LOKAAL BESTUUR
Jaargang 31 nummer 10
oktober 2007
Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
X&X Yvonne & Chrit Waterschapsverkiezingen PvdA moet zich gaan warmlopen
Bewegen in de buurten Het Groningse Sportmodel
Waar blijft het Antilliaans huis? Interview met John Leerdam
Vier jonge raadsleden Een nieuwe serie dagboeken
Moeders in de gevangenis Jan-Jaap over Jan Pronk
Foto Michael Jacobs/WFA
clmn HET PROBLEEM PARTIJVOORZITTER Jan-Jaap van den Berg secretaris CLB
Wanneer u deze column leest, hebben we Jan Pronk gekroond tot nieuwe partijvoorzitter. Een ander scenario is op dit moment, half september, nauwelijks voorstelbaar. Velen zien het partijvoorzitterschap als een hondenbaan, maar toch hadden zich liefst zeven gegadigden gemeld. Bij Jan Pronk staken de zes anderen echter uiterst bleekjes af. Dat is natuurlijk geen schande. Ook in onze Kamerfractie kan immers niemand tippen aan het gezag van Pronk, ja zelfs onze bewindslieden – inclusief onze partijleider – hebben niet Pronks statuur. Waaruit zou kunnen volgen dat we met Pronk niet alleen een nieuwe partijvoorzitter, maar tevens een nieuwe partijleider gekozen hebben. Dat is echter niet het geval, althans: formeel niet. In de praktijk is dat allemaal een stuk onduidelijker. Want iedereen begrijpt, Jan Pronk kennende, dat hij zich meer zal thuisvoelen bij de grote Haagse en zelfs internationale politieke thema’s dan bij organisatorische breinkrakers als de verhouding tussen partij en neveninstellingen. Ook weet iedereen dat Pronk zich van interne scheidslijnen weinig zal aantrekken en onbekommerd zal zeggen wat hij meent dat gezegd moet worden. Hem dan toch kiezen, betekent dus dat de leden vinden dat de huidige partijleiding de PvdA op dit moment kennelijk onvoldoende smoel geven. Oftewel: Pronk doet niets meer dan het gat opvullen dat Bos en Tichelaar hebben laten vallen. Er gaan problemen ontstaan, zoveel is zeker. Dat ligt echter niet alleen aan de persoon Pronk. Dat vloeit ook voort uit de gevolgde procedure: uit het feit dat we onze partijvoorzitter rechtstreeks kiezen. Natuurlijk, de profielschets verkondigde
heel stellig dat in het nieuwe partijbestuur collegiaal gewerkt dient te worden en dat de voorzitter zijn rol vooral moet opvatten als eerste onder zijns gelijken. In de praktijk zal deze tekst een dode letter blijken. Want als het er echt om gaat spannen, zal elke voorzitter toch terugvallen op zijn directe mandaat: ‘de leden hebben mij gekozen’. Zeker in een situatie waarin de PvdA al twee andere kapiteins aan het roer heeft staan, is dit vragen om moeilijkheden. Het zou daarom goed zijn als we dat direct kiezen van de partijvoorzitter maar weer afschaffen. De procedure is ook niet doordacht. Wie slechts vijftig handtekeningen van partijgenoten verzamelt, kan zich kandideren, zonder dat de partijleiding daar vervolgens nog iets tegen kan doen. Dat leidde er dit keer toe dat ook twee moeilijk serieus te nemen partijgenoten zich kandideerden, waarvan de een als voornaamste wapenfeit naar voren bracht dat hij Prins Carnaval was geweest, en de ander zich op zijn eigen website als een soort kandidaat-premier liet fotograferen voor het Torentje. Achteraf mogen we blij zijn dat de pers vooral inzoomde op Jan Pronk, en niet meer aandacht besteedde aan deze kandidaten – hun presentatie op tv bij Nova was al ontluisterend genoeg. Anderszijds was het weer niet zo netjes van de kandidaatstellingscommissie om beide kandidaten publiekelijk (op de partijwebsite) als ongeschikt te bestempelen. Dat bepalen de 60.000 partijleden immers zelf wel. En bovendien: met zo’n procedure weet je van tevoren dat ook gelukszoekers zich zullen kandideren, dus dan achteraf niet zeuren.
clfn LOKAAL BESTUUR
omslagfoto De PvdA moet ook kleur bekennen bij de waterschaps verkiezingen.
Jaargang 31 nummer 10
oktober 2007
Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
X&X Yvonne & Chrit Waterschapsverkiezingen PvdA moet zich gaan warmlopen
Bewegen in de buurten Het Groningse Sportmodel
Waar blijft het Antilliaans huis? Interview met John Leerdam
Vier jonge raadsleden Een nieuwe serie dagboeken
Moeders in de gevangenis Jan-Jaap over Jan Pronk
Foto David Rozing/HH
LOKAAL BESTUUR Maandblad over gemeente- en provinciepolitiek van de PvdA. Verschijnt tien keer per jaar. Lokaal Bestuur is een voortzetting van De Gemeente, opgericht in 1907 door F.M. Wibaut en P.L. Tak. UITGAVE Centrum voor Lokaal Bestuur van de Wiardi Beckman Stichting, Postbus 1310, 1000 BH-Amsterdam. ISSN: 0167-0980
Waterschapsverkiezingen
De PvdA moet kiezen: meedoen of niet?
4 6
Onderzoeker ziet geen toekomst meer voor kleine gemeenten
Herindeling Randstad
Sporten in de buurt
De successen van de Groningse aanpak
8
31e jaargang no. 10 Overname van artikelen, delen daaruit of illustraties alleen na voorafgaande toestemming. REDACTIE Hans Alberse (voorzitter), Jan-Jaap van den Berg, Yasemin Cegerek, Pierre Heijnen, Iris Meerts, Nico Portegijs, Kim Putters, Huri Sahin, Richard Scalzo, Nicole Teeuwen, Lobke Zandstra. De redactie werkt op basis van een redactiestatuut. EINDREDACTIE Jan de Roos SECRETARIAAT Jessica Schipper Postbus 1310, 1000 BH Amsterdam. Telefoon: 020-5512260. E-mail:
[email protected] BASISLAY-OUT Stan Wagter, csar, Amsterdam
12
PRODUCTIE EN DRUK Thieme Media Center, Rotterdam ABONNEMENTEN Gratis voor leden van het Centrum voor Lokaal Bestuur. Voor niet-leden € 20,- per jaargang. Losse nummers (€ 3,50 inclusief verzendkosten) zijn te bestellen bij de PvdA, telefoon 020 5512155. ADVERTENTIES Tarieven en opgave: Recent (Joop Slor), Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam, tel. 020 3308998 INTERNET Lokaal Bestuur is ook te raadplegen op Internet: http://www.lokaalbestuur.nl KOPIJ Reacties en bijdragen naar:
[email protected]
gemeenten
gevangenis
Moeders in de cel
PvdA Rotterdam bekommert zich om gevangen vrouwen en hun kinderen
14
VORMGEVING Jos B. Koene, Amsterdam MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER Jan-Jaap van den Berg (column), Marianne Besselink (De Geachte Afgevaardigde), Jan Chris de Boer, Mathilde de Jong (dagboek), Ralf Krewinkel, Jos Kuijs (Lokale kwesties), Ton Langenhuyzen (2e Kamer), Helbertijn Luijt (dagboek), Hanneke van Maanen (De Estafette), Mohammed Mohandis (dagboek) Rob de Rooij (EUlokaal), Jessica Schipper (Persoonlijk), Dick Tiemens, Barbara Ulfman, Stijn Verbruggen (dagboek), Kirsten Verdel, Lyda Westerink, Lobke Zandstra (Onderweg)
John Leerdam over Bijzondere de toekomst van de Een mama in de Nederlandse Antillen
16
Hoe Kerkrade werkt aan wijkloketten en wijkteams
WMO sociaal
Jonge raadsleden
Nieuwe dagboeken uit Brummen, Gouda, Goes en Nijmegen
20 JAN-JAAP Het probleem partijvoorzitter
2 2
KAMER Zomerse initiatieven
DE
10 AFGEVAARDIGDE Marianne Besselink 10 eu-lokaal Lobbyen in Europa 11 De estafette De macht van het getal 11 initiatief van de maand Wijkadoptie in Lelystad 16 X&X Yvonne en Chrit 21 Lokale historie Grepen uit ‘De Gemeente’ 22 onderweg Bouwvakkers 23 Achterkant Schiermonnikoog en Leeuwarden 24
Els Rutting
Foto’s Joost Grol
‘Hoe is het mogelijk dat de PvdA de waterschappen heeft willen opheffen?’
DE WATERSCHAP KOMEN ERAAN! Over een jaar, in november 2008, vinden de verkiezingen voor het waterschap plaats. Als gevolg van de nieuwe waterschapswet gebeurt dit via een nieuw kiessysteem. In plaats van een personenstelsel komt er een lijstenstelsel. Bovendien worden op gewaarborgde plaatsen vertegenwoordigers van belangenorganisaties benoemd. De PvdA staat nu voor de keuze om wel of niet een lijst op te stellen. Waterschapsbestuurder Els Rutting vindt dat de partij niet aan de kant moeten blijven staan.
BARBARA ULFMAN freelance journaliste
Els Rutting (46) kent zowel de PvdA als de waterschapswereld van binnenuit. Zij is dagelijks bestuurder van het waterschap Rijn en IJssel. Voor de PvdA was ze acht jaar raadslid in de gemeente Gendringen en elf jaar Statenlid in Gelderland. In de periode dat ze nog in de gemeenteraad zat, werden de bestuurders bij het waterschap gekozen door de raadsleden. Er waren toen nog geen rechtstreekse verkiezingen voor de ingezetenen. ‘Dat was mijn eerste kennismaking met het waterschap’ vertelt ze. ‘In die periode heb ik mij verdiept in de taken van de organisatie. Ik was onder de indruk van de praktische en op uitvoering gerichte taak en werkwijze. Geen ellenlange vergaderingen, maar aan het werk. Het feit dat het waterschap een functionele democratie is, die zich uitsluitend bezighoudt met water en daaraan gerelateerde taken, sprak mij enorm aan.’ Het positieve beeld dat Els zich als raadslid vormde bleek overeen te komen met de realiteit: ‘Veel van het beleid dat provinciaal, landelijk en Europees vastgesteld wordt, voeren wij in samenwerking met burgers, gemeenten en organisaties, uit. Overleg, maatwerk, oog en oor hebben voor uiteenlopende belangen maakt ons een gedreven, actieve en op de toekomst gerichte organisatie, die staat voor haar taken in het waterbeheer.’
het nieuwe kiessysteem neemt zij een afwachtende houding aan. ‘Het systeem van kiezen was in het verleden erg ingewikkeld, maar niet ondoenlijk. Het vereenvoudigen ervan is wat mij betreft dan ook wenselijk. Maar of dit nieuwe systeem met geborgde zetels en kieslijsten er nu zoveel duidelijker op wordt? Dat betwijfel ik zeer. Het zal voor de kiezers een meer bekende manier van kiezen zijn, waardoor mogelijk de opkomst verhoogd wordt. Dat komt het democratische gehalte ten goede. Meer expliciet komt ook voor het voetlicht wie nu precies waar voor staat als het gaat om het invullen van beleid en uitvoering. Je brengt het waterschap meer herkenbaar onder de mensen, die in hun directe woon- of leefomgeving onmiddellijk met het werk van het waterschap geconfronteerd worden. Het waterschap is momenteel de gebieds(her)inrichter. De burger wordt gevraagd daar een mening over te hebben.’ Voor wat betreft de verhouding geborgen zetels / gekozenen merkt Rutting op: ‘De verhouding ligt bij ons Waterschap Rijn en IJssel in elk geval wel goed: 22 zetels gaan naar de categorie ingezetenen, de lijsten, waarvoor gekozen wordt. De geborgde 8 zetels zijn een goede afspiegeling van de belangen die categorieën bij (de financiering van) het werk van het waterschap hebben, resp. landbouw, bedrijven en natuur.’
Ingewikkeld Rutting vindt dat de waterschappen goed functioneren. Tegenover
Onkunde In het verkiezingsprogramma van de PvdA wordt gepleit voor
afschaffing van de waterschappen. De PvdA is van mening dat de provincie het aangewezen orgaan is om de taken over te nemen. Els Rutting is het daar absoluut niet mee eens: ‘Toen de eerste berichten door kwamen dat de PvdA landelijk ging staan voor de afschaffing van de waterschappen vielen mijn schoenen uit. Zoveel onkunde (over de haalbaarheid van het idee) en zo weinig communicatie met de waterschapswereld deed mij vermoeden dat de PvdA ‘even’ de weg kwijt was. Jarenlang hebben heel veel PvdA-mensen binnen de waterschapswereld gewerkt aan veiligheid, milieu, rechtvaardige verdeling van kosten. Zo gaven zij invulling aan provinciaal, landelijk en Europees beleid vanuit het gedachtegoed van de sociaal-democratie. Ik heb de move van de partijprogramma-schrijvers ervaren als een misachting. Een uit de lucht vallend item dat mogelijk electoraal goed zou kunnen scoren in de ogen van de opstellers van het verkiezingsprogramma. Daarbij is geen rekening gehouden met de gevolgen ervan voor het functioneren van de (PvdA) waterschapsbestuurders. De verwachting is dat politieke partijen deel gaan nemen aan de verkiezingen. Voor de PvdA houdt dit in dat we heel veel uit te leggen hebben. De landelijke stellingname versterkt onze positie niet. Ik vertrouw erop dat burgers, organisaties en gemeenten die met ons samengewerkt hebben, weten waar wij als PvdAwaterschapbestuurders voor heb-
PSVERKIEZINGEN
nws
ben gestaan. Ook in de toekomst is onze inbreng belangrijk, naast die van andere partijen. Of dit tot uitdrukking moet komen in het opzetten van een PvdA-lijst weet ik niet. Op z’n minst zijn we ‘besmet’ en zullen anderen zich afvragen of samenwerking met ons wel de juiste is. Mijn hoop is erop gericht dat men ons kent als gedreven waterschapbestuurders die willen gaan staan voor de uitvoering van taken die het waterschap heeft.’ Verdiepen Els Rutting heeft duidelijke ideeën over inhoudelijke koers die de PvdA moet varen: ‘Voorop staat dat de PvdA zich meer zal moeten gaan verdiepen in de taken die het waterschap heeft en op welke wijze die verbonden kunnen worden met het provinciale, landelijke en Europese beleid. De partij moet zich bewust zijn van de functionaliteit van de waterschappen als het gaat om daadwerkelijke uitvoering van milieumaatregelen, de veiligheid in relatie tot het water en niet te vergeten de economische gevolgen voor de landbouwsector als het gaat om uitvoering van overheidsbeleid.’ ‘Als PvdA-waterschapbestuurders staan wij voor onze primaire taak het water buiten de dijken te houden, te zorgen dat de kwaliteit en de kwantiteit op orde blijft, dat vaarwegen daar waar mogelijk verkeer over de weg kunnen ontlasten.’ Els legt sterk de nadruk op goede communicatie: ‘Waterschapbe-
stuurders van PvdA-huize willen graag uitleg geven in het veld hoe het zit met het waterbeheer. Vertellen waarom het in goede handen is bij de waterschappen als functionele democratie en ver weg moet blijven van de algemene democratie.’ De PvdA zou volgens haar meer moeten praten met waterschapbestuurders. ‘Desnoods een afspraak maken met prins Willem Alexander en hem eens naar zijn mening te vragen. Wedden dat hij kan vertellen waarom waterschappen in ons politieke bestel hun plek verdiend hebben en moeten houden?’ Binnen de waterschapswereld is het volgens Rutting belangrijk om gelijkgestemde partners te vinden: ‘Het gaat er niet direct om, elkaars vliegen af te vangen. Het doel is te komen tot uitvoering van beleid waar alle ingelanden (burgers) baat bij hebben.’ Gewoon hard werken ‘Hoe is het mogelijk dat de PvdA het waterschap heeft willen opheffen?’ vraagt Rutting zich af. ‘De opkomst bij verkiezingen voor het waterschap is laag maar dat wil nog niet zeggen dat het kind met het badwater weggegooid moet worden. Onbekend maakt onbemind en de waterschappen zijn van nature niet geneigd om op de trommel te slaan en te zeggen hoe goed ze wel niet zijn. Wij werken gewoon hard aan de taken in het waterbeheer die ons door de provincie, het land en Europa worden opgedragen. Daar is niets mis
mee. Dat doen we in samenwerking met heel veel partijen met veel inzet en passie. Niet afgeleid door de waan van de dag, noch door zware afwegingen tussen belangrijke beleidsvelden. Het waterschap is een functionele democratie die ervoor gezorgd heeft dat burgers in dit land zich geen zorgen hoeven te maken over het waterbeheer. Het is in goede handen bij de waterschappen, geloof mij!’
Bezoek onze website! Het laatste nieuws over alle activiteiten van het Centrum voor Lokaal Bestuur vindt u op onze website
www.lokaalbestuur.nl Onze site geeft u informatie over: Bijeenkomsten van het CLB, Adviezen, Publicaties, Dualisme, de organisatie van het CLB, artikelen uit Lokaal Bestuur en ProefLokaal. Ook zijn er links naar andere websites die voor u als lokale of provinciale bestuurder interessant zijn.
Automatisch betalen Als u nog per acceptgiro betaalt, maar het CLB wilt machtigen middels een automatische incasso, stuur ons dan een e-mail (
[email protected]) of bel ons even: 020-5512260. Wij sturen u dan een machtigingsformulier toe.
‘Eén Randstad provincie, zoals Kok wil, is niet realistisch’
Foto Bert Beelen
Frits Bloemberg
‘HERINDELINGSRO NODIG IN RANDS De PvdA moet zich inzetten voor een nieuwe gemeentelijke herindelingsronde in de Randstad. En ze moet zich sterk maken voor de instelling van een verkeeren vervoersautoriteit in die regio. Dat schrijft de Nijmeegse bestuurskundestudent Frits Bloemberg in zijn onderzoeks rapport De Randstad vooruit!? Onderzoek naar de bestuurlijke toekomst van de Randstad.
JAN DE ROOS EINDREDACTEUR LOKAAL BESTUUR
Zoals het nu gaat, kan het niet verder, meent onderzoeker Frits Bloemberg. In de Randstad is sprake van een verlammende bestuurscultuur. Overheden en bedrijfsleven houden elkaar in een wurggreep. Bij omstreden of grote projecten slagen gemeenten en provincies er niet in het eens te worden. Hierdoor ontstaat een verstikkend klimaat, dat schadelijk is voor de economische positie van de Randstad. Bloemberg komt tot deze wrange constateringen op grond van gesprekken met een groot aantal betrokkenen uit de politiek en het bedrijfsleven. Hij deed zijn onderzoek in opdracht van de PvdA-Tweede Kamerfractie. Het bedrijfsleven spreekt steeds negatiever over de overheid, doordat de problemen in de Randstad steeds groter worden. De overheid laat keer op keer zien dat zij zelf te kort schiet als het gaat om de uitvoering, aldus Bloemberg. Er bestaat veel onderling wantrouwen. En dit terwijl men elkaar juist nodig heeft om de Randstad economisch weer terug te brengen in de top. De overheid zal er aan moeten werken om een andere bestuurscultuur te ontwikkelen, ‘die meer gericht is op doorzetten en het tonen van daadkracht’, aldus Bloemberg. In de Randstad (Zuid-Holland,
Noord-Holland, Utrecht en Flevoland) wonen 6,8 miljoen mensen. Het gebied is in economisch opzicht van groot belang voor Nederland, bijna de helft van het nationaal inkomen wordt er verdiend. De concurrentiepositie van de Randstad is de afgelopen jaren achteruit gegaan. Internationaal gezien legt het gebied het af tegen andere Europese regio’s. Dat komt mede door de grote verkeersproblemen. De overheid in de Randstad opereert niet slagvaardig en er is sprake van grote bestuurlijke drukte. Er wordt al heel lang gepraat over een betere bestuurlijke vormgeving van de Randstad. Onlangs nog pleitte de commissie-Kok voor de vorming van één Randstadprovincie. Het CDA, coalitiepartner van de PvdA in het nieuwe kabinet, wees dat idee direct van de hand. Ook de andere coalitiepartner, de ChristenUnie, staat negatief ten opzichte van bestuurlijke veranderingen, terwijl de PvdA zelf voorzichtig laat blijken dat er iets moet gebeuren in de Randstad. De SP zet in op regiovorming en de VVD spreekt alleen in algemene termen over bestuurlijke hervormingen. Dit maakt duidelijk dat er op politiek niveau nog geen overeenstemming is over de te varen koers. De provincies willen een bestuur-
lijke discussie niet voeren, maar vooral inzetten op aanpak van de inhoudelijke problemen. Dit komt overeen met de visie van het kabinet. Sterke overheid Uit de interviews die Bloemberg hield, komt naar voren dat er behoefte is aan een sterke overheid. Veel ondervraagden noemen bestuurlijke hervormingen als dé oplossing. Dit zou ervoor zorgen dat er meer verwevenheid ontstaat en overheden minder stroperig functioneren. Voor de verschillende bestuurlijke hervormingsscenario’s bestaat politiek-bestuurlijk weinig draagvlak. Wil er vooruitgang geboekt worden in de Randstad, dan moet dit gebeuren met kleine stappen. Het kabinet komt met een Urgentieprogramma waarmee wordt getracht de inhoudelijke problemen versneld op te lossen. Dit is een eerste aanzet en volgens veel geïnterviewden zou een verkeer- en vervoersautoriteit een flinke stap voorwaarts zijn, mits het Rijk zich hier achter schaart en de provincies afstand doen van hun bevoegdheden en middelen op dit terrein. De provincie Zuid-Holland werpt zich op als initiatiefnemer voor een dergelijke autoriteit.
Foto Paul van Riel/HH
Een verkeer- en vervoersautoriteit moet de mobiliteitsproblemen krachtig aanpakken.
ONDE STAD’ Aanbevelingen Bloembergs onderzoek geeft vier aanbevelingen voor de toekomst: • Er moet gewerkt worden aan een cultuuromslag die bestuurders meer oog voor de regio geeft. • Het is wenselijk dat er een opschaling van gemeenten in de Randstad plaatsvindt. • De Randstad heeft baat bij de oprichting van een verkeer- en vervoersautoriteit. • Een sterkere rijksbemoeienis en aandacht van de politieke partijen is heilzaam voor de Randstad en kan zorgen voor meer draagvlak voor een betere bestuurlijke structuur. Geen samenhangende visie Wat de PvdA betreft, die moet volgens de onderzoeker allereerst bepalen wat ze nu eigenlijk wil met het Randstadbestuur. ‘De PvdA heeft momenteel geen samenhangende visie op dit vlak.’ Er hoeft echter niet een visionair einddoel te worden geformuleerd, meent Bloemberg. Beter is een stap-voor-stap benadering. Nu de PvdA in het kabinet Balkende IV coalitiepartner is, ligt een aantal zaken vast in het regeerakkoord. In het PvdA-verkiezingsprogramma wordt gesproken over regionaal maatwerk en geen bestuurlijke blauwdruk.
Het instellen van één Randstadprovincie, zoals door de commissie-Kok is voorgesteld, is volgens Bloemberg ‘geen realistische inzet.’ ‘Het politiek-bestuurlijk draagvlak hiervoor is onvoldoende en in de Randstad is (volgens peilingen) een minderheid van de bevolking hier voorstander van.’ Gemeentelijke herindeling In het regeerakkoord staat dat gemeentelijke herindeling plaats vindt ‘indien daarvoor voldoende lokaal draagvlak bestaat. De verantwoordelijkheid voor de toetsing daarvan berust bij het provinciebestuur; de wetgever toetst de voorstellen in principe uitsluitend op het gevolgde proces.’ Dit opent volgens de onderzoeker mogelijkheden voor de PvdA om een herindelingsronde in de Randstad te bepleiten. De partij zou hierover de discussie kunnen openen en samen met de raadsfracties de mogelijkheden kunnen onderzoeken. Ook zal gewerkt moeten worden aan het vinden van lokaal en provinciaal draagvlak voor hervormingen. Op termijn zal herindeling noodzakelijk zijn wil een gemeente voldoende bestuurskracht behouden. Voor een aantal politieke partijen ligt dit onderwerp gevoelig, maar gemeenten kleiner dan 20.000 inwoners zullen uiteindelijk
niet in staat zijn om hun hoofd boven water te houden, aldus het onderzoeksrapport. ‘Vroeg of laat is een herindeling onontkoombaar, gelet ook op de opvattingen van het kabinet en VNG op dit punt.’ Door herindeling wordt volgens Bloemberg ook de bestuurlijke drukte verminderd. ‘De PvdA kan de komende twee jaar gebruiken voor het verwerven van steun en draagvlak voor gemeentelijke herindelingsplannen. Dit zal moeten gebeuren in samenwerking met de provincies en raadsfracties. Vooral met de laatste moet de dialoog worden aangegaan om het bewustzijn te ontwikkelen dat opschaling op den duur onvermijdelijk is’. Verkeers- en vervoerautoriteit Een in te stellen verkeer- en vervoersautoriteit kan bijdragen aan een krachtig regionaal bestuur. Een idee waarvoor in PvdA-kring duidelijke steun bestaat. Van de provincies heeft alleen ZuidHolland zich tot nu toe openlijk uitgesproken voor zo’n verkeeren vervoersautoriteit. Deze zou kunnen worden ingericht naar het voorbeeld van Frankfurt. De landelijke overheid heeft het primaat als het gaat om het nemen van beslissingen over
rijkswegen, de autoriteit beheert het lokale en provinciale wegennet. Het instellen van een apart verkeer- en vervoersorgaan heeft alleen kans van slagen wanneer dit ook daadwerkelijk beslissingen kan en mag nemen. Hiervoor dient het de beschikking te hebben over bevoegdheden, financiën en steun van de lokale, provinciale en landelijke politiek. Het orgaan kan alleen maar rekenen op bevoegdheden en middelen als andere partijen hier afstand van doen. Provincies en gemeenten zullen dus (voor een groot deel) hun bevoegdheden en bijbehorende middelen moeten overdragen aan de verkeer- en vervoersautoriteit. ‘Als dat niet gebeurt, ontstaat er een krachteloos orgaan dat vastloopt in de politiek-bestuurlijke wirwar.’
‘Sporten is een prima middel om de sociale samenhang te versterken’
GRONINGEN ZIET ALS HAARLEMME Foto Henk Oosterhuis
Ineke Mulder
Obesitas was nog geen begrip waar nationaal gezien politiek gewicht aan werd gegeven toen de provincie Groningen besloot haar sportbeleid om te gooien. ‘Meer bewegen en gezonder leven’ werd het motto waaruit later het Groninger Sport Model ontstond. En dat model is nog steeds in ontwikkeling. Directeur Tjaart Kloosterboer van het Huis voor de Sport is er van overtuigd dat sport een belangrijke bijdrage kan leveren aan bijvoorbeeld de sociale cohesie in een buurt of dorp en een grote rol kan spelen op het gebied van integratie, hoewel er nog veel moet gebeuren. ‘Maar als je sport als doel in je hart hebt, komt sport als middel vanzelf.’
JAN CHRIS DE BOER freelance journalist
Eind jaren negentig kwam de provincie Groningen tot de conclusie dat ze haar sportbeleid op een andere leest moest schoeien. De Provinciale Sportraad ondersteunde verenigingen en daar hield het werk van deze raad wel zo ongeveer mee op. ‘Dat vonden we onvoldoende,’ zegt PvdA-gedeputeerde Ineke Mulder. ‘We wilden meer acties. Acties gericht om de Groningers meer te laten sporten en bewegen. Want we zagen toen al een tendens dat de jeugd steeds minder uren sportte. Dat kwam voor een groot deel ook doordat in het basisonderwijs steeds minder uren aan sport werden besteed.’ Als eerste provincie zette Groningen een Huis voor de Sport op. Geen puur provinciale aangelegenheid, want ook alle 25 Groninger gemeenten, onderwijs en bedrijfsleven werden erbij betrokken. Onderzoek wees uit dat mensen wel meer willen sporten, maar daarbij wel een duwtje in de rug nodig hebben. Ander onderzoek bracht aan het licht dat 13 procent van de jeugd te zwaar was, een tiende van de kinderen uit een gezin kwam dat onder het minimum leefde en dat Groningers gemiddeld de laagste inkomens hadden van heel Nederland. Kortom: het Huis voor de Sport Groningen wist waar ze haar pijlen op moest richten. Gecharmeerd ‘Breedtesport en verenigingen zijn we blijven ondersteunen en subsidiëren,’ zegt Mulder. Daarnaast omarmde ze de BOSprojecten (Buurt, Onderwijs, Sport). ‘Daar ben ik erg van gecharmeerd. Zo breng je bewegen, sport en spel in de buurten. Niet alleen voor de jeugd, maar uiteindelijk ook voor de volwassenen. Dat is ook een prima manier om
de sociale samenhang te versterken.’ De 25 Groninger gemeenten kregen liefst 31 BOS-projecten van het ministerie van WVS toegewezen, een uitzonderlijk hoge score. ‘Daarmee heeft het Huis voor de Sport haar waarde bewezen,’ meent Mulder. ‘Het Huis had zich, toen de BOS-aanvragen de deur uit moesten, al flink geworteld in de provincie. De kracht van de instelling is dat én gemeenten én sportverenigingen én bedrijven én de provincie én onderwijsinstellingen én welzijnsinstellingen op lokaal niveau kijken wat ze kunnen doen. Dus alle lof voor het Huis voor de Sport Groningen dat als een spin in het web heeft gefungeerd.’ Enorme impuls Volgens Mulder betekende de komst van Tjaart Kloosterboer (in 2002) als directeur een enorme impuls voor het Huis voor de Sport. De oud-schaatstrainer, die Yvonne van Gennip in 1988 tijdens de Olympische Winterspelen in Calgary naar drie gouden medailles coachte: ‘Ik trof hier een ambtelijke, passieve organisatie die puur vraag georiënteerd was. Er was geen eigen initiatief. Tegen Ineke Mulder heb ik toen gezegd: ‘Als wij over vijf jaar nog afhankelijk zijn van structurele subsidies van de provincie en de gemeenten, dan hebben we het niet goed gedaan en is het de vraag of wij wel bestaansrecht hebben.’ Er moest een cultuuromslag plaatsvinden. Tegen de medewerkers heb ik gezegd dat ze niet alleen hun klussen moesten uitvoeren, maar ook continu bezig moesten zijn hun werk voor de toekomst te garanderen.’ Het nieuwe elan lag voor het oprapen. In 2003 kregen de gemeenten namelijk de verantwoording voor het lokale gezond-
heidsbeleid. Uit een nieuwe monitor van de GGD bleek dat Groningers gemiddeld ongezonder waren dan de overige Nederlanders: bewegingsarmoede, overgewicht en te weinig verstand van gezonde voeding luidden de conclusies. ‘Dus wij hadden iets te bieden’, zegt Kloosterboer. ‘Tegelijkertijd werd vastgesteld dat sportstudenten veel meer praktijkervaring moesten opdoen. En we kregen zorgverzekeraars aan onze kant die natuurlijk vooral geïnteresseerd waren in het preventief aan de gezondheid werken.’ Het Groninger Sport Model (GSM) rolde er uit voort. Het GSM bestaat uit vier programma’s: bewustwording van een gezonde en actieve leefstijl, het stimuleren van bewegen en sportbeoefening, aanbod voor specifieke doelgroepen en het initiëren en stimuleren van een gezond en sportief beleid. Het lukte gemakkelijk om vijf gemeenten enthousiast te krijgen voor een pilot. Wat betreft het onderwijsveld ging het iets moeilijker. Kloosterboer: ‘Het onderwijs is binnen het GSM belangrijk als het gaat om het beïnvloeden van de leefstijl en meer bewegen en sport. Soms bleken vakleerkrachten en accommodaties er niet meer te zijn. We moesten het onderwijs opnieuw overtuigen van het belang hierin te investeren. En dat sport en bewegen tijdens schooluren niet ten koste gaat van de cognitieve ontwikkeling van kinderen.’ Succes Het GSM kan inmiddels een groot succes worden genoemd. Op iets meer dan de helft van de 120 basisscholen in de provincie wordt nu een half uur per dag besteed aan sport en bewegen en ook de woensdagmiddagactiviteiten (sport en bewegen in
‘Sport is ook een verhaal van waarden en normen’
T SPORT EROLIE
Foto Henk Oosterhuis
Tjaart Kloosterboer
combinatie met opvang) zijn in veel gemeenten van de grond gekomen. ‘Het GSM ging bijna ten onder aan haar eigen succes’, merkt Mulder op. ‘We moesten op de rem trappen, want de vraag vanuit de gemeenten was groter dan het aantal beschikbare sportstudenten.’ In de rest van Nederland bleef het GSM niet onopgemerkt. Veel provincies hebben inmiddels belangstelling getoond en het ministerie van WVS volgt de ontwikkelingen in het noorden op de voet. Het Huis voor de Sport speelde ook een belangrijke rol bij de aanvraag van BOS-projecten door de gemeenten. Kloosterboer: ‘Wij hebben het GSM geplaatst binnen het BOS-verhaal. In de provincie Groningen is BOS daardoor een GSM-plus geworden. En die plus zit ‘m met name in het buurtwerk. We hebben in totaal 31 BOS-projecten binnengehaald. Dat is een gigascore.’ De BOS-projecten dekken nu de gehele provincie Groningen en zijn volgens Kloosterboer extra succesvol omdat het GSM er een prominente rol in speelt. ‘Zo is het in de gemeente Stadskanaal gelukt via onze opzet van de BOSprojecten te starten met één uur extra bewegingsonderwijs aan 23 schoolklassen.’ WMO Kloosterboer ziet nog veel meer mogelijkheden. ‘Sport en bewegen raken zes van de negen prestatievelden van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Het nadeel van de BOS-projecten is dat ze zich richten op de groep van 4 tot en met 19 jaar. Juist nu zouden de gemeenten het breder moeten aanpakken. Wij willen daar graag een rol in spelen, maar dan moeten die gemeenten er ook in investeren.’ De sportverenigingen zijn daarin
belangrijk en dat is tegelijk de achilleshiel. ‘Binnen BOS, binnen de WMO, binnen het onderwijs en binnen welzijn wordt gezegd dat sportverenigingen een prominente rol moeten spelen. Maar heeft iemand gevraagd: ‘Kunnen jullie dat wel aan? Kunnen jullie een rol spelen in de naschoolse opvang? En in het integratieprobleem? En kunnen jullie activiteiten voor de buurt organiseren? Willen jullie een rol spelen binnen de WMO en willen jullie je richten op specifieke doelgroepen?’ Nee! Van bovenaf wordt het probleem gedumpt en
de sportbestuurders zijn er niet op voorbereid. De meesten houden zich met de dag van vandaag bezig en met de competitie van morgen. Daarom ligt er voor ons een enorme uitdaging in het professionaliseren en ondersteunen van clubbesturen. Want daar ligt een giga-achterstand. Wij willen er graag mee aan de slag. En als de overheid de sport op veel meer terreinen wil inzetten, dan moet de overheid ook zorgen voor de financiën. De nationale sportbonden kunnen dat niet. Ik sluit wat dit onderwerp betreft met plezier een contract af met de lan-
delijke overheid en de gemeenten. De landelijke overheid moet ook beseffen dat hiervoor meer geld moet komen. Ik ben ervan overtuigd dat dit geld op termijn terugverdiend wordt.’ Missie Kloosterboer is gedreven. Regelmatig draaft hij op uitnodiging waar ook te lande op om over het succes van het GSM te praten. Hij heeft een missie. ‘Ik heb maar één motief: sport is leuk. En als je mensen kunt laten merken hóe leuk, dan komen al die nevendoelen waar we het net over had-
den vanzelf te voorschijn. Leer kinderen dus hoe leuk sport is en leer ze het niet af! Je moet dus gekwalificeerde mensen hebben in het onderwijs die sport, gymnastiek doceren. Sport is ook het verhaal van waarden en normen. Heb respect voor je tegenstander, want zonder tegenstander kun je het spelletje niet spelen. Als je sport als doel in je hart hebt, komt sport als middel vanzelf.’
ROSA SLAAT IN ARNHEM BRUG TUSSEN POLITIEK EN SPORT Op initiatief van de Arnhemse PvdA-fractie bezoekt een raadsdelegatie deze zittingsperiode alle sportverenigingen in deze Gelderse gemeente. Dat zijn er ongeveer honderd, met in totaal 35.000 leden. Het initiatief is ROSA gedoopt, wat staat voor Raad Ontmoet Sportend Arnhem. Dick Tiemens – het sportraadslid van de Arnhemse PvdAfractie – faciliteert ROSA. Dat houdt in: het leggen van contacten, het vastleggen van een datum, het opstellen van een agenda, de uitnodiging, de verslaglegging, alsmede de nazorg in de vorm van moties en schriftelijke vragen. Het initiatief wordt door de sportverenigingen buitengewoon op prijs gesteld en voorziet duidelijk in een behoefte, aldus Tiemens in een toelichting. ‘In de praktijk gaat het om zes tot acht bezoeken per jaar, waarbij soms meerdere verenigingen per avond worden bezocht. Alle fracties worden uitgenodigd; wie mee kan gaat mee, wie verhinderd is is de volgende keer weer nét zo welkom. Het gemeentelijk Sportbedrijf verzorgt vooraf de informatie over de te bezoeken vereniging(en) en over de kwesties die spelen. Via het verslag van de bijeenkomst blijft een ieder nauwgezet op de hoogte en ontstaat er na verloop van tijd een goed inzicht in het reilen en zeilen van sportminnend Arnhem.’ ‘Met dit alles wordt de sport prominent op de kaart gezet….en terecht, want de sport heeft louter positieve effecten op de gezondheid, de sociale cohesie, het vertrouwd raken met normen en waarden, de zelfontplooiing, enzovoorts.’ ‘Het gaat dus niet om officiële toestanden met toeters en bellen, maar om ontspannen ontmoetingen van pakweg anderhalf á twee uur, waarbij de kansen en problemen van de bezochte club de revue passeren. En passant leren we ook de accommodaties (o.a. de kantines) en bestuursleden kennen en dat bevordert het wederzijds contact en begrip.
De doelmatigheid van deze werkwijze is natuurlijk ook een voordeel, aangezien een vereniging niet met één politieke partij praat, maar met meerdere partijen. Het gaat bij de bezoeken dus niet om partijprofilering, maar om het belang van sportminnend Arnhem.’ ‘Naar aanleiding van de bezoeken werden er in de Arnhemse gemeenteraad twee moties aangenomen en vier schriftelijke vragen gesteld. De moties betroffen het bevriezen van de sporttarieven voor het jaar 2008 (na een verhoging van 7,5 % in 2007) en het wijzigen van een geplande sportzaal in een sporthal in de Vinex-wijk de Schuytgraaf. De schriftelijke vragen gingen over kwesties die door de verenigingen als dringend werden ervaren en waar wij als raadsleden zo gauw geen antwoord op hadden. Ik noem: het mogelijk wijzigen van de verkeerscirculatie op een sportpark (in verband met de veiligheid) en het ten onrechte in rekening brengen van veldhuur bij het organiseren van een toernooi. Ook wisselen we wel eens opgedane ervaringen uit, bijvoorbeeld hoe een bepaalde vereniging de (verplichte) ouderparticipatie heeft geregeld. Daarnaast is het zo dat een raadsdelegatie patstellingen kan doorbreken en deuren opent, die voor verenigingen doorgaans gesloten zijn. Het is bij mijn weten de eerste keer dat er in Arnhem dergelijke structurele bezoeken worden georganiseerd. Het is een moderne aanvulling op het ontvangen van burgers in het stadhuis tijdens de Arnhemse ‘politieke maandagen’.’ ‘Naast de thuiswedstrijden zijn er nu dus de uitwedstrijden. In het eerste jaar bezochten we in zes sessies achttien verenigingen met in totaal 6250 leden. Al met al een initiatief dat navolging verdient!’ Dick Tiemens, raadslid PvdA-Arnhem 026-4456223, e-mail:
[email protected]
2de kmr
De pvda in de Zomer Bij het afsluiten van deze editie moest Prinsjesdag nog komen. Over de begrotingsbehandelingen meer in het volgende nummer. Dat PvdAKamerleden de afgelopen zomer niet alleen ‘in ledigheid’ doorbrachten, bewijst het volgende: Foto Serge Ligtenberg
TON LANGENHUYZEN is beleids medewerker van de Tweede Kamerfractie van de PvdA. Heeft u een vraag aan hem of wilt u reageren? Stuur dan een e-mail naar
[email protected] of bel 070-3182792
Bouwleges Pierre Heijnen reageerde zelfs vanaf de camping op een artikel in De Telegraaf. De Vereniging Eigen Huis (VEH) presenteerde een onderzoek waaruit naar voren kwam dat de prijzen voor bouwleges tussen gemeenten grote verschillen vertonen. Sommige gemeenten zijn maar liefst tien keer zo duur als anderen. De VEH noemde dit onacceptabel en pleitte voor wettelijke regels die er voor moeten zorgen dat de manier waarop gemeenten de kosten van bouwaanvragen doorberekenen gestroomlijnd worden. Heijnen sloot zich hierbij aan. ‘Hoezeer ik ook van en voor gemeenten ben, is dat te gek. (Bouw)leges zijn geen belastingen, maar vergoedingen voor de gemaakte kosten. Over belastingen (OZB) mogen gemeenten wat mij betreft meer zelf beslissen. Maar bij leges moeten ze zich houden aan een vergoeding voor de werkelijke kosten
en niet meer.’ Als er niet meer transparantie en uniformiteit met betrekking tot de bouwleges komt, wil ook Heijnen dat dit wettelijk wordt afgedwongen. Jeugd en alcohol Lea Bouwmeester heeft de zomermaanden ook gebruikt om haar plannen met betrekking tot de aanpak van het drankmisbruik onder jongeren vorm te geven. Nederlandse jongeren genieten de twijfelachtige eer om als het om alcoholgebruik op jonge leeftijd gaat tot de koplopers in Europa te behoren. Bovendien drinken jongeren ook steeds meer. Meldingen van alcoholvergiftiging en -coma zijn dan ook geen incidenten meer. Drankgebruik op jonge leeftijd kan ook later tot ernstige gezondheidsproblemen leiden. Redenen genoeg dus om dit probleem aan te pakken. Bouwmeester doet meerdere voorstellen om paal en perk te stellen aan dit drankmisbruik. Zij spreekt verschillende betrokkenen aan. Uiteraard de ouders die een voorbeeldfunctie hebben en hun kinderen moeten opvoeden. Ook de media hebben een rol in het voorkomen van alcoholmisbruik door bijvoorbeeld drankmisbruik niet langer als ‘stoer’ in beeld te brengen. Een positieve beeldvorming over alcohol helpt immers niet om drankmisbruik tegen te gaan. Professionals zoals leraren kunnen drankproblemen in een vroeg stadium constateren en voorlichting geven. Maar ook op lokaal niveau kan wat worden gedaan om drankmisbruik
onder jongeren tegen te gaan. Zo zijn de plekken waar jongeren alcohol nuttigen meestal bekend bij instanties als het jongerenwerk, de (sport)verenigingen, wijkagent, huisarts, GGD, horeca enzovoorts. Een effectieve lokale aanpak kan betekenen dat het probleem verschuift naar buurtgemeenten. Daarom pleit Bouwmeester voor een regionale aanpak. Gemeenten kunnen gezamenlijk een regionaal alcoholmatigingsplan opstellen (als onderdeel van een lokaal gezondheidsplan en veiligheidsplan). In een dergelijk plan zou kunnen worden vastgelegd welke preventieve activiteiten worden ondernomen in samenwerking met commerciële (horeca) en maatschappelijke partners. Bouwmees ter noemt de regio Eindhoven als een voorbeeld van hoe het zou kunnen. Ook in de gemeente Deventer worden de problemen voortvarend aangepakt. De politie is daar sinds kort begonnen met het thuisbrengen van jongeren die dronken over straat zwalken. In de week daarop volgend worden de ouders en de jongeren nogmaals bezocht. De ouders en de jongeren worden voor de keuze gesteld: of zij betalen een boete (wegens veroorzaken van overlast) of ze gaan met hun kind naar een voorlichtingsproject van verslavingszorg. Bouwmeester stelt onder andere ook voor dat lokale overheden controlerende en sanctionerende taken en bevoegdheden krijgen. In supermarkten, horeca, (sport) verenigingen, culturele instellingen en
alle plekken waar alcohol onder de 16 jaar wordt gekocht en/of gedronken, moet opgetreden kunnen worden. Gemeenten moeten daarom de mogelijkheid krijgen om onrechtmatige verkoop en bezit van alcohol onder de 16 op te sporen en te beboeten. Op de website van Lea Bouwmeester (www.leabouwmeester.pvda.nl) is haar Actieplan alcohol ‘Niet coma zuipen, maar cola zuipen’! te vinden. De rol van lokale overheden wil zij in overleg met die overheden nog verder uitwerken.
in Nederland een werkvergunning te krijgen. De net afgestudeerde studenten hoeven geen 34.130 euro te verdienen zoals reguliere kennismigranten maar ‘slechts’ 25.000 euro (ik had het niet als startsalaris) en ze krijgen een zoekperiode van een jaar. Niets aan de hand zult u denken, dat is goed geregeld, iedereen is blij en tevree… Dat dachten een aantal ambitieuze studenten ook. In de veronderstelling dat dit nu snel geregeld wordt, hebben zij al vast een baan gezocht én gevonden. Zij willen meehelpen aan het versterken van de kenniseconomie in Nederland. Wij hebben die kennismigranten nodig om onze economie te versterken. Wij kunnen er trots op zijn dat de meest ambitieuze buitenlandse studenten in ons land de uitdaging vinden om hier hun capaciteiten in te zetten. Dit is precies wat wij willen in dit land! Geef ruimte aan talent zowel van eigen bodem als ook uit andere delen van de wereld. Leer van elkaar en stimuleer en ontwikkel deze uitwisseling van kennis. Nu blijkt echter dat de invoering van de regeling door allerlei besluitvormingsprocedures nog een tijd op zich laat wachten. Desastreus voor de net afgestudeerden die vol enthousiasme aan een leuke baan in Nederland
zijn begonnen. Per 1 september zijn zij hun studentenstatus en daarmee hun verblijfstitel kwijt. Vanaf dat moment worden zij als reguliere kennismigrant behandeld. Gevolg is dat zij minimaal 34.130 euro moeten verdienen om in aanmerking te komen voor een werkvergunning. Het reeds ondertekende contract is gebaseerd op 25.000 euro. Dat werkt dus niet. De afgestudeerde zal het land moeten verlaten en de werkgever is zijn bekwame werknemer kwijt. Dit zijn de momenten dat je als Kamerlid blij bent dat we in de regering zitten. Het kan toch niet zo zijn dat we al bedacht hebben hoe het beter geregeld kan worden maar wel een groep mensen teleur moeten stellen die al in de geest van de nieuwe regelingen opereren. Dan klim ik in de telefoon en ga ik met onze bewindspersonen overleggen om te zoeken naar een oplossing. Met een team PvdA’ers aan de slag. Er rolt uiteindelijk een kleine opening uit om het probleem te tackelen. Denken in mogelijkheden levert zoveel meer op dan denken in problemen. Afhankelijk van onze coalitiegenoten zal nu geregeld worden dat de studenten kunnen blijven en dat er een tussenoplossing komt voor de periode dat de nieuwe regeling nog niet van
kracht is! Aan ons zal het niet liggen. Het is goed dat de social-democratie die oplossingen aan kan dragen. Het is van groot belang dat we onze sociaal democratische idealen kunnen waar maken door aan de knoppen te draaien. Ik ben dan ook blij dat dit jaar voor het eerst in jaren weer een sociaal democraat de begroting voor dit land heeft opgesteld. Natuurlijk zal Wouter Bos niet al onze wensen binnenhalen en zullen we ook pijnlijke maatregelen moeten nemen, zullen we rekening moeten houden met de wensen van het CDA en de CU. Maar ik ben er trots op dat wij weer op die plek zitten en via de centen sociaal beleid kunnen voeren. Lang leve oplossingen, lang leve kennismigranten, lang leve de knoppen in handen van PvdAbestuurders! De vakantie is weer voorbij, er zijn weer veel idealen na te streven!
Regionale economische politiek Eind augustus presenteerde de Wiardi Beckman Stichting in samenwerking met de Tweede Kamerfractie (Pauline Smeets) het rapport Een economisch mozaïek. De PvdA en regionale economische politiek. Deze coproductie van Frans Becker, Daan Bultje, Marijn Molema en Pauline Smeets schetst de ontwikkeling in de Nederlandse regio´s en analyseert de problemen en kansen van deze gebieden. Volgens Smeets was het beleid van de PvdA ten aanzien van de regionale economie in het verleden niet altijd even consequent. Naar haar mening heeft elke regio in Nederland economische mogelijkheden, maar niet elke regio heeft daarbij ook de uitgangspositie om ook daadwerkelijk te groeien. Een nieuwe regionale politiek moet rekening houden met de eigenheid van de regio en ongelijke kansen bestrijden. Het rapport kan worden besteld via www.pvda.nl
afgvrdgd De knop! Wat houdt de PvdA’ers in de Eerste en Tweede Kamer en in het Europees Parlement bezig? Zij komen hier beurtelings aan het woord. Dit keer Tweede Kamerlid Marianne Besselink.
Foto Serge Ligtenberg
10
Het is 13 augustus als ik gebeld wordt door een advocate. Met mijn hoofd nog vol leuke vakantiebeelden, vast van plan mij die nog heel lang te herinneren, sta ik haar te woord. De advocate legt mij uit dat zij voor een aantal buitenlandse studenten werkt. De studenten hebben hun studie inmiddels afgerond en hebben een baan gevonden bij Nederlandse bedrijven. Ze willen graag in Nederland blijven werken, de werkgevers zijn uiterst content met hun nieuwe aanwinsten. Het kabinet, overtuigd van het belang van kennismigranten, heeft ingestemd met een maatregel om het voor pas afgestudeerde kennismigranten makkelijker te maken om
Lobbyen voor uw lokaal belang In de vorige afleveringen van deze rubriek ben ik ingegaan op het belang van Europa voor het lokaal bestuur: geld, regels en grensoverschrijdende samenwerking.
dr. Rob de Rooij is politicoloog en Europadeskundige. Heeft u een vraag of opmerking? Mail hem dan:
[email protected]
Ongetwijfeld is bij u de vraag opgekomen hoe u de belangen van uw gemeente of provincie in Europa kunt behartigen. Is het nodig te lobbyen in Europa om lokale PvdA-doelstellingen dichterbij te brengen als het gaat om bijvoorbeeld werk, wonen of het milieu? U kunt ervoor kiezen uw belangen te behartigen in de fase van de voorbereiding van een Europees besluit. De voorbereiding van het Nederlandse standpunt over een Europees besluit wordt verzorgd door de Permanente Vertegenwoordiging in Brussel (PV; de Nederlandse ambassade bij de Europese Unie). Het kabinet, daarbij gecontroleerd door het parlement, beslist uiteindelijk over wat het Nederlandse standpunt wordt. In deze fase zou u leden van het parlement, het kabinet en de PV zelf kunnen benaderen, maar beter is het om dit samen met andere gemeenten of provincies te doen. Bijvoorbeeld via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten of het Interprovinciaal Overleg, die eigen lobbyisten in Brussel hebben. Ook zijn er diverse ‘thematische’ verenigingen van gemeenten, die meestal internationaal zijn georganiseerd. Een bekende vereniging is Eurocities, dat de belangen van grotere steden in de EU behartigt, maar ook zijn er verenigingen van havengemeenten, grensregio’s en industriële regio’s.
Een officiëler orgaan is het Comité van de Regio’s, dat in 1994 is opgericht. Dit is een adviesorgaan van de Europese Unie, dat verplicht moet worden geraadpleegd als de Europese Commissie besluiten wil nemen die het lokaal bestuur raken. Nederland heeft hierin 12 zetels, die veelal worden bezet door Nederlandse burgemeesters en gedeputeerden. Het is natuurlijk niet verkeerd als een van uw medebestuurders hierin zitting neemt, maar de invloed van het Comité moet niet worden overdreven. Het blijft slechts een van de adviesorganen in de grote Brusselse beleidsmachine. Bovendien bezet Nederland in het 344 zetels tellende Comité slechts 12 zetels. Tot slot kunt u in de voorbereidende fase natuurlijk altijd PvdAers in het Europees Parlement benaderen. Sommigen hebben zelfs bepaalde gemeenten en provincies waarmee zij een speciale band hebben ‘geadopteerd’. Als er dan een Europees besluit is genomen, is het lobbyverhaal nog niet afgelopen. Sterker nog, vaak begint voor gemeenten en provincies dan pas de echt interessante fase. Zo wordt de grote pot Europees geld die voor Nederlandse gemeenten en provincies is bestemd, verdeeld door het kabinet (zie deze rubriek in het juninummer). Uiteraard komen vooral achterstandsregio’s in Nederland in aanmerking voor Europees geld. Een effec-
de macht van het getal In De Estafette vertellen niet-PvdA’ers hoe zij tegen de plaatselijke (en eventueel ook de landelijke) PvdA aankijken. Zij dwingen ons als het ware om in de spiegel te kijken. Soms valt dat mee, soms tegen.
De verhouding tussen VVD en PvdA in Breda is sinds de laatste verkiezingen anders geworden. Na een lange periode van samen regeren heeft de PvdA de VVD uit het college gehouden en regeert nu met de drie verliezers van de verkiezingen: CDA, GroenLinks en de lokale partij Breda ’97. De PvdA groeide in Breda van zes naar elf zetels en boekte daarmee een geweldige overwinning. Deze overwinning heeft ze goed weten te verzilveren in het coalitieakkoord. Er is in Breda een duidelijke koersverandering. Het credo is ‘samen’ en daar waar de VVD kiest voor individuele vrijheid en een faciliterende rol van de overheid, kiest de PvdA voor het collectief en verzorging. Alles wordt overgoten met een sociaal ‘sausje’. Hoewel de VVD regelmatig lijnrecht staat tegenover de keuzes van dit stadsbestuur, ben ik blij dat het verschil maakt of de VVD wel of niet regeert. Het is tegelijkertijd een compliment voor de PvdA die in het nieuwe coalitieakkoord een groot deel van haar verkiezingsprogramma heeft kunnen binnenslepen. Het coalitieakkoord geeft echter
ook spanningen binnen de coalitie omdat vooral coalitiepartner CDA maar ook GroenLinks duidelijk moeite hebben met sommige keuzes en besluiten. Maar spanningen zijn er ook, of misschien wel vooral, omdat de PvdA-top graag ‘in control’ is. Op weerstand wordt zenuwachtig gereageerd. Het gevolg is dat men op een krampachtige manier grip wil houden op zowel de eigen fractie als de coalitiepartners. Het valt de PvdA niet licht een fractie met acht nieuwe raadsleden te managen. Met de nieuwe samenstelling werd een aantal goede mensen in huis gehaald. Mensen met een eigen mening die zich niet eenvoudig laten overrulen. Dan is het moeilijk om alle kikkers in de kruiwagen te houden en er zijn dan ook vaak stevige confrontaties binnen de fractie (naar ik hoor, want ik mag er nooit bij zijn). Het is de vraag of de PvdA haar nieuwe fractieleden de ruimte zal geven zich te ontwikkelen en niet zal beknotten waardoor ze vroegtijdig en teleurgesteld zullen afhaken. Zenuwachtig en krampachtig gedrag zien we ook als de PvdA
eu-lkl
tieve lobby kan doorslaggevend zijn voor de vraag waarom de ene achterstandsregio veel meer geld krijgt dan de andere. Uw energie kunt u in dat geval veel beter op Den Haag richten dan op Brussel. De EU kent veel lidstaten en in Brussel komen dus talloze gemeenten, lobbyisten en verenigingen langs. Zie daar maar eens tussen te komen. De weg naar partijgenoten in Den Haag, die meebeslissen over de besteding van Europees geld in Nederland, is waarschijnlijk effectiever. De conclusie is: behartig uw lokaal (en PvdA-)belang als u in aanmerking lijkt te komen voor Europees geld of te maken gaat krijgen met specifieke Europese regels. Er is een kleine kans dat dit effect sorteert in de voorbereidende fase van de Europese besluitvorming. Richt uw energie daarom vooral ook op partijgenoten in het Haagse circuit nadat Europese besluiten genomen zijn. In die fase is het kabinet namelijk de belangrijkste speler bij de verdeling van Europees geld binnen Nederland. Veel succes gewenst!
estftte de macht van het getal inzet. Met het argument ‘Wij zijn de grootste’ wordt vaak voorbij gegaan aan een inhoudelijke discussie in de raad. Coalitiepartners worden onder druk gezet om in te stemmen met collegevoorstellen waar nog wel wat op af te dingen valt. Dat is jammer voor het debat en voor de stad. De PvdA is in het college overduidelijk de minst duale partij. Macht is iets ongrijpbaars, iedereen wil het maar vooral de PvdA lijkt bang het kwijt te raken. Die angst is te voelen en angst is een slechte raadgever.
Hanneke van Maanen is fractievoorzitter van de VVD in Breda.
11
‘Voor veel Nederlanders zijn de Antillen onontgonnen gebied’
Foto Frank van Rossum/WFA
John Leerdam
WAAR BLIJFT HET Arubaanshuis? Een bekwaam bestuurder als Franklin Richards, op dit moment gezaghebber van Sint Maarten, als de nieuwe burgemeester van bijvoorbeeld Tilburg. En de burgemeester van, zeg, Meppel die een nieuwe ambtsperiode op Sint Maarten invult. John Leerdam (Curaçao, 1961), Tweede Kamerlid voor de PvdA en ondermeer woordvoerder NederlandsAntilliaanse en Arubaanse Zaken, ziet het helemaal voor zich.
Lyda Westerink Freelance journaliste
12
De nieuwe verhoudingen binnen het Nederlandse Koninkrijk die op 15 december 2008 gerealiseerd moeten zijn, bieden volop kansen voor een kleurrijke kruisbestuiving. Leerdam is optimistisch gestemd over het proces, maar ‘uiteraard moet je af en toe ook even door de zure appel heen bijten.’ Leerdam wil het best nog even uitleggen voor niet-ingewijden, hoe dat ook alweer zit met die nieuwe verhoudingen: eind volgend jaar krijgen Sint Maarten en Curaçao de status van ‘land binnen het Koninkrijk’, terwijl Bonaire, Saba en Sint Eustatius ‘bijzondere gemeenten van Nederland binnen het Koninkrijk’ worden. En ja, hoor, wat hem betreft mag je gewoon ‘bijzondere gemeenten’ zeggen, ook al vinden sommigen de term wat ongelukkig: ‘Ik zou niet weten hoe je het ánders moest noemen.’ De aanleiding om de verhoudingen te wijzigen, is eigenlijk simpel, stelt Leerdam laconiek: ‘Geld, het gaat altijd om geld. Toen Aruba indertijd los wilde, zei de toenmalige Antilliaanse premier Juancho Evertz al: ‘Zes min één is nul.’ Begin je eenmaal aan verhoudingen te tornen, dan gaan anderen morren.’ De financiële middelen waren niet toereikend, schetst Leerdam, veel
eilanden kregen hun begroting niet sluitend, terwijl een sluitende begroting voorwaarde was om aanspraak te kunnen maken op het gezamenlijke fonds, de ERNA: ‘En inderdaad is er veel geklaagd over Curaçao, dat alles maar naar dat eiland toe zou gaan. Maar het grootste gedeelte van het geld kwám ook van Curaçao. Dáár is ook de hoofdstad van de Nederlandse Antillen, daar zetelt het parlement, daar zit de regering, het ambtenarenapparaat, dat kost een aardig centje. En die eilanden, die liggen bepaald niet vlak bij elkaar, daar verkijken mensen zich soms op.’ De Kamercommissie, waarvan hij overigens vice-voorzitter is, ziet dat nu ook: ‘We zijn echt bek- en bekaf als we daar op werkbezoek zijn geweest. Je vliegt maar op en neer, zit uren in het vliegtuig. Sommigen hebben al geroepen: ‘Laten we niet meer dan twee eilanden doen dit keer!’ ’ Dat vliegen betekent ook een flinke kostenpost. Leerdam: ‘Kijk, Saba bijvoorbeeld, dat heeft geen echt ziekenhuis, er moet een vliegtuig gecharterd worden als er een ernstig geval is om iemand naar een ziekenhuis elders te vervoeren. Dat kost nogal een centje: twee van dit soort gevallen en het budget voor het hele jaar is op! De budgetten zijn gewoon
niet toereikend. Ander voorbeeld: Sint Eustatius heeft geen waterleidingvoorziening, Nederland zegt dat ze dat zelf moeten doen, maar de middelen ontbreken simpelweg. En dan krijgt Curaçao er de schuld van dat het er nog niet is!’ Vertrouwen Bijzondere gemeenten worden, dat leek het ei van Columbus voor de ‘BES-eilanden’, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Leerdam: ‘Dat zou heel gunstig zijn, dachten ze. Nederland zou de benodigde voorzieningen betalen, de werkloosheid zou aangepakt worden en ze zouden kunnen aansluiten bij de VNG. Maar ook Nederland wilde dat de eilanden een sluitende begroting hadden, dus: Saba boos, Sint Maarten idem dito. Nederland voelde ineens wat de ministersploeg op Curaçao jarenlang heeft ondervonden.’ Inmiddels staat het er allemaal gunstiger voor: het gaat goed met de Nederlandse economie, de economie op Curaçao trekt aan. ‘En dat heeft ook een goede uitwerking op het hele proces van staatkundige veranderingen in het Koninkrijk,’ aldus Leerdam, ‘want er zijn gedurende het proces wel de nodige strubbelingen geweest. Curaçao was het zat om altijd maar de schuld te krijgen,
Foto Bart Eigenhuijsen/HH
Bonaire wacht een andere toekomst.
T Antilliaans/ ? Nederland opereerde ook niet altijd even handig. Wij moeten ons aan ons woord houden, dat is al eerder mis gegaan. Afspraken moeten worden nagekomen, punt. Het werkt net als in een relatie, er moet een basisvertrouwen zijn, dán kun je elkaar ook veel zeggen, zelfs boos worden als dat eens moet.’ Leerdam stelt tevreden vast dat de dialoog nu in ieder geval op gang gekomen is, er is weer ‘een soort vertrouwen’: ‘Maar het blijft precair. Vergelijk dat maar weer met een relatie: als een van de partners vreemd is gegaan, blijft dat toch in het achterhoofd van de ander zitten. En ook al is het vergeven, het duurt toch wel even voordat je je hart weer helemaal kunt openen. En soms heb je derden nodig om het weer bij elkaar te brengen.’ Hij ziet het als zijn taak, als Antilliaan, maar vooral als ‘koninkrijksburger’, om die bruggenbouwer te zijn: ‘Dat is niet altijd gemakkelijk, je moet zorgvuldig opereren, heel zorgvuldig. Altijd met open vizier, eerlijk zijn en soms moet je ook keihard de waarheid kunnen zeggen.’ Hij heeft er vertrouwen in, in het proces en in alle partijen in dit proces: ‘We moeten het met elkaar doen: met elkaar de armoede oplossen, de economie op
gang krijgen en iedereen in het Koninkrijk van goed onderwijs voorzien. Als je die drie zaken goed regelt, gaat de rest vanzelf.’ Rolmodel En is het dan geregeld op 15 december volgend jaar? ‘Nou ja, je moet gewoon een streefdatum hebben’, zegt Leerdam glimlachend, als regisseur, wat ik van huis uit ben, zeg ik: een premièredatum. Maar dan is het proces natuurlijk niet afgelopen, dan is er nog nazorg nodig, net als na een zware operatie. Dat gaat nog wel een paar jaar duren. Hoe lang hebben wij in Nederland niet moeten wennen aan Europa, we hebben de Europese Grondwet verketterd! Of aan de euro? Veranderingen geven een onzeker gevoel.’ Maar hij gelooft er heilig in, hóudt van het Koninkrijk: ‘Er is zoveel dat de Antillen, Aruba en Nederland bindt: de geschiedenis, het koningshuis, de taal. Het Koninkrijk biedt de zekerheid om het in rustig vaarwater redelijk goed te hebben. We kunnen elkaar meer gunnen. Er is veel mogelijk, we moeten de kansen benutten. Goed onderwijs is hierin van cruciaal belang, echt.’ Daar ligt ook de oplossing voor de groep Antilliaanse probleemjongeren: scholing. ‘En hun
móeders, vervolgt Leerdam, ‘díe moeten onderwijs hebben. En verstrek dan microkredieten, zodat ze een eigen bedrijfje kunnen starten en niet hoeven zwartwerken. Dan krijgen jongeren een goed voorbeeld, een rolmodel.’ Hij heeft met de nodige ‘probleemjongeren’ gepraat en ‘ja, er zijn een paar lost cases, maar echt niet allemaal’: ‘Als je hoort onder welke omstandigheden ze zijn opgegroeid, daar zouden autochtone jongeren ook van op het slechte pad raken. Wij zijn er om hun hoop te geven, ze moeten zich aan ons kunnen optrekken, wij moeten voorbeeldfiguren zijn.’ Daden Onderwijs, onderwijs, onderwijs, het blijft de sleutel. Dat geldt ook voor Nederland, ja: het historisch besef mag wel wat opgekrikt worden. Leerdam: ‘Leren we op school over slavernij, over de Antillen? Voor veel Nederlanders zijn de Antillen onontgonnen gebied. Werk aan de winkel voor onderwijsminister Plasterk!’ Dat moet trouwens niet alleen iets van politiek en elite zijn, stelt Leerdam: ‘Ook in de media is de aandacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba marginaal, het zou voor de Publieke Omroep toch een opdracht moeten zijn
om daarin structureel verandering te brengen!?’ Hij vindt dat sowieso erg onderschat wordt wat de inzet van kunst en cultuur kan bijdragen aan het elkaar beter leren begrijpen: ‘Want emotie kent geen kleur en in principe ook geen cultuur. Het zou de drempels, die cultuurverschillen soms opwerpen, kunnen wegnemen. Er gaat veel geld naar ontwikkelingssamenwerking, prima natuurlijk, maar het valt haast niet uit te leggen dat er geen geld voor de Antillen is. Waarom hebben we eigenlijk nog geen Antilliaans/Arubaanshuis bij het Tropeninstituut, in navolging van het Afrikahuis? Dat had er toch al lang moeten staan? Hoeveel schoolklassen hadden daar dan al niet een bezoek kunnen brengen?’ Voor Nederland is er evengoed een voordeel te halen uit de nieuwe verhoudingen in het Koninkrijk, bevestigt Leerdam: ‘Het territorium wordt vergroot, het wordt dynamischer, de waaier wordt veel groter, allemaal heel interessant. Je kunt dan ook over en weer verschillende soorten disciplines uitwisselen, dat is echt een verrijking.’ De doelen voor het Koninkrijk moeten echt gezámenlijk geformuleerd worden, vindt hij: ‘Dat
gebeurt nu niet, er zijn te veel entiteiten. We moeten met elkaar aan tafel gaan zitten en afspreken wat we de komende vijf jaar gaan doen. Dus niet alleen práten, maar ook daden, geld erbij, afspraken nakomen, dat is de code. We zijn één Koninkrijk, dat moet echt tussen de Antilliaanse, Arubaanse en Nederlandse oren. We moeten interesse kweken voor elkaar, leren met elkaars codes om te gaan, de handen ineen slaan. De centrale vraag blijft: wat bindt ons in het Koninkrijk? En net als in een relatie is en blijft het een kwestie van geven en nemen.’
13
Foto Geert van Kesteren/HH
ALS MOEDER IN D GEVANGENIS ZIT… Vrouwengevangenis Ter Peel.
Als een moeder in de gevangenis komt, heeft dat ook voor haar kinderen vérstrekkende gevolgen. Daarover ging het symposium dat de PvdA Rotterdam eind september in samenwerking met Humanitas hield onder de titel ‘Moeders, kinderen & detentie’. Lokaal Bestuur sprak voorafgaand aan deze bijeenkomst met staatssecretaris Nebahat Albayrak, raadslid Matthijs van Muijen, Gezin in Balans-projectleider Monique Verboven en een ex-gedetineerde vrouw, die in dit verhaal om privacyredenen ‘Nancy’ wordt genoemd.
KIRSTEN VERDEL FREELANCE JOURNALISTE
14
Boekje rechtsonder: Dit boekje krijgen moeders om uit te leggen aan hun kinderen wat het betekent als je gevangen zit.
‘Mijn dochter was zestien toen mijn detentie begon. Met haar vader en diens familie heeft zij geen contact, mijn moeder is overleden en vader en zus woonden in Spanje. Gedurende mijn hele detentieperiode heb ik me zonder enig resultaat suf gebeld met instanties. Sociale Dienst, Jeugdzorg, Kinderbescherming, Kinderbijslag... Als ze al bereikbaar waren, dan deden ze niets anders dan mij van het kastje naar de muur sturen. In de week voordat ik de gevangenis in moest heb ik aan de Sociale Dienst gevraagd wat de mogelijkheden voor mijn dochter waren. Zij had net haar VMBO-kaderdiploma gehaald en zou in september 2006 met haar vervolgopleiding starten. Mijn dochter werd onomwonden meegedeeld dat hier geen voorziening voor was en dat ze dan maar moest stoppen met school en een baantje moest gaan zoeken. En ik moest maar contact zoeken met Jeugdzorg of de Kinderbijslag, want ‘die zijn er voor kinderen’. Ze waarschuwden er nog net voor dat als Jeugdzorg zou horen dat mijn dochter alleen woonde, dat ze dan in een tehuis zou worden geplaatst. Een opmerking die erin resulteerde dat mijn dochter volledig overstuur thuis zat.’ Verhalen als deze van Nancy leidden er toe dat de Rotterdamse
PvdA-fractie samen met ‘Gezin in Balans’ van Humanitas beter inzicht wilde krijgen in de situatie van vrouwen in detentie. Met het symposium hoopt de fractie ook om tot heldere samenwerkingsafspraken binnen de Rotterdamse hulpverleningsketen te komen. Achtergrond Jaarlijks verblijven ongeveer 3.000 vrouwen voor korte of langere tijd in detentie, waaronder ruim 300 Rotterdamse vrouwen. Meer dan de helft (70%) van deze vrouwen is moeder van gemiddeld twee kinderen. Moeders in detentie vormen een kwetsbare groep in de samenleving. Het zijn vaak jonge, ongehuwde (allochtone) vrouwen met traumatische ervaringen in het verleden, een laag opleidingsniveau, een onderbroken arbeidsverleden, schulden, gebrekkige of geen vaste woonruimte en een laag zelfbeeld. Hierdoor staan zij er in de opvoeding vaak alleen voor. Uit onderzoek blijkt dat kinderen van gedetineerde moeders een risicogroep vormen. Door een samenloop van omstandigheden en problemen verkeren zij eerder in maatschappelijk achtergestelde posities dan andere kinderen. Daar komt bij dat moeders vaak een grote afstand tot de reguliere hulpverleningsinstanties ervaren,
is. Ik vind dat lokale bestuurders daar actiever mee bezig mee moeten gaan. In Rotterdam hebben we nu bewust aandacht gevraagd voor een specifieke groep. Juist voor gedetineerde vrouwen moet er extra zorg zijn. Hun kinderen mogen niet de dupe zijn van het feit dat hun moeder een fout begaan heeft.’ PvdA-staatssecretaris Nebahat Albayrak vertelt dat de opvang en verantwoordelijkheden omtrent de opvang van vrouwen met kinderen na hun detentie goed geregeld is. ‘Maar er zijn wel knelpunten. Op dit moment is Justitie, in samenwerking met andere verantwoordelijke departementen, aan het bezien hoe en op welke manier verbeteringen kunnen worden doorgevoerd. Dat we daar goed bovenop zitten is belangrijk, want kinderen van een gedetineerde ouder lopen een hogere kans om zelf later antisociale gedragsproblemen te gaan vertonen, en mogelijk crimineel gedrag. Dat is dus vanuit het oogpunt van preventie een belangrijk aandachtspunt voor Justitie. In 2007 is dan ook de pilot ‘Betere Start’ van start gegaan, waarin opvoedingsondersteuning wordt geboden aan gedetineerde moeders in de laatste periode van hun detentie en de eerste periode na ontslag.’
DE … waarbij kinderen al helemaal buiten beeld blijven. Het komt hierdoor regelmatig voor dat een moeder in detentie gaat, zonder dat bekend is of er kinderen zijn en wie er zorg voor hen draagt tijdens de afwezigheid van de moeder. Betrokken moeders schakelen vaak niet de hulp in die nodig is, omdat ze bang zijn hun kinderen definitief te verliezen. Uit onderzoek van het Verwey Jonker Instituut in opdracht van Gezin in Balans blijkt dat de zorg voor vrouwen in detentie veel aandacht behoeft. De timing van het symposium lijkt dan ook zeer goed te zijn. Raadslid Matthijs van Muijen legt de nadruk op het bieden van kansen aan ex-gedetineerden: ‘De PvdA in Rotterdam is al langer bezig met nazorg van gedetineerden. Wil je voorkomen dat ex-gedetineerden weer in de fout gaan, dan moet je zorgen dat ze een goede start kunnen maken. ID-bewijs, huisvesting, werk of inkomen moeten geregeld zijn. Anders is de kans groot dat een gevangene na vrijlating zijn of haar oude vrienden weer opzoekt. Gemeenten hebben sinds een paar jaar de rol om dit soort zaken te regelen. De aansluiting tussen justitie en gemeenten moet echter nog een heel stuk beter dan nu het geval
Ervaring Nancy zat echter vast voordat het project ‘Betere Start’ begon. Ze vertelt verder over haar ervaringen in detentie. ‘De penitentiaire inrichting waar ik verbleef, Ter Peel, is de grootste vrouwengevangenis van Nederland. Tegenwoordig is er een zogeheten ‘voorziening maatschappelijk werk’ die zich onder andere inzet voor het thuisfront van gedetineerden. In de periode waarin ik gedetineerd was, was de persoon die zich hiermee bezig hield maandenlang ziek en werd pas enkele maanden later vervangen door een medewerker van een andere afdeling die ‘het’ erbij deed. De praktijk is weerbarstiger dan het op papier lijkt. En tijdens mijn detentieperiode ging de ellende met mijn dochter gewoon door. In een telefoontje naar de Kinderbijslag werd verteld dat mijn dochter niet eens recht had op kinderbijslag, omdat die een tegemoetkoming is voor de ouder of verzorger in de kosten voor onderhoud. ‘Aangezien u momenteel geen inkomen heeft is het niet aannemelijk dat u voorziet in het onderhoud van u dochter’, zo redeneerde Kinderbijslag. Ik was ten einde raad. De 1.000 euro die ik rood kon staan was op, mijn dochter moest zwartrijden om op school te kunnen komen. Het bedelen om geld bij vrienden en kennissen ten einde de huur te kunnen betalen lukte niet meer, een deurwaarder meldde zich voor de huur en ik bleef maar nul op het rekest krijgen. Begin december 2006 heb ik een aanvraag gedaan voor mijn dochter bij de Sociale Dienst voor bijzondere bijstand. Het uiteindelijke oordeel was, in mijn bewoordingen: ‘Dochter leefde nog, lag niet in de goot, had nog een dak boven haar hoofd: dus geen voorziening!’ ’ Het is te hopen dat ‘Betere Start’ voor oplossingen voor dit soort problemen zorgt. Albayrak vult aan: ‘Primair is de gemeente verantwoordelijk voor nazorg waarmee individueel maatwerk het uitgangspunt is. Tijdens de detentie wordt gezorgd voor aansluiting daarop via de Medewerker maatschappelijke dienstverlening (MMD’er). De MMD’er screent bij binnenkomst in detentie het inkomen en de schulden van de gedetineerde en communiceert dat met de gemeente. In sommige gevallen zal dit tijdens detentie al worden
opgepakt. Voor ontslag uit detentie meldt de MMD’er nogmaals aan de gemeente wat de actuele stand van zaken is.’ Vergeten groep Projectleider Monique Verboven van ‘Gezin in Balans’ reageert verbaasd op de uitspraken van Albayrak: ‘Wij werken nu een jaar of 5 met ex-gedetineerde moeders en ik kan je inmiddels tientallen verhalen vertellen van moeders waarbij de nazorg helemaal niet goed geregeld is. Het klopt dat er vanuit het gevangeniswezen MMD’ers zijn aangesteld en het klopt dat het de bedoeling is dat zij de gedetineerden melden bij de gemeenten van herkomst. Maar hierbij wordt niet specifiek gekeken naar de problematiek van moeders in detentie. Vaak komen moeders vrij na hun detentie, hebben geen woning, de kinderen wonen her en der in Nederland. Zij moeten een weg bewandelen langs allerlei instanties die van elkaar niet op de hoogte zijn en langs elkaar heen werken (jeugdzorg, sociale dienst, woningbouwverenigingen, maatschappelijk werk enzovoorts). Daarnaast hebben vele van deze moeders last van schuldgevoelens naar hun kinderen. Ze voelen zich machteloos en onthand en ze weten vaak niet hoe ze de opvoeding weer ter hand moeten nemen. Mannelijke gedetineerden hebben dit soort problemen doorgaans niet. Bij hen loopt de thuissituatie gewoon door: Als ze kinderen hebben zorgt de partner meestal voor de kinderen tijdens de detentie. Maar veel gedetineerde moeders zijn alleenstaande ouders met allerlei problemen tijdens en na detentie. Ik wil dan ook graag benadrukken dat de groep moeders in detentie een vergeten groep is. Beren op de weg Van Muijen is blij met de inzet van Justitie, maar ziet nog wel beren op de weg: ‘Soms zitten moeders in Brabant in de gevangenis, terwijl hun kinderen in Groningen wonen. Als de bezoektijden dan op dinsdag zijn en niet in het weekend, dan is dat een slechte zaak. Je ziet ook dat het gevangeniswezen echt een mannenbolwerk is. Tienduizenden mannen komen jaarlijks in detentie. Het besef dat vrouwen een andere benadering vergen en zorgtaken hebben, is nog niet overal sterk ontwikkeld. Justitie zal daar blijvend meer aandacht aan moeten schenken, ook de beleidsmakers in Den Haag. Het is mooi dat vrouweninrichtingen kennis en methodieken uitwisselen. Met betrekking tot nazorg is het goed als elke gemeente de nazorg vormt geeft. Hoe is de aansluiting tussen ex-gedetineer-
Een moeder die in Duitsland levenslange gevangenisstraf kreeg, maakte dit beeldje van ‘Doris’ voor Gezin in Balans. Foto Gezin in Balans
den in onze gemeente geregeld? Zijn er afspraken tussen Justitie en corporaties, met zorginstellingen en de sociale dienst? En met onderwijsinstellingen? Het zou goed zijn als PvdA-raadsleden dit onderwerp lokaal op de agenda zetten, zodat nazorg een stuk beter wordt. En het zou mooi zijn als het voor gemeenten mogelijk wordt gelden voor scholing en reïntegratie in te zetten voor programma’s die starten in de inrichtingen. Vanuit maatschappelijk oogpunt en openbare orde is gemeenten er alles aan gelegen om te voorkomen dat een gedetineerde onvoorbereid met een blauwe zak op straat staat.’ Bruggen slaan Verboven wijst de gemeenten ook graag de weg: ‘Mevrouw Albayrak heeft gelijk: De verantwoordelijkheid voor nazorg ligt bij de
Een mama in de
gevangenis
gemeenten. Maar gemeenten zien dit als een nieuwe taakstelling en richten zich met name op de veelplegers in hun gemeenten want die zorgen voor de meeste overlast. Gezin in Balans probeert bruggen te slaan. Wij komen iedere week bij een moeder langs en helpen haar en haar kinderen de weg te vinden binnen een gemeente en leveren daarmee zorg en ondersteuning op maat. Maar helaas eindigt de subsidie voor ons project op 1 januari 2008. Daarmee komt er aan een goedlopend project wellicht een einde, terwijl het nieuwe project ‘Een betere start’ zover ik weet meer een onderzoek is naar de effecten van een training die moeders krijgen aangeboden aan het einde van hun detentie, gericht op opvoedingsvaardigheden. Deze training en dit onderzoek zal helemaal geen antwoorden geven op de problematiek zoals die er nu ligt. Dus in die zin is het misschien zelfs ook gevaarlijk om allerlei verwachtingen aan dit project op te hangen. Maar dat zijn allemaal zaken die we op het symposium zeker aan de staatssecretaris mee zullen geven. Het is goed dat dit symposium georganiseerd wordt, want de vrouwen verdienen de aandacht.’ Nancy sluit af: ‘Weet je, het heeft me verbaasd hoe welwillend men bij de Sociale Dienst was na mijn detentie bij de aanvraag van een uitkering. Hoewel ik duidelijk te kennen gaf zo snel mogelijk weer het arbeidsproces in te willen kreeg ik klakkeloos een vrijstelling van een jaar ten aanzien van een sollicitatieplicht. De logica ontging en ontgaat me nog immer volledig! Gelukkig heb ik maar 1,5 maand van deze voorziening gebruik hoeven te maken.’ Met dank aan Ludmilla Skinner.
15
WMO sociaal: het Kerkraadse Met de komst van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) heeft de gemeente Kerkrade de kans gegrepen een eigen model te ontwikkelen en uit te voeren. Volgens Wethouder Ralf Krewinkel is het kernwoord van dit model ‘sociaal’.
‘Kerkrade heeft duidelijke keuzes gemaakt die geheel en alleen ten goede komen aan de klant,’ stelt Krewinkel in een toelichting op het Kerkraadse WMO-model. Dat model bevat vier pijlers, te weten het inzetten van paramedici als intakers, de inrichting van wijkloketten en de oprichting van sociale wijkteams, het oplossen van de problematiek rondom de ontslagen in de thuiszorg en ruimte voor nieuw sociaal beleid. Daarnaast zullen gemeenschapshuizen een opwaardering krijgen die de toekomst voor deze wijkvoorzieningen waarborgt. ‘Kerkrade heeft gekozen voor het inzetten van paramedici als WMO-intakers omdat deze deskundigen op basis van hun kennis en ervaring snel een beslissing kunnen nemen bij een aanvraag. Situaties die moeilijker te beoordelen zijn, worden wel bekeken door een keuringsarts.’ Wijkloketten Op dit moment is de gemeente in een vergevorderd stadium bij het invoeren van zogenaamde wijkloketten. ‘Centraal in de wijk komt er een loket waar mensen terecht kunnen voor een WMO-aanvraag.
Klanten kunnen dan behalve in het gemeentehuis, per internet of per telefoon ook bij hen in de buurt geholpen worden. Tevens dient het loket als informatiecentrum voor informatie over bijvoorbeeld vrijwilligerswerk of buurtgericht werken.’ Wat een absolute toegevoegde waarde is binnen het Kerkraadse model zijn de sociale wijkteams. In Kerkrade opereren drie teams, die elk bestaan uit medewerkers van de gemeente (WMO en buurtgericht werken), de lokale welzijnsinstelling Impuls (maatschappelijk werk, vrijwilligersconsulent en ouderenadviseurs) en de grootste zorgaanbieder Meander Zorggroep. Primaire doelstelling van de sociale wijkteams is volgens wethouder Krewinkel om vragen en knelpunten van inwoners dicht bij huis integraal op te pakken en waar mogelijk direct te beantwoorden of op te lossen. ‘De teams vergroten op buurtniveau het contact tussen aan de ene kant de inwoner en aan de andere kant de gemeente en haar partners. Op deze manier kan maatwerk geleverd worden. Een groot bijkomend voordeel is de mogelijkheid om proble-
men die aan de oppervlakte niet zichtbaar zijn, wel te signaleren en actief op te lossen. Voorbeelden hiervan zijn armoede, (zelf ) verwaarlozing en vereenzaming, individuele en openbare veiligheid, geweld, buurtzaken, maar ook het opsporen van gezinsproblematiek. Uitgangspunt bij de sociale wijkteams is het uitbouwen van bestaande netwerken. Er worden dus geen nieuwe lijnen opgezet; integendeel, er wordt voor de inwoner aangestuurd op minder bureaucratie.’ Huisbezoek In de lijn van het bovenstaande zullen alle mensen die ouder zijn dan 65 jaar voor 2010 allemaal minimaal één huisbezoek aangeboden krijgen. De doelgroep wordt hier rechtstreeks voor benaderd. De ouderenadviseurs leggen de bezoeken af. ‘De gesprekken kunnen dan over diverse thema’s gaan zoals eenzaamheid, financiële problemen, maar ook over het organiseren van de eigen administratie. Hieraan gekoppeld zijn diverse projecten waarbij vrijwilligers bepaalde problemen zoals de administratie ordenen ter hand nemen. De hele structuur
INITIATIEF VAN DE MAAND
wijkAdoptie in lelystad In Lelystad hebben acht PvdAraadsleden in september vorig jaar de acht wijken van deze gemeente geadopteerd. Jos d’Arnaud is één van die raadsleden. Zij schreef als opdracht voor de Wibautleergang van het CLB een wijkadoptieplan en nam zelf de Waterwijk voor haar rekening. In deze multiculturele woonwijk zijn meer dan zeventig verschillende nationaliteiten vertegenwoordigd. In samenwerking met de wijkraad, die bestaat uit vertegenwoordigers van deze bewoners, richtte Jos d’Arnaud een wijkjongerenraad op. Sinds een half jaar bestaat er ook een heus wijkadoptieweblog, dat is te vinden op www.lelystad.pvda.nl. Op zaterdag 1 september jl. kwam minister Ella Vogelaar van Wonen, Wijken en Integratie op uitnodiging van de PvdA Lelystad en de wijkraad van de Waterwijk het jaarlijkse wijkfeest openen. Zij maakte tijdens een rondwandeling kennis met de bewoners. De bewindsvrouwe reikte een WijkAward uit aan een plaatselijke supermarkt en bezocht een
buurthuis en een gezondheidscentrum. Al met al een zeer geslaagd, informeel bezoek, meldt Jos d’Arnaud. Misschien is wijkadoptie ook iets voor uw gemeente. Jos is graag bereid er meer over te vertellen. Zij is te bereiken op 0320228234 of 06 -48622039, e-mail:
[email protected] Op de foto ontmoet minister Vogelaar tijdens haar rondwandeling living statue ir. Lely. Burgemeester Margreet Horselenberg en wijkraadvoorzitter Roy Zuiverloon kijken toe.
Staat hier volgende keer uw initiatief? Heeft u als PvdA-fractie in de gemeente of de provincie ook een leuk voorstel gerealiseerd waar iedereen eigenlijk jaloers op is? Meld het ons, zodat wij het kunnen doorgeven in onze rubriek Het initiatief van de maand. Op die manier kunnen wellicht ook andere PvdA’ers in het land er hun voordeel mee doen. Dus kom in actie en geef uw initiatief aan ons door! Wij zetten u graag in het zonnetje. Reacties naar:
[email protected]
16
erkraadse model van de wijkteams moet ervoor zorgen dat de professionele hulp via één kanaal (ouderenadviseur) bij de mensen komt. Dit is veel efficiënter en klantvriendelijker.’ Ontslagen Naast de invoering van de sociale wijkteams komt de gemeente Kerkrade als eerste in de regio met een oplossing voor de problematiek rondom de ontslagen in de thuiszorg. Kerkrade heeft afspraken gemaakt met de zorgaanbieders die ervoor zorgen dat er niet alleen geen gedwongen ontslagen vallen, maar juist mensen worden opgeleid in de zorg. Tevens blijft de thuishulp voor de mensen gelijk. Krewinkel: ‘Dit betekent dat de praktische hulp hetzelfde blijft, maar zeker zo belangrijk - ook hetzelfde gezicht de hulp uitvoert. Hierdoor wordt veel sociale onrust en een dreigend ontslag voor ongeveer 250 personen voorkomen!’ Uit de onderhandelingen met thuiszorgaanbieders heeft de gemeente ruimte voor nieuw sociaal beleid weten te bemachtigen. Een voorbeeld hiervan is een servicedienst voor ouderen en mensen met een beperking.
De servicemedewerkers worden ingezet als er problemen zijn met defecte scootmobiels of als er kleine klusjes in huis moeten worden gedaan. In de komende maanden zal Kerkrade volgens Krewinkel ook keuzes maken wat betreft gemeenschapshuizen. ‘Het is de bedoeling dat de bestaande en veelal verouderde gemeenschapshuizen fors worden aangepakt. Dat kan door middel van grootschalige verbouwing of eventueel nieuwbouw. De doelstelling is dat de basisvoorzieningen in de wijken voor de komende tientallen jaren worden gewaarborgd’. Wie meer van de Kerkraadse aanpak wil weten, neemt contact op met Ralf Krewinkel, tel. 045-5676237, e-mail
[email protected]
Wethouder Ralf Krewinkel wijst een scootmobielster de weg.
Kom naar ons CLB-festival Persoonlijk op 6 oktober in de Rai! In de PvdA-Tweede Kamerfractie is Pierre Heijnen de contactpersoon Felix Rottenberg en minister Ella Vogelaar zijn de hoofdgasten op het 13e CLB-festival van het binnenlands bestuur, dat op zaterdag 6 oktober a.s. in de Rai in Amsterdam wordt gehouden van 13.00 tot 17.30 uur. Het festival sluit daarmee aan op het PvdA-congres dat ’s ochtends op dezelfde lokatie plaats vindt en waar o.a. de nieuwe PvdA-voorzitter zal worden gekozen. Op het CLB-festival zal Felix Rottenberg de Elfde Wibautlezing uitspreken, waarbij hij zal ingaan op de ontwikkelingen binnen de PvdA. Ella Vogelaar zal vertellen wat er in de oude wijken moet gebeuren om daar prachtwijken van te maken. Daarnaast is een groot aantal mensen op vrijwel ieder beleidsterrein aanwezig met wie u in de pauze kennis kunt maken. Handig voor uw netwerk. Kortom, een boeiende en leerzame bijeenkomst, die op speelse wijze wordt geopend door stand-up comedian Rachid Larouz en wordt afgesloten met een borrel. Alle CLB-contribuanten hebben inmiddels de uitnodiging voor het festival ontvangen. Voor meer info zie onze website www.lokaalbestuur.nl Wij zien u graag op 6 oktober in de Rai!
nws
voor burgemeestersbenoemingen. Belangstellenden voor het burgemeestersambt kunnen contact opnemen met hem. Dat geldt ook voor fractievoorzitters in gemeenten waar op korte termijn een burgemeestersvacature is te verwachten. Pierre Heijnen is te bereiken via Coby Knijnenburg, tel. 070-3182790. > PvdA-Kamerlid Ferd Crone wordt de nieuwe burgemeester van Leeuwarden. De gemeenteraad heeft hem als eerste op de voordracht geplaatst. > Bert Hinnen is geen burgemeester meer van de Overijsselse gemeente Olst-Wijhe. Hinnen maakte per 1 september gebruik van de FPU-regeling. > Ton van Pelt is geen burgemeester meer van het ZuidHollandse Oostflakkee. Per 1 september is hij met leeftijdsontslag gegaan. > In de Limburgse gemeente Arcen en Velden is Lex van Marcke geen wethouder meer. > In het Zuid-Hollandse Dordrecht is Nezan Albayrak opgevolgd door Jan Lagendijk als wethouder. > In de Noord-Hollandse gemeente Heemstede is wethouder Nera Otsen opgevolgd door het raadslid Sjaak Struijf. > In de Rotterdamse deelgemeente Kralingen-Crooswijk is Lucas de Boer als nieuw DB-lid aangetreden. > In het Zuid-Hollandse Vlist heeft Bas Noorlander zijn functie als wethouder neergelegd. Raadslid Elly van der Klauw is
als wethouder aangetreden. K. Jongeneel is nieuw in de raad. > In de Zuid-Hollandse gemeente Brielle is het raadslid Marion van Hoef-Amsterdam opgevolgd door R. Jansen. > In het Drentse Coevorden is Jantinus Westerhof gestopt met raadswerk. Karst Kuipers is nieuw in de raad. > In de Overijsselse gemeente Deventer is Hester van DijkScholten opgevolgd door Marry Dijkshoorn als raadslid. > In de gemeente Groningen is A. Prins opgevolgd door Jan Derk Hukema als raadslid. > In het Noord-Hollandse Heemskerk is Johanna Kalverda geen raadslid meer. J. Drijfhout en J. Ruitenberg zijn nieuw in de raad. > In het Gelderse Heerde is Wim Groeneveld opgevolgd als raadslid door H. Roseboom. > In de Limburgse gemeente Heerlen is Nico Pelt gestopt met raadswerk. > In het Zuid-Hollandse Korendijk is Marco Bentz van den Berg opgevolgd door Esdra Minnaard als raadslid. > In het Limburgse Maastricht is Cecile Stallenberg gestopt met raadswerk. > In de Groningse gemeente Marum is K. Landman geen raadslid meer. Geert Teerling is nieuw in de raad.
> In de Utrechtse gemeente Rhenen is Marian Pielage opgevolgd door Ineke Holierook als raadslid. > In het Zuid-Hollandse Rijswijk is Gokben Uner als raadslid opgevolgd door C. Yilmaz. > In de Rotterdamse deelraad IJsselmonde zit Gulsum Doganer niet meer in de raad. Leonard Pavion en Thea Bosman zijn nieuw in de raad. > In de Rotterdamse deelraad Prins Alexander is Peter Veenstra gestopt met raadswerk. > In het Zeeuwse Sluis is Leen Wille opgevolgd door Rene Beijersbergen als raadslid. > In de Zuid-Hollandse gemeente Strijen is Peter Sirag als raadslid opgevolgd door John Huigen. > In de Groningse gemeente Zuidhorn is R. Haye opgevolgd door A. Hatzman als raadslid.
17
Foto Martijn Beekman/HH
Bestuurders door ONVO ondersteuning
Wouter Bos komt na een bespreking over de kabinetsformatie naar buiten met PvdA-voorlichter Remco Dolstra. Inmiddels is Dolstra hoofd persvoorlichting op Bos’ ministerie van Financien.
Gemeentebestuurders moeten opereren in een snel veranderende omgeving. Bestuurlijke complexiteit, gewijzigde politieke verhoudingen en maatschappelijke omgangsvormen eisen hun tol. Het percentage bestuurders dat voortijdig aftreedt, is de laatste jaren snel gestegen. Om overeind te blijven hebben bestuurders meer en vooral andere deskundige ondersteuning nodig, onder meer van communicatieadviseurs.
Wim Carabain Oud-wethouder van Voorschoten, werkzaam als zelfstandig adviseur van bestuurders
18
Twee recente onderzoeken die in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken zijn uitgevoerd, geven aan dat het aantal burgemeesters en wethouders dat voortijdig aftrad de laatste jaren flink is gegroeid. In het rapport De vallende burgemeester lezen we dat in 2002 slechts twee burgemeesters voortijdig terugtraden. In 2003 groeide dit aantal tot vijf. In 2004 steeg het verder naar negen en in 2005 legden veertien burgemeesters voortijdig hun functie neer. 1 Het beeld van de wethouders ziet er nog somberder uit. Een analyse van het onderzoeksbureau Zenc ten behoeve van de Trendnota: De staat van het bestuur 2006 van het ministerie van BZK leert dat het percentage wethouders dat de eindstreep niet haalde in de periode 2002-2006 op 28 procent lag. Dit betekent dat van de 1687 wethouders die in 2002 aan het ambt begonnen er 472 voortijdig afhaakten. In de periode 1998-2002 betrof het 25 procent, ofwel van de 1726 wethouders die in 1998 zijn benoemd traden er 430 voortijdig terug. 2 De meest recente gegevens laten zien dat het percentage in 2006, vergeleken met 2002 (het eerste jaar van de vorige periode) verder is gestegen. In 2006 traden 50 wethouders terug en in 2002 waren het er 37. 3 In ‘Terugtredende wethouders’ worden drie hoofdoorzaken genoemd voor het vroegtijdig
terugtreden, te weten de politieke verhoudingen, het gebrek aan resultaten en persoonlijke overwegingen. Nadere analyse leert dat het gestegen percentage voor een aanzienlijk deel is te verklaren uit bestuurlijke en politieke conflicten en aspecten van communicatieve aard. Veranderde omgeving Een verklaring waaraan de onderzoeken nauwelijks aandacht besteden, is de sterk veranderde omgeving waarin bestuurders opereren. Dualisme wordt weliswaar als oorzaak genoemd, maar dat is slechts een deel van de omgeving. Een ander deel wordt gevormd door de maatschappelijke omgeving van bestuurders. Daar heeft zich een proces van verregaande professionalisering voltrokken. Dat geldt voor zowel voor maatschappelijke organisatie, pressiegroepen als voor media. Ook is de deskundigheid bij burgers door verbeterde toegankelijkheid van informatie in korte tijd flink toegenomen. Niet zelden beschikken de gesprekspartners van bestuurders over meer deskundigheid dan de beleidsmedewerkers van de bestuurder. Die veranderde omgeving vereist een ander type bestuurder. Tegenwoordig moet een bestuurder niet alleen besluitvaardig zijn, hij moet vooral goed kunnen luisteren. Hij moet in staat zijn permanent een dialoog te zoeken,
beschikken over de vaardigheid om weerstanden te overbruggen en hij moet concessies kunnen doen. En niet in de laatste plaats dient hij over goed ontwikkelde communicatieve vaardigheden te beschikken. Enkele aanvullende selectiecriteria bij de rekrutering van bestuurders zijn geen overbodige luxe. Maar dat volstaat niet. Door de veranderde omgeving zal er ook meer aandacht moeten zijn voor de wijze waarop en de mate waarin bestuurders worden ondersteund. Om in het nieuwe duale en geprofessionaliseerde krachtenveld overeind te blijven, hebben bestuurders voldoende deskundige en vooral ook vertrouwelijke ondersteuning nodig. In beide opzichten schiet de huidige ondersteuning tekort. In de diverse fasen van het beleidsproces moeten bestuurders van bijvoorbeeld middelgrote gemeenten bestuurlijke successen boeken met de materiële ondersteuning van enkele beleidsmedewerkers, een bestuursadviseur en een communicatieadviseur. Alleen al vanwege de bescheiden omvang van zo’n cluster is sturing op de uitkomst en het verwerven van draagvlak op basis van een doordachte strategie welhaast onbegonnen werk. Machiavelli Los van het kwantitatieve aspect ligt er ook een kwalitatief probleem. Bezien we bijvoorbeeld de
kopje onder OLDOENDE ondersteuning
Foto Joost van den Broek/HH
Burgemeesters zijn de afgelopen jaren kwetsbaarder geworden. Hier de twee kandidaten voor het burgemeesterschap van Utrecht, VNG-topman Ralph Pans en Tweede Kamerlid Aleid Wolfsen. De beide PvdA’ers maken een praatje voor het stadhuis.
communicatieve ondersteuning dan blijkt uit een analyse van de Leidse hoogleraar Bestuurskunde Jouke de Vries dat communicatieadviseurs het communicatievak overwegend benaderen vanuit een klassieke visie op communicatie. In dat model is communicatie een nobele activiteit in dienst van de democratie en de bevolking. Veel communicatiedeskundigen hebben volgens De Vries onvoldoende besef dat het in de politiek draait om macht. In die zin is er onvoldoende kennis van Machiavelli. Zij zouden veel meer deskundigheid moeten ontwikkelen op aspecten als nieuwsmanagement, spindoctering en propaganda-activiteiten. 4 Verlengstuk Meer kennis hebben van en vervolgens handelen in de geest van Machiavelli is een impliciet pleidooi voor politisering van de bestuurlijke ondersteuning. Een nadrukkelijke oriëntatie van communicatieprofessionals op Machiavelli heeft tot gevolg dat er een inhoudelijke relatie wordt aangegaan met de bestuurder, waardoor de adviseur een verlengstuk wordt van de bestuurder. De neutraliteit van ambtenaren verschuift naar de achtergrond en het belang van de bestuurder komt op de voorgrond. Hoewel De Vries desgevraagd nog niet zover wil gaan om ook expliciet een proces van politise-
ring van ambtenaren te bepleiten, onderschrijft hij wel de ernst van het probleem en de urgentie om te komen tot een oplossing. 5 De druk op het ministerie van BZK, VNG, de wethoudersvereniging, maar ook op politieke partijen om met een oplossing te komen voor de toenemende instabiliteit van het lokaal bestuur neemt snel toe. Gezien de initiatieven die het CLB sinds de verkiezingen op het terrein van coaching heeft genomen, blijkt dat de urgentie van de problematiek wordt onderkend. De grens van het percentage bestuurders dat tegenwoordig tijdens een bestuursperiode kopje ondergaat is immers wel bereikt. Overlevingskansen Een oplossing kan in twee richtingen worden gezocht. In de eerste plaats kan coaching en training bijdragen aan het vergroten van de overlevingskansen van bestuurders. Voor burgemeesters wordt dit goed georganiseerd en gefaciliteerd door het Genootschap van Burgmeesters. Veel beter dan voor wethouders die volgens enkele aanbieders van coaching en trainingsprogramma’s zeer terughoudend gebruik maken van de mogelijkheden. Een persoonsgebonden budget voor wethouders kan in dit opzicht uitkomst bieden. Daarnaast biedt het creëren van de mogelijkheid voor bestuurders om enkele persoonlijk medewerkers aan te trekken
uitkomst. Hoewel deze werkwijze formeel nog niet aansluit bij de waarden en normen in het lokaal bestuur, lijkt deze werkwijze bij de rijksoverheid al enige tijd gemeengoed. Vrijwel elke bewindspersoon heeft een cluster van vertrouwelingen als politieke adviseurs om zich heen. Het zijn politieke functionarissen die zowel strategisch als uitvoerend de bewindspersoon met raad en daad bijstaan. Heel toepasselijk wordt in dit verband wel gesproken van een bontkraag. Ter illustratie: Heel recent werd Stephan Schrover, oud-woordvoerder van CDA-fractievoorzitter Verhagen, aangesteld als directeur communicatie bij het ministerie van Sociale Zaken. En Remco Dolstra, woordvoerder van PvdA-fractievoorzitter Bos wordt nu ingehuurd als hoofd persvoorlichting bij het ministerie van Financiën. Om in het duaal stelsel en een geprofessionaliseerd krachtenveld overeind te blijven, kan het voor lokale bestuurders ook aantrekkelijk zijn enkele vertrouwelingen als ankers en steunpilaren om zich heen te verzamelen. Functies die zich daarvoor goed lenen zijn bestuursadviseur, communicatieadviseur en politiek assistent. Conclusie Een combinatie van maatregelen kan er aan bijdragen dat bestuurders beter zijn voorbereid op politieke, bestuurlijke en
maatschappelijke ontmoetingen en confrontaties. Zo zouden communicatieopleidingen meer aandacht kunnen besteden aan de rol van Machiavelli in het openbaar bestuur. Politieke partijen zouden aanvullende criteria moeten ontwikkelen voor de rekrutering van bestuurders. Er kunnen betere coachings- en trainingsfaciliteiten voor wethouders worden aangeboden, zoals een persoonsgebonden budget en de mogelijkheid kan worden gecreëerd voor bestuurders van middelgrote en grote gemeente om een cluster van persoonlijke adviseurs aan te trekken. Tezamen kunnen deze maatregelen er voor zorgen dat er een eind komt aan het hoge percentage bestuurders dat voortijdig aftreedt.
Noten: 1. D e vallende burgemeester: een onderzoek naar factoren, omstandigheden, patronen en preventie- en interventiemogelijkheden, A.F.A. Korsten en H. Aardema, juni 2006. 2. T erugtredende wethouders, door Zenc, P. Castenmiller, M. Meesters, B. Pluut, 14 september 2006. 3. ‘Kopje onder: Meer wethouders weg in 2006’, H. Bouwmans, in: Binnenlands Bestuur, 5 januari 2007. 4. ‘Wallage of Machiavelli: Het groeiend belang van communicatie in openbaar bestuur en politiek’, J. de Vries, in: Communicatie in het hart van het beleid, RVD-Communicatiereeks, 2004 5. Gesprek met J. de Vries op 23 april 2007.
19
Foto’s van links naar rechts: Zutphens Persbureau/ Patrick van Gemert Martin Droog Willem Mieras Bert Beelen
UIT HET DAGBOEK VAN EEN
raadsLID Een nieuw politiek seizoen, vier nieuwe dagboekschrijvers. Mathilde de Jong (Brummen), Mohammed Mohandis (Gouda), Helbertijn Luijt (Goes) en Stijn Verbruggen (Nijmegen) behoren tot het netwerk van jonge PvdApolitici. De komende maanden vertellen zij wat er allemaal in hun gemeente omgaat.
20
Mathilde de Jong Brummen
Mohammed Mohandis Gouda
Helbertijn Luijt Goes
Stijn Verbruggen Nijmegen
Voor de jeugd In de Brummense raad ben ik de op een na jongste met mijn 29 jaar. In onze fractie hebben we vijf vrouwen en drie mannen. Een interessante verdeling in mijn ogen. Wij zijn met acht van de negentien zetels de grootste partij in Brummen. Naast het raadslidmaatschap werk ik volledig als jurist bij een andere gemeente. Het is druk, maar ontzettend boeiend! Toen ik vorig jaar in maart als raadslid begon nam ik mij meteen voor om in ieder geval één onderwerp te kiezen waarin ik een duidelijke bijdrage kan leveren. Ik heb ervoor gekozen om het jeugdbeleid in de volle breedte aan te pakken. Het is een enorm boeiend, maar ook complex gebied. Een flinke klus. Wat vandaag nieuw is, is morgen al weer achterhaald. Dat maakt het lastig, maar des te interessanter om mee bezig te zijn. Ik ben het afgelopen jaar in gesprek gegaan met verschillende burgers en instellingen die te maken hebben met kinderen en hun ouders. Ik wil een gemeenschappelijk en breed in het veld gedragen stuk maken dat ik in de vorm van een initiatiefvoorstel met een aantal duidelijke speerpunten aan de gemeenteraad wil voorleggen. Na een jaar praten en schrijven gaat dat in november in eerste fase gebeuren in een opiniërende raadsvergadering. Het stuk zal eerst kritisch worden belicht door de fractie. Ik word daarbij niet gespaard. Dat geeft mij een goede voorbereiding op de discussie in de raad. We zullen als PvdA fractie iets neerzetten. In het belang van de kinderen van Brummen! www.mathilde.web-log.nl
Niet piekeren Ik ben 22 jaar en PvdA-raadslid in het mooie Gouda, daar waar de rivieren en grachten geen einde kennen. Wat gaat de tijd snel, Net terug van een heerlijke vakantie en de stapels werk wachten om behandeld te worden. Een ramadan waarin traditioneel veel ontmoetingsactiviteiten worden georganiseerd, ons partijcongres op komst. In het buitenland volgde ik de ontwikkelingen rondom onze partij. Eerlijk gezegd ga ik me steeds meer zorgen maken. Er komen dagelijks ‘partijdeskundigen’ aan het woord die het allemaal beter weten. We hebben 60.000 leden. Kom op, we hebben een goede basis, anders kunnen we ons net zo goed opsplitsen in 60.000 partijen. Wat bindt ons wat willen we met Nederland, zijn dat niet de cruciale vragen? Waar staan we, waarop willen we afgerekend worden. Ik heb het gevoel dat we over de meeste onderwerpen meer vragen hebben in plaats van een duidelijk antwoord. Landelijk hebben we een goede positie, in de meeste gemeenten zijn wij de grootste en in veel provincies maken we deel uit van het college. We zijn een van de weinige partijen met een representatieve achterban. Van deze basis moeten we profiteren. Kom op partijgenoten, niet piekeren, de straten op, zoals we dat voor de verkiezingen deden en onze zichtbaarheid vergroten. Ik ben ervan overtuigd dat de burgers bij ons een antwoord krijgen op de meeste problemen. Wel hoop ik dat er op het congres een bestuur wordt samengesteld die een duidelijke koers vaart en de afdelingen en leden motiveert, adviseert, stuurt en enthousiasmeert.
Regels Net terug gekomen van een vakantie in Australië en nog niet bekomen van mijn jetlag kijkt de stapel post die je als raadslid krijgt mij aan. Ik kijk nog even niet terug. Er is ook e-mail van de griffier, de fractievoorzitter, mede raadsleden en de afdeling communicatie. Nog even geen zin om terug te communiceren. Nog even het vakantiegevoel vasthouden en foto’s kijken van het land waar je geen vuil op straat hebt, waar je prachtige stadsparken met gratis barbecues hebt en waar de jongeren blijkbaar iets anders te doen hebben dan op straat te hangen. Tijdens mijn vakantie heb ik mij vaak afgevraagd hoe het mogelijk is. Hier zou je op straat struikelen over de rondhangende jongeren en het zwerfvuil en zou een barbecue al lang gesloopt zijn. Waarom kan het daar wel en hier niet? Dan kom ik een foto tegen van een bordje met alle regels die er voor zo een park gelden en besef ik weer waardoor het komt. Overal heb je van deze bordjes met wat je vooral niet mag doen. Zo mag je kind niet met een luier om in het gratis buitenluchtzwembad; je mag niet in je zwemkleding op het springkussen en je mag niet vloeken in het speeltuintje. In de gemeenteraad zou er meteen geroepen worden dat deze regels niet handhaafbaar zijn. Misschien niet, maar Australiërs houden zich er gewoon aan. Misschien moeten we in Nederland er eerst maar voor zorgen dat we de regels naleven en ze dan pas afschaffen?
Vizier op de toekomst Laat ik mezelf eerst even kort voorstellen. Mijn naam is Stijn Verbruggen, 31 jaar oud (of jong) en raadslid in Nijmegen. Mijn portefeuille bestaat uit de thema’s wonen, wijken, sport, inburgering en fietsbeleid. Dat weerhoudt me echter niet om ook over andere onderwerpen een mening te hebben! Op mijn website www.stijnverbruggen.nl schrijf ik regelmatig over actuele onderwerpen uit de Nijmeegse politiek. De PvdA speelt een grote rol in mijn dagelijkse bezigheden. Niet alleen als raadslid, maar ook in mijn werk. Sinds augustus werk ik namelijk als persvoorlichter bij de Tweede Kamerfractie van de PvdA. Daarvoor werkte ik als inhoudelijk medewerker voor de Tweede Kamerfractie, onder andere op de thema’s integratie, wonen en wijken. De oplettende lezer was vast al opgevallen dat die onderwerpen ook lokaal in mijn portefeuille zitten. En dat leidt tot interessante kruisbestuivingen. Als medewerker was ik betrokken bij de voorbereiding van de PvdA-inbreng bij de Wet inburgering, als raadslid voerde ik het woord bij de vertaling van die wet in de lokale verordening. Die Nijmeegse verordening ging dankzij mijn amendementen fors op de schop en knelpunten die uit de Nijmeegse praktijk bleken, werden door de Tweede Kamerfractie weer onder de aandacht van de minister gebracht. De PvdA zou contacten tussen Kamerleden en lokale politici nog veel vaker en beter kunnen benutten! Weblog: www.stijnverbruggen.nl
x&x
Van Assendelft Fotografie
YVONNE&CHRIT
Maakt u zelf ook deel uit van zo'n intrigerende combinatie? Meld het ons. Er moet sprake zijn van verwantschap of relatie, en tenminste één van beiden moet voor de PvdA actief zijn als volksvertegenwoordiger of bestuurder in de gemeente of de provincie. Een GroenLinkspoliticus en een PvdA-raadslid die familie zijn, kunnen dus ook. Als u voorbeelden kent of zelf in deze rubriek wilt komen, mail dan naar:
[email protected]
Yvonne Oude Luttikhuis (54), vrouw van
Chrit Custers (49) , man van
> PvdA-fractievoorzitter in Uden sinds maart 2006 > In het dagelijks leven manager zorginnovatie bij een non-profitinstelling > Vindt het leuk maar ook wel eens lastig dat ze samen met haar man in de gemeenteraad zit. ‘Door de politiek zien we elkaar meer dan ooit, maar je moet het persoonlijke en het zakelijke van elkaar weten te scheiden’ > Politieke drijfveer: ‘Voor mij staat het sociale voorop in de politiek. Solidariteit en vrijheid zie ik als kernwaarden’ > Wil in deze periode vooral werken aan een ruimhartige uitvoering van de WMO. ‘Het gaat om kwetsbare mensen.’ ‘En we hebben als PvdA een armoedebeleidsplan ontwikkeld. Het gaat om structurele maatregelen, dit in tegenstelling tot de SP, die zich vooral bezig houdt met geld inzamelen voor de Voedselbank’ > Heeft een hekel aan ‘de grotebekkendemocratie: mensen die zich overschreeuwen en populistisch bezig zijn’ > Bewondert in Chrit dat hij ‘bereid is heel veel > te investeren in zijn raadswerk. En hij kan goed luisteren’ > Zou als er geen PvdA bestond op GroenLinks stemmen. ‘Het gedachtegoed van die partij ligt toch het dichtst bij het onze. De manier waarop de SP met vraagstukken omgaat, spreekt me niet zo aan. Ze zijn me te activistisch. Je kan er wel mee samenwerken, maar zodra het aankomt op besluitvorming gaan ze dwarsliggen’ > Is in haar vrije tijd fervent lezer, houdt van Bach en speelt een beetje piano.
> Raadslid in dezelfde gemeente sinds april 2006 > Werkt als kwaliteitsbewaker bij een mediabedrijf dat cd’s en dvd’s produceert > ‘Ik had wel op dit punt wel problemen verwacht maar heb er nog niks van gemerkt. We vullen elkaar goed aan. Yvonne is politiek gesproken natuurlijk wel mijn baas’ > ‘De PvdA is altijd mijn partij geweest. Ben van lijstduwer raadslid geworden. Wilde mijn vrouw steun geven, dat is gelukt’ > ‘Een goede uitvoering van ons zorgverzekeringsstelsel vind ik heel belangrijk. Er moet voldoende geld zijn. Mensen niet van het kastje naar de muur sturen. Verder ben ik er trots op dat we door subsidie te geven duurzame energie aantrekkelijk maken voor onze inwoners’ > ‘Ik kan er niet tegen dat raadsleden niet to the point zijn tijdens een vergadering, waardoor je volledig de draad kwijtraakt’ > ‘Yvonne is heel goed in het inhoudelijke debat. Ze is deskundig en weet precies hoe dingen in elkaar zitten’ > ‘Dan zou het SP worden, vanwege het sociale. Al vind ik het een groot bezwaar dat die partij teveel een politbureau is, ze straalt niet de democratische waarden uit. Landelijk kan de PvdA wat doen tegen de opmars van de SP door meer Partij van de Arbeid te worden. Een linkse voorzitter kan daarbij helpen’ > Mag graag veldlopen, skiën en op de racefiets zitten
nws Trainingen voor fracties Raads- en Statenfracties beschikken over een arsenaal aan ervaringen, opvattingen en kennis. Met elkaar, en voorzien van alle kennis en vaardigheden, proberen ze zoveel mogelijk van hun PvdA-doelen te realiseren. Om er voor te zorgen dat dat ook in een goede sfeer kan gebeuren, zal gewerkt moeten worden aan het vormen van een team en zullen afspraken gemaakt moeten worden over het verdelen van alle taken die gedaan moeten worden. En dat doe je niet één keer in de vier jaar, dat vergt voortdurend onderhoud. Het CLB beschikt over een pool van ervaren trainers. Deze leveren trainingen op maat voor fracties, zoals teambuildtrainingen en het opstellen en evalueren van een fractiewerkplan. Voor deze trainingen heeft het CLB een subsidiepot beschikbaar, waaruit de voorbereidingstijd die een trainer nodig heeft voor het opstellen van een op maat gesneden programma betaald wordt. Naast het werken in een team aan fractiedoelen is het natuurlijk ook belangrijk dat de fractieleden beschikken over voldoende vaardigheden als debatteren, presenteren en omgaan met de media. Het CLB ondersteunt het organiseren van vaardigheidstrainingen in regionaal verband, zowel voor fractieleden als fractievoorzitters. Het CLB neemt, onder bepaalde voorwaarden, de totale kosten van de vaardigheidstrainer op zich. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Margriet Visser,
[email protected] of Vera Bos,
[email protected]
Wilt u adverteren?
Het initiatief van de maand
U kunt tegen een aantrekkelijke korting gecombineerd adverteren in de bestuurdersbladen van PvdA, CDA en VVD. Uw advertentie komt dan onder ogen van 80% van alle gemeenteraadsleden, wethouders, burgemeesters, statenleden, gedeputeerden en de commissarissen van de koningin. Inlichtingen over tarieven en sluitingstijden zijn verkrijgbaar bij Bureau Recent, Joop Slor, postbus 17229, 1001 JE Amsterdam. Tel. 020-3308998.
Heeft u als PvdA-fractie in de gemeente of de provincie een leuk voorstel gerealiseerd waar iedereen eigenlijk jaloers op is? Meld het ons, zodat wij het kunnen doorgeven in onze rubriek Het initiatief van de maand. Op die manier kunnen wellicht ook andere PvdA’ers in het land er hun voordeel mee doen. Dus kom in actie en geef uw initiatief aan ons door! Wij zetten u graag in het zonnetje. Reacties naar:
[email protected]
Reacties welkom Bent u het niet eens met wat u in Lokaal Bestuur leest? Wilt u een aanvulling of correctie doorgeven? Of heeft u vanuit uw gemeente of provincie iets te melden dat ook voor andere PvdA’ers interessant is? Laat het ons weten. Zorg ervoor dat uw mailtje uiterlijk maandag 8 oktober in ons bezit is, dan kunnen wij het plaatsen in het novembernummer. Alle andere kopij voor dat nummer moet op maandag 1 oktober in ons bezit zijn. U kunt uw bijdrage sturen naar eindredacteur Jan de Roos, e-mail:
[email protected] De sluitingsdatum voor het gecombineerde december-januarinummer is maandag 5 november.
Wijzigingen in de fractie? Het CLB ontvangt graag bericht over wijzigingen in uw raads- of statenfractie. Wij kunnen die dan verwerken in onze administratie en er zonodig melding van maken in onze rubriek Persoonlijk. De volgende gegevens zijn van belang: naam- en adresgegevens, telefoon- en faxnummer en e-mailadres, zowel van het nieuwe als van het vertrekkende raads- of statenlid, plus de datum waarop de verandering is ingegaan. Ook als er een nieuwe PvdA-wethouder (al dan niet ‘van buiten’) of gedeputeerde aantreedt, horen we dat graag. Mail uw gegevens naar:
[email protected]. Als u vragen heeft kunt u bellen (0205512260) of mailen.
21
100 JAAR
DE GEMEENTE LOKAAL BESTUUR Redactie Jan de Roos
Linkse meerderheid Wat de progressieve meerderheden betreft, ziet het landelijke beeld er na 29 mei als volgt uit: 20 gemeenten hebben een PvdAmeerderheid, 21 gemeenten een progressieve meerderheid (PvdA samen met PPR, D’66 of PSP in een of andere combinatie), terwijl tenslotte nog in 19 gemeenten een linkse meerderheid optreedt, bestaande uit CPN alleen (Finsterwolde en Beerta), of CPN met één of meer progressieve partijen. In Groningen, Drenthe en NoordHolland overtreft het aantal gemeenten met een progressieve en linkse meerderheid dat met een confessionele meerderheid (resp. 19-13, 6-2 en 11-8). Een bijzonder slecht figuur sloeg de gemeente Leiden; geen enkele vrouw op 39 raadsleden. Het feit dat ca. 20 procent van de Nederlandse gemeenten nog geen vrouwelijke raadsleden telt betekent dat er voor de Mina’s, dol of niet, nog steeds werk aan de winkel is.
D’66 Bij de verkiezingen voor de raad van het nieuwe Zwolle hebben alle bestaande partijen stemmen moeten afstaan aan D’66 en de omvang waarin dit is gebeurd doet vermoeden dat er met deze groepering iets meer aan de hand is dan bij voorbeeld met de PSP en de Boerenpartij, die in de achterliggende jaren opkwamen en terugvielen. Natuurlijk, D’66 is een soort jeugdbeweging, een modeverschijnsel, zoals de PSP dat een aantal jaren voor jongeren is geweest. Afgewacht moet worden of D’66 zich als politieke partij waar zal weten te maken. Maar ontegenzeggelijk is in verschillende landen een behoefte aan nieuwe partijvorming aanwijsbaar. Dat heeft iets van doen met de slijtage van bestaande partijen. Dat verplicht de PvdA uiteraard tot ‘zelfonderzoek’ in hoever zij een antwoord geeft op de onvrede, die jonge mensen vandaag hebben met de maatschappij zoals deze na 1945 vorm kreeg en met het politieke systeem, waarmee we onze maatschappij proberen te besturen en te verbeteren. Aan beide, aan samenleving en aan politiek bestel, ontbreekt veel.
(juni 1974)
Andere opzet Het februarinummer van De Gemeente zal U in een andere opzet worden toegezonden. Het kongres van de PvdA heeft besloten zoveel mogelijk alle ‘kader’-bladen te integreren in een algemeen informatie- en dokumentatieblad. In februari zal het eerste exemplaar daarvan als proefnummer verschijnen. Dat blad zal heten ‘Roos in de Vuist.’ Bij voldoende belangstelling zal vanaf april dit blad tweemaal per maand verschijnen en de taak van De Gemeente overnemen.
(J.M. den Uyl, augustus-september 1967)
h
Burgemeesters benoemingen Van de zijde van de PvdA en D’66 werd bij de behandeling van de begroting van Binnenlandse Zaken in de Tweede Kamer kritiek uitgeoefend over het benoemingsbeleid van burgemeesters van minister Beernink. Ed. van Thijn had reeds eerder een motie ingediend, waarin werd gesteld dat in afwachting van een definitieve herziening van de procedure bij burgemeestersbenoemingen, er een interimregeling dient te komen waarin het recht op inspraak van de gemeenteraden wordt vastgelegd. Deze motie werd verworpen.
(Pierre Janssens, secretaris Sectie Gemeente, Gewest en Provincie, in De Gemeente, januari 1975)
h
(maart 1968)
h
Meepraten Bij de algemene beschouwingen in de begrotingsraad van de gemeente Naarden kwam de PvdA-fractie met het voorstel om na de officiële raadsvergadering een belangrijk onderwerp ter discussie te stellen, waarbij ook het publiek aan het gesprek kan deelnemen. Het college van b. en w. reageerde positief op deze suggestie en zegde toe deze te zullen uitwerken bij de voorbereiding van een belangrijk besluit voor de gemeente. (mei 1969)
h
Ombudsman De gemeenteraadsfractie van de Partij van de Arbeid in Deventer zal in de raadsvergadering van 24 mei a.s. een voorstel doen tot het aanstellen van een ombudsman. Het is de redactie een genoegen melding te maken van dit voortreffelijke initiatief. (mei 1971)
h
Verkoop woningwet woningen Zuinig is een woord uit de financiële sfeer. Die sfeer is voor veel gemeenten, zacht gezegd, niet al te rooskleurig. Vandaar dat enkele gemeenten onder het
22
h
Affiche Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis
motto: we hebben geld nodig, overwegen woningwetwoningen te gaan verkopen. Maar wie met dit lapmiddel de nood te lijf gaat, is volkomen op de verkeerde weg. Immers hiermee verzwakt men de fundamentele kritiek op de financiële verhouding Rijk en gemeenten, men vermagert de eigen taak, de belangrijke sociale taak ten aanzien van verhuur en distributie van woningen voor bepaalde bevolkingsgroepen en men laat zich door een, stellig door ons af te keuren regeringsbeleid, in een hoek dringen waar wij per se politiek niet willen zitten! De gemeenten laten zich door deze verkoop van woningwetwoningen een stuk gereedschap ontnemen in het totaal van een sociaal verantwoord woning-, huur- en doorstromingsbeleid. (januari 1972)
h
Burgemeester van Rhenen De gezamenlijke frakties van de gemeenteraad van Rhenen verzoeken sollicitanten naar het ambt van burgemeester van Rhenen hun naam en adres aan deze frakties bekend te maken door opgave aan de gemeentesecretaris van Rhenen. (maart 1972)
h
Polarisatie Uit de ‘Leidraad bij de kollegevorming’ van de sektie Gemeente en Provincie van de Wiardi Beckman Stichting: De Partij van de Arbeid streeft ernaar de fundamentele tegenstellingen in de samenleving zichtbaar te maken teneinde over de hier mogelijke keuzen ook daadwerkelijk beslissingen te krijgen van de kiezers. Het zichtbaar maken van die fundamentele tegenstellingen en van de politieke verschillen van opvatting hierover, anders gezegd de polarisatie, is noodzakelijk. De polarisatiegedachte berust erop dat er tegenstellingen zijn zo fundamenteel, dat een oplossing ervan slechts kan worden bereikt door een keuze die de andere mogelijkheid uitsluit. Polarisatie is dan ook eigen aan de politieke strijd. De harmoniegedachte pretendeert dat bestaande tegenstellingen in redelijk overleg tussen goedwillende mensen kunnen worden weggenomen en een samenwerking niet in de weg hoeven te staan. Het gevaar is dan echter niet denkbeeldig, dat fundamentele tegenstellingen daardoor worden ontkend, niet herkend of verdoezeld. (april 1973)
h
Programkolleges Een werkgroep van de konfessionele partijen heeft zich evenals wij al eerder deden, gebogen over het vraagstuk van de kollegevorming. De uitkomst loopt in hoge mate parallel met hetgeen ons voor ogen staat. Dat betekent dat de diskussies met de konfessionele partijen bij de vorming van kolleges van b. en w. en van gedeputeerde staten en bij de vorming van het dagelijks bestuur van Rijnmond niet hoeven te gaan over de vraag ja dan nee programkollege, maar over de inhoud van het program, dat de kolleges moeten uitvoeren en over de partners met wie in zee kan worden gegaan. Ook het meerderheidskollege (afspraken voor de verkiezingen) wordt niet zonder meer van de hand gewezen. Er zijn wel enige verschillen. De konfessionele partijen zullen er naar streven zoveel mogelijk politieke groeperingen in het program te verenigen. Wij hebben gekozen voor een model voor de kollegevorming met sterke polarisatieen politiseringskenmerken, als daar kans voor bestaat. (november 1973)
h
Een nieuwe uitgave Het eerbiedwaardige maandblad ‘ De Gemeente’, waarmee sinds 1907 de informatie aan socialistische raads- en statenleden werd verzorgd, is zoals bekend in april 1975 samengegaan met het nieuw opgerichte kaderblad ‘Roos in de Vuist.’ Deze nieuwe uitgave ‘Lokaal Bestuur’ is een driemaandelijkse special van ‘Roos in de Vuist’ voor raads- en statenleden. ‘Lokaal Bestuur’ wordt verzorgd door de Gemeente-redactie, die als subredaktie van de ‘Roos in de Vuist’ fungeert. (Henk Engelsman, voorzitter SGGP in Lokaal Bestuur, januari 1977)
h
Lokaal Bestuur hoognodig Het is goed dat er een blad als Lokaal Bestuur verschijnt. Het is hoognodig het eigen gezicht van de lokale politiek en de lokale problematiek te tonen. Veel te veel blijft wat socialistische bestuurders dagelijks verrichten in gemeenten, gewesten en provincies in de schaduw van de nationale politiek. Lokaal Bestuur als zodanig en als blad is hoognodig. Met ingang van heden verschijnt het blad dan ook maandelijks. De ontkoppeling van Roos in de Vuist is met het verschijnen van dit eerste nummer een feit. Het waarom van die ontkoppeling ligt in het bovenstaande besloten. Wij willen ons eigen gezicht laten zien, onze eigen problemen kunnen doorspreken en elkaar kunnen informeren. (Peter Dordregter, voorzitter Sectie Gemeente, Gewest en Provincie, in Lokaal Bestuur, april 1979)
ondrwg BOUWVAKKERS Lobke Zandstra PvdA-raadslid Den Haag en lid redactie Lokaal Bestuur
We worden met verbaasde blikken bekeken en lachend nagezwaaid als we met z’n zeventienen achterin een jeep door de Haagse zusterstad Juigalpa worden gereden. We zijn onderweg naar ‘onze’ school in ‘30 de Mayo’, een van de arme nieuwe wijken in het Nicaraguaanse provinciestadje. In deze wijk – maar eigenlijk overal in Nicaragua – zijn stromend water, elektriciteit en een goot voor het afvalwater luxeproducten. De werkloosheid is hier ongeveer vijftig procent. De gemiddelde leeftijd is laag, want kinderen zijn er in overvloed. Met achttien jongeren bouwen we hier samen met lokale vakmensen een school. Nou ja, we bouwen twee en een half lokaal. Wij zouden onze kinderen niet naar deze school sturen, maar in deze wijk is zo’n gebouwtje luxe. In deze lokalen kunnen straks weer nieuwe kinderen naar school. Kinderen die nu bij ons rondhangen op de bouwplaats of die verscholen zitten in de huisjes en hutjes verderop. Kinderen die zonder opleiding eigenlijk geen kans maken op een beter leven dan hun moeders (vaders zijn hier zelden in beeld). Langzaamaan horen we meer achtergrondverhalen over onze tijdelijke stadsgenoten. We horen hoe de doofstomme jongen slechts 20 Cordoba (nog geen Euro / de waarde van twee flesjes cola) krijgt om de hele week mee te werken en ’s nachts op de school te passen. De vrouw die vaak met haar vijf kinderen op de bouwplaats rondhangt – en dan aast op onze lege waterflessen – blijkt pas 27, terwijl ze er zeker tien jaar ouder uit ziet. Haar kinderen gaan niet naar school,
maar ze vertelt trots dat ze door een buurtproject nu leert hoe ze haar baby het beste kan verzorgen en haar kinderen kan opvoeden. Een van onze trouwe jonge helpers durft met zijn gebroken vinger niet naar het ziekenhuis omdat hij bang is dat zijn vinger dan meteen geamputeerd wordt. Op de een of andere manier heeft hij wel antibiotica gekregen, maar zijn wond is niet schoongemaakt. Gelukkig hebben wij een EHBO-kit om zijn wond wel schoon te maken. Het leven is hier hard, ook al lacht de zon je dagelijks toe, is het prachtig groen en lijken de meeste mensen de dag te nemen zoals hij is. Als de zon te hoog komt te staan om door te werken, vertrekken we elke dag weer naar de relatieve luxe van ons onderkomen in het centrum van Juigalpa. Zij blijven achter. Ook als wij na de feestelijke opening van de school huiswaarts keren. Door de nieuwe school lukt het een aantal kinderen wellicht om uiteindelijk weg te komen uit ‘30 de Mayo’. Amando – de veertien jarige bouwvakker – hoopt volgend schooljaar in de door hemzelf meegebouwde school weer naar school te gaan. Hij zal de draad moeten oppikken in groep zes, maar droomt er nu al van om later architect te worden. Ik droom met hem mee! Meer informatie: www.bouwbrigade2007.nl
23
achtrknt
Foto Ilja Zonneveld
Een kijkje in de raadzalen Elke maand zijn we te gast bij de raadsvergadering in de kleinste en in de grootste gemeente van een bepaalde provincie. Dit keer twee gemeenten in Friesland: Schiermonnikoog en Leeuwarden. Foto Het Hoge Noorden
24