leveringen of diensten. Om dit te bewerkstelligen is de regeling van de intracommunautaire leveringen en verwervingen opgesteld. 1.3 Invoer Zoals hierboven al opgemerkt, wordt BTW geheven van ondernemers. Bij invoer (uit derde landen) echter wordt ook BTW geheven bij de particulier die goederen invoert. Dit om te voorkomen dat oneerlijke concurrentie optreedt door voordelig (BTW-vrij) goederen buiten de EU in te kopen. De ondernemer kan de BTW die hij verschuldigd is bij de invoer overigens aftrekken van de verschuldigde BTW bij verkoop. Omdat het bij (veelvuldig) invoer vervelend kan zijn direct bij invoer BTW te moeten afdragen, is de zogenaamde verleggingsregeling opgesteld. Door middel van deze regeling kan de ondernemer de BTW verschuldigd bij invoer bij zijn periodieke aangifte betrekken. Hiervoor moet hij tijdig een vergunning aanvragen bij de inspecteur. 1.4 Tarieven In Nederland bestaat een onderscheid tussen een hoog en een laag tarief aan BTW. Daarnaast gelden nog het nultarief en de vrijstelling. Wanneer ten aanzien van een bepaalde levering of dienst een vrijstelling van toepassing is, kan de ondernemer die de levering of dienst verricht ook geen gebruik maken van de aftrek van voorbelasting. Ten aanzien van het hoog, laag en nultarief behoudt de ondernemer die de leveringen of diensten verricht, in beginsel wel zijn recht op aftrek van voorbelasting. 1.5 Belastingplichtige In beginsel is de ondernemer belastingplichtig. Het is ten aanzien van leveringen of diensten die in Nederland worden verricht niet van belang of de ondernemer een Nederlandse ondernemer is, of een ondernemer is die niet in Nederland is gevestigd. Buitenlandse ondernemers hebben ook de mogelijkheid om voorbelasting in aftrek te brengen. Ze kunnen voor de nakoming van de fiscale verplichtingen in Nederland een fiscaal vertegenwoordiger aanstellen/benoemen. Behalve ondernemers zijn ook belastingplichtig voor de BTW: • rechtspersonen die geen ondernemer zijn en die goederen aankopen vanuit andere EUlanden; • een particulier die een nieuw vervoermiddel aankoopt vanuit een ander EU-land of die goederen invoert vanuit niet EU-landen; • lichamen die goederen invoeren vanuit niet EU-landen of die goederen of diensten betrekken van ondernemers die niet in Nederland wonen of zijn gevestigd. Overigens is een ieder die op zijn factuur BTW vermeldt, deze ook verschuldigd, zelfs als hij geen belaste activiteiten verricht.
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 5
1.6 Ondernemer Het begrip ondernemer dat in de BTW-wet wordt gehanteerd, is erg ruim. Een ieder die een bedrijf of beroep zelfstandig uitoefent, is een ondernemer in de zin van de BTW wet. Deze ruime interpretatie wordt overigens enigszins gecorrigeerd door de vrijstellingen die de BTWwet kent. Een ieder in het begrip ondernemer omvat niet alleen natuurlijke en rechtspersonen, maar ook andere entiteiten als maatschappen, vennootschappen onder firma, verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid en dergelijke. Elk samenwerkingsverband dat in het econo-mische verkeer als eenheid -entiteit- optreedt, kan voor de BTW een ondernemer zijn; rechtsvorm is daarbij niet van belang. Ook personen opgericht naar buitenlands recht kunnen voor Nederlandse BTW-heffing gelden als ondernemer. 1.7 Fiscale eenheid Ondernemers die in fiscaal, organisatorisch en economisch opzicht zodanig met elkaar verweven zijn dat zij een eenheid vormen, kunnen voor de BTW als één ondernemer aangemerkt worden; een zogenaamde fiscale eenheid. Hiervoor is een beschikking van de bevoegde inspecteur vereist. Niet noodzakelijk voor het bestaan van een fiscale eenheid is dat de leden als eenheid naar buiten treden. De fiscale eenheid kan één geconsolideerde BTW aangifte indienen (waarbij alle leden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de BTW die als eenheid verschuldigd is), interne leveringen en diensten blijven buiten de BTW-heffing en voor de gehele fiscale eenheid wordt slechts één opgaaf van intracommunautaire leveringen gedaan. 1.8 Directeur Groot Aandeelhouder (DGA) Het Hof van Justitie heeft in oktober 2007 beslist dat een DGA die meer dan de helft van de aandelen van een BV bezit, géén ondernemer is voor de werkzaamheden die hij verricht ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst die hem aan zijn BV bindt. De eerdere opvatting van de Hoge Raad, waarbij de DGA als ondernemer werd gekwalificeerd, is niet in overeenstemming met de Europese BTW richtlijn. Vanaf 18 oktober 2007 geldt de DGA dus niet langer als ondernemer voor de in loondienst verrichte werkzaamheden voor zijn BV. De DGA blijft wél ondernemer voor zover hij bijvoorbeeld aan de BV onroerend goed verhuurt. Overigens wordt de DGA in dit kader niet aangemerkt als ondernemer indien het verhuurde onroerend goed een werkkamer in de woning van de DGA is, die wordt gebruikt voor onzelfstandige werkzaamheden.
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 6
HOOFDSTUK 2
FACTURATIE EN ADMINISTRATIE
2.1 De factuur In veel gevallen is het tijdstip waarop de BTW verschuldigd wordt, gekoppeld aan het tijdstip waarop de factuur moet worden uitgereikt. BTW kan door de afnemer van een levering of dienst alleen in aftrek gebracht worden indien hij een factuur bezit, die op de voorgeschreven wijze is opgemaakt. De ondernemer dient te factureren naar de BTWwetgeving van het EU-land waar hij voor zijn prestaties in de heffing betrokken wordt. Wanneer de verleggingregeling wordt toegepast, kan echter volgens Nederlandse eisen worden gefactureerd. 2.2 Factuur uitreiken De ondernemer is verplicht een factuur uit te reiken als hij: • leveringen of diensten verricht aan een andere ondernemer of rechtspersoon; • een vooruitbetaling ontvangt van een andere ondernemer of rechtspersoon; per deelbetaling dient een factuur uitgereikt te worden; • een afstandsverkoop verricht; • een nieuw vervoermiddel levert aan een particulier. De factuur voor een bepaalde levering of dienst dient uiterlijk de vijftiende van de maand, opvolgend op die waarin de levering of dienst verricht is, te worden uitgereikt. Bij vooruitbetalingen dient de factuur uitgereikt te worden vóór het tijdstip van opeisbaarheid van de vooruitbetalingen, waarbij voor elke deelbetaling een aparte factuur opgemaakt dient te worden. Facturen kunnen in beginsel op papier uitgereikt worden of elektronisch worden verzonden. Hierbij dient wel de authenticiteit van de herkomst, de integriteit van de inhoud en de leesbaarheid gewaarborgd te zijn. Wanneer onjuist gefactureerd is, kan dit hersteld worden door de betreffende factuur terug te nemen of een aanvullende of creditfactuur te zenden. De ondernemer dient van elke uitgaande en inkomende factuur een kopie van de factuur te bewaren. 2.3 Factuurgegevens De factuur dient de volgende gegevens te bevatten: • de datum waarop de factuur is uitgereikt; • een opeenvolgend nummer, met één of meer reeksen, waardoor de factuur geïdentificeerd kan worden; • het eigen BTW-identificatienummer waaronder de ondernemer de levering of de dienst verricht heeft; • naam en adres van de ondernemer die de levering of dienst verricht; • naam en adres van de afnemer; • de hoeveelheid en de aard van de geleverde goederen of de omvang en de aard van de verrichte diensten; • de datum waarop de levering of dienst heeft plaatsgevonden of is voltooid of de datum waarop de vooruitbetaling is gedaan als deze kan worden vastgesteld en afwijkt van de factuurdatum; • de vergoeding met betrekking tot elk tarief of elke vrijstelling; • de eenheidsprijs excl. BTW en de eventuele vooruitbetalingkorting en andere kortingen als die niet in de eenheidsprijs zijn begrepen; • het toegepaste BTW-tarief; • het belastingbedrag in euro’s; • bij een vrijstelling, bij intracommunautaire leveringen, in gevallen waarin BTW van de afnemer wordt geheven en bij levering met toepassing van de margeregeling moet daarvan enige aanduiding op de factuur worden vermeld; • de gegevens die nodig zijn om te bepalen of een vervoermiddel een nieuw vervoermiddel is; HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 7
•
als de BTW door een fiscaal vertegenwoordiger wordt voldaan, moeten op de factuur de naam, het adres en het BTW-identificatienummer van die fiscaal vertegenwoordiger worden vermeld.
Alleen indien géén BTW naar het algemene tarief in rekening wordt gebracht moet aan de volgende extra eisen worden voldaan: • het BTW-identificatienummer van de afnemer (indien de BTW wordt verlegd naar de afnemer); • de reden waarom niet BTW naar het algemene tarief berekend wordt (in alle gevallen waar geen BTW naar het algemeen tarief wordt berekend). Gewoonlijk is BTW verschuldigd op het moment dat de factuur wordt uitgereikt of dient te worden uitgereikt óf op het moment van het verrichten van de prestatie. Dit is slechts anders als de ondernemer is aangewezen voor het kasstelsel (met name de detailhandel). 2.4 De administratie Voor iedere ondernemer geldt een algemene administratieplicht. Voor de BTW is een aantal bijzondere eisen gesteld. Na afloop van een aangiftetijdvak moet worden aangegeven hoeveel BTW in dat tijdvak verschuldigd is en in vooraftrek gebracht kan worden. Ondernemers moeten van hun bedrijfsvermogen en van alles betreffende hun bedrijf op een zodanige wijze administratie voeren dat te allen tijde hun rechten en verplichtingen en de overige voor de BTW-heffing van belang zijnde gegevens duidelijk uit de administratie blijken. De wijze waarop de ondernemer zijn administratie dient te voeren, staat niet vast. Wel is in ieder geval vereist dat de administratie dient te voldoen aan de eisen van betreffend bedrijf. Aan de hand van de administratie dient de verschuldigde BTW vastgesteld te kunnen worden. De administratie dient duidelijk en overzichtelijk te zijn en alle bijzonderheden te vermelden die voor de BTW-heffing van belang zijn. Voor de BTW-heffing gelden voor ondernemers bijzondere eisen. Iedere ondernemer dient regelmatig aantekening te houden van: • uitgaande en inkomende facturen; • uitgaven en ontvangsten wegens aan hem en door hem verrichte leveringen en diensten en de door hem verrichte intracommunautaire verwervingen; • invoer van voor hem bestemde goederen; • uitvoer uit de EU en de opslag in een douane-entrepot van goederen; • andere gegevens die van belang zijn voor de heffing van BTW in Nederland en andere EUlanden. 2.5 Margeregeling Wanneer de “margeregeling” wordt toegepast, dient de administratie aan enkele nadere voorwaarden te voldoen. Zie 5.3. 2.6 Intracommunautaire verwerving Ook ten aanzien van intracommunautaire verwervingen geldt een afwijkende regeling, waarbij ook voor rechtspersonen niet-ondernemers administratieve verplichtingen gelden. 2.7 Bewaarplicht In beginsel dient de ondernemer zijn gegevens zeven jaar te bewaren, waarbij voor bepaalde gegevens met de bevoegde inspecteur een kortere periode overeengekomen kan worden.
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 8
HOOFDSTUK 3
BTW-HEFFING WATERSPORTBEDRIJVEN
3.1 BTW-heffing bij commerciële jachthavens Ligplaatsen en bijbehorende grond • Verschaffen van de gelegenheid tot het aanleggen van een pleziervaartuig of een woonschip. Hoog tarief Naar de huidige jurisprudentie lijkt het verschaffen van gelegenheid tot het aanleggen van een vaartuig altijd belast te zijn naar het hoge tarief. Dit lijkt naar de huidige stand van zaken ook het geval indien (direct) naast de ligplaats een stukje grond ten behoeve van dagrecreatie of kamperen verhuurd wordt tegen het verlaagde tarief. Overigens is de jurisprudentie in dit kader in ontwikkeling. Gezien het gegeven dat de jurisprudentie geen helder kader biedt inzake de fiscale behandeling van het ter beschikking stellen van een stukje grond bij de ligplaats, adviseren wij ter zake concrete afspraken met de bevoegde inspecteur te maken. En volledigheidshalve te splitsen tussen de verhuur van de grond ten behoeve van dagrecreatie/kamperen (onder voorwaarden laag tarief) en de verhuur van een ligplaats (hoog tarief). Indien door de gemeente het aanleggen van een woonschip tegen vergoeding “gedoogd” wordt, geldt gezien de jurisprudentie van de Hoge Raad, mogelijk een ander fiscaal regime dan indien de “normale” ondernemer gelegenheid geeft tot het aanleggen van een pleziervaartuig/woonschip. De Hoge Raad heeft zich in het verleden op het standpunt gesteld dat in dit geval geen sprake is van verhuur van onroerend goed. Indien sprake is van deze dienstverlening door de gemeente, adviseren wij deskundig advies in te roepen. •
Het ter beschikking stellen van grond met gelegenheid tot plaatsen van een tent of caravan voor kort verblijf in het kader van een kamp of vakantiebestedingsbedrijf. Laag tarief Wanneer op de grond géén tent of caravan geplaatst mag worden of deze in de ochtend weer dient te worden opgebroken, geldt het verlaagde tarief niet en dient BTW naar het hoog tarief afgedragen te worden. Indien onroerend goed niet wordt verhuurd door een vakantiebestedingsbedrijf en er geen sprake is van het verhuren van een parkeerplaats voor voertuigen of een ligplaats voor een schip, is de BTW-vrijstelling van toepassing. Het is raadzaam bij deze ongebruikelijke situaties fiscaal advies in te winnen.
Verhuur • Verhuur van bergplaatsen voor vaartuigen, waaronder woonschepen, voor onder andere de winterstalling. Hoog tarief •
Verhuur van woonboten/pleziervaartuigen. Hoog tarief
•
Gebruik van woonboten/pleziervaartuigen: gelegenheid geven tot kort verblijf met overnachting (al dan niet op basis van een huurcontract) op een woonboot/pleziervaartuig in het kader van een hotel/pension of vakantie bestedingsbedrijf. Laag tarief Voorwaarde is dat de huurder er voor korte periode als gast verblijft; voorbeeld is het gebruik van een jacht voor een zeiltocht inclusief bemanningslid en schipper.
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 9
•
Verhuur van parkeerplaatsen tezamen met de verhuur van een kampeerplaats door een vakantiebestedingsbedrijf/kampbedrijf. Laag tarief Wanneer sprake is van enkele verhuur van een parkeerplaats (dus niet samen met een stukje grond bestemd voor overnachting in een tent/caravan) dient het hoge BTW-tarief toegepast te worden.) Ten aanzien van de verhuur van een ligplaats voor boten is altijd sprake van het hoge tarief naar de huidige jurisprudentie. Overigens is deze jurisprudentie in ontwikkeling. Doorberekende toeristenbelasting/forenzenbelasting hoeft niet met de BTW worden belast als aan twee voorwaarden wordt voldaan. De belasting moet naar evenredigheid worden doorbelast en het bedrag aan toeristenbelasting moet afzonderlijk op de afrekening worden vermeld.
Overige dienstverlening • Het verkopen c.q. het verhuren van watersportartikelen, zoals duikuitrusting, reddingsvesten etc. Hoog tarief •
Het bemiddelen bij de verhuur c.q. verkoop van een jacht waarbij de prestatie plaatsvindt binnen Nederland. Hoog tarief
•
Het bemiddelen bij verkoop of verhuur van een jacht indien het jacht buiten de EU ligt. Nultarief
•
Het bemiddelen bij verkoop of verhuur van een jacht dat in een ander EU-land ligt. Hoog tarief of in het land waar het jacht ligt (buitenlandse BTW) In deze situatie is specifiek BTW-advies nodig. Voorwaarde om te kunnen spreken van bemiddeling is dat sprake moet zijn van handelen in naam van en voor rekening van derden.
•
Het gebruikmaken van de helling of hijskraan. Hoog tarief
•
Het verkopen van verzekeringsovereenkomsten als verzekeraar. Vrijgesteld
•
Het bemiddelen bij verzekeringsovereenkomsten. Vrijgesteld Dit is overigens afhankelijk van de aard van het bemiddelen; onder andere van belang is of er rechtstreeks contact is met verzekeraar en verzekerde en of de verzekerde vrije keuze heeft met betrekking tot de verzekeraar.
•
Het verkopen van lectuur; dagbladen, weekbladen, tijdschriften e.a. Laag tarief Voorwaarde is dat de uitgave periodiek verschijnt en ten minste drie maal per jaar wordt uitgegeven.
•
Het toegang verlenen tot sportwedstrijden, sportdemonstraties e.d. Laag tarief HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 10
•
Het verstrekken c.q. doorberekenen van gas en elektra binnen het kader van een kamp en vakantiebestedingsbedrijf en de levering van gasflessen die uitsluitend op het bedrijf zelf worden gebruikt. Laag tarief Het verstrekken van gas en elektriciteit valt, voor zover dat niet in het kader van het kampen vakantiebestedingsbedrijf plaatsvindt, onder het algemene tarief. Voor de levering van water geldt het verlaagde tarief zonder meer.
•
Het leveren van brandstof voor scheepsmotoren Hoog tarief
•
Het verstrekken c.q. doorberekenen van water. Laag tarief De vergoedingen die rechtstreeks verband houden met de levering van water zijn ook onderworpen aan het laag tarief.
•
Het exploiteren van een kantine bij een jachthaven: zie 3.5.
Beperkte of geen aftrek BTW bij consumptief gebruik Voor sommige ondernemers kan het Besluit Uitsluiting Aftrek van voorbelasting van belang zijn, de zogenaamde BUA-regeling. Deze regeling is van belang als u als ondernemer goederen en/of diensten aan uw personeel ter beschikking stelt voor persoonlijk gebruik. 3.2 BTW-heffing bij niet-commerciële jachthavens Voor jachthavens zonder winstoogmerk, veelal verenigingen, geldt het volgende. De diensten die sportverenigingen aan hun leden bewijzen, zijn onder voorwaarden vrijgesteld. Het dient hier te gaan om sportverenigingen die het bevorderen van de sport ten doel hebben en die géén winstoogmerk hebben. Er mag geen personeel in dienst zijn, dan wel de totale vergoedingen aan het personeel (dat werkzaamheden verricht met betrekking tot de verenigingsactiviteiten, niet zijnde kantineactiviteiten) mogen in een jaar niet meer bedragen dan € 4.538,- inclusief onkostenvergoeding en vergoeding in natura. Wanneer de vereniging aan haar leden bijvoorbeeld ligplaatsen vrijgesteld gratis mag verhuren, mag zij dat voor passanten ook. Als verhuur aan de leden belast is, dient over de vergoedingen van passanten ook BTW afgedragen te worden. De opbrengsten van de vereniging zonder winstoogmerk zijn gehouden aan bepaalde grensbedragen, wil de vereniging nog van de vrijstelling gebruik kunnen maken. Wanneer de organisatie voor haar hoofdprestatie onder een vrijstelling valt, kunnen de fondswervende diensten ook onder een vrijstelling vallen. De diensten dienen van bijkomstige aard te zijn en strekken ter verkrijging van financiële steun. Om onder de vrijstelling gerangschikt te kunnen worden, gelden ook hier grensbedragen die niet overschreden mogen worden. Voor de levering van goederen mogen de ontvangsten niet meer bedragen dan € 68.067,- per jaar. Voor het verrichten van diensten geldt voor sportorganisaties een grensbedrag van € 31.765,- per jaar. Indien de fondswervende diensten deze grenzen niet overschrijden, kunnen deze diensten onder de vrijstelling gerangschikt worden.
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 11
3.3 BTW-heffing bij commerciële vaaropleidingen én verhuurders van pleziervaartuigen •
Het geven van zeil-, surf- en vaaropleidingen met/zonder verblijf. Hoog tarief Op het moment van verschijnen van deze brochure, voert HISWA Vereniging een BTWproefprocedure met het doel het lage tarief toe te kunnen passen op het geven van zeil-, surf- en vaaropleidingen, omdat sprake is van “het gelegenheid geven tot sportbeoefening”. De fiscus stelt zich in deze proefprocedure op het standpunt dat slechts sprake kan zijn van toepassing van het verlaagde tarief op grond van “het gelegenheid geven tot sportbeoefening” indien de sport plaatsvindt binnen een vaste, afgebakende accommodatie die exclusief ter beschikking gesteld wordt aan de sporters.
•
Het bieden van logeergelegenheid voor kortere periode. Laag tarief Het gaat hier om het zogenaamde verstrekken van logies; het verschaffen van gemeubileerd onderdak aan individuen c.q. groepen in het kader van het kamp/ vakantiebestedingsverblijf.
•
Het gelegenheid geven tot kamperen voor kort verblijf. Laag tarief
•
Het verhuren van tenten/caravans. Hoog tarief
•
Het verstrekken van voedsel en drank (alcoholische dranken uitgezonderd). Laag tarief
•
Het doorberekenen van toeristenbelasting. Laag tarief Doorberekende toeristenbelasting/forenzenbelasting hoeft niet met de BTW worden belast als aan twee voorwaarden wordt voldaan. De belasting moet naar evenredigheid worden doorbelast en het bedrag aan toeristenbelasting moet afzonderlijk op de afrekening worden vermeld.
•
Het aanbieden van een zeil- of vaaropleidingsarrangement (instructies, logies en ontbijt). Laag tarief/hoog tarief Hierbij dient een splitsing gemaakt te worden tussen het geven van zeilles en het verstrekken van logeergelegenheid. Het is raadzaam deze verdeling (vooraf) voor te leggen aan de bevoegde inspecteur. Het verstrekken van logeergelegenheid valt onder het lage tarief. Ook het verstrekken van voedsel en (non-alcoholische) dranken vallen hier onder. Echter het geven van zeil- of vaarles dient volgens de fiscus naar het hoge tarief te worden belast. Het verstrekken van alcoholische dranken dient ook tegen het hoge tarief belast te worden.
3.4 Overige dienstverlening • Het verhuren c.q. verkopen van zeil-/surfuitrusting en reddingsvesten. Hoog tarief •
Het verhuren van pleziervaartuigen. Hoog tarief HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 12
•
Het verkopen van lectuur; dagbladen, weekbladen en tijdenschriften. Laag tarief Voorwaarde is dat het periodiek verschijnende uitgaven zijn, die tenminste drie maal per jaar verschijnen
3.5 Exploitatie van een kantine door een niet-commerciële exploitant zoals een watersportvereniging Bij commerciële exploitatie van een kantine gelden de normale (strikte) BTW-regels. Voor nietcommerciële kantines die alleen door de leden en incidentele bezoekers worden bezocht, kunnen soepeler regels worden toegepast. Het verstrekken van voedsel en drank in een kantine is belast, voor zover de primaire activiteiten van de exploitant belast zijn. De ontvangsten uit de kantine-omzet zullen bestaan uit gedeeltelijk hoog en gedeeltelijk laag tariefomzet, waarbij ook ontvangsten uit speelautomaten meegenomen dienen te worden. Bij de aangifte omzetbelasting kan de exploitant de splitsing tussen hoog tarief- en laag tarief omzet maken (dit dient aangegeven bij vraag 1a c.q. vraag 1b van de aangifte). Er kan echter ook voor worden geopteerd over alle ontvangsten, inclusief alle omzetbelasting en inclusief de ontvangsten van de tabaksartikelen, 11% belasting aan te geven (dit dient aangegeven te worden bij vraag 1c van de aangifte). Dit is administratief eenvoudiger, maar kan nadelig zijn als de omzet uit een relatief groot deel laag tariefomzet bestaat. In beginsel kan de BTW op de kosten die met de exploitatie van de kantine gemaakt zijn in aftrek worden gebracht. Dit is anders ten aanzien van voedsel en drank, verstrekt aan het personeel, waarbij door de lage prijzen het personeel bevoordeeld is. Indien de primaire activiteiten van de exploitant vrijgesteld zijn, kunnen de kantineactiviteiten buiten de BTW-heffing blijven, indien aan een aantal voorwaarden is voldaan: 1.
De activiteiten in de kantine moeten behoren tot de normale nevenactiviteiten van de instelling (evenementen waarbij geen direct verband is met de eigenlijke activiteiten van de vereniging vallen hier niet onder). Wanneer mede buitengewone activiteiten in de kantine plaatsvinden, kan de kantineregeling voor géén van de kantineactiviteiten toegepast worden. Indien de kantine gebruikt wordt voor evenementen van derden, kan deze regeling alleen toegepast worden indien de evenementen behoren tot de sport van de eigen vereniging (of het terrein voor deze sport is ingericht), het gebruik rechtstreeks voortvloeit uit de aangegane verplichtingen met de derde en de kantine niet eerder opengaat dan een uur voor en niet eerder dicht dan een uur na het evenement van de derde.
2.
De kantine-omzet mag niet meer bedragen dan € 68.067,- per jaar (opbrengsten uit gokautomaten en tabaksartikelen tellen mee).
3.
Eventuele exploitatie-overschotten worden aangewend voor het primaire doel van de instelling. Deze regeling geldt alleen voor de kleine watersportvereniging, die geen personeel in dienstbetrekking heeft (of waarvan het personeel gezamenlijk in het jaar niet meer dan € 4.538,- aan vergoedingen ontvangt) en geen winstoogmerk heeft. Voor de personeelsvergoeding wordt uitsluitend gekeken naar personeel dat werkzaamheden verricht met betrekking tot verenigingsactiviteiten, zoals het geven van zeilles. Werkzaamheden in de kantine worden niet meegerekend. Onkostenvergoedingen en vergoedingen in natura worden wel meegerekend om de totale vergoeding te bepalen.
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 13
De voorbelasting kan niet in aftrek gebracht worden als deze kantineregeling wordt toegepast. De regeling vindt voorts niet direct toepassing indien de kantine is ondergebracht in een stichting, of wanneer meerdere verenigingen een gezamenlijke kantine delen in een stichting. In de jurisprudentie is een stichting vrijgesteld verklaard op basis van haar financiële, economische en organisatorisch nauwe samenwerking met de vereniging. Het is noodzakelijk in een dergelijk geval de bevoegde inspecteur te raadplegen. Nu het in sommige gevallen nadelig kan zijn om de kantineregeling toe te passen in verband met de aftrek van voorbelasting, kan door de vereniging worden gekozen voor BTW-belaste exploitatie. Van belang is dat niet reeds op grond van een andere bepaling een wettelijke vrijstelling bestaat, waardoor de keuze voor BTW-belaste exploitatie niet mogelijk is. 3.6 BTW-heffing bij niet-commerciële zeilscholen Voor de zeilscholen die de bevordering van sportbeoefening als doelstelling hebben en geen winstoogmerk hebben, geldt hetzelfde als eerder is aangegeven met betrekking tot de jachthavens zonder winstoogmerk: onder bepaalde voorwaarden zijn de diensten door watersportorganisaties, veelal verenigingen, vrijgesteld. 3.7 Beperkte of geen aftrek BTW bij consumptief gebruik Voor sommige ondernemers kan het Besluit Uitsluiting Aftrek van voorbelasting van belang zijn, de zogenaamde BUA-regeling. Deze regeling is van belang als u als ondernemer goederen en/of diensten aan uw personeel ter beschikking stelt voor persoonlijk gebruik. 3.8 BTW-heffing bij jachtwerven Het is raadzaam voor de vaststelling van het betreffend BTW regime eerst te bekijken of de regeling Afstandsverkopen (zoals verderop in dit onderdeel beschreven) van toepassing is op de betreffende levering. Deze is enkel van toepassing indien er sprake is van een levering binnen de EU aan een particulier. 3.9 Levering van pleziervaartuigen naar derdelanden (uitvoer) • Uitvoer van pleziervaartuigen door een afnemer buiten de EU, waarbij de leverancier het jacht uitvoert. Nultarief Voorwaarde is dat door middel van boeken en bescheiden aangetoond kan worden dat het jacht daadwerkelijk Nederland heeft verlaten en geleverd is op een bestemming buiten de EU. Deze voorwaarde kan worden vervuld door een afgestempelde aangifte ten uitvoer van de douane en aangevuld met bijvoorbeeld havenbriefjes, verklaringen van betrokkenen bij de overdracht en kopieën van logboeken. Bij twijfel is het raadzaam vóóraf overleg te voeren met de inspecteur. •
Levering van pleziervaartuigen “af werf”, waarbij de afnemer het jacht (op eigen kiel) uitvoert. Nultarief
Dit geldt slechts onder de volgende voorwaarden, waarbij vooropgesteld moet worden dat de leverancier voldoende zorgvuldigheid heeft betracht. 1. De afnemer moet een rechtspersoon of een natuurlijk persoon zijn, die zijn normale woonof verblijfsplaats buiten de EU heeft (óf binnen de EU indien de afnemer zich, net als het jacht, voor ten minste 12 maanden zijn woon- of verblijfsplaats buiten de EU overbrengt). 2. De leverancier dient te beschikken over een gedateerde en ondertekende modelverklaring van de afnemer. Voor de rechtspersoon c.q. de natuurlijke persoon met woon- of verblijfsplaats buiten de EU is dit het eerste model, bijlage 1. Voor de natuurlijke persoon die zijn woon- of verblijfsplaats voor 12 maanden overbrengt naar een land buiten de EU is dit het tweede model, bijlage 2. 3. De leverancier moet het jacht ten uitvoer aangeven of aan laten geven HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 14
en het door de douane gestempeld aangifte ten uitvoer in zijn administratie opnemen. •
Levering van het casco van een pleziervaartuig tot zekerheid aan de afnemer door de leverancier als bouwer. Geen BTW
Deze overdracht hoeft voor de heffing van BTW niet als (belastbare) levering te worden aangemerkt. Het fiscale leveringsmoment moet dan wel goed worden vastgelegd en op dat moment moet aan alle formele vereisten worden voldaan en het juiste BTW bedrag moet worden afgedragen. 3.10 Levering van pleziervaartuigen binnen de EU • Levering van een pleziervaartuig aan een ondernemer in een ander EU-land niet op eigen kiel. Nultarief In het EU-bestemmingsland dient door de afnemer een intracommunautaire verwerving aangegeven te worden op grond waarvan in dat land BTW geheven wordt. Voor toepassing van het nultarief dient uit boeken en bescheiden te blijken dat het jacht ons land daadwerkelijk heeft verlaten. Onder ‘boeken en bescheiden’ kunnen alle stukken vallen die in het kader van een onderneming of in het handelsverkeer worden opgemaakt. De voorbeelden zijn talrijk: ontvangstbevestigingen, facturen, betalingen, vrachtbrieven, pakbonnen, verklaringen van vervoersondernemingen etc. Gezien het belang van dergelijk bewijs is het raadzaam zoveel mogelijk schriftelijke stukken met betrekking tot de uitvoer naar een ander EU-land in de administratie op te nemen. Bij een levering ‘af werf’ aan een ondernemer mag de leverancier ervan uitgaan dat het vervoer naar het andere EU-land voldoende is aangetoond als de afnemer de vervoersverklaring heeft afgegeven, die als bijlage 3 in deze brochure opgenomen. Let op: ook hier wordt zorgvuldigheid van de leverancier vereist. Er mag geen reden zijn om aan de juistheid van de vervoersverklaring te twijfelen. •
Levering van een pleziervaartuig aan een particulier in een ander EU-land. Nultarief Voorwaarde voor toepassing van het nultarief bij de levering aan een particulier is dat de leverancier door middel van boeken en bescheiden kan aantonen dat het jacht daadwerkelijk naar een ander EU-land is overgebracht. Voor de bewijslast van de boeken en bescheiden, zie begrippenlijst. Aanvullende voorwaarde voor de levering aan een particulier, waarbij de particulier het vaartuig op eigen kiel overbrengt naar een ander EUland, is de gedateerde en ondertekende verklaring van de afnemer, zoals deze is opgenomen in bijlage 4 bij deze brochure. De afnemer moet vervolgens wel voldoen aan de in deze verklaring gestelde voorwaarden. De levering aan een particulier dient de leverancier op te nemen bij vraag 3b in de Opgaaf Intracommunautaire Leveringen.
•
Levering door de leverancier/bouwer van het casco van een pleziervaartuig tot zekerheid aan de afnemer. Geen BTW In eerste instantie is hier geen sprake van een levering voor de BTW-heffing. Bij termijnfacturen dient het BTW-regime toegepast te worden dat past bij de bestemming van het pleziervaartuig. Indien geen BTW wordt afgedragen naar het algemeen tarief, moet worden aangetoond dat de bestemming/overeenkomsten de toepassing van een ander tarief rechtvaardigen. Bij de oplevering van het pleziervaartuig wordt het BTW-regime en de termijnfacturen definitief vastgesteld. HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 15
3.11 ABC-leveringen van pleziervaartuigen binnen de EU Voor de duidelijkheid het volgende: A = de verkoper/ondernemer B = de eerste afnemer/ondernemer C = de tweede afnemer/ondernemer Bij een ABC-levering vindt de feitelijke levering rechtstreeks tussen A en C plaats, maar voor de omzetbelasting worden alle transacties aangemerkt als levering. De Europese BTW is alleen van toepassing indien de goederen die via de ABC-transactie worden geleverd, zich binnen de EU bevinden. Mochten de verkoper/koper buiten de EU wonen, heeft dit geen invloed op de constructie van de ABC-levering mits de goederen binnen de EU blijven. Er kan bij een ABC-transactie met vervoer van de te leveren goederen van het ene EU-land naar het andere EU-land maar één levering als de intracommunautaire levering aangemerkt worden. Dat is de levering waaraan het vervoer van het jacht toegerekend kan worden (de schakel met de partij die opdracht geeft tot vervoer). Dit dient te blijken uit de overeenkomsten tussen partijen, waarmee de feitelijke situatie in overeenstemming dient te zijn. •
De ABC-levering waarbij het vervoer is ingegeven door de overeenkomst tussen A en B, oplevering door A Nultarief In deze constructie wordt aangenomen dat er een intracommunautaire levering heeft plaatsgevonden door A. B dient de levering in het land van bestemming aan te geven als intracommunautaire verwerving. De levering die B vervolgens verricht aan C, valt onder de BTW-heffing van het land van bestemming (dit kan een ander land zijn dan het land waar B is gevestigd).
•
De ABC-levering waarbij het vervoer is ingegeven door de overeenkomst tussen B en C. Hoog tarief In dit geval wordt aangenomen dat A een binnenlandse levering verricht aan B, waarvoor in het land van A BTW verschuldigd is. B dient dan in het land van A aangifte te doen van een intracommunautaire levering vanuit het land waar A gevestigd is en de goederen zich bevinden. C dient in het land van bestemming een intracommunautaire verwerving aan te geven. B krijgt per saldo BTW terug. B kan de door A in rekening gebrachte BTW in aftrek brengen op de aangifte waarop ook de intracommunautaire levering wordt aangegeven. B dient in het land van A een BTW-nummer aan te vragen voor het doen van die aangifte. Deze gang van zaken is zeer onpraktisch en moet bij voorkeur worden voorkomen. Hiervoor heeft de wetgever de “vereenvoudigde” regeling gemaakt, zie 3.12.
3.12 Vereenvoudigde ABC-leveringen binnen de EU Voor toepassing van de gewone levering dient B zich te laten registreren in het land van A dan wel C. Om deze belemmeringen te ontlopen, is de vereenvoudigde ABC-levering mogelijk gemaakt. Deze kan alleen worden toegepast indien: 1. Bij de transactie drie partijen aanwezig zijn die elk in een ander EU-land gevestigd zijn; 2. De goederen vervoerd worden in het kader van de levering tussen A en B. A en B dienen afspraken te maken met betrekking tot dit vervoer; 3. De goederen worden rechtstreeks vervoerd naar C. •
De ABC-levering waarbij gebruik gemaakt wordt van de vereenvoudigde ABC- levering. Nultarief Bij toepassing van deze regeling wordt administratief gehandeld alsof er sprake is van HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 16
twee intracommunautaire leveringen en twee intracommunautaire verwervingen, namelijk tussen A en B en tussen B en C. Voorwaarde voor toepassing is dat B niet reeds een BTW-nummer heeft in het land van C; in dat geval geldt de gewone regeling. Op de aangifte en de Opgaaf ICL moet de levering door de leverancier (A) aangegeven worden. De vergoeding van de levering door B moet worden aangegeven bij vraag 3b van de aangifte. De levering moet aangegeven worden op de Opgaaf ICL onder vermelding van het BTW nummer van B. ABC-leveringen met als eindbestemming een derdeland (uitvoer) • Leverancier A levert door middel van een ABC levering het jacht naar een afnemer buiten de EU. Nultarief Op de leveringen tussen A en B en tussen B en C kan nu het nultarief toegepast worden. B moet aan A een schriftelijke opdracht tot uitvoer uit de EU geven. A moet de daadwerkelijke uitvoer verzorgen. De opdracht tot uitvoer dient gemaakt te worden volgens het model, zoals deze is opgenomen in bijlage 5. Levering van een nieuw jacht/pleziervaartuig naar een ander land binnen de EU • Levering van een nieuw jacht, dat bestemd is voor het vervoer van goederen en/of personen. Nultarief Voorwaarde hierbij is dat het nieuwe jacht een lengte heeft van meer dan 7,5 meter en bestemd is voor personen- of goederenvervoer. De afnemer dient in het land van aankomst over de verwerving van het jacht BTW af te dragen. Een vervoermiddel is nieuw, binnen drie maanden na eerste ingebruikneming of wanneer niet meer dan 100 vaaruren op de teller staan. Bij levering aan een particulier (niet-ondernemer) is het raadzaam via de administratie te kunnen aantonen dat de afnemer in het land waar het schip vervoerd is de BTW heeft aangegeven en betaald. 3.13 Aankoop nieuw jacht in ander EU land door particulier Bij de intracommunautaire verwerving van een nieuw vervoermiddel is niet alleen de ondernemer en de rechtspersoon niet-ondernemer BTW verschuldigd, maar ook ieder ander die een verwerving in deze zin verricht. Een Nederlandse particulier die een nieuw vervoermiddel koopt in een ander EU-land is dus BTW verschuldigd in Nederland indien het nieuwe vervoermiddel ook daadwerkelijk naar Nederland vervoerd wordt. De particulier moet dan de verwerving in Nederland aangeven bij de speciaal hiervoor aangewezen belastingeenheid. Bepaalde zeeschepen worden overigens niet als nieuw vervoermiddel aangemerkt. 3.14 Commercial Cruising Vessels-Regeling (CCV) Voor commercieel geëxploiteerde schepen langer dan 24 meter, bestemd voor het vervoeren van personen, kan onder voorwaarden gebruik gemaakt worden van de zogenaamde CCVregeling. Wanneer ten aanzien van een schip bepaald is dat deze onder de CCV-regeling geëxploiteerd kan worden, kan gebruik gemaakt worden van speciale BTW-faciliteiten. HISWA Vereniging heeft een brochure uitgebracht waarin specifiek en gedetailleerd op deze regeling wordt ingegaan. Graag verwijzen wij u naar deze brochure. 3.15 Aangifte intracommunautaire verwerving door de afnemer Wanneer een fiscaal nieuw jacht is afgenomen door een ingezetene van een EU-land, niet zijnde Nederland, dient deze afnemer in het land van bestemming het jacht aan te geven als intracommunautaire verwerving. Elke afnemer dient deze aangifte te doen, zowel de ondernemer als de particulier, aangezien het hier gaat om de levering van een nieuw vervoermiddel/ jacht in de zin van de Wet op de Omzetbelasting 1968 (Wet OB).
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 17
3.16 Garantiewerkzaamheden Terugkeer van het jacht naar de werf voor garantiewerkzaamheden door de bouwer heeft geen invloed op het toegepaste nultarief, mits het gebruik van het jacht in het kader van de garantiewerkzaamheden blijft binnen de grenzen van wat gebruikelijk is in de branche. De fiscale verplichtingen bij deze terugkeer rusten vooral op de eigenaar/gebruiker van het jacht. 3.17 Proefvaarten In het geval dat, voordat het jacht wordt geleverd aan een afnemer binnen de EU, proefvaarten gemaakt worden met het betreffende jacht, dienen naast de ‘gewone’ vereiste bescheiden, zoals die hierboven per situatie zijn weergegeven, door de leverancier de bescheiden overlegd te kunnen worden, waaruit de volgende gegevens moeten blijken: • de begin- en einddatum van de proefvaart(en); • de begin- en einddatum van een eventueel daarop volgende periode waarin het jacht op de werf ligt in verband met tijdens het proefvaren nodig gebleken aanpassingen; • de overbrenging van de werf naar een ander EU-land, aansluitend aan de periode van het proefvaren (of, indien van toepassing, de aanpassingen op de werf) binnen twee maanden na oplevering. Indien aan enkele van de hierboven genoemde voorwaarden c.q. bescheiden door de leverancier niet kan worden voldaan en overlegd, dient alsnog het hoge BTW-tarief voor de betreffende levering afgedragen te worden. 3.18 Terugzending In het geval de afnemer van het jacht besluit het jacht niet af te nemen en de koopovereenkomst te ontbinden, moet de situatie zorgvuldig worden bezien. Voor de heffing van BTW is bepalend of al dan niet is geleverd. De BTW-levering is hier de “overdracht van de macht om als eigenaar over het jacht te beschikken”. Er bestaat een specifieke regeling indien de verkoop van een jacht wordt teruggedraaid. Het is onder strikte voorwaarden mogelijk om de BTW-heffing terug te draaien. In deze situatie is het raadzaam tijdig deskundig advies in te winnen. Indien de koop vóór de feitelijke aflevering niet doorgaat, heeft er tussen de leverancier en de afnemer géén intracommunautaire levering en verwerving plaatsgevonden. Als ten aanzien van de transactie de BTW (met name bij vooruitbetalingen) al op de aangifte OB of de Opgaaf ICL staat vermeld, dient dit gecorrigeerd te worden. Ook de koper dient zijn aangifte, indien hij deze reeds gedaan heeft, te corrigeren. Als de goederen na de annulering van de koopovereenkomst rechtstreeks naar de nieuwe afnemer gezonden worden, gelden ten aanzien van deze transactie de normale BTW-regels inzake teruglevering van goederen. Het is raadzaam de gang van zaken zorgvuldig vast te leggen en in de administratie te documenteren. 3.19 Regeling afstandsverkopen Gebruikte goederen, de zogenaamde margegoederen, en nieuwe vervoermiddelen vallen niet onder de regeling afstandsverkopen. Het gaat hier om nieuwe goederen die naar een ander EU-land verzonden worden. De regeling is vooral bedoeld voor postorderbedrijven, maar geldt ook voor een scheepswerf die onderdelen verstuurt naar en verkoopt aan een particulier in een ander EU-land. Een ondernemer die, gevestigd in de EU, goederen levert binnen de EU aan afnemers zonder BTW-identificatienummer in een ander EU-land (dit zijn vrijwel altijd particulieren), moet in beginsel omzetbelasting van het land van de leverancier in rekening brengen, nu de leverancier geen onder het nultarief vallende intracommunautaire levering verricht. Dit zou tot gevolg kunnen hebben dat particulieren goederen gaan kopen in het land met het meest gunstige BTW-tarief. Om verstoring van de concurrentieverhoudingen te voorkomen, is in de wet de regeling afstandsverkopen getroffen.
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 18
De regeling afstandsverkopen is van toepassing als een ondernemer goederen levert aan particulieren of landbouwers, ondernemers die uitsluitend vrijgestelde prestaties verrichten of rechtspersonen niet-ondernemers én de goederen (direct of indirect) door of voor rekening van de leverancier worden vervoerd van een EU-land naar een ander EU-land. Voor toepassing van de regeling afstandsverkopen geldt een drempelbedrag. Dit drempelbedrag ziet op de totale omzet van leveringen door één leverancier aan hetzelfde EU-land binnen het vorige of het lopende kalenderjaar. Voor goederen die vervoerd worden naar Nederland geldt het bedrag € 100.000 als drempel. Voor leveringen naar de overige EU-landen gelden de volgende bedragen als drempelbedragen: België Bulgarije Cyprus Denemarken Duitsland Estland Finland Frankrijk Griekenland Groot-Brittannië Hongarije Ierland Italië
35.000,00 70.000,00 20.000,00 280.000,00 100.000,00 550.000,00 35.000,00 100.000,00 35.000,00 70.000,00 8.500.000,00 35.000,00 27.888,67
Euro Leva Pond Kroon Euro Kroon Euro Euro Euro Pond Forint Euro Euro
Letland Litouwen Luxemburg Malta Oostenrijk Polen Portugal Roemenie Slovenië Slowakije Spanje Tsjechië Zweden
24.000,00 125.000,00 100.000,00 35.000,00 100.000,00 35.000,00 35.000,00 35.000,00 35.000,00 1.500.000,00 35.000,00 1.140.000,00 320.000,00
Lati Litas Euro Euro Euro Euro Euro Euro Euro Kroon Euro Kroon Kroon
In de Europese Verordening 1777/2005 is bepaald dat indien bij leveringen de vergoeding onder de bovenvermelde drempelbedragen blijft, heffing van BTW plaatsvindt in het EU-land van herkomst. Indien bedragen het drempelbedrag te boven gaan, vindt BTW-heffing plaats in het land van bestemming. Wordt het bedrag in een kalenderjaar voor het eerst overschreden, dan vinden de leveringen vanaf dat moment plaats met toepassing van de regeling voor afstandsverkopen. Indien men met één transactie boven de grens uitkomt, is het raadzaam deze al wel aan te geven in het land van bestemming. Mits het drempelbedrag niet wordt overschreden, kan de ondernemer (per EU-land) onder voorwaarden de keuze maken voor het wel of niet toepassen van deze regeling. Bij keuze voor BTW-heffing in het bestemmingsland zal de ondernemer per EU land bij moeten houden hoeveel vergoeding er voor de leveringen is ontvangen en op basis daarvan BTW aangeven. Zodra de drempel is bereikt, moet de ondernemer de BTW van het land van bestemming gaan berekenen. Indien de ondernemer besluit de regeling afstandsverkopen niet toe te passen, dient hij hiertoe een schriftelijk verzoek in te dienen bij de bevoegde inspecteur. Goedkeuring van achterwege laten van toepassing van de regeling afstandsverkopen werkt slechts vanaf datum van goedkeuring of zelf te bepalen datum, voor zover deze na de datum van goedkeuring ligt. Het achterwege laten van toepassing van de regeling afstandsverkopen kan dus nooit met terugwerkende kracht plaatsvinden. Voor de fiscale afhandeling van de regeling voor afstandverkopen is het in vrijwel alle EU-landen mogelijk om een fiscaal vertegenwoordiger aan te stellen. Indien de ondernemer levert (met toepassing van de regeling voor afstandsverkopen) aan een particulier, is de ondernemer zelf in het land van bestemming BTW verschuldigd. Overigens is het niet uitgesloten dat indien aan een landbouwer of ondernemer, die uitsluitend vrijgestelde prestaties verricht of een rechtspersoon niet-ondernemer geleverd wordt (met toepassing van de regeling voor afstandsverkopen) BTW geheven wordt van de afnemer in het EU-land van bestemming.
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 19
HOOFDSTUK 4
BTW-HEFFING BIJ GROOTHANDELAREN/IMPORTEURS
4.1 Import en levering van jachten • Invoer van een nieuw pleziervaartuig uit een niet EU-land. Hoog tarief BTW en mogelijk invoerrechten (deze invoerrechten worden niet in deze brochure behandeld, de ondernemer moet zich hierover informeren/laten adviseren). • Invoer van een nieuw pleziervaartuig uit een EU-land. Hoog tarief De importeur verricht een belaste intracommunautaire verwerving. Ten aanzien van de BTW-heffing bij invoer nog het volgende: onder voorwaarden is het mogelijk de verleggingregeling toe te passen, waardoor BTW feitelijk niet door de importeur betaald hoeft te worden. BTW wordt dan geheven via de BTW-aangifte van de importeur en op die aangifte ook weer in aftrek gebracht als de importeur ondernemer is. • Levering van een tweedehands pleziervaartuig. Hoog tarief Indien hierbij de margeregeling van toepassing is, dient slecht BTW afgedragen te worden over de brutowinst. De margeregeling kan alleen toegepast worden indien het jacht afgenomen is van een particulier of van een ondernemer die voor zijn prestaties niet aan de heffing van BTW onderworpen is. Toepassing van de margeregeling moet worden aangetoond door middel van een inkoopverklaring. • Invoer van een tweedehands pleziervaartuig uit een niet EU-land. Hoog tarief • Invoer van zeeschepen of goederen bestemd voor de bevoorrading van zeeschepen. Nultarief Pleziervaartuigen worden in dit kader niet als zeeschip aangemerkt. 4.2 Import en levering van overige goederen en accessoires • Het invoeren van motoren uit een niet EU-land. Hoog tarief • Het invoeren van motoren uit een EU-land. Hoog tarief In dit geval is sprake van een belaste intracommunautaire verwerving. • Het leveren van motoren aan ingezetenen van Nederland. Hoog tarief • Het leveren van motoren aan niet EU-ingezetenen met verzending naar een niet-EU land. Nultarief Motoren dienen naar het thuisland van de afnemer gebracht te worden.
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 20
• Het verrichten van grote revisies aan motoren van niet-EU-ingezetenen. Hoog tarief of nultarief Het nultarief kan toegepast worden wanneer een douaneregeling van toepassing is op het jacht. Het jacht is niet in de EU ingevoerd en vertrekt na revisie naar een bestemming buiten de EU. • Het monteren van motoren aan c.q. in boten van niet EU-ingezetenen. Hoog tarief of nultarief Het nultarief kan toegepast worden wanneer een douaneregeling van toepassing is op het jacht. • Het invoeren en inbouwen van accessoires en elektronica in een boot van EU-ingezetenen. Hoog tarief • Het invoeren en inbouwen van accessoires en elektronica in een boot. Hoog tarief of van niet EU-ingezetenen-ondernemers nultarief Het nultarief kan toegepast worden wanneer de douaneregeling van toepassing is op het jacht. • Het invoeren en inbouwen van accessoires en elektronica in een boot. Hoog tarief of van een niet EU-ingezetenen-particulieren nultarief Het nultarief kan toegepast worden wanneer de douaneregeling van toepassing is op het jacht. • Het ombouwen van elektronica naar Nederlandse eisen. Hoog tarief • Het invoeren van zeilplanken, reddingsboten en opblaasbare boten. Hoog tarief • Het aankopen van zeilplanken, reddingsboten en opblaasbare boten uit een EU-land door een ondernemer. Hoog tarief In dit geval wordt een belaste intracommunautaire verwerving verricht. • Het leveren van zeilplanken, reddingsboten en opblaasbare boten aan EU-ingezetenen in een ander EU-land. Hoog tarief • Het uitvoeren van zeilplanken, reddingsboten en opblaasbare boten naar een nietEU-land. Nultarief De douaneregeling is voorwaarde voor toepassing van het nultarief en dient dus goed te worden toegepast. In de administratie moet bewijs aanwezig zijn voor terechte toepassing van het nultarief.
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 21
4.3 BTW-heffing bij dienstverlenende activiteiten 4.3.1 Diensten door jachtarchitecten • Diensten met betrekking tot een jacht door jachtarchitecten ten behoeve van niet EUingezetenen belastbaar in land afnemer. Het is hierbij niet van belang of de niet EU-ingezetene particulier dan wel ondernemer is. • Diensten met betrekking tot een jacht door jachtarchitecten voor Nederlandse ondernemers of EU-particulieren. Hoog tarief • Diensten met betrekking tot een jacht door jachtarchitecten voor EU-ondernemer belastbaar in lidstaat afnemer met BTW-nummer. 4.3.2 Diensten van makelaars, bemiddelaars en experts • Bemiddeling bij de verkoop van een in Nederland gelegen jacht. Hoog tarief • Bemiddeling bij de verkoop van een jacht voor een ondernemer uit een ander EU-land belastbaar in lidstaat afnemer. In dit geval is de dienst belastbaar in het andere EU-land, dat aan de afnemer (ondernemer) een BTW-identificatienummer heeft toegekend. Voorwaarde is dat plaats van dienst van de verkoop in het andere EU-land ligt. • Bemiddeling bij de verkoop van een jacht ten behoeve van een particulier in de EU of een ondernemer/particulier die niet in de EU is gevestigd. Hoog tarief Deze particulier of niet EU-ondernemer beschikt niet over een BTW-identificatienummer uit een ander EU-land, zodat de dienst belast wordt, waar de bemiddelaar gevestigd is, in dit geval Nederland. • Diensten verricht in Nederland door schade-experts, in opdracht van een in Nederland gevestigde verzekeringsmaatschappij. Hoog tarief • Diensten verricht in Nederland door schade-experts, in opdracht van een in een andere EU-lidstaat gevestigde verzekeringsmaatschappij. Belastbaar in lidstaat afnemer Ter zake van bovenstaande twee punten, wordt de plaats van dienst bepaald door de plaats waar de afnemer/ondernemer, in dit geval een verzekeringsmaatschappij/ondernemer, gevestigd is. Het BTW-nummer van de afnemer dient opgevraagd en gecontroleerd te worden. • Diensten verricht in Nederland door schade-experts, in opdracht van een niet binnen de EU gevestigde verzekeringsmaatschappij. Niet belastbaar in Nederland
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 22
4.3.3 Onderhoud en reparatie • Reparatie en onderhoud van rompen voor Nederlandse afnemers. Hoog tarief • Reparatie en onderhoud van zeilen, opblaasbare boten voor Nederlandse afnemers. Hoog tarief • Werkzaamheden zoals stralen en strippen voor Nederlandse afnemers. Hoog tarief • Onderhoud en reparatie aan motoren (revisies). Hoog tarief Voor werkzaamheden onder één van bovenstaande vier punten geldt dat indien de afnemer één in een ander EU-land gevestigde ondernemer is, die door een ander EU-land een BTWidentificatienummer is toegekend, aan wie de werkzaamheden belastbaar zijn in het EU-land van de afnemer. Hierbij geldt wel als voorwaarde dat het jacht het land waar de diensten feitelijk verricht zijn, na gereedkomen van deze diensten, weer verlaat. • Montage c.q. installatie van goederen aan een jacht voor een afnemer in een ander EU-land. Belastbaar in andere lidstaat Voorwaarde hierbij is dat de aan de afnemer in het andere EU-land een BTW-identificatienummer is toegekend. Het overbrengen van deze goederen wordt niet aangemerkt als (fictieve) levering. N.B. Indien de afnemer van de goederen geen particulier is, kan veelal de verleggingregeling toegepast worden. De BTW wordt dan door geheven van de afnemer; de leverancier past het nultarief toe. 4.3.4 Diensten met betrekking tot verzekeringen en financieringen • Verkoop van verzekeringen/financieringen. Vrijgesteld • Bemiddeling bij kredietverlening aan Nederlandse afnemers. Vrijgesteld • Bemiddeling bij kredietverlening aan ondernemers binnen de EU. Vrijgesteld • Bemiddeling bij kredietverlening aan particulieren binnen de EU of aan ondernemers buiten de EU. Vrijgesteld In dit geval is de plaats van dienst volgens de BTW-wet namelijk de plaats waar bemiddelaar is gevestigd (in Nederland) en hier is de bemiddeling vrijgesteld. • Bemiddeling bij verzekeringen voor Nederlandse afnemers. Vrijgesteld
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 23
Van belang hierbij is dat de vrijstelling voor bemiddeling bij verzekeringen slechts onder stringente voorwaarden toegepast kan worden. Wanneer de bemiddelaar slechts algemene werkzaamheden, backoffice-activiteiten verricht, valt dit niet onder de vrijstelling maar dient BTW naar het hoog tarief afgedragen te worden. Bij uitspraak van 3 april 2008 heeft het Hof van Justitie van de EG bepaald dat onder voorwaarden een tussenpersoon, die niet op eigen naam en voor eigen rekening handelt en in een indirecte rechtsbetrekking met de verzekeraar (via een verzekeringstussenpersoon) handelt, van de vrijstelling gebruik mag maken. In deze casus initieerde de tussenpersoon zelfstandig aanvragen en accepteerde de tussenpersoon ook zelfstandig verzekeringen. Raadzaam is in geval van twijfel te bevoegde inspecteur te raadplegen. • Bemiddeling bij verzekeringen voor ondernemers binnen de EU. Vrijgesteld • Bemiddeling bij verzekeringen voor particulieren binnen de EU of voor ondernemers buiten de EU. Vrijgesteld In dit geval is de plaats van dienst volgens de BTW-wet namelijk de plaats waar bemiddelaar is gevestigd (in Nederland) en hier is de bemiddeling vrijgesteld. In dit geval geldt omtrent de bemiddeling ook hetgeen al eerder is behandeld.
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 24
HOOFDSTUK 5
BTW-REGELINGEN
5.1 Tariefwijzigingen In geval een tariefwijziging van de BTW plaatsvindt, wordt daarbij meestal een overgangsregeling getroffen. Deze zogenaamde overgangsregeling houdt in dat het tarief van toepassing is dat geldt op het moment dat de prestatie wordt verricht. De datum van betaling is niet van belang. In het geval dat er sprake is van vooruitbetaling, moet bij de tariefverhoging BTW worden bijbetaald over de vooruitbetaling. Voorbeeld tariefwijziging: De BTW gaat van 19% naar 20% per 1 januari 2010. Een leverancier die een jacht bouwt voor een afnemer, welke hij 3 maart 2010 aflevert, is over de gehele vergoeding 20% BTW verschuldigd, ook als de afnemer al in 2009 een aantal aanbetalingen tegen 19% BTW heeft verricht. Wat te doen met deelopleveringen of duidelijke segmentatie in bouwproces? Bij het sluiten van overeenkomsten tot het leveren van goederen of het verrichten van diensten zal men bij de prijsbepaling rekening houden met het bedrag dat verschuldigd is aan BTW. Wanneer nu, vóórdat de overeenkomst is uitgevoerd, door een wetswijziging de leverancier meer BTW verschuldigd is, kan hij dit meerdere op basis van de Wet op de Omzetbelasting verhalen op zijn afnemer. Afspraken tussen partijen om tariefwijzigingen niet door te berekenen zijn nietig, omdat dit in strijd is met de wet. Wanneer een afnemer stelt dat hij een overeenkomst heeft gesloten voor een vaste prijs, kan de leverancier op grond van de wet deze prijs aanpassen naar het nieuwe BTW-tarief. N.B. In geval van de levering of oplevering van een onroerend goed, waarbij de betaling plaatsvindt in termijnen, wordt bij een wijziging van het tarief vrijwel altijd een overgangsregeling getroffen. Deze overgangsregeling zal veelal inhouden dat in het geval van oplevering of (onder voorwaarden) de ingrijpende verbouwing van een onroerend goed, het BTW-tarief geldt dat van toepassing was op het tijdstip waarop de vervaltermijn is verlopen. 5.2 Verleggingsregelingen 5.2.1 Goederen of diensten van buitenlandse ondernemers Wanneer goederen of diensten worden betrokken van een buitenlandse ondernemer, is Nederlandse BTW verschuldigd als de prestatie in Nederland wordt verricht. In de meeste gevallen wordt de BTW dan geheven van de Nederlandse afnemer. Ten aanzien van de levering van alle goederen en diensten, niet zijnde: • gas en elektriciteit; • elektronische diensten; • intracommunautair goederenvervoer, laden, lossen etc.; • bemiddelingsdiensten; • werkzaamheden aan roerende zaken. De BTW wordt van de afnemer geheven als: 1. de leverancier niet in Nederland woont of is gevestigd en evenmin in Nederland een vaste inrichting heeft van waaruit de levering of dienst is verricht; 2. de afnemer een ondernemer is als: • de ondernemer in Nederland woont, of gevestigd is; • de ondernemer in Nederland een vaste inrichting heeft; • de ondernemer een in Nederland gevestigd lichaam is. HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 25
Deze verleggingsregeling geldt niet voor intracommunautaire leveringen die de buitenlandse ondernemer verricht in Nederland. De BTW wordt dan immers al op basis van de regeling die geldt voor intracommunautaire transacties verlegd naar de Nederlandse afnemer. 5.2.2 Regeling BTW bij invoer van niet-EU goederen In bepaalde gevallen is bij de invoer van goederen, niet degene die aangifte ten invoer doet, maar degene voor wie de goederen bestemd zijn, de BTW verschuldigd. Degene voor wie de goederen bestemd zijn is degene die invoert of degene in wiens opdracht wordt ingevoerd. Als de goederen op het tijdstip van invoer eigendom zijn van een ondernemer die is aangewezen voor het toepassen van de verleggingregeling bij invoer, zijn de goederen fiscaal voor die ondernemer bestemd. De verschuldigde belasting bij invoer dient door degene voor wie de goederen bestemd zijn, aangegeven te worden. Van de aangifte en voor zover de BTW weer in aftrek gebracht kan worden, dient dit vermeld te worden. De belasting wordt verschuldigd op het tijdstip van invoer. Deze regeling is alleen van toepassing voor de invoer van goederen die bestemd zijn voor aangewezen ondernemers en lichamen. De aanwijzing geschiedt middels een vergunning die in artikel 23 Wet op de Omzet Belasting (BTW-wet) wordt beschreven. Voorts kan de aanwijzing algemeen zijn of individueel en voor bepaalde of voor alle goederen. Wanneer een ondernemer niet reeds op basis van zijn activiteiten onder een algemene vrijstelling valt, kan hij een verzoek om aanwijzing doen aan de bevoegde inspecteur. Alleen Nederlandse ondernemers, of buitenlandse ondernemers met een Nederlandse fiscaal vertegenwoordiger, kunnen in aanmerking komen voor een aanwijzing (vergunning) voor toepassing van de verleggingregeling. Het verzoek om aanwijzing zal worden ingewilligd als u: • geregeld goederen invoert; • een bedrijfsadministratie voert waarin de volgens de inspecteur benodigde gegevens goed worden vastgelegd. 5.3 Margeregeling De zogeheten margeregeling ziet op de levering van gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiek, de zogenaamde margegoederen. Op grond van deze regeling wordt ten aanzien van deze goederen BTW berekend over de winstmarge, niet over de gehele vergoeding. De winstmarge is het verschil tussen de verkoopprijs (exclusief de verschuldigde omzetbelasting) en de inkoopprijs. Kosten die de ondernemer gemaakt heeft ten aanzien van reparatie dan wel restauratie kunnen niet op de winstmarge in mindering gebracht worden. De regeling kan alleen toegepast worden als de handelaar de BTW over de inkoopprijs niet in aftrek heeft kunnen brengen. Toepassing van de margeregeling vindt dan ook veelal plaats bij inkopen van particulieren en van niet-ondernemers. Onder omstandigheden kunnen ook goederen die worden ingekocht van ondernemers die de goederen uitsluitend voor vrijgestelde prestaties gebruikt hebben of van de zogenaamde kleine ondernemers die de goederen gebezigd hebben als bedrijfsmiddel onder de margeregeling gebracht worden. Ditzelfde geldt voor het geval de goederen door een ondernemer ingekocht zijn met toepassing van de margeregeling. In de laatstgenoemde gevallen is het van belang een duidelijke factuur op te maken waarin aangegeven staat waarom in het betreffende geval BTW-heffing achterwege is gebleven.
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 26
De winstmarge wordt vastgesteld per individueel goed dan wel per aangiftetijdvak. Het aangeven per aangiftetijdvak wordt “globalisatie” genoemd, zie 5.10. Wanneer de margeregeling toegepast wordt, mag er geen BTW op de verkoopfactuur vermeld worden. Wanneer de aankoop het bedrag van € 227,- te boven gaat, moet de ondernemer een zogenaamde inkoopverklaring opmaken voor de leverancier. De aankopen met toepassing van de margeregeling dienen door de ondernemer afzonderlijk bijgehouden te worden in de administratie. De margeregeling geldt alleen voor zogenaamde “wederverkopers”. Dit zijn ondernemers wiens activiteiten geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verkopen van margegoederen die hij van anderen heeft gekocht. Enige regelmaat is hierbij van belang. Als een ondernemer gebruikte en nieuwe goederen levert, wordt hij ten aanzien van de levering van de gebruikte goederen aangemerkt als wederverkoper, zelfs indien de levering van de gebruikte goederen slechts een beperkt percentage van de omzet van de ondernemer bedraagt. 5.4 Gebruikt goed Om te kwalificeren als gebruikt goed, dient een goed voor hergebruik geschikt te zijn. De fysieke toestand is hierbij niet van belang, mits het goed geschikt is gebruikt te worden voor de bestemming waartoe zij vervaardigd is (eventueel na herstel). Wanneer een roerend goed vóór de levering aan de handelaar nimmer door de niet- aftrekgerechtigde gebruikt is, kan toch gesproken worden van een gebruikt goed voor toepassing van de margeregeling. 5.5 Gedemonteerde of samengevoegde goederen De margeregeling kan ook toegepast worden op onderdelen van een ingekocht margegoed, indien de handelaar deze goederen zelf demonteert. Voor toepassing van de margeregeling gelden de volgende voorwaarden: • de gedemonteerde goederen zouden zonder demontage ook in aanmerking gekomen zijn voor de margeregeling; • de onderdelen zijn te gebruiken naar hun oorspronkelijke bestemming. Wanneer gebruikte goederen worden samengevoegd tot één goed, kan ten aanzien van de levering van dat goed ook de margeregeling toegepast worden. Bij de bepaling van de winstmarge, kan de ondernemer het totaal van de inkoopprijzen van de gebruikte goederen als inkoopprijs vaststellen. Wanneer een nieuw en een gebruikt goed samengevoegd worden tot één nieuw goed kan ook de margeregeling toegepast worden. Bij de bepaling van de winstmarge mag dan de inkoopprijs van het gebruikte goed niet worden verhoogd met de inkoopprijs van het nieuwe goed dat niet onder de margeregeling valt. Wanneer door de samenvoeging een geheel ander nieuw goed, een zogenaamd “nieuw vervaardigd goed” ontstaat, is de margeregeling niet meer van toepassing. 5.6 Inruil In het geval een ondernemer een korting geeft op de verkoopprijs en dit doet door een hogere inruilprijs te bieden voor een gebruikt goed dan dat deze eigenlijk waard is, kan het fiscaal voordelig zijn de korting apart te factureren als korting op de prijs. Wanneer de inruilprijs op zijn reële waarde gesteld wordt en de verkoopprijs van het nieuwe goed verminderd wordt met de korting, behoeft over de in mindering gebrachte korting géén BTW afgedragen te worden. 5.7 Factuur Wanneer de handelaar goederen levert aan de afnemer ondernemer, is hij verplicht hiervoor een factuur uit te reiken. Normaal gesproken dient op de factuur de BTW afzonderlijk te worden vermeld. Bij toepassing van de margeregeling mag echter níet een bedrag aan BTW afzonderlijk op de factuur worden vermeld. De afnemer mag het bedrag aan BTW immers niet in aftrek brengen. HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 27
Wanneer het bedrag aan BTW wel afzonderlijk op de factuur vermeld wordt, dient over de gehele vergoeding en niet slechts over de winstmarge BTW afgedragen te worden. 5.8 De inkoopverklaring De inkoopverklaring, waarover degene die de margeregeling toepast moet beschikken, dient te worden opgemaakt voor alle inkopen van boven de € 227,-. Deze inkoopverklaring dient aan een aantal voorwaarden te voldoen: • datum van levering; • naam en adres van zowel leverancier als ondernemer; • omschrijving van het goed; • hoeveelheid van de goederen; • verschuldigde bedrag aan de leverancier; • een verklaring van de leverancier dat deze over de eerdere levering aan hem in het geheel géén BTW in aftrek heeft gebracht. De verplichting tot het opmaken van een inkoopverklaring geldt niet als de leverancier verplicht is een factuur uit te reiken. De afnemer dient een afschrift van de inkoopverklaring te bewaren in zijn administratie. Het origineel ontvangt de verkoper. 5.9 Administratie Er gelden voor de administratie rond de margeregeling bijzondere verplichtingen: • de inkoop van margegoederen dient apart opgenomen te worden in de administratie; • de verkoop van goederen met toepassing van de margeregeling dient ook apart opgenomen te worden in de administratie; • de administratie dient zo gevoerd te worden dat de winstmarge per goed bepaald kan worden (tenzij u gebruik maakt van globalisatie, zie 5.10). De margeregeling is niet verplicht voor de ondernemer. Hij kan per levering bepalen of hij de margeregeling toepast of niet. Doet hij dit niet is hij uiteraard BTW verschuldigd over de gehele vergoeding. Het niet toepassen van de margeregeling zal dan ook veelal alleen voordelig zijn als de koper de BTW in aftrek kan brengen. De keuze dient in ieder geval duidelijk te worden uit de inhoud van de factuur. Mocht na de levering van een goed met toepassing van de margeregeling blijken dat de margeregeling niet toegepast had mogen worden, moet de te weinig afgedragen BTW alsnog afgedragen worden, tenzij de ondernemer te goeder trouw heeft gehandeld. Dit is het geval als de leverancier mededelingen heeft gedaan, waaruit blijkt dat u de margeregeling toe kon passen en een factuur c.q. inkoopverklaring hebt ontvangen, waarop géén BTW afzonderlijk was vermeld. Ook dient geen aanleiding tot twijfel over de juistheid van mededelingen en/of factuur te bestaan. In dit geval zal het te weinig betaalde bedrag aan BTW door de Belastingdienst geheven worden van de leverancier. 5.10 Globalisatie Globalisatie is de toestemming om voor bepaalde aangewezen goederen de marge per tijdvak van aangifte vast te stellen. De winstmarge is dan het verschil tussen de verkoop- en de inkoopprijzen in het betreffende tijdvak. Negatieve saldo’s van de marge kunnen verrekend worden met positieve saldo’s uit volgende tijdvakken, maar alleen in hetzelfde kalenderjaar. Na afloop van het jaar wordt een jaarwinstmarge vastgesteld. Globalisatie mag onder meer worden toegepast op de levering door ondernemers, niet zijnde veilinghouders van vervoermiddelen, beeld- en geluidsdragers en huishoudelijke, elektrische en elektronische apparaten. Voor goederen die niet in de BTW-wet zijn aangewezen, kan aan de bevoegde inspecteur door de ondernemer, niet veilinghouder, een schriftelijk verzoek gedaan worden. HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 28
Dit verzoek kan worden ingediend voor een bepaald goed, wanneer het voor dat goed niet mogelijk of niet gebruikelijk is dit goed in de administratie te volgen van inkoop tot aan levering of waarvan de aankoopprijs niet per goed gesplitst kan worden. De margeregeling is niet van toepassing op vervoermiddelen die worden geleverd aan afnemers in andere EU-landen en die, hoewel gebruikt, in het kader van een intracommunautaire levering als nieuw worden aangemerkt. Ten aanzien van deze transactie gelden de algemene regels voor de heffing van BTW inzake intracommunautaire transacties. 5.11 Vergunning Voor toepassing van de margeregeling voor verzamelvoorwerpen, kunst en antiek die van buiten de EU door de ondernemer zijn ingevoerd, of binnen dan wel buiten de EU zijn ingekocht van de kunstenaar, dient bij de bevoegde inspecteur een vergunning aangevraagd te worden. Deze vergunning heeft geen terugwerkende kracht en dient dus vóór de doorverkoop in bezit te zijn. Ten aanzien van gebruikte goederen is géén vergunning vereist. 5.12 Kleine ondernemersregeling Ondernemers die per (kalender)jaar (of indien u afwijkt van het kalenderjaar, per boekjaar), na aftrek van de voorbelasting niet meer dan € 1.883,- aan BTW verschuldigd zijn, krijgen een belastingvermindering. Deze vermindering is als stelregel 2,5 maal het verschil tussen € 1.883,- en de af te dragen belasting en kan niet meer zijn dan € 1.345,-. Is de ondernemer per jaar minder dan € 1.345,- aan BTW verschuldigd, is de vermindering gelijk aan de af te dragen BTW. Bovendien kunnen de ondernemers dan een ontheffing krijgen van administratieve en factureringsverplichtingen. Deze regeling geldt alleen voor natuurlijke personen, zoals de eenmanszaak, of samenwerkingsverbanden van natuurlijke personen die in Nederland wonen of gevestigd zijn, waarbij de regeling dan niet voor elk natuurlijk persoon afzonderlijk maar voor het samenwerkingsverband als geheel geldt. Bij personen die meer dan één bedrijf hebben, geldt de regeling voor het totaal van bedrijven. 5.13 Boekhouding Voorwaarde om de kleine ondernemersregeling toe te mogen passen, is dat er een administratie gevoerd dient te worden. De boekhouding dient bijgehouden te worden en er dienen facturen uitgereikt te worden. 5.14 Verschuldigde BTW De verschuldigde BTW ziet op de BTW ten aanzien van leveringen en diensten, intracommunautaire verwervingen en invoer. De voorbelasting wordt hierop in mindering gebracht. In beginsel moet de ondernemer hierbij uitgaan van de op factuur aan de ondernemer in rekening gebrachte BTW, maar het mag ook bepaald worden aan de hand van de door de ondernemer verrichte betalingen. Er moet natuurlijk wel een keuze gemaakt worden. Wanneer ten onrechte BTW in rekening is gebracht, mag deze in beginsel niet in aftrek gebracht worden. De vermindering kan na afloop van het kalender- dan wel boekjaar berekend worden of via voorlopige vermindering vastgesteld en na afloop van het jaar eventueel gecorrigeerd worden. 5.15 Geopteerde belaste verhuur Wanneer de ondernemer onroerende zaken verhuurt en opteert voor BTW-belaste verhuur, mag hij bij de berekening van de vermindering de wegens deze verhuur verschuldigde of in vooraftrek gebrachte BTW níet meerekenen. 5.16 Geopteerde belaste levering onroerende zaken Bij op verzoek belaste leveringen van onroerende zaken geldt een verleggingregeling. De koper moet hierbij de BTW over de levering aangeven en in diezelfde aangifte weer als voorbelasting in aftrek brengen. Bij de vermindering moet de verkoper de verlegde BTW HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 29
meerekenen als verschuldigde BTW. De koper moet de naar hem verlegde BTW níet meerekenen als verschuldigde BTW, maar wél als voorbelasting. 5.17 Intracommunautaire verwervingen Bij de berekening van de vermindering volgens de kleine ondernemersregeling mag de BTW over de verrichte intracommunautaire verwerving níet meegeteld worden als verschuldigde BTW. Het mag wel meetellen bij de bepaling van de voorbelasting. 5.18 Invoer uit niet EU-landen Wanneer BTW bij invoer direct betaald wordt, heeft dit geen invloed op de vermindering wegens de kleine ondernemersregeling. Wanneer de BTW echter verlegd wordt, heeft dit wel invloed op de vermindering. De BTW wordt dan namelijk opgenomen in de periodieke aangifte, waarbij de BTW in diezelfde aangifte weer als voorbelasting in aftrek gebracht mag worden. Bij de berekening van de vermindering mag de BTW bij invoer níet meegeteld worden als verschuldigde belasting, maar wel als voorbelasting. 5.19 Ontheffing van administratieve verplichtingen Wanneer het aannemelijk is dat de ondernemer na toepassing van de kleine ondernemersregeling jaarlijks geheel geen BTW verschuldigd is, kan de ondernemer ontheffing krijgen voor de administratieve verplichtingen. Hiervoor moet een schriftelijk verzoek aan de inspecteur gedaan worden. Deze ontheffing geldt niet voor op verzoek belaste verhuur van onroerende zaken en ook niet voor de intracommunautaire verwervingen. Voor het verlenen van de ontheffing gelden verder nog de volgende voorwaarden: • op facturen mag geen BTW vermeld worden; • facturen die door leveranciers aan de ondernemer zijn uitgereikt, moeten zeven jaar bewaard worden (voor facturen inzake onroerende goederen geldt een langere termijn). Wanneer u van uw administratie ontheven bent, kunt u geen vergunning meer krijgen voor de verleggingregeling bij invoer en niet langer tegen het nultarief uitvoeren, nu u geen intracommunautaire levering verricht. In principe hoeft de ondernemer die is ontheven voor zijn administratieve verplichtingen geen periodieke aangiften te doen. Soms moet echter toch BTW aangegeven te worden. Dit is bijvoorbeeld het geval als u een belaste intracommunautaire verwerving doet of als bij de aankoop van een onroerend goed de BTW naar u is verlegd. De ontheffing eindigt door: • het schriftelijke opzeggen bij de belastinginspecteur; • het uitreiken van een factuur met BTW; • het niet voldoen aan de voorwaarden inzake de bewaarplicht of door overschrijden van de grens van € 1.345,-. 5.20 Beperkte aftrek van BTW op kosten bij consumptief gebruik Voor de aftrek van BTW op de kosten bij consumptief gebruik (privé gebruik door personeel) is een regeling in het leven geroepen, die in fiscale sfeer de BUA-regeling genoemd wordt: het Besluit Uitsluiting Aftrek omzetbelasting. Dit besluit houdt in dat BTW verschuldigd is als goederen onttrokken worden aan het bedrijf voor privédoeleinden van het personeel of daarvoor worden gebruikt. De regeling is ook van toepassing als de ondernemer zijn diensten verricht voor de privédoeleinden van zijn personeel.
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 30
Voor gevallen die onder het vorige BUA-besluit (van 1968) vallen, geldt overigens nog de oude regeling en is de nieuwe regeling niet van toepassing. Overigens kan hierin verandering komen, als delen van het BUA-besluit 1968 door de rechter niet van toepassing verklaard worden. Voor zover goederen en diensten in het kader van een bedrijf consumptief gebruikt worden, is op grond van de BUA-regeling in beginsel géén vooraftrek mogelijk. Hierbij moet gedacht worden aan goederen of diensten voor: • het voeren van een zekere staat (bijvoorbeeld ter verwerving van maatschappelijk aanzien). • het geven van relatiegeschenken en giften (uit vrijgevigheid) aan personen die bij het zelf kopen van deze goederen, de kosten, niet in vooraftrek hadden kunnen brengen (vooral particulieren en vrijgestelde ondernemers). Wanneer aan ondernemers wordt geschonken, kan wel BTW in aftrek worden gebracht, mits geschonken wordt in het kader van de zakelijke relatie en niet voor persoonlijke belangen. Overigens wordt de aftrek evenzeer uitgesloten indien de geschenken of giften tegen een vergoeding lager dan de kostprijs worden verschaft. • het aan personeel verlenen van huisvesting, loon in natura, gelegenheid geven tot sport etc. voor persoonlijke doeleinden van het personeel. Bij verlenen van huisvesting door de ondernemer is van belang dat wanneer de persoonlijke belangen van de werknemers voorop staan, aftrek is uitgesloten. Wanneer echter de bedrijfsuitoefening tijdelijk verlenen van huisvesting vereist, is het mogelijk dat geen uitsluiting van aftrek plaatsvindt. Bij het verstrekken van loon in natura mag de voorbelasting in aftrek gebracht worden indien met de verstrekking enkel bedrijfsbelangen gediend worden. • het verstrekken van voedsel en drank aan personeel tegen een prijs, die gelegen is onder de kostprijs (ten aanzien van deze categorie is bepaald dat de ondernemer het gehele bedrag in vooraftrek mag brengen, waarbij aan het einde van het jaar een herziening plaatsvindt). Hierbij dient het verschil tussen de werkelijke omzet en de theoretische omzet, waarbij een opslag van 25% op de inkoopprijs (excl. tabaksproducten) gehanteerd wordt, berekend te worden. Worden goederen naast bovengenoemd gebruik, ook voor zakelijk gebruik betrokken, dient bij het berekenen van de voorbelasting een splitsing gemaakt te worden op basis van (een schatting van) het werkelijk gebruik. 5.21 Woon-werkverkeer De ondernemer kan de voorbelasting op het woon-werkverkeer in beginsel ook niet in aftrek brengen op grond van de BUA-regeling. Dit is slechts anders als bijzondere omstandigheden eisen dat het vervoer door de ondernemer wordt geregeld. Wanneer de werknemer zijn werkzaamheden niet op één vaste plaats verricht, kan er sprake zijn van genoemde bijzondere omstandigheden. De aftrek van voorbelasting wordt alleen uitgesloten als de uitsluiting per jaar een bedrag van € 227,- te boven gaat. Overigens wordt bij het bepalen van dit bedrag géén rekening gehouden met de kosten die zonder BTW aan de ondernemer in rekening zijn gebracht.
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 31
Begrippenlijst Algemene tarief Het Nederlandse BTW-stelsel kent drie percentages: het 0%-percentage en daarnaast het lage percentage en het hoge percentage. Dit hoge percentage wordt ook wel het “algemene” tarief genoemd, terwijl het lage percentage bekend is onder het “lage” tarief. Indien op een levering of dienst het algemene tarief van toepassing is, houdt dit in dat BTW over de betreffende levering of dienst afgedragen dient te worden naar het hoge percentage. Boeken en bescheiden Onder dit begrip kunnen alle stukken vallen die in het kader van een onderneming of in het handelsverkeer worden opgemaakt. Deze stukken dienen om de juistheid van de toepassing van het nultarief door een ondernemer aan te tonen. Voorbeelden van boeken en bescheiden zijn onder meer facturen, betalingen, kopieën van vrachtbrieven, facturen van vervoersondernemers, in-/uitvoer aangiften, correspondentie en interne vervoersbescheiden. BTW Belasting over de Toegevoegde Waarde: de belasting wordt feitelijk slechts geheven over de waarde die wordt toegevoegd, over het verschil tussen de verkoop- en de inkoopprijs. De BTW op inkoop wordt immers door de ondernemer in aftrek gebracht. Derdelanden Landen die geen lid zijn van de Europese Unie. EU-landen (voor de heffing van BTW) Landen die lid zijn van de Europese Unie. Hoewel deze landen in beginsel tot de EU behoren voor de heffing van BTW is het zo dat in sommige landen bepaalde gebieden niet tot de EU voor de heffing van BTW behoren; voorbeelden hiervan zijn Helgoland en Gibraltar. EU-landen zijn: Polen Hongarije België Portugal Ierland Bulgarije Roemenië Italië Cyprus Slovenië Letland Denemarken Slowakije Litouwen Duitsland Spanje Luxemburg Estland Tsjechië Malta Finland Verenigd Koninkrijk Nederland Frankrijk Zweden Oostenrijk Griekenland Fiscaal vertegenwoordiger Een fiscaal vertegenwoordiger treedt op namens een buitenlandse ondernemer en vervult diens rechten en verplichtingen inzake de aangifte, de Opgaaf ICL en de betaling van voorbelasting. De vergunning die de fiscaal vertegenwoordiger heeft, kan beperkt of algemeen zijn. Dit hangt af van de afgesproken vertegenwoordigingsbevoegdheid van de fiscaal vertegenwoordiger. Intracommunautaire leveringen Leveringen en/of diensten tussen landen die lid zijn van de Europese Unie. Margegoederen Margegoederen zijn de goederen die onder de margeregeling vallen, namelijk: • gebruikte goederen • kunstvoorwerpen • verzamelvoorwerpen • antiek HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 32
Margeregeling Op grond van deze regeling wordt bij bij de levering van gebruikte goederen, kunst- en verzamelvoorwerpen en antiek slechts omzetbelasting betaald over de winstmarge. Voorwaarde is wel dat de handelaar in deze voorwerpen de belasting, die hij verschuldigd is over de inkoop, níet in aftrek brengt. De reden is, het op het gebruikte goed in het verleden al BTW is betaald die niet in aftrek is gebracht. Deze regeling voorkomt dubbele BTW-heffing. Opgaaf ICL De ondernemer die in een kwartaal intracommunautaire leveringen (ICL) heeft verricht, moet over dat kwartaal een Opgaaf ICL indienen. Hierin worden de intracommunautaire leveringen per afnemer gespecificeerd. De Opgaaf ICL dient elektronisch ingediend te worden. Verleggingregeling Hoofdregel is dat de omzetbelasting wordt geheven van de ondernemer die de levering of dienst verricht. In bepaalde gevallen is het mogelijk om de zogenaamde `verleggingregeling` toe te passen, waardoor niet de ondernemer die levert, maar diens afnemer BTW verschuldigd is over een bepaalde levering of dienst. Voorbelasting Kenmerkend voor het BTW-systeem in de EU is de aftrek van voorbelasting. Op de belasting die een ondernemer verschuldigd is wegens leveringen en diensten, mag hij de belasting die hij aan zijn leverancier heeft betaald, die hij verschuldigd is wegens intracommunautaire verwervingen en die hij verschuldigd is bij de invoer van goederen uit een niet- EU land, in vooraftrek brengen.
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 33
Bijlage 1 VERKLARING UITVOER OP EIGEN KIEL (afnemer is permanent gevestigd buiten de EU)
§ 10 van het Voorschrift Tabel II post A 2 Besluit d.d. 1 augustus 2003, nr. DGB2003/3581M. Verklaring van een afnemer van een pleziervaartuig als bedoeld in § 10, onder B.1.a en b Ondergetekende 1), 1) Eventueel gemachtigde (in dat geval dient een gespecificeerde machtiging te worden bijgevoegd). (Naam afnemer) (Adres) (Postcode en woonplaats) (Land); Verklaart a.
dat het pleziervaartuig als vermeld op de door
(Naam leverancier) (Adres) (Postcode en woonplaats) afgegeven factuur (factuurnummer en -datum) aan de afnemer is geleverd op (datum); b.
dat bovenvermeld pleziervaartuig door of namens de afnemer op eigen kiel zal worden uitgevoerd naar een bestemming buiten de EU binnen twee maanden na levering;
c.
dat de afnemer geen rechtspersoon is die, of lichaam dat, het pleziervaartuig tot en met twaalf maanden na de uitvoer van het vaartuig ter beschikking stelt aan een binnen de EU woonachtige natuurlijk persoon die middellijk of onmiddellijk de rechtshandelingen van die rechtspersoon of dat lichaam (mede) kan bepalen of die enig belang heeft in die rechtspersoon of dat lichaam, ten behoeve van gebruik binnen de EU, behoudens een met bescheiden te staven onvoorziene terugkeer binnen de EU voor noodzakelijk gebleken reparatie (al dan niet in het kader van de garantie), daaronder begrepen het vervoer van en naar de plaats van reparatie;
d.
dat de afnemer er zorg voor zal dragen dat ten aanzien van deze uitvoer namens de leverancier aangifte ten uitvoer zal worden gedaan met als (eerste) bestemming van het schip buiten het douanegebied van de EU (plaatsnaam en land); HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 34
e.
dat de afnemer binnen drie maanden na levering van het pleziervaartuig de afgetekende aangifte ten uitvoer aan de leverancier zal toezenden en voorts, dat de afnemer binnen één maand na het bereiken van de bestemming buiten de EU bescheiden zal toezenden waaruit blijkt dat het vaartuig deze bestemming heeft bereikt, zoals bescheiden die aantonen dat het vaartuig in de haven van bestemming is binnengelopen;
f.
dat de afnemer ervan op de hoogte is dat de leverancier de Nederlandse Belastingdienst dient te informeren wanneer de onder e bedoelde bescheiden niet tijdig worden ontvangen, dan wel wanneer na de levering feiten ter kennis komen van de leverancier waaruit deze redelijkerwijs moet concluderen dat deze verklaring geen juist beeld geeft van de feitelijke situatie op het moment van levering;
g.
dat de afnemer bereid is op verzoek aan de Nederlandse Belastingdienst nadere informatie te verstrekken omtrent de bestemming van het vaartuig.
(plaats en datum) (handtekening afnemer/gemachtigde van de afnemer)
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 35
Bijlage 2 VERKLARING UITVOER OP EIGEN KIEL (afnemer is natuurlijk persoon, voor minimaal 12 maanden gevestigd buiten de EU) Besluit d.d. 1 augustus 2003, nr. DGB2003/3581M.
§ 10 van het Voorschrift Tabel II post A 2 Verklaring van een afnemer van een pleziervaartuig als bedoeld in § 10, onder B.1.c Ondergetekende 1), 1) Eventueel gemachtigde (in dat geval dient een gespecificeerde machtiging te worden bijgevoegd). (Naam afnemer) (Adres) (Postcode en woonplaats) (Land); Verklaart a.
dat het pleziervaartuig als vermeld op de door
(Naam leverancier) (Adres) (Postcode en woonplaats) afgegeven factuur (factuurnummer en -datum) aan de afnemer is geleverd op ( datum) ; b.
dat bovenvermeld pleziervaartuig door of namens de afnemer op eigen kiel zal worden uitgevoerd naar een bestemming buiten de Gemeenschap binnen twee maanden na levering;
c.
dat de afnemer zijn normale woon- of verblijfplaats buiten de Gemeenschap zal hebben gedurende een onafgebroken periode van tenminste twaalf maanden aansluitend aan het moment van uitvoer van het pleziervaartuig uit de Gemeenschap;
d.
dat het vaartuig tenminste een onafgebroken periode van twaalf maanden buiten de Gemeenschap zal worden gehouden, behoudens een met bescheiden te staven onvoorziene terugkeer binnen de Gemeenschap uitsluitend voor noodzakelijk gebleken reparatie(al dan niet in het kader van de garantie), daaronder begrepen het vervoer van en naar de plaats van reparatie;
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 36
e.
dat de afnemer er zorg voor zal dragen dat ten aanzien van de uitvoer van het vaartuig namens de leverancier aangifte ten uitvoer zal worden gedaan bij het laatste douanekantoor binnen de Gemeenschap met als (eerste) bestemming van het vaartuig buiten het douanegebied van de Gemeenschap (plaatsnaam en land);
f.
dat de afnemer binnen drie maanden na levering van het pleziervaartuig de afgetekende aangifte ten uitvoer aan de leverancier zal toezenden en voorts, dat de afnemer binnen één maand na het bereiken van de bestemming buiten de Gemeenschap bescheiden zal toezenden waaruit blijkt dat het vaartuig deze bestemming heeft bereikt, zoals bescheiden die aantonen dat het vaartuig in de haven van bestemming is binnengelopen;
g.
dat de afnemer ervan op de hoogte is dat de leverancier de Nederlandse belastingdienst dient te informeren wanneer de onder f bedoelde bescheiden niet tijdig worden ontvangen, dan wel wanneer na de levering feiten ter kennis komen van de leverancier waaruit deze redelijkerwijs moet concluderen dat deze verklaring geen juist beeld geeft van de feitelijke situatie op het moment van levering;
h.
dat de afnemer bereid is op verzoek aan de Nederlandse Belastingdienst nadere informatie te verstrekken omtrent de bestemming van het vaartuig.
(plaats en datum) (handtekening afnemer/gemachtigde van de afnemer)
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 37
Bijlage 3 VERVOERSVERKLARING (levering “af werf” aan ondernemer met als bestemming een ander EU-land)
Verklaring als bedoeld in onderdeel 4.3 van Besluit DGB 2002/4947M Ondergetekende,................................................................... (naam van degene die de goederen in ontvangst neemt) verklaart ( namens de afnemer): 1. dat de goederen die zijn vermeld op de door de leverancier: Naam:............................................................................................. (naam leverancier) Adres/Plaats:.................................................................................. (bedrijfsadres leverancier) afgegeven factuur met nummer: .................... d.d........................... (factuurnummer) (factuurdatum) en die zijn geleverd aan:................................................................. (naam van de buitenlandse afnemer) met het BTW-identificatienummer:.................................................. (buitenlandse BTW-identificatienummer van de afnemer) met een vervoermiddel met het kenteken:...................................... (indien van toepassing: kenteken vermelden) zijn/zullen worden vervoerd naar:................................................... (plaats van bestemming) in de lidstaat:............................................................................... (lidstaat van bestemming) 2. dat de afnemer bereid is op verzoek van de Nederlandse Belastingdienst nadere informatie te verstrekken omtrent de bestemming van de goederen. .......................... .................. (plaats) (datum) ............................................. (handtekening van degene die de goederen in ontvangst neemt)
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 38
Bijlage 4 VERKLARING LEVERING PLEZIERVAARTUIG (binnen de EU door de afnemer) Verklaring als bedoeld in onderdeel 4.5 van Besluit DGB 2002/4947M Ondergetekende, (Naam afnemer) gemachtigde, zie volgende pagina? (Adres) (Postcode en woonplaats) verklaart a.
dat het pleziervaartuig als vermeld op de door
(Naam leverancier) (Adres) (Postcode en woonplaats) afgegeven factuur nummer (factuurnummer) de dato (datum) aan hem/haar is geleverd op (datum) en in het kader van de levering zal worden vervoerd naar (plaats en land van bestemming) b.
dat het pleziervaartuig bestemd is voor gebruik buiten Nederland doch binnen de EU en dat het vaartuig na overbrenging naar de lidstaat van aankomst voor een periode van ten minste drie maanden niet naar Nederland zal terugkeren, behoudens een met bescheiden te staven onvoorziene terugkeer naar Nederland uitsluitend voor noodzakelijk gebleken reparaties, daaronder begrepen het vervoer rechtstreeks naar en van de plaats van reparatie;
c.
dat hij/ zij onmiddellijk na overbrenging van het pleziervaartuig naar (land van bestemming) aldaar op aangifte omzetbelasting zal voldoen ter zake van de intracommunautaire verwerving van het pleziervaartuig en dat hij/zij een kopie van de aangifte en van het betalingsbewijs aan de leverancier zal toesturen binnen twee weken nadat de aangifte is gedaan;
d.
dat hij/ zij ervan op de hoogte is dat de leverancier de Nederlandse Belastingdienst dient te informeren wanneer de onder c bedoelde kopieën niet tijdig worden ontvangen, dan wel wanneer na de levering feiten ter kennis komen van de leverancier waaruit deze redelijkerwijs moet concluderen dat deze verklaring geen juist beeld geeft van de feitelijke situatie op het moment van levering;
e.
dat hij/ zij bereid is op verzoek aan de Nederlandse Belastingdienst nadere informatie te verstrekken omtrent de bestemming van het vaartuig.
(plaats en datum) (handtekening afnemer/gemachtigde van de afnemer1) ) In dat geval wordt een gespecificeerde machtiging bijgevoegd.
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 39
Bijlage 5 OPDRACHT TOT UITVOER UIT DE EU Ondergetekende, ..........(naam opdrachtgever) te ..........(bedrijfsadres opdrachtgever) geeft aan ..........(naam leverancier) te ..........(bedrijfsadres leverancier) opdracht de aan eerstgenoemde te leveren goederen, welke hieronder zijn omschreven, a.
rechtstreeks te verzenden naar ……………………………… (plaats) gelegen buiten de EU.
b.
te leveren aan boord van het schip …………………………………… (naam), in de haven van ………………………………… (plaats), waarmede de uitvoer van de goederen uit de EU zal geschieden.
c.
te leveren in …………………… (soort vervoermiddel), te …………………… (plaats), waarmede de uitvoer van de goederen uit de EU zal geschieden.
d.
op te slaan in het ……………………… (soort) entrepot te …………………… (plaats).
e.
te leveren in …………………… (soort vervoermiddel), te …………………… (plaats), waarmede het vervoer van de goederen naar het ………………………………… (soort) entrepot te ………………………………………………… (plaats) zal geschieden.
De levering is derhalve, mits aan de overige formaliteiten is voldaan, onderworpen aan het nultarief. ------------------------------------------------------------------------------Dagtekening en nummer van: Te leveren goederen
HISWA Vereniging – BTW Almanak voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010 40