BESTUURSOPDRACHT STRATEGISCHE VISIE DUURZAAMHEID WEST-BRABANT
INHOUDSOPGAVE 1. Wat willen we bereiken
2
1.1. Aanleiding 1.2. Doelstellingen, probleemanalyse, opdrachtgeverschap en realiseerbare ambities 1.3. Onderwerpen en projecten 1.4. Betrokken partijen 1.5. Uitgangspunten en randvoorwaarden
2. Hoe pakken we het aan
5
Stap 1 tot en met 5
3. Wat is het resultaat
7
4. Wat mag dat kosten
9
5. Planning
10
6. Wat gaan we communiceren
10
7. Beslispunt
11
1
1. Wat willen we bereiken 1.1. Aanleiding West-Brabant blijkt door zijn ligging tussen de twee wereldhavens Rotterdam en Antwerpen een aantrekkelijk gebied te zijn om allerlei ontwikkelingen in te willen initiëren. In diverse rijksnota’s zoals de Nota Ruimte (VROM) en de nota Pieken in de Delta wordt aandacht geschonken aan die positie van West-Brabant. De kernboodschap is: profiteren van de strategische ligging. Met die nota’s zijn de gemeenten in West-Brabant met voortvarendheid aan de slag gegaan. De inspanningen hebben o.a. geleid tot het besef dat de gemeenten in West-Brabant de regie over de ontwikkelingen in West-Brabant zoveel als mogelijk in eigen hand moeten nemen. Dit besef is uitgemond in de ondertekening door de colleges van burgemeester en wethouders van de 18 WestBrabantse gemeenten en de Zeeuwse gemeente Tholen van het Bestuursconvenant WestBrabant. Dit convenant behelst de intergemeentelijke samenwerking op strategisch niveau in West-Brabant. Als uitvoeringsprogramma van die strategische samenwerking is in juni 2007de strategische agenda 2008-2011 vastgesteld waarin de ambities naar concrete projecten wordt vertaald. In deze strategische agenda is Duurzame Ontwikkeling, met als missie: Het blijft goed toeven in een “Schoner, Zuiniger, BosRijk, WaterRijk en CultuurRijk” West-Brabant!, één van de speerpunten van beleid. 1.2. Doelstellingen, probleemanalyse, opdrachtgeverschap en realiseerbare ambities Doelstellingen Uit de hierboven genoemde missie zijn een aantal doelstellingen geformuleerd die in de periode 2008-2011 gerealiseerd dan wel geëffectueerd dienen te worden. Deze zijn: 1: Nieuw beleid na 1 januari 2008, waardoor een bestemmingsverandering van groen/blauw naar rood/grijs ingezet wordt, moet voor eenzelfde hoeveelheid ruimte elders, door middel van investeringen, een kwaliteitsimpuls ondergaan voor wat betreft haar groen/blauwe kwaliteit. 2: In 2015 zijn de projecten uit de gebiedsplannen Wijde Biesbosch, Brabantse Delta en het Reconstructieplan Baronie gerealiseerd; 3: Vanaf 2015 zijn economische ontwikkelingen en woningbouw geen probleem meer voor de luchtkwaliteit; 4: De 19 gemeenten beschikken in 2011 over een gemeentelijk water- en luchtkwaliteitsplan die de basis vormen voor een West-Brabants water- en luchtkwaliteitsplan in 2015. 5: De 19 gemeenten nemen maatregelen, die per maatregel de betreffende uitstoot van CO2 in 2015 met 10 % heeft laten afnemen; 6: In het Nationaal Park De Biesbosch is de natuur leidend. Economisering van natuur is mogelijk, maar altijd geredeneerd vanuit het natuurbelang. Deze strategische doelen zullen vertaald moeten worden in concrete uitvoeringsmaatregelen en gezamenlijk gedragen beleid. Een aantal van deze doelstellingen kan in bestaande projectteams per onderwerp thematisch en projectmatig en aan de hand van eerder vastgelegde bestuurlijke afspraken en bestaand beleid worden uitgewerkt zonder de directe aansturing van de BRG. Bij deze projecten, bijvoorbeeld de gebiedsplannen, het Nationale Park De Biesbosch, heeft de BRG slechts een voortgangbewakende rol.
2
Bij de andere doelstellingen, zoals nieuw beleid door bestemmingsveranderingen en economische ontwikkelingen vervult de BRG de regisserende rol ter vaststelling van het gezamenlijk gedragen beoogde integrale Strategische Duurzaamheidsvisie van de regio. Probleemanalyse Duurzaamheid is nogal eens een containerbegrip. Veel van de beleidsdoelstellingen zijn door het rijk en provincie ‘uitgezet’ zonder duidelijk vastgestelde randvoorwaarden, terwijl andere actoren nauwelijks beïnvloedbaar zijn. Ook worden er op het gebied van klimaatbeleid kabinetsvoorstellen ontwikkeld die, indien deze uitmonden in wetgeving, van invloed kunnen zijn op de West-Brabantse doelstellingen en aanpassing dan wel bijstelling behoeven. Europese wet- en regelgeving, zoals de Kaderrichtlijn Water, geven weinig speelruimte voor regionaal beleid. Ook zijn bijvoorbeeld de ontwikkelingen van belangrijke assen rond A4, A16, A58 en A59 van enorme invloed op de luchtkwaliteit van het omliggende gebied, zonder dat daar, vanuit de 19 gemeenten, daadwerkelijk op kan worden gestuurd. Nogal wat onderwerpen, zoals duurzaam bouwen, groen voor rood, natura 2000, komen nadrukkelijk voor op andere agenda’s en, in het gunstigste geval, bij de andere bestuursopdrachten aan de orde. Evenwicht tussen economie, ecologie en sociologie/cultuur (telos-driehoek) zal een belangrijk aandachtspunt worden bij de totstandkoming van integraal beleid. Om te voorkomen dat de grote inhoudelijke bestuursopdrachten Structuurvisie West-Brabant, Mobiliteit, Economie en Voorzieningen te zeer sectoraal worden ontwikkeld, dient de bestuuropdracht Duurzaamheid te zorgen voor integraliteit. Genoemde bestuursopdrachten zullen daarom de effecten van hun voorstellen dienen te toetsen aan het thema Duurzaamheid. Deze belangrijke opdracht zal aan alle bestuursopdrachten moeten worden meegegeven en vormt een belangrijke uitdaging voor de BRG om daarop te sturen. Ook zal door de projectgroep nadrukkelijk moeten worden gekeken naar ontwikkelingen die bijvoorbeeld in de RSD (Rijn Schelde Delta) worden nagestreefd. Opdrachtgeverschap Zeker nu een van de uitgangspunten van het bestuursconvenant West-Brabant van 30 januari 2007 is dat de regio wat betreft de strategische agenda de regie over West-Brabant zelf ter hand wenst te nemen, is er voldoende aanleiding om te komen tot een gezamenlijk gedragen Duurzaamheidsbeleid West-Brabant. De bestuurlijke regiegroep (BRG) treedt daarbij op als opdrachtgever en geeft vervolgens aan het portefeuillehoudersoverleg Duurzame Ontwikkeling de opdracht de doelstellingen te bundelen tot enerzijds integraal beleid en anderzijds uit te werken in thematische plannen. Realiseerbare ambities Een aantal doelstellingen inzake duurzaamheid in de Strategische Agenda reikt verder dan de huidige raadperiode 2008 - 2011. Hoewel daarom in de periode tot 2011 niet alle doelstellingen kunnen worden gerealiseerd, is het zaak om voor de andere doelstellingen die tot na 2011 reiken toch alvast aanzetten te formuleren en aan de slag te gaan. Zoals hierboven al is aangegeven is niet alles vanuit de ‘19’ vrij beïnvloedbaar. Het is daarom verstandig ambities neer te zetten die realiseerbaar zijn. Van de onder 1.2 genoemde doelstellingen zijn binnen de planperiode tot 2011 daarom: - 1 (bestemmingsveranderingen) en - 4 (water- en luchtkwaliteitsplannen) naast de hierboven genoemde borging van
3
Integraliteit van beleid, de meest belangrijke en realiseerbare hoofdstukken van de bestuursopdracht binnen de planperiode. De andere doelstellingen 2 ( gebiedsplannen) en 6 (Nationaal Park De Biesbosch) en daarvan afgeleid natuur en landschap en 3 (relatie luchtkwaliteit met economie en woningbouw) en daarvan afgeleid duurzame energie, sluiten aan bij al lopende initiatieven.
1.3. Onderwerpen/projecten Als belangrijke onderleggers voor het bereiken van de doelstellingen zijn onderstaande onderwerpen te duiden: Water Lucht Duurzame Energie (denk aan opzet Energy Valley West-Brabant) Biodiversiteit (denk aan Countdown 2010) Vergunningverlening en handhavingsaspecten (‘nWro-proof’ maken van beleidsplannen) Wabo (omgevingsvergunning) Gebiedsprofielen als verbinding tussen Duurzaamheid, Mobiliteit en Ruimtelijke Ontwikkelingen Door de project- en stuurgroep nog nader te bepalen onderwerpen. Slim, niet dubbel en integraal Op het gebied van water, lucht en omgevingsvergunning worden door het Regiobureau Breda reeds diverse initiatieven ter hand genomen. Ook duurzame energie krijgt, via de kanalen van MARB (Milieu en afval) en de RMD, ook steeds meer gestalte in de regio. De drie genoemde diensten werken steeds meer samen aan regionale thema’s en willen een bijdrage leveren aan de totstandkoming, integraliteit en uitwerking van deze bestuursopdracht. Het is dus zaak regionale initiatieven en lopende projecten te inventariseren, de integraliteit daarvan te bevorderen en onder de paraplu te brengen van de 19 convenantgemeenten. Ook kan bij deze inventarisatie gekeken worden of andere onderwerpen zoals externe veiligheid (is zowel aan de orde bij Ruimtelijke Ontwikkeling, Duurzaamheid en Mobiliteit), bodem en geluid eventueel ingepast zouden kunnen worden bij de 6 doelstellingen. Tenslotte kan ‘het akkoord van Dussen’ input geven aan en parallel lopen met dit proces. Kortom, er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande en reeds lopende initiatieven en projecten. Deze ontwikkelingen kunnen worden ingepast in de werkzaamheden van de werkgroepen. 1.4. Betrokken partijen De deelnemende gemeenten; De provincies Noord Brabant en Zeeland (Tholen) (hierna te noemen: provincie); De waterschappen Brabantse Delta en Rivierenland (hierna te noemen: waterschap); De regionale directies van LNV, VROM, De Brabantse Milieufederatie; De terreinbeheerders: Brabants Landschap, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer; De Zuidelijke Land en Tuinbouworganisatie. Deze partijen spelen al een belangrijke rol in de begeleidingsgroep die ter realisatie van de bestuursopdracht Structuurvisie West-Brabant in het leven zal worden geroepen. Deze groep kan optioneel de stuurgroep Strategische Visie Duurzaamheid West-Brabant ter zijde staan.
4
1.5. Uitgangspunten en randvoorwaarden Bij het realiseren van deze gezamenlijke regionale aanpak zijn de volgende uitgangspunten en randvoorwaarden van belang: Voor de verkenning op West-Brabantse schaal worden recent gepresenteerde nota’s en studies op het gebied van duurzaamheid gebruikt. Daarnaast zijn de drie Rijksnota’s: Pieken in de Delta, Ruimte en Mobiliteit in dat verband van belang evenals de drie gebiedsplannen Wijde Biesbosch, Brabantse Delta en De Baronie, relevante Zeeuwse ( bijvoorbeeld het Provinciaal Omgevingsplan ) c.q. Thoolse nota’s( zoals op het gebied van Recreatie en Toerisme) en ander documenten en vigerende plannen die ook bij de realisatie van de andere bestuursopdracht Structuurvisie West-Brabant worden gebruikt. Economische en recreatieve studies van het SES, geven eveneens input; De Bestuurlijke Regiegroep (BRG) is: - Regisseur, opdrachtgever en eindverantwoordelijk voor het resultaat van de realisatie van de integrale Strategische Visie Duurzaamheid West-Brabant én - Voortgangsbewaker van de realisatie van thematisch en projectmatig ingezette ontwikkelingen. Het portefeuillehoudersoverleg Duurzame Ontwikkeling (voorheen Milieu) van de 19 convenantgemeenten fungeert als stuurgroep en opdrachtnemer en is verantwoordelijk voor het tot stand komen van het product; Het portefeuillehoudersoverleg Duurzame Ontwikkeling vraagt optioneel de begeleidingsgroep ressorterend onder andere onder de bestuursopdracht Structuurvisie West-Brabant waarin zitting hebben een compacte afvaardiging van bestuurders van de betrokken partijen (onder 1.4 genoemd ) waar nodig, als denktank om advies. Een ambtelijke projectgroep, verantwoordelijk voor het ambtelijke resultaat, bestaat uit deskundigen op het gebied van duurzaamheid uit gemeenten en alle andere betrokken partijen en wordt bijgestaan door externe deskundigheid in de vorm van een adviseur ( en diens bureau). Als projectleider zal één der leidinggevenden/deskundigen op het gebied van duurzame ontwikkelingen van de convenantgemeenten worden aangezocht. In de projectgroep hebben tevens de voorzitters van de werkgroepen zitting. Het Programmabureau West-Brabant is verantwoordelijk voor de procescoördinatie, het secretariaat en draagt zorg voor de ondersteuning van het proces. Het programmabureau wijst hiervoor een programmasecretaris aan. Een eventuele extern adviseur laat zich assisteren door diens bureau en draagt zorg voor de inhoudelijke begeleiding van (het) de (deel)proces(sen).
2. Hoe pakken we het aan Voor het opstellen van de Strategische Visie Duurzaamheid West-Brabant wordt in hoofdlijnen de volgende werkwijze gehanteerd. Algemeen Leidend bij het proces is een interactieve werkwijze en periodieke terugkoppeling aan de stuur- en begeleidingsgroep gedurende het realisatieproces. Door ruimte te geven aan creatieve externe inbreng, de voorzitters van de werkgroepen en van de begeleidingsgroep zal dit principe worden gewaarborgd. De onder 1.5 genoemde en recent vast- en opgestelde beleidsstukken zullen uitgangspunt zijn voor en gebruikt worden om de nulsituatie (0-meting) op het gebied van de duurzame ontwikkelingen in West-Brabant vast te leggen.
5
Stap 1: Bestuursopdracht De ontwerp bestuursopdracht is op 13 november, respectievelijk 21 november besproken tijdens het contactambtenaren- en portefeuillehoudersoverleg Duurzame Ontwikkeling. De beide overleggen hebben, met amenderingen, ingestemd met het ontwerp. De voorgestelde wijzigingen zijn verwerkt in de nu voorliggende versie. Daarna wordt deze ter bespreking aangeboden aan de Ambtelijke Regiegroep (ARG) van 3 december om vervolgens ter vaststelling te worden geagendeerd op 12 december bij de Bestuurlijke Regiegroep. Na instemming in de BRG wordt deze door de voorzitter van de BRG ter besluitvorming voorgelegd aan de colleges van burgemeester en wethouders van de convenantgemeenten. Stap 2: Projectorganisatie Er zal een projectorganisatie in het leven worden geroepen, bestaande uit: 1 Stuurgroep (Portefeuillehouders Duurzame Ontwikkeling)*; 2 Projectgroep en 3 Een 4- tal werkgroepen**. * de stuurgroep zal optioneel de Begeleidingsgroep (een compacte afvaardiging van bestuurders van de betrokken partijen) onder andere voor de Structuurvisie West-Brabant om advies vragen. ** het aantal werkgroepen kan aan de hand van gewijzigde inzichten of bestuurlijke wensen nog wijzigen Na het vaststellen van de bestuursopdracht op 12 december 2007 zal deze projectorganisatie dienen te worden bemenst. Tevens zullen dan door de Stuurgroep de opdrachten aan de verschillende groepen worden gedefinieerd. In onderstaand schema is dit gevisualiseerd.
6
Schema Projectorganisatie Strategische Duurzaamheidsvisie West-Brabant
Begeleidingsgroep Structuurvi-
Stuurgroep portefeuillehoudersoverleg Duurzame
Projectgroep projectleider plus ambtelijke deskundigheid WerkNatuur en landschap (incl.
Duurzame energie
Lucht en
Integraliteit van beleid/
* Opmerking: het aantal werkgroepen kan aan de hand van gewijzigde inzichten of bestuurlijke wensen nog wijzigen
3. Wat is het resultaat? Ad 1: Stuurgroep De Stuurgroep wordt gevormd door de portefeuillehouders Duurzame Ontwikkeling (voorheen Milieu) van de 19 convenantgemeenten, welke uit hun midden als voorzitter de heer J.J. Luteijn hebben aangewezen.
7
Opdrachten De Stuurgroep stelt de opdrachten vast voor de projectgroep en projectleider, de werkgroepen en voor de eventueel externe adviseur. De eerste opdracht aan de Projectgroep houdt onder meer in: - het benoemen van de vraagstukken en/of thematieken die tot de Strategische Visie Duurzaamheid gaan behoren, - het inventariseren van regionale initiatieven, - het concreet maken van de doelstellingen, - het bepalen van het schaalniveau, de aard, het karakter en de reikwijdte van het te maken document en - een voorstel te doen over de bemensing van project- en werkgroepen. Ultimo maart 2008 zal de projectgroep de stuurgroep hierover rapporteren. Hieruit zal een concreet actieplan 2008 worden gedestilleerd. Slagkracht De Stuurgroep wijst zijn voorzitter en de beide voorzitters van MARB en RMD aan, vanwege het vergroten van de werkbaarheid en de slagkracht, om het proces op korte afstand te kunnen sturen en begeleiden. Ad 2: Begeleidingsgroep In de Begeleidingsgroep hebben zitting een compacte afvaardiging van bestuurders van de betrokken partijen. De stuurgroep maakt gebruik van de expertise van de bestuurlijke begeleidingsgroep voor onder andere de Structuurvisie West-Brabant die op verzoek van de stuurgroep optioneel optreedt als adviseur (denktank). Ad 3: Projectgroep en procescoördinatie De projectgroep, verantwoordelijk voor het ambtelijk resultaat, bestaat uit deskundigen op het gebied van duurzame ontwikkelingen uit gemeenten, provincie en waterschap en wordt bijgestaan door een extern adviseur. Als projectleider zal één der leidinggevenden/deskundigen op het gebied van duurzame ontwikkelingen van de convenantgemeenten worden aangezocht. In de projectgroep hebben tevens de voorzitters van de werkgroepen zitting. Het Programmabureau West-Brabant is verantwoordelijk voor de procescoördinatie en het secretariaat, wijst hiervoor een programmasecretaris aan en draagt zorg voor de ondersteuning van het gehele proces. Stap 3: Bemensing Voor de bemensing van de werkgroepen en de projectgroep zal ultimo maart 2008 door de projectgroep via de Ambtelijke Regiegroep (ARG) een beroep worden gedaan op de inzet en het beschikbaar stellen van de in de convenantgemeenten en de betrokken partijen beschikbare deskundigheid. Er wordt naar gestreefd zoveel mogelijk de afvaardiging in werkgroepen te laten geschieden namens clusters van gemeenten. Stap 4: Werkwijze In de werkgroepen worden de inhoudelijke discussies gevoerd over de onderwerpen (zie eerste opdracht aan de projectgroep onder Ad 1). Het aantal werkgroepen staat nog niet vast en is onder andere afhankelijk van de inventarisatie van bestaande regionale initiatieven. Op nog vast te stellen momenten in het proces zullen de werkgroepen, onder verantwoordelijkheid van de Projectgroep aan Stuurgroep de tot dan toe bereikte resultaten terugkoppelen. Op die manier wordt aandacht gegeven aan het optimaliseren van het gewenste draagvlak; immers het moet
8
een product worden waarin iedere betrokkene zich in moet kunnen herkennen en trots op willen zijn. De voortgang van de resultaten van de werkgroepen worden tussentijds via hun voorzitters aan de projectgroep aangeboden. De werkgroepen en hun voorzitters zijn zelf verantwoordelijk voor een goede voorbereiding, inhoud en presentatie van de resultaten van het hun toegewezen werkgroep (zie ook resultaat onder 4). De projectleider, eventueel bijgestaan door de externe adviseur en diens bureau, bewaakt de kwaliteit en de integratieslag van de thema’s en de communicatie met de Stuur- en Projectgroep. Stap 5: Besluitvorming Nadat de BRG de bestuursopdracht in ontwerp heeft vastgesteld, wordt het ontwerp aan colleges van de deelnemende gemeenten ter besluitvorming voorgelegd. De gemeenten zal daarbij worden verzocht in te stemmen met de Strategische Visie Duurzaamheid. Eindresultaat De Stuurgroep stelt het eindresultaat vast en biedt dit aan de Bestuurlijke Regiegroep (BRG) aan.
4. Wat mag het kosten? 4.1 Personeel Het opstellen van de Strategische Visie Duurzaamheid West-Brabant vindt plaats onder ambtelijke verantwoordelijkheid van de hierboven genoemde projectgroep. Het Programmabureau West-Brabant is in procescoördinerende, secretariële, ondersteunende en faciliterende zin bij het project betrokken. De kosten van ambtelijke deskundigheid en inbreng worden rechtstreeks gedragen door de gemeenten en alle andere betrokken partijen. 4.2 Financiën Ambtelijke kosten Een groot gedeelte van de kosten bestaat uit de inzet van (ambtelijke) deskundigheid in de verschillende fases van het proces. Een van de éérste opdrachten van de projectgroep zal zijn inzicht te verschaffen in deze benodigde inzet van deskundigheid, zowel de omvang daarvan als ook het gewenste niveau. Aan de hand daarvan zal de ARG vervolgens deze inzet, te vinden binnen de eigen organisaties, ter beschikking dienen te stellen (zie ook onder 3, opdrachten projectgroep). Daarnaast zullen de begeleidingskosten van het Programmabureau, welke ook door de convenantgemeenten moeten worden gedragen substantieel zijn. Verwacht wordt dat in het voorliggende jaar 2008 het aantal benodigde (proces-, ondersteunings- en begeleidings)uren van programmabureau voor het programma duurzaamheid 700 uren zal bedragen (programmasecretaris 250 en ondersteuning/secretariaat 450). Hiervoor is slecht ten dele dekking aanwezig. Out of pocket kosten De out of pocket kosten voor het project van: de extern adviseur en diens bureau; de locatie, de catering en accommodatie van de werkgroepen; de drukwerk- en publicatiekosten en de presentatie van het eindresultaat worden geraamd op maximaal € 50.000,-- en worden door de convenantgemeenten bekostigd.
9
De kosten van eventuele overige externe adviezen opgedragen door gemeenten en betrokken partijen zélf, blijven voor rekening van die opdrachtgevers. 4.3 Risico’s Dit interactieve proces dat deze integrale visie op de toekomst van West-Brabant vorm doet geven biedt veel ruimte om met de diverse partners en belanghebbenden te komen tot een integratieslag wat betreft het tot stand brengen van één van de meest belangrijke programma’s van de Strategische Agenda. Dit biedt kansen maar ook bedreigingen indien het beoogde draagvlak tijdens het proces zou verminderen en de communicatie niet goed wordt georganiseerd.
5. Planning Stappen
Periode
1
13 november 2007
2
21 november 2007
3 4
3 december 2007 12 december 2007 december 2007 - januari 2008
Proces Behandeling ontwerp bestuursopdracht in contactambtenarenoverleg Duurzame ontwikkelingen Behandeling ontwerp bestuursopdracht in portefeuillehoudersoverleg Duurzame ontwikkelingen Behandeling ontwerp bestuursopdracht in ARG Vaststelling ontwerp bestuursopdracht in BRG Gemeentelijke besluitvorming in colleges
5
januari - februari 2008
Instelling projectorganisatie
6
februari - maart 2008
7
februari - september 2008
8
oktober 2008
Afronding werkzaamheden projectorganisatie
9
november 2008
Behandeling Strategische Duurzaamheidsvisie WestBrabant door ARG Vaststelling Strategische Duurzaamheidsvisie WestBrabant door BRG
10
december 2008
Gemeentelijke besluitvorming in colleges en raden
11
2009 - 2011
Realisatie doelstellingen en projecten Strategische Duurzaamheidsvisie en het maken van aanzetten tot realisatie van doelstellingen die buiten de planperiode vallen.
Eerste terugkoppeling projectgroep aan stuurgroep over inventarisatie regionale initiatieven, het aantal werkgroepen en de bemensing daarvan Projectgroep en werkgroep gaan aan de slag en er vindt periodiek terugkoppeling aan de stuurgroep en begeleidingsgroep. Voortgang wordt geagendeerd in contactambtenaren- en portefeuillehoudersoverleggen, ARG en BRG
Na de planperiode 2011 vindt evaluatie van het bereikte resultaat plaats en wordt de voortgang van de andere doelstellingen ter hand genomen.
6. Wat gaan we communiceren De Strategische visie West-Brabant is voor alle convenantgemeenten en alle andere betrokken overheden en instanties in onze regio van belang. Dat betekent dat het voornemen daartoe en de resultaten ervan gecommuniceerd moeten worden met alle betrokkenen en, in ieder geval, met de colleges,
10
de griffiers en het platform gemeenteraden West-Brabant. Tijdens de totstandkoming van de visie worden, naast betrokkenen in de projectorganisatie, ook periodiek de onderscheiden portefeuillehouders- en contactambtenarenoverleggen (zowel regionaal als subregionaal), het maatschappelijk middenveld en externe deskundigen, geïnformeerd over de voortgang van het traject. Het voorstel is dat, naast het onder 2 genoemde procedure- en communicatietraject, te doen via de reguliere kanalen zoals het regiobulletin en de website www.west-brabant.eu. De afdelingen communicatie van de convenantgemeenten kunnen daarbij worden ingeschakeld. Het eindresultaat kan in december 2008 krachtig en voluit worden gepresenteerd in een voor alle betrokken partijen openstaande bijeenkomst.
7. Beslispunt Voorgesteld wordt in te stemmen met het opstellen van een concept Strategische Duurzaamheidsvisie West-Brabant aan de hand van de uitgangspunten genoemd in deze Bestuursopdracht.
11