Bezeten van muziek
Vele duizenden Delftenaren zijn opge groeid met Pierre van Hauwe (*Terneuzen, 12 januari 1920 – †Delft, 25 juni 2009). Hij leerde hen zingen, m uziek maken en muziek waarderen. Delft heeft veel aan de Vlaamse musicus en muziekpedagoog te danken. Na de Tweede Wereldoorlog stond het cultu rele l even in Delft op een laag p itje. Van Hauwe bracht daar verandering in. Hij r ichtte in 1946 het beroemde Delfts Madrigaalkoor op, waarmee hij door Europa toerde. Hij leidde vanaf 1956 tot begin jaren zeventig de befaamde Volkszang dagen en gaf vorm en inhoud aan het Delftse muziek onderwijs op de Delftse lagere s cholen en de Stedelijke Muziek school. Onder zijn leiding m aakte het na oorlogse Delft op cultureel gebied een enorme inhaalslag. Ineens liep Delft niet meer a chter op het gebied van muziekonderwijs, maar werd de stad trendsetter.
Bezeten van muziek
Informatie
Oplage: 2000 exemplaren Auteur: Trudy van der Wees Drukwerk/uitgave: Druk. Tan Heck
Stichting Pierre van Hauwe André Vos,
[email protected]
Vormgeving: P& ontwerp Beschikbaar: najaar 2014
Trudy van der Wees,
[email protected]
Het universum van Pierre van Hauwe
Bezeten van muziek
Vele duizenden Delftenaren zijn opge groeid met Pierre van Hauwe (*Terneuzen, 12 januari 1920 – †Delft, 25 juni 2009). Hij leerde hen zingen, m uziek maken en muziek waarderen. Delft heeft veel aan de Vlaamse musicus en muziekpedagoog te danken. Na de Tweede Wereldoorlog stond het cultu rele l even in Delft op een laag p itje. Van Hauwe bracht daar verandering in. Hij richtte in 1946 het beroemde Delfts Madrigaalkoor op, waarmee hij door Europa toerde. Hij leidde vanaf 1956 tot begin jaren zeventig de befaamde Volkszang dagen en gaf vorm en inhoud aan het Delftse muziek onderwijs op de Delftse lagere s cholen en de Stedelijke Muziek school. Onder zijn leiding m aakte het na oorlogse Delft op cultureel gebied een enorme inhaalslag. Ineens liep Delft niet meer achter op het gebied van muziekonderwijs, maar werd de stad trendsetter.
Bezeten van muziek
Informatie
Oplage: 2000 exemplaren Auteur: Trudy van der Wees Drukwerk/uitgave: Druk. Tan Heck
Stichting Pierre van Hauwe André Vos,
[email protected]
Vormgeving: P& ontwerp Beschikbaar: najaar 2014
Trudy van der Wees,
[email protected]
Het universum van Pierre van Hauwe
DE EUROPESE TOURNEES VAN DE DELFTSE MADRIGALEN
Na de heilige mis de bus in
I De publicatie van Bezeten van muziek komt mede tot stand met financiële ondersteuning van het Prins Bernhard Cultuurfonds, Delfia Batavorum en de gemeente Delft. We willen het boek graag tegen een zo laag mogelijke prijs aanbieden. Daarvoor hebben we behoefte aan donateurs en sponsors. Wilt u een bijdrage leveren aan de totstandkoming van dit bijzondere boek? Graag! U kunt uw donatie (minimaal 50 euro) overmaken op bankrekening 598665129 t.n.v. Stichting Pierre van Hauwe onder vermelding van ‘boek Pierre’. • Bij donaties tot 1000 euro ontvangt u één boek en wordt uw naam of de naam van uw bedrijf opgenomen in het register van donateurs. • Bij een donatie of sponsoring van meer dan 1000 euro ontvangt u uiteraard ook een exemplaar van het boek en wordt uw naam of de naam van uw bedrijf prominent genoemd, al dan niet vergezeld van een logo. We nemen graag persoonlijk contact met u op om een eventuele tegenprestatie met u te bespreken. Wij stellen uw financiële bijdrage bijzonder op prijs.
n 1950 had het jonge Delfts Madrigaalkoor (DMK) er al enkele buitenlandse concerten op zitten. Het kost Pierre geen enkele moeite deze te regelen. ‘Het was een gunstige tijd. Er was niets na de oorlog. Ook niet in landen om ons heen. Ik h oefde maar te schrijven naar de Radio Diffusion Française en we konden komen. Zo reisden we al snel door heel Europa.’ De paastournee door België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland was al een jaarlijkse traditie geworden die volgens een geijkt vast patroon verloopt. Om zeven uur ’s ochtends verzamelen zich de koorleden in de kapel van het Franciscus-liefdewerk aan de Voorstraat 60 voor de Heilige Mis en de Algemene Heilige Communie. De mis wordt opgedragen door pater Theo van Hauwe, die het koor op haar reizen dikwijls vergezelt. Om kwart voor tien meldt iedereen zich aan de Nieuwe Langendijk, waar de autobus van Reisbureau Van de Werff klaar staat voor vertrek. Maar niet voordat zowel het Wilhelmus als het Zwitserse volkslied hebben geklonken. Om kwart over drie ’s middags worden de Madrigalen al bij de Vlaamse omroep verwacht voor een radiooptreden. De volgende dag loopt de wekker al om kwart voor zes af. Na opnieuw een Heilige Mis vertrekt de bus richting Remiront. Ontbijten gebeurt in de bus. Deze routine herhaalt zich alle dagen. Alle koorleden ontvangen voor aanvang van de reis een uitgebreid programmaboekje dat Pierre zelf heeft gemaakt. Het bevat niet alleen alle noodzakelijke informatie over de reis, maar ook uitgebreide toeristische informatie over de landen en steden die worden bezocht. Het boekje bevat bovendien een plattegrond van de bus; iedereen heeft zijn vaste plek. Ook bevat het boekje gedragsregels. De meisjes wordt op het hart gedrukt dat zo’n reisje natuurlijk leerzaam en aardig is, maar ze moeten zich wel realiseren dat ze ‘draagsters en propagandisten van de betere kunst en van de opgewekte Hollandse clubgeest’ zijn. De leiding eist
blinde volgzaamheid van de meisjes. Ze mogen vooral niet vergeten wat het doel van de reis is: concerten geven. ‘Al het andere is bijzaak. Onze grootste zorg moet dan ook steeds de zang zijn. Spaart je stem voor de uitvoeringen, zorgt dat je er flink en gezond voor blijft en zet er alles voor opzij’, maant Pierre vaderlijk. Terugkijkend komt het allemaal verschrikkelijk bevoogdend over, maar het hoorde bij de tijdgeest. Was het in de jaren veertig en vijftig al weinig gebruikelijk dat een koor zulke verre reizen maakte, het was voor de jonge Pierre een enorme verantwoordelijkheid om met een bus vol pubers op stap te gaan van wie sommigen slechts tien jaar jonger waren dan hijzelf. Wat kon er onderweg allemaal wel niet gebeuren? En was het wel vertrouwd, zo’n knappe jongeman op stap met al die jonge meiden? De directie van de huishoudschool vond het eigenlijk nauwelijks verantwoord. Daarom gingen er in de beginjaren altijd enkele ouders mee. Ook Liesbeth vergezelde haar man regelmatig. De tournees worden net als later de reizen met het orkest van de Stedelijke Muziekschool met militaire precisie georganiseerd. Iedereen heeft een taak. Niets wordt aan het toeval overgelaten. De koffers worden op het dak van de bus vervoerd. De meisjes delen met z’n tweeën of zelfs drieën één koffer, die pas ‘s avonds weer te voorschijn mag worden gehaald. ‘s Avonds wordt er gegeten in restaurants of bij de gastheren en -vrouwen. En route leeft het gezelschap op soep en brood. Rond lunchtijd stopt de bus, er wordt een tafel uitgeklapt, koffie en thee gezet, soep opgewarmd, brood gesmeerd en belegd met kaas en worst die men van huis heeft meegenomen. In de bus wordt veel gezongen – al hamert Pierre erop dat de meisjes hun stem sparen – maar geen repertoire. Dat is ten strengste verboden. Dikwijls maken de meisjes zelf liedjes op bestaande melodieën. Zo heffen ze op gezette tijden driestemmig Jantje, we moeten zo piesen, Jantje we hebben zo’n nood aan op de muziek van Süsser die Glocken nie klingen, een bekend Duits kerstliedje. Dan zet chauffeur Jan Reedijk met een diepe zucht de bus maar weer aan de kant van de weg voor een sanitaire stop. Tijdens de tournee zijn er vaste rituelen. Meisjes die voor het eerst meegaan, worden tijdens een bonte avond ter afsluiting van de toernee ontgroend. Er wordt veel lol getrapt. Er wordt door bedden gezakt en uit ramen geklommen. Alles wat je van pubers tijdens schoolreisjes kunt verwachten. Maar de sfeer is goed, er is onderling veel respect – iets waar Pierre voortdurend op hamert – en iedereen zorgt voor elkaar. “Het was een fantastische tijd”, vat Toos van Heteren samen. “Dankzij Pierre heb ik een grandioze jeugd gehad.”
DE EUROPESE TOURNEES VAN DE DELFTSE MADRIGALEN
Na de heilige mis de bus in
I De publicatie van Bezeten van muziek komt mede tot stand met financiële ondersteuning van het Prins Bernhard Cultuurfonds, Delfia Batavorum en de gemeente Delft. We willen het boek graag tegen een zo laag mogelijke prijs aanbieden. Daarvoor hebben we behoefte aan donateurs en sponsors. Wilt u een bijdrage leveren aan de totstandkoming van dit bijzondere boek? Graag! U kunt uw donatie (minimaal 50 euro) overmaken op bankrekening 598665129 t.n.v. Stichting Pierre van Hauwe onder vermelding van ‘boek Pierre’. • Bij donaties tot 1000 euro ontvangt u één boek en wordt uw naam of de naam van uw bedrijf opgenomen in het register van donateurs. • Bij een donatie of sponsoring van meer dan 1000 euro ontvangt u uiteraard ook een exemplaar van het boek en wordt uw naam of de naam van uw bedrijf prominent genoemd, al dan niet vergezeld van een logo. We nemen graag persoonlijk contact met u op om een eventuele tegenprestatie met u te bespreken. Wij stellen uw financiële bijdrage bijzonder op prijs.
n 1950 had het jonge Delfts Madrigaalkoor (DMK) er al enkele buitenlandse concerten op zitten. Het kost Pierre geen enkele moeite deze te regelen. ‘Het was een gunstige tijd. Er was niets na de oorlog. Ook niet in landen om ons heen. Ik h oefde maar te schrijven naar de Radio Diffusion Française en we konden komen. Zo reisden we al snel door heel Europa.’ De paastournee door België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland was al een jaarlijkse traditie geworden die volgens een geijkt vast patroon verloopt. Om zeven uur ’s ochtends verzamelen zich de koorleden in de kapel van het Franciscus-liefdewerk aan de Voorstraat 60 voor de Heilige Mis en de Algemene Heilige Communie. De mis wordt opgedragen door pater Theo van Hauwe, die het koor op haar reizen dikwijls vergezelt. Om kwart voor tien meldt iedereen zich aan de Nieuwe Langendijk, waar de autobus van Reisbureau Van de Werff klaar staat voor vertrek. Maar niet voordat zowel het Wilhelmus als het Zwitserse volkslied hebben geklonken. Om kwart over drie ’s middags worden de Madrigalen al bij de Vlaamse omroep verwacht voor een radiooptreden. De volgende dag loopt de wekker al om kwart voor zes af. Na opnieuw een Heilige Mis vertrekt de bus richting Remiront. Ontbijten gebeurt in de bus. Deze routine herhaalt zich alle dagen. Alle koorleden ontvangen voor aanvang van de reis een uitgebreid programmaboekje dat Pierre zelf heeft gemaakt. Het bevat niet alleen alle noodzakelijke informatie over de reis, maar ook uitgebreide toeristische informatie over de landen en steden die worden bezocht. Het boekje bevat bovendien een plattegrond van de bus; iedereen heeft zijn vaste plek. Ook bevat het boekje gedragsregels. De meisjes wordt op het hart gedrukt dat zo’n reisje natuurlijk leerzaam en aardig is, maar ze moeten zich wel realiseren dat ze ‘draagsters en propagandisten van de betere kunst en van de opgewekte Hollandse clubgeest’ zijn. De leiding eist
blinde volgzaamheid van de meisjes. Ze mogen vooral niet vergeten wat het doel van de reis is: concerten geven. ‘Al het andere is bijzaak. Onze grootste zorg moet dan ook steeds de zang zijn. Spaart je stem voor de uitvoeringen, zorgt dat je er flink en gezond voor blijft en zet er alles voor opzij’, maant Pierre vaderlijk. Terugkijkend komt het allemaal verschrikkelijk bevoogdend over, maar het hoorde bij de tijdgeest. Was het in de jaren veertig en vijftig al weinig gebruikelijk dat een koor zulke verre reizen maakte, het was voor de jonge Pierre een enorme verantwoordelijkheid om met een bus vol pubers op stap te gaan van wie sommigen slechts tien jaar jonger waren dan hijzelf. Wat kon er onderweg allemaal wel niet gebeuren? En was het wel vertrouwd, zo’n knappe jongeman op stap met al die jonge meiden? De directie van de huishoudschool vond het eigenlijk nauwelijks verantwoord. Daarom gingen er in de beginjaren altijd enkele ouders mee. Ook Liesbeth vergezelde haar man regelmatig. De tournees worden net als later de reizen met het orkest van de Stedelijke Muziekschool met militaire precisie georganiseerd. Iedereen heeft een taak. Niets wordt aan het toeval overgelaten. De koffers worden op het dak van de bus vervoerd. De meisjes delen met z’n tweeën of zelfs drieën één koffer, die pas ‘s avonds weer te voorschijn mag worden gehaald. ‘s Avonds wordt er gegeten in restaurants of bij de gastheren en -vrouwen. En route leeft het gezelschap op soep en brood. Rond lunchtijd stopt de bus, er wordt een tafel uitgeklapt, koffie en thee gezet, soep opgewarmd, brood gesmeerd en belegd met kaas en worst die men van huis heeft meegenomen. In de bus wordt veel gezongen – al hamert Pierre erop dat de meisjes hun stem sparen – maar geen repertoire. Dat is ten strengste verboden. Dikwijls maken de meisjes zelf liedjes op bestaande melodieën. Zo heffen ze op gezette tijden driestemmig Jantje, we moeten zo piesen, Jantje we hebben zo’n nood aan op de muziek van Süsser die Glocken nie klingen, een bekend Duits kerstliedje. Dan zet chauffeur Jan Reedijk met een diepe zucht de bus maar weer aan de kant van de weg voor een sanitaire stop. Tijdens de tournee zijn er vaste rituelen. Meisjes die voor het eerst meegaan, worden tijdens een bonte avond ter afsluiting van de toernee ontgroend. Er wordt veel lol getrapt. Er wordt door bedden gezakt en uit ramen geklommen. Alles wat je van pubers tijdens schoolreisjes kunt verwachten. Maar de sfeer is goed, er is onderling veel respect – iets waar Pierre voortdurend op hamert – en iedereen zorgt voor elkaar. “Het was een fantastische tijd”, vat Toos van Heteren samen. “Dankzij Pierre heb ik een grandioze jeugd gehad.”
DE EUROPESE TOURNEES VAN DE DELFTSE MADRIGALEN
Na de heilige mis de bus in
I De publicatie van Bezeten van muziek komt mede tot stand met financiële ondersteuning van het Prins Bernhard Cultuurfonds, Delfia Batavorum en de gemeente Delft. We willen het boek graag tegen een zo laag mogelijke prijs aanbieden. Daarvoor hebben we behoefte aan donateurs en sponsors. Wilt u een bijdrage leveren aan de totstandkoming van dit bijzondere boek? Graag! U kunt uw donatie (minimaal 50 euro) overmaken op bankrekening 598665129 t.n.v. Stichting Pierre van Hauwe onder vermelding van ‘boek Pierre’. • Bij donaties tot 1000 euro ontvangt u één boek en wordt uw naam of de naam van uw bedrijf opgenomen in het register van donateurs. • Bij een donatie of sponsoring van meer dan 1000 euro ontvangt u uiteraard ook een exemplaar van het boek en wordt uw naam of de naam van uw bedrijf prominent genoemd, al dan niet vergezeld van een logo. We nemen graag persoonlijk contact met u op om een eventuele tegenprestatie met u te bespreken. Wij stellen uw financiële bijdrage bijzonder op prijs.
n 1950 had het jonge Delfts Madrigaalkoor (DMK) er al enkele buitenlandse concerten op zitten. Het kost Pierre geen enkele moeite deze te regelen. ‘Het was een gunstige tijd. Er was niets na de oorlog. Ook niet in landen om ons heen. Ik h oefde maar te schrijven naar de Radio Diffusion Française en we konden komen. Zo reisden we al snel door heel Europa.’ De paastournee door België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland was al een jaarlijkse traditie geworden die volgens een geijkt vast patroon verloopt. Om zeven uur ’s ochtends verzamelen zich de koorleden in de kapel van het Franciscus-liefdewerk aan de Voorstraat 60 voor de Heilige Mis en de Algemene Heilige Communie. De mis wordt opgedragen door pater Theo van Hauwe, die het koor op haar reizen dikwijls vergezelt. Om kwart voor tien meldt iedereen zich aan de Nieuwe Langendijk, waar de autobus van Reisbureau Van de Werff klaar staat voor vertrek. Maar niet voordat zowel het Wilhelmus als het Zwitserse volkslied hebben geklonken. Om kwart over drie ’s middags worden de Madrigalen al bij de Vlaamse omroep verwacht voor een radiooptreden. De volgende dag loopt de wekker al om kwart voor zes af. Na opnieuw een Heilige Mis vertrekt de bus richting Remiront. Ontbijten gebeurt in de bus. Deze routine herhaalt zich alle dagen. Alle koorleden ontvangen voor aanvang van de reis een uitgebreid programmaboekje dat Pierre zelf heeft gemaakt. Het bevat niet alleen alle noodzakelijke informatie over de reis, maar ook uitgebreide toeristische informatie over de landen en steden die worden bezocht. Het boekje bevat bovendien een plattegrond van de bus; iedereen heeft zijn vaste plek. Ook bevat het boekje gedragsregels. De meisjes wordt op het hart gedrukt dat zo’n reisje natuurlijk leerzaam en aardig is, maar ze moeten zich wel realiseren dat ze ‘draagsters en propagandisten van de betere kunst en van de opgewekte Hollandse clubgeest’ zijn. De leiding eist
blinde volgzaamheid van de meisjes. Ze mogen vooral niet vergeten wat het doel van de reis is: concerten geven. ‘Al het andere is bijzaak. Onze grootste zorg moet dan ook steeds de zang zijn. Spaart je stem voor de uitvoeringen, zorgt dat je er flink en gezond voor blijft en zet er alles voor opzij’, maant Pierre vaderlijk. Terugkijkend komt het allemaal verschrikkelijk bevoogdend over, maar het hoorde bij de tijdgeest. Was het in de jaren veertig en vijftig al weinig gebruikelijk dat een koor zulke verre reizen maakte, het was voor de jonge Pierre een enorme verantwoordelijkheid om met een bus vol pubers op stap te gaan van wie sommigen slechts tien jaar jonger waren dan hijzelf. Wat kon er onderweg allemaal wel niet gebeuren? En was het wel vertrouwd, zo’n knappe jongeman op stap met al die jonge meiden? De directie van de huishoudschool vond het eigenlijk nauwelijks verantwoord. Daarom gingen er in de beginjaren altijd enkele ouders mee. Ook Liesbeth vergezelde haar man regelmatig. De tournees worden net als later de reizen met het orkest van de Stedelijke Muziekschool met militaire precisie georganiseerd. Iedereen heeft een taak. Niets wordt aan het toeval overgelaten. De koffers worden op het dak van de bus vervoerd. De meisjes delen met z’n tweeën of zelfs drieën één koffer, die pas ‘s avonds weer te voorschijn mag worden gehaald. ‘s Avonds wordt er gegeten in restaurants of bij de gastheren en -vrouwen. En route leeft het gezelschap op soep en brood. Rond lunchtijd stopt de bus, er wordt een tafel uitgeklapt, koffie en thee gezet, soep opgewarmd, brood gesmeerd en belegd met kaas en worst die men van huis heeft meegenomen. In de bus wordt veel gezongen – al hamert Pierre erop dat de meisjes hun stem sparen – maar geen repertoire. Dat is ten strengste verboden. Dikwijls maken de meisjes zelf liedjes op bestaande melodieën. Zo heffen ze op gezette tijden driestemmig Jantje, we moeten zo piesen, Jantje we hebben zo’n nood aan op de muziek van Süsser die Glocken nie klingen, een bekend Duits kerstliedje. Dan zet chauffeur Jan Reedijk met een diepe zucht de bus maar weer aan de kant van de weg voor een sanitaire stop. Tijdens de tournee zijn er vaste rituelen. Meisjes die voor het eerst meegaan, worden tijdens een bonte avond ter afsluiting van de toernee ontgroend. Er wordt veel lol getrapt. Er wordt door bedden gezakt en uit ramen geklommen. Alles wat je van pubers tijdens schoolreisjes kunt verwachten. Maar de sfeer is goed, er is onderling veel respect – iets waar Pierre voortdurend op hamert – en iedereen zorgt voor elkaar. “Het was een fantastische tijd”, vat Toos van Heteren samen. “Dankzij Pierre heb ik een grandioze jeugd gehad.”
Bezeten van muziek
Vele duizenden Delftenaren zijn opge groeid met Pierre van Hauwe (*Terneuzen, 12 januari 1920 – †Delft, 25 juni 2009). Hij leerde hen zingen, m uziek maken en muziek waarderen. Delft heeft veel aan de Vlaamse musicus en muziekpedagoog te danken. Na de Tweede Wereldoorlog stond het cultu rele l even in Delft op een laag p itje. Van Hauwe bracht daar verandering in. Hij richtte in 1946 het beroemde Delfts Madrigaalkoor op, waarmee hij door Europa toerde. Hij leidde vanaf 1956 tot begin jaren zeventig de befaamde Volkszang dagen en gaf vorm en inhoud aan het Delftse muziek onderwijs op de Delftse lagere s cholen en de Stedelijke Muziek school. Onder zijn leiding m aakte het na oorlogse Delft op cultureel gebied een enorme inhaalslag. Ineens liep Delft niet meer achter op het gebied van muziekonderwijs, maar werd de stad trendsetter.
Bezeten van muziek
Informatie
Oplage: 2000 exemplaren Auteur: Trudy van der Wees Drukwerk/uitgave: Druk. Tan Heck
Stichting Pierre van Hauwe André Vos,
[email protected]
Vormgeving: P& ontwerp Beschikbaar: najaar 2014
Trudy van der Wees,
[email protected]
Het universum van Pierre van Hauwe