LOKAAL BESTUUR
Jaargang 32 nummer 9
September 2008
Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
Interview met Sharon Dijksma Dagje met de burgemeester Tips voor wie het ambt begeert
PvdA’ers op het internet Vier bloggende politici vertellen
Het belang van het platteland Geld alleen is niet voldoende
Hoe maak je jezelf zichtbaar? De aanpak van Nieuwegein
Rode familie in beeld Jan-Jaap over slavernijverleden
Foto Nationale Beeldbank
clmn
Het slavernijmonument in Amsterdam.
Slavernijverleden Jan-Jaap van den Berg secretaris CLB Zeker, ons Vaderlands verleden is niet altijd even glorieus geweest. Zo is de rijkdom van onze Gouden Eeuw voor een deel verdiend met slavenhandel. De Nederlanders verscheepten 450.000 slaven, en in de Nederlandse kolonie Suriname werd de slavernij niet eerder dan in 1863 afgeschaft. Sinds 2002 bestaat er een nationaal slavernijmonument, en dat is terecht. Ook is het goed dat het geschiedenisonderwijs aandacht besteedt aan het thema slavernij. Wat mij betreft kan er trouwens nooit genoeg aandacht zijn voor geschiedenis, maargoed, dat zeg ik als historicus. Wat je bij sommige Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders merkt, is dat het slavernijverleden voor hen nog levende geschiedenis is. Ik vind dat fascinerend. Het dwingt je na te denken over vragen betreffende identiteit en collectieve schuld. PvdA-kamerlid John Leerdam aarzelde niet, in de Volkskrant een rechte lijn te trekken van de slavernij naar de moord op Kerwin Duinmeijer en discriminatie op de arbeidsmarkt en in het uitgaansleven. Voor Leerdam is de slavernij van vroeger de discriminatie van vandaag. Tijdens een debat in de Balie (in 2001, dus voordat hij kamerlid was) ging Leerdam nog verder. Hij stelde toen dat Nederland schadevergoeding zou moeten betalen ‘net als bij de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog’. Uit een recente peiling van EénVandaag blijkt overigens dat de meeste Nederlanders (86%) zoiets niet nodig vinden. In hoeverre is eigenlijk ook schuld overdraagbaar van generatie op generatie? De (klein)kinderen van nazi’s valt moeilijk iets te verwijten. Zo lijkt het ook lastig te geloven dat de gemiddelde
blanke Nederlander latent racist zou zijn, omdat er tussen zijn voorouders slavenhandelaren zaten. Natuurlijk, er is weinig op tegen wanneer premier Balkenende excuses aanbiedt voor het slavernijverleden, al is dat vooral een symbolische daad. Maar als het gaat om het aanbieden van excuses door regeringen, hoe ver moet je dan teruggaan in de geschiedenis? Moet de Spaanse Koning Juan Carlos excuses aanbieden voor het beleg van Haarlem in 1572? Heb ik als Haarlemmer misschien ook recht op schadevergoeding? Dat zal dan wel weer niet. Het komt mij voor dat schuld allereerst iets persoonlijks is, en betrekking heeft op de dader en het slachtoffer. Diens kinderen dragen daar vaak nog wel de gevolgen van, maar veel verder terug gaat het niet. Misdaden zouden niet mogen verjaren, maar zijn niet overdraagbaar. Dat betekent dus dat zo snel mogelijk gerechtigheid dient te geschieden. Daarom was het terecht dat het kabinet-Kok indertijd schadevergoeding betaalde aan joodse slachtoffers of aan hun directe nabestaanden. En daarom is het ook onverteerbaar dat er in Duitsland nog steeds enkele in Nederland veroordeelde, maar ontsnapte NSB’ers vrij rondlopen die de Bondsregering maar niet wil uitwijzen. Zeker, het is mooi wanneer mensen zich verbonden weten met de eigen voorouders en hun slavernijverleden. Maar het slachtofferschap van voorvaderen kan niet worden aangevoerd om eigen falen te vergoelijken. Wanneer het een rommeltje is op de Antillen, dan heeft dat toch weinig met het slavernijverleden te maken. Ieder individu begint met een schone lei en is zelf verantwoordelijk voor zijn eigen succes of mislukking.
clfn LOKAAL BESTUUR
omslagfoto Wilt u burgemeester worden? Loop dan een dagje mee.
Jaargang 32 nummer 9
September 2008
Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
4
Interview met Sharon Dijksma Dagje met de burgemeester Tips voor wie het ambt begeert
PvdA’ers op het internet Vier bloggende politici vertellen
Het belang van het platteland Geld alleen is niet voldoende
Hoe maak je jezelf zichtbaar? De aanpak van Nieuwegein
Rode familie in beeld Jan-Jaap over slavernijverleden
Foto Ger Loeffen/HH
Een dag met de burgemeester
Vier digitale ervaringen
UITGAVE Centrum voor Lokaal Bestuur van de Wiardi Beckman Stichting, Postbus 1310, 1000 BH-Amsterdam. ISSN: 0167-0980
Sharon Dijksma
REDACTIE Hans Alberse (voorzitter), Jan-Jaap van den Berg, Yasemin Cegerek, Pierre Heijnen, Iris Meerts, Nico Portegijs, Kim Putters, Richard Scalzo, Nicole Teeuwen, Lobke Zandstra. De redactie werkt op basis van een redactiestatuut. EINDREDACTIE Jan de Roos SECRETARIAAT Jessica Schipper Postbus 1310, 1000 BH Amsterdam Telefoon: 0900-9553 E-mail:
[email protected]
16
MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER Jan-Jaap van den Berg (column), Jan Chris de Boer, Harriët van Domselaar, Attje Kuiken (Afgevaardigde), Pierre Heijnen (Onderweg), Hans Verbraak (De Estafette), Jos Kuijs (Lokale kwesties), Ton Langenhuyzen (2e Kamer), Rob de Rooij (EI-lokaal), Jessica Schipper (Persoonlijk), Jurjen Sietsema, Kirsten Verdel, Margriet Visser, Lyda Westerink PRODUCTIE EN DRUK Thieme Media Center, Rotterdam ABONNEMENTEN Gratis voor leden van het Centrum voor Lokaal Bestuur. Voor niet-leden € 20,- per jaargang. Losse nummers (€ 3,50 inclusief verzendkosten) zijn te bestellen bij de PvdA, telefoon 0900-9553. ADVERTENTIES Tarieven en opgave: Recent (Joop Slor), Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam, tel. 020 3308998 INTERNET Lokaal Bestuur is ook te raadplegen op Internet: http://www.lokaalbestuur.nl KOPIJ Reacties en bijdragen naar:
[email protected]
Gemeenten bundelen krachten in P10
Platteland
Halverwege de rit
18
BASISLAY-OUT Stan Wagter, Amsterdam VORMGEVING Jos B. Koene, Amsterdam
Onderwijs achterstanden kennen geen kleur
12
32e jaargang no. 9 Overname van artikelen, delen daaruit of illustraties alleen na voorafgaande toestemming.
Bloggende politici
6
LOKAAL BESTUUR Maandblad over gemeente- en provinciepolitiek van de PvdA. Verschijnt tien keer per jaar. Lokaal Bestuur is een voortzetting van De Gemeente, opgericht in 1907 door F.M. Wibaut en P.L. Tak.
Tips voor wie het ambt begeert
21
Gemeenten moeten betaald voetbalorganisaties steunen
Achterkant
Hoe de PvdANieuwegein zich zichtbaar maakt
Stelling van de Maand
Partij van de Arbeid
24 JAn-JAap over slavernijverleden
82
2 afgevaardigde Attje Kuiken
10 initiatief van de maand Wibautjaar in Amsterdam 10 LOKALE KWESTIES Religieuze onzin 11 BOEKBESPREKING Het Socialisten Boek 11 de estafette De PvdA in Roosendaal 20 EU-LOKAAL Het Noorden 20 DILEMMA Projectontwikkelaars 22 onderweg Hollend land 23 KAMER Jeugdzorg
DE
‘Je moet uitstralen: hier zit uw nieuwe burgemeester’
Foto gemeente Eemsmond
Foto Pim Ras/HH
Marijke van Beek, burgemeester van Eemsmond
Wie burgemeester wil worden, loopt meestal niet te koop met zijn ambities.
EEN DAGJE MEEL MET DE BURGEME Er moeten meer PvdA-burgemeesters komen. Wat betreft aantal is de partij de afgelopen jaren verhoudingsgewijs op achterstand gezet ten opzichte van CDA en VVD. En er moeten vooral meer vrouwen en allochtonen dit ambt bekleden om een betere weerspiegeling van de samenleving te bereiken. Namens de Tweede-Kamerfractie is Pierre Heijnen belast met die taak. Hij heeft voor een nieuwe aanpak gekozen waarbij vooral de scouting van geschikte kandidaten en coaching van geïnteresseerden voorop staan. ‘Hier zit uw nieuwe burgemeester.’ Jan Chris de Boer freelance journalist
Niemand zegt het hardop, maar de conclusie is wel te trekken uit diverse gesprekken: de PvdA heeft er in de periode 2002-2006 eigenlijk niets aan gedaan om burgemeestersposten binnen te halen. Die taak is, na het vertrek in 2002 van Dick de Cloe uit de Tweede Kamer, verslonsd. ‘Feit is, zegt Heijnen, ‘dat we hard achteruit gekacheld zijn. Ik ben er daarom bovenop gaan zitten.’ Een dag per week besteedt hij er aan. Zo voert hij gesprekken met kabinetchefs, commissarissen van de koningin, fractievoorzitters die in vertrouwenscommissies zitten en natuurlijk met kandidaat-burgemeesters. ‘Die kandidaten vertel ik wat er allemaal komt kijken bij het burgemeestersambt. Hoe de sollicitatieprocedure verloopt en waar ze rekening mee moeten houden. En als iemand pas op termijn de stap wil wagen, adviseer ik over de cv-opbouw. Het is handig dat je bekend bent met de openbare orde en met politieke processen. Het voorzitterschap van een raadscommissie bijvoorbeeld kan tot aanbeveling strekken.’ Verder probeert Heijnen een goed beeld te krijgen van geschikte kandidaten en benadert hij partijleden als er zich in een gemeente een vacature aandient. ‘Het is belangrijk dat we voor elke vacature
een aantal geschikte kandidaten hebben.’ Om meer vrouwelijke eerste burgers te krijgen, heeft hij alle vrouwen die langer dan één termijn wethouder zijn schriftelijk benaderd. Via fractievoorzitters heeft hij inmiddels een beeld gekregen van geschikte kandidaten van allochtone komaf. ‘Een aantal heeft zich inmiddels gemeld’, constateert Heijnen. Hij heeft sinds het aantreden van de nieuwe Kamerfractie in totaal inmiddels met meer dan honderd geïnteresseerden gesprekken gevoerd. Klankbord Eén van hen was Marijke van Beek, nu burgemeester van Eemsmond en daarvoor wethouder van Haaksbergen. ‘Ik was 54 toen ik mijn mind heb opgemaakt. Hoe wil ik verder? Ik had geen enkele aanleiding om uit Haaksbergen weg te gaan. Want ik was er loco-burgemeester, ik genoot grote steun en ik had een uitgebreide portefeuille. Maar als ik nog iets anders wilde, dan was de tijd er rijp voor.’ Van Beek sprak eerst met Coby Knijnenburg, politiek assistent van Pierre Heijnen, en vervolgens met Heijnen zelf. ‘Ik wilde me laten informeren en die gesprekken waren heel leuk en erg zinvol. Ze gaven me allerlei
adviezen en legden uit hoe de procedures in elkaar zitten. Toen ik eenmaal in de race was voor het burgemeesterschap, hebben we ook nog contact gehad. Zo’n klankbord is uiterst plezierig. De gemeenteraden besluiten uiteindelijk natuurlijk, maar ik vind het heel goed dat de partij hier coachend en klankbordend mee bezig is gegaan. Het is als partij belangrijk om in alle gremia goed vertegenwoordigd te zijn. Pierre Heijnen is er heel inspirerend mee bezig. De tips die je krijgt, zijn waardevol. Zo werd tegen mij gezegd: je moet je niet presenteren als een wethouder die graag burgemeester wil worden. Je moet uitstralen: hier zit uw nieuwe burgemeester.’ Van Beek raadt iedereen die de ambitie heeft om burgemeester te worden aan om met Heijnen te gaan praten. ‘Dat moet je zeker doen! Daar kun je veel van leren. Door die gesprekken wist ik precies wat er ging komen. De gesprekken met de kabinetchef en de commissaris van de koningin kenden daardoor geen verrassingen. Als je het serieus wilt aanpakken, moet je je goed voorbereiden. Daar horen die gesprekken met Heijnen bij. Je moet je realiseren dat een sollicitatie als burgemeester heel anders is dan alle andere sollicitaties.’
‘Het is heel plezierig om een klankbord te hebben’
Foto gemeente Assen
LOPEN EESTER Vertrouwelijk Om geïnteresseerden goed klaar te stomen voor het burgemeestersvak bestaat nu ook de mogelijkheid enige tijd mee te lopen met een burgemeester. Bijvoorbeeld met Mirjam Salet, nu burgemeester van Spijkenisse en daarvoor van Hoogezand-Sappemeer en ’s-Gravendeel. Salet: ‘Op zich best lastig, dat meelopen. Want vindt maar een dag die representatief is. Bovendien willen ze natuurlijk niet te koop lopen met hun ambities. Maar bij mij zijn ze volkomen veilig, hoor.’ Om die reden wil Salet ook geen verdere mededelingen doen over de mensen die ze inmiddels over de vloer heeft gehad. Wel over haar aanpak. ‘Het is een dagje meelopen met wat je die dag moet doen. Tussendoor is het veel praten. Alle vragen kunnen mij in alle vertrouwelijkheid worden gesteld. En ik geef tips. Bijvoorbeeld dat ze zich goed moeten realiseren dat je er als burgemeester bent om dingen mogelijk te maken. Je moet mensen bij elkaar kunnen brengen. En vooral goed kunnen luisteren. Verder benadruk ik dat de impact op je privé-leven groot is. Want je bent altijd burgemeester – 24 uur per dag, zeven dagen per week.’ Salet was wethouder van Gorkum toen ze in 1993 werd benoemd tot
burgemeester van ’s-Gravendeel. Hoe ging het toen wat betreft begeleiding vanuit de partij? ‘In die tijd was er een actieve club van vrouwelijke PvdA-wethouders. Op een keer was Ien Dales (toen minister van Binnenlandse Zaken, jcdb) te gast. Ze zei: jullie willen toch ook burgemeester worden? Ik dacht: dat kan natuurlijk, je kunt dat bereiken. De woorden van Ien Dales waren een stimulans. Maar wat die begeleiding betreft: ik bereidde me zo goed en zo kwaad als dat ging voor en dat was het. Nu zie je dat talenten worden gecoacht en dat is enorm belangrijk. Deze nieuwe aanzet van Pierre Heijnen is veelbelovend.’ Sparren Toen Sicko Heldoorn, nu burgemeester van Assen, hoorde dat Heijnen de ‘burgemeestersportefeuille’ in de nieuwe fractie had gekregen, nam hij meteen contact op met toenmalig fractievoorzitter Jacques Tichelaar. ‘Ik heb hem gezegd: steun Pierre hierin, want dat werk is ontzettend belangrijk en van groot belang voor de partij.’ Heldoorn was gedeputeerde in Friesland toen hij solliciteerde op de burgemeesterspost in de gemeente Opsterland (met Beetsterzwaag als bekendste plaats, zeker na
Sicko Heldoorn, burgemeester van Assen
de laatste kabinetsformatie). Hij kreeg te maken met Dick de Cloe, die toen namens de Tweede-Kamerfractie zich bezighield met burgemeestersbenoemingen. ‘Dick deed dat ontzettend goed. Hij reageerde op mijn conceptbrief aan de koningin en gaf praktische tips. Bijvoorbeeld: neem geen pen en papier mee naar het sollicitatiegesprek, want voordat je ’t weet zit je daar mee te spelen. Het is heel plezierig om in een situatie waarover je feitelijk met niemand kunt spreken een klankbord te hebben. Dick pakte het prima aan en dat was overal bekend. Was er een vacature in je gemeente, dan belde je Dick. Was je geïnteresseerd in een post, dan belde je Dick. Hij zorgde ervoor dat de PvdA altijd meerdere kandidaten in de race had.’ Met het vertrek van De Cloe uit de Kamer, in 2002, is ‘de structuur wat verdwenen’, zegt Heldoorn. ‘Dat merkte je ook; er waren steeds minder kandidaten van PvdA-huize. En bij grote gemeenten zag je PvdA-kandidaten met te weinig kaliber.’ Toen hij in 2006 solliciteerde naar de post in Assen, kreeg Heldoorn bij de toenmalige kamerfractie niet de steun waarop hij rekende. Hij nam toen maar weer contact op met De Cloe. Heeft Heldoorn een verklaring voor de toen wat lakse houding van de Kamerfractie? ‘Wouter Bos had niets met de niet-gekozen burgemeester. Dat speelde natuurlijk een rol. Bovendien gaat het niet om de meest aansprekende portefeuille. Je scoort er niet mee bij Nova of Pauw & Witteman.’ Heldoorn is ook één van de burgemeesters die aspirant-collega’s ondersteunt. ‘Voor Pierre ben ik een soort tussenpersoon. Dat doe ik heel graag, sparren met mensen. Het is ook nodig. Je moet je achteraf niet het verwijt
kunnen maken dat je burgemeestersposten bent misgelopen omdat je er te weinig aan hebt gedaan. Met de aanpak van Pierre kun je er vrede mee hebben als je een post niet krijgt omdat je weet dat de PvdA goede kandidaten in stelling heeft gebracht.’ Heldoorn benadrukt dat de nieuwe aanpak niet alleen de coaching van kandidaten betreft. ‘Ook fracties kunnen veel aan Pierre hebben. Als je weet dat er binnenkort een vacature in je gemeente ontstaat, neem dan contact met hem op. Hij kan dan op zoek gaan naar geschikte kandidaten voor jouw gemeente. Dat moet een fractie niet alleen moeten doen.’ Ook Heldoorn verstrekt belangstellenden een groot aantal tips: ‘Je richt je brief formeel aan de koningin, maar je moet in je hoofd hebben dat ie eigenlijk bedoeld is voor de vertrouwenscommissie. Je moet natuurlijk wel weten wat de correcte formulering is, maar probeer die brief eenvoudig, kort en to the point te houden. Wees niet te bescheiden, maar beslist ook niet te pocherig. Verdiep je in de werkwijze van de vertrouwenscommissie. Die vertrouwenscommissies worden tegenwoordig getraind – een heel goede zaak. Van de nieuwe burgemeester wordt gevraagd dat hij of zij een ‘verbinder’ en een ‘initiator’ is. Zorg ervoor dat je daarvan voorbeelden paraat hebt. Als je vanuit een politieke functie solliciteert, bedenk dan dat je boven de partijen moet staan. Ook heel belangrijk, lees de profielschets heel goed. En lees ook het verslag van de raadsvergadering waarin de profielschets is behandeld.’ Resultaten Heldoorn zegt ‘zeer te spreken’ te zijn over de ambities van Heijnen.
Maar werpen die al vruchten af ? Heijnen zelf: ‘Om enkele voorbeelden te noemen: we hebben nu Eindhoven ten koste van de VVD, Zaanstad ten koste van de VVD, Utrecht behouden en Leeuwarden ten koste van de VVD. Maar harde uitspraken kun je hier niet over doen. Het is wel zo: hoe meer paarden je in de race hebt, hoe meer kans op winst. ’t Is een kwestie van er bovenop zitten, geschikte mensen naar voren schuiven en ook wat mazzel hebben.’
www.geertjantenbrink.nl
www.leiden.pvda.nl/log
Pvd@’ers op inter Je zou het niet zeggen, maar internet Geert-Jan is al bijna 40 jaar oud. Pas in de jaren ten Brink ’90 werd het echt populair. Vandaag Wethouder Aa en Hunze de dag zijn e-mail, surfen, chatten, www.geertjantenbrink.nl hyves en facebook niet meer weg Sinds wanneer ben je actief op het internet? te denken uit het dagelijks leven. ‘Sinds het eind van de jaren ’80, ik in de universitaire wereld Uiteraard heeft internet ook invloed toen meedraaide. Je had toen nog en Surfnet. Er was toen gehad op de manier waarop politici RUGnet zelfs nog een website waarop je kon zien hoeveel websites er in communiceren. Wie nu nog geen Nederland per dag waren bijgekomen.’ website of weblog heeft, hoort er je politieke weblog is vast eigenlijk niet echt bij. Lokaal Bestuur Maar wat recenter? ‘In 2005 was ik directeur van de sprak met vier bloggende adepten sector Ruimte in Hoogezanden daar waren we over hun motivatie om digitaal actief Sappemeer toen bezig met het zoeken naar manieren om interactiever met te zijn. burgers om te gaan. We hingen toen een weblog aan de gemeen-
telijke website, met stellingen over de inrichting van het stadscentrum. Ik vond dat toen zo een leuk idee dat ik kort daarna mijn eigen weblog begon. Dat was op 20 april 2005.’
KIRSTEN VERDEL FREELANCE JOURNALISTE
Was dat gemeentelijke weblog een succes? ‘We kregen tientallen reacties op onze stellingen over de inrichting van het stadshart. Met veel daarvan konden we ook echt iets, die input werd dus daadwerkelijk gebruikt. We zagen het
gebruik van internet als een van de communicatiemiddelen, niet als tovermiddel. En als je het als zodanig benadert kan het heel nuttig zijn.’
goed te doen. En ik heb gemiddeld 92 unieke bezoekers per dag, in onze kleine gemeente, dus dat is bemoedigend.’
Er zijn niet veel wethouders die een blog bijhouden… ‘Oorspronkelijk ging mijn blog niet over politieke zaken. Dat veranderde toen ik kandidaat werd voor de gemeenteraadsverkiezingen. Ik vind het belangrijk dat je laat zien waar je mee bezig bent als je in het openbaar bestuur actief bent. En als PvdA moeten we ook zichtbaar maken wat we doen. Ik wil laten zien dat we niet alleen maar afhankelijk zijn van landelijke peilingen en schrijf dus over mijn dagelijkse werk als wethouder. Mijn agenda is ook op mijn blog te vinden, evenals informatie over hoe ik te bereiken ben. Erg informatief dus.
Marije van den Berg
Heb je last van trollen, mensen die op vrijwel alles -negatief- reageren? ‘Nee, gelukkig niet. Ik heb wel eens anonieme scheldpartijen gehad, maar daar ben ik heel simpel in: schelden, vloeken en tieren in anonieme reacties sta ik niet toe. Dat filter ik eruit.’ Schrijf je al je berichten zelf, of helpt de afdeling communicatie ook mee? ‘Ik schrijf alles zelf. Je doet het, of je doet het niet. En natuurlijk kost het soms veel tijd, maar als je eenmaal in een ritme zit is het
Gemeenteraadslid Leiden www.leiden.pvda.nl/log Wat waren jouw eerste stappen op het internet? ‘Ik zit sinds pakweg 1997 op het internet. Ik werd actief bij de PvdA dankzij internet. De PvdALeiden had in die dagen al een digitale nieuwsbrief, waar ik op geabonneerd was. Daar stond een berichtje in over de werkgroep Nieuwe Media, die een diner-discussie organiseerde. De stelling was: ‘Nieuwe media veroorzaken een tweedeling in maatschappij’. Ik deed mee en ben vanaf die dag actief in de afdeling.’ Wat deed je zoal? ‘Ik maakte de website, had een column in de digitale nieuwsbrief, belandde in de webredactie, raakte verzeild in de programmacommissie van de afdeling en daarna ook in de campagne voor de verkiezingen van 2002, waar ik zelf ook kandidaat voor was. Toen ik in de raad werd gekozen, nam ik me voor om de hele raadsperiode een blog bij te gaan houden.’
fimke-hijlkema.hyves.nl
www.liesjeklomp.nl
ternet Waar schrijf je over op je blog? ‘In het begin vertelde ik vooral waar ik me als beginnend raadslid over verbaasde. Maar ik ga mijn zevende jaar als raadslid in, dus ik verbaas me helaas niet meer zo vaak. Het leuke van een blog is dat jaren oude discussies soms ineens weer de kop opsteken, omdat iemand via een Google search op een oude blog entry uitkomt. Die archieven betekenen ook dat je nooit meer iets niet gezegd kunt hebben – dat maakt het ook wel spannend.’ Is het moeilijk om altijd maar dat blog bij te moeten houden? ‘Toen ik fractievoorzitter was – in 2006 en 2007 – vond ik het bloggen lastig. Mijn blog bestond altijd uit vluggertjes, ideetjes, dingetjes, met sóms iets doorwrochts – zoals het wat mij betreft ook moet op een blog. Maar mensen verwachten van de fractievoorzitter eigenlijk dat je elke dag algemene beschouwingen houdt. Door de drukte kwam daar natuurlijk niets van terecht. En dat wrong. Nu ik weer raadslid ben, is het bloggen weer stukken leuker.’ Wat is de meerwaarde van een weblog? ‘Je bent 24 uur per dag met mensen in gesprek en je kunt je keuzes verantwoorden. Het maakt ook de grijze lijntjes tussen mensen zichtbaar. In de raad zijn er veel formele momenten. De hele ontstaansgeschiedenis daarvan is vaak niet zichtbaar.
Weblogs maken ruggespraak zichtbaar. Weet je, een weblog is leuk, maar de discussies die er omheen ontstaan zijn eigenlijk nog veel leuker. Het dwingt me ook om na te denken over de vraag: goh, heb ik eigenlijk wel wat nuttigs gedaan voor de stad deze week?’
Liesje Klomp Statenlid Noord-Holland www.liesjeklomp.nl Volgens mij hebben we met jou de ‘echte’ internet generatie te pakken? ‘Haha, wellicht ja. Ik was 25 toen ik de staten in ging en ben opgegroeid met internet. Tijdens de campagne voor de statenverkiezingen gebruikte ik www.stemliesje.nl als een soort weblog. Toen ik eenmaal gekozen was ging ik door met www.liesjeklomp.nl. De reden dat ik een blog begon was dat ik jongeren wil bereiken en het internet is daar een goede manier voor. De meeste kritiek op de provincie is dat die bestuurslaag bij uitstek de meest onzichtbare laag is. In de campagne gebruikte ik daarom de slogan: ‘Onbekend maakt onbemind’. En dat wilde ik veranderen.’ Had je internet-campagne effect? ‘Ik heb bij de UvA samen met Mei Li Vos campagne gevoerd,
waarmee we op de voorpagina van Folia terecht kwamen. Dat leverde veel extra bezoekers op mijn website op. Ik werd uiteindelijk met voorkeurstemmen gekozen. Ik had veel stemmen van jongeren uit mijn eigen regio (Alkmaar) en uit grote steden als Amsterdam. Ook uit ’t Gooi, veel van JS’ers, die me hielpen met het verspreiden van mijn flyers. Ik won ook de campagneprijs voor ‘beste campaigner’, uitgereikt door onze lijsttrekker, Peter Visser.’ Je bent ook actief op Hyves, maar je blogt daar over andere zaken. Waarom? ‘Op Hyves plaats ik vaak wat kortere stukjes, meestal over persoonlijke onderwerpen. Dat is een bewuste keuze geweest, er moet een meerwaarde zijn om naar mijn eigen site te gaan en mijn hyvespagina en mijn weblog dienen verschillende doelen en doelgroepen.’ Wat vind je de meerwaarde van het bijhouden van een weblog? ‘Ik krijg soms hele nuttige informatie van bezoekers van mijn blog. Bijvoorbeeld over openbaar vervoer. Ik heb een aantal keren de krant gehaald met mijn kritische opmerkingen over aanbestedingen in het openbaar vervoer hier. Ik kreeg daar op mijn weblog reacties op, soms met informatie die ik daarna weer kon gebruiken.’ Het valt wel op dat het vooral jongeren zijn die een weblog bijhouden. ‘In de Tweede Kamerfractie zie je ook dat met name de jongeren actief zijn: Mei Li Vos, Martijn van Dam. Van veel andere kamerleden kun je alleen zien dat ze woordvoerder zijn. En dat geldt in de staten helemaal. Daar
blogt bijna niemand en dat is een gemiste kans. Aan de populariteit van de kieswijzer en dergelijke kun je zien dat mensen internet gebruiken om zich te oriënteren. Je moet dus als partij en als politicus wel een goede website hebben.’
Fimke Hijlkema Lijsttrekker waterschapsverkiezingen, daarvoor statenlid Friesland fimke-hijlkema.hyves.nl Sinds wanneer zit je op internet? ‘Sinds een jaar of tien. Mijn man zit in de ICT, dus we waren er redelijk vroeg bij. In het begin deed ik er niet zo veel mee. Een beetje surfen, meer niet. Ik werd pas echt actief toen ik statenlid werd, in 2003. Sinds 24 maart 2006 heb ik mijn eigen Hyve.’ Dat is toch wel speciaal, want Hyves lijkt altijd iets voor jongeren te zijn? ‘Ik ben 51, ik val dus niet echt in die categorie nee. Maar ik wilde graag jongeren bereiken en dan is Hyves een logische optie. Mijn kinderen hebben vrienden op hun Hyves-pagina die ik nu ook als vrienden heb. Zo breid je snel een netwerk uit. Maar ik moet zeggen, echt veel reacties komen er meestal niet op de blog-entries op mijn Hyve. Hoe dat komt? De meeste jongeren gebruiken Hyves alleen om met elkaar te krabbelen, dat is heel populair, en ze bekijken er filmpjes van youtube en dergelijke.’ Je was tot voor kort statenlid. Zijn er meer weblogs van Friese statenleden? ‘Een paar, maar niet veel. En de meeste bloggers zijn ook een
heel stuk jonger, haha. Het is wel jammer dat er niet meer mensen actief zijn, want de pers leest de weblogs ook. Er worden best dingen opgepikt. En je kunt natuurlijk op een makkelijke manier veel mensen aanspreken.’ Ben je veel tijd kwijt aan je weblog? ‘Het kost wel veel tijd om het bij te houden, als je ten minste twee keer per week een bericht wilt plaatsen. Het schrijven van een bericht zelf is zo gedaan, maar er komt natuurlijk meer bij kijken. Ik benader mensen soms zelf op Hyves. Ik stuur ze dan een persoonlijk bericht over iets wat in de staten speelt en vraag ze om raad, informatie of gewoon om een algemene reactie. Dat neemt echt veel tijd in beslag, want die reacties moet je dan ook weer verwerken. Maar ik vind het belangrijk om het medium zo goed mogelijk te benutten en daar hoort een actieve benadering bij.’ Is de informatie die je binnen krijgt ook bruikbaar? ‘Soms wel ja. Ik heb bijvoorbeeld contact gehad over asielzoekers met iemand uit Bulgarije. Dat bleek nuttige informatie te zijn, hij had onder andere contacten met mensen die met vrouwenhandel in aanraking waren gekomen.’ Is het voor een politicus belangrijk om juist jongeren te benaderen? ‘Ik vind het belangrijk om te weten wat ze willen. En vergeet ook niet dat ons ledenbestand erg verouderd is, we moeten ook jonge mensen proberen aan te trekken.’
afgvrdgd Veilige wijken Wat houdt de PvdA’ers in de Eerste en Tweede Kamer en in het Europees Parlement bezig? Zij komen hier beurtelings aan het woord. Dit keer Tweede Kamerlid Attje Kuiken.
Een veilige wijk en straat voor iedereen dat is mijn ideaal. Om dat ideaal te behalen moet er nog heel wat werk worden verzet. Voorkomen waar mogelijk, maar ook hard optreden waar nodig. Ik zie namelijk dat steeds jongere kinderen voor grote problemen zorgen. Dat jongeren tussen de 12 en 14 jaar ernstige overlast veroorzaken en dat te veel 15 en 16 jarigen ronduit crimineel zijn. Gelijktijdig zijn gemeenten jaarlijks honderdduizenden euro’s kwijt aan vandalisme en vernielingen. Met als absoluut dieptepunt de ongeregeldheden tijdens oud en nieuw. Bovendien zijn nog te veel wijken verloederd en worden wijken of straten nog te vaak in de greep gehouden door asociale buurtbewoners. Overlast, vandalisme en verloedering zijn dan ook mijn belangrijkste speerpunten in de Tweede Kamer. Want zonder veiligheid geen leefbaarheid. Daarmee is veiligheid geen rechts maar juist een heel links en sociaal PvdAonderwerp. Een onderwerp waar we met alle bestuurslagen hard aan moeten en kunnen trekken. Veiligheid betekent allereerst inzetten op preventie en opvoeding. Want onveiligheid is immers het product van alles wat niet goed gaat aan de voorkant. Ik werk daarbij nauw samen met ondermeer Samira Bouchibti en Staf Depla, die zich bezig houden met jeugdzorg en de wijkaanpak. Maar preventie al-
leen is niet genoeg. Wie echt niet wil luisteren, moet wel worden aangepakt. Voor hufters is geen ruimte in onze dichtbewoonde wijken. Snelrecht, gebied- en uitgaansverboden zijn een paar van de maatregelen die daarbij kunnen worden ingezet. Om notoire lastpakken aan te kunnen pakken wordt er tevens, op mijn initiatief, door de minister bekeken of er zogenoemde veelplegersaanpak voor overlastgevende kan komen. Om zo continue geluidsoverlast, zwerfvuil en intimiderend gedrag nog beter aan te kunnen pakken. In Den Haag nemen we dus allerlei maatregelen om de wijken en straten veiliger te maken en te houden. Het duurt echter vaak lang voordat wetsvoorstellen en actieplannen worden geïmplementeerd. Nog langer duurt het voordat het effect zichtbaar is. Ik probeer daarom zo veel mogelijk samen te werken met de lokale PvdA-wethouders en fracties. Landelijke voorstellen kunnen op die manier zo snel mogelijk versterkt worden met lokale plannen. Gelijktijdig kunnen problemen uit de uitvoeringspraktijk of goede ideeën direct worden vertaald naar landelijk beleid. Zo heb ik in de Tweede Kamer het plan ‘Vat op Vandalisme’ ingediend. Dit met als doel om de grootschalige vernielingen ondermeer rond oud en nieuw tegen te gaan. Dit vandalismeplan hebben de fracties in Nijmegen en
Rotterdam op hun beurt vertaald in een gemeentelijk actieplan en met succes ingediend in de gemeenteraad. Met Rotterdam werk ik daarnaast ook samen aan een voorstel om de overlast van particuliere huurders en huizenbezitters tegen te gaan. Als laatste voorbeeld van samenwerking noem ik de week van de veiligheid die de PvdA-fractie Den Haag heeft georganiseerd. Met wethouder, fractieleden en bestuursleden zijn zij een hele week de wijken van Den Haag in gegaan. Tijdens deze week hebben zij allerlei werkbezoeken en themabijeenkomsten georganiseerd over veiligheid. Dit heeft geresulteerd in een actieplan, allereerst voor de gemeente zelf maar ook met voorstellen voor de Tweede Kamer. Ik heb hieraan een bescheiden bijdrage mogen leveren en ben nu van plan ditzelfde in mijn woonplaats Breda te gaan organiseren. Kortom een aantal concrete voorbeelden waarmee je landelijk en lokaal beleid direct aan elkaar kunt verbinden. Dat is nodig om de slagkracht te krijgen waarmee de PvdA kan laten zien dat zij ook op het terrein van veiligheid het verschil maakt. Veiligheid is namelijk bij uitstek een PvdA-onderwerp. Want ongeacht waar je woont of waar je vandaan komt, iedereen heeft recht op een veilige en leefbare woonomgeving.
Advertentie
Van verleiding tot perfecte match
Search, werving en selectie Als u een vacature heeft, wilt u de meest geschikte kandidaat verleiden om zijn of haar kwaliteiten duurzaam voor uw organisatie in te zetten. Dat klinkt heel logisch. Toch blijkt het in de praktijk niet eenvoudig om de juiste persoon aan te trekken en te binden. Het vinden van de perfecte match tussen kandidaten en hun toekomstige functie bij de overheid of in de zorg vraagt om specifieke expertise. Search POSG is specialist in search, werving en selectie van bestuurders, managers en specialisten voor de non-profit sector.
Gaat u ook voor de perfecte match? Bel dan met Gerard Vrinte of een van onze consultants. Telefoon: 073-5039320 | Website: www.searchposg.nl Search POSG maakt deel uit van de P&O Services Groep en heeft vestigingen in Den Haag, Hedel, Maastricht, Meppel, Tilburg en Wageningen.
DE STELLING VAN DE MAAND Foto Nationale Beeldbank
Elke maand legt Lokaal Bestuur een stelling aan u voor. Vorige keer was dat:
Gemeenten moeten hun betaald voetbalorganisaties (BVO’s) financieel steunen. We kregen de volgende reacties: Hans Meijer, wethouder jeugd Alkmaar: Gemeenten moeten niets natuurlijk. Ik heb redelijk makkelijk praten met AZ dat financieel gezond is door de steun van de DSB-bank. In het verleden is dat wel anders geweest en is er regelmatig bijgesprongen. De uitstraling voor je stad van een goede betaald voetbalvereniging is niet te onderschatten. Het succes van AZ opent ook voor het gemeentebestuur gemakkelijk een aantal deuren. Daarnaast hebben vele Alkmaarders en inwoners van onze regio plezier van AZ. Mocht het in de toekomst ooit misgaan dan moet je dat soort zaken goed tegen elkaar afwegen. Steun is dan onder strikte voorwaarden het overwegen waard. Deze moeilijke discussie hoop ik als wethouder nooit mee te maken. Een kampioenschap wel. Ans Grimbergen, fractievoorzitter in Veendam: Ik ben het eens met deze stelling. Een voetbalorganisatie heeft een grote maatschappelijke betekenis, zeker in onze gemeente, en dat mag wat kosten. Tevens heeft de voetbalclub een grote marketingwaarde voor onze gemeente. Een voetbalorganisatie in je gemeente heeft een aantrekkingskracht vanuit de regio en daar heb je baat bij. Je kunt met steun denken aan shirtreclame of aan het afnemen van een aantal seizoenkaarten. Als het gaat om financiële steun in moeilijke
tijden, dan vind ik dat je er wel voorwaarden aan moet verbinden en duidelijke afspraken moet maken, want je hebt het wel over gemeenschapsgeld en daar moet je zorgvuldig mee om gaan. Henk Sulmann, raadslid in Emmen: Je kunt je de vraag stellen: wat kan een betaalde voetbalorganisatie dan betekenen voor een gemeente? Kan het de bekendheid van de gemeente vergroten en kan het stimulerend zijn voor de lokale economie? Ik ben van mening dat dit zo is. Maar de belangen en de risico’s kunnen in de praktijk nog al eens tegenstrijdig zijn. Ik ben er niet tegen dat gemeenten een financiële bijdrage toekennen aan BVO, maar van belang is dat er een gedegen organisatie staat. Het verleden heeft nogal eens laten zien dat de ambities van een BVO groot kunnen zijn en verplichtingen aangaan die niet kunnen worden waargemaakt. Daarom is het van belang dat er een gedegen organisatie staat en dit als voorwaarde gesteld moet worden voor het verlenen financiële steun. Mieke van Toor, raadslid in Assen: Brede sport staat hoog op de agenda in het kader van meer bewegen, bevorderen van integratie, als middel ter voorkoming van ziekten zoals zwaarlijvigheid, diabetes, enzovoorts. Amateursport wordt dan ook door
gemeenten gestimuleerd en gesubsidieerd vanwege de positieve effecten die het met zich brengt. Dit geldt dus ook voor amateurvoetbal. Betaald voetbal daarentegen zorgt voor zijn eigen inkomsten via sponsoring, reclame en dergelijke. Het gaat met name om commerciële bedrijven die zichzelf in stand moeten houden. Een commercieel bedrijf heeft belang bij het maken van winst en doen van luxe investeringen en wil daarmee aantrekkelijk zijn voor zijn publiek. Liefst willen zij groter en mooier groeien. Het aanspraak kunnen maken op overheidsgeld (subsidies) als extra bron van inkomsten is hierbij niet op zijn plaats. Amateur- en commercieel voetbal moeten twee aparte circuits blijven vanwege hun verschillende doelstellingen. Ik vind daarom dat gemeenten betaald voetbal niet financieel moeten steunen. Lykele Buwalda, wethouder sportzaken in Heerenveen: Ik ben van mening dat een betaald voetbalorganisatie in beginsel niet financieel afhankelijk moet zijn van de gemeente. Een BVO dient commercieel te worden geëxploiteerd. Zakelijke overeenkomsten tussen gemeente en BVO in de vorm van sponsoring, tegenover een dienst van de BVO, moet kunnen. Ook het lidmaatschap van de Ondernemerssociëteit van de club lijkt mij geen bezwaar. Hiervoor gelden mijns inziens wel een aantal voorwaarden zoals: maatschappelijk draagvlak van de BVO, bevordering van het sportimago en naamsbekendheid van de gemeente. Dick Tiemens, raadslid in Arnhem: Gemeentelijke steun is verantwoord indien daarmee een ge-
meentelijk belang wordt gediend. Dat kunnen specifieke belangen zijn, zoals de plaatselijke harmonie of de Volksuniversiteit. Het kan ook een algemeen belang betreffen, zoals het op niveau brengen van de openbare ruimte. Niet iedere burger behoeft dus van de gemeentelijke steun te profiteren en uiteraard kunnen ook organisaties die hun medewerkers betalen door de gemeente worden ondersteund. Het verdwijnen van een betaald voetbalorganisatie is nadelig voor de naam van een stad. Het kan ook leiden tot het verloren gaan van gemeentelijke investeringen in het stadion of de omgeving daarvan. Steun aan een BVO kan dus in bepaalde gevallen verantwoord zijn. Gadiza Bouazani, raadslid Utrecht: Mijn eerste reactie zou zijn NEE. Betaald voetbalorganisaties moeten hun eigen broek ophouden. De praktijk leert echter anders. De financiële situatie van FC Utrecht in 2003 is een voorbeeld van hoe een gemeente met een lening de club van een ondergang redde. Betaald voetbal heeft namelijk een meerwaarde voor de stad. Het zorgt niet alleen voor vermaak en saamhorigheid, maar je hebt topsport nodig als voorbeeldwerking om talent de gelegenheid te geven zich te
ontwikkelen en om de sportstructuur te versterken. Daarbij zorgt topsport voor stadspromotie en ondernemerschap. De gemeente moet terughoudend zijn met financiële ondersteuning, tenzij de club in grote financiële problemen verkeert. Dan moet de gemeente een juiste afweging maken tussen het algemeen belang van topsport voor de stad en de kosten die daarmee gepaard gaan. Hermie van Ommeren, fractievoorzitter in ’s-Hertogenbosch: Nee, de gemeenten moeten hun betaald voetbalorganisaties niet financieel steunen. Wel kan de gemeente het betaald voetbal ondersteunen met faciliteiten, geschikte ruimte voor een stadion, openbare orde handhaven. De gemeente moet wel betrokkenheid tonen bij een club die veel doet voor de naamsbekendheid van de gemeente. Dit kan bijvoorbeeld door een sponsorbijdrage. Ook zou ik me kunnen voorstellen dat de gemeente betrokken is bij de jeugdopleiding en andere educatieve activiteiten gericht op de breedtesport die een betaalde voetbalclub biedt. In moeilijke tijden kan een gemeente kiezen voor financiële steun, maar altijd in relatie tot een passende tegenprestatie van de club.
De nieuwe stelling van de maand luidt:
Iedere winkelier moet zelf kunnen bepalen hoe lang zijn winkel open is, de overheid moet zich daar niet mee bemoeien. Eens of oneens? Mail uw reactie (max 200 woorden) voor 4 september naar
[email protected].
Kent u dat: > dat je een verantwoordingsnota van het college krijgt met veel ‘bla bla’ over wat ze allemaal gedaan hebben, maar waar veel te weinig wordt aangegeven wat er bereikt is. > dat vervolgens een paar politici een commissie vormen die na veel vergaderingen aanbevelingen doen die tot nog meer nietszeggende nota’s leiden. > dat je tijdens de statenvergadering, die 12 uur achter elkaar duurt, constateert dat er maar weinig goede debaters zijn
(onze fractievoorzitter is een positieve uitzondering gelukkig). > dat je wel eens jaloers bent op de oppositie: herkenbaar geluid voor de achterban, geen compromissen hoeven sluiten, geen coalitiegevoeligheden en dergelijke. > dat je het daarom des te knapper vindt dat je fractiegenoot bij de Rijnlandroute het voor elkaar krijgt dat de SP de oppositie adviseert om hun motie in te trekken en die van de PvdA te steunen. Dit ge-
beurde bij de Rijnlandroute. Een zeer ingewikkeld dossier waar dankzij de PvdA serieus alle alternatieven meegewogen worden. Daarmee wordt de inspraak van burgers serieus genomen én zijn we met een reëel voorstel gekomen om vertraging (door toekomstige juridische procedures) te voorkomen.
vasthouden, maar ook zichtbaar zijn dus zijn wij als fractie met ‘communicatie’ aan de slag: permanente campagne, speerpunten over het voetlicht brengen en een netwerk opbouwen. > dat ‘meer rood op straat’ snel verzandt én dat het op dit moment geen pretje is.
> dat het zo lastig is om in de pers te komen, oneliners doen het altijd goed, maar zodra je ook de nuance aandacht wil geven wordt het een stuk lastiger. Wij willen de nuance
> dat je tegelijkertijd blij bent dat je niet in de schoenen van onze leden in de Tweede Kamer of de regering staat, want je doet het ook bijna nooit goed.
> én dat je na het reces weer met plezier en overtuiging verder gaat Een hele mooie zomer en een goed reces gewenst! Martien Branderhorst Statenlid PvdA Zuid-Holland, woordvoerder middelen en lokaal bestuur
Foto’s Margriet Visser
De raadsleden tijdens hun rondleiding door de Europese wijk van Brussel
Lokale politici naar Brussel Op maandag 9 juni zit de trein richting Brussel vol lokale PvdApolitici, allemaal op weg naar het Europees Parlement (EP). Ondanks het feit dat het een doordeweekse dag is, hebben zo’n 60 raadsleden zich opgegeven voor de excursie naar het hart van de Europese politiek.
Margriet visser Medewerker CLB
10
Hoewel het Europees Parlement officieel in Straatsburg is gevestigd, is er op de locatie in Brussel veel meer te beleven. De stadsgidsen nemen alle drie een groep mee ter verkenning van de Europese wijk, waar naast het EP ook de Europese Commissie, de Raad van de Europese Unie en tal van andere Europese instellingen gevestigd zijn. Veelal grote glimmende gebouwen die door de instellingen worden gehuurd van slimme Belgische investeerders. Elk verhuurd gebouw verdient zichzelf na vier jaar terug en daarna maken de investeerders grote winsten op deze gebouwen. De gidsen vertellen ook uitgebreid over andere Brusselse eigenaardigheden, zoals de vertalers. In totaal zijn ruim 12.000 vertalers in dienst bij Europese instellingen. Iedereen moet in zijn eigen taal kunnen spreken, behoud van eigen taal en cultuur is de basis van de Europese samenwerking. Vandaar dat parlementariërs ook in het Welsh (Wales) en Gaelic (officiële taal Ierland) kunnen spreken en dat deze talen weer moeten worden vertaald in het Fins, Hongaars en Portugees. Het schijnt dat ook het Fries als officiële taal is aangevraagd, vertalers Fries-Grieks en Fries-Gaelic kunnen zich alvast bij de EU melden. De liefde voor Europa is in
Nederland niet heel groot, de overheidscampagne Europa. Best belangrijk is na het nee bij het referendum in 2005 stopgezet en er is nog geen nieuw charmeoffensief gestart. PvdAeuroparlementariër Thijs Berman benadrukt in het gesprek met de raadsleden dat Europa wel degelijk heel belangrijk is: ‘De PvdA is een partij die internationale solidariteit hoog in het vaandel heeft staan en als Europa ergens heel belangrijk is, dan is het wel op het gebied van ontwikkelingssamenwerking.’ De regels over het (Europees) aanbesteden blijken bij een groot aantal raadsleden vragen en opmerkingen op te leveren. Zo is het bedrag vanaf waar Europees moet worden aanbesteed te laag en zouden sommige zaken buiten de Europese aanbestedingsprocedures gehouden moeten kunnen worden. Berman belooft dat zijn collega Ieke van den Burg hier mee aan de slag gaat. Als een lokale bestuurder vraagt naar de speerpunten voor de komende Europese verkiezingen, dan blijkt het moeilijk deze te noemen. Berman: ‘Als Ierland instemt met het Hervormingsverdrag verdrag dan kunnen we de boer op met het verhaal dat het Europees Parlement meer macht krijgt en wij het landbouwbeleid
gaan hervormen. Wij willen een vitaal platteland en een goed voorzieningenniveau. Daarnaast moet voor iedereen die in de EU werkt een goede regeling komen betreft pensioen en verzekeringen. Nu is dat per lidstaat nog verschillend en sluit het niet op elkaar aan.’ Met veel moeite kan Berman nog een derde punt noemen: ‘Het is belangrijk dat er een gezamenlijk buitenland beleid gevoerd wordt door Europa.’ Nu de Ieren tegen het verdrag hebben gestemd, heeft de PvdA nog maar twee verkiezingspunten over. Dus hierbij een uitnodiging aan alle lokale PvdA’ers om mee te denken over de relatie tussen Europa en lokaal. Mail je goede ideeën naar tberman@europarl. eu.int en
[email protected]. De brochure Aandacht voor aanbesteden is destijds toegestuurd aan alle CLB-contribuanten. U kunt hem downloaden via www. pesdelegatie.nl, kijk onder ‘publicaties’.
im Elly Weel-van Ham (1958-2008)
Raadslid in Schermer, oud-statenlid Noord-Holland Elly, die eind juni overleed, noemde zich altijd voluit Elly Weel-van Ham. Ook haar meisjesnaam er bij dus graag. Want daar was ze trots op. Net zo trots als op de achternaam van haar man Dokus, met ze twee kinderen had. De man ook, die als geen ander de enorme kracht van Elly heeft ervaren. Immers: na een ernstig verkeersongeval was Dokus - zwaar gehandicapt geraakt - veroordeeld tot zijn rolstoel. Totaal afhankelijk van anderen, waarvan Elly de belangrijkste was. Haar overlijden was voor hem dus de allergrootste klap, maar ook de mensen die haar hebben meegemaakt in de gemeenteraad van Schermer en in Provinciale Staten van Noord-Holland missen de slechts 50 jaar geworden politica nu al. Met name ook degenen ‘voor wie ze allemaal deed’. Elly was namelijk een echte volksvertegenwoordiger. Met hart en ziel zette zij zich in. Zij beet zich vast en liet niet los voordat er een oplossing gevonden was. ‘Ze was een terriër, maar wel een heel lieve’, aldus voormalig statencollega Manfred van de Heijde. ‘Toen Elly toetrad tot de fractiecommissie NLWM lag voor haar de zware taak klaar om een chaos op te ruimen en tot hapklare brokken om te toveren. Zij wist klip en klaar te vertolken wat er moest gebeuren met de recreatieterreinen: die moesten openbaar zijn en gratis toegankelijk, óók voor minder validen. Haar niet aflatende navraag bij de gedeputeerde over verifieerbare gegevens zal mij altijd bijblijven en ik hoop de provincie ook. We konden trouwens ook goed lachen met elkaar. Ook met statenleden van andere partijen.’ Die humor wordt het eerst genoemd door Wim van Oudheusden, die samen met Elly - als letterlijke backbenchers - op de laatste PvdA-rij zat tijdens de superlange statenvergaderingen. ‘Sudoku spelen vormde daarbij de bindende factor’, zegt hij lachend. ‘Elly was altijd een van de gangmakers. Daarnaast was zij een echt linkse rakker. Een voorbeeld voor anderen.’ Rob Meerhof, ook nu nog fractiesecretaris: ‘Haar levensmotto was ‘gewoon doorgaan; geen flauwekul’. Ook toen ze voor de twee maal kanker kreeg, hoorde je haar niet klagen. Zonder veel van anderen te eisen gaf ze wel veel van zichzelf. Maar wel altijd twijfelend of haar inzet lokaal niet meer effect zou hebben voor de mensen voor wie zij zich wilde inspannen.’ Willem van der Paard, tegelijk met Elly in 2007 gestopt met het statenwerk: ‘Ook al kun je de wereld niet veranderen, je kunt haar wel een beetje verbeteren. Niet door grote daden te verrichten, maar door kleine dingen leuk te maken voor anderen en daarvan zelf ook te genieten. En dat deed Elly!’ Harriët van Domselaar, oud-statenlid Noord-Holland
11
Foto Dirk Hol/WFA
Sharon Dijksma
Onderwijsachtersta kennen geen kleur Peuterspeelzalen en kinderopvang instellingen moeten beter gaan samenwerken om eventuele taalachterstand bij kinderen tot vier jaar aan te pakken. Staatssecretaris Sharon Dijksma komt met een wetsvoorstel én de bijbehorende zakken geld om deze zogeheten harmonisatie te bewerkstellingen. Dat lokale besturen hierin straks een belangrijke rol hebben, vindt Dijksma ‘essentieel’: ‘Het gaat om maatregelen dichtbij mensen, daar moet de gemeente gewoon de regierol hebben.’ Lyda Westerink freelance journaliste
12
Dijksma gaat ‘fors investeren’ in de kwaliteit van de kinderopvang en de peuterspeelzalen. Ze vertelt het met trots en dat mag ook wel: na de recente financiële tegenvallers rond de kinderopvang, is het een prestatie dat ze van Wouter Bos het geld heeft losgekregen voor haar harmonisatieplannen. In totaal ruim zestig miljoen euro, da’s niet slecht. De staatssecretaris geeft haar minister van Financiën hiervoor natuurlijk de nodige credits, maar ere wie ere toekomt, aan de basis klinkt uit wethoudersmonden tevreden dat ‘Sharon dit heel goed heeft gedaan’. ‘O ja?’, vraagt Dijksma, zichtbaar in haar nopjes. Op lokaal niveau was men aanvankelijk even benauwd dat ‘harmonisatie’ inhield dat peuterspeelzalen geliberaliseerd zouden worden en dat gemeenten dan hun grip helemaal kwijt waren. Maar ‘Sharon heeft goed naar lokale bestuurders geluisterd’, aldus een contente wethouder uit Houten: gemeenten krijgen de regie en de particuliere kinderopvanginstellingen kunnen straks niet om de gemeente heen als zij iets willen. Basisvoorziening Wat houdt die harmonisatie nu precies in? Het is de bedoeling,
legt Dijksma uit, dat peuterspeelzalen en de kinderopvang inhoudelijk naar elkaar toe groeien: ‘Beide zijn dan een basisvoorziening voor kinderen van nul tot vier jaar. Zonder er dan direct één model van te maken, trouwens. Lokale omstandigheden bepalen in welke mate een gemeente de harmonisatie laat plaatsvinden en in welk tempo.’ Op dit moment hebben speel
zalen vaak financiële problemen, veel speelzalen verdwijnen ook omdat er steeds meer ouders zijn die ‘zorg en werk combineren’, lees: er zijn meer werkende moeders en die brengen hun kids vaker naar de kinderopvang. ‘Terwijl de kracht van peuterspeelzalen nu juist altijd was dat kinderen zich er spelenderwijs ontwikkelen’, aldus de staatssecretaris. ‘Kinderopvang is nu nog
> Voor de kwaliteitsverbetering van de peuterspeelzalen (groepsgrootte, leidster-kind-verhouding en opleiding voor de leidsters) heeft Dijksma 35 miljoen euro beschikbaar uit de enveloppe Kinderopvang. Dit geld wordt toegevoegd aan het gemeentefonds en volgt vanaf dat moment de systematiek van dit fonds. > De financiering van het toegankelijk houden van peuterspeelzalen voor kinderen die VVE (voor- en vroegschoolse educatie) nodig hebben gaat via de middelen van het OAB (onderwijs achterstandsbeleid): 43,5 miljoen voor het verbeteren van VVE. > Na de zomer praat het parlement over het wetsvoorstel van de staatssecretaris voor de harmonisatie van de voorzieningen voor kinderen van nul tot vier jaar. De wet moet per 1 januari 2010 in werking treden. Dijksma ziet het debat in de Kamer ‘met vertrouwen tegemoet’.
Foto Goos van der Veen/HH
De staatssecretaris bij de opening van een tijdelijke huisvesting kinderopvang in Amsterdam.
terstanden kleur teveel opvang, terwijl voorschoolse educatie juist het sterke punt van peuterspeelzalen is.’ Goed, Dijksma gaat dus de positie van de peuterspeelzalen verbeteren, zodat zij beter in staat zijn om voor- en vroegschoolse educatie (VVE) te verzorgen. Om te beginnen gaat voor de speelzalen een maximum groepsgrootte gelden, zoals nu in de kinderopvang al regel is: ‘Een leidster mag straks niet meer dan acht peuters onder haar hoede hebben. En op iedere groep moet in elk geval een opgeleide leidster staan.’ In de opleiding van de peuterspeelzaalleidsters wordt flink geïnvesteerd, 35 miljoen euro: 30 miljoen voor kleinere groepen en 5 miljoen voor tenminste één beroepskracht (minimaal SPW-3) op een groep. Verder staat er nog een zak met 20 miljoen euro erin klaar omdat een grotere groep ouders in aanmerking komt voor tegemoetkoming in kosten als hun kind voorschoolse educatie nodig heeft. Ouders van peuterspeelzaalkinderen met een taalachterstand kunnen voortaan via de gemeente aanspraak maken op een vergoeding voor VVE: ‘En dat is geoormerkt geld, via de AMvB Onderwijsachterstanden’, bena-
drukt Dijksma, ‘dat gaat dus niet via het gemeentefonds.’ Ook het toezicht wordt in het wetsvoorstel geharmoniseerd: ‘Vaak was dat voor peuterspeelzalen niet geregeld; het eerstelijnstoezicht gaat nu voor zowel speelzalen als kinderopvang via de GGD. En ook de Onderwijsinspectie krijgt bij de VVE een rol in het tweedelijnstoezicht. Het toezicht wordt op die manier meer eenduidig.’ De staatssecretaris heeft inderdaad goed geluisterd naar de kritiek uit het veld, zodat zij gemeenten nu echt ‘in positie kon brengen als regievoerder’. Want dát was een belangrijk punt van kritiek van lokale bestuurders: ‘Ze hadden te weinig positie om iets te zeggen over de VVE. Nu gaan gemeenten optreden als schakelaar tussen al die partners. Een ander punt was dat lokale bestuurders geen positie hadden om aan tafel te komen met de kinderopvanginstellingen. Nu heeft de geméénte de middelen en als de kinderopvang iets wil, moet dat dus via de gemeente.’ Veerkracht Winst voor de gemeenten, ja, maar ‘de grootste winst is die voor de kinderen’, aldus Dijksma,
die daarbij gewoonweg straalt: ‘De ontwikkelingskansen voor kinderen zijn leidend geweest bij de harmonisatieplannen. Wij hebben de ambitie om binnen twee jaar honderd procent van de kinderen te bereiken die we willen bereiken. Wanneer kinderen met een achterstand beginnen op de basisschool, haal je deze niet meer in.’ Op dit moment is een op de vijf kleuters onvoldoende in staat om te communiceren met de leerkracht: ‘Een op de vijf! Dat is echt veel, hè?’ En dus duidelijk niet alleen een allochtonenprobleem? ‘Klopt’, knikt de staatssecretaris, ‘onderwijsachterstanden kennen geen kleur, onze middelen ook niet. Het is niet voor niks dat we, naast natuurlijk in de vier grote steden, pilots zijn gaan doen in Oost-Groningen en Zuid-Limburg. In die gebieden zijn veel onderwijsachterstanden en het betreft vrijwel alleen autochtone kinderen. Nog steeds is het zo dat de opleiding en de sociaal-economische positie van je ouders een belangrijke graadmeter vormen voor wat jouw kansen zijn. Neem nu Oost-Groningen, daar voelt men zich vaak in de steek gelaten, het wordt hoog tijd dat de rijksoverheid daar steun biedt.’
Die steun is gekomen in de vorm van ruim drie miljoen euro van het ministerie voor het project ‘Spraak Makend’. Negen gemeenten in de veenkoloniën doen mee in dit project dat taalachterstanden bij nul tot vierjarigen moet opsporen en voorkomen. Ook de provincie draagt hierin haar (financiële) steentje bij. Dijksma: ‘Hier werken alle partijen samen: de jeugdgezondheidszorg, consultatiebureaus, scholen, gemeenten, provincie, noem maar op. Samen gaan we er iets moois van maken. Kijk, dan zie je dat het werkt: een PvdAwethouder, een PvdA-gedeputeerde en een PvdA-staatssecretaris en we zijn in staat om dít voor elkaar te krijgen. Dit raakt echt het hart van de sociaal-democratie: kinderen de kansen bieden die ze verdienen. Dat verhoogt de latere veerkracht, hun sociaal-economische positie verbetert erdoor. Ik ben er echt trots op, ja!’ Dijksma spreekt er met evenveel trots over dat er ‘in deze tijd’ zoveel geld voor de VVE beschikbaar is: ‘We hebben het over een verdubbeling van het budget, dat hebben we toch maar voor elkaar gekregen! We kunnen nu bouwen aan een sluitende voorziening voor nul tot vierjarige kinderen.
Het is goed om de harmonisatie niet top-down te regelen, maar van onderop. De gemeenten hebben straks formeel de regierol en bepalen zelf het tempo. De VNG heeft in samenwerking met partners drie harmonisatiemodellen ontwikkeld, ter ondersteuning van de gemeenten. Het meest verregaande is de totale harmonisatie. De PvdA-fractie in de Tweede Kamer heeft afgedwongen dat we deze vorm stimuleren met extra subsidiemiddelen. Dat vond ik prima, dat de fractie dat deed. Dit is een goed voorbeeld van perfecte samenwerking met de fractie. Dat wil ik toch ook wel eens gezegd hebben.’
13
2de kmr
ZOMERRECES Op het moment van schrijven is de kamer met zomerreces. Vooralsnog is het rustig. Op enkele diehards onder de kamerleden na, wordt het PvdAgebouw nu vooral door medewerkers bewoond.
Foto Serge Ligtenberg
TON LANGENHUYZEN is beleids medewerker van de Tweede Kamerfractie van de PvdA. Heeft u een vraag aan hem of wilt u reageren? Stuur dan een e-mail naar
[email protected] of bel 070-3182792
Jeugdzorg Bij een overleg met de minister van Jeugd en Gezin André Rouvoet kwamen vooral de wachtlijsten in de jeugdzorg aan de orde. Daarnaast stelde Samira Bouchibti ook het lokale beleid aan de orde. Met dat preventieve beleid kan worden voorkomen dat kleine problemen bij kinderen en ouders uitgroeien tot grote problemen. Ook kan worden voorkomen dat een beroep moet worden gedaan op de zwaardere jeugdhulp. Preventie is daarmee niet alleen goed voor ouders en kind maar ook voor de wachtlijsten. Uit een onderzoek dat de gemeente Amsterdam liet uitvoeren, bleek dat het lokale jeugdbeleid er slecht voor staat. Amsterdamse jongeren die hulp nodig hebben, weten door de wirwar aan organisaties, projecten en subsidies nu niet bij wie ze aan kunnen kloppen.
Ook is er maar weinig bekend over de behaalde resultaten. Er lijkt volgens Bouchibti niet een gebrek aan hulpverleners te zijn, maar doordat veel hulpverleners langs elkaar heen werken eerder een overschot. Uit het onderzoek concludeerde Bouchibti dat het nodig is om beter te kijken naar de geldstromen vanuit het rijk naar de gemeenten. Geld voor de jeugd naar gemeenten komt van justitie, onderwijs, welzijn en zorg. Bouchibti riep de minister op om bij te dragen aan een hechter lokaal beleid. Een motie die daartoe moest dienen werd op verzoek van de minister aangehouden tot tenminste een vervolgoverleg in september. Naar aanleiding van nieuwe verontrustende berichten over de situatie bij de Amsterdamse jeugdzorg heeft Bouchibti minister Rouvoet gevraagd om in te grijpen. Arbeidsgehandicapten in overheidsdienst Pierre Heijnen diende vlak voor het zomerreces een motie in met als doel dat de rijksoverheid meer arbeidsgehandicapten in dienst zou nemen. Bij het Rijk zouden – op een personeelsbestand van 180.000 fte - in totaal bijvoorbeeld slechts 72 WSW’ers werken. In zijn motie draagt Heijnen de regering op om arbeidsgehandicapte personen (WSW en Wajong) in dienst te nemen, dan wel begeleid te laten werken. Ook moet het Rijk met duidelijke streefcijfers over het indienstne-
men van deze arbeidsgehandicapten komen. Omdat het in de praktijk buitengewoon moeilijk blijkt te zijn om werkgevers te vinden voor deze groep, roept Heijnen ook gemeenten op om een steentje bij te dragen. In een brief aan de voorzitters van lokale PvdA-fracties doet hij de suggestie dat ook zij een motie zouden kunnen indienen met de vraag aan het college om een streefgetal vast te stellen voor het aantal arbeidsgehandicapten in dienst van de gemeente en om alvast in het komende begrotingsjaar 2009 tenminste een nader te bepalen aantal extra arbeidsgehandicapte personen in dienst te nemen. Waterschapsverkiezingen Onlangs heeft Ank Bijleveld, de staatssecretaris van BZK, bepaald dat verkiezingen voorlopig niet langer via stemcomputers of internet zullen plaatsvinden. Naar blijkt kan uit de straling die de stemcomputers uitzenden worden opgemaakt hoe iemand heeft gestemd. Op korte termijn is dit euvel niet te verhelpen. Ook wil de staatssecretaris vanwege de gerezen twijfel over de betrouwbaarheid en veiligheid van internetstemmen het experiment daarmee niet uitbreiden. Het gevolg is dat bij de eerst volgende verkiezingen de Nederlanders weer gebruik mogen maken van het rode potlood. De staatssecretaris van BZK gaat echter alleen over de verkiezingen die op grond van de Kieswet wor-
INITIATIEF VAN DE MAAND 2009 wordt Wibautjaar Foto Serge Ligtenberg
De Amsterdamse gemeenteraad heeft unaniem ingestemd met het voorstel van PvdA-raadslid Bouwe Olij om 2009 tot een herdenkingsjaar voor SDAP-politicus Wibaut te maken. Het is volgend jaar 150 jaar geleden dat Florentinus Marinus (Floor) Wibaut (1859-1936) werd geboren. Hij is van groot belang geweest voor de stad Amsterdam, maar ook voor de voorloper van de PvdA, de SDAP. Bouwe Olij: ‘Wibaut was een sociale, intelligente en moderne man die ongelooflijk veel voor de stad heeft betekend. Zo’n belangrijke en vooruitstrevende man verdient een blijvende herinnering. Niet met behulp van een herdenkingsfeestje, maar in de geest van zijn ideeën en overtuigingen. Daarom denken we aan een tentoonstelling over zijn leven, een boek, misschien een film. Met bijvoorbeeld Wibautprojecten voor de scholen in samenwerking met het Stadsarchief of de woningbouwcorporaties. Denkbaar is ook samenwerking met de Universiteit van Amsterdam, die immers Wibaut tachtig jaar geleden tot eredoctor benoemde. Activiteiten samen met
Deze beeltenis van Wibaut, vervaardigd in 1928 door G.J. Rutgers, is te vinden in Amsterdam op de hoek Minervalaan/Gerrit van der Veenstraat Foto Patrick Post/HH
14
den georganiseerd (denk aan gemeenteraads-, provinciale staten en Tweede Kamerverkiezingen). Waterschapsverkiezingen worden, op basis van de waterschapswet, georganiseerd door de waterschappen zelf. De waterschappen wilden wel op elektronische wijze, via internet, laten stemmen. De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, Tineke Huizinga, formuleerde nadere voorwaarden voor de te gebruiken techniek. Met deze voorwaarden leek zijn minder strenge eisen te stellen dan BZK. De Tweede Kamer voelde niet veel voor waterschapsverkiezingen via internet. Paul Kalma toonde zich namens de PvdA ingenomen met de houding van de staatssecretaris van BZK die de moed had om vanwege de twijfel over de betrouwbaarheid en veiligheid voorlopig af te zien van elektronische vormen van stemmen. Hij vond het onlogisch om deze manier van stemmen dan wel toe te staan bij de verkiezingen voor het waterschap. Kalma achtte, met een kamermeerderheid, internetstemmen bij de komende waterschapsverkiezingen dan ook niet acceptabel. Uiteindelijk besloot staatssecretaris Huizinga geen toestemming te geven voor internetstemmen bij de waterschapsverkiezingen. Kiezers moeten daarom in november via briefstemmen hun voorkeur kenbaar maken.
zijn geboortestad Vlissingen en zijn werkstad Middelburg lijken mij ook mogelijk’ Wibaut, die houthandelaar van beroep was, ging in 1904 wonen in Amsterdam en werd drie jaar later voor de SDAP in de gemeenteraad gekozen. In 1914 werd hij wethouder volkshuisvesting en bleef dat tot 1921. Vanaf 1919 tot 1927 en van 1929 tot 1931 was hij onder andere ook wethouder financiën. Het beroemde Plan Zuid van Berlage werd onder het bewind van Wibaut in 1917 door de gemeenteraad aangenomen. Naast zijn politieke werk schreef Wibaut talloze publicaties over volkshuisvesting, het belang van een goed lokaal bestuur en, in het verlengde daarvan, over de noodzaak van een sterke zelfstandige positie voor gemeenten. Wibaut: ‘Het feit, dat de bevolking ter plaatse direct bij de besluitvorming en bij de uitvoering is betrokken, maakt de gemeenten in ons staatsbestel tot één der grondpijlers van de democratie. Met zijn vrouw, Mathilde Berdenis van Berlekom, schreef hij onder meer over emancipatie, zelfbeschikkingsrecht voor vrouwen en de klassenstrijd. Verder richtte Wibaut samen met P.L. Tak in 1907 het maandblad De Gemeente op, dat later werd voortgezet als Lokaal Bestuur. Het college van B&W buigt zich momenteel over de organisatie en de bekostiging van het Wibaut jaar.
Heeft u als PvdA-fractie in de gemeente of de provincie een leuk voorstel gerealiseerd waar iedereen eigenlijk jaloers op is? Meld het ons, zodat wij het kunnen doorgeven in onze rubriek Het initiatief van de m aand. Op die manier kunnen wellicht ook andere PvdA’ers in het land er hun voordeel mee doen. Dus kom in actie en geef uw initiatief aan ons door! Wij zetten u graag in het zonnetje. Reacties naar:
[email protected]
lokale kwsts
Religieuze onzin Het zal niet de eerste keer zijn dat politici de vorige oorlog aan het uitvechten zijn. Nu is religie vaak aanleiding (geweest) om elkaar de hersens in te slaan, maar ik zou hier niet durven beweren dat er in Neder land een religieuze oorlog dreigt.
JOS KUIJS is wetenschappelijk medewerker van het CLB. Heeft u een vraag die het lokale bestuur raakt of wilt u reageren? Stuur dan een e-mail naar
[email protected] of bel 020-5512264
Laten we de term in dit stukje dus maar figuurlijk nemen en daaronder verstaan dat vanuit de politiek of nog preciezer vanuit de PvdA initiatieven worden genomen om religie een grotere plaats in het dagelijks leven te geven. Zo gaf het partijbestuur onlangs steun tot de oprichting van een interreligieuze werkgemeenschap en kwam stadsdeelvoorzitter Marcouch uit het Amsterdamse Slotervaart met een scala aan maatregelen die ruimte moeten bieden aan religieuze uitingen. Belangrijkste doel van de werkgemeenschap is de mogelijkheid van mensen om hun religieuze overtuiging te mogen uiten in de publieke ruimte, aldus het partijblad Rood. Daar is natuurlijk nog niets mee gezegd. Het processieverbod is volgens mij al enige tijd opgeheven, hoofddoekjes, keppeltjes, kruisbeelden, minaretten, boerka’s, tulbanden, wie wil kan het dagelijks aanschouwen. Daarnaast kennen we voor elke geloofsgemeenschap wel een met belastinggeld betaalde school die allen onder toezicht staan van de inspectie. Sinds enkele eeuwen staat het iedereen vrij een kerkgenootschap te stichten tot aan de Satanskerk en de rokerskerk toe. In Nederland staat het iedereen ook vrij om vanuit een bepaalde levensovertuiging politiek te bedrijven. CDA, ChristenUnie en SGP zijn daar het concrete bewijs van. Dus waar gaat het dan wel om?
Daarvoor gaan we te raden bij Marcouch. Hij wil ondermeer op openbare scholen vrijaf voor moslims op islamitische feestdagen, de mogelijkheid om een boerka te dragen, godsdienstonderwijs toe te staan en apart zwemmen en douchen voor jongens en meisjes toe te staan waarbij ze hun zwembroek tijdens het douchen aan moeten mogen houden. Nu ken ik geen scholen waarin het verplicht is naakt te douchen en kennen we inmiddels ook de bourkini die ook tijdens het douchen best aan mag blijven. De zorgen van Marcouch komen volgens zijn zeggen voort uit zijn zorg dat jongeren die succesvol zijn op school zich vanuit religieuze overwegingen verzetten tegen de maatschappij. Dit uitgangspunt staat haaks op onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau(SCP). Dat stelde vast dat de secularisatie van Marokkanen (en Turken) zich in een stroomversnelling bevindt. In vier jaar tijd (1998-2002) daalde het moskeebezoek onder hen van 38 naar 23 procent en de voorkeur voor islamitische scholen laat eenzelfde cijfer zien. ‘Vooral jonge, hoger opgeleide en goed geïntegreerde moslims hechten minder aan de islam,’ aldus het SCP, dat verwacht dat deze trend zich zal voortzetten. Uiteindelijk zal er een kleine groep Turken en Marokkanen overblijven die zich verzetten tegen de Nederlandse
woorden: ‘ Jongens, rot nou effe op, elke arbeider houdt van een bloot wijf ’. Tegenwoordig wordt de poster via internet verhandeld voor 100 euro!
samenleving, voorspelt het SCP. De vraag is dus of de Nederlandse samenleving een knieval moet maken voor deze kleine groep radicalen. Het antwoord kan alleen maar nee zijn, al is het maar omdat deze kleine groep pas tevreden zal zijn als de samenleving aan hun wereldbeeld voldoet. Aangezien dat nooit zal gebeuren, zullen ze zich blijven verzetten. Veel belangrijker is nog dat we met zo’n knieval diegenen die hun godsdienst steeds meer beschouwen als een privézaak in de kou laten staan. Juist hen zou de PvdA een warme jas moeten bieden. Het lijkt er op dat de interreligieuze werkgemeenschap en Marcouch zich te veel laten leiden door de door hen geconstateerde problemen en het grotere geheel uit het oog hebben verloren. Of zou het gewoon zendingsdrang zijn?
bkbsprkng
DE RODE FAMILIE IN BEELD JAN DE ROOS eindredacteur Lokaal Bestuur
Frank de Jong, Margreet Schrevel, René Kok en Erik Somers: Het Socialisten Boek. Met een inleiding van Mei Li Vos. 384 blz., Uitgeverij Waanders i.s.m. het Internationaal instituut voor Sociale Geschiedenis. ISBN 9789040084867. Prijs: euro 14,95.
Wat is het dan tegenwoordig toch saai!, dacht ik toen ik na 384 pagina’s Het Socialisten Boek weer dicht sloeg. Dit prachtige compacte fotoboekje staat vol met opwindende momenten uit de geschiedenis van het socialisme in ons land. En daarmee vertekent het natuurlijk de werkelijkheid van alledag, die lang niet altijd zo enerverend is. Tegelijkertijd is het een compliment aan de samenstellers, die erin geslaagd zijn zoveel boeiends bij elkaar te brengen en van commentaar te voorzien. Het Socialisten Boek is samengesteld door twee medewerkers van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG), de toonaangevende archiefinstelling op het gebied van de linkse beweging, en het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), allebei in Amsterdam gevestigd. Het boek laat zien hoe divers de rode familie is. Want behalve sociaal-democraten komen ook communisten, pacifisten, anarchisten, krakers, vakbondsmensen, antimilitaristen en nog vele andere stromingen aan bod. Pieter Jelles Troelstra, Femke Halsema, Joop den Uyl, Ella Vogelaar, Marcus Bakker, Ien Dales, Jan Marijnissen, ze staan er allemaal in. We zien stoere affiches uit soms lang vervlogen tijden, van ‘Drees, uw vertrouwen waard’ tot ‘Vakbondskracht is vrouwenmacht’ van de FNV.
Vrouwen achter kinderwagens, die demonstreren voor ‘gelijk loon voor gelijkwaardig werk’ bij de Winschoter ritssluitingfabriek Optilon (1973); de ‘Bibliomobiel’ van de Arbeiderspers, een caravan met rode boeken waarin je eerder bijbelse lectuur zou verwachten (1951); André van der Louw die in corduroypak zijn befaamde berendans uitvoert op het PvdA-congres (1969); de dichteres Henriëtte Roland Holst die in een (rokerig?) zaaltje propaganda maakt voor het socialisme (1905), AJC’ers die dansen rond de Meiboom (1933), de leuze ‘Joop komt’, in verkiezingstijd gekalkt op een muur in de Amsterdamse Nieuwmarktbuurt (1977). En natuurlijk de treffende foto van Pim Fortuyn en Ad Melkert op de avond van het lijsttrekkersdebat na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2002. We zien een aangeslagen Melkert met een verschaald glaasje bier die de opgewekte LPF-leider met zijn glas wijn negeert. ‘Melkert heeft een lange autorit uit Heerenveen achter de rug, waarin hij zich in de put liet praten door zijn assistenten Susan Baart en Gerdi Verbeet’, aldus de toelichting bij de foto. Op bladzijde 44 schrok ik even: een groepje NSB’ers met geheven rechterarm. Verderop nog een colporteur met Volk en Vaderland. Behoren die ook tot de rode familie dan? Mij lijkt dat het na-
tionaal-socialisme, de naam ten spijt, in dit boekje helemaal niet thuis hoort. En als de samenstellers dat wel vinden, hadden ze dat op zijn minst wel eens even mogen uitleggen. Voor het overige zijn de toelichtingen bij de foto’s zeer informatief en met verve geschreven. Al trof ik wel een paar foutjes aan. Op pag. 21 wordt Kornelis ter Laan weer eens gebombardeerd tot de ‘eerste socialistische burgemeester van Nederland’ (1914, Zaandam), maar die eer komt toch echt toe aan Dirk van Eck. Hij werd in 1899 burgemeester in Mijnsheerenland en Westmaas. Van Eck was op dat moment nog geen lid van de SDAP maar wel zo rood als een kreeft. Bij een anti-apartheidsdemonstratie in 1985 wordt Jacques Wallage ten onrechte aangezien voor Hans Alders (pag. 263). En de man bij wie uit protest tegen het bekende PSP-affiche uit 1971 (koe met blote vrouw) de ruiten werden ingegooid was niet Peter Noordanus, die wij kennen als wethouder van Den Haag, maar de ontwerper ervan, George Noordanus (pag. 305). Dat affiche leidde destijds tot veel commotie. In veel gemeenten werd het wegens ‘openbare schennis van de goede zeden’ verboden, en ook binnen de PSP was er verzet tegen deze ‘seksistische uitbuiting van het vrouwelijke lichaam’. Een voorstander beslechtte de interne discussie daarover met de
15
‘Stille armoede krijg je lastig boven tafel’
platteland hee nodig dan allee Foto Patrick van Gemert/Zutphens Persbureau
Antoon Peppelman
De pas in het leven geroepen Antoon plattelandslobby P10 (de tien grootste Peppelman plattelandsgemeenten van ons land) Fractievoorzitter PvdA in Bronckhorst vindt dat het afgelopen moet zijn met Uw gemeente maakt deel uit van het ‘stadse’ beleid van het kabinet. de P10. Wat merkt u daarvan? ‘Nog niet zo heel veel, waarDe problemen op het platteland schijnlijk omdat het er nog maar is.’ verschillen volgens P10 niet veel van pas burgemeester van Bronckdie in de ‘prachtwijken’ van minister De horst, Henk Aalderink (VVD), is van de P10. Vogelaar. Daarom moet er meer geld voorzitter Promoot hij de lobby dan niet binnen uw gemeente? naar grote plattelandsgemeenten. ‘Zeker wel. Hij is er bijzonder over en laat dat ook Maar met geld alleen is het platteland enthousiast merken.’ er nog niet. Lokaal Bestuur sprak Is zo’n lobby volgens u zinvol? ‘Dat zal nog moeten blijken. Het met een PvdA-politicus uit de P10is wel zo dat er in een gemeente als Bronckhorst problemen gemeente Bronckhorst én met voorkomen die vergelijkbaar zijn met wat je in een stad tegenkomt. Tweede Kamerlid en landbouwer De gemeente heeft bijna 38.000 in 40 kernen die een Harm Evert Waalkens: ‘Bestuurders inwoners oppervlakte van 28.643 hectare bestrijken. We hebben 108 somberen graag.’ kilometer gemeentegrens en zijn daarmee niet bepaald een kleine gemeente.’
Noemt u eens één van de problemen? ‘Armoede. Vooral stille armoede. Dat is een probleem dat we maar lastig boven tafel krijgen omdat er veel schaamte is rondom dit thema. Mensen houden het liever voor zichzelf. Zeker hier in de gemeente Bronckhorst.’ Jurjen Sietsema Freelance journalist
16
Gaat het om een specifieke groep die in stille armoede leeft? ‘Natuurlijk gaat het om mensen
uit diverse bevolkingsgroepen, maar het zijn toch vooral de boeren met een relatief klein bedrijf die er mee te maken krijgen. Ze maken lange dagen en weken maar houden per saldo bijna niets over aan het eind van de maand. De lasten stijgen alleen maar, de marges op hun producten worden steeds kleiner en de bank ziet ze naar verloop van tijd ook niet meer staan waardoor ze niet kunnen innoveren of uitbreiden. Ze staan feitelijk met hun rug tegen de muur.’ Dan stoppen ze toch gewoon met hun bedrijf en gaan ze op zoek naar ander werk? ‘Was het maar zo eenvoudig. Zo’n bedrijf is vaak van vader op zoon overgegaan. Met iets wat je door de generaties heen met je eigen handen hebt opgebouwd, stop je niet zomaar. Schaalvergroting is ook funest voor deze kleinere bedrijven. Ze worden gewoon weggedrukt. Daarom vind ik dat we moeten kijken naar ondersteuning voor deze groep. De verhalen die wij als PvdA tegenkomen zijn vaak zo schrijnend dat je er niet omheen kunt om deze mensen te helpen.’ Is een P10 dan de weg om bijvoorbeeld deze boeren te kunnen helpen? ‘Hopelijk, maar er zijn nog meer zaken die blijven liggen. Bijvoorbeeld de verrommeling van het landschap. Er is gewoon geen geld om in alle kernen en buitengebieden alles op te knappen. We krijgen natuurlijk wel geld, maar dat is niet voldoende terwijl het landschap, maar ook (gedeelten van) kernen zelf dreigen te verpauperen.’
Dus toch maar op de barricades met de P10 dan? ‘Als PvdA zijn we nog niet zo actief bezig met de P10. Wij vinden het belangrijker om er in onze gemeente zelf voor de mensen te zijn. We gaan regelmatig op werkbezoek bij instellingen en belangenverenigingen en komen bij de mensen thuis. De leefbaarheid in de gemeente Bronckhorst is onze eerste prioriteit en daar willen we ons sterk voor maken en daarbij hebben we tegenwoordig ook steeds meer concurrentie. Van de SP.’ Begrijp ik u goed dat u niet zoveel in de P10 ziet? ‘Dat wil ik zo niet zeggen. Zoals al gezegd zal het allemaal nog moeten blijken. Het is duidelijk dat er geld bij moet voor het platteland. De toekomst zal het leren of de P10 succes heeft. Onze focus als PvdA ligt toch vooral op onze werkzaamheden binnen onze gemeente en daar hebben we de handen al meer dan vol aan.’
‘Niet naar stadse oplossingen zoeken’
eeft meer alleen geld Foto Hoving/HH
Harm Evert Waalkens
Harm Evert Waalkens PvdA-Tweede Kamerlid De P10 wordt door de PvdA in Bronckhorst nogal gematigd ontvangen. Wat vindt u daarvan? ‘Het gezegde ‘zet een aantal PvdA’ers bij elkaar en je moet een milieuvergunning aanvragen vanwege de hoge zuurtegraad’ gaat ook hier dus weer eens op. Bestuurders somberen graag en zien vaak meer hindernissen dan kansen. Ik zie dat anders. Hoe dan? ‘Laat ik voorop stellen dat de gemeente waarin ik woon en mijn bedrijf uitoefen (Reiderland, red.) nog geen deel uitmaakt van de lobby P10. Daarom kijk ik er met wat meer afstand naar. De P10 maakt vergelijkingen met de stad terwijl de problemen, denk ik, niet zomaar één op één overdraagbaar zijn. Je moet niet naar ‘stadse’ oplossingen zoeken voor problemen op het platteland. Dus een boer die in stille armoede leeft is niet hetzelfde als iemand die driehoog-achter in armoede leeft? ‘Nee, feitelijk niet. Armoede wordt op het platteland vaak eerder opgemerkt dan in een stad waar mensen veel individualistischer zijn ingesteld. Hier is dat minder en hebben mensen nog zorg om elkaar, is er ‘naoberschap’ (nabuurschap) en zien mensen naar elkaar om. Daarom moet je de sociale cohesie binnen de plattelandsgemeenschappen bewaken en blijven stimuleren.’
Peppelman zegt juist dat die armoede niet zo snel zichtbaar is omdat mensen er niet over durven te praten. ‘Waar het om gaat is dat je een sfeer creëert waarin mensen open durven te zijn over wat er speelt en waarin anderen opmerken wanneer er iets niet in de haak is. Positieve sociale controle dus. Je moet mensen bij elkaar brengen en ervoor zorgen dat ze zich verantwoordelijk voelen voor elkaar.’ U zegt dat je niet naar ‘stadse’ oplossingen moet zoeken voor plattelandsproblemen. Wat bedoelt u daarmee? ‘Dan denk ik aan de mal en contramal van verstedelijkte en plattelandsgebieden. Laat beide gebieden in hun waarde en behoudt zowel landschapstechnisch als sociaal het karakter van zowel steden als dorpen. Dat biedt zoveel kansen in de zin van bedrijvigheid, recreatie en wonen. Het is toch prachtig om de diversiteit te zien van dorpen die zich als parels in het landschap rondom een stedelijk gebied rijgen. Je moet dorpen op het platteland niet opknappen met van allerlei ‘stadse fratsen’ maar er juist voor zorgen dat het karakter behouden blijft.’ Het platteland als openluchtmuseum? ‘Zeker niet. Het platteland kent zijn eigen dynamiek. De plattelandseconomie levert nog steeds een onmisbare bijdrage aan onze nationale economie. Zowel op agrarisch als op andere gebieden.’ De P10 wil geld voor boeren die hun hoofd niet boven water kunnen houden, bijvoorbeeld door
de schaalvergroting. Is dat een oplossing? ‘Alle heil lijkt zo weer uit Den Haag te moeten komen terwijl het voor mij nog maar de vraag is of geld dé oplossing is. Het MKB is de motor van de plattelandseconomie. Dus ook de kleinere of net startende jonge boeren moeten een ordentelijke plek krijgen in die economie maar die plek moeten ze ook verdienen. Er wordt denk ik te vaak met een emotionele blik gekeken naar bedrijven die van generatie op generatie zijn overgegaan. Die blik vertroebelt het zicht op de kansen die er liggen en verlamt misschien ook wel te veel. Schaalvergroting hoeft namelijk geen bedreiging te zijn. Als je maar op kwaliteit stuurt en je als kleinere boer open wilt staan voor veranderingen.’ Anders ‘boeren’ dus? ‘Ander grondgebruik, de transitie van landbouw naar natuur. Duurzame landbouw dus. De noodzaak is er en de kansen zijn er volop. Ook en misschien wel juist tegenover de grote bedrijven (die er ook moeten zijn). Je kunt je weg laten drukken, maar je kunt ook kijken of er voor jou kansen liggen.’ Dat klinkt niet als een echt PvdAverhaal. Het lijkt meer iets voor het CDA, dat van oudsher meer op het platteland is gesetteld. ‘Het is maar hoe je er naar kijkt. Wat wel waar is, is dat wij ons als PvdA in het verleden veel te weinig hebben laten gelden op het platteland. De beleidskant is veel te veel een zaak geweest van de confessionele partijen. Maar ik geloof dat het anders kan en aan het veranderen is. Wij zijn als PvdA na de gemeenteraadsver-
kiezingen in 2006 sterk teruggekomen. Ook in de plattelandsgemeenten. Dat betekent dat je de kans hebt om dingen te veranderen en dat er ook al daadwerkelijk dingen veranderen. Wij als PvdA hangen een sturingsfilosofie aan die we, wat deze problemen betreft, veel meer mogen inzetten omdat die filosofie juist hier kan gaan werken. Bovendien is de PvdA een constante factor die als partij ook werkelijk het verschil kan maken. Wij kunnen de schakels in de partij aan elkaar rijgen om zaken te bereiken. De lijnen tussen de afdelingen en de Tweede Kamer (en alles wat daar tussenin zit) zijn kort zodat je slagvaardig kunt zijn. En je moet je constant blijven focussen op je uitgangspunten en ze blijven herhalen. Zoals het blijven hameren op werkgelegenheid.’ Inmiddels heeft de SP het platteland ook ontdekt. Is die partij een bedreiging? ‘Juist niet. Het is een politieke beweging die sterk gegroeid is, maar wij hebben denk ik als partij veel meer te bieden dan de SP. Het lijkt mij daarom ook veel zinniger om te kijken waar we samen kunnen optrekken. Waar je elkaar kunt versterken. Tegenstellingen zijn weinig productief. Je kunt in het belang van wat je wilt bereiken veel beter kijken op welke vlakken je elkaar kunt vinden.’ En de P10? ‘Het is altijd zinvol om je punten goed onder de aandacht te brengen.’
17
‘Je moet gewoon de handen uit de mouwen steken’
Foto Marijn van Rij/NFP Photography
Erwin Kordes en Casper Langerakt
Puntig zichtbaar wat je doet Voor gemeenteraden zit de helft van de periode erop. Hoogste tijd om de balans eens op te maken, vond de PvdA-fractie in Nieuwegein: wat hebben we bereikt en wat gaan we nog doen in de resterende twee jaar? En minstens zo belangrijk: hoe communiceren we dat met de inwoners? Fractievoorzitter Erwin Kordes en raadslid Casper Langerak: “Dat permanent campagne voeren valt niet mee, er is een voortdurend spanningsveld met al dat lezen en vergaderen.”
Lyda Westerink freelance journaliste
18
Deze maand viel bij de inwoners van Nieuwegein een vakantiekaart op de mat. ‘De Partij van de Arbeid wenst u een prettige vakantie’, staat er op de voorkant. Dat mag oprecht zo zijn, maar de boodschap die PvdA de inwoners met deze kaart vooral brengt, is dat hun stad ‘bruisend en sociaal’ is dankzij een stem op de sociaal-democratische partij. Op de achterzijde prijken zes concrete punten die in de afgelopen twee jaar verwezenlijkt zijn, waaronder een gratis bewaakte fietsenstalling, een sporthal en de U-pas. Het is een van de manieren waarop de PvdA Nieuwegein haar oogst sinds de laatste verkiezingen zichtbaar maakt voor haar kiezers. De PvdA bezet sinds de laatste gemeenteraadsverkiezingen tien van de in totaal 33 zetels in de Nieuwegeinse gemeenteraad, wat een verdubbeling betekent ten opzichte van de raadsperiode daarvoor. Van de tien raadsleden is alleen fractievoorzitter Erwin Kordes bezig aan een tweede termijn, de rest was gloednieuw en ‘vol motivatie en ambitie’, zoals Kordes en Langerak dat met veelbetekenende non-verbale signalen schetsen. Want ja, soms wilde men wat sneller, hè. En wat een gelukkige bijkomstigheid is dat fractievoorzitter Kordes in het
dagelijks leven projectmanager is en dus wel gewend om mensen tot een team te smeden. Maar intussen mag je toch wel stellen dat er aardig wat PvdA-punten verwezenlijkt zijn. In het collegeprogramma werden twee jaar geleden logischerwijs, gezien de verkiezingsuitslag, de nodige ambities uit het verkiezingsprogramma van de PvdA opgenomen (‘Zo’n 90 procent van het verkiezingsprogramma’). En er werd bovendien een tien puntenlijst in opgenomen, daarvan was het merendeel overigens binnen een half jaar gerealiseerd: ‘Dit college steekt echt de handen uit de mouwen.’ Elevator pitch In maart dit jaar legden Kordes en Langerak deze lijst en hun eigen verkiezingsprogramma naast elkaar om er een, zoals dat in het bedrijfsleven heet, ‘mid-term review’ op los te laten, een tussenevaluatie. Langerak: ‘We hebben het verkiezingsprogramma en het coalitieakkoord bekeken met de vraag: wat wilden we in 2006 en wat hebben we tot nu toe gerealiseerd? En daar zijn uiteindelijk drie lijstjes uitgerold: de eerste lijst bevat punten die we hebben gerealiseerd en die voor iedereen zichtbaar zijn. Het WMO-loket, bijvoorbeeld, dat in ons verkie-
zingsprogramma als speerpunt is benoemd, een gratis bewaakte fietsenstalling en de U-pas (een kortingspas voor minima). Dat zijn zaken die iedereen kan zien. Er zijn ook altijd dingen waarvoor wel politieke besluiten genomen zijn, maar die nog niet zichtbaar zijn. We hebben bijvoorbeeld locaties aangewezen waar we 1600 woningen gaan bouwen, waarvan 400 voor starters. Die dingen staan op het tweede lijstje.’ ‘Dankzij de PvdA is er nu geld gereserveerd om een poppodium in de binnenstad te realiseren’, staat daar ook op. En deze: ‘Om de luchtkwaliteit te verbeteren wordt er op initiatief van de PvdA een milieuzone in Nieuwegein ingevoerd. Hierdoor mogen alleen nog vrachtwagens met schone motoren het stadscentrum in.’ Waar de eerste lijst ‘Wat heeft uw stem opgeleverd?’ kopt, draagt deze lijst de noemer: ‘Wat gaat uw stem opleveren?’ En dan is er nog een derde lijstje, namelijk het ‘Wat gaan we met uw stem nog doen?’-lijstje, het ambitielijstje voor de komende twee jaar. Langerak: ‘Daarop staat bijvoorbeeld dat we met kredieten willen werken voor startende ondernemers. Dat is óók een manier om mensen aan het werk te helpen: je kunt banen creëren, maar een eigen bedrijf
Foto Nationale Beeldbank
De wijk Blokhoeve in Nieuwegein
tbaar maken starten is ook een manier om een inkomen te verwerven. De stad wordt er levendiger door en met name in allochtone hoek bestaan veel ideeën op dit gebied.’ De lijstjes brengen de stand van zaken goed in kaart, maar dan: hoe ga je dit communiceren? Voor de punten heb je een twintig-secondenverhaal nodig, waarmee je de boer op kunt. In salestermen de ‘elevator pitch’: je stapt met iemand in een lift en voordat je de verdieping bereikt waar je er weer uit moet, heb je je metgezel kunnen overtuigen van je (verkoop)missie. De vakantiekaart is een van de middelen die de fractie aanwendt om puntig haar boodschap te communiceren, daarnaast komen er vijf grote posters om vooral de zaken van het eerste lijstje ‘beeldend’ te maken voor de inwoners. Langerak: ‘Dat poppodium komt daar op, onder het mom ‘Echt PvdA’.’ ‘Wij régelen het’, vult Kordes aan, ‘wij roepen het niet alleen. Dat kun je dan ook laten zien, dat podium ís er. Daar hebben we ons trouwens ook heel erg voor ingezet: toen het bleef steken in het college en
Foto Nationale Beeldbank
Voor je de lift weer uit moet, heb je je liftgenoot overtuigd
de ambtelijke organisatie hebben we als PvdA zelf het onderzoek laten uitvoeren en ook betaald.’ Voorpagina Goed, de kaart dus, posters en ook folders. Het kost even wat, aldus de heren, maar daarin moet je ook ‘investeren’: ‘Dit valt onder de post ‘permanente campagne’, daar reserveren we budget voor. Het valt trouwens niet mee, dat permanent campagne voeren. Vergaderen, stukken lezen, dan schiet het er gauw bij in. Binnen de fractie hebben we als belangrijke stelregel: ‘Buiten gaat voor binnen’. Als je als raadslid naar een externe activiteit gaat, ben je zondermeer vrijgesteld van de aanwezigheid op het wekelijkse fractieoverleg. En gelukkig zijn er vaak nogal wat fractieleden afwezig.’ ‘Buiten’ je gezicht laten zien, er zíjn, ‘de handen uit de mouwen’, daar gaat het om, dáár begint ook de communicatie: ‘We zijn eens bij een bouwspeeltuin gaan klussen’, vertelt Langerak. ‘Of we nemen een kijkje in bepaalde wijken, dan gaat de pers vaak mee.’ In relaties met de pers moet je ook investeren, vindt Kordes: ‘Je moet zelf een beetje een neus hebben voor wat nieuws is. Een structuurvisie, dat is abstract, men wil concreet weten waar
die 1600 woningen komen. Wij koppelen onze initiatiefvoorstellen bij voorkeur aan bestaande ontwikkelingen. Neem dat poppodium, dat voorstel deden we in het kader van het inrichten van de binnenstad. Na de raadsvergadering hebben we een persbericht uitgedaan. Soms zoeken we vooraf media-aandacht. Zo ben jij nog op de voorpagina van de lokale krant gekomen, hè, Casper?’ Langerak knikt. Het was in het kader van het initiatiefvoorstel van de PvdA-fractie voor een milieuzone: ‘In de nieuwe binnenstad van Nieuwegein zijn straks alleen nog schone vrachtauto’s welkom. We hadden zelf een verkeersbord gemaakt met zo’n vervuilende vrachtauto erop waar een kruis doorheen stond, daarvan heeft mijn zoontje een foto gemaakt met mij erbij en die opgestuurd naar de pers. Stond ik opeens op de voorpagina!’ Impuls De heren lachen: zo werkt het een beetje. Kordes: ‘Kijk, als Máxima de stad bezoekt, daar kunnen deze twee kalende mannen niet tegenop, dan gaat alle aandacht daar naar toe natuurlijk. Maar je kunt je toch wel in the picture spelen en zo’n foto van Caspers zoontje met het milieuzonebord waarmee je aandacht voor een voorstel hebt, dat kost je ook nog eens helemaal niks.’ De pers kennen, dat is heel belangrijk. De relaties met de lokale pers omschrijven Kordes en Langerak als ‘goed’, ook de regionale pers, het AD in dit geval (‘Wij zeggen nog altijd Utrechts Nieuwsblad’), wil nog wel, maar de ‘filmende pers’, RTV Utrecht, heeft weinig tot geen belangstelling. Kordes: ‘Ja, die komen alleen als er een wethouder in de kas gegraaid heeft of zo. Met alle respect voor de journalistiek,
hoor, maar dat is vaak een beetje zoals de pers werkt: bij een stevig conflict zie je ze, anders ben je niet interessant.’ ‘Communicatie’ is een vast agendaonderdeel tijdens de fractieberaden. Kordes: ‘Bij de voorbereiding van belangrijke stukken hebben we het uiteraard als eerste over wat we er politiek mee doen, maar steevast als tweede komt aan de orde wat we er publicitair mee kunnen.’ Langerak benadrukt dat je voor communicatie één iemand verantwoordelijk moet maken in je afdeling: ‘En goed afspreken wat je er wel en wat je er niet onderbrengt.’ Het principe ‘mensen niet vermoeien met een structuurvisie, maar gewoon concreet vertellen waar die 1600 woningen komen’ is ook de rode draad in de communicatie naar aanleiding van de tussenevaluatie: concrete resultaten en concrete ambities. Daarmee móet je het kunnen redden in de ‘lift’. Daarnaast, maken Kordes en Langerak duidelijk, geeft het weer even een positieve impuls aan de fractie om ook de tweede helft gemotiveerd en ambitieus in te gaan. En wat mediaaandacht betreft: Máxima komt niet elke week naar Nieuwegein.
19
estftte
Groot worden heeft ook NADELEN
In De Estafette vertellen niet-PvdA’ers hoe zij tegen de plaatselijke (en eventueel ook de landelijke) PvdA aankijken. Zij dwingen ons als het ware om in de spiegel te kijken. Soms valt dat mee, soms tegen.
Hans Verbraak is fractievoorzitter van het CDA Roosendaal
Het verzoek om voor een collegapartij de estafettecolumn te schrijven, mag je natuurlijk niet negeren. Als rasechte Roosendaaler wil ik graag mijn licht laten schijnen over de lokale PvdA- fractie onder leiding van Paul Klaver. De verkiezingsuitslag in 2006 kwam zeker als een verrassing toen de PvdA met acht zetels (winst van 5!) uit de verkiezingsbus kwam. Winst stond bij voorbaat vast - op dat moment liep iedereen achter Wouter Bos aan - maar zóveel had werkelijk niemand verwacht. Mijn partij leverde 2 zetels in, de lokale partij Roosendaalse Lijst (grote winnaar in 2008 met 12 zetels) leverde maar liefst 4 zetels in en de plaatselijke VVD behaalde 7 zetels (-1). Uiteraard was de PvdA aan zet, zij leidde het formatieproces. Tot ieders verbazing werd het CDA buiten de coalitie gehouden, want ‘het moest anders’ volgens de PvdA. Het CDA werd ‘ingewisseld’ voor de voormalige oppositiepartij VVD. Gelukkig werd onze voormalige wethouder snel ‘ingelijfd’ in Zwijndrecht en hoefde hij niet lang in de oppositiebankjes plaats te nemen Nu kan ik zeggen dat wij, na 2 ½ jaar oppositie voeren, in deze voor ons nieuwe rol ontzettend veel hebben geleerd. Eens een keer aan de andere kant van de tafel zitten is zeker een verrijking.
Niet meer aan de collegetafel zitten, geeft toch ook wel een vreemd gevoel. Immers veel van de in de loop der jaren uitgezette beleidslijnen zijn (gelukkig) gewoon doorgezet. Maar om nu te zeggen dat Klaver c.s. voor stabiliteit in de Roosendaalse politiek hebben gezorgd? Allereerst zijn er binnen de partij een aantal strubbelingen geweest die er voor gezorgd hebben dat Ton Kunst het veld moest ruimen. Ook binnen de coalitie liep de spanning regelmatig hoog op. Tijdens mijn raadslidmaatschap (sinds 1 januari 1997) is het nooit zo onrustig geweest in de raad. Het is de PvdA niet gelukt om coalitiepartner VVD binnen boord te houden. In juli j.l. heeft de VVD een motie van wantrouwen gesteund die werd ingediend door de oppositie. Wethouder Buijs (Roosendaalse Lijst) werd weggestuurd omdat hij verantwoordelijk was voor het niet publiceren van het innen van baatbelasting riolering buitengebied. Kosten gemeente € 1,6 miljoen. Een vormfoutje noemde Buijs het. Het gevolg was dat PvdA en Roosendaalse Lijst een uur na de bewuste raadsvergadering het vertrouwen in de VVD hebben opgezegd. En nu zitten we midden in de onderhandelingen om uit deze crisis te komen. In 2006 hadden veel Roosendaalers twijfels over het toetreden van de VVD tot de
coalitie. Deze partij had in het verleden toch wel erg opzichtig en negatief oppositie gevoerd tegen het beleid van de toenmalige coalitie Roosendaalse Lijst, PvdA en CDA. Een onafhankelijk informateur mag nu gaan proberen de ontstane situatie op te lossen. Uiteraard vragen wij ons af of het de PvdA gaat lukken om de broodnodige stabiliteit in de Roosendaalse politiek terug te brengen. Zijn er dan geen positieve zaken te melden over de afgelopen periode? Jawel. De wethouders Pelle en Jongmans doen het uitstekend. Jammer dat Jan Pelle op 1 oktober a.s. gaat vertrekken. Hij wordt directeur van de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij. De PvdA mag gaan proberen om een even krachtdadig bestuurder te gaan vinden. Al met al, met ook de huidige peilingen in het achterhoofd, mag de conclusie zijn dat de PvdA lokaal en landelijk nog het nodige heeft te doen om in 2010 met een goede uitslag uit de verkiezingen te komen. Maar ja, niets is zo grillig als het huidige stemgedrag van de Nederlandse kiezer. Daar weten we bij mijn partij alles van. Hoe je het ook wendt of keert, de combinatie PvdA/CDA is meestal zo gek nog niet, hoe verschillend we ook zijn!
eu-lkl
Europeanisering (3): HET NOORDEN
In hoeverre zijn gemeenten en provincies geëuropeaniseerd? Na Zeeland en Rotterdam kijken we naar de noordelijke provincies.
Foto Nationale Beeldbank
dr. Rob de Rooij is politicoloog en Europadeskundige. Contact:
[email protected]
20
De provincies Groningen, Friesland en Drenthe werken al sinds 1984 samen bij Europese aangelegenheden. In 1992 werd hiertoe formeel het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) opgericht. In het bestuur ervan zaten commissarissen der koningin en gedeputeerden. Deze werden gecontroleerd door een Interprovinciale Statencommissie, die bestond uit statenleden van elk van de drie SNN-provincies. Het aantal zetels per provincie werd verdeeld op basis van het aantal inwoners. Formeel bleven de afzonderlijke Provinciale Staten het recht behouden om voorstellen van het SNN-bestuur te wijzigen of af te wijzen, maar in de praktijk werden alle EU-zaken afgehandeld door de Interprovinciale Statencommis-
sie. Een unieke constructie, die de gezamenlijke EU-belangenbehartiging van de noordelijke provincies richting Den Haag en richting Brussel heeft bevorderd en die veel EU-geld heeft opgeleverd. 1) EU-regelgeving en EU-geld Het SNN sloot in 1998 een akkoord met het kabinet over gezamenlijke investeringen in het noorden, dat als achterstandsregio werd beschouwd. Een deel van die investeringen zou worden opgebracht met geld uit de structuurfondsen van de EU. Want ook volgens de criteria van die fondsen was het noorden van Nederland ‘arm’. Het akkoord hield in dat het kabinet voor de periode 2000-2006 ruim 1 miljard euro zou uittrekken voor de ontwikkeling van het noorden. De helft van dat bedrag zou worden betaald uit het voor Nederland bestemde geld uit de EU-structuurfondsen. Geld dat in het noorden werd ingezet voor de economie, plattelandsontwikkeling, grensoverschrijdende samenwerking en sociaal beleid. 2) Beïnvloeding van EU-beleid en belangenbehartiging in de EU Door de onderlinge samenwerking zijn de noordelijke provincies zeer effectief geweest in de behartiging van hun belangen in Brussel en Den Haag.
Een voorbeeld hiervan was een lobby van de drie commissarissen der koningin om de aardgasopbrengsten in Slochteren niet op te laten tellen bij de economische inkomsten van het noorden. Want als dit wel zou gebeuren, zou de noordelijke regio in EUverband niet meer tot de armlastige regio’s worden gerekend en veel Europees geld mislopen. Het kabinet was gevoelig voor deze argumentatie, want anders zou het zelf het misgelopen EU-geld moeten compenseren aan het noorden, conform het hierboven genoemde akkoord uit 1998. Het kabinet zette de ‘Slochteren-argumentatie’ daarom met succes in tijdens de onderhandelingen met andere lidstaten op de Top van Berlijn in 1999. Op die bijeenkomst van de Europese Raad werd besloten hoeveel EU-geld voor arme regio’s elke afzonderlijke lidstaat in de periode 20002006 zou krijgen. Het SNN stelde in 1995 een gezamenlijke EU-lobbyist aan, die gedeeltelijk in Brussel werkzaam was. Deze werkte samen met de SNN-lobbyist in Den Haag. Het Haagse ministerie van Economische Zaken was lange tijd informeel een ‘bondgenoot’ van het noorden als het ging om het gevecht over de verdeling van EU-geld binnen Nederland (zie hierover de aflevering ‘Resultaten van lobby: voorbeelden [2]’ in
Lokaal Bestuur van maart 2008). Verder richtte het SNN een gezamenlijk kantoor op in het Huis van de Nederlandse provincies in Brussel en bezette het een gezamenlijke zetel in het Comité van de Regio’s. 3) Lokale organisatorische aanpassingen aan de EU Zoals in de inleiding beschreven, hebben de noordelijke provincies hun EU-zaken ‘gedelegeerd’ naar het SNN. Daarnaast hebben in ieder geval de provincies Friesland en Groningen in hun eigen organisatie een ambtenaar die uitsluitend belast is met EU-aangelegenheden. Bij veel besluiten, zoals de medefinanciering van EU-projecten, moeten formeel de afzonderlijke provinciale staten beslissen, zodat EU-zaken ook structureel op de afzonderlijke provinciale agenda’s staan. In de praktijk vindt de discussie erover plaats in SNN-verband, en wel tussen het SNN-bestuur en de Interprovinciale Statencommissie.
HET DILEMMA VAN DE MAAND Foto: Ivonne Wierink/Nationale Beeldbank
Iedere bestuurder en volksvertegenwoordiger wordt ermee geconfronteerd: lastige kwesties die vragen om een antwoord. Lokaal Bestuur legt u elke maand zo’n dilemma voor. Vorige maand was dat:
Jij bent het enige raadslid dat weet dat een PvdA-wethouder bij jou in de gemeente de toewijzing van zijn nieuwbouwhuis te danken heeft aan zijn meer dan hartelijke betrekkingen met de projectontwikkelaar. Je weet ook dat melding van dit feit onherroepelijk zal leiden tot zijn ontslag en het einde van de coalitie. Meld je dit incident? Lex van Rootselaar, organisatieadviseur en abonnee Lokaal Bestuur, Barneveld: Ik zou de wethouder vragen hoe zij/hij dat huis zo snel kreeg (wat hoe weet ik dat al zo zeker, zoals in het dilemma geformuleerd). Ik zou hem vertellen dat ik weet van zijn hartelijke contacten met de projectontwikkelaar en vertellen dat ik vind dat hij daarmee naar buiten moet komen of de toewijzing ongedaan moet maken. Ik zou hem daarvoor maximaal twee weken tijd willen geven en het intussen bespreken met de burgemeester als voorzitter van het college van B&W. Pas daarna zou ik het aan de afdelingsvoorzitter melden. Arnout Goeree, raadslid in Nunspeet: De PvdA-fractie in Nunspeet heeft integriteit al jarenlang hoog in het vaandel staan, we kunnen zelfs spreken van een vereiste om in de lokale politiek actief te zijn. Wij zijn altijd kritisch geweest naar wethouders en raadsleden in het geval de integriteit enigszins in het geding was gekomen. Het is niet alleen een speerpunt van de lokale fractie als volksvertegenwoordigers maar ook als raadsleden persoonlijk. Ik zal het incident zeker aankaarten, ongeacht de consequentie hiervan. Ik zou namelijk niet met een prettig gevoel gaan slapen als ik zou weten dat een PvdA-wethouder misbruik heeft gemaakt van zijn positie. Politiek moet zuiver, open en eerlijk blijven en misstanden zal ik melden, ook al betreft het een wethouder van mijn eigen partij. Petri d’Anjou-Lems, raadslid in Schouwen Duiveland: Dit dilemma vergt nogal wat inlevingsvermogen van een raadslid van de gemeente Schouwen-Duiveland. Bij ons worden nieuwbouwwoningen niet ‘toegewezen’ en bovendien ken ik onze PvdA-wethouder goed genoeg om te weten dat hij niet uit is op
persoonlijk voordeel. Maar goed, als ik ooit in zo’n situatie zou komen, dan zou ik een dergelijk feit zeker melden. Integriteit en betrouwbaarheid zijn essentiële voorwaarden om een goed PvdAbestuurder te zijn. Bovendien verliest de fractie verliest haar geloofwaardigheid als zaken in de doofpot worden gestopt. In eerste instantie zou ik met de fractievoorzitter overleggen, en ik denk dat we vervolgens gezamenlijk het gesprek aan zouden gaan met de betreffende wethouder. De wethouder moet uiteraard wel in staat worden gesteld zijn/haar kant van het verhaal te doen. Herman van den Munckhof, fractievoorzitter in Zutphen: Voor dit ‘dilemma’ heb ik geen 100 woorden nodig. Als ik die kennis zou hebben, als enige raadslid, zou ik daar zeker mee voor de dag komen. Ongeacht de consequenties. Met dit soort zaken moeten wij niet sjoemelen! Overigens zou ik wel proberen, mits daar nog tijd voor zou zijn, de wethouder ervan te overtuigen, dat hij dit aanbod niet zou moeten accepteren. Marjan Leyen, fractievoorzitter in Harenkarspel: Een dergelijke integriteitkwestie vindt doorgaans zeer gemakkelijk de openbaarheid. Het is onwaarschijnlijk te veronderstellen dat zoiets alleen bij mij bekend zou zijn, zoals in deze casus. Zeker wanneer, zoals hier wordt gesteld, het een feit betreft en niet een aantijging of veronderstelling. Dat zou ik dan ook eerst zeker willen weten. Er is immers niets zo gemakkelijk als het beschadigen van een bestuurder: verzin iets, blaas iets op en breng het zonder onderbouwing in de publiciteit. Hoe dan ook, ik zou, na mijn vertrouwenspersoon binnen de afdeling te hebben geraadpleegd, naar de wethouder gaan om zijn/haar verhaal te horen. Ervan uitgaande dat hier daadwerkelijk
en aantoonbaar op een bezwaarlijke manier en in eigen belang is gehandeld zou ik erop aandringen bij de wethouder dat hij/zij zelf de openbaarheid zoekt om duidelijkheid van zaken te geven. Met alle gevolgen van dien. De wethouder kan overigens bij ontslag vervangen worden en ik zie niet in dat de coalitie meteen beëindigd zou moeten worden. Ook in het geval de hele kwestie een aantijging betreft zonder enkel bewijs, zou ik mijn wethouder adviseren om zelf het voortouw te nemen, de publiciteit op te zoeken en opheldering te geven. Lisa Ott van den Ochtend, raadslid in Bolsward: Over de stelling van de toewijzing van het nieuwbouwhuis zal ik eerst contact opnemen met de persoon zelf of het inderdaad zo is gegaan zoals het overkomt, namelijk alleen door de hartelijke houding met de ontwikkelaar van het project. Vervolgens zou ik hem, als het waar is, vragen of hij dit zelf wil melden wegens
de integriteit. Mocht hij dit niet doen dan zou ik dat op mij nemen, ondanks dat dit consequenties zal hebben. Als men voor een woning al ‘in de fout’ zou gaan dan is de kans groot dat de projectontwikkelaar een te grote stempel zou kunnen drukken op eventuele bestemmings-/bouwplannen van de gemeente. Helderheid en onafhankelijkheid is wat ik zou willen blijven uitstralen in de fractie ondanks dat deze problemen de coalitie zou kunnen kosten en derhalve nieuwe verkiezingen nodig zouden zijn. Anneke de Vries–van de Knoop, fractievoorzitter in Lemsterland: Mijn eerste gang zou naar ‘onze’ wethouder zijn en hem confronteren met dit bericht. Hij moet eerst de kans hebben om één en ander uit te leggen en zo mogelijk recht te zetten. Kan of wil hij dat niet, dan is er maar één mogelijkheid. Na partijoverleg zal besloten moeten worden om deze wethouder zelf de keuze te geven af te treden. Wanneer hij dit niet wil of kan, zal de partij dit moeten doen. De coalitie kan dan beslissen of er verder gewerkt kan worden, maar zonder deze wethouder. Integriteit is van te groot belang om dit te negeren. Pia Valentien-Smit, raadslid in Delfzijl: Voor mij is het dilemma absoluut geen dilemma. Ik meld het dus. Dit soort praktijken zijn verwerpelijk en dan maakt het niet uit welke politieke partij men vertegenwoordigt. Voor mij is integer handelen belangrijker dan de val van de coalitie.
Wij legden bovenstaande reacties voor aan Jan Blom, PvdA-wethouder in Millingen aan de Rijn. Samen met zijn collega Martin Honders van Cromstrijen ontwikkelde hij speciaal voor de PvdA een dilemmaspel, dat wordt gebruikt tijdens Op Maat-trainingen (voor fracties) van het CLB. Commentaar Jan Blom: Een aantal inzenders vraagt zich af hoe men aan de informatie in het dilemma komt of hoe een coalitie hierop kan vallen. Op zich interessante vragen maar wat mij betreft hier niet relevant. Ik schreef het al eerder: never fight the case! Het dilemma is zoals het door mijn collega Martin Honders is omschreven. Gelukkig leidt dit dilemma inhoudelijk niet tot discussie. De inzenders zijn het er over eens: wat de consequenties ook mogen zijn, dit kan niet onbenoemd blijven. Mocht de wethouder hier zelfs zijn beleid voor hebben gewijzigd en was dat het kennelijke doel van de projectontwikkelaar, dan maken zij zich beiden zelfs schuldig aan een strafbaar feit. Zij plegen dan beiden (passieve en actieve) omkoping. Het doet mij deugd te lezen dat de meeste inzenders er voor kiezen ook het gesprek met de wethouder aan te gaan. In het verleden spraken wij binnen de partij nog wel eens óver elkaar in plaats van mét elkaar. Gelukkig is dat oude politiek en behoort dat tot het verleden. Wat integriteit betreft is dat een wereld gewonnen.
Wilt u zelf in uw fractie ook het dilemmaspel spelen? Vraag het dan aan bij het CLBsecretariaat, 020-5512205. Meer weten over integriteit? Raadpleeg dan de PvdA-website. Zoekwoorden: ‘gedragscode’ en ‘integriteit’. Het nieuwe dilemma:
De voorzitter van de plaatselijke voetbalvereniging is tevens gemeenteraads lid voor de PvdA. Binnen de fractie is hij woordvoerder sport. Nu komt in deze raadsperiode de verplaatsing van de voetbalvelden aan de orde met veel gemeentelijke investeringen. Hij vindt dat deze twee functies wel eens lastig te combineren zouden kunnen zijn en vraagt u om advies. Wat zou u hem adviseren? Wij zijn benieuwd. Mail ons (desnoods anoniem) wat u ervan vindt. U mag ook zelf een kort en bondig geformuleerd dilemma insturen. Reacties en suggesties graag naar
[email protected]
21
nws Persoonlijk In de PvdA-Tweede Kamerfractie is Pierre Heijnen de contactpersoon voor burgemeestersbenoemingen. Belangstellenden voor het burgemeestersambt kunnen contact opnemen met hem. Dat geldt ook voor fractievoorzitters in gemeenten waar op korte termijn een burgemeestersvacature is te verwachten. Pierre Heijnen is te bereiken via Coby Knijnenburg, tel. 070-3182790. > Emme Groot is met ingang van september benoemd tot burgemeester van het Groningse Delfzijl. Groot is nu nog burgemeester van Appingedam. Hij volgt Marietje Appel-de Waart op die twee jaar geleden met FPU is gegaan. > Henk Santes is aangetreden als nieuwe wethouder van de Drentse gemeente Aa en Hunze. Hij volgt de onlangs vertrokken Hans Polman op. Santes maakt sinds maart 2006 deel uit van de gemeenteraad. > In het Noord-Hollandse Aalsmeer is Ulla Eurich nieuw in de raad. > Hans Weevers is afgetreden als DB-voorzitter van het Amsterdamse stadsdeel Oud-West. > In de Amsterdamse deelraad Slotervaart-Overtoomseveld zijn Pieter Beste, Clyde Moerlie en Jan Engel gestopt met raadswerk. > In het Gelderse Apeldoorn is Henriëtte Bijl opgevolgd door Wendy Man als raadslid. > In de Gelderse gemeente Berkelland stapt wethouder Henk Goudbeek alsnog op na eerder een motie van wantrouwen over de kwestie rond sportcentrum ’t Spilbroek te hebben overleefd. Goudbeek wordt opgevolgd door het raadslid Jan Zappey.
> Het raadslid J. Dorenbos is aangetreden als wethouder in de Noord-Hollandse gemeente Beverwijk. Fengzhu Li komt de raad versterken. > In het Overijsselse Borne is Peter Lage opgevolgd door Benno Kamp als raadslid. > In de Zuid-Hollandse gemeente Capelle aan den IJssel is Gulseren Sivas nieuw in de raad. > In de Groningse gemeente Delfzijl zijn Margie Kil, H. Lameijer, Luc Schumer en Jan Menninga uit de raad gestapt. > In de Noord-Hollandse gemeente Diemen is Richard Rohlof geen raadslid meer. > Heily Stoel en Sylvia van de Vijver zijn opgevolgd door Ruud Fokkens en Wim Boer als statenlid van de provincie Drenthe. > Mariëtte van de Veen is geen statenlid meer van de provincie Friesland. > In de Limburgse gemeente Helden is Herman Janssen als raadslid aangetreden. > In het Overijsselse Hengelo is Marga Huiskes gestopt met raadswerk. > In de Noord-Hollandse gemeente Koggenland is Gerard Vlaar opgevolgd door Jacques Broers als raadslid. > Kees de Kruijf is aangetreden als wethouder van de Utrechtse gemeente Loenen. Hij volgt de onlangs opgestapte Joseph Toonen op. > In het Limburgse Maastricht is Guido Reehuis opgevolgd als raadslid door Marnix Janssen. > In het Drentse Meppel is Jacolien Biesheuvel opgevolgd door E. Beenen als raadslid. > In het Friese Opsterland heeft Margo van den Broek het raadswerk neergelegd. > In de Groningse gemeente Reiderland is Auke ten Hoeve aangetreden als wethouder. Ten Hoeve volgt Ruud Hiet-
brink op die moest opstappen vanwege de kwestie Ganzedijk > In de Rotterdamse deelgemeente Charlois is Sulaika Mahangi uit de raad gestapt. > In het Noord-Brabantse Sint Michielgestel is Marijke van der Steen geen raadslid meer. Zij wordt opgevolgd door F. Sterks. > In de Noord-Hollandse gemeente Uitgeest is Henk Eilert geen wethouder meer. > In de Utrechtse gemeente Utrechtse Heuvelrug is Niels Uildriks opgevolgd door A. van den Broek als raadlid. > In het Noord-Hollandse Velsen heeft Yvonne Steemers het raadswerk neergelegd. C. Hindriks treedt aan als nieuw raadslid. > In het Limburgse Venray is het raadslid Elly van Dijck aangetreden als wethouder. Zij volgt de onlangs afgetreden Hassan Najja op. In de raad wordt zij opgevolgd door Nick van Sinderen > In de Groningse gemeente Vlagtwedde is Gerda de Boer opgevolgd als raadslid door Willem Hoftijzer. > Piere Verbraak is als wethouder aangetreden van de Limburgse gemeente Voerendaal. Verbraak volgt de om gezondheidsredenen gestopte Harrie Bressers op. > John Fleming legt zijn functie als wethouder van het Noord-Hollandse Weesp neer. Fleming geeft aan dat de reden van zijn opstappen niets met de politiek te maken heeft maar dat hij is opgestapt om gezondheidsredenen. > In de Drentse gemeente Westerveld is Jan Puper als raadslid geïnstalleerd. > In het Utrechtse Woerden is Liane Wubbels nieuw in de raad. > In de Gelderse gemeente Zevenaar is P. Donker geen raadslid meer.
Reacties welkom Bent u het niet eens met wat u in Lokaal Bestuur leest? Wilt u een aanvulling of correctie doorgeven? Of heeft u vanuit uw gemeente of provincie iets te melden dat ook voor andere PvdA’ers interessant is? Laat het ons weten. Zorg ervoor dat uw mailtje uiterlijk maandag 8 september in ons bezit is, dan kunnen wij het plaatsen in het oktobernummer. Alle andere kopij voor dat nummer moet op maandag 1 september in ons bezit zijn. U kunt uw bijdrage sturen naar eindredacteur Jan de Roos, e-mail:
[email protected] De sluitingsdatum voor het oktobernummer is maandag 6 oktober.
Trainingen voor fracties Raads- en Statenfracties beschikken over een arsenaal aan ervaringen, opvattingen en kennis. Met elkaar, en voorzien van alle kennis en vaardigheden, proberen ze zoveel mogelijk van hun PvdA-doelen te realiseren. Om er voor te zorgen dat dat ook in een goede sfeer kan gebeuren, zal gewerkt moeten worden aan het vormen van een team en zullen afspraken gemaakt moeten worden over het verdelen van alle taken die gedaan moeten worden. En dat doe je niet één keer in de vier jaar, dat vergt voortdurend onderhoud. Het CLB beschikt over een pool van ervaren trainers. Deze leveren trainingen op maat voor fracties, zoals teambuildtrainingen en het opstellen en evalueren van een fractiewerkplan. Voor deze trainingen heeft het CLB een subsidiepot beschikbaar, waaruit de voorbereidingstijd die een trainer nodig heeft voor het opstellen van een op maat gesneden programma betaald wordt. Naast het werken in een team aan fractiedoelen is het natuurlijk ook belangrijk dat de fractieleden beschikken over voldoende vaardigheden als debatteren, presenteren en omgaan met de media. Het CLB ondersteunt het organiseren van vaardigheidstrainingen in regionaal verband, zowel voor fractieleden als fractievoorzitters. Het CLB neemt, onder bepaalde voorwaarden, de totale kosten van de vaardigheidstrainer op zich. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Margriet Visser,
[email protected] of Vera Bos,
[email protected]
Mijn PvdA Het Centrum voor Lokaal Bestuur stuurt geregeld uitnodigingen of vragen naar haar leden in het hele land. Graag willen wij u gericht benaderen zodat u niet wordt overstelpt met e-mail. Wij vragen daarom uw gegevens op mijnpvda zoals emailadres en portefeuille zelf bij te houden.
CLB-bijeenkomsten
Hoe log ik in op Mijn PvdA? > Ga naar www.pvda.nl > Klik links boven aan op ‘inloggen’ > Vul je inlognaam en je wachtwoord in en klik op ‘login’ > Klik in het linkerframe op ‘Mijn gegevens’ > Klik op ‘Algemeen’. Nu ziet u uw gegevens staan zoals ze in de ledenadministratie zijn opgenomen. > U kunt op deze pagina zelf uw e-mailadres wijzigen en een foto opslaan. > Onderaan kunt u wijzigingen versturen naar de leden administratie. > Onder Mijn Gegevens bij ‘Portefeuille’ kunt u uw portefeuille aanvinken. Vergeet niet rechts onderin te klikken op ‘opslaan’.
Hieronder treft u een overzicht aan van de bijeenkomsten die het CLB de komende maanden houdt. Meer info op onze website www.lokaalbestuur.nl
Wijzigingen in de fractie?
TERUGKOMMiDDAG WETHOUDERSLEERGANG 2
Datum: 05 sep 2008 Tijdstip: 13.00 uur - 22.00 uur Locatie: De Gelderse Poort Email:
[email protected] Tel.: 020-5512202
TERUGKOMDAG WIBAUTLEERGANG 2006
Datum: 06 sep 2008 Tijdstip: 10.00 uur- 17.00 uur Locatie: Conferentiecentrum Drakenburg, Baarn Email:
[email protected] Tel.: 020-5512261 WETHOUDERSNETWERK WWB EN ARMOEDEBELEID
Datum: 10 sep 2008 Tijdstip: 15.00 uur- 17.00 uur Locatie: Stadhuis Utrecht Email:
[email protected] Tel.: 020-5512202
NETWERKBIJEENKOMST MIDDEN HOLLAND EN RIJNLAND
Datum: 12 sep 2008 Tijdstip: 17.00 uur- 19.30 uur Locatie: Verzetsmuseum Zuid-Holland Email:
[email protected] Tel.: 070-4416162
START KENNISCENTRUM SOCIALE ZEKERHEID 30 GROTE STEDEN
Datum: 13 sep 2008 Tijdstip: 10.00 uur Locatie: Stadhuis Almere Email:
[email protected]
GEDEPUTEERDENOVERLEG
Datum: 22 sep 2008 Tijdstip: 20.00 uur – 22.00 uur Locatie: Provinciehuis Utrecht Email:
[email protected] Tel.: 020-5512202
22
TERUGKOMDAG LEERGANG FRACTIE VOORZITTERS 2006
Datum: 27 sep 2008 Tijdstip: 10.00 - 17.00 uur Locatie: Conferentiecentrum Drakenburg, Baarn Email:
[email protected] Tel.: 020-5512261 WETHOUDERSNETWERK BESTUUR EN FINANCIEN
Datum: 06 okt 2008 Tijdstip: 17.00 uur - 19:00 uur Locatie: Tweede Kamergebouw Den Haag Email:
[email protected] Tel.: 070-3183698 WETHOUDERSNETWERK VOLKSHUISVESTING
Datum: 24 okt 2008 Tijdstip: 10.30 uur - 13.00 uur Locatie: Stadhuis Apeldoorn Email:
[email protected] Tel.: 020-5512202
NETWERKBIJEENKOMST GRONINGEN
Voor: wethouders, gedeputeerden en TK-leden in Groningen Onderw.: bestuurskracht, toerisme, jeugdbeleid, PvdA-profilering Datum: 28 oktober Tijdstip: 15.30 uur - 17.30 uur Locatie: Provinciehuis Groningen, k. 20 Opgave: niet nodig GEDEPUTEERDENOVERLEG
Datum: 24 nov 2008 Tijdstip: 20.00 uur - 22:00 uur Locatie: Provinciehuis Utrecht Email:
[email protected] Tel.: 020-5512202
Het CLB ontvangt graag bericht over wijzigingen in uw raads- of statenfractie. Wij kunnen die dan verwerken in onze administratie en er zonodig melding van maken in onze rubriek Persoonlijk. De volgende gegevens zijn van belang: naam- en adresgegevens, telefoon- en faxnummer en e-mailadres, zowel van het nieuwe als van het vertrekkende raads- of statenlid, plus de datum waarop de verandering is ingegaan. Ook als er een nieuwe PvdA-wethouder (al dan niet ‘van buiten’) of gedeputeerde aantreedt, horen we dat graag. Mail uw gegevens naar:
[email protected]. Als u vragen heeft kunt u bellen (0900-9553) of mailen.
Wilt u adverteren? U kunt tegen een aantrekkelijke korting gecombineerd adverteren in de bestuurdersbladen van PvdA, CDA en VVD. Uw advertentie komt dan onder ogen van 80% van alle gemeenteraadsleden, wethouders, burgemeesters, statenleden, gedeputeerden en de commissarissen van de koningin. Inlichtingen over tarieven en sluitingstijden zijn verkrijgbaar bij Bureau Recent, Joop Slor, postbus 17229, 1001 JE Amsterdam. Tel. 020-3308998.
Bezoek onze website! Het laatste nieuws over alle activiteiten van het Centrum voor Lokaal Bestuur vindt u op onze website www.lokaalbestuur.nl Onze site geeft u informatie over: Bijeenkomsten van het CLB, Adviezen, Publicaties, Dualisme, de organisatie van het CLB, artikelen uit Lokaal Bestuur en ProefLokaal. Ook zijn er links naar andere websites die voor u als lokale of provinciale bestuurder interessant zijn.
automatisch betalen Als u nog per acceptgiro betaalt, maar het CLB wilt machtigen middels een automatische incasso, stuur ons dan een e-mail (
[email protected]) of bel ons even: 0900-9553. Wij sturen u dan een machtigingsformulier toe.
Foto Nationale Beeldbank
Hollend Land
ondrwg
Pierre Heijnen Tweede Kamerlid en lid redactie Lokaal Bestuur
Net zoals enkele honderdduizenden, zo niet miljoenen andere Nederlanders ben ik aan het rennen gegaan. Ik deed het soms al eerder, maar dat beperkte zich tot een paar keer in de zomermaanden om de conditie enigszins op peil te houden met het oog op het volgend seizoen. Nee, nu al voor het tweede jaar achtereen heb ik gedurende drie maanden twee tot drie keer per week serieus getraind voor de halve marathon. Voor mij is dat genoeg om net boven de twee uur te lopen. Ik kan de discipline alleen opbrengen in het groepsverband van de atletiekvereniging in de buurt: voor mij alleen is het altijd te moe, te koud, te warm, te nat. Maar onder de druk van de groep, ruk ik mij los van afspraken en vergaderingen in de Tweede Kamer om me op tijd te hijsen in zo’n strak maillot (ik vond dat altijd geen gezicht) en dan door weer en wind anderhalf uur of langer te hollen. Ik moet toegeven, ik voel me erna vaak beter dan ervoor, fysiek, maar ook mentaal: ik ben als het ware op de loop voor mijn zorgen en problemen en win altijd, laat ze altijd achter, althans voor enige uren. Dan komen ze terug. Dat lopen gezond is, dringt steeds meer door. Vanuit de instelling voor geestelijke gezondheidszorg, ook in de buurt, wordt in groepsverband hardgelopen en sommige cliënten sluiten zich bij ons aan. De projecten voor min of meer geïsoleerde Turkse en Marokkaanse vrouwen spelen zich nog hoofdzakelijk in sportclubs af, maar het wachten is op hele groepen hollende hoofddoekjes, al dan niet op doktersrecept. Maar wat is dat toch, die trend dat heel Holland aan het hollen is? Het is immers een vreemde sport, dat hardlopen: winnen is slechts weggelegd voor een hele kleine elite, je wordt er moe van, het is lang niet altijd mooi weer. Daarnaast er is geen team, nauwelijks techniek of tactiek, niet de echte sensatie
van snelheid. Maar toch doen steeds meer mensen het. Ieder zichzelf respecterend gehucht organiseert tegenwoordig z’n eigen loop, sommige meerdere per jaar. En iedere loop trekt honderden, zo niet duizenden deelnemers. Het is massasport geworden. Waar komt dat enthousiasme vandaan? Nog maar 30 jaar geleden liep er helemaal niemand hard, of je moest Gerard Nijboer of Jos Hermens heten. Zou het de welvaart zijn, zijn we er dan toch op vooruit gegaan sinds de nu zo geroemde jaren ’50 en ’60? Moesten we toen niet zo hard werken dat we veel te moe waren om te trainen? Dik werden we toen ook niet, ondanks het veel vettere eten. Sonja Bakker moest nog geboren worden. Het harde werken zonder al te veel auto’s en vele makkelijke apparaten deed ons het vet makkelijk verteren. Het aantal hardlopers in een samenleving als graadmeter voor de welvaart, een mooie hypothese. In mijn groep lopen onder andere een rechter en een kapper, een bejaardenverzorgster en een lerares. De sociale samenstelling is erg gemêleerd, veel meer dan mijn voetbalelftal. De groep is, anders dan mijn elftal, wel erg wit, maar je moet ergens beginnen. Tijdens het hardlopen komt de hele wereld langs: ze weten dat ik in de Tweede Kamer zit. Er wordt heel wat gemopperd, zeker op het werk in de (semi-)collectieve sector. Of liever, niet op het werk zelf, maar op de chefs, de bureaucratie, de reorganisaties, het beleid, de politiek. Wat dat betreft kan ieder trainingsuurtje met gemak de concurrentie aan met veel strak geregisseerde werkbezoeken: je hoort veel meer. Maar soms wil ik alleen de zee, het strand, de duinen, het bos, de vogels, de wind, de stilte ervaren. Ik wend dan voor dat ik het te zwaar heb met de training en even niet in ben voor een praatje. En ben dan heerlijk alleen nog maar onderweg.
23
achtrknt Foto Nationale Beeldbank
24
PARTIJ VAN DE ARBEID Mensen bezig met hun alledaagse werk, is het fotothema van deze achterpagina.