BLOEMENDAAL – Onderzoek Brandbestrijding Onderzoek naar een ideale brandbestrijding bij een drietal representatieve objecten in verschillende ruimtelijk zones binnen de Gemeente Bloemendaal
Overzichtskaart Haarlem, Bloemendaal en Zandvoort
Suurenbroek Consultancy BV. Zuiderspoorstraat 45 7512 AZ Enschede
[email protected] www.brandgang.nl Gsm. +31 (0) 6 - 206 79 899 Tel. +31 (0) 53 - 23 059 23
26 Maart 2015
Inhoudsopgave
Inleiding.............................................................................................................................................. 3 H.1
Vraagstelling, opdracht en klankbordgroep .............................................................................. 3
H.2 Gebiedsoriëntatie ...................................................................................................................... 4 2.1 Inwoners en huishoudens (CBS) ............................................................................................ 5 2.2 Bouwkundige staat ................................................................................................................ 6 2.3 Dagelijkse waterbehoefte....................................................................................................... 7 2.4 Oppervlaktewater .................................................................................................................. 9 2.5 Natuurbeheer versus brandbestrijding ................................................................................. 12 H.3 Brandverloop en ideale brandweerinzet ................................................................................. 13 3.1 Observaties vooraf............................................................................................................... 13 3.2 Representatieve objecten .................................................................................................... 15 3.3 Camping in kust- en duinzone ............................................................................................. 16 3.4 Villa in landgoederenzone .................................................................................................... 18 3.5 Kinderdagverblijf in dorpenzone .......................................................................................... 20 H.4 Resumé .................................................................................................................................. 22 Aanbevelingen .............................................................................................................................. 23 Geraadpleegde literatuur ................................................................................................................. 24 Bijlagen ............................................................................................................................................ 25 Bijlage 1: Deelnemers klankbordgroep ...................................................................................... 25 Bijlage 2: Schema logistiek bluswater ........................................................................................ 26 Bijlage 3: Tankwagen met trekker.............................................................................................. 27 Bijlage 4: Spuigegevens PWN ................................................................................................... 28
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
2
Inleiding Namens de Gemeente Bloemendaal is onderzoek verricht naar een meest ideale brandweeroptreden in de gemeente. Aanleiding voor het onderzoek is de brandbestrijding w.o. de bluswatervoorziening bij de recente brand in de Bos en Duinschool - juli 2014 -en brand in een villa in Aerdenhout in maart 2012. De brandbestrijding bij deze objecten heeft bij betrokkenen, omwonenden, belangenvertegenwoordigers en bestuurders tot vragen geleid. Deze branden zelf echter zijn niet onderwerp van onderzoek. Met name de brand van de Bos en Duinschool op maandagavond 14 juli 2014 heeft bij de inwoners van Bloemendaal een grote impact gehad. Om die reden acht de gemeente het belangrijk duidelijkheid te verkrijgen over wat men kan en mag verwachten van de brandweer. Ongerustheid en onduidelijkheid over de brandbestrijding, de snelheid van optreden, de lokale bekendheid of de bluswatervoorziening bestaat ook bij de raad. Tijdens een informatieavond voor omwonenden en ouders van leerlingen van de Bos en Duinschool bleek dat ook zij zich zorgen maken.
H.1
Vraagstelling, opdracht en klankbordgroep
In de structuurvisie van de gemeente Bloemendaal is een verdeling gemaakt in drie zones: kust- en duinzone, landgoederenzone en dorpenzone. Voor iedere zone is een object aangewezen dat representatief wordt gezien voor die betreffende zone. Het onderzoek is gericht op de beschrijving van een ideale brandweerrespons, maar wel praktisch ingestoken, van één representatief gedacht object per zone. De verschillende objecten vragen een eigen benadering m.b.t. de brandbestrijding en de voorbereiding daarop. Met de klankbordgroep is onderstaande vraag geformuleerd:
Op welke wijze kan een brand in Bloemendaal zo ideaal mogelijk bestreden worden, los van bestaande methodes en protocollen? De Veiligheidsregio heeft haar beleid en dekkingsplannen breed uitgezet, maar wat verwacht kan of mag worden blijkt desondanks bij de inwoners niet altijd helder: de verwachting is kennelijk anders dan de brandweer in haar beleid en dekkingsplannen weergeeft. ‘Voor het gevoel’ lijkt de praktijk anders, zoals bij eerder genoemde branden werd gezien. Om een duidelijker beeld te krijgen van wat leeft bij de bevolking is een klankbordgroep opgericht bestaande uit representanten van belangengroeperingen, inwoners en bij het onderzoek betrokken partijen (zie bijlage). In de 1e vergadering met de klankbordgroep (24 nov. 2014) is de ongerustheid en onduidelijkheid besproken evenals de representativiteit van de objecten. Tevens is besproken de relatie met de vraagstelling in het onderzoek. In de 2e klankbordgroep vergadering (27 jan. 2015) zijn de brandgevaren en het brandverloop besproken teneinde een gemeenschappelijk beeld hierover bij de leden te krijgen. Ook is de vraagstelling vastgelegd (zoals hierboven cursief weergegeven) en is de representativiteit van de objecten vastgelegd. NB voor wat betreft de landgoederenzone is naast een villa aan de Zwaluwenweg op verzoek van de klankbordgroep tevens een villa aan de Boekenroodeweg in de beschouwing opgenomen. De inbreng van de klankbordgroep is vervolgens meegenomen in het verdere onderzoek.
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
3
H.2
Gebiedsoriëntatie
Voor dit onderzoek is een zekere bekendheid met het gebied noodzakelijk. Aan de hand van gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en met behulp van internet kan een eerste indruk worden verkregen. De verzamelde gegevens werden getoetst aan verschillende gebiedsverkenningen per auto en te voet. Een aantal voor dit onderzoek relevante gegevens zijn in dit rapport opgenomen. Het gebied bestaat uit verschillende bijna aaneengesloten dorpskernen met Bloemendaal als grootste kern. De bevolkingsdichtheid lijkt niet hoog door de relatief grote spreiding in het gebied. Het waterleidingsysteem is afgestemd op de dagelijkse waterbehoefte. Hierop wordt later in dit rapport teruggekomen. Er is een grote landschappelijke verscheidenheid: bebouwd gebied, natte en droge infrastructuur, groen, bossen, duinen, parken, waterpartijen, watergangen. De verspreide kernen afgewisseld met parken enz. leveren een infrastructureel netwerk met veel variatie en afwisseling maar ook een op het eerste gezicht wat onoverzichtelijke wegenstructuur. Het gebied kenmerkt zich daarbij door een groot aantal villa’s, buitenhuizen en landgoederen. Voor de bewoners speelt privacy vaak een belangrijke rol. De beschutte en vaak ook ‘anonieme’ ligging staat op gespannen voet met het eenvoudig vinden door de brandweer: ze moeten daardoor soms langer zoeken bij brand. Maar ook in de preventieve en preparatieve fase zijn de objecten mogelijk moeilijker toegankelijk. Hier manifesteert zich het klassieke dilemma tussen ‘safety’ en ‘security’. Gebiedsbekendheid is van belang bij aanrijden van de brandweer: vergissingen of onbekendheid met objecten, buurten en aanrijwegen kan in dit gebied relatief snel veel tijd kosten door omrijden en terugrijden. Ook voor het kennen van bluswatervoorzieningen (open water) en de aard van de gebouwen en instellingen is een lokale bekendheid van groot belang. Een groot deel van het aangesloten wateroppervlak is onderdeel van de drinkwatervoorziening. Het waterwingebied en het oppervlaktewater kennen een hoog beschermingsniveau. Het areaal aan duin- en bosgebied is groot en de landschappelijke waarde is hoog. Dit is onderdeel van het Nationaal Park Zuid Kennemerland (de Kennemer duinen), een gebied met veel parken en wandelgelegenheden. Deze gebieden zijn niet goed begaanbaar met conventionele voertuigen. Zelfs 4-wiel aangedreven voertuigen kunnen zich hier vastrijden, zeker de zware brandweerwagens. Behalve tot uitval van materieel leidt vastrijden tot blokkering van de (overige) logistiek en tot stagnatie in de brandbestrijding. Ook in het kust-, duin- en bosgebied is hierdoor een goede bekendheid van de lokale situatie (‘bij iedere chauffeur’) essentieel én is specifiek voor het gebied toegerust materieel noodzakelijk.
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
4
2.1
Inwoners en huishoudens (CBS)
Uit gegevens van het CBS (gebaseerd op de kerncijfers voor het jaar 2012, CSB Den Haag/Heerlen 11 dec 2014) is de gemeente Bloemendaal in 27 buurten verdeeld. De gemeente heeft in totaal 22.055 inwoners over 9.255 huishoudens. We zien samenvattend de onderstaande onderverdeling. Nb. Een beschouwing naar ‘gemiddeld’ oppervlakte of woningwaarde per woning of inwoner is achterwege gelaten want door het grote aandeel natuurgebied zou dat snel een vertekend beeld geven.
Tabel 1. CBS 2012
inwoners
huishoudens
wijk (00) Bloemendaal
6.195
2.725
wijk (01) Overveen
4.150
1.635
wijk (02) Aerdenhout
4.375
1.750
wijk (03) Vogelenzang
2.195
960
wijk (04) Bennebroek
5.140
2.185
Totaal gemeente Bloemendaal
22.055
9.255
De wijken zijn onderverdeeld in buurten waarvan er in het kader van brandveiligheid er een paar opvallen: er lijken nogal wat zorginstellingen te zijn zoals bejaardenhuizen of ziekenhuizen.
Tabel 2. CBS 2012
inwoners
huishoudens
Wildhoef (00) (verzorgings-/verpleegtehuis)
305
155
Provinciaal Ziekenhuis (00) (*)
160
55
De Rijp (00) (verzorgings-/verpleegtehuis)
215
65
Oldenhove (01) (verzorgings-/verpleegtehuis)
360
135
Vogelenzang Psychiatrisch ziekenhuis
425
170
(*) Provinciaal Ziekenhuis is nu het villapark Brederode. Aanvullend (niet opgenomen in CBS gegevens 2012): -Meerleven Bennebroek (52 bewoners). -De Voghelsanck, Vogelenzang (33 bewoners). -Alverna, Aerdenhout (62 bewoners).
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
5
2.2
Bouwkundige staat
Bij de gegevensselectie is ook een onderverdeling gemaakt naar bouwjaar vóór en na 2000. De gemeente Bloemendaal kent relatief veel woningen van voor 2000 (90%). In het Bouwbesluit zijn na 2000 veel nieuwe regels opgenomen ten aanzien van brandbeveiliging. Deze zijn niet toegepast op het bouwvolume voor die datum. De gestelde bouwkundige eisen voor 2000 waren minder zwaar. Het grootste deel van Bloemendaal bestaat zelfs uit gebouwen van voor de jaren ‘60 en vooroorlogse bouw, zo bevestigd ook de klankbordgroep (na de beurskrach van 1929 is er relatief weinig bijgebouwd). Deze gebouwen kennen niet de huidige regels m.b.t. bouw en brandbeveiliging. Kenmerkend zijn halfsteens- en steens muren (minder spouwmuren), enkel glas, houten vloeren en kappen of doorlopende houten daken, rietgedekt of bedekt met bitumen. Deze kenmerken maken de brandontwikkeling sneller. Dit betekent dat de brand sneller uitslaand wordt en in geval van aaneengesloten bouw er sneller branddoorslag en brandoverslag naar belendende percelen te verwachten is. Consequentie is dat de brand sneller, met meer mensen en materieel en, vooral, met meer bluswater bestreden moet worden.
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
6
2.3
Dagelijkse waterbehoefte
Onderstaand gegevens vormen de basis voor de berekening van het dagelijks waterverbruik in de gemeente Bloemendaal, op basis van DWA (droog weer afvoer) volgens de leidraad riolering. Gerekend is met 125 liter per inwoner per dag (i.e. inwoner equivalent). NB. Er is een directe relatie tussen de hoeveelheid water beschikbaar in het drinkwaternet en eventueel uit brandkranen beschikbaar bluswater.
Tabel 3. Verdeling bewoners, huishoudens en waterverbruik over Gemeente Bloemendaal Regiocodering
Bevolking
omschrijving Gemeente Wijk Buurt Buurt Buurt Buurt Buurt Buurt Buurt Wijk Buurt Buurt Buurt Wijk Buurt Buurt Buurt Buurt Wijk Buurt
Bevolking Aantal inwoners aantal 22055 6195 3860 470 305 1090 160 215 95 4150 3680 360 110 4375 2570 860 600 345 2195 1965
Buurt Wijk Buurt Buurt Buurt Buurt Buurt Buurt
Soort regio Regio's Bloemendaal Wijk 00 Bloemendaal Bloemendaal Veen en Duin Wildhoef Duinlustpark Provinciaal Ziekenhuis De Rijp Verspreide huizen Bl.daal Wijk 01 Overveen Overveen Oldenhove Overveen-West Wijk 02 Aerdenhout Aerdenhout-Centrum Aerdenhout-West Aerdenhout-Noord Aerdenhout-Zuid Wijk 03 Vogelenzang Vogelenzang Verspreide huizen Vogelenzang Wijk 04 Bennebroek Oude Kern Bennebroek Villawijk Het Duin Leidsevaart- Bloemhof Villawijk Bijweg Meerwijk Vogelenzang Psych.ZH
aantal 9255 2725 1680 270 155 455 55 65 50 1635 1455 135 45 1750 1000 355 275 120 960 840
Wonen Woning voorraad aantal 9195 2650 1645 275 155 430 40 60 50 1570 1390 130 45 1810 1020 350 285 155 945 840
dagelijks waterverbruik m3/dag 2.757 774 483 59 38 136 20 27 12 519 460 45 14 547 321 108 75 43 274 246
235
115
105
29
3
5140 1265 835 1040 280 1300 425
2185 595 345 430 115 530 170
2220 640 345 435 115 530 155
643 158 104 130 35 163 53
55 13 9 11 3 14 5
Huishoudens totaal
piekdebiet m3/uur 234 65 41 5 3 12 2 2 1 44 39 4 1 46 27 9 6 4 23 21
De capaciteit van het drinkwaternet zal nooit veel meer zijn dan de dagelijkse waterbehoefte. Immers alleen dan zullen de waterleidingen dagelijks kunnen worden ‘leeggedronken’. Dit zogenaamde leegdrinken van leidingen is een kwaliteitswaarborg voor het drinkwater en voorkomt stagnerend en dood water. Het waterleidingbedrijf is wettelijk gehouden aan de kwaliteitseisen voor drinkwater. Deze eisen beperken de maximaal aan te leveren hoeveelheid drinkwater. Daarmee is de hoeveelheid water uit een brandkraan welke is aangesloten op het drinkwaterleidingnet slechts een fractie van de voor blussing gewenste (veel) grotere hoeveelheid water. De spreiding van het waternetwerk is een gegeven. De dorpskernen kennen een vermaasde structuur en tussen de dorpskernen ligt een enkele transport/verbindingslijn. Afbeeldingen 1, 2 en 3 in de volgende paragraaf geven voor Bloemendaal, Overveen en Aerdenhout de maximaal te leveren hoeveelheid drinkwater, afgeleid van inwoner equivalenten (zie ook bovenstaande tabel). Hiervan uitgaande zijn deze maximaal respectievelijk 65, 44 en 46 m3/uur. Dit zou dan tevens ook de maximaal beschikbare hoeveelheid bluswater zijn, er nog van uitgaande dat er géén regulier waterverbruik zou zijn.
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
7
Uiteraard is dit een indirecte en daardoor indicatieve schatting van de feitelijk mogelijke waterlevering door het drinkwaternet. De feitelijke opbrengst van een brandkraan op een zekere plaats (bijvoorbeeld vooraan of juist op het eind van een leiding) en op een zeker tijdstip (op momenten van hoge of lage ‘reguliere’ drinkwaterconsumptie) kan hier niet direct uit afgeleid worden. Deze gegevens zijn niet bekend. PWN heeft als alternatief wel gegevens aangeleverd over gemeten waterhoeveelheden tijdens spuien (doorspoelen van leidingen ter verwijdering van verontreiniging en bezinksel). Deze zouden een hogere potentiele opbrengst van het drinkwaternet onder normale omstandigheden voorspellen. De grafische weergave van deze spuiwaterhoeveelheden is bijgevoegd in bijlage 4. Echter, ook indien de maximale opbrengst van het drinkwaternet substantieel hoger is dan hierboven (indirect) afgeleid, dan nog is de capaciteit slechts een fractie van de benodigde bluswatercapaciteit. Daarbij speelt nog de vraag of die capaciteit ook rond de klok geleverd kan worden. Zeker ook in het licht van het vervangingsbeleid van drinkwaterleidingen waarbij men kleinere diameters nastreeft. Een autospuit op vol vermogen vraagt al meer dan 120 m3/uur. Bij grotere branden is aanmerkelijk meer dan de capaciteit van één autospuit nodig. Nb. Bij bluswater gaat het erom dat het in robuuste hoeveelheden beschikbaar is. Om potentieel grote branden te voorkómen en ook om te bestrijden is een snelle en harde klap nodig. Een kleine brand kan slechts achteraf de kwalificatie ‘klein’ krijgen indien de brand snel en adequaat is bestreden (met snel en voldoende bluswater). Immers, alle grote branden zijn klein begonnen.
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
8
2.4
Oppervlaktewater
Google Earth laat zien dat het duingebied en de bosrijke omgeving met de gemeentelijke grenzen overlappen. Ook de dorpskernen zijn vergroeid met het omliggend gebied. Branden in de door de klankbordgroep gegeven representatieve objecten kunnen zo eenvoudig leiden tot een gemeentegrens overschrijdend effect. Zeker voor de bosrijke omgeving en het duingebied werkt dat twee kanten op: branden in bos of duin kunnen de bebouwing raken, branden in gebouwen kunnen overslaan naar de natuur. In het Nationaal Park Kennemerduinen zijn meerdere waterplassen aanwezig. De onderlinge afstand tussen deze waterplassen is ca. 3 km in het duingebied. Van deze waterplassen is met de nodige reserve het oppervlakte gemeten, waarbij er uitgegaan wordt van maximaal 25 centimeter te onttrekken waterdiepte. Hieruit is potentiële capaciteit aan bluswater bepaald. Naast de verschillende vijvers en waterpartijen levert ook de zee in principe een onbeperkte watervoorziening. Zout water heeft bovendien een beter indringingsvermogen. Wel moet dan rekening gehouden worden met eventuele menging van zout zeewater met de zoetwatervoorraad in het waterwingebied. Vooraf gebruik van zeewater zou moeten worden uitgezocht wat de toelaatbare zoutwaarden mogen zijn voor gewassen op zandgrond en wat de maximale of toegestane concentratie in de drinkwatervoorraad is (bestaande voorraad gemengd met evt. zout bluswater). De in onderstaande tabel weergegeven hoeveelheden zijn ruim voldoende om een effectieve brandbestrijding te ondersteunen. Mits de waterpartijen toegankelijk zijn voor daartoe geëigend materieel en mits er voldoende snelle watertransportsystemen in werking worden gesteld. Ter indicatie: de bluswaterafname bij een ‘grote brand’ (3 autospuiten in vol bedrijf) is indicatief 360 m3/uur. Nb. Veel pompen (in autospuiten) kunnen tegenwoordig overigens méér leveren dan 120 m3/uur (vaak 150 m3/uur). Figuur 1, 2 en 3: De topografische kaarten op de volgende bladzijden geven indicatief een aantal waterbasins, hoeveelheden en afstanden weer. Tevens is aangegeven de maximale drinkwaterafname gebaseerd op het aantal inwoners. Tabel 4 geeft weer de hoeveelheid voor blussing beschikbaar oppervlaktewater (‘open water’).
Tabel 4. Hoeveelheid oppervlaktewater ‘open water’ beschikbaar voor blussen Oppervlak (m2)
Omgeving
Capaciteit (m3)
Spartelmeer
39.500
duingebied
10.000
Het Vogelmeer
31.500
duingebied
8.000
Cremermeer
46.000
duingebied
11.500
Duinmeer
68.000
duingebied
17.000
Oosterdel
32.500
duingebied
8.000
t Wed
26.000
duingebied
6.500
Water aan Duinzichtlaan
7.500
bosrijk deel
1.500
Meertje van Caprera
3.000
bosrijk deel
1.000
Het halve Maantje
2.000
bosrijk deel
500
Wethouder van Gelukpark
30.000
duingebied
8.000
Oranjekom
12.500
Bosrijkdeel
3.000
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
9
Fig.1 Bloemendaal
Fig.2 Overveen
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
10
Fig.3 Aerdenhout Figuur 1, 2 en 3 deze en vorige bladzijde: Deze topografische kaarten geven indicatief een aantal waterbasins, hoeveelheden en afstanden weer. Tevens aangegeven de maximale drinkwaterafname, gebaseerd op aantal inwoners
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
11
2.5
Natuurbeheer versus brandbestrijding
Verschillende rondgangen door het gebied laten zien dat er veel dor hout en brandbaar organisch materiaal in bossen en duinen ligt. Hoewel het zgn. natuurlijk bosbeheer een bewuste strategie is, vormt bij langdurige droogte dit een gevaar voor ontstaan en uitbreiding van brand, in potentie tot aan villa’s en bebouwde kern. Het omgekeerde is ook het geval: een brand in een villa kan zich onder droge omstandigheden uitbreiden tot (de brandstof in) aangrenzende bos- of duingebieden. Natuurbeheer, zeker in de vrije vorm kent andere uitgangspunten dan de brandweer. Voor natuurbeheer is het in sommige omstandigheden goed dat de opstand en het dode materiaal op de grond eens in de zoveel jaar afbrand. Indien dat niet gebeurt hoopt het brandbare materiaal zich op. Als het uiteindelijk toch in de brand gaat is de brand eerder onbeheersbaar en wordt deze zo intensief en langdurig dat meer schade aan het gebied en vegetatie te verwachten valt. Daarnaast zijn er indicaties dat door een toename van milieuverontreiniging en meer stikstofneerslag er daardoor meer vergrassing plaatsvind. Ook dit zou meer brandbaar materiaal opleveren. Voor de brandweer is iedere brand om te blussen, temeer dáár waar escalatie een bedreiging met zich meebrengt. Hoe sneller erbij, hoe meer kans op beheersing en blussing. Hier is sprake van een dilemma waarvan de oplossing mogelijk in het midden ligt: maak in kust-, duin- en bosgebied vakken met een bepaalde grootte die ‘mogen’ afbranden. Daaromheen liggen brandgangen die door de brandweer ook in de praktijk te verdedigen zijn.
Fig. 4
Overzicht brandgangen (rood) rond camping. Tevens aanvoerlijnen water (blauw)
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
12
H.3
Brandverloop en ideale brandweerinzet
3.1
Observaties vooraf
Uitspraken over de brandbestrijding kunnen alleen in samenhang gezien worden met de aan de repressie voorafgaande schakels in de veiligheidsketen t.w. preventie en preparatie. Dit conform de wettelijke taakstelling van de brandweer namelijk het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, en wel in die volgorde. Het is onmogelijk iets te zeggen over brandbestrijding zonder beschouwing van de brandstof en de hierdoor te verwachten brand (aard en hoeveelheid brandstof, opgeslagen in inventaris en bebouwing, in een zekere bouwkundige structuur/lay-out). Ook de ruimtelijke omgeving van objecten (infrastructuur en watervoorziening) alsook de organisatiekundige voorbereiding van de brandweer zal in ogenschouw moeten worden genomen alvorens redelijkerwijs een inzetvoorstel of een voorstel voor een ‘ideale’ brandbestrijding kan worden gedaan. In dit rapport gaan we ervan uit dat de bouwkundige situatie voldoet aan de wettelijke eisen ten tijde van de bouw. Tevens gaan we uit van opgeleid en vaardig brandweerpersoneel, evenals technisch deugdelijk materieel enz. Zoals uit dit rapport blijkt ligt de problematiek met name bij de voorbereiding op de brandbestrijding, in het bijzonder op gebied van de bluswatervoorziening. Is er snel en voldoende bluswater? Daarnaast speelt de tijd tussen alarmering en daadwerkelijke inzet een belangrijke rol. Onder meer afhankelijke van rijtijd en lokale bekendheid, hoelang duurt het voordat er water op het vuur is? Verder speelt een rol hoe laat een brand ontdekt wordt. In dit rapport gaan we uit van een meldtijd van 5 of van 15 minuten. Dit is de tijd tussen ontdekken van brand en het melden bij de alarmcentrale van de brandweer. Indien bewoners zelf kunnen alarmeren óf er in geval van automatische detectie en rechtstreekse doormelding aan brandweer houden we 5 minuten aan. De brand is dan meestal nog niet uitslaand. Er wordt 15 minuten aangehouden indien de brand eerst uitslaand moet zijn alvorens buren, voorbijgangers of wandelaars de brandweer alarmeren. Nb. De mogelijkheid van snel en ruim voldoende bluswater is juist en met name benodigd ter voorkóming van branduitbreiding vooraf aan brandescalatie - en niet alleen als ‘gegeven benodigdheid achteraf’ bij reeds uit de hand gelopen grotere of uitslaande branden. Het moment van melding (in dit rapport 5 minuten bij snelle melding, of 15 minuten bij langzame melding), is voorspelbaar. Feitelijk veranderd een snelle melding niet veel aan de zaak: in beide gevallen is de brand aannemelijk uitslaand. Dit is ook bekend bij de brandweer. Waar je ook vanuit gaat, op voorhand is bekend dat in álle gevallen er snel een harde klap moet worden uitgedeeld, met ruim voldoende bluswater. We baseren ons in dit rapport op het uitgangspunt dat bij brandbestrijding, als het erop aankomt, alle materieel op vol vermogen gebruikt moet kunnen worden, immers anders zouden pompen zonder water kunnen komen te staan. Als dan nog blijkt dat de brand de overhand heeft ligt het vraagstuk meer vooraan in de veiligheidsketen. Het ligt dan terug bij de risicoschatting in de preventieve fase. Was de hoeveelheid brandstof dan wel goed ingeschat, en/of waren de preventieve (voorkomende en brandbeperkende) voorzieningen dan wel adequaat? Onze ideale brandbestrijding gaat zoals gezegd uit van het snel uitdelen van een harde repressieve klap. Indien er láter dan 15 minuten na melding water op het vuur komt dan wordt de kans op succes snel kleiner. Gevolg hiervan is dat we ervan uitgaan dat voor een effectieve brandbestrijding alleen met lage druk geblust kan worden. Een lagedruk blussing vraagt meer bluscapaciteit (meer water) dan een hogedrukblussing. Een lagedrukblussing (LD) is herkenbaar aan het gebruik van de bekende dikke rode slangen. Een zogenaamde hogedrukblussing (HD) is herkenbaar aan de dunnere zwarte rubberen slangen. Hogedruk achten we in alle gevallen ineffectief, zelfs contraproductief, in ieder geval bij de representatief geachte objecten en brandscenario’s zoals in dit rapport besproken.
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
13
De minimale wateropbrengst (‘spuitvermogen’) van één standaard tankautospuit is 2 m3 per minuut ofwel 120 m3 per uur. Bij een zogenaamde middelbrand of grote brand - waarbij naar vol vermogen geblust moet kunnen worden - is 4 respectievelijk 6 m3/min nodig. Dat is 240 respectievelijk 360 m3/uur. Deze hoeveelheden zullen snel aangevoerd moeten (kunnen) worden. Uiteraard in relatie tot de geanticipeerde snelheid van brandontwikkeling, een ene ander afhankelijk van een voorwaardelijke preparatie op specifieke objecten, afhankelijk van de aard van het object, hoeveelheid brandstof, de brandontwikkeling in de tijd, voorkomende en beperkende bouwkundige en installatietechnische maatregelen enz. Hieruit valt af te leiden dat het drinkwaternet in de huidige situatie nooit een effectieve brandbestrijding kan ondersteunen. De brandkranen – althans voor zover gekoppeld aan een drinkwaternet -zijn voor brandbestrijding overbodig, sterker nog, zijn contraproductief, want geven een vals gevoel van veiligheid. Dit is overigens niet alleen een Bloemendaals vraagstuk, dit is een landelijk probleem, onder meer gearticuleerd in het SAHARA rapport van uw rapporteur (Suurenbroek, 2007). Voor effectieve brandbestrijding is onlosmakelijk een effectieve en robuuste bluswatervoorziening nodig. Water zal vanaf open water (vijvers, meren, sloten, kanalen) moeten worden aangevoerd. In plaats van te denken in termen van autospuiten hanteren we in dit rapport het aantal benodigde stralen lagedruk, met de daarbij behorende bluswaterbehoefte. Deze uitgangspunten zijn bij de in hoofdstuk 3 geschetste ideale inzet toegepast.
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
14
3.2
Representatieve objecten
In het overleg met de klankbordgroep zijn drie zones met een bijbehorend object gegeven. Deze objecten welke door vertegenwoordiging van burgers, bestuur & politiek en brandweer als representatief gezien zullen als voorbeeld en leidraad dienen voor deze rapportage.
Tabel 5. Overzicht beschouwde objecten Kust- en duinzone
Camping Vafamil Zeeweg 71, 2051 EB Overveen
Ca. 50 staplaatsen in bosrijk deel Kennemer duingebied
Landgoederenzone
Villa/landgoed. Zwaluwenweg en Boekenroodeweg, Aerdenhout
Woning afgelegen van hoofdweg
Dorpenzone
Kinderdagverblijf Les Petits Donkerelaan 66, Bloemendaal
Vestiging met 3 groepen van max. 16 kinderen
Fig. 5
Kust- en duinzone: hoog opstaande struiken, lokaal veel naaldhout.
Fig. 6
Landgoederenzone: afgelegen grote woningen, smalle en lange oprijlanen.
Fig. 7
Dorpenzone: oude authentieke gebouwen met rieten en/of houten kappen en houten vloeren.
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
15
3.3
Camping in kust- en duinzone
Brandgevaar Koken in tent of caravan met gas- of benzinebranders, BBQ en elektriciteitsvoorziening voor koelkast, kleine heaters en dergelijke. Meerdere ontstekingsbronnen in combinatie met de natuurlijke omgeving als brandstofleverancier (lang gras, dood houtopschot en struiken) kunnen in een droge periode snel leiden tot een escalerende brand.
Schouw 16 januari 2015 Het terrein van (voormalig) camping Vafamil aan de Zeeweg in Overveen is nu afgesloten voor het publiek (militair terrein) en wordt volgens de borden bewaakt met videocamera’s. Op het terrein weiden schapen met als gevolg dat veel struiken en bomen tot in de bast rondom zijn aangevreten. Er is veel hoog gras en dood houtopschot aanwezig. In een droge zomerperiode is er zonder verder beheer een aanzienlijke hoeveelheid brandstof aanwezig. Het brandscenario Door een ongelukje bij het koken, de BBQ of een weggeschoten sigaret op het terras van de receptie ontstaat brand in de ruigte. Een droge zomer met een stevige wind wakkert het vuur snel aan. Het moment van alarmeren volgt als blijkt dat de brandende smeulende en rokende massa met voetenwerk en een emmer water niet meer te stoppen is. Zowel bij een tent, caravan of de receptie zal een beginnende brand relatief snel worden ontdekt. De ontwikkeling van deze brand is echter snel. Al in een half uur is er sprake van een groot oppervlak en zijn meerdere mensen bezig met het in proberen te organiseren van een vorm van brandbeheersing en alarmering campinggasten. Een cruciaal moment is de keuze voor evacuatie. Het terrein kent één toegangsweg. Door brand in het terrein kan deze worden geblokkeerd. Ook kan een op gang komende evacuatie de toegang voor hulpdiensten belemmeren. Op de camping is een vijver aanwezig. Als bluswatervoorziening is deze echter alleen geschikt voor brand achter op het terrein. Deze vijver wordt omgeven door mul zand. Voor groot materieel is deze vijver niet bereikbaar. Inschatting brandverloop: gelet op de aanwezige ruigte en de staat van de voorzieningen (elektriciteit, water en gangpaden) zal een beginnende brand snel uitlopen op een grote natuurbrand. Het tijdspad tussen ontstaan en uitmonden in een grote brand is 30 tot 60 minuten.
Ideale inzet Het duingebied is/wordt ingedeeld in vakken van indicatief 1 km2, waaromheen brandgangen zijn aangelegd. Een belangrijke brandgang loopt tussen het duingebied en de bosrand nabij de bebouwde kernen, o.m. zeewaarts parallel aan de Hoge Duin en Daalseweg. Ook de campings of evt. andere belangrijke objecten worden omringd door brandgangen. In periodes van grote droogte (hete zomers en in het vroege voorjaar, als de sapstroom nog niet op gang is gekomen) rijden trekkers met giertanks gevuld met water door het grid van brandgangen en houden ze nat en vrij van brandstof. Water kan bijgevuld worden in een van de duinmeertjes, uit zee of m.b.v. daartoe aangelegde bluswaterriolen (verbonden met open water). De brandgangen zelf zijn voor trekkers met watertanks (model giertank) berijdbaar, waar nodig is de ondergrond voorbereid voor de voertuigen en ontdaan van hoge vegetatie. Bij een brand of bij dreigende brand kunnen deze combinaties de brandgangen nat rijden. Tevens dienen de tanks ‘stationair’ als bufferwatervoorraad bij een feitelijke brandbestrijding, dan gevoed door transportsystemen vanaf open water. Binnen het vak van ontstaan mag de brand zich uitbreiden tot áán de omliggende brandgangen. De trekkers zijn grote, maar reguliere landbouwtrekkers. De voortgetrokken tanks zijn gevuld met water, hebben een (standaard) sproeifaciliteit en zijn voorzien van grote en brede banden. De waterinhoud is indicatief 30 m3. Deze combinaties kunnen vrijwel elk terrein aan en zijn voor commerciële prijzen eenvoudig in de markt verkrijgbaar.
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
16
Afhankelijk van de dreiging wordt de rijfrequentie van de sproeiwagens maximaal verhoogt. Indien brand uitbreekt in één van de vakken wordt meteen benedenwinds een verdedigende waterlijn (‘waterscherm’) in de brandgang opgebouwd middels buffertanks (dezelfde tankwagens, 30 m3) mét bijbehorend watertransportsysteem tot 1,5 km (om de buffers continu te vullen). Vanaf de buffers wordt water verpompt naar de blusstralen in de te verdedigen brandgang.
Benodigd per kilometer brandgang 3 buffertanks - iedere buffertank een vak van 330 meter met in ieder vak benodigd 10 stralen lage druk, per straal 500 liter/minuut. De totale benodigde hoeveelheid water is 18 m3/minuut (aan te leveren 3 x 6 m3/min aan resp. 3 buffertanks). Zie ook logistiek schema bijlage 2. Deze hoeveelheid moet zo snel mogelijk worden aangevoerd (indicatief binnen 30 minuten na melding) waarna meteen het brandende vak vanuit bij de brandgang in de richting van de brand bestreden kan worden. Op en rond een camping of risicovolle objecten kan het grid aan brandgangen op maat fijnmaziger worden aangelegd. Tevens bestaat altijd de mogelijkheid vanuit de brandgangen kleine brandhaardjes a.g.v. vliegvuur in aangrenzende vakken aan te pakken. Dit kan met kleinere 4-wiel aangedreven terreinvoertuigen. Indien in deze droge omstandigheden een woning/villa binnen de bosrand vlam vat wordt naast het blussen van het gebouw dezelfde procedure gevolgd, maar nu omgekeerd om het duingebied te beschermen. Brand meester binnen 4 uur.
Afbeeldingen Fig. 8 en 9 geven een beeld van het benodigde materieel (zie ook bijlage 3).
Fig. 8
Trekker met tankwagen
Fig. 9
Sproeistraal voor brandgangen
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
17
3.4
Villa in landgoederenzone
Brandgevaar Bloemendaal kent vele grote villa’s in een bosrijke omgeving. Zo ook aan de Zwaluwenweg en de Boekenroodeweg in Aerdenhout. Grote woningen kennen veel bergruimten die aan het dagelijks oog zijn onttrokken. Opslag en bergruimte kent doorgaans brandbare stoffen en in combinatie met ontstekingsbronnen zoals elektrische apparatuur is er een zeker brandgevaar. De toegangswegen c.q. lanen zijn smal en civieltechnisch niet ingericht voor zwaar materieel. Een vrachtwagen of brandweerwagen blokkeert daarnaast meteen de doorgang. Detectie van brand is afhankelijk van een eventuele brandmeldinstallatie, melding door bewoner óf van zichtbaarheid vanaf de openbare weg. Een willekeurige brand in een villa kan bij afwezigheid van snelle melding door bewoner flink uitbreiden en pas op het moment van uitslaan (soms ruim daarna) ontdekt worden. Voor de bewoners speelt privacy meestal een belangrijke rol. De beschutte en vaak ook ‘anonieme’ ligging staat op gespannen voet met een (bij brand) eenvoudig vindbaarheid en bereikbaarheid door de brandweer. Er moet daardoor soms langer gezocht worden bij brand. Maar ook in de preventieve en preparatieve fase zijn de objecten mogelijk vanwege de privacy moeilijker toegankelijk. Dit is het klassieke dilemma tussen ‘safety’ en ‘security’. Bij de beschouwing van de representatieve villa zijn we in dit rapport uitgegaan van een ‘doorsnede’ van twee villa’s en villa locaties, één gelegen aan de Zwaluwenweg 13, de ander aan de Boekenroodeweg 91. Bij villa’s denken we aan vrijstaande grote gebouwen, maar niet aan de nog grotere in het gebied aanwezige landgoedkastelen. Deze zijn groter, vaak monumentaal en zouden moeten zijn voorzien van een hoger niveau aan brandpreventieve voorzieningen.
Het brandscenario Een brand bij een villa die op moment van ontdekking en alarmering al uitslaand is moet in de huidige situatie al snel als verloren worden beschouwd. In specifieke omstandigheden of indien bijgebouwen in brand staan kan de situatie natuurlijk anders zijn. De grootte van de woning maakt dat bij uitslaande brand de omvang zodanig is dat ten tijde van arriveren brandweer de (rieten) kap meestal al bereikt is. In deze situatie is een uitslaande brand meteen ook een gevaar voor de omgeving. De brand zal op een hete dag eenvoudig over kunnen slaan naar de bosrijke omgeving, vooral als die omgeving uit naaldhout bestaat. Waar een duin- of bosbrand het gevaar vormt voor de villa’s is het in dit geval net andersom. Door de smalle toegangswegen en slechte bereikbaarheid is het een logistieke opgave het materieel in de juiste volgorde en opstelling te plaatsen. Een verkeerde opstelling belemmert onmiddellijk een effectieve brandbestrijding of afscherming van de omgeving. Brandbare materiaal (opstand, bomen) direct naast woningen versneld de brandoverslag zodat rondom villa’s en landhuizen het wenselijk is overbodig brandbaar materiaal te verwijderen (‘Good house keeping’).
Ideale inzet Voor brandbestrijding van een uitslaande brand een villa zijn benodigd 8 stralen lagedruk met iedere straal een opbrengst van 500 liter/min, bij 5 bar. Water op het vuur binnen een tijdbestek van 15 minuten na alarmering. Per straal zijn 2 brandwachten nodig. Straalpijpen zijn van het moderne ‘Amerikaanse’ type waarbij hoeveelheid water en vorm van de blusstraal (sproeistraal of gebonden) naar omstandigheden ingesteld kunnen worden. Nevelstralen zijn benodigd voor een binnenaanval, gebonden stralen zijn meer voor een buitenaanval en combinaties voor het afschermen en nathouden van bomen en omliggend groen. Tevens benodigd 2 redvoertuigen (ladderwagen, evt. hoogwerker), uitgerust met waterkanonnen met een opbrengst van minimaal 1.000 liter/minuut. Dit in verband met brand in de kap, kap eventueel uitgevoerd in riet.
Benodigde bluscapaciteit = hoeveelheid aan te voeren bluswater = 8 x 500 liter/min + 2 x 1.000 liter/min = 6.000 liter/minuut (6 m3/min). Zie ook logistiek schema bijlage 2. NB. De minimale norm voor bluscapaciteit van een brandweerwagen (tankautospuit) is 2.000 liter/minuut.
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
18
Indien mogelijk wordt een binnenaanval uitgevoerd (met lagedruk) om gebouw of delen ervan te behouden. Naastliggende objecten worden nat gehouden, evenals bomen en bosschages. Zoals aangegeven biedt het drinkwaternet geen oplossing voor brandbestrijding, zo ook in dit geval zal water vanaf ‘open water’ aangevoerd moeten worden. Daartoe is benodigd een wateraanvoer- of watertransportsysteem dat de benodigde hoeveelheid van 6.000 liter/minuut aan kan voeren, en wel binnen 15 minuten na alarmering. Indien de bij de duinbrand ‘toch al’ benodigde trekkers en tankwagens ingezet worden dan kunnen die 2 x 30 m3 tanks als buffer bij het brandende object plaatsen en vervolgens diameter 150 mm slangen (6 duimers) uitrijden naar open water. Deze waterpartij bevind zich indicatief binnen 800 meter - binnen die tijd bereikbaar voordat de watertanks leeg zijn. NB. Een en ander moet preparatief voor het gehele verzorgingsgebied van de brandweer nader ontworpen worden In geval Zwaluwenweg kan gebruik gemaakt worden van de (buffer)capaciteit van het zwembad. Alternatief is met trekker slangen op het eind van de Zwaluwenweg in Zuidoostelijk richting uitrijden naar het Noordoosterkanaal (<1 km). Alternatief hierop is halverwege de Zwaluwenlaan een bluswaterriool aan te leggen. In geval van Boekenroodeweg 91 kan uitgereden worden naar de 100 meter achter het object liggende watergang. Deze staat in verbinding met open water met onbeperkte wateraanvoer (water Hoogheemraadschap Rijnland). De locatie kan via de reguliere oprijlaan bereikt worden, of via de beneden gelegen alternatieve aanvoerweg naar het pompgemaaltje, net achter de locatie van de villa. NB. Terreinrijden is voor de trekkers geen probleem. De bij de Boekenroodeweg aanwezige hoogteverschillen zijn door trekkers eenvoudig te overbruggen. Als het water niet voor de brandbestrijding in het object zelf gebruikt wordt is het te gebruiken om een corridor rond het object nat te houden, brandoverslag te voorkomen en brand te bestrijden in de directe omgeving van het getroffen object Brand meester binnen 1 uur.
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
19
3.5
Kinderdagverblijf in dorpenzone
Brandgevaar Voor woningen geldt dat het brandgevaar voornamelijk schuilt in elektrische apparatuur. Bijvoorbeeld droger, vaatwasser en dergelijke. Ook opladers kunnen een ontstekingsbron voor brand vormen. In het kinderdagverblijf Les Petits in Bloemendaal staat de keuken met apparatuur op een centrale plaats in het gebouw. Er is continu iemand aanwezig en dus zal een beginnende brand snel worden opgemerkt. Behalve de keuken kan het kantoor als “onbewaakte” eenheid worden gezien als risicoplaats voor het ontstaan van brand. Het detecteren van brand volgt door rookmelders of wordt opgemerkt door het personeel. Ontruiming/evacuatie en alarmering is goed voorbereidt en zal snel worden uitgevoerd. Het gebouw dateert van voor de tweede wereld oorlog. De naar verluidt voormalige brandweerpost, heeft slechts voor een aantal ramen dubbel glas, het meeste is enkel glas. Het puntdak heeft aan de voor- en achterzijde twee (met doek/plastic) afgeschermde boogopeningen. Het dakbeschot bestaat uit hout en de plafonds zijn opgebouwd met houten balken. De plafonds zijn met stukmateriaal afgewerkt. Op de begane grond is daaronder nog een systeemplafond gemonteerd. Tussen het systeemplafond en de houten balkenlaag van de verdieping is een loze ruimte met een hoogte van ca. 50 tot 70cm.
Het brandscenario Een reëel voorstelbaar scenario is brand op de zolderruimte of brand boven het systeemplafond. Voor de zolderruimte geldt dat een enkele vuurpijl door de poortjes van de zolderruimte voldoende is om uit te monden in een uitslaande brand in de kap. Kortsluiting in combinatie met stofophoping tussen systeemplafond en houten verdieping zal niet direct worden gedetecteerd. Eerst vult de ruimte zich op met rook en zal op zeker moment door het systeemplafond in de gebruiksruimte worden gedrukt. Afhankelijk van de temperatuur en ontvlambaarheid van deze rook is een relatief snelle branduitbreiding mogelijk, snel uitmondende in een uitslaande brand. Dit omdat het enkele glas nauwelijks sterkte of brandweerstand biedt. Het gebouw moet als verloren worden beschouwd binnen een tijdspad van 30 minuten tot hooguit een uur
Ideale inzet Voor een inzet uitslaande brand van het kinderdagverblijf zijn benodigd minimaal 6 stralen lagedruk met iedere straal een opbrengst van 500 liter/min, bij 5 bar. Water op het vuur binnen een tijdbestek van 15 minuten na alarmering. Tevens benodigd 2 redvoertuigen (ladderwagen, evt. hoogwerker), uitgerust met waterkanonnen met een opbrengst van minimaal 1.000 liter/minuut. Dit in verband met brand in kap, kap eventueel uitgevoerd in riet (indachtig andere objecten in de wijk, of belendende percelen. Per straal zijn 2 brandwachten nodig.
Benodigde bluscapaciteit = hoeveelheid aan te voeren bluswater = 6 x 500 l/min + 2 x 1.000 l/min = 5.000 liter/minuut. Nb. De norm voor minimale bluscapaciteit van een autospuit is 2.000 liter/minuut. Zie ook logistiek schema bijlage 2. Indien mogelijk wordt een binnenaanval met lagedruk uitgevoerd om gebouw of delen ervan te behouden. Naastliggende objecten moeten nat gehouden worden, evenals evt. bomen en bosschages. Als het water niet voor de brandbestrijding in het object zelf gebruikt wordt is het te gebruiken om een corridor rond het object nat te houden, brandoverslag te voorkomen en brand te bestrijden in de directe omgeving van het getroffen object.
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
20
Zoals eerder aangegeven biedt het drinkwaternet geen oplossing voor brandbestrijding, zo ook in dit geval zal water vanaf ‘open water’ aangevoerd moeten worden. Daartoe is benodigd een wateraanvoersysteem c.q. watertransportsysteem dat de benodigde hoeveelheid van 5.000 liter/minuut aan kan voeren, en wel binnen 15 minuten na alarmering. Indien de toch bij de duinbrand benodigde trekkers en tankwagens ingezet worden, kunnen die 2 x 30 m3 tanks als buffer bij het brandende object plaatsen en vervolgens 150 mm slangen uitrijden naar open water. Deze waterpartij indicatief binnen 800 meter bereikbaar i.v.m. uitrijtijden en drukverliezen. De dichtstbijzijnde en tevens goed bereikbare locatie is de vijver in het Wildhoefplantsoen aan de Hartenlustlaan, 200 meter vanaf het Les Petits. Brand meester binnen 30 minuten.
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
21
H.4
Resumé
De in Gemeente Bloemendaal beschouwde objecten vragen bij brand snel en veel bluswater. Belangrijkste constatering in dit rapport is de noodzaak van snel en voldoende bluswater ter voorkoming van brandescalatie of herhaling van afbrandscenario’s (= de aanleiding voor de onderzoeksvraag).
Brandkranen Uit berekening volgt dat de dagelijkse waterbehoefte slechts een fractie is van de (incidentele) bluswaterbehoefte. Het drinkwaternet biedt ten ene male onvoldoende bluswater voor de beschouwde branden. Brandkranen op het drinkwaternet zijn daardoor overbodig, sterker zijn contraproductief en geven een vals gevoel van veiligheid. Hogedruk stralen Een inzet met gebruikmaking van hogedruk blusstralen (‘de zwarte brandslangen’) leidt tot onnodig en nietreparabel tijdverlies. Hogedrukstralen hebben onvoldoende blusvermogen, in ieder geval bij de in dit rapport beschouwde scenario’s. Ze geven daarmee een valse verwachting op een goede afloop. Lagedruk blusstralen en open water Voor het bestrijden van de beschouwde scenario’s is veel bluscapaciteit nodig, bijvoorbeeld met een voldoende aantal lagedruk blusstralen (‘de rode brandslangen’). Om deze blusstralen van voldoende water te voorzien zal bij ieder ‘nader bericht’ (brandweerkwalificatie van grootte van de brand, gegeven na aankomst 1e voertuig) onmiddellijk een daarvoor geschikt robuust en ruim bemeten lagedruk bluswatertransportsysteem vanaf open water opgebouwd moeten worden. Opschaling, logistiek en waterbuffers Indien meteen al bij alarmering sprake is van uitslaande brand (of natuurbrand) dan zou het bluswatertransportsysteem meteen mee moeten uitrukken (en niet pas na een ‘nader bericht’ na aankomst van het eerste voertuig). Zie ook het logistiek schema in bijlage 2. In de tussenliggende tijd - dat wil zeggen tót de tijd dat het zojuist genoemde bluswatertransportsysteem water aanlevert - zal een buffervoorraad bluswater de blussing moeten kunnen ondersteunen. In dit rapport is gerekend met buffertanks van 30 m3 inhoud. Deze worden bij de eerste uitruk meegevoerd. In het logistiek schema levert het watertransportsysteem binnen 15 minuten water aan de buffervoorraad zodat een continue beschikbaarheid van bluswater geborgd is.
Geschikt materieel Bij een grote operatie als een duinbrand wordt veel materieel ingezet. Daarbij wordt de logistiek vaak een knelpunt onder meer omdat regulier brandweermaterieel snel vast komt te staan. Een duinbrand wordt door de Veiligheidsregio momenteel dan ook als een potentieel onbeheersbaar scenario gekenschetst. In plaats van het beschikbare en traditioneel aanwezige brandweermaterieel zou hier de geschiktheid van materieel voor de beschouwde situatie en terrein leidend moeten zijn. Zo ook de benodigde hoeveelheid bluswater- en (dus) de pompcapaciteit. Regulier, eenvoudig en robuust landbouwmaterieel is voor de bluswatervoorziening bij de beschouwde objecten meer geschikt. In dit geval bijvoorbeeld landbouwtrekkers.
Brandpreventie en de voorbereiding op brandbestrijding Een belangrijk principe van beheersing in de kust- en duinzone is gebaseerd op het toepassen van brandgangen: voor trekkers berijdbare paden of stroken, vrij van brandbaar organisch materiaal. Deze brandgangen zijn verdedigbare brandscheidingen waar de brand tegengehouden kan worden of van waaruit brand bestreden kan worden. Eventueel kunnen ze bij brandgevaar of bij naderende brand nat gehouden worden. Bij villa’s in landgoederzone geldt m.m. hetzelfde als bij de beschouwing van watertransport in de kust- en duinzone. Ook bij villa’s omgeven door bossen moet een zekere zonering rond de gebouwen in acht worden genomen. Hier moet eveneens snel en voldoende bluswater aanwezig zijn voor zowel brandbestrijding als ter voorkoming van brandoverslag naar de omgeving.
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
22
Lokale bekendheid van gebouwen, infrastructuur, routes en bluswatervoorzieningen zijn van groot belang voor een snel en effectief optreden van de brandweer. Dit kan het beste door ter plaatse en bij herhaling het gebied te verkennen in plaats van mogelijk te eenzijdig te vertrouwen op geautomatiseerde systemen. Indien alarmeringen eerst via eigenaar, huisbaas en vervolgens via een particuliere alarmcentrale (PAC) naar de regionale alarmcentrale (RAC) lopen dan gaan (teveel) kostbare minuten verloren. Als privacy en beveiliging de overhand krijgen boven herkenbaarheid en bereikbaarheid - het security versus safety dilemma -, dan gaat dat ten koste van een snelle brandbestrijding. Bij woningen en gebouwen in de bebouwde kern (dorpenzone) moet, gezien de aard van de gebouwen (voornamelijk vooroorlogse bouw en bouw tot en met de jaren ’60), rekening worden gehouden met uitslaande branden, brandoverslag en snelle branduitbreiding via houten kappen en daken met riet of bitumen dakbedekking. Ook in deze gevallen is voor een effectieve brandbestrijding veel bluswater nodig. De eerder geschetste uitgangspunten bij duinbranden en villabranden gaan hier onverminderd op.
Aanbevelingen Gezien de huidige situatie en de in dit rapport beschreven ideale (maar praktisch realiseerbare) situatie kan het gemeentebestuur afwegen in hoeverre de huidige situatie met betrekking tot de brandbeveiliging als afdoende mag worden beschouwd of dat een verbetering gewenst c.q. noodzakelijk is. Als verbeteringen gewenst zijn ligt het voor de hand als eerste de bluswatervoorziening ter hand te nemen. Daarbij behoort een betere ontsluiting van de bluswatervoorzieningen (open water, vijvers, zee), de aanschaf van specifiek geschikt materieel, een en ander aansluitend bij de opschaling voor brandbestrijding. Juist in de gemeente Bloemendaal zijn de omstandigheden daarvoor gunstig. Een betere brandbestrijding wordt gerealiseerd door intensievere voorbereiding op de brandbestrijding, bouwkundige en preventieve maatregelen voor de oudere bebouwing (m.n. de vooroorlogse tot en met de 60er jaren bouw) en een grotere inzetcapaciteit bij de brandbestrijding zelf (meer brandwachten en meer lagedrukstralen). De ideale situatie zoals in dit rapport beschreven kan praktisch worden ingevuld met alledaagse verkrijgbaar materieel. Benodigd is vooral specifiek voor de lokale situatie geschikt materieel zoals bijvoorbeeld landbouwtrekkers i.p.v. autospuiten. De verbeteringen in de brandbeveiliging zoals voorgesteld in dit rapport hoeven niet per definitie meer te kosten, integendeel de maatregelen zouden kunnen leiden tot besparingen.
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
23
Geraadpleegde literatuur Bluswater en drinkwater in evenwicht (Kiwa,1999). Bereikbaarheidskaart kinderdagverblijf Les Petits Donkerelaan 66 Bloemendaal (VRK). Bereikbaarheidskaart camping Vafamil Zeeweg 71 Bloemendaal (VRK). Evaluatie Brand Van Rappard (VRK). Evaluatie Brand Bos en Duinschool (VRK). Overzicht brandkranen gemeente Bloemendaal (zoals bij de brandweer bekend). Rapport Risico Index Natuurbrand (RIN) Kennemerland en Risicotabel. SAHARA rapport (Suurenbroek, 2007). CBS, statonline. Diverse beleidsdocumenten Veiligheidsregio Kennemerland. Diverse (duin) bereikbaarheidskaarten. Google Earth.
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
24
Bijlagen
Bijlage 1:
Deelnemers klankbordgroep
Buurtvereniging Bloemendaal Noord: Mw. J. Florie Dhr. D. Klein Schiphorst Buurvereniging Overveen: Dhr. R.J.M. Baert Platform Landgoedeigenaren: Dhr. C. Cramer Dhr. J. de Jong Veiligheidsregio brandweer Kennemerland: Dhr. J. van Lieshout Voormalig brandweercommandant Bloemendaal: Dhr. R. Verbiest Bewonersvereniging Leidsevaart (afsplitsing dorpsraad Vogelenzang): Dhr. A. Siemons PWN waterleidingbedrijf Noord Holland: Dhr. N. Spaarkogel, regiomanager Dhr. H. van der Linden, omgevingsmanager Leidingnetbeheer PWN.
Gemeente Bloemendaal: De gemeente is opdrachtgever en verzorgt ondersteuning en procesbegeleiding in de persoon van Mw. E. Bakker, Vakspecialist Openbare Orde en Veiligheid. Het rapport is verder tot stand gekomen onder drie achtereenvolgende burgemeesters t.w. dhr. R. Nederveen, dhr. T. Kokke (loco) en mw. A. Emmens (waarnemend vanaf maart 2015).
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
25
Bijlage 2:
Schema logistiek bluswater
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
26
Bijlage 3:
Tankwagen met trekker
Uit “Salland Centraal” - Gepubliceerd op 22 oktober 2014 Grootste giertank uit geschiedenis Veenhuis Veenhuis Machines uit Raalte heeft de afgelopen weken de grootste giertank uit haar geschiedenis gebouwd. De bemestingstank met 40.000 liter inhoud is gebouwd voor een melkveebedrijf met 4000 koeien in Rusland. De tank heeft vier gestuurde assen. Om de weerstand te verlagen tijdens transport kan de eerste as worden gelift. De tank kan in ongeveer vijf minuten helemaal volgezogen worden. Tijdens het uitrijden wordt de tank op druk gehouden. De tank is uitgerust met een automatisch vetsmeer systeem, luchtremmen en Start-Stop systeem.
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
27
Bijlage 4:
Spuigegevens PWN
Gegevens aangeleverd door PWN d.d. 25 maart 2015. “De gemeten debieten uit brandkranen van PWN tijdens spuiwerkzaamheden laten onderstaande grafiek zien en geven een representatief beeld van de werkelijkheid in de gehele gemeente Bloemendaal.”
“Op de beschouwde locaties liggen brandkranen met de volgende gemeten opbrengsten: Nabij camping Vafamil, 2 brandkranen aan de zeeweg: 85 en 120 m3/uur elk apart. Nabij Les Petits, Donkerelaan 66: 2 brandkranen samen 180 m3/uur bij gelijktijdige inzet Boekenroodeweg, Aerdenhout: 1 brandkraan 30m m3/uur Zwaluwenweg: 1 brandkraan 25 m3/uur, (volgende straat: 1 brandkraan 75 m3/uur).”
Suurenbroek Brandonderzoek, Project Brandbestrijding Bloemendaal, 26 Maart 2015
28