COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HOOGHEEMRADEN COMMISSIE ALGEMEEN BESTUUR
Agendapunt 3 Onderwerp: ontwerp-begrotingen 2012 Gemeenschappelijke Regelingen Aquon en RHC Rijnstreek en Lopikerwaard
Nummer: 430594
In D&H: In Cie:
mr. C.J. Vos (030) 634 59 41 Bestuursondersteuning
In AB: Portefeuillehouder:
Steller: Telefoonnummer: Afdeling:
BMZ SKK 18-05-2011 Reerink
Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering ter instemming
Korte inhoudelijke omschrijving:
Bijgaand treft u als nazending nog een tweetal ingekomen stukken aan t.b.v. uw vergadering van 18 mei 2011(agendapunt 3): a. De ontwerp-begroting 2012 van de Gemeenschappelijk Regeling AQUON (ontvangen op 11-052011). Op grond van art. 50g, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen jo. art. 30, tweede lid, van de Gemeenschappelijke Regeling AQUON 2011, wordt deze ontwerp-begroting toegezonden aan de algemene besturen van de deelnemende waterschappen, die ingevolge art. 50g, derde lid, van de wet jo. art. 30, vierde lid, van de regeling hierover hun gevoelens kunnen doen blijken (indienen zienswijze). b. De ontwerp-begroting 2012 van de Gemeenteschappelijk Regeling RHC Rijnstreek en Lopikerwaard (ontvangen op 26-04-2011). Op grond van art. 68, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen jo. art. 7, eerste lid, van de Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard wordt deze ontwerp-begroting toegezonden aan de raden van de deelnemende gemeenten en het algemeen bestuur van ons deelnemende waterschap. Ook hier geldt dat deze bestuursorgangen ingevolge art. 68, derde lid, van de wet jo. art. 7, derde lid, van de regeling een zienswijze kunnen indienen. Omdat binnen een termijn van zes weken hierop moet worden gereageerd, willen wij u voorstellen deze ontwerp-begrotingen op 24 en 26 mei ter consultering voorleggen aan de desbetreffende commissie (cie. BMZ: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard; cie. SKK: AQUON). Tevens stellen wij u daarom voor ons college te machtigen om - gelet op de nog beschikbare termijn in deze gevallen - na raadpleging van de betreffende commissie een zienswijze te doen uitgaan, waarvan u uiteraard een afschrift ontvangt.
430594
-1-
Docnmcntencjegevens Briefnummer Ingekomen Afd./behdnd.
11 MEI 2011 JWf5
•'•.:..•:•:•• • - r - r l t .:•-.•.:•:::••.
pguon
Kopie/CC Opmerkingen
Paraaf
Instituut voor wateronderzoek en advies
Aan de dagelijkse besturen van de waterschappen Aa en Maas, Brabantse Delta, De Dommel, Hollandse Delta, Rivierenland en de Hoogheemraadschappen Rijnland, Delfland, De Stichtse Rijnlanden en Schieland en de Krimpenerwaard
Boxtel, 10 mel 2011 Onderwerp: Begroting 2012 en meerjarenraming 2012-2015 AQUON, verzoek om zienswijze. Registratienummer: U i l - 0 1 2
Inleiding Inde voorliggende programmabegroting 2012-2015 wordt de financiële ontwikkeling van AQUON voor het begrotingsjaar 2012 en het meerjarenperspectief AQUON 2012-2015 gepresenteerd.
Aanleiding Conform de bepalingen die inde Gemeenschappelijke Regeling AQUON in Hoofdstuk 2 zijn opgenomen rondom de begroting, bieden wij u hierbij de programmabegroting 2012-2015 ter zienswijze aan {artikel 30, lid 2). De programmabegroting wordt op 4juli 2011 door het algemeen bestuur van AQUON vastgesteld. De voorliggende begroting is gemaakt ineen periode waarin een aantal zaken nog volop ln beweging is. Een deel van de benodigde input, zoals de uitkomsten van de plaatsingsprocedure en een gedetailleerd huisvestingsplan zullen pas inde loop van 2011 beschikbaar komen. Om gegeven de onzekerheden en ontwikkelingen te kunnen komen tot een begroting voor 2012 e.v. iser voor gekozen om de business case AQUON+ van Berenschot als uitgangspunt te nemen. In deze business case is de deelname van hetWaterschap Rivierenland en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden aande gemeenschappelijke regeling, inclusief het positieve resultaat van deze uitbreiding naar negen deelnemers, verwerkt. Doel Inde programmabegroting 2012-2015 van AQUON wordt vanuit het beeld van de doelen en prestaties dieworden nagestreefd het bijbehorende financiële kader weergegeven. Naast de begroting en de meerjarenkostenraming voor AQUON wordt er tevens een overzicht gegeven van de bijdrage inde te verwachten kosten in de periode 2012 -2015 voor de verschillende waterschappen. Vervolg Inde Gemeenschappelijke Regeling AQUON zijn in Hoofdstuk 2 nadere bepalingen rondom de begroting opgenomen. Indeze bepalingen staat dat uiterlijk 6weken voor aanbieding aan het algemeen bestuur het dagelijks bestuur de ontwerpbegroting fer zienswijze toezendt aan elk van de vertegenwoordigende organen van de deelnemers (artikel 30, lid 2),
Verzoek Hierbij leggen wijdebegrotingswijziging AQUON2012-2015ter zienswijzeaan uvoor. Hoogachtend, Hetdagelijks bestuur Devoorzitter, Voordeze, Plaatsvervangend voorzittpr
Desecretaris
H.Pluckel
P.H. Kolft MBA
PQuon Instituutvoorwateronderioek enodwes
Programmabegroting 2012 -2015
i n moi o n n
Programmabegroting 2012-2015
inhoud
Pagina
0. V o o r w o o r d
3
1. i n i e i d i n g
4
1.1 Destart vaneennieuwe organisatie 1.2 Detaken vanAQUON 1.3 Komende ontwikkelingen
2. B e g r o t i n g inéén o o g o p s l a g 2.1 Inleiding 2.2 Begroting 2012enmeerjarenraming 2012-2015 2.3 Meerjarenraming 3. BBegroting e g r o t i n g naar rogramma naarpprogramma 3.1 3.2 3.3
Inleiding Het programma De resultaten
Paragrafen 4. Paragrafen 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
inleiding Afname en tarieven Kapitaalgoederen Weerstandsvermogen Verbonden partijen Bedrijfsvoering Financiering
4 4 5
7 7 7 9 14 14 14 16 18 18 18 19 20 22 22 23
0. Voorwoord
Het is een genoegen om de programmabegroting 2012-2015 van AQUON Instituut voor wateronderzoek te presenteren. Inde begroting wordt vanuit de doelen en prestaties die worden nagestreefd het bijbehorende financiële kader weergegeven. De voorliggende begroting is gemaakt in een periode waarin een aantal zaken nog volop in beweging is. Belangrijke input voor het opstellen van het benodigde budget, zoals de uitkomsten van de plaatsingsprocedure en een gedetailleerd huisvestingsplan zullen pas in de loop van 2011 beschikbaar komen. Daarbij speelt ook de taakstelling waarmee waterschappen zich geconfronteerd zien een rol. Bij een aantal waterschappen leidt dit tot een materiële aanpassing van de meetvraag. Om gegeven deze onzekerheden en ontwikkelingen te kunnen komen tot een begroting voor 2012 e.v. is er voor gekozen om de business case AQUON+ van Berenschot als uitgangspunt te nemen. Indeze business case is de deelname van het Waterschap Rivierenland en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden aan de gemeenschappelijke regeling, inclusief het positieve resultaat van deze uitbreiding naar negen deelnemers, verwerkt. Voor de deelnemende waterschappen is er, conform GR regeling, sprake van gedwongen winkelnering. Dit is nodig om van AQUON een succes te maken, zowel in de uitvoering van haar taken als voor het realiseren van de baten van de fusie door de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling. Het streven op langere termijn is dat AQUON de vanzelfsprekende partner wordt van waterschappen. Kijkend naar de meetvraag geldt dat, ten opzichte van de business case AQUON+, voor alle jaren de raming op totaal niveau lager ligt dan voorzien.AQUON voelt zich terdege verplicht om de nodige inspanningen te verrichten om deze mutaties door te vertalen richting de begroting. Gezien het reeds strakke budget is ervoor gekozen deze inspanningsverplichting nog niet te vertalen in een concrete daling van de begroting. In de verdeling van de kosten over de waterschappen wordt, om AQUON tijd te geven om een stabiele uitgangsituatie te creëren, de garantieregeling toegepast voor dejaren 2011-2013, inclusief aantallen zoals die zijn opgenomen in de business case AQUON+. Binnen deze regeling betalen waterschappen die minder afnemen dan op basis van de business case AQUON+ werd verwacht, de vaste kosten (75%van niet afgenomen productie). Inde jaren daarna is de kostenverdeling evenredig aan het aantal afgenomen ILOW-punten.
1. Inieiding
1.1 De start van een nieuwe organisatie AQUON ontstaat uit de fusie van de laboratoria Delta Waterlab, Gemeenschappelijk WaterschapsLaboratorium {GWL}, het laboratorium van Hoogheemraadschap van Rijnland en het laboratorium vanWaterschap Rivierenland. AQUON levert accurate en excellente monsterneming, analyse en rapportage van chemisch, fysisch en biologisch onderzoek naar de eigenschappen van het natte milieu. Met haar dienstverlening draagt AQUON bij aan de positie van de waterschappen, als autoriteit op het gebied van waterkwaliteit. Het laboratorium vormt de voorkant voor de wettelijke waterkwaliteitstaak en de handhavingstaak van de waterschappen. AQUON draagt bij aan uniformiteit en standaardisering van de laboratorium werkzaamheden van de waterschappen, met bijna half Nederland als werkgebied. Inde periode 2009 tot en met heden is en wordt door de fuserende laboratoria hard gewerkt om AQUON vorm te geven,zodanig dat zij vanaf 1juli 2011 de taken kan oppakken waarvoor zij is bedoeld. De plannen van AQUON en daarmee samenhangend de begrotingen voor 2012 en dejaren erna zijn gericht op het continueren van het huidige dienstverleningsniveau vande laboratoria en het gelijktijdig verder bouwen aan de nieuwe organisatie en de toekomstige vraag. Verder zal in 2011 een start gemaakt worden met het optimaliseren van de samenwerking vanuit de verschillende locaties. Hierbij valt te denken aan synergie bij de logistiek van bemonstering en de verdeling van de analyses om het aanbod van kwaliteit te verbreden en efficiency te verbeteren. Om deze taken te kunnen uitvoeren en de financiële kaders en gevolgen daarvan in beeld te brengen, is de begroting 2012 en een meerjarenraming 2012-2015 opgesteld. De begroting is gebaseerd op de eerder vastgestelde business case AQUON+ en de herijking van de meetvraag in april2011.
1.2 De taken van AQUON De taken van de nieuwe organisatie liggen op het gebied vande volgende aandachtsgebieden: •
Chemisch onderzoek Dit betreft onderzoek (fysisch chemisch, organisch, metalen) dat dient ter ondersteuning van het beleid en de doelstellingen van de waterschappen. In het verlengde daarvan wordt onderzoek gedaan voor projecten van wederzijds belang van overheden zoals Rijkswaterstaat en gemeenten.
•
Hydrobiologisch onderzoek
Dit betreft waterkwaliteitsonderzoek voor de deelnemers. De werkzaamheden bestaan uit het verzamelen van biologische parameters (veldwerk), analyseren van biologische parameters (determinatie) en toetsing en interpretatie van de resultaten. •
Monstername en Logistiek Via een net van monsterpunten worden in het veld en ook te water diverse monsters genomen, veldmetingen uitgevoerd en getransporteerd naar het laboratorium. Gegevens worden verwerkt in het systeem, de monsters worden op het laboratorium ingeklaard en inspecifieke gevallen worden rapportages gemaakt. Door hun mobiele bezigheid vormen deze collega's ook de ogen en oren in het gebied. Tevens verzorgt AQUON de monstername van grondwater, oppervlaktewater, waterbodem en rioolwaterzuiveringen (=rwzi's). Daarnaast heeft AQUON een adviserende rol richting de diverse opdrachtgevers als het gaat om toe te passen methoden en ondersteuning bij de uitvoering van projecten. Toetsing en interpretatie van laboratoriumresultaten vallen hier ook onder.
Voor de deelnemende waterschappen is er ten aanzien van de eerste drie activiteiten sprake van gedwongen winkelnering. Afwijkingen hiervan vereisen expliciete goedkeuring van het dagelijks bestuur van AQUON. Dit is de komende periode nodig om van AQUON een succes te maken, zowel in de uitvoering van haar taken als voor het realiseren van de baten van de fusie door de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling. Het streven op langere termijn is dat AQUON de vanzelfsprekende partner wordt van waterschappen.
1.3 Komende ontwikkelingen Voor de komende periode worden onderstaande ontwikkelingen voorzien: •
Verbreding van analysepakket Gestuurd vanuit de vraag in beleid en beheer en de visie van water- en hoogheemraadschappen hierop, is een verbreding van het analysepakket gaande. Het laboratorium dient de ontwikkelingen op adequate wijze te ondersteunen. Er moet adequaat op maatschappelijke ontwikkelingen kunnen worden ingespeeld. Dit betekent dat een bredere kennis en expertise benodigd is en dat de laboratoriumwerkzaamheden veranderlijk zijn.
•
Techniek en technologie analyseapparatuur Met de uitbreiding van de analysemogelijkheden neemt ook de complexiteit van de benodigde techniek en technologie toe. Dit betekent dat de vereiste professionaliteit en de behoefte aan voldoende financieel draagvlak toeneemt voor de benodigde professionaliteit en de aanschaf van vaak kapitaalintensieve apparatuur. Optimaal gebruik van deze duurzame productiemiddelen (bezettingsgraad) is daarbij van belang.
•
Kaderrichtlijn Water Door de Kaderrichtlijn Water (KWR) zal het meetpakket van AQUON kunnen toenemen. Dit geldt voor zowel het fysisch/chemisch onderzoek als voor het hydrobiologisch onderzoek. AQUON zal gelet op de ontwikkelingen (als gevolg van KRW maar ook Diffuse bronnenbeleid)
niet alleen aan de vraagkant volgen maar ook anticiperen op de uitbreiding van de huidige analysepakketten met GCMS en LCMS technieken. Dit doet zij door de landelijke ontwikkelingen qua gebruik vangewasbeschermingsmiddelen en toelatingsbeleid van nieuwe stoffen te volgen. De komende jaren blijft dit de nodige aandacht vragen. •
Actie Storm Met de actie Storm leveren de waterschappen een doelmatigheidsverbetering die € 100 miljoen genereert voor de maatschappij. Een gevolg hiervan isdat de waterschappen kritisch kijken naar de aard en omvang van de meetvraag voor 2011 en de komende jaren. Dit heeft tot gevolg dat de bestaande vraag krimpt en projecten schuiven inde tijd. Inde herijking van de meetvraag is het effect hiervan zichtbaar, invergelijking tot de business case AQUON+ laat de totale meetvraag vanuit de deelnemende waterschappen voor allejaren inde periode 2011-2015 een daling van rond de 10% zien.
•
Diffuse bronnenbeleid De laboratoria voeren verschillende onderzoeken uit zoals duurzaam onkruidbeheer en het meetnet gewasbeschermingsmiddelen. Het beleid zal inde toekomst nog verder vorm krijgen en vertaald worden naar projecten en zo nodig laboratoriumonderzoek. Denk hierbij aan projecten zoals 'Duurzaam onkruidbeheer op verhardingen, zink uitloging, medicijnen en oestrogene stoffen in oppervlaktewater'.
•
Effluent/influent lozingen Voor de rwzi's wordt het Nationaal Standaard Programma (NSP) toegepast. Het onderzoek voor de rwzi's is aljaren stabiel. De discussie is momenteel of de rwzi's nog aanvullende eisen opgelegd zullen krijgen in het kader van heffingen en KRW. Verder kan het online meten op rwzi's nog verder uitbreiden en is de vraag of hierin een taak ligt voor het laboratorium als het gaat om controles op/kalibraties van online meetapparatuur. Bij waterschap Brabantse Delta gebeurt dital. Ook is het misschien mogelijk door inzet van online meetapparatuur het laboratorium in de toekomst minder frequent te laten meten. Inde overleggen met de klanten zulten deze aspecten een onderwerp van gesprek zijn.
2. Begroting inéén oogopslag
2.1 Inleiding Indit hoofdstuk ziet uinéén oogopslag de financiële ontwikkeling van AQUON voor het begrotingsjaar 2012, in relatie met de geactualiseerde businesscase, het meerjarenperspectief 2012-2015 en de uitgangspunten die hieraan ten grondslag liggen.
2.2 Begroting 2012 en meerjarenraming 2012-2015 Inde onderstaande tabel staat de begroting voor 2012 opgenomen. Tevens is in de tabel de vergelijking met de realisatie van 2010 op prijspeil 2012 opgenomen. Tabel 1:Begroting2012meteenvergelijk metderealisatie2010 (prijspeil2012)
Omschrijving
Realisatie 2010
Begroting
prijspeil 2012
2012
e
11.587,091
€
Uitbesteding
€
2309,975
€
Materiele tasten
€
3880,391
C
Kapitaallasten
€
1,427 905
€
1 814464
Overige indirecte lasten
€
3.215,563
€
3079 564
Bezuinigingstaakstelling
e
Besparing primair proces
e
Onvoorzien
f.
28,738
50,000
€
Totale kosten
€
22.449.663
20.171.077
€
Opbrengsten werk voor derden
e
1.596.960-
Opbrengst bijdrage organisaties
€
20.852.703-
19206.635-
Totale baten
c
22.449.663-
-
in%
mutatie
Personeelskosten
€
1,169.705-
-10.09%
1 100,000
e
1209 975-
-52.38%
3709,662
€
170.729-
-1.40%
€
386.559
27.07%
e
135,999-
-4.23%
10.417386
€
€
€
€
21,262
73,98%
2.278.586-
-10,15%
964.442- €
632.518
-39,61%
€
1,646,068
-7,89%
20.171.077- C
2.278.586
•10,15%
Het begrotingstotaal voor 2012 voor AQUON komt uit op€ 20,2 miljoen. Invergelijking met de realisatie van 2010 (op prijspeil 2012) is dat een daling € 2,3 miljoen (-/-10%). De daling wordt onder andere verklaard door de toedeling van de bezuinigingstaakstelling en de besparing op het primaire proces (-/- € 658K) Hieronder worden de belangrijkste overige afwijkingen toegelicht.
Uitbesteding Invergelijking tot de realisatie 2010 daalt de uitbesteding van werkzaamheden sterk. In2010 is voor ongeveerd 2,3 miljoen (prijspeil 2012) uitbesteed,terwijl inde begroting 2012 van AQUON uitgegaan wordt van € 1,1 miljoen. Deze daling is conform de business case AQUON+. De businesscase voorspelt dat AQUON door expertise, bredere uitvraag en grotere volumes betere condities kan realiseren voor de waterschappen bij het uitbesteden van laboratoriumtaken. Vanaf 2012 blijft de uitbesteding constant op € 1,1 miljoen. De daling heeft met name te maken met:
kostenreductie door minder uit te besteden en meer zelf te doen, het vervallen van uitbestede werkzaamheden aan fusiepartners en schaalvoordelen door uitbesteden.
Werkzaamheden voor derden Inde realisatie 2010 is een bedrag voor werken voor derden gerealiseerd van € 1,6 miljoen (prijspeil 2012). De kerntaak van AQUON is het leveren van producten en diensten aan de participerende waterschappen in de GR. Daarnaast heeft AQUON de ambitie om eventuele restcapaciteit, waar mogelijk, te benutten. Het gaal hierbij om het optimaal benutten van de bestaande capaciteit en niet om bewust een overcapaciteit te creëren. De belangrijkste beweegredenen om dit te doen is om hiervan te leren,het voelen van de tucht van de markt, oppakken van producten en diensten die ook geschikt zijn voor de waterschappen en verdere synergie in samenwerking met niet aangesloten waterschappen, gemeenten en provincie. Verder levert het benutten van de restcapaciteit een verhoogd rendement op voor de deelnemende waterschappen doordat de kosten lager zijn. In de begroting 2012 e.v. wordt ervan uitgegaan dat maximaal 5% van de omzet van AQUON bestaat uit werken voor derden.. Inde begroting 2012 staat een bedrag van € 964.000,opgenomen. Inde tweede helft 2011 zal een plan worden opgesteld om inde toekomst optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden om ook te werken voor derden,waarbij tevens aandacht besteed zal worden aan de monitoring.
Onvoorzien Inde begroting is een post van € 50.000,- voor onvoorzien aangehouden.
Bezulnigingstaakstetiing De stuurgroep van AQUON heeft een additionele bezuinigingstaakstelling vanjaarlijks 1 %van het begrotingstotaal opgelegd. Inde begroting is deze als volgt verwerkt: •
1 %in 2011
•
2% in 2012
•
2% in 2013
Vanaf 2014 ligt door het doorvoeren van deze taakstelling het kostenniveau van AQUON 5% lager ten opzichte van 2011. In onderstaande tabel zijn de denkrichtingen voor het realiseren van deze taakstelling aangegeven. Inde tweede helft van 2011 zullen ten behoeve van de inteme sturing de verschillende deelbegrotingen 2012 opgesteld worden, waarin de uitsplitsing definitief verwerkt zal worden.
Tabel2:Allocatietaakstelling 2011-2013 20112*
20111% f€200 OCOopttxtrbosa)'
fSIJOOO)
Iruet personeel Istaf)
£
50000
C
25.000
Inzetpersoneel (flexfeeie schil)
C
25 U0Ü
C
50000
Inkoop
f
25000
t t
Huisvesting
Toual
70131% !f319000CM. rorool
125000 C
100000
200,000
100,000
<
40.000
190.000
68000
C
60000
128,000
(
100.000
<
140.000
240.000
Totale Invuliing taakstcling
€
100,000
C
143.000
C
340.000
883.000
Cumulatieve i n ^ l i n g
t
200.000
i
S*i.000
<
883,000
OptimaliuTie processen
2.3 Meerjarenraming In deze paragraaf staat de meerjarenraming voor AQUON opgenomen. Inde onderstaande tabel staan de resultaten opgenomen. Deze zijn in lijn met de business case AQUON+. Tabel 3:Meerjarenraming AQUON Begroting 2012 F^rsonele kasten
€
Uitbesteding
t
Begroting 2013
1100000
Begroting2015
B e g r o t i i B 2014
10 067 619
10 417.386
9.877.903
9 508 143
1 100.000
1,100,000
1 100.000 3 762.403
Materiële kosten
€
3,709662
3 723.102
3,727,013
Kapitaaltasten
€
1,814.464
1,686.743
1.720.147
1 754 219
O^edge indirecte lastan
€
3,079564
3 102.892
3222,578
3 342.423
Onvoorzien
€
50000
Totale kosten
€
20.171.077
O p b r e n ^ t e n werk voor derden
€
964,442-
Opbrengst bijdrage organisaties
€
19206635-
T o t a l * baten
€
20,171,077.
50,000 €
19.720.356
€
18 758.948-
19.697,641
€
18,737,367-
961409-
19.720.356-
50.000
50.000 €
€
19.517.188
€
18 595.538-
•121 (.'.1-
960.273-
19697.641-
Voor allejaren geldt dat, ten opzichte van de business case AQUON+, de raming van de meetvraag op totaal niveau lager ligt dan voorzien.AQUON voelt zich verplicht om de nodige inspanningen te verrichten om deze mutaties door te vertalen richting de begroting. Echter gezien het reeds strakke budget is er voor gekozen deze inspanningsverplichting nog niet te vertalen ineen daling van de begroting.
19.517.188-
Uitgangspunten Hieronder staan de uitgangspunten voor de begroting opgenomen. •
Meetvraag Uitgangspunt voor de begroting is de meetvraag van de waterschappen. Inapril 2011 is door de waterschappen een actualisatie van de meetvraag voor 2012 en dejaren daama aangeleverd. Deze aanlevering is conform de PDG (product- en dienstencatalogus) van AQUON. Het blijkt voor de deelnemers nog lastig te zijn om deze meetvraag zo vroeg voor het volgende jaar aan te geven. Om voor de start van 2012 over de meest juiste meetvraag te kunnen beschikken zal door AQUON in november 2011 nogmaals een gedetailleerde uitvraag worden gedaan.
•
Garantieregeling Eventuele wijzigingen gedurende hetjaar ten opzichte van de start situatie die uitgangspunt vormt voorde begroting,worden verrekend. Voor waterschappen die minder afnemen geldt de garantieregeling. Waterschappen die minder afnemen dan op basis van de uitvraag van de meetvragen mocht worden verwacht, betalen de vaste kosten. Deze zijn vastgesteld op 75% van de startsituatie. Voor waterschappen die een hogere meetvraag hebben,worden de integrale kosten per ILOW-punt in rekening gebracht. Om AQUON tijdte geven om een stabiele uitgangsituatie te creëren en strategisch inkoopgedrag te voorkomen is het voorstel om de garantieregeling, inclusief aantallen zoals die zijn opgenomen in de business case AQUON+, te handhaven voor 2011-2013. Bij de begroting 2013 zal gekeken worden of de toepassing over het laatste jaar aanpassing behoeft. Dit geeft duidelijkheid voor alle partijen. Na 2013 wordt er een bonus/malus ingevoerd op de kwaliteit van de prognose: het gaat daarbij zowel om de omvang als om de geprognosticeerde spreiding.
Inde onderstaande tabel staat de meetvraag van de waterschappen voor 2011 en 2012 opgenomen. Daarbij is de meetvraag in ILOW-punten voor 2011 en 2012, zowel op basis van de business case AQUON+ als op basis van de actuele meetvraag opgenomen. Daarnaast is weergegeven welk aantal ILOW-punten meegenomen wordt in het kader van de garantieregeling. Daarbij wordt er van uit gegaan dat de begroting AQUON 2012 volledig gerealiseerd wordt.
10
Tabel4:Meetvraag2012 AQUON 2012, i n d . gar.regei
Actuele BCAQUON +
BCAQUON *
meetvraag
Begroting
t.o.v. BC
2011
2012
AQUON 2011
AQUON ZOl2
AQUON+
760,000
760,000
771.547
664000
736,000
Brabantse Delta
1.839.000
1,621.600
1.775.519
1 400,850
1.566.413 2.822.792
Delfland
Hollandse Delta
2.786.000
2.786.000
2,860.581
2.822,792
Aa en Maas
1.010.S44
913,814
800.000
900.000
910,361
De Dommel
1,037.628
1,070.916
911.255
830,000
1.010.687
Rijnland
2.148.60O
2.557.900
1,690.303
2.022,995
2.424.174
618.000
618.000
507.461
600.000
613.500
2,346,061
2,346.061
2,013.278
2.220,000
2.314.545
ScNeland en Krimpenerwaard Rivierenland Stichtse Rijnlanden TOTAAL
521.745 13.067,578
521.745 13.196,036
4S2.050 11,781,994
452,050
504,321
11.912 687
12.902,793
Door de deelnemende waterschappen wordt naar verwachting in2012 in totaal 11,9 miljoen ILOWpunten afgenomen.Ten opzichte van de raming inde business case AQUON+ neemt de meetvraag inde komendejaren fors af. Tabel5:Ontwikkelingmeetvraag vandeelnemendewaterschappen in ILOW-punten
BCAQUON+ Begroting 2012 Verschil Daling t.o.v. BC AQUON-»-
2011 13067.578 11.781.994 •1.285.58-1 -9,84-/0
2012 13.196.036 11,912,687 -1.283.349 -9,73%
2013 13.040,336 11.851.420 -1.188.916 -9,12%
2014 13,063,536 11.836.002 -1.227.534 -9,40%
2015 12 809.836 11.512.765 -1.297.071 -10,13%
Zoals reeds aangegeven is de inde begroting 2012 en de meerjarenraming 2012-2015 geen correctie opgenomen voor de mutatie van de meetvraag.Wel heeft AQUON de inspanningsverplichting om bij een dalende meetvraag kostenreductie door te voeren. Daarbij geeft de garantieregeling een indicatie van de variabiliteit van de kosten. De garantieregeling is gebaseerd op een percentage vaste kosten van 75%. Een daling van het aantal ILOW-punten leidt dan ook voor de gedaalde productie tot een budgetaanpassing van 25% (Ter illustratie : prijs per ILOW-punt is€ 1,60. 100.000 minder ILOW-punten leidt tot€ 40.000 lager budget (100.000 *€1,60 *25%). AQUON probeert bij inrichting van haar organisatie de kostenstructuur waar mogelijk aan te passen, zodat het percentage van 75% gaat dalen en daarmee de relatie tussen kosten en productie variabeler wordt.
11
Tabel6:Meerjaren meetvraagwalerschappen M?etvraag
Begroting
2011 ( a p r i l ' 1 1 )
AQUON 2012
MJR 2013
MJR 2014
MJfteOlS
771,547
664,000
654.000
644.000
644.000
Brabantse Oelta
1,775,519
1,400.850
1.510.850
1.646,428
1,400,850
Hollandse Delta
Delfland
2,860.581
2,822,792
2,806,112
2.789.124
2.789,124
Aa en Maas
800,000
900.000
900.000
900.000
900.000
De Dommel
911.255
830.000
830,000
830.000
830.000
1,690.303
2.022.995
1.878.408
1.754.400
1.676.741
Rijnland
S07.461
600.000
600,000
600.000
600.000
2,013,278
2,220,000
2,220,000
2.220.000
2.220.000
452,050
4S2.050
452,050
4S2.0S0
452,050
11.781.994
11.912.687
450.000 12.231.994
450.000 12.362.687
11,851,420 450 000 12.301.420
Schieland en Krimpenerwaard Rivierenland Stichtse Rijnlanden
totaal AQUON+ totaal derden totaal GR deeln.
11.836.002 450 000 12.286.002
11.512 765 450 000 11,962,765
De bovenstaande meetvraag laat een redelijk stabiel beeld zien. Het beeld van de individuele waterschappen is echter verschillend. Het ene waterschap laat een stijging zien terwijl de andere een daling laten zien. Met name Brabantse Delta laat relatief grote schommelingen zien doordat werkzaamheden een cyclisch karakter hebben. Formatie Naar aanleiding van de bijstelling van de meetvraag (april 2011) wordt er momenteel gekeken naar de gevolgen hiervan voor de benodigde formatie. De uitkomst hiervan zullen leiden tot een aangepast overzicht. Alhoewel het resultaat van de plaatsingsprocedure hier los van staat, is dit resultaat wel bepalend voor de termijn waarop de bezetting, inclusiefde verhouding vast/flexibel binnen dit plaatje past. Inde onderstaande tabel staat de formatie 2012 weergegeven, conform de business case AQUON+. Tabel7 Primair procesversus slaftaken Omschrijving Staf totaal
2012 24,1
Primaire proces
153.2
Tolale formatie Verhouding slaf/primaire proces
177.3 13,5%
Tot slot van deze paragraaf worden een aantal zaken richting de begroting nader toegelicht.
12
Salarisontwikkeling De salarissen van het personeel van AQUON volgen de sectorale arbeidsvoorwaarden voor het waterschapspersoneel. Er is gerekend met de salarisschalen 2010 van de CAO die op 1 oktober 2009 afliepen. Vooralsnog is rekening gehouden met een stijging conform inflatie van 2% perjaar, overeenkomstig de laatste ramingen van het CPB. Inflatiecorrectie Het Centraal Planbureau geeft jaarlijks een inflatieverwachting af voor de komende jaren. Voor 2012 wordt een inflatie verwacht van slechts 1,5%. Gezien de onzekere tijden als gevolg van de kredietcrisis is het vanuit het voorzichtigheidsprincipe aan te bevelen om vooralsnog dit inflatiecijfer ten opzichte van het prijsniveau 2010 aan te houden voor goederen en diensten. De totale correctie waarmee voor de salarisontwikkeling en de inflatiecorrectie gezamenlijk gerekend is voor het meerjaren beeld is 1,66%. Activa De nieuwe organisatie heeft nog geen nieuwe investeringen gedaan. AQUON neemt van de moederorganisaties activa over. Uitgangspunt van de overname van de activa van de balans is de boekwaarde. Vooruitlopend op de fusie per 1 juli 2011 wordt in 2011 door de latende organisaties bij het aangaan van investeringen het akkoord van AQUON gevraagd. Kapitaallasten De kapitaallasten van het beleid van de vier fusielaboratoria zijn doorgerekend voor de jaren 2012 t/m 2015. Dit betreft de kapitaallasten van de activa die overgenomen zijn van de moederorganisaties. Inde meerjarenbegroting is rekening gehouden mel nieuwe investeringen. Deze investeringen zijn opgenomen in het investeringenoverzicht. De belangrijkste investeringen daarvan zijn de implementatie van automatiseringssystemen zoals ERP, EcoLIMS en LIMS. Door deze investeringen stijgen de kapitaallasten tot circa € 1.600.000,- in 2015. Over de boekwaarde van de activa betaalt AQUON kapitaallasten (rente en aflossing). Uitgangspunten hierbij zijn een rente van 4,5%, activeren van aanschaf van middelen bij een bedrag groter dan€ 25.000,- en een gestandaardiseerde afschrijvingstermijn van 5-7jaar. De totale kapitaallasten voor 2012 bedragen circa € 1.687.000,-. Huisvesting AQUON gaat op 1juli 2011 van start in de bestaande huisvesting, die wordt gehuurd van de betreffende waterschappen. Ook de staf zal binnen de bestaande locaties decentraal gehuisvest worden. Op basis van de besluitvorming van de stuurgroep zal voor AQUON op 1januari 2013 zal sprake zijn van drie locaties.
13
3. Begroting naar programma
3.1 Inleiding Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de werkzaamheden, de doelen, de kosten en de resultaten van AQUON. 3.2 Het programma Het begrip programma is inhet Waterschapsbesluit gedefinieerd als 'een samenhangend geheel van activiteiten op basis waarvan het algemeen bestuur het beleid van het waterschap vaststelt'. De dienstverlening van AQUON bestaat uit monsterneming, analyseren en rapporteren en advisering. Gezien de samenhang tussen deze werkzaamheden is dit geheel samengevat in één programma enworden er geen andere programma's gehanteerd. 3.2.1 Wat willen wij bereiken? Gezien het publieke belang (diensten tegen maatschappelijk verantwoorde kosten, leveringzekerheid, kwaliteitsborging en onafhankelijkheid) levert het behouden en verder uitbouwen van één gezamenlijke laboratoriumorganisatie meerwaarde op voor de deelnemers. Door verdere integratie kan de nieuwe laboratoriumorganisatie zich instellen op de ontwikkelingen en verder groeien als kennispartner van de water- en hoogheemraadschappen. Daarnaast is het van belang om in geval van calamiteiten over een publiek laboratorium te beschikken, waar snel alle benodigde onderzoeken uitgevoerd kunnen worden. Met de fusie van de laboratoria per 1juli 2011 wordt beoogd een kwalitatief hoogwaardig, maar ook efficiënt laboratorium neer te zetten voor de betrokken waterschappen. Het laboratorium werkt dus primair voor de waterschappen, overigens met behoud van de huidige contracten met derden. Op een later moment wanneer de organisatie stabiel functioneert, is het mogelijk dat de werkzaamheden voor derden, binnen de kaders van de Europese regelgeving,verder worden uitgebreid. Indat geval zal de organisatie daarvoor geschikt gemaakt worden. Het laboratorium richt zich ineerste instantie op het meten op onderdelen (m.n.hydroblologie) aangevuld met advies en interpretatie. Het laboratorium heeft zo een belangrijke rol in de uitvoering van de handhavings- en kwaliteitstaken van de waterschappen en is hiervoor ondersteunend aan de waterschappen. De kwaliteit van het handhavingsproces wordt mede bepaald door de kwaliteit waarmee de voorkant ervan, monstemame en meting, wordt uitgevoerd,want dat isde basis waarop vervolgens al dan niet gehandeld gaat worden. Het is om die reden van groot belang dat waterschappen grip houden op die taken om zo de kwaliteit van het eigen primaire proces beter te kunnen beheersen. Met de fusie wordt een aantal van de huidige kwetsbaarheden opgelost. Het gaat hier ondermeer om de relatief kleine schaal waarop in sommige specialisaties wordt geopereerd. Door de krachten te bundelen kan apparatuur en personeel efficiënter worden ingezet en kunnen meer werkzaamheden binnen de organisatie worden uitgevoerd, waardoor de afhankelijkheid van de markt afneemt. Daarnaast kan door het op afstand plaatsen van bepaaide werkzaamheden, zoals meting van zuiveringsinstallaties, een gezonde afstand gecreëerd worden met andere onderdeten van het
14
primaire proces,waarmee de scheiding van taken en verantwoordelijkheden scherper wordt en ook beter kan worden geborgd, 3.2.2 Wat gaan wij daarvoor doen? De fusie zorgt ervoor dat ingespeeld kan worden op ontwikkelingen waar de huidige waterschapslaboratoria nu al mee te maken hebben en die zorgen voor uitbreiding of aanpassing van de werkzaamheden. De verwachting is dat dit inde nabije toekomst op onderdelen nog meer het geval zal zijn. Wij noemen hieronder kort de belangrijkste. De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zorgt ervoor dat het meetpakket van de laboratoria zal toenemen. Dit geldt zowel voor het fysisch-chemisch als het hydrobiologisch onderzoek. Daarnaast zorgt de integrale Waterwet ervoor dat de indirecte lozingen worden ondergebracht bij de Wet milieubeheer, waardoor het onduidelijk isofde waterschapslaboratoria hierin een rol blijven spelen. Het diffuse bronnenbeleid - meetnet gewasbeschermingsmiddelen, duurzaam onkruidbeheer - zal inde toekomst nog verder vorm moeten krijgen en vertaald moeten worden naar werkzaamheden voor de laboratoria. Andere onderzoeken die in de toekomst zullen toenemen zijn organisch onderzoek naar o.a. hormonen en geneesmiddelen en drogebodemonderzoek. De overname van de grondwatertaak van de provincies door de waterschappen zal ook consequenties hebben voor de taken van de laboratoria. Tot slot zullen in-situ metingen en ook andere technologische ontwikkelingen gevolgen hebben voor de wijze waarop laboratoria hun taken uitvoeren. 3.2.3 Wat mag het kosten? Voor de uitvoering van de meetvraag is een begroting voor 2012 opgesteld. Inde onderstaande tabel staan de kosten voor de uitvoering opgenomen. Tabel8:Overzicht benodigde budgetAQUON2012 Begroting 2012 Personelekosten
€
10.417.386
Uitbesteding
€
1,100,000
Materiëlekosten
€
3,709,662
Kapitaallaster
€
1.614.464
O/erige indirectelasten
€
3079,564
Qivoorzien
€
50,000
Totale kosten
€
20.171.077
Voor de uitvoering van de taken heeft AQUON in 2012 een budget nodig van€ 20,2 miljoen; in dit budget is 3% taakstelling (plus de aanvullende taakstelling van € 15.000 voor de compensatie van de andere waterschappen voor de één op één doorbelasting van hydroblologie en vergoeding van voor de monsterneming met eigen personeel aan Delfland ) verwerkt. Dit is een taakstellend budget voor de uitvoering van de meetvraag van de verschillende waterschappen. Voor de dekking staan er inkomsten van werken voor derden gepland en een bijdrage van de waterschappen. Voor de verdeling van de bijdrage van de waterschappen is een verdeelsleutel opgesteld. In paragraaf 4.7.2. staat de berekening van de bijdrage per waterschap opgenomen.
15
3.3 De resultaten Als basis voor het kwaliteitssysteem dient de norm NEN-EN-ISO 17025 'Algemene eisen voor de competentie van beproevings- en kalibratielaboratoria'. AQUON verplicht zichtot naleving van deze norm. AQUON heeft tot taak een zo doelmatig mogelijke uitvoering van werkzaamheden met betrekking tot: •
Fysisch chemisch onderzoek: Clustering van activiteiten zal leiden tot een verbreding en verdieping van kennisvelden. Clustering van de vraag zal mogelijkheden bieden voor verdere automatisering en robotisering, wat wederom een voordelig effect heeft op de kosten en de levertijd.
•
Organisch onderzoek: Inhet kader van handhaving zal minder analysewerk worden aangeboden. Voor een deel heeft dit te maken met hetfeit dat deze uitvoerende taak grotendeels bij de gemeentes komt te liggen. Veelal betreft het hier onderzoek naar minerale olie en PAK-verbindingen. Potentiële klant bij werk voor derde. Wat betreft de monitoring van oppervlaktewater is een herinrichting van de verschillende meetnetten en een toename van projectmatig onderzoek merkbaar. Inhet licht van de bezuinigingen waar de verschillende waterschappen de komendejaren mee te maken gaan krijgen, ligt het voor de hand dat er zal worden gesneden in het monitoringsbudget en dat ook het aanbod van organisch analysewerk hierdoor enigszins zal afnemen. AQUON wil actief meegaan met de technologische ontwikkelingen die de KRW aan het (organisch) laboratorium stelt. Ook wil het organisch laboratorium actief participeren in KRWprojecten om bijvoorbeeld de rapportagegrenzen te verlagen en/of het pakket aan meetbare componenten uit te breiden. Op het gebied van waterbodemonderzoek is de verwachting dat de rapportagegrenzen verder omlaag zullen gaan (conform het protocol AS3000) en dat er kritisch gekeken zal moeten worden naar verbetering van de efficiency van de monstervoorbehandeling en de uiteindelijke analyse van het verkregen extract. Een in potentie goed alternatief hiervoor is het meten van OCB's, PCB's en PAK's inéén meetrun waarbij gebruik wordt gemaakt van GC/MS/MS. Een actueel overzicht van alte organische componenten die intern kunnen worden gemeten op internet en intranet voorziet de opdrachtgever, indien gewenst, van extra informatie: welke componenten zijn gerelateerd aan elkaar? Welke pesticiden worden waarvoor en wanneer toegepast? Hoe zit het met de toelating van een bepaald product? Enz.
•
Metaalonderzoek: Clustering van activiteiten zal leiden tot een verbreding en verdieping van kennisvelden. Clustering van de vraag zal mogelijkheden bieden voor verdere automatisering en robotisering, wat wederom een voordelig effect heeft op de kosten en de levertijd.
16
Hydrobiologisch onderzoek: Op dit moment wordt ca. 60%van het totale werkvolume uitbesteed aan de markt. De commerciële bureaus en laboratoria zijn eerder partners dan concurrenten. Elk heeft immers zijn eigen afzetmarkt, AQUON vormt de verbinding. Dat biedt kansen op het gebied van kennisontwikkeling, innovatie en kwaliteit. AQUON verwacht dat vanuit de KRW de vraag naar producten en diensten op het vakgebied hydroblologie zal groeien. Het is daarom noodzakelijk om expertise te ontwikkelen en zo invulling te kunnen blijven geven aan de vraag. Microbiologsich onderzoek: Dit is een klein onderdeel binnen AQUON en daarom ondergebracht bij het team FysischChemisch. Devraag is seizoensgericht en heeft spoedeisende onderdelen. De fusie geeft ook hier kansen om de kritische massa van dit vakgebied een optimale plek te geven. De robuustheid zal groeien en de producten kunnen breder aangeboden worden. Monstername en logistiek, met uitzondering van de monsterneming op het gebied van handhaving: De huidige monsternemer ontwikkelt zich van het klassieke 'flesjes vullen' in het verieden tot de toekomstige veldonderzoeker. Een veldonderzoeker die werkzaam moet zijn op vele disciplines, variërend van de afvalwaterzuivering tot oppervlaktewater, van waterkwaliteit tot waterkwantiteit en van grondwater tot waterbodems. Een veldonderzoeker met competenties als: nauwkeurig, brede kijk, zeer zelfstandig, nieuwsgierig, met beide benen inde klei. Hij is 'de ogen en oren' van het waterschap in het veld. Inde toekomst zal een deel van de klassieke labwerkzaamheden overgenomen worden door sensoren in het veld, oftewel een verschuiving van werk vanuit het laboratorium richting het veld, direct en online op afstand inzichtelijk en aanstuurbaar. Gelijktijdig zieje dat dit eisen stelt aan de monsternemer of veldwerker, zijn kennispakket moet groeien. Grondwater, waterbodem en projecten beginnen steeds vaker een onderdeel van ons werk te worden. Terwijl de analist een specialist wordt op een bepaald apparaat, moet de monsternemer heel breed georiënteerd worden om dejuiste combinatie te krijgentussen productiviteit en effectiviteit.
17
4. Paragrafen
4.1 Inleiding In dit hoofdstuk staan de verplichte paragrafen voor de programmabegroting opgenomen. Het betreft de paragrafen: •
Afname en tarieven
•
Kapitaalgoederen
•
Weerstandsvermogen
•
Verbonden partijen
•
Bedrijfsvoering
•
Financiering
Hieronder staat de uitwerking van de paragrafen opgenomen.
4.2 Afname en tarieven Indeze paragraaf worden de afname en de tarieven toegelicht. 4.2.1 Tarieven Inonderstaand overzicht is het ILOW-tarief 2012 weergegeven. Daarbij iseen onderscheid gemaakt naar het tarief o.b.v. de werkelijk afgenomen aantal ILOW-punten en het tarief waarin ook de toegewezen ILOW-punten vanuit garantieregeling zijn meegenomen. Tabel9: ILOW-puntprijs2012 Meetvraag AQUON2012
Meetvraag AQUON2012, Incl,gar.regel: 1.41 1,41
Delfland
1.56
BrabandseDetta Holiandse Delta
1.57 1.41
DeDommel
1.71 1.89
Rijnland
1.92
Schielanden Krimoenerwaard Rivierenland
1.43 1.53
1.47
Stichtse Riinlanden
1,66
1.49
TOTAAL
1,51
1,49
1,41 1,69 l.SS 1,50 1.40
18
4.2.2 Btw op activiteiten AQUON isop dit moment inde eindfase van overleg met de Belastingdienst om een regeling te treffen over de btw. Voor de diensten die AQUON aan de deelnemende waterschappen levert mag , naar aanleiding van de gesprekken met de inspecteur, worden aangenomen, dat deze btw-vrij kunnen worden uitgevoerd. Er kan dan overigens geen vooraftrek plaatsvinden. Op de diensten die door AQUON voor derden worden verricht, rust overigens wel een btw-plicht. Dat heeft evenwel geen consequenties voor de deelnemende organisaties. Uitgangspunt van de begroting 2012-2015 is dat er maximaal 5% werken voor derden is begroot. Als de verrichtingen voor derden boven de 10% uitkomen, dan vallen de analyses voor de deelnemers ook onder de btw-plicht. Het is daarom van belang erop te sturen dat het aandeel van derden onder de genoemde 10% blijft. De begroting blijft ruim onder het maximale percentage.
4.3 Kapitaalgoederen In deze paragraaf staat normaliter het beleidskader voor het onderhoud van kapitaalgoederen. Daarbij wordt aangegeven om welke kapitaalgoederen het gaat, wat het ambitieniveau daarbij is en hoe het beheer, zowel operationeel als financieel, wordt uitgevoerd. Het is algemeen aanvaard (mede geiet op wettelijke aansprakelijkheid) daarbij ten minste een zodanig niveau te kiezen dat er geen achterstallig onderhoud in de kapitaalgoederen optreedt. Uitgangspunten inde begroting 2012 zijn 4,5% rekenrente en een afschrijvingstermijn van 5tot 7 jaar. Daarnaast worden alleen investeringen boven€ 25.000,- opgenomen. Door Conquestor is onderzoek gedaan naar de activa van de deelnemende laboratoria. Daaruit is naar voren gekomen dat er verschillen bestaan in de wijze waarop de bestaande activa worden afgeschreven. Sommige laboratoria gaan uit van een afschrijvingstermijn van 5jaar terwijl anderen uitgaan van 7jaar. Inde begroting 2011-2015 zijn deze verschillende termijnen gehandhaafd. Datgene is overgenomen van de verschillende laboratoria. In de begroting 2012-2015 worden verschillende investeringen gedaan. In de onderstaande tabel staat een overzicht van deze investeringen opgenomen. Tabel 10:Overzicht investeringen2011-2015 Omschrijving
2011
2012
2013
2014
2015
Reguliere investeringen primair proces
€ 1258 000
€
730,000
€ 1,785,000
€ 1000 000
e
loooooo
€ 1.000.000
€
1.000.000
€ 1,400,000
LIMS ERP
€
100.000
Ecolims
€
60,000
KAM
€
100.000
TOTAAL
C 1.518.000
€
100,000
€
630.000
€ 3.185.000
19
AQUON heeft nog geen integrale nota voor haar kapitaalgoederen. Het voorstel van AQUON is om eens inde vierjaar een dergelijk nota opte stellen.Jaarlijks wordt inde begroting en de jaarrekening kort gerapporteerd over de kapitaalgoederen, de belangrijkste ontwikkelingen (begroting) en eventuele resultaten (jaarrekening). De planning isdat deze nota voor 1juli 2011 wordt opgestetd.
4.4 Weerstandsvermogen Indeze paragraaf wordt kort het weerstandsvermogen van AQUON beschreven. Het weerstandsvermogen bestaat uit weerstandscapaciteit en de risico's waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of die niet tot afwaardering van activa hebben geleid en die van materiële betekenis zijn in relatie tot het balanstotaal of de financiële positie. Het weerstandsvermogen is een bedrag dat AQUON nodig heeft om de niet structurele financiële tegenvallers, samenhangend met de geïnventariseerde risico's, op te kunnen vangen ten einde haar primaire taken te kunnen voortzetten. Het betrefl derhalve het saldo tussen de weerstandscapaciteit en de risico's die AQUON loopt. Het beleid ten aanzien van het weerstandsvermogen is nog niet opgesteld. In2011 zal door AQUON worden gewerkt om deze nota op te stellen om deze vervolgens door het algemeen bestuur te laten vaststellen. Onderdelen van deze paragraaf zijn: •
Weerstandscapaciteit (reserves en voorzieningen)
•
Risico's
Hieronder worden de beide onderdelen nader uitgewerkt. 4.4.1 Weerstandscapaciteit (reserves en voorzieningen) De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen waarover AQUON kan beschikken om niet-begrote kosten (tegenvallers), die zich onverwachts voordoen en die aanzienlijke gevolgen voor de financiële positie hebben,op te vangen.Voor AQUON gaat het daarbij om reserves, (eventuele) mogelijkheden om tarieven te laten stijgen,aantrekken van werken voor derden (maximaal 10% van de omzet) en de vrije ruimte inde begroting. Bij het opstellen van de begroting 2012 is AQUON nog inoprichting. Er is nog geen openingsbalans opgesteld. Afspraken over de overname van kapitaalgoederen, leningen en een eventuele inbreng van eigen vermogen zijn nog niet gemaakt. Indit stadium is het dan ook nog niet mogelijk om te spreken van een weerstandscapaciteit. AQUON wil zo spoedig mogelijk na het vaststellen van de begroting en het oprichten van de GR afspraken maken over de openingsbalans. 4.4.2 Risico's Het andere element van het weerstandsvermogen zijn de geïnventariseerde risico's. Dit zijn veelal de risico's uit het verleden, de niet-voorziene zaken, de niet-verzekerde zaken, alsmede
20
bedreigingen voor de reguliere exploitatie. De risico's die relevant zijn voor het weerstandsvermogen zijn dus die risico's die niet op een andere wijze zijn te ondervangen (bijvoorbeeld verzekeren). Hieronder staan de door AQUON geïnventariseerde risico's opgenomen. Van project naar nieuwe organisatie Wegvloeien van kennis Uitgangspunt van de begroting is dat AQUON op termijn op drie locaties gehuisvest wordt. Voor een deel van de medewerkers is dit van invloed op hun reistijd en reisafstand. Dit kan tot gevolg hebben dat medewerkers individueel besluiten om een andere werkkring te kiezen. Meetvraag Bij alle deelnemende partijen is conform de procedure de meetvraag voor het komendejaar gesteld. Deze meetvraag is de basis voor de begroting 2012. Op basis van de vraag is geconstateerd dat deze lager ligt dan inde business case AQUON+. Het is de vraag of de meetvraag voldoende accuraat is. Het risico is dat daardoor de omzet van AQUON te laag of te hoog wordt geraamd. De formatie is aangepast op de meetvraag van de deelnemende waterschappen. Dit betekent mogelijk dat (tijdelijke) contracten niet kunnen worden verlengd. In oktober/november zal bij de afzonderlijke waterschappen nog een gedetailleerde uitvraag van de meetvraag worden gedaan. Op deze wijze wordt getracht om de meetvraag voor de waterschappen zo accuraat mogelijk te krijgen voor het komende begrotingsjaar. Deze stap in de planning en controlcyclus is afgestemd met de controllers van de deelnemende waterschappen. Wijzigingen inwet- en regelgeving kunnen een aanzienlijke invloed hebben op de omvang van de meetvraag, zowel in positieve als negatieve zin. Het is daarom belangrijk dat zowel AQUON als de deelnemende waterschappen dergelijke ontwikkelingen monitoren en hierover open met elkaar communiceren. Btw over dienstverlening Op het moment van opstellen van de begroting 2012 is er nog geen definitieve zekerheid over vrijstelling van btw over de diensten die AQUON gaat verlenen aan de deelnemende waterschappen. Er is een aanvraag tot vrijstelling ingediend bij de inspecteur van de belastingen De eerste indicaties naar aanleiding van gesprekken met de belastinginspecteur zijn positief. Verwacht wordt dat dit binnenkort schriftelijk wordt bevestigd door de belastinginspecteur. Indien er geen vrijstelling wordt verleend zullen de diensten die AQUON verleent, belast worden met 19% btw. Omdat de over de inkoop berekende btw dan kan worden verrekend, zullen de kosten voor de diensten met circa 10%stijgen. Het rentepercentage van toekomstige vaste geldleningen De kredietcrisis die is uitgemond ineen economische crisis heeft geleid tot een situatie waarbij banken nauwelijks bereid zijn om, ook aan overheden of daaraan verbonden partijen, geld te lenen. AQUON heeft nog geen definitieve afspraken gemaakt over de financiering van de gemeenschappelijke regeling. De bestaande laboratoria hebben leningen aangetrokken. Hieronder staan deze leningen opgenomen.
21
•
Delta Waterlab heeft een lening aangetrokken voor een periode van 7jaar tegen een percentage van 4,42% bij de Nederlandse Waterschapsbank.
•
Het GWL heeft eind 2008 een lening aangetrokken met een looptijd van 4jaar tegen een percentage van 4,12%,ook bij de Nederlandse Waterschapsbank.
Inde begroting is rekeninggehouden met een rentepercentage van 4,5%. Indien blijkt dat AQUON in de jaren nieuwe leningen nodig heeft, dan bestaat de kans dat het rentepercentage afwijkt. Het risico is dat een lening tegen een hoger rentepercentage wordt aangetrokken. Dit levert een direct financieel nadeel voor AQUON op. Huisvesting Inapril 2011 is er overeenstemming gekomen over de overname van de drie laboratoria in Breda, Leiden en Tiel. Momenteel wordt er gewerkt aan een plan van aanpak voor de effectuering hiervan, Aan de huisvesting zijn ook desintegratiekosten verbonden voor de deelnemende waterschappen. Over de verevening van deze kosten (alleen veroorzaakt door huisvesting) zijn inmiddels afspraken gemaakt.
4.5 Verbonden partijen Bij het opstellen van de begroting 2012-2015 heeft AQUON geen verbonden partijen.
4.6 Bedrijfsvoering Planning & Control De planning en control cyclus wordt door AQUON momenteel nader uitgewerkt. Voor 1juli 2011 wordt een nota planning en control aan het algemeen bestuur voorgelegd. Kostentoerekening De begrote kosten 2012 worden conform de business case AQUON+ toegerekend op basis van een sleutel die voor de helft gebaseerd is op het aantal ILOW-punten (inclusief garantieregeling) en voor de andere helft gebaseerd is op dejaaromzet. In4.7.2. isde onderverdeling weergegeven in tabel 10. EMU-saldo Artikel 4.22 van het Waterschapsbesluit schrijft voor dat een paragraaf over het EMU-saldo moet worden opgenomen inde begroting enjaarrekening. In het RBVW artikel 2 isvastgesteld dat het EMU saldo wordt gespecificeerd overeenkomstig onderstaand schema. Aangezien AQUON de nettolasten met de deelnemers verrekend heeft zij geen exploitatiesaldo. Topinkomens De wet openbaarmaking uttde publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) verplicht tot het verstrekken over bezoldiging van personen in loondienst die een hogere beloning ontvangen dan het gemiddelde belastbaar loon van ministers.
22
Er zijn geen personen in loondienst van AQUON waarop dit van toepassing is.
4.7 Financiering Deze paragraaf bestaat uit twee delen:treasury van AQUON en inbreng en verevening van de verschillende deelnemers. 4.7.1 Treasury Onder treasury wordt verstaan: het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's. De begroting vormt een van de momenten in de cyclus van verslaglegging waar aandacht besteed wordt aan de treasury. De treasuryparagraaf is een verplicht hoofdstuk in de begroting en jaarrekening. Onderdelen van deze treasuryparagraaf zijn: •
Algemene ontwikkelingen op het terrein van treasury
•
Treasurybeleid van AQUON
•
Toetsingen aan de Wet fido
•
Informatievoorziening
Hieronder staat een nadere detaillering van deze onderwerpen. Algemene ontwikkelingen op het terrein van treasury Wei fido DeWet financiering decentrale overheid (Wet fido) is per 1 januari 2001 van kracht geworden. Deze wet heeft tot doel een solide transparante financiering en kredietwaardigheid van decentrale overheden te bevorderen. In de Wet fido zijn een aantal voorschriften opgenomen waaronder het opstellen van een treasurystatuut en het opnemen van een treasuryparagraaf inde begroting en de jaarrekening. In het treasurystatuut zijn algemene bepalingen opgenomen over het te voeren treasurybeleid en -beheer en de bijbehorende instrumenten.AQUON heeft nog geen treasurystatuut. Op 3oktober 2011 wordt het treasurystatuut ter besluitvorming aan het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling AQUON voorgelegd. De treasuryfunctie omvat daarbij alle activiteiten die zich richten op het bepalen van het beleid voor het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's. Risicobeleid Het risicobeleid van AQUON zalgedetailleerd worden uiteengezet in het treasurystatuut. Uitgangspunten hierbij zullen zijn: •
De attitude ten aanzien van financiële transacties en is defensief en risicomijdend.
•
Er vindt zoveel mogelijk spreiding van toekomstige renterisico's plaats.
23
•
Eventueel overtollig geld wordt zodanig uitgezet dat dit geen financiële risico's met zich meebrengt.
•
Financiële instrumenten zoals opties, derivaten of termijncontracten worden alleen gebruikt voor het afdekken en verminderen van financiële risico's.
Als in2011 het treasurystatuut wordt opgesteld,dan wordt daarmee het risicobeleid nader vormgegeven. Rentevisie AQUON heeft nog geen leningen afgesloten. Het is nog niet duidelijk op welke wijze wordt omgegaan met de bestaande leningen van de laboratoria die fuseren tot AQUON Hieronder staan de leningen opgenomen die deze laboratoria hebben afgesloten. •
Eind 2008 heeft het toenmalige Delta Waterlab een lening aangetrokken voor een periode van 7jaar tegen een percentage van 4,42% bij de Nederlandse Waterschapsbank.
•
Het GWL heeft eind 2008 een lening aangetrokken met een looptijd van 4jaar tegen een percentage van 4,12%,ook bij de Nededandse Waterschapsbank.
Voor 1juli 2011 wil AQUON afspraken maken over de financiering van de gemeenschappelijke regeling. Het onderzoek van Conquestor zal hiervoor worden gebruikt. Dit kan betekenen dat leningen, indien mogelijk, worden overgenomen, dan wel dat nieuwe leningen worden aangetrokken. Inde begroting 2012-2015 wordt voor de financiering vooralsnog van een rentepercentage van4,5% uitgegaan. Treasurybeleid van AQUON Het treasurybeleid van AQUON is nog niet opgesteld. Een belangrijk kader voor het treasurybeleid is de begroting 2012-2015. Op basis van deze begroting wordt inzichtelijk: •
De kapitaalbehoefte op de korte termijn.
•
De kapitaalbehoefte op de lange termijn.
•
De relatie met de meerjarenraming.
Na vaststelling van de begroting werkt AQUON dit treasurybeleid nader uit.AQUON wil op 3 oktober 2011 het treasurybeleid samen met het treasurystatuut door het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling laten vaststellen. Toetsingen aan de normen van de Wet fido Inde Wet fido zijn enkele normen opgenomen waaraan de financieringspositie van AQUON moet voldoen. Deze normen worden hieronder nader toegelicht. Kasgeldlimiet ter beperking van het renterisico op korte (<1jaar) financiering Dit is de grens waaraan decentrale overheden hun activiteiten met kortlopende middelen mogen financieren in 1jaar. Elk kalenderkwartaal wordt het gemiddelde van de kortlopende middelen getoetst aan de kasgeldlimiet. Voor waterschappen is het wettelijk vastgestelde limiet bepaald op 23% van het begrotingstotaal. Voor 2012 bedraagt de kasgeldlimiet 23% van€ 19.547.445 is € 4.495.912.
24
De liquiditeitsbegroting voor 2012 laat het verloop van de kortlopende vorderingen en/of schuld zien. Deze liquiditeitsbegroting moet nog worden uitgewerkt en is mede afhankelijk van de gekozen wijze van afrekenen met de deelnemers. AQUON wil hierover uiterlijk op 1oktober 2011 met de deelnemers afspraken maken. Renterisiconorm ter beperking van het renterisico op lange (>1jaar) financiering Het bedrag aan aflossingen en het bedrag aan leningen dat inaanmerking komt voor renteherziening mag indat betreffende jaar de renterisiconorm niet overtreffen. Voor waterschappen is in de wettelijke norm bepaald dat 30%van de bestaande leningportefeuille opnieuw afgesloten mag worden. Voor AQUON geldt dat hiervoor nog geen afspraken over de financiering gemaakt zijn. AQUON wil hierover met de deelnemers uiterlijk op loktober 2011 afspraken maken. Informatievoorziening Inde Wet fido zijn bepalingen met betrekking tot de rapportageverplichtingen opgenomen. Het betreft een rapportageverplichting van het directie aan het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling AQUON. Om aan deze verplichting te voldoen, rapporteert AQUON in de planning en controlproducten over treasury. Dat gebeurt op de volgende wijze: Omschrijving
Soort rapportage
Programmabegroting
Treasuryparagraaf
Bestuurlijke rapportage
Kasgeldlimiet
Programmarekening
Treasutyverslag Renterisiconomi
25
4.7.2 Inbreng en verevening Indebusinesscase AQUON+staat opgenomenopwelkewijzedeomzetvanAQUONwordt bepaaldenopwelkewijzededaaruit voortvloeiende kostenvanAQUONover deverschillende waterschappenwordenverdeeld.Intabel 11isdeverdelingvoor2012opgenomen Tabel 11: Bijdragebegroting2012deelnemers Sleutel Meetvr aag waterschappen 2012 april 2011)
Omsch rijving
ILOW punten 2012 Begr 2012, incl gar.regeling o.b.v. BC AQUON+
Sleutel jaarrekening (omzet)
Sleutel
Verdeling begroting
** Gecorrigeerde jaarrekening 2009 o.b.v. meetvraag en prijspeil 2011
aandeel %
Gecorrigeerde jaarrekening 2009 o.b.v. meetvraag en prijspeil 2012
aandeel %
50/50
736.000
5,70%
1,113.494
1,094.506
5.07%
5,39%
€
1.034.849-
Brabantse Detta
1.566.413
12,14%
2,697.431
2,332,066
10,81%
11,47%
€
2.203.626-
Holiandse Delta
2,822.792
21,88%
4.086.482
4.202,555
19,47%
20,68%
€
3 971,098-
Aa en Maas
910.361
7,06%
2.112.601
1.931.709
8,95%
8,00%
€
1.537.179-
De Dommel
1,010,687
7.83%
1.851.230
1.830.212
8.48%
8,16%
€
1.566.684-
Rijnland Schieland en Krimpenerwaard
2,424 174
18.79%
4.085.768
4.678.945
21,68%
20,23%
f
3,886,408-
613.500
4,75%
893.991
900.794
4,17%
4,46%
Rivierenland
2.314.546
17.94%
3.759.866
3.764.999
17.45%
17.59%
504.321
3.91%
860.880
844.613
3.91%
,91%
€
751.212-
12.902.793
100%
21.461.743
21.580.398
100%
100%
€
19.206.635-
Delfland
Stichtse Rijnlanden
totaal AQUON
e e
857.4723,398,107-
Detotale bijdragevandedeelnemende waterschappenvoor2012bedraagt € 19.206.635
26
Intabel 12 is voor de periode 2012 t/m 2015 de bijdrage vanuit de verschillende deelnemers weergegeven. Tabel 12:Bijdrage2012-2015deelnemers 2012
.9 on-\ fWR
2014
2015
.1 WOQfii
.1 m o ^ m
-1 n4niQfi
.0 414 97S
.7 ROR 411
-9 5fi5 fififl
j i n-i^ ^ m
^ A'lfï^l^
j ^n"; n??
.1 494 774
.1 4 ( ; i fiAQ
fl** rïArrtmól
-1 T n q t ; » .-i HRfiA m -fi(;7 J ? ?
-,1 ^ t ^ * M
-9 777 1R(1 -QftQi^fi
J < 7 ^ 11R
-^ ^qn 107 .7(;1 710
.74^ •ïfjl
.iii.7iifl.3da,
-7ir;fil7
-7i n i RR
•ia,7.17,.W
27