Brabant in internationaal perspectief Meerjarenstrategie voor versterking van de internationale positie van Brabant
Brabant in internationaal perspectief Meerjarenstrategie voor versterking van de internationale positie van Brabant
Provincie Noord-Brabant ’s-Hertogenbosch, 9 Augustus 2012
Inhoudsopgave 1
Inleiding
5
1.1
Aanleiding en verankering
6
1.2
Samenwerken om sterker te worden
6
2 Noord-Brabant: Top kennis- en innovatieregio
9
met internationaal concurrentievermogen 2.1
Brabant: excellente regio
10
2.2
Wat is een topregio?
10
2.3
Behoud en versterken van de concurrentiepositie via smart specialisation strategy
11
3
Internationalisering - een heel eind op weg
15
3.1
Internationalisering nader gedefinieerd
16
3.2
De vier maatschappelijke opgaven
17
3.3
Samenwerkingsregio’s van de provincie uitgelicht
19
3.4
Netwerk- en belangenorganisaties van de provincie uitgelicht
20
4
Internationalisering - op naar de top
23
4.1
Wie doet wat?
24
4.2
Algemene behoeftes
24
4.3
De vier maatschappelijke opgaven als focus: roadmap voor internationalisering
25
5
Organisatorische implicaties
31
Bijlage
35
Hoofdstuk 1
Inleiding
Hoofdstuk 1 Inleiding
1 Inleiding 1.1 Aanleiding en verankering Voor u ligt de meerjarenstrategie ‘Brabant in internationaal perspectief’. In de Agenda van Brabant heeft de provincie de ambitie uitgesproken om tot de Europese top van de (industriële) kennis – en innovatieregio’s te blijven behoren. De Agenda van Brabant1 spreekt van “het belang van gezamenlijk optreden van regiopartners. Alleen dan kan de regio op het Europese toneel enig gewicht in de schaal leggen en voldoende massa en kracht ontwikkelen voor de externe promotie en profi lering.” Ook het huidige bestuursakkoord Tien voor Brabant 2011-20152 met onder andere het economische kaderstellende programma, onderschrijft het belang van internationalisering voor Brabant: “Wij zijn ons ervan bewust dat het onderhouden van goede nationale en internationale relaties van groot belang is voor Brabant.” Het provinciale bestuur heeft hierbij de ambitie om dit gezamenlijk te doen met de Brabantse Triple Helix partners, dat wil zeggen met (Brabantse) overheden, ondernemingen, onderwijs en maatschappelijke instellingen. Het provinciale bestuur wil, in aansluiting op het Economisch Programma Brabant 20203, met de voorliggende meerjarenstrategie verder richting geven aan het Brabantse antwoord op de internationale dynamiek door samen te investeren en verbindingen te leggen tussen lopende initiatieven en toekomstige kansen. Deze aanpak vraagt om een andere manier van werken met een marktgerichte focus en inhoudelijk scherpe keuzes. In de meerjarenstrategie ziet de provincie voor zichzelf de rol van aanjager en afstemmer. Zoals uit het door het bedrijfsleven van Brabant en Zeeland gepresenteerde “Drielagenplan, voor efficiënte economische ondersteuning” (MKB, BZW, KvK 2012) blijkt, is er behoefte aan een herstructurering van de economische ondersteuningsactiviteiten. Het is noodzakelijk dat één organisatie de helikopterview houdt over alle plannen en activiteiten, zodat de belangen op elkaar kunnen worden afgestemd en er oog is voor regio-overstijgende aspecten. Zowel voor de provinciale organisatie als voor Brabantse partners betekent dit, dat ze zich bewust moeten zijn van de internationale dimensie. Onder andere belangenbe hartiging en b eleidsbeïnvloeding zijn ten behoeve van
het internationaal profileren van Brabant belangrijk. Aan de hand van het jaarlijkse werkplan kijken we regelmatig bestuurlijk en ambtelijk met de Triple Helixpartners naar de acties en resultaten. Na afloop van de bestuursperiode gaan we op basis van onafhankelijk onderzoek evalueren hoe Brabant ervoor staat met betrekking tot kennis, innovatie en het internationaal concurrentievermogen. Daarnaast onderzoeken we waar we staan ten opzichte van onze grootste Europese concurrenten. In dit document wordt allereerst de Europese en n ationale context geschetst. Vervolgens wordt nader ingegaan op de ambitie om topregio te blijven en wordt geschetst wat daarvoor nodig is. Wat we al doen als Brabant en als provinciale organisatie staat beschreven in hoofdstuk 3 en wat nog ontbreekt om de ambitie waar te maken is opgenomen in hoofdstuk 4. De organisatorische implicaties voor alle acties staan in hoofdstuk 5.
1.2 Samenwerken om sterker te worden De open Europese grenzen, internationalisering en liberalisering van het economische verkeer maken dat Europese regio’s zich moeten onderscheiden en specialiseren. Hun concurrerend vermogen – zich profileren als vestigingsplaats ten opzichte van andere regio’s – wordt steeds belangrijker, en kennis en innovatie zijn daarbij van levensbelang. Brabant is zich hiervan bewust en heeft, om welvaart en welzijn in Brabant duurzaam te garanderen, de volgende ambitie gefor muleerd: “Behoren tot de top van de Europese kennis- en innovatieregio’s.” Om te kunnen beoordelen of het gewenste resultaat wordt behaald zal jaarlijks door de provincie Noord-Brabant een benchmark worden gehouden om de internationale ranking van Brabant te bepalen. Hierbij zal onder andere gebruik worden gemaakt van data en onderzoeksgegevens van instellingen als de Europese Commissie, SER en het Planbureau voor de Leefomgeving. Om tot de top te blijven behoren is het nodig om in Brabants verband – dat wil zeggen samen met alle partners in de provincie – gezamenlijk op te treden. Alleen dan kan Brabant op het Europese toneel enig gewicht in
Agenda van Brabant: traditie en technologie, 2010, Provincie Noord-Brabant “Tien voor Brabant” Bestuursakkoord VVD – CDA – SP, 2011, Provincie Noord-Brabant 3 Economisch Programma Brabant2020, 2012, Provincie Noord-Brabant 1 2
6
Hoofdstuk 1 Inleiding
de schaal leggen. Concurrerende regio’s in Europa hebben een omvang en diversiteit waartegen de afzonder lijke steden en delen van Brabant eenvoudigweg niet kunnen concurreren. Om de ambitie te kunnen realiseren moeten publieke en private partners in de regio én op nationaal niveau de krachten bundelen. Allemaal samen moeten zij zich sterk maken voor de verdere verbetering van de Brabantse positie als Europese kennis- en innovatie regio. Vanzelfsprekend zal daarbij aansluiting moeten worden gezocht bij reeds lopende initiatieven in Brabant en Europa, zoals het economische programma van de provincie, Brabant2020, en de Europa2020-strategie. De provincie heeft met het aantreden van het huidige college gekozen voor een beleid dat is gestoeld op de Agenda van Brabant, een gezamenlijke agenda voor een ondernemend(er) Brabant, met een versterking van het regionaal organiserend vermogen, nieuwe en intelligente vormen van samenwerking en taakver deling tussen publiek en privaat. Daarom vormt de Triple Helix-samenwerking de basis voor de realisatie van de Brabantse internationale ambities. Uit recent onderzoek van het Planbureau voor de Leef omgeving4 blijkt dat Brabant sterk is in een aantal sectoren zoals agrofood en hightech. Maar de analyse laat ook zien dat Brabant op gebied van hightech terrein verliest en dat de concurrenten in Europese metropolen hun positie verbeteren. Brabant moet zich daarom nog meer richten op aansluiting bij de internationale netwerkeconomie, het aantrekken en behouden van kenniswerkers en het creëren van een a antrekkelijk investeringsklimaat. Europa Regio’s zijn sleutelspelers in Europa. De provincie en haar partners zijn zich bewust van de unieke positie en ligging die zij innemen in Europa. Grensoverschrijdende samenwerking met onder andere Vlaanderen en Noordrijn-Westfalen biedt nieuwe kansen en moet verder worden verdiept. De Europese Unie is wat dat betreft ook vragende partij. Europa probeert immers slimme, duurzame en inclusieve groei te stimuleren. Op vijf belangrijke gebieden - werkgelegenheid, innovatie, klimaatverandering, onderwijs en armoede - zijn ambitieuze doelstellingen geformuleerd die tegen 2020 bereikt moeten zijn. Zo biedt onder andere het
c ohesiebeleid het investeringskader om bij te dragen aan economische groei. Europa wil daarbij meer focus op een beperkt aantal thema’s. Voor rijkere regio’s zoals Brabant zijn dat met name: innovatie, duurzame energie, stimuleren en ondersteunen midden- en kleinbedrijven (MKB) én ICT. Daarnaast biedt het Europese programma voor onderzoek en ontwikkeling Horizon2020 voor Brabantse partijen - universiteiten, bedrijven - een mogelijkheid verder te investeren in kennis. Slimme specialisaties en topsectoren De Europese groeistrategie Europa2020 nodigt regio’s in Europa uit om een actieve rol te spelen en zich te richten op slimme specialisaties, de zogenoemde smart specialisation strategy S3. Deze aanpak biedt volop kansen voor Brabant onder andere door de economische clusters die in de loop van de jaren zijn ontstaan. Deze clusters hebben een link met Europese thema’s en voor Brabant kansrijke maatschappelijke opgaven: slimme mobiliteit, duurzame energie, duurzame agrofood en gezond ouder worden. Daar waar de investeringen inspelen op deze maatschappelijke uitdagingen, ontstaat er zowel een positief effect op de regionale economie als op de samenleving als geheel. Brabant gaat primair uit van de Europese groeistrategie Europa2020, maar zoekt ook nadrukkelijk aansluiting bij het Topsectorenbeleid van Nederland. Clusters van bedrijven en kenniscentra dragen in belangrijke mate bij aan de versterking van de economie en het investeringsklimaat. Clustercampussen zijn de hot spots in het kennislandschap van Brabant en technologische kennis wordt ingezet voor innovaties bij maatschappelijke opgaven. Maatschappelijk rendement is een belangrijke maatstaf voor de slimme economie. We spelen economisch in op grote maatschappelijke opgaven, die we met onze Europese partners delen. Dit biedt ons Brabantse bedrijfsleven een belangrijke kans om nieuwe markten te be dienen, en met name innovatie tussen en binnen de bestaande Brabantse topsectoren te bevorderen. Door samen te werken en te koesteren waar Brabant economisch, sociaal en cultureel goed in is, kan nieuwe business en bedrijvigheid worden gegenereerd die voor alle Brabanders – van ambachtslieden tot kenniswerkers voor brood op de plank zorgt.
4 De
concurrentiepositie van de topsectoren in Noord-Brabant. Welk vestigingsklimaat is nodig om internationaal te excelleren?, 2012, Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag.
7
8
Hoofdstuk 2 Noord-Brabant: Top kennis- en innov atieregio met internationaal concurrentiev ermogen
9
Hoofdstuk 2 Noord-Brabant: Top kennis- en innovatieregio met internationaal concurrentievermogen
2 Noord-Brabant: Top kennis- en innovatieregio met internationaal concurrentievermogen 2.1 Brabant: excellente regio Brabant, Europe’s heart of smart solutions, is de slogan waarmee de provincie zichzelf buiten de landsgrenzen profileert. Europa wil dat regio’s excelleren met slimme specialisaties (S3). Goed zijn op zich is niet voldoende, je moet uitblinken, je stempel drukken, meewerken aan de mondiale kenniseconomie. Alleen zo kan het oude continent met zijn enorme culturele verscheidenheid optornen tegen concurrenten uit Noord- en Zuid-Amerika en Azië. Om werkelijk de Europese top te halen, is versterking van de innovatiekracht nodig. Verbeeldingskracht, slimme ambachtelijkheid in innovatief vermogen zijn immers de waardevolste grondstoffen waarover we hier in Europa beschikken. De provincie en de Brabantse partijen hebben het goud in handen om slimme oplossingen te ontwikkelen voor maatschappelijke vraagstukken. Wie doet wat en waarom? Ondernemingen en kenniscentra kunnen Brabant op een hoger niveau tillen. De grote kracht van de provinciale overheid is dat zij mensen bij elkaar brengt, ideeën en plannen verbindt en een gecoördineerde inzet van publieke en private investeringen mogelijk maakt. Alle partijen s amen staan voor de uitdaging om Brabant op het internationale platform te laten excelleren. Waar staat Brabant voor? Landschapsarchitect Adriaan Geuze was enkele jaren geleden een van de deelnemers aan de toekomstdebatten over de Brabantse leefomgeving. Geuze vergeleek Brabant met de Duitse deelstaat Beieren. Brabanders koesteren het familieleven, net als de Beieren, die high tech met high touch combineren, tradities respecteren, maar tegelijk investeren in toekomst en vooruitgang. Die spirit is volgens Geuze in Brabant ook aanwezig. Sociaal vertrouwen draagt in belangrijke mate bij aan en is voorwaarde voor het vermogen te innoveren en hoog complexe innovaties en productie te organiseren. Welvaart en welzijn van de Brabander zijn in sterke mate afhankelijk van de rol die Brabant op het wereldtoneel
speelt; of het nu gaat om het grote aandeel van het Brabantse bedrijfsleven in de Nederlandse export en de uitdaging om zich te positioneren op de markten van de opkomende economieën, het benutten van Europese subsidiestromen voor Brabantse projecten of de samenwerking met buren te bevorderen. Doordat de rijksoverheid zich voor een deel terugtrekt uit innovatiesubsidiëring is bovendien het belang van het Brusselse beleid en van E uropese innovatieprogramma’s nog s terker geworden. Top, ook voor expats In het Economisch Programma Brabant2020 wordt als een van de actiepunten het versterken van het internationale klimaat in Brabant genoemd. De provincie dient een ambitieuze internationaliseringsagenda te hebben die zich richt op het aantrekken van vestigingen van inter nationale bedrijven en internationale kenniswerkers. De verwachte tekorten op de Brabantse arbeidsmarkt maken het noodzakelijk dat binnen de economische clusters een groot deel van de kenniswerkers van buiten Nederland worden gehaald. Daarvoor is onder andere een aantrekkelijk woon- en leefklimaat een noodzakelijke voor waarde. Goede sport- en culturele voorzieningen, de aanwezigheid van internationale scholen, aantrekkelijke huisvesting en de goede bereikbaarheid van Europese metropolen spelen een rol bij de afweging van bedrijven en expats om te kiezen voor Brabant als werklocatie. Overigens doet ook het hoger onderwijs een inspanning bij de internationalisering van de Brabantse arbeidsmarkt. Binnen het Kennis Pact Brabant werken onderwijs, overheid en bedrijfsleven samen met het oog op de ontwikkeling van Brabantse economische clusters. In het Brabants Arbeidsmarktakkoord 2012 - 20155 is het “binden en boeien van expats (zowel kenniswerkers als vaklui)” als een van de uitgangspunten opgenomen.
2.2
Wat is een topregio?
Brabant heeft de ambitie om tot de top van kennis- en innovatieregio’s van Europa te blijven behoren6. Voor de positiebepaling van regio’s op basis van hun kennis- en
Brabants Arbeidsmarktakkoord 2012-2015, Pact Brabant, 2011, p. 4, http://www.pactbrabant.nl/downloads/oktober2011/Brabants%20Arbeidsmarktakkoord%2019%20oktober2011.PactBrabant.pdf 6 PNB (2010a), Agenda van Brabant: traditie en technologie, Provincie Noord-Brabant, p. 33 5
10
Hoofdstuk 2 Noord-Brabant: Top kennis- en innovatieregio met internationaal concurrentievermogen
innovatieniveau kunnen verschillende indicatoren worden gebruikt. Om te kunnen beoordelen of het gewenste resultaat wordt behaald zal jaarlijks door de provincie Noord-Brabant een benchmark worden gehouden om de internationale ranking van Brabant te bepalen. Hierbij zal onder andere gebruik worden gemaakt van data en onderzoeksgegevens van instellingen als de Europese Commissie, SER en het Planbureau voor de Leefomgeving. Zo scoort de Europese Commissie regio’s bijvoorbeeld op basis van indicatoren waaronder het aantal afgestudeerden van het beroeps- en hogere onderwijs, de hoogte van investeringen in publieke en private R&D en het aantal patenten dat wordt aangevraagd. In 2009 scoorde Brabant op drie van deze vier punten bovengemiddeld. Wat kan Brabant leren van concurrerende regio’s en naar welke regio’s moeten we kijken om te leren, gebaseerd op deze indicatoren? Sterke kennisregio’s combineren een relatief hoog aandeel private R&D- investeringen met publieke R&D-investeringen. Regio’s die op beide indicatoren hoog scoren zijn Zuid-Duitse regio’s zoals Oberbayern en Tübingen. Regio’s met een topuniversiteit scoren hoog waar het investeringen in publieke R&D betreft. Voorbeelden van dergelijke regio’s zijn Berkshire c.s., Île de France, Oberbayern, West Midlands en Southern and Eastern Ireland. Een hoog aantal patenten kunnen naast een aanduiding voor talrijke R&D-activiteiten ook een indicator zijn voor een gesloten kennissysteem. Dit kan een regio voor buitenlandse investeringen ook minder aantrekkelijk maken. Brabant dient hier rekening mee te houden. Door slimme combinaties en creativiteit moeten we proberen onderscheidend te zijn ten opzichte van soortgelijke industriële kennis- en innovatieregio’s als Stockholm, Stuttgart, Oberbayern (München) en Noordrijn-Westfalen. Al deze regio’s hebben net als Brabant een hoge patent-performance en een relatief sterke oriëntatie richting maakindustrie. Om de ambitie te kunnen realiseren moeten publieke en private partners in de regio en op nationaal niveau hun krachten bundelen. Tevens geven de hoogte van de export evenals het aantal
7 8 9
buitenlandse investeringen volgens het Planbureau van de Leefomgeving een indicatie van de concurrentiekracht van een regio. Volgens onderzoek van Ernst & Young bezet Nederland de vijfde plaats van Europese landen waar de meeste directe buitenlandse investeringen (FDI) worden gedaan7. In Nederland scoort Brabant een derde plaats. Voor deze positiebepaling spelen ook andere indicatoren een rol, zoals: de kwaliteit van leven; telecommunicatie-infrastructuur; transport en logistieke infrastructuur, stabiele sociale omgeving; duidelijke en stabiele politieke, wetgevende en administratieve omgeving; opleidingsniveau van lokale werknemers. Maar ook punten waarop het Nederlandse vestigingsklimaat zich kan verbeteren, zoals: arbeidskosten; kosten onroerend goed; arbeidsrechtflexibiliteit, ontslag en arbeidsduur; de Nederlandse afzetmarkt; toegang tot Nederlandse investeerders; expertise van Nederland met betrekking tot de industrie van een bedrijf8. Om een topregio op gebied van kennis en innovatie te zijn, moet de basis op orde zijn9. Dat wil zeggen, aandacht voor het bevorderen van ondernemerschap, een proactief arbeidsmarktbeleid voor de kenniseconomie, ruimte voor bedrijvigheid, en een goede bereikbaarheid over weg, spoor en door de lucht. Door aandacht te hebben voor de genoemde indicatoren kan Brabant de basis op orde brengen en zich gericht verder ontwikkelen als topregio.
2.3 Behoud en versterken van de concurrentiepositie via smart specialisation strategy De regio Noord-Brabant maakt onderdeel uit van een internationaal speelveld waarin veel economische en maatschappelijke ontwikkelingen zich aftekenen. Zowel op mondiaal niveau als in Europa staan nieuwe concurrenten op. Brabant moet haar energie gericht inzetten om de internationale concurrentiepositie te behouden en te versterken. Een duidelijke focus met hulp van de eerdergenoemde smart specialisation strategy S3 en de
Ernst & Young (2012), Barometer Nederlands vestigingsklimaat, http://www.ey.com/NL/nl/Newsroom/News-releases/PR_Sterke-groei-in-aantal-buitenlandse-investeringen-in-Nederland_030712 Ernst & Young (2012), Nederland steeds aantrekkelijker: Barometer Nederlands vestigingsklimaat 2012, p. 13 PNB (2011b), Economie, Innovatie en Internationalisering: Economische Agenda 2020, Provincie Noord-Brabant
11
Hoofdstuk 2 Noord-Brabant: Top kennis- en innovatieregio met internationaal concurrentievermogen
vier maatschappelijke opgaven is dan ook een must voor grensoverschrijdende, Europese en internationale activiteiten. Waar gaat Brabant zich dan op richten? Zuid-Nederland (Brabant, Limburg, Zeeland, stedelijke netwerken en andere stakeholders) gaat bij de inrichting van de S3 primair uit van de Europa2020-strategie en speelt tegelijktertijd ook in op het topsectorenbeleid. Rond de drie pijlers agrofood, chemie en hightech systemen en materialen wordt de synergie gezocht met sectoren die in samenwerking met andere regio’s het best tot hun recht komen, te weten: biobased economy, maintenance, logistiek, life sciences en health. Brabant heeft in Zuid-Nederlands verband een extra dimensie toegevoegd aan de eigen investeringsplannen. Zo werken we op regionaal niveau aan een verbinding tussen het nationale beleid inzake de versterking van topsectoren en het door de Europese commissie geformuleerde programma waarin een aantal maatschappelijke opgaven de motor zijn voor een innovatief en sterk bedrijfsleven. Een dergelijke aanpak is kansrijk juist omdat de regio een goede mogelijkheid biedt die samen werking te organiseren, en om die samenwerking als kracht in te zetten ook voor de internationalisering die bijdraagt aan een sterke positie van onze economie in de komende decennia. De provincie en haar Brabantse partners richten zich op de volgende vier maatschappe lijke opgaven: slimme mobiliteit: gericht op slimme vervoersoplossingen voor personen- en goederenvervoer uit oogpunt van bereikbaarheid, veiligheid en milieu. duurzame energie: anticiperen op de uitdagingen van de klimaatverandering en het daarmee verbonden energievraagstuk via de clusters (1) zon/pv (2) elektrisch rijden en slimme netten en de (3) biobased economy. duurzame agrofood: agrofood omvat de voortbrenging, verwerking en distributie van agrarische food-en non-food-producten inclusief de toelevering van producten en diensten die hiermee zijn gemoeid. gezond ouder worden: gericht op innovatieve oplossingen voor demografische veranderingen. Ouderen en chronisch zieken willen langer zelfstandig thuis wonen en meer kwaliteit van leven, de zorg (cure & care) moet toekomstbestendig worden gemaakt vanwege vergrijzing en tekorten op de arbeidsmarkt (krimp) en kansen voor het innovatieve bedrijfsleven moeten worden benut en gecreëerd.
12
Dit sluit aan bij het Europese kerninitatief Innovatie unie, waarbij de partners uitgenodigd worden in hun onderzoeks- en innovatiebeleid meer nadruk te leggen op de grote maatschappelijke vraagstukken, zoals klimaatverandering, besparing van energie en grondstoffen, volksgezondheid en demografische verandering. Deze richting komt ook terug in de inhoudelijke focus van de nieuwe EU-subsidieprogramma’s vanaf 2014. Door gebruik te maken van deze invalshoek kan de regio ook de cross-overs tussen de verschillende Brabantse clusters verzilveren en een bijdrage leveren aan de realisatie van de Europese agenda. Twee cross-overs bieden in het bijzonder kansen: verbindingen vanuit het cluster High Tech Systems en Materialen en vanuit het cluster Agrofood met maatschappelijke opgaven rond mobiliteit, energie, gezondheid en een duurzame agrofoodketen. De inzet van sterke Brabantse competenties op het gebied van ICT, logistiek, design en sociale innovatie kunnen deze cross-overs een extra versnelling geven (PNB, 2012). Naast het aanbrengen van een inhoudelijke focus is het voor een versterkte concurrentiepositie ook noodzakelijk de (toekomstige) Brabantse concurrenten en samenwerkingspartners in beeld te hebben. Zo lijken de sectorale concentraties en specialisaties in Brabant op die van Lombardije (Milaan). Op het gebied van (hoog) techno logische industrie heeft Brabant ook rekening te houden met Île de France, Vlaanderen en de Zuid-Duitse regio’s. De concurrerende regio’s bieden ongetwijfeld aanknopingspunten voor samenwerking. In buurland Duitsland is sprake van een sterk (groeiend) internationaal georiënteerd bedrijfsleven in Beieren (München), Saksen (Dresden) en Baden-Württemberg (Stuttgart), regio’s die vooral vanuit het oogpunt van slimme mobiliteit interessant zijn. Kijkend naar Vlaanderen wordt ook nu al kennis rond innovaties in het kader van gezond en actief ouder worden binnen Europese netwerken met elkaar gedeeld. Ook voor de op groene grondstoffen gebaseerde economie (biobased economy), werkt Brabant onder andere samen met Vlaamse provincies en kennis instellingen. Vergelijkbare kansen en bedreigingen komen vanuit de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China). Hun groei biedt de regio zowel mogelijkheden voor de export als concurrentie in vorm van goedkopere productiefaciliteiten. Op dit moment is 14 procent van de Nederlandse import afkomstig van de BRIC-landen terwijl slechts 4 procent van de Nederlandse export er naar toe gaat (CPB, 2011). Hoewel een groot deel van deze import wordt doorgevoerd naar andere EU-landen, toont deze scheve verhouding dat er nog een wereld te winnen is voor Brabantse bedrijven die hun afzetgebied willen vergroten. Tegelijkertijd moeten de Brabantse partijen
Hoofdstuk 2 Noord-Brabant: Top kennis- en innovatieregio met internationaal concurrentievermogen
niet uit het oog verliezen dat landen als China met een slimme inzet van technologie en kennis steeds hoogwaardigere producten maken. Een duidelijke specialisatie in de economische koers en de internationale samen werking is daarom noodzakelijk.
13
Hoofdstuk 3 Internationalisering een heel eind op weg
Hoofdstuk 3 Internationalisering- een heel eind op weg
3 Internationalisering een heel eind op weg 3.1 Internationalisering nader edefinieerd g De Brabantse partners kunnen in het internationale werkveld verschillende instrumenten inzetten. Het gaat bij internationalisering om twee richtingen. Enerzijds betreft het ontvangsten van internationale bedrijven en kenniswerkers en anderzijds het helpen van Brabantse bedrijven, en het MKB in het bijzonder, om toegang op internationale markten te krijgen. Vaak worden de instrumenten in onderlinge samenhang ingezet. Internationale samenwerking De provincie wil doelen realiseren en heeft daarbij andere regio’s binnen en buiten Europa nodig. Deze contacten zijn nodig om bijvoorbeeld Europese steun voor Brabants beleid te krijgen, het Brabantse bedrijfs leven in contact met anderen te brengen en om kenniswerkers aan te trekken. Alle samenwerkingsverbanden worden verder in dit hoofdstuk toegelicht. Investeringsbevordering Brabant wil een economisch sterke en aantrekkelijke regio zijn en trekt daartoe buitenlandse bedrijven aan. De provincie speelt vooral in de randvoorwaardelijke sfeer een rol. Denk hierbij aan het bevorderen van een aantrekkelijk vestigingsklimaat, het voeren van een attractief arbeidsmarktbeleid, de totstandkoming van een internationale school, het faciliteren bij visum procedures of het expat-centre. Handelsbevordering Brabantse bedrijven, en vooral het MKB, hebben steun nodig om toegang te krijgen tot de internationale markten. In gezamenlijkheid met de Triple Helix-partners worden economische missies georganiseerd om uit wisseling met andere landen en regio’s te stimuleren. In s amenspraak met andere overheden, bedrijven en kennisinstellingen wordt gekeken waar de kansen op samenwerking groot zijn en het beste zullen renderen. Het vigerende beleid maakt het mogelijk om een scherpere focus en prioriteitsstelling aan te brengen. Netwerken en kennisuitwisseling Brabantse spelers gebruiken hun netwerken om doel stellingen makkelijker te bereiken. Ambities delen is
10
16
resultaten vermenigvuldigen. Dit gebeurt via netwerken die projectmatig zijn ingestoken (bijvoorbeeld in het kader van Europese territoriale samenwerking, Interregprojecten) of via structurele samenwerkingsverbanden. Via deze netwerken kunnen ideeën en kennis uitge wisseld worden, bijvoorbeeld over de aanpak van maatschappelijke uitdagingen. Internationalisering arbeidsmarkt en onderwijs De verwachte tekorten op de Brabantse arbeidsmarkt en vooral op het gebied van techniek en de betawetenschappen maken het noodzakelijk dat binnen de eco nomische clusters een groot deel van de kenniswerkers van buiten Nederland wordt gehaald. Dat geldt niet alleen voor kenniswerkers, maar ook voor vaklui. Om die reden heeft Pact Brabant in het Brabants Arbeidsmarktakkoord10 als één van de uitgangspunten opgenomen “het binden en boeien van expats (zowel kenniswerkers als vaklui).” Europese Fondsen Om Brabantse doelen te bereiken zijn er diverse Europese fondsen waar de Brabantse partners gebruik van kunnen maken, zowel in de huidige Europese begrotingsperiode (2007-2013) als in de toekomstige (20142020). Het Operationeel Programma Zuid-Nederland, gefinancierd vanuit het Europees Fonds voor de Regio nale Ontwikkeling (EFRO), heeft als voornaamste doelstellingen de bevordering van het concurrerend ver mogen, een duurzame economische groei en een versterking van de werkgelegenheid in Zuid-Nederland. Grensoverschrijdend en transnationaal wordt er samengewerkt in het Interreg-programma (ook EFRO); middels het PlattelandsOntwikkelingsProgramma (POP, afkomstig uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling) wordt geïnvesteerd in het platteland. In de projecten vindt veelal samenwerking plaats tussen overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen in de regio of met counterparts elders in Europa. Samenwerking in internationale projecten levert Brabant kennis, samenwerkingspartners, geld en een innovatief imago op. Op het gebied van onderzoek en innovatie zijn er verschillende fondsen die kunnen worden aangeboord, maar in de nieuwe begrotingsperiode is er één Europees financieringsprogramma voor onderzoek en innovatie: Horizon
Het Brabants Arbeidsmarktakkoord 2012-2015, 2011, Pact Brabant http://www.brabant.nl/actueel/nieuws/2011/oktober/~/media/A14875A9C38348E5B363507BE2874463.pdf
Hoofdstuk 3 Internationalisering- een heel eind op weg
2020. Met een voorgesteld budget van 80 miljard euro moet Horizon 2020 het makkelijker maken voor onderzoekers en instellingen om financiering te verkrijgen en om goede ideeën op de markt te brengen. Profilering en branding Branding heeft als doel de zichtbaarheid, herkenbaarheid en naamsbekendheid van Brabant te vergroten. De afge lopen jaren zijn de eerste fundamenten gelegd voor de branding. Met het vaststellen van de gekozen propositie “high tech en high touch” is de basis voor het huidige netwerk ontstaan. Deze boodschap als DNA van de regio wordt zowel binnen Brabant als daarbuiten breed herkend en steeds meer door bedrijven en organisaties ingezet. De webportal www.brabantsmartsolutions.com levert informatie over Brabant voor bijvoorbeeld expats. Daarnaast heeft Eindhoven zich, met steun van de steden Helmond, ’s-Hertogenbosch, Tilburg, Breda en met de provincie Noord-Brabant, kandidaat gesteld voor de titel van Culturele Hoofdstad van Europa 2018. In 2018 worden Eindhoven en Brabant één groot living lab, waar met verbeelding als drijvende kracht gewerkt wordt aan de stad en het Europa van de toekomst. Dat doen we met de nieuwste technologische innovaties, open source en zoveel mogelijk met elkaar. We bedenken innovatieve ideeën door iedereen als deelnemer en co-creator te zien; zo brengen we cultuur weer naar het hart van de samenleving. We willen mensen overtuigen dat ze zelf het vermogen hebben om de toekomst te helpen vormen. Public Affairs Public Affairs van de provincie Noord-Brabant richt zich primair op het behartigen van de belangen van Brabant bij de rijksoverheid in Den Haag en bij de EU in Brussel. De provincie Noord-Brabant heeft daarom medewerkers in zowel Brussel als Den Haag gevestigd die op een aantal prioritaire dossiers werken aan beïnvloeding van nationaal en Europees beleid ten gunste van Brabant. Indien de mogelijkheid zich voordoet wordt hierbij samengewerkt met andere overheden, onderwijsinstellingen en bedrijven. Zo wordt in Brussel samengewerkt met andere provincies in het Huis van de Nederlandse Provincies (HNP) en met vertegenwoordigers van
11
rainport en BrabantStad. In Den Haag wordt op een B aantal dossiers samen opgetrokken met andere provincies in IPO-verband.
3.2 De vier maatschappelijke opgaven Ook op het gebied van de vier maatschappelijke op gaven gebeurt er binnen Brabant al veel op internationaal terrein. Brabantse spelers drijven handel met het buitenland, werken samen in innovatieprojecten en in Europese netwerken, leren van concurrenten en zoeken in het buitenland naar talent en investeringen. Hieronder wordt per maatschappelijke opgave de stand van zaken geschetst. Slimme Mobiliteit Onder slimme mobiliteit verstaan we alle maatschappe lijke en economische vraagstukken rondom slimme vervoersoplossingen voor personen- en goederenvervoer, met aandacht voor bereikbaarheid, veiligheid en milieu. Over deze onderwerpen is in Brabant veel expertise voorhanden. Veel van deze kennis is opgedaan in Europese innovatieprojecten binnen het 7e Kader Programma (SoCool@EU) en Interreg (Grenzenloze Logistiek) en binnen nationale projecten zoals SPITS (Strategic Platform for Intelligent Traffic Systems). Brabantse partijen richten zich op Europa voor wat betreft kennis en innovatie. Er wordt samengewerkt met onder andere Noordrijn-Westfalen, Vlaanderen, Nord-Pas-de-Calais, Andalusië, Uppsala en Baden-Württemberg. Brabantse overheden en bedrijven zijn actief binnen een aantal Europese netwerken zoals Polis, EUROCITIES en het European Network of High Speed regions. Deze netwerken worden onder meer gebruikt voor kennisoverdracht, het werven van samenwerkingspartners en Europese fondsen en voor lobby. Actuele Brabantse dossiers in Brussel zijn KIC Urban Mobility, en de bereikbaarheid van Brabant in de Europese context (TEN-T). Voor wat betreft de internationale profilering, heeft Brabant met het topinstituut Dinalog voor de logistiek
Aan DITCM (Dutch Integrated Testsite Cooperative Mobility) doen allerlei bedrijven, kennisinstellingen en overheden (vooral wegbeheerders) mee, zoals NXP Semiconductors, TomTom, Peek Traffic, Logica, Connekt, Rijkswaterstaat, provincie Noord-Brabant, Samenwerkingsverband Regio Eindhoven, BrainportDevelopment, de gemeenten Eindhoven en Helmond, TU Eindhoven, TU Delft, NHTV, Fontys Hogeschool, HTACampus, High Tech Automotive Systems.
17
Hoofdstuk 3 Internationalisering- een heel eind op weg
en het DITCM11 programma voor de automotive twee platformen met internationale allure. Verdere unique selling points van Brabant zijn de onaf hankelijkheid ten opzichte van automobielfabrikanten, de af te sluiten snelweg A270 Eindhoven – Helmond, de combinatie van een automotive cluster in ZuidoostBrabant en het logistiek cluster in West en Midden Brabant en de samenwerking tussen regionale bedrijven als TomTom en NXP. Duurzame Energie Duurzame energie is een grote maatschappelijk opgave, anticiperend op de uitdagingen van de klimaatverandering en het daarmee verbonden energievraagstuk. Brabant zet hierbij in op de onderdelen (1) zon/pv (2) elektrisch rijden en slimme netten en de (3) biobased economy, en kent een sterke mate van clustering van vooraanstaande instituten. Dit zet Noord-Brabant inter nationaal op de kaart voor toegepast onderzoek. Deze kennisinstituten vestigen zich in Noord-Brabant vanwege de uitstekende uitgangspunten van de bestaande industrie: een focus op high tech (solar) en automotive (en elektrisch rijden/slimme netwerken) in Oost-Brabant en met (chemische) procesindustrie, agrofood en logistiek (biobased economy) in West-Brabant. Zo is in Brabant Solliance12 gevestigd, net als het Eindhoven Energy Instituut (onderdeel TU/e) en TNO. Binnenkort kan daar het instituut FOM-Differ (gericht op fundamenteel energieonderzoek) aan worden toegevoegd. Aan de TU/e zit één van de zes Europese kenniscentra op het gebied van duurzame energie. Europa geeft invulling aan haar 20/20/20-klimaatdoelstellingen door middel van de KIC-InnoEnergy13. Deze KIC-InnoEnergy wordt mede gefaciliteerd door de provincie en daarmee heeft Brabant een unieke kennispositie. Op het gebied van duurzame energie wordt gebruik gemaakt van de volgende investeringsprogramma’s: • Infrastructuur - Trans-European Energy Networks (Ten-E) • Onderzoek – Zevende Kaderprogramma (FP7) • Projectontwikkeling - Intelligent Energy Europe (IEE, incl. Elena) Mede door de nieuwe Green Chemistry Campus en de High Tech Campus Eindhoven wordt ingezet op het binnenhalen van buitenlandse OEM’s (Original Equipment Manufacturers). Middels het nationale programma ‘Zon op Nederland’ is het met betrekking tot zonne- energie duidelijk welke doelgroepen interessant zijn om mee samen te werken en welke partijen we graag naar Brabant willen halen. De TU/e zet vooral in op het aan-
12 13
18
trekken van buitenlandse partijen voor de New Energy Initiative. Aan de TU/e worden diverse studenten opgeleid op het gebied van duurzame energie (onder andere Sustainable Energy Technology). Een meerderheid van de studenten is afkomstig uit het buitenland en blijft in Nederland na hun studie. De TU/e stimuleert ook de deelname van studenten in internationale projecten, zoals de NRG battle voor studenten, georganiseerd door mondiale topenergiebedrijven. Gezond Ouder worden De maatschappelijke uitdagingen rondom gezond ouder worden zijn vooral gericht op innovatieve oplossingen voor demografische veranderingen. Ouderen en chronisch zieken willen langer zelfstandig thuis wonen en meer kwaliteit van leven; de zorg (cure & care) moet toekomstbestendig worden gemaakt vanwege vergrijzing en tekorten op de arbeidsmarkt (krimp) en kansen voor het innovatieve bedrijfsleven moeten worden benut en gecreëerd. De aandacht voor het gezond ouder worden met de Triple Helix-aanpak maakt Brabant een hoog gekwalificeerde, innovatieve samenwerkingspartner in Europa. In de afgelopen jaren zijn sterke (kennis)net werken ontwikkeld mede naar aanleiding van programma´s als Slimme Zorg, Innovatieve Acties Brabant, Innovation4welfare, Fasilis en PEOPLE en de Europese projecten en contacten van individuele Brabantse stakeholders. Qua partnerregio’s op het gebied van innovatie ligt er een sterke focus op de UK, België, Finland en Zweden. Daarnaast wordt er ook samengewerkt met landen als Italië, Spanje, Duitsland, Polen en Roemenië. De afgelopen jaren is volop geïnvesteerd in relaties met verschillende DG’s van de Europese Commissie en Europese netwerken zoals de Assembly of European Regions (AER, 2012) om meer inzicht te krijgen in voor Brabant kansrijke Europese fondsen. Tevens is initiatief genomen samen met andere innovatieve regio’s om het CORALnetwerk (Community of Regions of Assisted Living and Active & Healty Ageing) op te bouwen. Dit netwerk bestaat inmiddels uit meer dan 25 regio’s die samenwerken aan agendering voor Active & Healthy Ageing en inzetten op Europese calls. Dit alles heeft geleid tot een betere toegang en toenemende succesvolle deelname aan Europese programma’s. Ook heeft de provincie geschakeld en gemakeld voor Brabantse stakeholders in relatie met andere Europese regio’s voor deelname aan
samenwerking tussen ECN, TNO, TU/e, Holst en Imec op het gebied van dunne film zonne-energie Om de kennis in Europa meer te bundelen is de Europese Commissie het initiatief gestart tot het oprichten van Europese onderzoekscentra. Dit zijn de knowledge and innovation communities (KIC’s). Het onderzoek binnen een KIC vindt plaats samen met het bedrijfsleven en moet leiden tot innovatieve producten, die vervolgens in de Europese huishoudens en bedrijven toegepast worden.
Hoofdstuk 3 Internationalisering- een heel eind op weg
onder meer het AAL Joint Programme. Verzoeken en kansen zijn h ierdoor enorm toegenomen. Bedrijven en onderzoekers in Brabant en in het bijzonder op de High Tech Campus zijn volop bezig met ontwikkelingen die direct of indirect te maken hebben met gezond en actief ouder worden. Daarnaast is in Oss een Life Sciences Park ontstaan. Het park is een hotspot voor iedereen die zich bezig houdt met hoogwaardig onderzoek, ontwikkeling en productie van geneesmiddelen. Duurzame Agrofood Onder de maatschappelijke opgave duurzame agrofood verstaan we alle economische en maatschappelijke aspecten van de voortbrenging, verwerking en distributie van agrarische food-en non-food-producten inclusief de toelevering van producten en diensten die hiermee zijn gemoeid. Het Brabantse agrofoodcluster concurreert in een dynamische wereldwijde markt. Zelfs als op het gebied van grondstofstromen en de afzet van voedingsmiddelen de Noordwest-Europese regio centraal staat, zal het exporteren van kennis en bijvoorbeeld uitgangsmateriaal wereldwijd plaatsvinden. Wereldwijde concurrenten zullen die rijke Noordwest-Europese markt betwisten. Economische groei in Brabant wordt vooral verwacht op food technologie en andere R&D gerelateerde activiteiten. In WestBrabant bevindt zich een cluster van agro-foodbedrijven en chemische bedrijven. Deze bedrijven kunnen samen nieuwe markten aanboren, door hun traditionele producten en processen te vergroenen. Beide sectoren worden geconfronteerd met duurzaamheidsvraagstukken. Dat fossiele grondstofbronnen eindig zijn, is daarbij een feit. De provincie stimuleert de biobased ontwikkeling door te investeren in de Green Chemistry Campus en door bij te dragen aan de ontwikkeling van het Center of expertise van Avans. Ook wordt nadrukkelijk samen werking gezicht met andere provincies als Zeeland en Zuid-Holland en over de grens met Vlaanderen om een krachtig en onderscheidend cluster te ontwikkelen.
3.3 Samenwerkingsregio’s van de provincie uitgelicht Europa Als grensprovincie hecht Brabant aan een goede samenwerking met België. Dit kan zijn met de Vlaamse provincies Antwerpen, Oost- en West-Vlaanderen en de Vlaamse overheid bij de ontwikkeling van het VlaamsNederlands Deltagebied of met de provincie Belgisch Limburg bij de organisatie van grensoverschrijdende netwerkevenementen voor het bedrijfsleven. Daarnaast wordt er in samenwerking met de overige grensprovincies en euregio’s, de ministeries van BZK en BZ, en de Belgische en Vlaamse overheid gewerkt aan het oplossen van grensoverschrijdende problemen op het gebied van
bijvoorbeeld arbeidsmarkt, milieu, OV en veiligheid (GROS). Naast de samenwerking van de provincie met Belgische overheidsinstanties (provincies, Vlaams Gewest, Waals Gewest) wordt er ook door Brabantse partners (bedrijfsleven, kennisinstellingen of in Triple Helix-verband) gezocht naar kennisuitwisseling of samenwerking met Belgische partners. Denk daarbij aan de KIC’s, Holst Centre, Interreg-projecten of de TTR-ELATsamenwerking. Op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling bestaat het grensoverschrijdende VLANED-initiatief. Naast België is ook Duitsland een belangrijke samen werkingspartner voor Brabant. Vanuit de provincie zijn er contacten opgebouwd met de belangrijke en dichtbij gelegen deelstaat Noordrijn-Westfalen. Sinds enkele jaren vindt er overleg plaats met Overijssel, Gelderland, Limburg en Noordrijn-Westfalen over grensoverschrijdende economische en milieutechnische vraagstukken. Grensoverschrijdende samenwerking gebeurt onder andere middels het EU-subsidieprogramma Duitsland- Nederland. Brabant richt haar pijlen ook op de deel staten Beieren en Baden-Württemberg. Dit zijn hightechregio’s in Duitsland, waarbij de sectoren automotive, procestechnologie en voedingsmiddelenproductie interessant zijn voor het Brabantse bedrijfsleven. De relatie van Brabant met de Poolse regio Wielkopolska is voornamelijk gericht op kennisuitwisseling (innovatie) en samenwerking op projectbasis ( zoals Interreg of KP7). In het Comité van de regio’s treffen de bestuurders van de provincie en de Marshal van Wielkopolska elkaar regelmatig. Buiten Europa Sinds 1994 heeft de provincie Noord-Brabant officieel een zusterrelatie met de provincie Jiangsu. Betrokkenheid van de overheid is nodig om voor het Brabantse bedrijfsleven in China de deuren te openen. Brabant en Jiangsu richten zich met name op de speerpunten: biotechnologie & nieuwe farmaceutische industrie; nieuwe materialen; duurzame energie en energiebesparing & milieubescherming; software & service outsourcing. Voorbeelden van activiteiten die worden georganiseerd zijn (handels) missies en acquisitie, met betrokkenheid van de Triple Helix. Beide provincies zijn in de zusterprovincie ver tegenwoordigd met een kantoor. Het BRIC-land Brazilië biedt kansen voor Brabantse bedrijven op het gebied van agrofood, automotive, duur zame energie en life sciences. De aandacht wordt sinds 2011 gericht op mogelijkheden met betrekking tot business development, kennisuitwisseling, investerings bevordering en acquisitie. Turkije biedt als grote economie (en potentiële EU-lidstaat) goede mogelijkheden voor het Brabantse bedrijfsleven, en
19
Hoofdstuk 3 Internationalisering- een heel eind op weg
met name het MKB. Een verkennende missie heeft onder ander health care, duurzame energie en afvalverwerking geïdentificeerd als kansrijk voor samenwerking. Een land dat de aandacht verdient, maar waarbinnen geen specifieke regio is aangewezen is, is Japan. Een groot aantal Japanse bedrijven heeft een vestiging in Brabant. De relatie met deze bedrijven wordt onder houden om het behoud van de bedrijven en daarmee de werkgelegenheid, te stimuleren.
3.4 Netwerk- en belangen organisaties van de provincie uitgelicht Beleidsbeïnvloeding van de provincie gebeurt voor een deel in IPO (Interprovinciaal Overleg)-verband. Na de transitiefase van het IPO hebben de provincies gekozen voor een smalle agenda met prioritaire dossiers. Er wordt op deze dossiers samengewerkt waar het gaat om een gezamenlijk belang. Onderdeel van de IPO-agenda is de Europa-strategie14 (vastgesteld in mei 2012), eveneens met benoemde prioritaire dossiers. Het Huis van de Nederlandse Provincies in Brussel (HNP) speelt bij de uitvoering een belangrijke rol. Het HNP vervult als vooruitgeschoven post een signalerende functie en behartigt de gezamenlijke belangen van de provincies en het IPO in Brussel.
De Assembly of European Regions (AER) is met name een netwerkorganisatie van en voor Europese regio’s (270 regio’s uit 33 landen) die als doel heeft het organiseren en bevorderen van samenwerking tussen Europese regio’s en het versterken van de vertegenwoordiging van de regionale bestuurslaag binnen de instellingen van de Europese Unie. Polis is een netwerk van Europese steden en regio’s die samenwerken aan de ontwikkeling van innovatieve technologieën en beleid op het gebied van lokaal transport. Eurocities is een netwerk van grote Europese steden en vormt een platform voor haar leden om kennis, ideeën en ervaringen uit te wisselen, gemeenschappelijke problemen te analyseren en innovatieve oplossingen te ontwikkelen. BrabantStad en Eindhoven zijn lid. European Association of State Territorial Representatives (EASTR) heeft als doel kennisuitwisseling tussen de aangesloten State Territorial Representatives die afkomstig zijn uit ongeveer 20 Europese landen.
Namens het IPO (en dus de 12 provincies) behartigen provinciebestuurders de belangen in overleggremia als de CEMR (Council of European Municipalities and Regions) en het Congres van de Raad van Europa. Daarnaast is elke provincie met een bestuurder ver tegenwoordigd in het Comité van de Regio’s. Het Comité van de Regio’s (CvdR) is een institutioneel orgaan van de Europese Unie en is de schakel tussen de Europese Unie en de regio’s en gemeenten. Het CvdR kanaliseert informatie van de Europese instellingen naar de steden en de regio’s in Europa en functioneert daarnaast als spreekbuis waardoor de decentrale overheden hun stem in het institutionele besluitvormingsproces kunnen laten horen. De Commissaris van de Koningin zal de komende jaren een vooraanstaande rol spelen in het Brusselse speelveld. Hij is Europa-adviseur voor het IPO-bestuur, delegatie leider van de Nederlandse delegatie in het Comité van de Regio’s en beoogd voorzitter van het HNP.
12
20
Strategische notitie ‘Europastrategie IPO’ (2012), Interprovinciaal Overleg http://www.nl-prov.eu/C1256C8300545D59/0/AE0101244CBC55ECC12575A7003E12E2/$file/Strategische%20notitie%20Europastrategie%20IPO.pdf
Hoofdstuk 3 Internationalisering- een heel eind op weg
21
22
Hoofdstuk 4 Internationalisering op naar de top
Hoofdstuk 4 Internationalisering- op naar de top
4. Internationalisering op naar de top Naast de vele ontwikkelingen die in Brabant zijn gerealiseerd of nog gaande zijn, is het plaatje om de gedeelde ambitie waar te maken nog niet compleet.
4.1 Wie doet wat? Een internationale omgeving en focus bewerkstelligen kan veel omvattend zijn. Iedere activiteit van Brabant of van de provincie kan hiertoe bijdragen. Echter we moeten onze ambitie, namelijk tot de top van kennis- en innovatieregio’s van Europa behoren, niet uit het oog verliezen. Het is belangrijk focus aan te brengen. Dit geldt voor Brabant als geheel, maar ook de provincie dient afwegingen te maken, al is het maar omdat de organisatie een vaststaande capaciteit en hoeveelheid aan middelen heeft. Afwegingskader De provinciale organisatie kan de afweging op het internationale domein maken door zichzelf enkele vragen te stellen, zoals: •D raagt de activiteit bij aan de ambitie om top kennisen innovatieregio te worden? • Versterkt de activiteit de concurrentiekracht ten aanzien van het aantrekken van FDI? • Bevordert de activiteit de internationale handel? • Sluit de activiteit aan bij de Smart Specialisation Strategy (S3)? • Past de activiteit binnen de vier Brabantse maatschappelijke opgaven? • Is er sprake van wederkerigheid: brengen we alleen, of halen we ook iets uit een activiteit of samenwerking? Deze vragen helpen de provinciale organisatie en onze partners bij het wegen van opties, het maken van keuzes. Welke actoren, welke rol? Per activiteit kan de provinciale organisatie, in samenspraak met onze partners, kiezen welke rol wordt opgepakt. We hebben een afwegingskader. Soms zullen we vooral pragmatisch moeten handelen en naar bevind van zaken onze precieze rol bepalen. Dit kan een regisserende, stimulerende of faciliterende rol zijn. Tevens dient telkens de afweging te worden gemaakt welke actoren in de activiteit participeren. Daarom is het bestuurlijk beraad en het expertteam zo belangrijk. De normale manier van werken is een gezamenlijke aanpak van de Triple Helix-partners, helder geankerd in de
24
inhoudelijke focus zoals vastgelegd in de meerjaren strategie. Maar elke partij moet natuurlijk pragmatisch kansen pakken die zich voordoen. Wezenlijk is een goede bestuurlijke afstemming en een efficiënte samenwerking in de uitvoering, evenals een goede aanhaking bij de agenda’s van Brussel en Den Haag (Public Affairs) en de inzet van een helder profiel (branding). Alleen dan kan de provinciale organisatie en Brabant als regio haar capaciteit en middelen ten volle benutten om de Brabantse ambitie na te streven.
4.2 Algemene behoeftes Op basis van de huidige kennis, kunnen de volgende algemene actiepunten voor de komende jaren worden geïdentificeerd: • jaarlijkse en gemeenschappelijke uitvoeringsplannen opstellen om de ambities te realiseren die in de meer jarenstrategie zijn neergelegd; • herijking van deze meerjarenstrategie door het strategisch beraad; • voor de vier maatschappelijke opgaven is behoefte aan een scherpe profilering en internationale positionering ten behoeve van het verzilveren van kansen voor Brabant. Dit kan via het bundelen en etaleren van pilotprojecten en proeftuinen; • een heldere branding en profilering van onze provincie en de daarin te onderscheiden subregio’s in de Europese en internationale arena. Voor de verschillende instrumenten betekent dit het volgende: Internationale samenwerking Doelstelling is om Brabant als kennis- en innovatieve regio actief te positioneren als kansrijke samenwerkingspartner en koploper in Europa. De inhoud moet hierbij leidend zijn. Investeringsbevordering Zoeken naar ontbrekende spelers in de keten en clusters, om juist die partijen aan te moedigen om zich in Brabant te vestigen. Een goede samenwerking met en tussen de ontwikkelingsmaatschappijen. Handelsbevordering Meer aandacht voor het MKB, conform Europese op gave. Aansluiting zoeken bij nationale handelsmissies.
Hoofdstuk 4 Internationalisering- op naar de top
Netwerken en Kennisuitwisseling Screening van (Europese) netwerken (nut en noodzaak). Om proactief te werken aan kennisdeling binnen en buiten de regio een benchmark-onderzoek starten, om na te gaan van welke regio’s Brabant kan leren en kennis en onderzoek kan delen. Internationalisering arbeidsmarkt en onderwijs Contacten met buitenlandse universiteiten en Europese regio’s met vergelijkbare problemen; contacten uit bouwen met de Europese Commissie met het oog op internationale arbeidsmobiliteit; samenwerking uitbreiden tussen Brabantse actoren. Europese Fondsen Brabantse partijen actief inzicht bieden in Brusselse financieringsmogelijkheden en ze ondersteunen bij de invoering (aanjaag-geld). Daarnaast heeft men behoefte aan ondersteuning bij het opstellen van projectplannen en het vergroten van de slagingskans door lobbyactiviteiten. Binnen de provinciale organisatie is het belangrijk dat er afstemming plaatsvindt tussen de Europese projectregels en de interne processen en dat de begeleiding bij de indiening eenduidig is. Samenwerking met bijvoorbeeld Vleva (Vlaams verbindingsagentschap bij de EU) voor het screenen van Europese projectcalls. Profilering en branding Een marketing businessplan wordt opgesteld en uit gevoerd. De brandingstrategie voert Brabant uit op basis van het parallelle merkbeleid. Hierbij haken de spelers aan bij Holland Branding indien dit van toe gevoegde waarde is. De behoefte bestaat dat een bijdrage wordt geleverd aan communicatie-boodschappen van internationale events en provinciale evenementen. Proeftuinen kunnen in de profilering worden gebruikt om de kracht van Brabant op de kaart te zetten. Public Affairs Op het gebied van Public Affairs strategischer en ge coördineerd te werk gaan en bij een gezamenlijk belang met Brabantse partners samen optrekken. Daarbij willen we de Brabantse netwerken (bijvoorbeeld BrabantStad en Brainport) maximaal faciliteren en benutten.
4.3 De vier maatschappelijke opgaven als focus: roadmap voor internationalisering Binnen de vier maatschappelijke opgaven heeft er een eerste verkenning plaatsgevonden met betrekking tot internationalisering. Dit is een eerste analyse, waaruit een aantal acties zijn afgeleid. Deze acties zullen regelmatig geëvalueerd worden en eventueel bijgesteld. Slimme Mobiliteit Een van de grootste uitdagingen op het gebied van slimme mobiliteit is de arbeidsmarkt. Kennisinstellingen en bedrijven voorzien een tekort aan kwalitatief hoogwaardig personeel met een technische achtergrond op alle niveaus (MBO, HBO en WO). De innovatieve slagkracht van de slimme mobiliteitssector in Brabant komt hierdoor onder druk te staan. Een internationalisering van het onderwijs en het aantrekken en houden van technici is essentieel voor een internationale toppositie. Met de Hightech Automotive Campus in Zuid-Oost Brabant en het logistieke cluster rondom topinstituut Dinalog in West-Brabant ligt er een goede kennisbasis binnen de regio. Deze initiatieven bieden een proeftuin met veel groeipotentie. De actoren geven wel aan, dat de in Brabant aanwezige kennis niet optimaal wordt benut. Meer publiciteit in binnen- en buitenland is noodzakelijk om die kennis te vermarkten en om de kennis instellingen en bedrijven een bredere basis te garanderen. Brabant moet de goede samenwerking met Europese partners voorzetten, en zou nog meer kunnen werken aan alliantievorming met buurlanden als Duitsland. Voor wat betreft investeringsbevordering kijken de Brabantse partners vooral naar China, India, Zuid Korea en Duitsland. Doelgroeplanden voor export op de lange termijn zijn ook Rusland en Brazilië. Momenteel beperkt het afzetgebied zich nog tot Noord-Europa. Duurzame Energie Zowel in Brussel als binnen de regio staat duurzame energie hoog op de agenda. Met oog op de toekomst (vanaf 2014) wil men zicht krijgen en houden op Europese samenwerkingsmogelijkheden. Verder leeft de behoefte aan projectondersteuning om de drempel te verlagen voor het indienen van een projectvoorstel, om de kwaliteit van het voorstel te verbeteren (kennis) en de slagingskans binnen Brussel te vergroten (lobby).
25
Hoofdstuk 4 Internationalisering- op naar de top
26
Hoofdstuk 4 Internationalisering- op naar de top
Het tweede grote onderwerp is zichtbaarheid (profilering) en “practise what you preach.” Brabant staat momenteel nog niet als duurzame regio op de kaart. Brabantse steden scoren laag als het gaat om duurzaamheid (afval, wonen, mobiliteit, energie verbruik etc.). Kopenhagen is koploper en creëert daarmee geloofwaardigheid om investeringen aan te trekken en pilotprojecten uit te voeren. De Brabantse regiopartners willen via proeftuinen pilotprojecten initiëren en alle duurzame energie-initiatieven (onder andere KIC) bundelen en etaleren. Bij de toe komstige p rofilering dient verder duidelijk te zijn dat de regio een sterke industriële en kennispositie heeft in technologiemarkten die relevant zijn voor duurzame energie, zoals nano-elektronica, embedded systems en software. Vooral op het gebied van elektrisch rijden kunnen de partners aanhaken bij Holland Branding. Bij samenwerking op het gebied van innovatie wordt in korte afstanden gedacht, aangezien de fysieke nabijheid, cultuur en bestaande samenwerkingsstructuren via de Europese programma’s het traject aanzienlijk vereenvoudigen. Voor handel en FDI zijn ook relaties op lange afstanden kansrijk. Voor alle drie de onderdelen (Biobased, Elektrisch Rijden & Slimme Netten en Solar) zijn ook enkele landen in Azië met sterke ambities voor een nieuwe energiemarkt interessant. Het MKB kan nader ondersteund worden bij het vermarkten van hun producten op de internationale markt. Hierbij kan mogelijk op getrokken worden met Vlaanderen (VOKA). In overleg met betrokken partijen zou een strategie kunnen worden ontwikkeld over welke acties op welke markten succes beloven. Ook voor de duurzame energiesector is de beschik baarheid van technisch geschoold personeel op MBO-niveau nu al een probleem. Dit zal in de toekomst nog erger worden. Het houden en aantrekken van geschikte werknemers is dus ook hier een aandachtspunt. Gezond Ouder Worden In dit kader staat Brabant voor een kansrijke opgave met een triple win: het bevorderen van (zorg)economische ontwikkeling, actief en gezond leven (ouder worden) en passende diensten en voorzieningen rond wonen, welzijn en gezondheidszorg. Vanuit het per spectief van internationalisering blijft de focus op het terrein van Active & Healthy Ageing voor Brabant en haar partners op het (door)ontwikkelen van kennis, projecten en netwerken in een Triple Helix-omgeving. Denkrichtingen zijn om in samenspel met partners onder andere een proeftuin voor new business development te ontwikkelen, innovatieve publiek-private samenwerkingsvormen uit te werken en kennisbevordering en capacity building te bewerkstelligen bij stakeholders uit de Triple
Helix. Het doel is om deze kracht meer uit te dragen en te vermarkten, samen met onze partners. De kansen voor innovatieve samenwerking zien de partners ook voor de toekomst bij regio’s in de UK, België, Frankrijk, Scandinavië en in minder mate in de rest van Europa. Voor het aantrekken van FDI en handel kijkt men naar de VS en China. Japan en Zuid-Korea zijn ook interessant qua afzetmarkt. In Brussel weten de partijen de weg goed te vinden, maar dit gebeurt nog vrij versnipperd. De uitdaging ligt er in om tot een meer ge zamenlijke public affairs te komen vanuit de verschillende beleidsterreinen van de provincie, en samen met de Brabantse partners zoals BrabantStad en Brainport (zie onder andere Brainport Development, 2012). Duurzame Agrofood Om de heel sterke concurrentiepositie in de agrofood te behouden is het noodzakelijk om te komen tot nieuwe onderscheidende waarden en verdienmodellen binnen de gehele agrofood. Een sector die op de huidige ontwikkelingen wil kunnen meespelen vanuit een hoog kostenniveau (in ieder geval van arbeid en grond), moet structureel innovatiever zijn dan de concurrenten. De koers in Brabant is daarom gericht op duurzaamheid, waardetoevoeging in ketens en gebieden en maatschappelijke legitimatie. Wat betreft innovaties en het openleggen van nieuwe markten is een sterk cross-sectorale insteek met verbindingen binnen en buiten de provincie- en landsgrenzen heel belangrijk. Ook het Planbureau van de Leefomgeving benadrukt in zijn rapport de noodzakelijkheid om de netwerkstructuren voor de agrofoodsctor uit te bouwen (PBL, 2012). Om structureel innovatiever te zijn dan de internationale concurrentie is een minimale kritische massa aan deelnemende bedrijven noodzakelijk. Daarom wordt er binnen het innovatiebeleid bekeken met welke partijen op welke thema’s in het binnen- en buitenland kan worden samengewerkt. Om de sector ook buiten Noordwest-Europa te positio neren, de grootste huidige afzetmarkt, is het belangrijk internationale acquisitie op te zetten. Hierbij is de positionering van het Noord-Brabantse Agrofoodcluster als versregio én toonaangevende proeftuin op het gebied van voedsel, voedselbereiding en -beleving. Zowel voor export als voor investeringen (uitgangsmaterialen, machines & apparatuur, primaire productie en verwerking, logistiek en ketenkennis) liggen grote kansen buiten Europa. In de uitvoeringsagenda Brabantse Agrofood 2020 van de provincie is internationalisering als een van de vijf aandachtspunten opgenomen.
27
Hoofdstuk 4 Internationalisering- op naar de top
Internationale samenwerking
Algemene activiteiten
Slimme mobiliteit
• Continueren relatie Wielkopolska (Innovatie)
• De onderlinge samenwerking met regiopartners
• Stimulering binnenhalen buitenlandse missies/ naar Brabant • Natuurlijke partners: Vlaamse en Waalse provincies
bestendigen en het sluiten van allianties met Europese (grens)regio’s; NRWF, Baden Württemberg, Beieren, Vlaanderen, Nord-Pas-de-Calais, Zuid-Oost Engeland; Turkije (DAF, automotive) • Jiangsu (binnenvaart, smart solutions) • Brabantse propositie bekend maken onder investeerders
Investeringsbevordering/ vestigingsklimaat (internationale acquisitie volgt acquisitiestrategie BOM 2012-2015
Versterken relatie Agentschap.nl,
Handelsbevordering
Internationalisering MKB, via triple helix
Logistiek/automotive prio 2 sector BOM
nationale acquisitie-doelstellingen
georganiseerde missies langs themalijnen, aansluiting nationale missies + evt samenwerking
• Brazilië (automotive), China, India, Zuid-Korea, Duitsland. • Aansluiting borgen met nationale missies
met Vlaanderen
Netwerken & Kennisuitwisseling
Internationalisering arbeidsmarkt en onderwijs
Europese fondsen
AER, CvdR: netwerkplatform voor contact
• Alliantievorming met vergelijkbare regio’s
met andere regio’s
• POLIS
• Aantrekken en behouden van (kennis)werkers • Internationalisering onderwijs, Expatcentre, Samenwerken met Triple Helix partners, (bijvoorbeeld het regelen van stageplaatsen voor internationale studenten), ➤
• Ontwikkelen lijn ondersteuning EU subsidieaanvragen;
• TEN-T • KIC Urban Mobility
• Continue inzet op OP, Interreg, POP • Ontwikkelen participatie fondsenstructuur (Jessica, Jeremie etc) meer oog voor kansen Europese subsidieprogramma’s (uitdiepen calls etc)
Profilering/ branding
Public Affairs
28
• Uitdragen Brabantse triple helix-gedachte
Proeftuinen, Brainport regio en Dinalog benutten
• Brabant: high tech – high touch
ter profilering van cross-over High Tech en mobi-
• Brabant: Europe’s heart of smart of solutions
liteit
Versterkte inzet op ontwikkeling en beïnvloeding
Organiseren van structurele PA aanpak
Brusselse/Haagse beleidsagenda
op het gebied van slimme mobiliteit.
Hoofdstuk 4 Internationalisering- op naar de top
Duurzame Energie
Gezond ouder worden
Duurzame Agrofood
Jiangsu (cleantech + besparing), Rusland
Turkije, UK, Scandinavië, Jiangsu (biotech,
• Uitbouwen netwerkstructuren van
pharma)
de agrofoodsector; • Partners zoeken met betrekking tot innovatieprojecten (kritische massa); • Jiangsu (gezonde voeding) • Wielkopolska (leader+ programma
Renewables/Solar prio 2 sector BOM:
Medtech prio 1 sector BOM: sterk cluster
Inzet op binnenhalen OEM’s
DB/Oss/Eindhoven
Vlaanderen, Brazilië,
Jiangsu, Brazilië (life science)
Jiangsu, Verenigd Koninkrijk
Food prio 2 sector BOM
• Brazilië (food/foodprocessing) • Aansluiting nationale missies
Frankrijk, Duitsland (elektrisch rijden)
AER, AAL,
Leader+ netwerken
Uitbreiden CORAL-netwerk
optimaliseren van diensten ten behoeve van grensoverschrijdende arbeid, internationaliseren van informatie voor werknemers en ondernemers, zoeken naar oplossingen voor adequate woonvoorzieningen voor buitenlandse werknemers
Interreg IV en V programma’s
POP3
Proeftuinen gebruiken ter profilering, Inzet op
Opstellen van een profileringsaanpak, incl.
Positionering van het agrofoodcluster als
Brabant als duurzame regio
kernboodschap van gezond ouder worden/
versregio én toonaangevende proeftuin op
zorgeconomie Nieuwe proeftuinen gericht op
het gebied van voedsel, voedselbereiding
new business development, innovatieve samen-
en –beleving
TEN-E Kernactiviteit in nieuwe Europese programma- periode Horizon2020, Beter zicht op de kansen binnen Europa, zowel op potentiële samenwerkingspartners, als inhoudelijke programma’s; Ondersteuning voortraject bij projectvoorstellen en vergroten slagingskans via lobby; Het creëren van aanjaaggeld voor het door ontwikkelen van ideeën met de vertaalslag naar Europese projecten;
werkingsvormen (PPS) en kennisbevordering & capacity building gebruiken in de profilering
Energie Prioriteit HNP/IPO
Opstellen van een Brabantse public affairs
Uitkomsten Commissie van Doorn + gevolgen
agenda rond gezond ouder worden/ zorgeconomie
29
hoofdstuk een- Inleiding
Hoofdstuk 5 Organisatorische implicaties
Hoofdstuk 5 Vier maatschappelijke opgaven (themalijn)
5 Organisatorische implicaties De provincie Noord-Brabant heeft het, inmiddels breed gedragen, initiatief genomen om tot deze gemeenschappelijke meerjarenstrategie en uitvoeringsagenda te komen. Aangezien het een gezamenlijke opgave is van de Brabantse partijen, is het belangrijk een vitaal en flexibel netwerk te onderhouden.
Affairs Team is net versterkt en in opbouw. Er is 3 fte beschikbaar voor Brussel, 2 fte voor Den Haag en 1 fte voor de coördinator die werkt vanuit ‘s-Hertogenbosch.
Provincie Noord-Brabant Bij de provincie Noord-Brabant ligt het bestuurlijke opdrachtgeverschap bij het college van Gedeputeerde Staten maar het is Provinciale Staten die de meer jarenstrategie uiteindelijk vaststelt. Vervolgens geven GS ondersteund door het ambtelijk apparaat invulling aan de uitvoering van de strategie. De jaarlijkse uit voeringsplannen worden de Statencommissie Economische Zaken en Bestuur ter kennisname aangeboden. Op bestuurlijk niveau wordt verder een consultatieve groep uit de Triple Helix gevormd, die een à twee keer per jaar bij elkaar komt.
1 x Expert Leef- en Vestigingsklimaat Het expert-team zal ten slotte versterkt moeten worden met een intermediair die schakelt tussen relevante activiteiten die te maken hebben met de ontwikkeling van de quality of life, met als doel het behoud en aantrekken van (kennis)werkers en bedrijven (onder andere inter nationalisering van de arbeidsmarkt en het onderwijs, sport, cultuur, vrijetijdseconomie). Er komt 0,5 fte (E&M).
Triple Helix-Beraad Het voorstel is de Triple Helix-partners in de gezamenlijke uitvoering een belangrijke rol te laten blijven vervullen. De volgende Brabantse partners zijn voor een (ambtelijk) Triple Helix-Beraad benaderd: Tu/E, UvT, Avans, NHTV, Brainport/Eindhoven, KvK Brabant, KvK Zuidwest Nederland, Regio Noordoost Brabant, Midpoint, Strategic Board Zuidwest Nederland, ZLTO, BrabantStad, BZW en de BOM. Het Beraad staat ook voor andere partners open. Voorzitter is de Directeur Economie en Mobiliteit van de provincie Noord-Brabant. Het Triple Helix-Beraad kan binnen de kaders van het strategische meerjarenplan een opdracht in de regio uitzetten om met project- en programmavoorstellen te komen. Brabant Expert Team Een zogenaamd Brabant Expert Team gaat vervolgens Brabant-breed aan de slag. Het voorstel is om een team van 8 experts samen te stellen met de volgende achtergrond: 1 x Expert Internationale Zaken Expertise op het gebied van Europese wet- en regel geving, Europese subsidies en internationale samen werking. Bureau Internationale Zaken heeft 14 fte. 1 x Expert Public Affairs Expertise op het gebied van belangenbehartiging en beleidsbeïnvloeding in Den Haag en Brussel. Het Public
32
1 x Expert Branding Het branding-team bestaat uit 3 fte, deels gebaseerd op voormalig team Merk Brabant.
4 x Expert Maatschappelijke Opgave Deze thema-experts fungeren als linking pins tussen het Brabants Expert Team en hun eigen thematisch focusteam. Aangezien zij inhoudelijke expertise meenemen en nu al in hun dagelijkse werk verbonden zijn met internationale vraagstukken, hoeven hiervoor geen additionele fte’s vrij gemaakt te worden. Het gaat om duurzame energie (E&M), duurzame agrofood (PM), slimme mobiliteit (E&M) en gezond ouder worden (SCO/E&M). Alle formatie-uitbreidingen zijn binnen de gestelde1000 formatieplaatsen gerealiseerd. Elke betrokken Triple Helix-partner wordt verzocht vanuit zijn achterban een persoon aan te wijzen die aanspreekpunt wordt voor deze nieuwe samenwerkingsvorm. Er zullen ook gevallen van internationaliseringsactiviteiten zijn wanneer een Triple Helix-aanpak niet de meest geschikte benadering is. Hier zal de provinciale organisatie autonoom opereren. Het vergroten van het bewustzijn en het verstevigen van het draagvlak rondom nut & noodzaak van internationalisering binnen de provinciale organisatie kan nog verder worden versterkt. Alle medewerkers zullen zo mogelijk actief worden benaderd om inter nationalisering onderdeel te laten zijn van hun dagelijkse werkzaamheden.
Hoofdstuk 5 Vier maatschappelijke opgaven (themalijn)
en
Branding
ur Foc za us m e Tea Ag m ro fo od
rd m ea Wo sT r cu ude O d
on
Fo
ez
G
BIZ
Opdrachtgever
Du
PA/Lobby
Triple Helix Beraad
Qu a of lity Life
F im ocu m s e T M eam ob ili te it Sl
Brabant Expert Team
m ie ea erg s T en cu e F o am z ur Du
Consultatieve Groep (bestuurlijk)
Opdrachtnemer Focus team (incl. linkin pin)
33
Bijlage: Deelnemers tafelbijeenkomsten
Bijlage: Deelnemers tafelbijeenkomsten
Duurzame Energie Internationaliseringtafel BioBased (24 november 2011)
36
Organisatie
De heer/mevrouw
Naam
AlgaeLink N.V.
De heer
Peter van den Dorpel
Avans Hogeschool
De heer
Willem den Ouden
Brabants Zeeuwse Werkgeversvereniging
De heer
Wies Saman
BOM
De heer
Marcel de Haan
BOM
De heer
Richard l'Ami
Brabantse Ontwikkelings Maatschappij
De heer
Erik van Oorschot
Buck Consultants International
De heer
Paul Bleumink
Cargill
De heer
Theo van den Abeele
Dialogic
De heer
Bram Kaashoek
Dialogic
Mevrouw
LeoniqueKorlaar
Dow Benelux B.V.
De heer
Gerard van Harten
EBC Taleninstituut
Mevrouw
Liesbeth van Kerkhof
El&I
De heer
Dirk de Jong
EPL Europe BV
De heer
Sem Dijkshoorn
EPL Europe BV
De heer
Fuad Kahn
EPL Europe BV
De heer
Harry Kirk
Gemeente Bergen op Zoom
De heer
DietmarLemmens
Glycanex
De heer
Rob Versluijs
Hogeschool HAS Den Bosch
De heer
Hans Clarijs
Hogeschool HAS Den Bosch
De heer
Gert-Jan van Delft
Hogeschool Zeeland
De heer
Peter van Dongen
Kamer van Koophandel
De heer
Mark Volleman
Kamer van Koophandel
De heer
Marcel Voeten
Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
De heer
Paul Boeding
Bijlage: Deelnemers tafelbijeenkomsten
Organisatie
De heer/mevrouw
Naam
Ministerie van Buitenlandse Zaken
De heer
Tim Masselink
N.V. Economische Impuls Zeeland
De heer
Gijsbrecht Gunter
N.V. Economische Impuls Zeeland
De heer
Dick ten Voorde
NV REWIN
De heer
Freek van den Heuvel
NV REWIN West-Brabant
De heer
Guido van Liefland
PNO Consultants
De heer
Jelle Oomen
Provincie Noord-Brabant
De heer
Bert Pauli
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Ivka Orbon
Provincie Noord Brabant
De heer
Waldo Maaskant
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Irene Lammers
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Conny Moonen
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Conny de Gram
Provincie Zeeland
De heer
Ben de Reu
Provincie Zeeland
De heer
Paulus Woets
Provincie Zeeland
De heer
Koos de Groot
Rabobank
De heer
Daan Dijk
Rodenburg Biopolymers
De heer
Aaik Rodenburg
Sabic-ip
De heer
Jan de Boer
Suiker Unie
De heer
Paul Hagens
Suiker Unie
De heer
Albert Markusse
VNCI
De heer
Nelo Emerencia
Wageningen UR - Food and Biobased Research
De heer
Christiaan Bolck
Yara
De heer
Jos van Damme
Zeeland Seaports
De heer
Peter Geertse
37
Bijlage: Deelnemers tafelbijeenkomsten
Deelnemers internationaliseringtafel Duurzame Energie (14 december 2011)
38
Organisatie
De heer/mevrouw
Naam
Avans Hogeschool
De heer
Willem de Ouden
BOM
De heer
Dick de Jager
BOM
De heer
Marcel de Haan
BOM
De heer
Richard l'Ami
BOM
De heer
Paul Gosselink
BrainportDevelopment
De heer
Wim de Kinderen
Brainport industries
De heer
John Blankendaal
BMF
De heer
Nol Verdaasdonk
Expat Center
De heer
Ron Stoop
Gemeente Eindhoven
De heer
Twan de Bruijn
Millvision BV
De heer
Leon Joore
Provincie Noord-Brabant
De heer
Rob de Groot
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Gwen Zuring
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Elisabeth Koch
Provincie Noord-Brabant
De heer
Jeroen Kroonen
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Ivka Orbon
Solliance
De heer
Hein Willems
SRE
Mevrouw
Barbara Marcus
SRE
Mevrouw
Jannet Wiggers
SRE
De heer
Jan Westra
Stimulus / Provincie
De heer
Hans Overbeek
Stimulus / Provincie
Mevrouw
Chantal Doedens
TU Eindhoven
De heer
Rick Harwig
TU Eindhoven
De heer
Clement Goossens
Bijlage: Deelnemers tafelbijeenkomsten
Internationaliseringtafel Elektrisch Rijden ( 20 december 2011) Organisatie
De heer/mevrouw
Naam
Accenture
De heer
Mark Schütz
Automotive NL
De heer
Paul Krieckaert
Brainport
De heer
Pieter Noordzij
FIER
De heer
Harm Weken
FIER
De heer
Mathijs Vaessen
Gemeente Helmond
De heer
Daniël de Klein
HTCE
De heer
Cees Admiraal
HTAS
De heer
Anton Wolthuis
ProRail / PROOV
De heer
Arnaud van der Sluis
Provincie Noord-Brabant
De heer
Jeroen Kroonen
Provincie Noord-Brabant
mevrouw
Ivette v.d. Linden
Provincie Noord-Brabant
mevrouw
Ivca Orbon
TNO
De heer
Frank Hagemeier
Verhulst Projectmanagement
De heer
Frank Verhulst
Verdiepingstafel internationalisering en duurzame energie (13 maart 2012) Organisatie
De heer/mevrouw
Naam
Automotive NL
De heer
Anton Wolthuis
Solliance
De heer
Hein Willems
Brabantse Ontwikkelings Maatschappij
De heer
Dick de Jager
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Conny Moonen
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Hilke Haase
Provincie Noord-Brabant
De heer
Rob de Groot
Technische Universiteit Eindhoven
De heer
Clément Goossens
Dialogic
De heer
Hugo Gillebaard
Rewin
De heer
Freek van den Heuvel
39
Bijlage: Deelnemers tafelbijeenkomsten
Slimme Mobiliteit Deelnemers internationaliseringtafel Slimme Mobiliteit (14 december 2011) Organisatie
40
De heer/mevrouw
Naam
Automotive NL
De heer
Paul Krieckaert
ARS
De heer
Jan Linssen
BMF
De heer
Michiel Visser
BMF
Mevouw
Dianne Schellekens
BOM
De heer
Marc de Haas
BOM
De heer
Marcel de Haan
BOM
Mevrouw
Edith Groenewolt
BOM
De heer
Richard l'Ami
Brainport
De heer
Pieter Noordzij
BrainportDevelopment
Mevrouw
Yvonne van Hest
Expat Center
De heer
Ron Stoop
Gemeente Den Bosch
De heer
Marcel Berends
Havenschap Moerdijk
De heer
Ferdinant v.d. Oever
Gemeente Helmond
De heer
Gert Blom
Gemeente Tilburg
De heer
Paul Schuylenburg
IBM
De heer
Erik-Marc Huitema
MCA
De heer
John Hondebrink
MCA
De heer
Bert Hilberts
Midpoint Brabant
De heer
Frank Boss
NHTV
De heer
Rien Smalheer
NS
De heer
Wil Joosten
NXP
De heer
Ralph von Vignau
NXP Semiconductors
De heer
Maurice Geraets
Provincie Noord-Brabant
De heer
Joost van Gils
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Dieuwke Piebenga
Provincie Noord-Brabant
De heer
Mathijs v Miltenburg
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Elisabeth Koch
Provincie Noord-Brabant
De heer
Bart v.d. Sande
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Helma van Oosterhout
Provincie Noord-Brabant
De heer
Harmen Bijsterbosch
Rewin
De heer
Martin van der Broek
TNO
Mevrouw
J. van den Broek
TNO
De heer
Leo Kusters
TU Eindhoven
De heer
Carlo van de Weijer
De heer
Hans Ries
Bijlage: Deelnemers tafelbijeenkomsten
Deelnemers verdiepingstafel internationalisering en Slimme Mobiliteit (12 maart 2012) Organisatie
De heer/mevrouw
Naam
Automotive NL
De heer
Paul Krieckaert
Brabantse Ontwikkelings Maatschappij
De heer
Marc Haas
Brainport
De heer
Pieter Noordzij
Gemeente Helmond
De heer
Gert Blom
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Dieuwke Piebenga
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Conny Moonen
NXP Semiconductors
De heer
Maurice Geraets
TNO
De heer
Leo Kusters
Technische Universiteit Eindhoven
De heer
Carlo van de Weijer
Technische Universiteit Eindhoven
De heer
Jan Fransoo
Dialogic
De heer
Hugo Gillebaard
Gezond Ouder Worden Deelnemers internationaliseringstafel Gezond ouder worden (1 maart 2012) Organisatie
De heer/mevrouw
Naam
KBO Brabant
Mevrouw
Marielle Peters
Provinciale Vrouwenraad
Mevrouw
Truus Houtepen
ANBO
De heer
Riet Hammen
Cooperatie Esbeek
De heer
Wiet van Meel
Expertisecentrum Familizorg
Mevrouw
Ellen Willemse
Programmaraad Dementie
Mevrouw
Hilde Stoop
Zorgbelang Brabant
De heer
Cock Vermolen
Gemeente 's-Hertogenbosch
De heer
Piet Jan den Dikken
Gemeente Roosendaal
De heer
Pascal Vermeulen
Gemeente Veldhoven
Mevrouw
Annelies Manders
Gemeente Veldhoven
De heer
Huub Stroeks
Gemeente Eersel (Breedband Brabant Manifest)
Mevrouw
Anja Thijs
Careyn
De heer
Roger Jongen
Helpt Elkander (woningcorporatie)
De heer
Henri Smits
Living Lab/ Woonbedrijf
De heer
Peter Soethoudt
Minase Consulting
De heer
Jan Rietsema
TU/e ID en Smart environments
Mevrouw
Caroline Hummels
41
Bijlage: Deelnemers tafelbijeenkomsten
Organisatie
De heer/mevrouw
Naam
TU/e Fac. Electrical Engineering
De heer
Jan S. Misker
Fontys
De heer
Joost van Hoof
Fontys
Mevrouw
Eveline Wouters
PON
Mevrouw
Erna Hooghiemstra
PON
Mevrouw
Mirjam Smulders
Smart Homes
De heer
Ad van Berlo
ROC Eindhoven
Mevrouw
Irma Rabelink
Kamer van Koophandel Brabant
Mevrouw
Marielle Renee
Digitale agenda SRE
De heer
Ben Cornelis
Midpoint, Care avenue
De heer
John van Kuijk
ERAC/ Midpoint
De heer
Huub Smulders
Slimmer leven 2020
De heer
Peter Portheine
uitrol slimme zorg West-Brabant: AREA consult
42
Lenny Dekkers
SRE Platform Zorgcooperatieve ontwikkeling
De heer
Dick Loeff
SER Brabant
De heer
Leo Dubbeldam
Provinciale Raad Gezondheid
De heer
Alexander van den Dungen
Syntens
Mevrouw
Janneke Kampen
Philips Electronics Nederland B.V
De heer
Gérôme Friesen
Lifetec zone en BOM
Mevrouw
Ria Hein (voorzitter)
Simpact
De heer
Stephan Roijers
Habipro
De heer
Eric Schlangen
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Renate
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Lieke van Alphen
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Berna Schellekens
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Astrid
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Anne van Kuijk
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Irene Lammers
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Conny Moonen
Provincie Noord-Brabant
De heer
Edwin Mermans
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Jolanda Schneider
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Marlon Peeters
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Hilke Haase
Provincie Noord-Brabant
De heer
Erik van Merrienboer
Provincie Noord-Brabant (Statenlid CDA)
Mevrouw
Conny Kerkhof
Provincie Noord-Brabant (Statenlid D66)
Marusjka Lestrade
Provincie Noord-Brabant (Statenlid VVD)
Hubert Koevoets
Bijlage: Deelnemers tafelbijeenkomsten
Verdiepingstafel internationalisering gezond ouder worden (20 maart 2012) Organisatie
De heer/mevrouw
Naam
Brainport
De heer
Peter Portheine
Smart Homes
De heer
Ad van Berlo
Technische Universiteit Eindhoven
Mevrouw
Caroline Hummels
Zorgvuldigadvies
De heer
Piet de Bekker
Provinciale Raad gezondheid
De heer
Alexander van den Dungen
Syntens
Mevrouw
Janneke Kampen
Area Consult
Lenny Dekkers
Fontys Paramedisch
Mevrouw
Eveline Wouters
Provincie Noord-Brabant
De heer
Edwin Mermans
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Conny Moonen
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Jolanda Schneider
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Marlon Peeters
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Hilke Haase
Dialogic
De heer
Hugo Gillebaard
Mevrouw
Marielle Swinkels
43
Bijlage: Deelnemers tafelbijeenkomsten
Tabel I.9: Deelnemers Strategisch Beraad
44
Organisatie
De heer/mevrouw
Naam
Regio Noord-Oost
Mevrouw
Anja van Hout
Regio Noord-Oost
De heer
Arjen van Nuland
Gemeente Eindhoven - Brainport Development
De heer
Anthony van de Ven
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Karin van de Berg
Provincie Noord-Brabant
De heer
Erik van Merrienboer
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Conny Moonen
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Elisabeth Koch
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Hilke Haase
Provincie Noord-Brabant
Mevrouw
Gwen Zuring
BrabantStad
Mevrouw
Natasja Wijnen
Technische Universiteit Eindhoven
De heer
Clément Goossens
Brabantse Ontwikkelings Maatschappij
De heer
Richard L´Ami
Brabantse Ontwikkelings Maatschappij
De heer
Dick de Jager
Brainport Development
De heer
Edgar van Leest
Strategic board Zuidwest-Nederland
Mevrouw
Lia Voermans
ZLTO
De heer
Frank van Oorschot
Kamer van Koophandel Brabant
De heer
Gijs Bosch
Kamer van Koophandel Brabant
De heer
Henk Rosman
Avans Hogeschool
De heer
Jan van Wijk
Midpoint Brabant
De heer
Pierre van Kleef
Midpoint Brabant
De heer
Leo Beckers
Tilburg University
Mevrouw
Roos Hogenkamp
Kamer van Koophandel Zuid-West Nederland
De heer
Rob van Renterghem
Gemeente Eindhoven
De heer
Twan de Bruijn
Colofon dit is een uitgave van de Provincie Noord-Brabant www.brabant.nl/internationaal
[email protected]
Augustus 2012 Grafisch ontwerp Van Riet Ontwerpers, ‘s-Hertogenbosch