BEVRAGING NAAR HET OPVANGAANBOD IN DE SCHOLEN
1
Situering In het regeerakkoord neemt de Vlaamse Regering zich voor de opvang van schoolgaande kinderen te reorganiseren in nauw overleg met de verschillende betrokken beleidsdomeinen: scholen, gemeenten, jeugdwerk, speelpleinwerking, sport, socio - cultureel werk en welzijn. Onderzoeksgegevens rond de opvangsituatie van schoolgaande kinderen zijn ofwel verouderd of ontbreken. Zo dateert het laatste onderzoek naar het gebruik van en de behoefte aan buitenschoolse opvang van 2004. Hieruit is gebleken dat scholen de grootste speler zijn en de belangrijkste aanbieders van opvang op weekdagen vóór en na schooltijd (informele opvang bij grootouders, familie en kennissen niet meegenomen). De invulling van dit opvangaanbod in scholen is echter divers en steunt voor een groot deel op het vrijwillig engagement van de betrokkenen. Kind en Gezin heeft hier onvoldoende zicht op. Daarom werd het initiatief genomen om scholen te bevragen. We onderlijnen dat deze enquête deel uitmaakt van een groter geheel in die zin dat naast de bevraging van de scholen nog andere onderzoeksopdrachten lopende zijn die respectievelijk betrekking hebben op:
het in kaart brengen van het gebruik van opvang (formeel en informeel) door kinderen tussen 2,5 en 12 jaar en van de behoefte aan opvang.
het peilen naar de behoeften en de verwachtingen van de aanbieders van opvang en van de initiatieven die zich richten naar de vrije tijd van kinderen tussen 2,5 en 12 jaar.
een bevraging van de schoolgaande kinderen zelf naar wat zij zelf van de opvang verwachten voor en na de school, tijdens de vakantie, op schoolvrije dagen of snipperdagen.
Dit totaalpakket moet aan Kind en Gezin het nodige materiaal in handen geven om een nieuw concept te ontwikkelen rond de organisatie van de opvang en van de vrije tijd van schoolgaande kinderen.
Doelstelling van het onderzoek In functie van de reorganisatie van de opvang van schoolgaande kinderen wil Kind en Gezin concreet via de bevraging van de scholen naar het opvangaanbod dat in de school doorgaat, de volgende onderzoeksvragen beantwoord zien:
In hoeveel scholen gaat er een opvangaanbod door (al dan niet door de school georganiseerd) buiten de normale schooltijd1 en tijdens schoolvakanties?
Op welke momenten gaat dit opvangaanbod meer in het bijzonder door in de school?
Wie organiseert het opvangaanbod dat op elk van deze momenten doorgaat in de school?
Hoe ziet het opvangaanbod georganiseerd door de school en dat doorgaat in de school eruit?
1
De periode van de “normale schooltijd” loopt vanaf 15 minuten voor de eerste les ’s morgens tot 15 minuten na de laatste les ’s middags (op woensdag) of ’s avonds (op alle andere weekdagen).
2
Aanpak van het onderzoek Om een antwoord te verkrijgen op voornoemde vragen, werd gekozen voor een gestandaardiseerde vragenlijst die, met akkoord van het departement Onderwijs en Vorming, online naar alle basisscholen in het Vlaams en Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd verstuurd.
De vragenlijst Deze werd door Kind en Gezin, in nauw overleg met het departement Onderwijs en Vorming, uitgewerkt en werd zodanig opgebouwd dat voor elk mogelijk opvangmoment een aantal vragen beantwoord dienden te worden. Meer in het bijzonder werden per opvangmoment (9 in totaal zijnde vóór schooltijd, na schooltijd, op woensdagnamiddag, op snipperdagen, tijdens de herfst -, krokus -, kerst -, paas – en zomervakantie) de volgende vragen voorgelegd:
gaat er opvang door in de school?
wie organiseert deze opvang?
voor welke leerlingen wordt dit georganiseerd?
hoe lang kunnen kinderen er opgevangen worden?
hoeveel kinderen maken er gebruik van?
hoeveel begeleiders worden er ingezet?
welke zijn de kwalificaties van deze begeleiders?
welke activiteiten worden georganiseerd tijdens het betreffende opvangmoment?
hoe wordt het opvangaanbod gefinancierd?
wordt er samengewerkt en indien ja, met wie?
Dataverzameling De vragenlijst werd online door Ivox2 verspreid naar alle basisscholen (inclusief het buitengewoon onderwijs) in het Vlaams en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het departement Onderwijs en Vorming heeft daartoe aan Kind en Gezin een lijst bestaande uit al hun contactadressen (inclusief elektronische contactgegevens) ter beschikking gesteld. Om de respons te vergroten toonde het departement Onderwijs zich tevens bereid het onderzoek bij de scholen te promoten, d.m.v. een aanbevelingsbrief die samen met Kind en Gezin werd verstuurd. Ook deze aanbevelingsbrief gaat als bijlage bij dit rapport. Het veldwerk liep in het voorjaar van 2012. Na afloop van de online bevraging eind maart, bezorgde Ivox het gegevensbestand aan Kind en Gezin in april 2012. De verwerking van het gegevensbestand gebeurde door Kind en Gezin.
2
Ivox is een onafhankelijk onderzoeksbureau dat gespecialiseerd is in online marktonderzoek.
3
De respons In totaal namen 1014 scholen van de ruim 2500 contactadressen ter beschikking gesteld door het departement Onderwijs en Vorming, deel aan dit onderzoek. Echter, 254 vulden de vragenlijst niet volledig in. Meer specifiek haakte 66% van hen af na het invullen van de vragen rond de opvang vóór schooltijd (i.c. vanaf vraag 21). Geen enkele school van het buitengewoon onderwijs ging op de uitnodiging in. Omdat we niet met zekerheid weten van de scholen die afhaakten tijdens het invullen van de vragenlijst, of dit te wijten is aan gebrek aan tijd of aan een gebrek aan een opvangaanbod, werd er voor geopteerd de analyses te baseren op het geheel aan volledig ingevulde vragenlijsten. Aldus werd een totale respons van 760 basisscholen uit het gewoon onderwijs bereikt. Op ruim 2300 contactadressen voor het gewoon basisonderwijs is dit een netto respons van 32,2% (29,7% van het totaal aantal contactadressen dat ter beschikking werd gesteld) of een respons van 1 op 3 scholen uit het gewoon basisonderwijs in het Vlaams en Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De verdeling van de respons in functie van de totale populatie gewoon onderwijs zoals deze beschikbaar werd gesteld door het departement Onderwijs en Vorming, ziet er als volgt uit:
Naar regio Regio
Respons
Respons
Verdeling totale
(absolute cijfers)
(%)
populatie gewoon basisonderwijs
Antwerpen
221
29,3%
26,3%
Limburg
111
14,7%
13,4%
Oost-Vlaanderen
154
20,4%
21,7%
West-Vlaanderen
139
18,4%
18,2%
Vlaams-Brabant
95
12,6%
15,1%
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
34
4,5%
5,4%
100,0%
100,0%
Totale respons
754
Missing
6
Totaal
760
Tabel 1: De verdeling van de respons naar regio in functie van de totale populatie gewoon onderwijs zoals deze beschikbaar werd gesteld door het departement Onderwijs en Vorming.
We hebben een lichte ondervertegenwoordiging van het aantal scholen in Vlaams-Brabant en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest maar de verschillen blijven beperkt.
4
Naar onderwijsnet Onderwijsnet
Respons
Respons
Verdeling totale
(absolute cijfers)
(%)
populatie gewoon basisonderwijs
Gemeenschapsonderwijs
107
14,3%
15,4%
Officieel gesubsidieerd onderwijs
192
25,6%
22,5%
Vrij gesubsidieerd onderwijs
451
60,1%
62,1%
Totale respons
750 100,0%
100,0%
Missing
10
Totaal
760
Tabel 2: De verdeling van de respons naar onderwijsnet in functie van de totale populatie gewoon onderwijs zoals deze beschikbaar werd gesteld door het departement Onderwijs en Vorming.
We verkregen een iets hogere respons van basisscholen uit het officieel gesubsidieerd onderwijs maar het gaat niet om een grote vertekening.
Naar grootte van de school Grootte
Respons
Respons
Verdeling totale
(aantal leerlingen)
(absolute cijfers)
(%)
populatie gewoon basisonderwijs
Minder dan 150 leerlingen
82
11,0%
11,6%
Tussen 151 en 300 leerlingen
431
57,9%
63,6%
Meer dan 350 leerlingen
232
31,1%
24,8%
Totale respons
745 100,0%
100,0%
Missing
15
Totaal
760
Tabel 3: De verdeling van de respons naar grootte van de school in functie van de totale populatie gewoon onderwijs zoals deze beschikbaar werd gesteld door het departement Onderwijs en Vorming.
De respons van middelgrote basisscholen ligt in verhouding iets hoger dan deze van de kleine en de grote basisscholen maar ook hier gaat het om kleine verschillen.
Naar type van de school Type
Respons
Respons
Verdeling totale
(absolute cijfers)
(%)
populatie gewoon basisonderwijs
Kleuterschool
64
8,6%
7,2%
Enkel lagere school
45
6,0%
7,3%
Basisschool
636
85,4%
85,5%
Totale respons
745 100,0%
100,0%
Missing
15
Totaal
760
Tabel 4: De verdeling van de respons naar type school in functie van de totale populatie gewoon onderwijs zoals deze beschikbaar werd gesteld door het departement Onderwijs en Vorming.
5
We hebben relatief gezien iets minder lagere scholen onder de deelnemers. Kortom, ondanks de kleine verschillen kunnen we stellen dat de groep van scholen die aan het onderzoek hebben deelgenomen, op de totale populatie van basisscholen (gewoon onderwijs) lijkt. We hebben met andere woorden te maken met een representatief staal van de populatie scholen uit het gewoon onderwijs in het Vlaams en Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Om de anonimiteit van de respons maximaal te waarborgen, werd op vraag van het Departement Onderwijs en Vorming niet gepeild naar de gemeente waar de vestigingsplaats van de school is gelokaliseerd. Dit brengt met zich mee dat we geen zicht hebben op de mate waarin scholen uit verstedelijkte dan wel landelijke gebieden hebben deelgenomen. Tot slot kunnen we binnen dit kader reeds meegeven dat 65,9% van de gewone basisscholen deelneemt aan vergaderingen van het Lokaal Overleg Kinderopvang. In Brussel werkt de VGC adviesraad Gezin/LOK – gezien de schaal - met vertegenwoordigers. Dit verklaart de lage participatiegraad van Brusselse scholen aan het Lokaal Overleg Kinderopvang. Aantal scholen dat deelneemt aan vergaderingen Regio
van Lokaal Overleg Kinderopvang (N=760)
Antwerpen
63,0%
Limburg
72,7%
Oost-Vlaanderen
69,9%
West-Vlaanderen
69,8%
Vlaams-Brabant
73,4%
Brussels Hoofdstedelijk Gewest Totaal
5,9% 65,9%
Tabel 5: Aantal scholen (%) die deelnemen aan het Lokaal Overleg Kinderopvang per provincie.
6
Begripsomschrijving school Als de term “scholen ” wordt gebruikt bij de bespreking van de resultaten, dan worden hiermee, gezien de respons, steeds de scholen uit het gewoon onderwijs bedoeld. opvang vóór schooltijd: opvang in de school, al dan niet door de school georganiseerd, tot 15 minuten vóór de eerste les ’s morgens opvang na schooltijd: opvang in de school, al dan niet door de school georganiseerd, vanaf 15 minuten na de laatste les ’s avonds opvang op woensdagnamiddag: opvang in de school, al dan niet door de school georganiseerd, vanaf 15 minuten na de laatste les ’s middags opvang op snipperdagen: opvang in de school al dan niet door de school georganiseerd opvang tijdens de herfstvakantie: opvang in de school tijdens de herfstvakantie opvang tijdens de kerstvakantie: opvang in de school tijdens de kerstvakantie opvang tijdens de krokusvakantie: opvang in de school tijdens de krokusvakantie opvang tijdens de paasvakantie: opvang in de school tijdens de paasvakantie opvang tijdens de zomervakantie: opvang in de school tijdens de zomervakantie
7
De onderzoeksresultaten We bekijken eerst of er in scholen een opvang plaatsvindt en op welke tijdstippen dit precies doorgaat. Daarna bekijken we wie deze opvang in de school organiseert.
Opvang in de school? We vroegen aan de scholen of er opvang is in de school vóór schooltijd, na schooltijd, op woensdagnamiddag, op snipperdagen, tijdens de herfstvakantie, tijdens de kerstvakantie, tijdens de krokusvakantie, tijdens de paasvakantie en de zomervakantie. In bijna 85% van de scholen van het gewoon onderwijs gaat er op minstens een moment opvang door in de school (al dan niet georganiseerd door de school zelf). Een hoger percentage werd verkregen voor:
grote scholen (>350 leerlingen); in 88,4% van de grote basisscholen gaat er een opvangaanbod in de school door, al dan niet door de school zelf georganiseerd.
scholen uit het Gemeenschaponderwijs (93,5%) en het officieel gesubsidieerd onderwijs (88,5%).
scholen in Vlaams-Brabant (92,6%) en West-Vlaanderen (88,5%). Opvangaanbod
Ja 84,7% N=644
Nee 15,3% N=116
Regio
Ja 81,9% 74,8% 84,4% 88,5% 92,6% 100,0%
Nee 18,1% 25,2% 15,6% 11,5% 7,4% 0,0%
Totaal
Antwerpen Limburg Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen Vlaams-Brabant Brussels Hoofdstedelijk Gewest Onderwijsnet Gemeenschapsonderwijs Officieel gesubsidieerd onderwijs Vrij gesubsidieerd onderwijs
Ja 93,5% 88,5% 80,9%
Nee 6,5% 11,5% 19,1%
Grootte
Ja 84,1% 82,6% 88,4%
Nee 15,9% 17,4% 11,6%
Type school
Ja 82,8% 80,0% 85,1%
Nee 17,2% 20,0% 14,9%
Minder dan 150 leerlingen Tussen 151 en 350 leerlingen Meer dan 350 leerlingen
Kleuterschool Lagere school Basisschool
Tabel 6: Aantal scholen (%) waar er een opvangaanbod in de school doorgaat tijdens de week of tijdens een vakantieperiode, al dan niet door de school zelf georganiseerd
8
Wanneer is er opvang in de school? Globaal Op schooldagen wordt er in 84,5% van de scholen kinderen opgevangen in de gebouwen van de school. Tijdens de schoolvakanties is dit in 15,7% van de scholen het geval.
In 69,1% van de scholen waar er opvang plaats vindt, is er uitsluitend op schooldagen (snipperdagen inbegrepen) opvang in de school. 15,4% van de scholen heeft zowel op schooldagen als tijdens vakantieperiodes een opvangaanbod. In twee scholen is er uitsluitend tijdens de vakantieperiodes opvang.
Grafiek 1: Opvangaanbod in de scholen Geen opvang in de school 15,3%
N=760
Opvang enkel tijdens de schoolvakanties 0,3% Opvang enkel op schooldagen en snipperdagen 69,1%
Opvang op schooldagen en tijdens vakanties 15,4%
9
Per opvangmoment In grafiek 2 vinden we voor elk van de negen bevraagde opvangmomenten het percentage scholen weer dat opvang voorziet. In 8 op de 10 scholen is er opvang vóór schooltijd, al dan niet in combinatie met een opvang op een ander moment. Net iets minder scholen (79,3%) hebben opvang in de school na schooltijd. In bijna de helft van de scholen is er opvang op woensdagnamiddag. Het aantal scholen waar schoolgaande kinderen op snipperdagen terecht kunnen, ligt een stuk lager en bedraagt 13,6%. Het aantal scholen waar kinderen tijdens één van de vakantieperiodes terecht kunnen, ligt voor elke vakantieperiode lager dan 10% met uitzondering van de zomervakantie. In ruim 12% van de scholen kunnen schoolgaande kinderen voor opvang terecht tijdens de zomervakantie.
Grafiek 2: Het percentage scholen met opvang per opvangmoment N=760 90% 80%
81,1%
79,3%
70% 60% 50%
49,2%
40% 30% 20% 10%
13,6% 8,4%
7,8%
8,0%
9,5%
12,4%
0%
10
Meerdere opvangmomenten Als we gaan kijken naar de scholen die meerdere opvangmomenten aanbieden, is er in 76,2% van de scholen minstens opvang vóór schooltijd én opvang na schooltijd. In 48,7% van de scholen is er minstens opvang vóór schooltijd, na schooltijd en op woensdagnamiddag. Opvang tijdens alle opvangmomenten is er in 3,9% van de scholen. Combinatie van opvangmomenten
N
N=760
Minstens opvang voor schooltijd en na schooltijd Minstens opvang voor schooltijd, na schooltijd en op woensdagnamiddag Minstens opvang voor schooltijd, na schooltijd, op woensdagnamiddag en snipperdagen Alle opvangmomenten Enkel vakantieperiodes
%
579
76,2
370
48,7
93
12,2
30
3,9
2
0,3
Tabel 7: Aantal scholen die de betreffende opvangmomenten organiseren.
Wie organiseert de opvang in de school? Wanneer we gaan kijken naar de organisatoren van de verschillende opvangmomenten in de school, dan blijkt dat er drie belangrijke spelers zijn, nl. de school, de gemeente en de kinderopvangvoorziening (tabel 8). Uit eerder onderzoek (zie supra) is al gebleken dat de school in de opvang van schoolgaande kinderen een belangrijke speler is. Uit dit onderzoek blijkt dat dit voor de opvangmomenten vóór schooltijd, na schooltijd en op woensdagnamiddag ook het geval is. Van de opvang die voor de schooltijd plaats vindt, is dit in 63,7% van de scholen georganiseerd door de school alleen. Voor de naschoolse opvang is dit 62% en voor de opvang op woensdagnamiddag is dit ruim 55%. Het lokaal bestuur is de tweede speler voor deze opvangmomenten. Voor de andere opvangmomenten (snipperdagen, herfstvakantie,
kerstvakantie, krokusvakantie,
paasvakantie, zomervakantie) is het lokaal bestuur de grootste organisator in de scholen, gevolgd door de kinderopvangvoorzieningen. Wanneer we de school als medeorganisator ook mee in rekening brengen dan wordt de opvang vóór schooltijd in 76,6% van de scholen georganiseerd door de school. Voor de opvang na schooltijd is dit 75,3% en voor de opvang op woensdagnamiddag 66%. Voor de snipperdagen (23,5%), voor de herfstvakantie (21,9%), voor de kerstvakantie (16,9%), voor de krokusvakantie (22,0%), voor de paasvakantie (18,6%), voor de zomervakantie (19,4%) zijn de verschillen met de school als enige organisator minder uitgesproken.
11
Alle organisatoren die opvang aanbieden in een school
voor schooltijd na schooltijd woensdagnamiddag snipperdagen herfstvakantie kerstvakantie krokusvakantie paasvakantie zomervakantie
Organisator is enkel school
N 612 599 371 102 64 59 59 70 93
N 390 373 206 21 10 8 9 9 15
% 63,7% 62,3% 55,5% 20,6% 15,6% 13,6% 15,3% 12,9% 16,1%
Organisator is enkel lokaal bestuur
N 89 93 72 41 29 27 26 30 32
% 14,5% 15,5% 19,4% 40,2% 45,3% 45,8% 44,1% 42,9% 34,4%
Organisator is enkel kinderopvang voorziening
N 18 24 27 30 18 19 15 17 23
% 2,9% 4,0% 7,3% 29,4% 28,1% 32,2% 25,4% 24,3% 24,7%
Andere organisatoren of combinaties van organisatoren N % 115 18,8% 109 18,2% 66 17,8% 10 9,8% 7 10,9% 5 8,5% 9 15,3% 14 20,0% 23 24,7%
Tabel 8: Organisatoren van opvang in de scholen naar opvangmoment.
Opvang in de school georganiseerd door de school: detailbespreking Uit tabel 8 blijkt dat voor opvang in de school vóór schooltijd, na schooltijd en op woensdagnamiddag, de school de belangrijkste organisator is. Omdat we voornamelijk zicht willen krijgen op de opvangsituatie in scholen, georganiseerd door de school zelf, bekijken we voor deze opvangvormen de volgende detailgegevens verder: - wie organiseert? - voor wie organiseert de school opvang? - wat is de duur van de opvang? - aan welke activiteiten kunnen kinderen in de opvang deelnemen? - wie begeleidt en welke kwalificaties hebben deze begeleiders? - is er samenwerking met andere organisatoren? De aantallen voor de andere opvangmomenten zijn te klein om dergelijke gedetailleerde analyses te maken.
Opvang in de school georganiseerd: vóór schooltijd. Wie organiseert de opvang vóór schooltijd? In bijna 64% van de scholen (n=390) staat de school zelf in voor de organisatie van de opvang vóór schooltijd in de school. De gemeente is de tweede belangrijkste organisator in rij (14,5%). In 8,7% van de scholen neemt de school de organisatie van de opvang in de school vóór schooltijd samen met de gemeente op. In 3% van de scholen staat de tandem school en een kinderopvangvoorziening in voor de organisatie terwijl in een evenveel aantal scholen enkel een kinderopvangvoorziening de organisatie van de opvang op zich neemt.
12
Grafiek 3: Organisatoren van de opvang vóór de schooluren N=612 De school en de kinderopvangvoorzie ning 2,8%
Andere 5,6%
De ouderraad 2,0%
De school en de gemeente 8,7% De kinderopvangvoorzie ning 2,8% De gemeente en Ocmw 14,5%
De school 63,7%
13
Het opvangaanbod in de school en georganiseerd door de school: vóór schooltijd. De school is de grootste organisator van opvang vóór schooltijd in de school. Volgende aspecten hebben dan ook betrekking op de school als organisator.
Voor wie? Deze opvang richt zich in de meerderheid van de scholen die zelf instaan voor de opvang voor de schooltijd (88%) tot zowel kleuters als lagere schoolkinderen. Slechts 4% van de scholen die zelf voor de organisatie van de opvang in de school in staan, verklaart ook leerlingen van scholen uit de omgeving tot dit aanbod vóór schooltijd toe te laten. Het gebruik van de opvang vóór schooltijd 50% van de scholen geeft een aantal aan dat varieert tussen de 20 en de 50 kinderen. De minimale waarde bedraagt 3; het maximum bedraagt 497. Gemiddeld geeft dit een gebruik van 43,46 kinderen (18,86 kleuters en 27,29 lagere schoolkinderen). De mediaanwaarde ligt op 30 kinderen (10 kleuters en 20 lagere schoolkinderen). Ruim 17% van het totaal aantal kinderen in de opvang is reeds 1 uur vóór de start van de lestijden aanwezig. Duur van de opvang Om de duur van de opvang te bepalen, hebben we voor scholen die opvang aanbieden op meer dan 1 vestigingsplaats de langste openingstijd over de verschillende vestigingsplaatsen genomen. Het resultaat vind je in grafiek 4. In ruim 6 op de 10 scholen duurt de opvang vóór schooltijd één uur of langer. In 18% van de scholen schommelt de duur van de opvang vóór schooltijd tussen 30 minuten en een uur. In één school op vijf is de maximumduur 30 minuten. Gemiddeld duurt de opvang vóór schooltijd 58 minuten. De mediaanwaarde ligt op 1 uur. De minimale opvangduur bedraagt 5 minuten (1 school). De maximale duur is 1u59 min (1 school).
14
Grafiek 4: Maximale opvangduur van de opvang per school vóór de schooltijd N=390 >1u30 6%
<15 min 6%
16-30 min 14%
61-90 min 35% 31-59 min 18%
1u 21%
Wie financiert de opvang in de school voor schooltijd Er werd gevraagd of de ouders, de gemeente of de school financieel bijdragen in de opvangkosten van de opvang in de school georganiseerd door de school. Deze kosten kunnen werkingskosten, personeelskosten of een andere bijdrage betreffen. Het resultaat is te zien in onderstaande tabel. In 75% van de scholen betalen de ouders een bijdrage (tabel 9). Bijna 3 op de 10 scholen krijgen een tussenkomst van de gemeente. Ruim 1 school op vijf krijgt werkingssubsidies en ruim 5% krijgt personeelsubsidies. Ruim 20% van de scholen krijgt geen tussenkomst van de gemeente en draag zelf als school niets bij in de kosten voor de opvang vóór schooltijd in de school. In ruim 7% van deze scholen betalen de ouders wel een bijdrage. De gemiddelde maximumduur (1u09) is het hoogste in scholen waar de kosten gedragen worden door de ouders, de school en de gemeente. Daar waar de ouders, noch de school of de gemeente bijdragen is de gemiddelde maximumduur het laagst: 0u31 (tabel 10).
15
N
%
(aantal
(aantal
scholen die
scholen die
financiering
financiering
krijgen)
krijgen)
N (totaal aantal scholen waar de school
Gefinancierd door
opvang organiseert en waarvoor gegevens beschikbaar zijn)
de ouders
378
283
74,9
de gemeente - werkingsubsidie - personeelsubsidie - andere
390
115
29,5
390
79
20,3
390
21
5,4
390
16
4,1
de school - werkingskosten - personeelskosten - andere
390
277
71,0
390
180
46,2
390
180
46,2
390
12
3,1
Tabel 9: Aantal scholen die gefinancierd worden door de ouders of de gemeenten of die zelf instaan voor de kosten voor de opvang vóór de schooltijd.
Grafiek 5: Financiering van de opvang vóór schooltijd N=384 enkel door de ouders en de school
41,1%
door de ouders, gemeente en school
19,5%
niet door de ouders, gemeente of school
12,8%
enkel door de school
8,6%
enkel door de ouders
7,6%
enkel door de ouders en de gemeente
5,5%
enkel door de gemeente en de school
2,9%
enkel door de gemeente
2,1% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
16
Gefinancierd door
Gemiddelde maximale opvangduur
door de ouders, de gemeente en de school door de ouders en de gemeente door de gemeente door de ouders en de school door de ouders door de gemeente en de school door de school niet door de ouders, gemeente en school
1:09 1:07 1:05 1:05 1:05 0:52 0:41 0:31 0:59
Totaal
Tabel 10: Gemiddelde maximale opvangduur per financieringsgroep voor de opvang in de scholen vóór de schooltijd.
Activiteiten tijdens de opvang voor de schooltijd Op de vraag wat kinderen kunnen doen tijdens de opvang vóór schooltijd is ‘vrij tekenen’ en ‘gezelschapspelletjes spelen’ het meest gekozen antwoord. Ruim 7 op 10 scholen geven dit aan. Ook lezen, bouwen met blokken en vrij spelen op de speelplaatsen zijn populaire activiteiten in de opvang vóór schooltijd.
Grafiek 6: Activiteiten tijdens de opvang vóór schooltijd N=390 Vrij tekenen Gezelschapspelletjes spelen Lezen Bouwen met blokken Vrij spelen op de speelplaats Knutselen zelfstandige huiswerk maken TV/video of dvd kijken Muziek luisteren Fietsen, rijden met de gocart,… Snoezelen Spelen in de zandbak Gebruik maken van de sportinfrastructuur van de school Zich verkleden Computerspelletjes spelen Andere
76,9% 72,6% 69,0% 67,9% 67,7% 44,1% 31,8% 26,7% 23,1% 20,0% 16,4% 16,4% 12,8% 11,8% 6,4% 4,6% 0%
20%
40%
60%
80%
Begeleiding en kwalificaties Wie begeleidt de opvang? Uit grafiek 7 blijkt dat voor de begeleiding van de kinderen er vooral beroep gedaan wordt op ondersteunend personeel (44,87%) en het onderwijzend personeel verbonden aan de school (38,72%). Ook de PWA’ers (18,21%) en de vrijwillers (15,38%) vormen een belangrijke groep.
17
Grafiek 7: Begeleiding van de kinderen in opvang vóór de schooluren N=390 ondersteunend personeel verbonden aan de school
44,87%
onderwijzend personeel verbonden aan de school
38,72%
PWA'er
18,21%
vrijwilliger
15,38%
personeel IBO
5,90%
andere
5,38%
gemeentepersoneel
3,08%
onthaalouder
1,03% 0%
5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
Op deze vraag kon men meerdere antwoorden geven. Grafiek 8 geeft de combinaties van begeleiders weer en geeft dus ook weer welke begeleidersgroepen er alleen voor staan. Hieruit leren we dat in ruim een kwart van de scholen het ondersteunend personeel verbonden aan de school de opvang die vóór schooltijd in de school doorgaat en georganiseerd wordt door de school alleen begeleidt. In 24% van de scholen wordt de begeleiding exclusief verzorgd door het onderwijzend personeel verbonden aan de school. 15,7% van de scholen doet hiervoor uitsluitend beroep op PWA’ers en/of vrijwilligers. In het resterend aantal scholen wordt de opvang doorgaans begeleidt door een combinatie van onderwijzend personeel, ondersteunend personeel, vrijwilligers en PWA’ers.
18
Grafiek 8: Begeleiding van de kinderen in opvang vóór de schooluren: opgegeven combinaties (N=390) Ondersteunend personeel verbonden aan de school
26,6%
Onderwijzend personeel verbonden aan de school
23,5%
PWA'ers
8,0%
Onderwijzend en ondersteunend personeel
7,2%
Vrijwilligers
5,9%
Ondersteunend personeel + PWA'ers
4,7%
Personeel IBO
3,1%
Onderwijzend en ondersteunend personeel en vrijwilligers
2,6%
Ondersteunend personeel en vrijwilligers
2,1%
PWA'ers en vrijwilligers
1,8%
Gemeentepersoneel
1,8%
Onderwijzend personeel en PWA'ers
1,6%
Onthaalouder
1,0%
Andere
10,1% 0%
10%
20%
30%
Kwalificaties van de begeleiders Binnen dit kader werd aan alle scholen een lijst met kwalificaties aangeboden. Voor elk van de vermeld kwalificaties diende de school aan te geven hoeveel van de begeleiders die voor de opvang vóór schooltijd worden ingezet, over de desbetreffende kwalificatie beschikt. Daartoe kon de school kiezen uit de volgende antwoordcategorieën: o
Allemaal
o
Minder dan de helft van de begeleiders
o
De helft van de begeleiders
o
Meer dan de helft van de begeleiders
o
Geen
In grafiek 9 geven we het aantal scholen weer dat aangeeft dat alle begeleiders die worden ingezet voor de opvang vóór schooltijd over de aangeboden kwalificatie beschikken. In ruim 6 op de 10 scholen beschikken alle begeleiders over een attest medische geschiktheid of over Model 2 van het uittreksel uit het strafregister. In ongeveer 3 op de 10 scholen beschikken alle begeleiders van de opvang vóór schooltijd over een pedagogische kwalificatie. 21% van de scholen geeft aan dat alle begeleiders een EHBO opleiding hebben genoten. In 14% van de scholen beschikken alle begeleiders over een kwalificatie kinderzorg. In 10% van de scholen hebben alle begeleiders een opleiding levensreddend handelen gevolgd.
19
Grafiek 9: Percentage scholen met opvang vóór schooltijd waar alle begeleiders beschikken over de vermelde kwalificatie Attest van medische geschiktheid
65,0%
Model 2 vh uittreksel uit het strafregister
64,9%
Pedagogische kwalificatie…
29,8%
EHBO opleiding
21,4%
Kwalificatie kinderzorg…
14,1%
Opleiding levensreddend handelen
10,4%
Animator/hoofdanimator in het jeugdwerk
1,9%
Bewegingsanimator
0,0%
Andere
5,5% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
In grafiek 10 geven we weer in hoeveel scholen geen enkele begeleider het betreffende attest of kwalificatie heeft. In ruim 22% van de scholen heeft niemand van de begeleiders een attest van medische geschiktheid. In ruim 27,8% van de scholen hebben de begeleiders geen model 2 uittrekstel uit het strafregister.
Grafiek 10: Percentage scholen met opvang vóór de schooluren waar geen enkele begeleider beschikt over de vermelde kwalificatie Attest van medische geschiktheid
22,6%
Model 2 vh uittreksel uit het strafregister
27,8%
EHBO
37,6%
Pedagogische kwalificatie
48,7%
Kwalificatie kinderzorg
52,9%
Opleiding levensreddend handelen
64,9%
Animator/hoofdanimator
88,4%
Andere
90,2%
Bewegingsanimator
93,7% 0%
10%
20%
30% 40%
50%
60%
70%
80% 90% 100%
20
Hoeveel kinderen worden er per begeleider opgevangen?
Hiervoor werd per school het aantal aanwezige kinderen in de opvang vóór schooltijd gerelateerd aan het aantal aanwezige begeleiders. Om een beeld te kunnen schetsen van het aantal kinderen per begeleider voor de totale populatie scholen, werden categorieën gedefinieerd op basis van de individueel bekomen ratio’s. Zodoende kon elke school worden ondergebracht in een klasse met als uiteindelijk doel tellingen uit te voeren in functie van deze groepen van aantal kinderen per begeleider. Tabel 11 geeft het aldus bekomen resultaat weer. In ruim 7 op de 10 scholen ligt de ratio aantal kinderen per begeleider in de opvang vóór de schooltijd hoger dan 1 op 30. Bijna 20% van de scholen heeft een ratio die tussen de 1 op 30 en de 1 op 50 ligt. Voor net geen 6% van de scholen merken we een verhouding aantal kinderen/begeleider op die lager ligt dan 1 op 50. Een ratio tussen 1op 30 en 1 op 100 komt het meest voor bij grote scholen. Ratio < dan 1 op 15 Meer dan 1 op 15 t/m 1 op 30 Meer dan 1 op 30 t/m 1 op 50 Meer dan 1 op 50 t/m 1 op 100 Meer dan 1 op 100
<150 54,3% 40,0% 5,7% 0,0%
151-350 21,8% 53,5% 18,8% 4,5%
>350 20,5% 45,3% 26,5% 6,8%
N=354 24,6% 49,4% 20,1% 4,8%
0,0%
1,5%
0,9%
1,1%
Tabel 11:Verdeling van het aantal scholen naar grootte van de school en het aantal kinderen per begeleider voor de opvang vóór schooltijd.
Samenwerking met een of meerdere opvanginitiatieven door de school vóór schooltijd? 26,2% werkt in het kader van de opvang vóór schooltijd samen met een of meerdere opvanginitiatieven (bv. voor kinderen die zeer vroeg opvang nodig hebben). Drie vierde van de scholen die samenwerken, doen dit met een initiatief voor buitenschoolse opvang. Nog 9% doet een beroep op een buitenschoolse opvang verbonden aan een kinderdagverblijf terwijl bijna 8% van de scholen samenwerkt met een zelfstandig buitenschoolse opvangvoorziening.
21
Het opvangaanbod in de school: na schooltijd. Wie organiseert? De opvang in de scholen na schooltijd wordt in ruim 6 scholen op 10 georganiseerd door de school zelf. De gemeente organiseert opvang in 15,5% van de scholen. Nog eens in bijna 10% van de scholen, neemt
de
school
en
de
gemeente
deze
taak
op
zich.
In
4%
van
de
scholen
is
de
kinderopvangvoorziening de organisator.
Grafiek 11: Organisatoren van de opvang na de schooluren N=599 De school en een opvangvoorziening 2,0%
Andere 6,7%
De school en gemeente 9,5%
De kinderopvangvoorzie ning 4,0% De school 62,3% De gemeente en ocmw 15,5%
Het opvangaanbod in de school en georganiseerd door de school: na schooltijd. Ook hier is de school de grootste organisator van een aanbod in de school. In het volgende gaan we dieper in op de school als organisator van de opvang na schooltijd in de school. Voor wie? De opvang in scholen na schooltijd is in 86% van de scholen voor kleuters en lagere schoolkinderen. 4% van de scholen staat open voor leerlingen van andere scholen. Het gebruik van de opvang Het gemiddelde gebruik is 56,7 kinderen (25,24 kleuters en 34,27 lagere schoolkinderen). De mediaanwaarde ligt op 45 kinderen (20 kleuters en 25 lagere schoolkinderen). 7619 kinderen of 37% van het totaal aantal kinderen in de opvang is 1 uur na de start van de opvang nog aanwezig.
22
Duur van de opvang na schooltijd Om de duur van de opvang te bepalen hebben we ook hier voor de scholen die opvang aanbieden op meer dan 1 vestigingsplaats de langste openingstijd van de verschillende vestigingsplaatsen gekozen. De resultaten zijn te vinden in grafiek 12. In ruim 85% van de scholen is er meer dan één uur opvang na schooltijd. In bijna 47% van de scholen is dit meer dan twee uur. 14,5% van de scholen voorziet in opvang van 1 uur of minder. De gemiddelde opvangduur is 1u53. De mediaanwaarde is 2u15. De opvangduur varieert van 15 minuten tot 3u29.
Grafiek 12: Maximale opvangduur van de opvang na de schooluren per school N=373 <30 min 6,2%
> 2 uur 46,9%
31 min - 1 uur 8,3%
61 min tot 2 uur 38,6%
Wie financiert de opvang in de school en georganiseerd door de school na de schooltijd? We vroegen of de ouders, de gemeente of de school financieel bijdragen in de opvangkosten van de opvang na schooltijd. Deze kosten kunnen werkingskosten, personeelskosten of een andere bijdrage betreffen. Tabel 12 toont het resultaat. De ouders betalen in 96,5% van de scholen een bijdrage. 35,4 % van de scholen krijgt een tussenkomst van de gemeente. 22,5% van de scholen krijgt een werkingssubsidie van de gemeente; 8% een personeelsubsidie. 77,5% van de scholen draagt zelf bij in de opvang na schooltijd. De meeste scholen staan in voor de personeelssubsidie (56,3%). Ruim 47% van de scholen voorziet ook een werkingssubsidie.
23
In 14,5% van de scholen draagt de gemeente of de school zelf niet bij in de opvangkosten. Ouders betalen in bijna 10% van deze school wel bij (grafiek 13). Wanneer de ouders bijdragen ligt de gemiddelde maximumduur boven twee uur. Wanneer enkel de gemeente en de school bijdragen ligt de maximumduur op 1u03. De gemiddelde maximumduur ligt het laagst daar waar enkel de school de kosten draagt (tabel 13). N
%
(totaal aantal scholen waar de school
N
(aantal
(aantal
opvang na de schooltijd organiseert
scholen die
scholen die
en waarvoor gegevens beschikbaar
financiering
financiering
zijn)
krijgen)
krijgen)
de ouders
368
355
96,5
de gemeente - werkingsubsidie - personeelsubsidie - andere
373 373
132
35,4
84
22,5
373
30
8,0
373
21
5,6
de school - werkingsubsidie - personeelsubsidie - andere
373
289
77,5
373
177
47,5
373
210
56,3
373
17
4,6
Gefinancierd door
Tabel 12: Aantal scholen die gefinancierd worden door de ouders of de gemeenten of die zelf instaan voor de kosten voor de opvang na de schooltijd.
Grafiek 13: Financiering van de opvang na schooltijd N=372 door de ouders en de school
46,5%
door de ouders, de gemeente en de school
27,2%
door de ouders
9,9%
door de ouders en de gemeente
6,5%
niet door de ouders, gemeente en de school
4,6%
door de school
3,2%
door de gemeente en de school
1,1%
door de gemeente
1,1% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
50%
24
Gefinancierd:
Gemiddelde van de maximumduur
door de ouders, de gemeente en de school door de ouders door de ouders en de gemeente door de ouders en de school door de gemeente en de school door de gemeente niet door de ouders, gemeente en de school door de school Totaal
2:06 2:04 2:01 2:01 1:11 1:03 0:57 0:41 1u56
Tabel 13: Gemiddelde maximale opvangduur per financieringsgroep voor de opvang in de school na de schooltijd.
Activiteiten tijdens de opvang na schooltijd In 78% van de scholen kunnen de kinderen enkel vrij spelen. In ruim 18 % van de scholen kunnen de kinderen zowel vrij spelen maar worden er ook begeleide activiteiten aangeboden. In 3,2 % van de scholen biedt men enkel begeleide activiteiten aan.
Grafiek 14: Activiteiten tijdens opvang na schooltijd N=373 Enkel begeleide activiteiten 3,2% Begeleide activiteiten en vrij spel 18,8%
Kinderen kunnen enkel vrij spelen 78,0%
Begeleide activiteiten 82 scholen bieden begeleide activiteiten aan. We vroegen of sport, muziek, tekenen/knutselen of huiswerkbegeleiding werd aangeboden als activiteit in de opvang na schooltijd.
25
Huiswerkbegeleiding blijkt het populairst te zijn. 71 scholen geven dit aan. In 46 scholen staan er sportactiviteiten op het programma. In 45 scholen kan men tekenles volgen en in 19 scholen kan men muziek volgen. Begeleide activiteiten (N=82)
N
%
sportactiviteiten
46
56,1
muziek tekenen/knutselen huiswerkbegeleiding
19
23,2
45
54,9
71
86,6
Tabel 14: Begeleide activiteiten in de opvang in de school na de schooltijd
Wie staat in voor de begeleiding? De sportactiviteiten worden meestal begeleid door een leerkracht verbonden aan een school (52%) of door een lesgever verbonden aan een plaatselijke sportvereniging (37%). Ook op vrijwillers doet ruim 26% van de scholen een beroep. Ongeveer dezelfde resultaten gelden voor muziek als begeleide activiteit. Ook hier wordt dit in 52% van de scholen gedaan door de leerkracht van de school. In 42% van de scholen neemt een lesgever verbonden aan een plaatselijke vereniging dit op zich. Vrijwilligers geven muziek in een school op vijf. Tekenen of knutselen wordt ook meestal door de leerkracht van de school gegeven of door een vrijwiller. Huiswerkbegeleiding is vooral een taak voor de leerkracht verbonden aan een school (83,1%). Begeleiding
sport N=46
muziek N=19
tekenen/knutselen N=45
huiswerk N=71
leerkracht verbonden aan de school
52,2%
52,6
42,2
83,1
lesgever verbonden aan plaatselijke vereniging vrijwilliger andere
37,0%
42,1
13,4
NVT
26,1%
21,1
42,2
11,3
32,6%
15,8
37,8
18,3
Tabel 15: Begeleiding van de activiteiten in de opvang in de school na de schooltijd
Vrij spel De populairste bezigheden tijdens de opvang na de schooltijd is vrijspelen op de speelplaats (96%), vrij tekenen (90%), gezelschapspelletjes spelen (85%) en lezen (82%). Bouwen met blokken vervolledigt de top vijf. Computerspelletjes spelen komt in 12,5% van de scholen die opvang zelf organiseren en vrij spel aanbieden, voor.
26
Grafiek 15: Activiteiten tijdens opvang na de schooluren: details N=361 vrij spelen op de speelplaats vrij tekenen gezelschapspelletjes spelen lezen bouwen met blokken zelfstandig huiswerk maken knutselen fietsen, rijden met de go-cart spelen in de zandbak tv-video-dvd kijken muziek luisteren snoezelen-slapen gebruik maken van de sportinfrastructuur zich verkleden computerspelletjes spelen andere
96,1% 90,6% 85,6% 82,0% 81,4% 76,7% 60,7% 51,5% 49,3% 48,5% 31,0% 22,7% 21,9% 18,6% 12,5% 6,9% 0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Wie staat in voor de begeleiding? Het ondersteunend personeel verbonden aan de school wordt in 46% van de scholen ingeschakeld voor de opvang in de scholen. Ook op het onderwijzend personeel wordt veel beroep gedaan (37,1%). Op PWA’ers en vrijwilligers wordt er telkens in bijna een school op vier beroep gedaan.
Grafiek 16: Begeleiding van de kinderen in de opvang na de schooluren N=361 ondersteunend personeel verbonden aan de school
46,0%
onderwijzend personeel verbonden aan de school
37,1%
PWA'er
24,9%
vrijwilliger
23,0%
personeel IBO
8,0%
andere
5,5%
gemeentepersoneel
3,0%
onthaalouder
1,7% 0%
5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
27
Op deze vraag kon men meerdere antwoorden geven. Grafiek 8 geeft de combinaties van begeleiders weer en geeft dus ook weer welke begeleidersgroepen er alleen voor staan. Hieruit blijkt dat het vooral het ondersteunend personeel (24,7%) er alleen voor staat. Ook op PWA’ers en vrijwilligers wordt er in 17,2% alleen beroep gedaan.
Grafiek 17: Begeleiding van de kinderen in opvang na de schooluren: opgegeven combinaties N=361 ondersteunend personeel verbonden aan de school onderwijzend personeel verbonden aan de school onderwijzend en ondersteundend personeel PWA'er vrijwilliger ondersteundend personeel en PWA'er onderwijzend personeel en vrijwilliger personeel IBO Pwa'er en vrijwilliger onderwijzend personeel en PWA'er ondersteunend personeel en vrijwilliger onderwijzend personeel, ondersteunend personeel … betaald personeel onderwijzend personeel en personeel IBO Andere 0%
24,7% 12,2% 8,3% 7,8% 6,4% 4,2% 4,2% 3,6% 3,0% 3,0% 2,8% 2,2% 1,9% 1,7% 14,1% 5%
10%
15%
20%
25%
30%
Hoeveel begeleiders beschikken over kwalificaties? In 6 op 10 scholen beschikken alle begeleiders over een model uittreksel strafregister. Ook het attest medische geschiktheid is in 60% van de scholen voor iedereen voorhanden. In 22% van de scholen heeft iedereen een EHBO opleiding gevolgd. Opleiding levenreddend handelen heeft men in bijna 8% van de scholen allemaal.
28
Grafiek 18: Percentage scholen met opvang na schooltijd waar alle begeleiders beschikken over de vermelde kwalificatie
model 2 uittreksel strafregister
62,07%
attest medische geschiktheid
60,74%
EHBO opleiding
22,26%
pedagogische kwalificatie
19,83%
kwalificatie kinderzorg
13,75%
opleiding levensreddend handelen
7,98%
Andere
5,23%
animator - hoofdanimator
1,52%
bewegingsanimator
0,78% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Als we gaan kijken in welke scholen geen enkele begeleider een bepaalde kwalificatie heeft, dan blijkt dat in ruim 20% van de scholen geen enkele begeleider een attest medische geschiktheid heeft. In bijna een school op vier heeft geen enkele begeleider een model 2 uittreksel uit het strafregister.
Grafiek 19: Percentage scholen met opvang na schooltijd waar geen enkele begeleider beschikt over de vermelde kwalificatie attest medische geschiktheid
20,13%
model 2 uittreksel strafregister
23,45%
EHBO opleiding
33,56%
pedagogische kwalificatie
42,86%
kwalificatie kinderzorg
47,77%
opleiding levensreddend handelen
65,40%
animator - hoofdanimator
83,71%
bewegingsanimator
89,53% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90% 100%
Hoeveel kinderen per begeleider? Hiervoor werd per school het aantal aanwezige kinderen in de opvang vóór schooltijd gerelateerd aan het aantal aanwezige begeleiders (de aantallen zoals ingevuld door de deelnemende scholen). Om een beeld te kunnen schetsen van het aantal kinderen per begeleider voor de totale populatie scholen, werden categorieën gedefinieerd op basis van de individueel bekomen ratio’s. Zodoende kon elke school
29
worden ondergebracht in een klasse met als uiteindelijk doel tellingen uit te voeren in functie van deze groepen van aantal kinderen per begeleider. Onderstaande tabel geeft het aldus bekomen resultaat weer. In 80% van de scholen ligt de ratio van het aantal kinderen per begeleider na schooltijd hoger dan 1 op 30. Bijna 17% heeft een ratio tussen 1 op 30 en 1 op 50. Ruim drie procent heeft een ratio tussen 1 op 50 en 1 op 100.
<150 lln < dan 1 op 15 Meer dan 1 op 15 t/m 1 op 30 Meer dan 1 op 30 t/m 1 op 50 Meer dan 1 op 50 t/m 1 op 100
40,0% 56,7% 3,3% 0,0%
151-350 lln
>350 lln
27,1% 51,2% 17,2% 4,4%
13,9% 63,0% 19,4% 3,7%
N=341 24,0% 55,4% 16,7% 3,8%
Tabel 16:Verdeling van het aantal scholen met een opvangaanbod na de schooltijd in de school naar klasse van aantal kinderen per begeleider.
Samenwerking met een of meerdere opvanginitiatieven door de school met opvang in de school en georganiseerd door de school na schooltijd? 31% van de scholen werkt samen met andere opvanginitiatieven. Meestal (84%) gebeurt dit dan met de initiatieven voor buitenschoolse opvang. 9,5% van de scholen die samenwerken doen dit met een BOKDV; 7,8% met een ZBO.
30
Het opvangaanbod in de school: woensdagnamiddag. Wie organiseert opvang in de school op woensdagnamiddag ? Ruim 55% van de scholen organiseert zelf opvang op woensdagnamiddag in de school. Het lokaal bestuur organiseert in bijna 1 school op vijf de opvang. Een kinderopvangvoorziening organiseert in ruim 7% van de scholen op woensdagnamiddag.
Grafiek 20: Organisatoren van de opvang op woensdagnamiddag N=371 De school en een opvangvoorziening 2,2%
Andere 8,6%
De school en gemeente 7,0% De kinderopvangvoorzie ning 7,3% De school 55,5% De gemeente en ocmw 19,4%
Het opvangaanbod in de school en georganiseerd door de school: woensdagnamiddag. De school is de grootste organisator van opvang op woensdagnamiddag. Volgende aspecten hebben dan ook betrekking op de school als organisator. Voor wie? De opvang in scholen op woensdagnamiddag is in 88% van de scholen voor kleuters én lagere schoolkinderen. Ruim 5% van de scholen richt zich enkel tot kleuters. Ruim 6% van de scholen richt zich enkel tot leerlingen uit de lagere school. 6,3% van de scholen staat open voor leerlingen van andere scholen. Duur van de opvang in de school op woensdagnamiddag Om de duur van de opvang te bepalen hebben we voor scholen die opvang aanbieden op meer dan 1 vestigingsplaats de langste openingstijd van de verschillende vestigingsplaatsen gekozen. Het resultaat is te vinden in grafiek 21. In 54% van de scholen is de duur van de opvang 5 uur of meer. In 24% van de scholen ligt de duur van de opvang tussen 1 uur en 5 uur. In 22% van de scholen is de opvang 1 uur open. De gemiddelde opvangduur is 4u03, de mediaan is 5u30. De minimumopvangduur is 14 minuten, de maximale opvangduur is 7 uur.
31
Grafiek 21: Maximale opvangduur van de opvang op woensdagnamiddag per school N=205 ≤1 uur 22,4%
vanaf 5 uur tem 7 uur 53,7%
vanaf 1 uur tem 3 uur 12,2%
vanaf 3 uur tem 5 uur 11,7% Het gebruik van de opvang Het gemiddelde gebruik is 30,23 kinderen (14,0 kleuters en 17,6 lagere schoolkinderen). De mediaanwaarde ligt op 25 kinderen (10 kleuters en 13 lagere schoolkinderen). 2108 kinderen of 34,7% van het totaal aantal kinderen in de opvang is 1 uur na de start van de opvang nog aanwezig. Wie financiert de opvang in de school op woensdagnamiddag De ouders betalen in 93,1% van de scholen een bijdrage. 34% van de gemeenten geeft een tussenkomst. 24% van de scholen krijgt een werkingssubsidie van de gemeente; bijna 8% een personeelsubsidie. 76% van de scholen staat zelf in voor de kosten. 51% voorziet een werkingssubsidie, 57% geeft een personeelssubsidie. In 14% van de scholen draagt de school noch de gemeente bij in de opvangkosten. Enkel de ouders betalen in drie vierde van deze scholen wel bij (grafiek 22). De gemiddelde opvangduur op woensdagnamiddag is het hoger wanneer ouders bijdragen (3u04 en hoger). Wanneer de ouders, noch de gemeente en de school bijdragen is de gemiddelde maximumopvangduur het laagst: 0u40 (tabel 18).
32
Gefinancierd door
N
%
(totaal aantal scholen waar de school
N
(aantal
(aantal
opvang na de schooltijd organiseert
scholen die
scholen die
en waarvoor gegevens beschikbaar
financiering
financiering
zijn)
krijgen)
krijgen)
de ouders
202
188
93,1
de gemeente - werkingsubsidie - personeelsubsidie - andere
206
70
34,0
206 206
49
23,8
16
7,8
206
7
3,4
206 206
157
76,2
107
51,9
206
119
57,8
206
8
3,9
de school - werkingsubsidie - personeelsubsidie - andere
Tabel 17: Aantal scholen die gefinancierd worden door de ouders of de gemeenten of die zelf instaan voor de kosten van de opvang in de school op woensdagnamiddag.
Grafiek 22: Financiering van de opvang op woensdagnamiddag N=206 door de ouders en de school
47,6%
door de ouders, de gemeente en de school
25,2%
door de ouders
10,7%
door de ouders en de gemeente
7,8%
door de school
4,4%
niet door de ouders, gemeente en school
3,4%
door de gemeente
1,0% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
33
Gefinancierd
Gemiddelde maximale opvangduur
door de ouders en de school door de ouders, de gemeente en de school door de ouders door de ouders en de gemeente door de school door de gemeente niet door de ouders, gemeente en school
4:29 4:23 4:00 3:04 2:13 0:45 0:40
Totaal
4:02
Tabel 18: gemiddelde maximale opvangduur in de opvang in de school op woensdagnamiddag per financieringsgroep Activiteiten tijdens de opvang op woensdagnamiddag In 81% van de scholen die opvang op woensdagnamiddag organiseren, biedt men enkel vrij spel aan. 15% van de scholen bieden vrij spel en begeleide activiteiten aan. In vier % van de scholen worden enkel begeleide activiteiten aangeboden.
Grafiek 23: Activiteiten tijdens de opvang op woensdagnamiddag N=206 enkel begeleide activiteiten 4% begeleide activiteiten en vrij spel 15,0%
enkel vrij spel 81%
Begeleide activiteiten In 33 scholen staan er sportactiviteiten op het programma. In 25 scholen wordt er onder begeleiding getekend en geknutseld. In 14 scholen is er huiswerkbegeleiding en in 8 scholen kan men muziek volgen.
34
Begeleide activiteiten (N=40) sportactiviteiten
muziek tekenen/knutselen huiswerkbegeleiding
N
%
33
82,5
8
20,0
25
62,5
14
35,0
Tabel 19: Begeleide activiteiten in de opvang op school op woensdagnamiddag.
Wie begeleidt de activiteiten? Het is vooral de leerkracht verbonden aan de school die de activiteiten begeleidt. Er wordt ook veel beroep gedaan op de vrijwilliger. Deze is de tweede belangrijkste begeleider (tabel 20).
N=33
muziek N=8
leerkracht verbonden aan de school
57,5
37,5
44,0
lesgever verbonden aan plaatselijke vereniging vrijwilliger andere
10,0
25,0
4,0
30,0
37,5
44,0
21,4
15,0
12,5
32,0
28,6
Begeleiding
sport
tekenen/knutselen N=25
huiswerk N=14 42,9
Tabel 20: Begeleiding van de activiteiten in de opvang op school op woensdagnamiddag.
Vrij spel Net zoals bij opvang na schooltijd vormen vrij spelen op de speelplaats (97%), vrij tekenen (89,4%), gezelschapsspelletjes spelen (86,9%), lezen (83,8%) en bouwen met blokken (82,8%) populaire bezigheden. Computerspelletjes spelen wordt veel minder gedaan (16,7%).
35
Grafiek 24: Activeiten tijdens de opvang op woensdagnamiddag: details N=198 vrij spelen op de speelplaats vrij tekenen gezelschapspelletjes spelen lezen bouwen met blokken knutselen zelfstandig huiswerk maken fietsen, rijden met de go-cart tv-video-dvd kijken spelen in de zandbak muziek luisteren gebruik maken van de sportinfrastructuur snoezelen-slapen zich verkleden computerspelletjes spelen andere
97,0% 89,4% 86,9% 83,8% 82,8% 70,7% 69,7% 58,6% 56,1% 56,1% 39,4% 33,3% 28,8% 25,8% 16,7% 3,5% 0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Begeleiding en kwalificaties Wie begeleidt de opvang? Het is vooral het ondersteunend personeel verbonden aan de school dat instaat voor de begeleiding op woensdagnamiddag. In telkens bijna 1 school op vier wordt er beroep gedaan op het onderwijzend personeel, of een vrijwilliger of een PWA’er.
Grafiek 25: Begeleiding van de kinderen in de opvang op woensdagnamiddag N=198 ondersteunend personeel verbonden aan de school
47,47%
onderwijzend personeel verbonden aan de school
23,23%
vrijwilliger
22,73%
PWA'er
22,73%
personeel IBO
7,07%
andere
4,04%
gemeentepersoneel
4,04%
onthaalouder
2,02% 0%
5%
10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
36
Op deze vraag kon men echter meerdere antwoorden geven. Grafiek 26 geeft de combinaties van begeleiding weer en geeft dus ook weer welke begeleidersgroepen er alleen voor staan. Hieruit blijkt dat 32,8% van de scholen alleen beroep doet op het ondersteunend personeel. Ook op PWA’ers en vrijwilligers wordt er in 18,2% alleen beroep gedaan.
Grafiek 26: Begeleiding van de kinderen in de opvang op woensdagnamiddag N=198 ondersteunend personeel
32,83%
onderwijzend personeel
13,13%
vrijwilliger
9,09%
PWA'er
9,09%
ondersteunend personeel en vrijwilliger
4,04%
ondersteunend personeel en PWA'er
4,04%
personeel IBO
3,54%
PWA'er en vrijwilliger
3,03%
onderwijzend personeel en vrijwilliger
2,53%
andere
18,69% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
Hoeveel begeleiders beschikken over kwalificaties? In ruim 65% van de scholen die zelf instaan voor de organisatie van de opvang op woensdagnamiddag in de scholen heeft elke begeleider een model 2 uittreksel uit het strafregister. In bijna evenveel scholen (63,9%) heeft iedereen een attest medische geschiktheid. In ruim één school op vijf heeft iedereen een pedagogische kwalificatie en in bijna evenveel scholen hebben alle begeleiders een opleiding EHBO gevolgd.
37
Grafiek 27: Percentage scholen met opvang op woensdagnamiddag waar alle begeleiders beschikken over de vermelde kwalificatie
model 2 uittreksel strafregister
65,9%
attest medische geschiktheid
63,9%
EHBO opleiding
23,8%
pedagogische kwalificatie
22,3%
kwalificatie kinderzorg
20,1%
opleiding levensreddend handelen
10,5%
Andere
3,8%
animator - hoofdanimator
2,2%
bewegingsanimator
0,7% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Wanneer we gaan kijken in hoeveel scholen de begeleiders geen kwalificaties hebben dan blijkt dat in ruim één school op vijf geen enkele begeleider een attest van medische geschiktheid heeft. In 26% van de scholen heeft geen enkele begeleider een model 2 uittreksel uit het strafregister.
Grafiek 28: Percentage scholen met opvang op woensdagnamiddag waar geen enkele begeleider beschikt over de vermelde kwalificatie
attest medische geschiktheid
22,3%
model 2 uittreksel strafregister
26,5%
EHBO opleiding
40,5%
kwalificatie kinderzorg
51,3%
pedagogische kwalificatie
56,0%
opleiding levensreddend handelen
68,5%
animator - hoofdanimator
84,1%
bewegingsanimator
93,6%
Andere
93,8% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90% 100%
Hoeveel kinderen per begeleider?
In bijna 90% van de scholen ligt de ratio van het aantal kinderen per begeleider op woensdagnamiddag hoger dan 1 op 30. Bijna 10% heeft een ratio tussen 1 op 30 en 1 op 50. Een kleine ratio komt het meest voor in grote scholen.
38
<150 lln < dan 1 op 15 Meer dan 1 op 15 t/m 1 op 30 Meer dan 1 op 30 t/m 1 op 50 Meer dan 1 op 50 t/m 1 op 100
151-350 lln
>350 lln
N=185
53,3% 40,0% 6,7% 0,0%
47,5% 46,5% 5,9% 0,0%
43,5% 39,1% 14,5% 1,4%
46,5% 43,2% 9,2% 0,5%
0,0%
0,0%
1,4%
0,5%
Meer dan 1 op 100
Tabel 21: Verdeling van het aantal scholen met opvang op woensdagnamiddag in de school naar klasse van aantal kinderen per begeleider en grootte van de school (aantal leerlingen).
Samenwerking met een of meerdere opvanginitiatieven door de school met opvang in de school en georganiseerd door de school op woensdagnamiddag ? 20,4% van de scholen die opvang op woensdagnamiddag organiseren werken samen met andere opvanginitiatieven. Meestal (83%) gebeurt dit dan met de initiatieven voor buitenschoolse opvang, 14,3% werkt samen met een ZBO.
39
Geen opvang in de school Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal scholen dat geen opvangaanbod heeft in de school maar toch samenwerkt met andere opvanginitiatieven. Indien er in de school geen opvang georganiseerd wordt, werkt de grote meerderheid van de scholen voor
de
opvang
voor
schooltijd
(90,3%),
opvang
na
schooltijd
(89,8%)
en
opvang
op
woensdagnamiddag (74,1%) samen met buitenschoolse opvanginitiatieven (IBO, BOKDV, ZBO). Voor de andere opvangmomenten werken ruim de helft van de scholen waar er geen opvang plaats vindt, samen met de buitenschoolse opvanginitiatieven. Voor de zomervakantie is dit 44%
aantal scholen zonder
aantal scholen die
betreffende opvang
samenwerken
voor schooltijd
144
130
90,3
na schooltijd woensdagnamiddag snipperdagen herfstvakantie kerstvakantie krokusvakantie paasvakantie zomervakantie
157
141
89,8
386
286
74,1
657
353
53,7
696
375
53,9
701
368
52,5
699
392
56,1
688
381
55,4
666
293
44,0
Opvangmoment
%
Tabel 22: Aantal scholen die geen opvangaanbod hebben in de school maar samenwerken met andere opvanginitiatieven.
40
Wat we onthouden In bijna 85% van de scholen is er opvang voor kinderen voorzien. Opvang voor schooltijd wordt in 81,1% van de scholen georganiseerd. Opvang na de schooluren in 79,3% van de scholen. In bijna de helft van de scholen wordt er opvang op woensdagnamiddag voorzien. Opvang op snipperdagen en vakantiedagen wordt telkens in ongeveer 10% van de scholen aangeboden. De school is de grootste organisator wat opvang voor schooltijd, na schooltijd en opvang op woensdagnamiddag betreft. Het lokaal bestuur is wat betreft deze opvangmomenten een tweede speler. Het lokaal bestuur is dan weer de grootste organisator voor de andere opvangmomenten. De verdere bespreking de opvangmomenten waar de school de grootste organisator is en behelst dus de opvang voor schooltijd, na schooltijd en op woensdagnamiddag. De opvang voor schooltijd georganiseerd in de school door de school duur gemiddeld 58 minuten. Ouders betalen een bijdrage in drie op vier scholen. Drie op tien scholen krijgen een tussenkomst van de gemeenten en 7 op 10 scholen dragen zelf bij in de opvangkosten. Ondersteunend en/of onderwijzend personeel verbonden aan de school en/of vrijwilligers en/of PWA’ers staan alleen of samen in voor de begeleiding. In ongeveer 1 school op vier heeft geen enkele begeleider een attest van medische geschiktheid. In evenveel scholen heeft geen enkele begeleider een model 2 uittreksel uit het strafregister. In 7 op de 10 scholen is de ratio aantal kinderen per begeleider groter dan 1 op 30. De gemiddelde opvangduur van de opvang na schooltijd georganiseerd door de school in de school bedraagt 1u53. Ouders betalen in 96% van de scholen een bijdrage. 35% van de scholen krijgen een bijdragen van de gemeenten en 77% van de scholen voorziet zelf in de kosten van de opvang. Het is ook hier dat vooral het ondersteunend en onderwijzend personeel instaat voor de begeleiding. Ook op PWA’ers en vrijwilligers wordt er beroep gedaan. Ook hier heeft in ruim 1 school op vier geen enkele begeleider een attest van medische geschiktheid. Ook in ruim 1 school op vier heeft geen enkele begeleider een uittreksel uit het strafregister. In bijna 80% van de scholen is de ratio van het aantal kinderen per begeleider groter dan 1 op 30. De gemiddelde opvangduur van opvang op woensdagnamiddag in de school georganiseerd door de school is 4u03. Ouders betalen in 93% van de scholen een bijdrage. Bijna 35% van de scholen krijgt een bijdrage van de gemeente en 76% van de scholen draagt zelf bij in de onkosten. Voor de begeleiding wordt er vooral beroep gedaan op het ondersteunend personeel. Naast de leerkracht verbonden aan de school speelt de vrijwilliger een grote rol in de begeleiding van de activiteiten andere dan het vrij spel. Ook hier heeft in ruim 1 school op vier geen enkele begeleider een attest medische geschiktheid of model 2 uit het strafregister. De ratio bedraagt in 90%van de scholen 1op 30 op meer. In scholen waar er geen opvang aangeboden wordt, wordt er vooral samengewerkt met ander opvangvoorzieningen voor de opvang voor schooltijd, na schooltijd en op woensdagnamiddag. Ruim de helft van de scholen waar geen opvang plaats vindt werkt samen voor de opvang tijdens de schoolvakanties en opvang op snipperdagen.
41