Burgemeester en wethouders
Raadsvoorstel voor behandeling in oordeelvormende/besluitvormende vergadering Datum vergadering Onderwerp Agendapunt Portefeuillehouder Behandelend ambtenaar Afdeling Telefoonnr. E-mailadres
: : : : : : : :
In te vullen door griffie Beleidsplan Participatiewet In te vullen door griffie Ligtelijn-Bruins Ina Roelfsema Programma Sociaal Domein (0318) 680471
[email protected]
Zaaknummer
: 8851
Beslispunt(en) 1. Kennis te nemen van het beleidsplan Participatiewet. 2. In te stemmen met: 2.1. de keuze om de dienstverlening af te stemmen op de nieuwe doelgroepen Wsw en Wajong vanuit een integrale aanpak gebaseerd op de uitgangspunten van de drie decentralisaties. 2.2. de keuze om de toegang voor werk, participatie en inkomen te regelen via een nieuw, integraal gemeentelijk loket; 2.3. de keuze om van klanten die kansrijk zijn op de arbeidsmarkt uit te gaan van een grote mate van zelfredzaamheid om daarmee de beschikbare middelen voor re-integratie met name in te kunnen zetten op de klantgroepen die kunnen werken of participeren en daarbij wel (tijdelijke) ondersteuning nodig hebben; 2.4. de keuze om voor klanten die (nog) niet kunnen werken vernieuwde arrangementen te ontwikkelen op snijvlak van Wwb en Wmo variërend van participatieplekken, vrijwilligerswerk, vormen van (arbeidsmatige) dagbesteding of beschut werken; 2.5. de keuze om de lokale werkgeversdienstverlening te versterken door duurzame relaties met Edese werkgevers aan te gaan, zodanig dat dit inpasbaar is in de regio en aansluit op regionale ontwikkelingen; 2.6. de keuze om voor het creëren van banen voor mensen met arbeidsbeperking of een grote afstand tot de arbeidsmarkt verdere samenwerkingsafspraken te maken in de regio FoodValley over regionale werkgeversdienstverlening; 2.7. de keuze om alvast bouwstenen klaar te zetten voor een regionaal werkbedrijf voor nieuwe functionaliteiten en dit te doen met de andere gemeenten in FoodValley, SW-bedrijven, UWV en werkgevers voor bemiddeling en plaatsing van mensen met een arbeidsbeperking. 1. Inleiding/aanleiding Met de Participatiewet wil het kabinet bereiken dat zoveel mogelijk mensen deelnemen (participeren) in de samenleving. De Participatiewet is onderdeel van de 3 decentralisaties en voegt de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening en een deel van de Wajong samen. Er is straks dus één regeling voor iedereen die in staat is om te werken, waarbij een groot deel van de uitvoeringstaken is gedelegeerd naar de gemeente. Voor mensen die helemaal niet kunnen werken, blijft er een sociaal vangnet in de vorm van een bijstandsuitkering. De Participatiewet wil voorkomen dat mensen onnodig in dit vangnet blijven. In het Sociaal Akkoord hebben sociale partners afspraken gemaakt over de vorming van 35 Werkbedrijven (per arbeidsmarktregio) en het vrijwillig voldoen aan het gestelde werkgeversquotum voor het in dienst nemen van mensen met een arbeidsbeperking. Het voortvarend nader invulling geven aan de arbeidsmarktregio FoodValley en de regionale werkgeversbenadering is hiervoor van groot belang. Beleidsontwikkelingen in het Sociaal Domein vragen om een nieuwe integrale uitvoeringspraktijk. Het werkproces in het brede domein van Werk, Inkomen, Wmo en Schuldhulpverlening wordt herontworpen mede op basis van de uitgangspunten zoals verwoord in de notitie “Het is mensenwerk”, toegang en sturing in het sociaal domein. In het beleidsplan Participatiewet gaan we in op wat deze wet betekent voor de dienstverlening aan werkzoekenden en aan werkgevers. Uitgangspunt is dat we de middelen beschikbaar voor re-integratie zo effectief en efficiënt mogelijk inzetten, zodat iedereen naar vermogen mee kan doen, bij voorkeur in een
Blz. 2
reguliere baan. Voor de realisatie van de opgaven uit de Participatiewet bouwen we voort op de bestaande lokale en regionale infrastructuur. Dienstverlening aan de Wwb-klanten gebeurt door de uitvoeringsorganisatie Werk, Participatie en Inkomen (WPI) met een nieuwe aanpak vanuit integraal en gekanteld denken. Voor de bemiddelbare klanten werken we in de regio samen in het regionaal accountteam. Voor klanten die (nog) niet kunnen werken ontwikkelen we arrangementen op snijvlak van Wwb en Wmo. Deze vernieuwde arrangementen betreffen participatieplekken, vrijwilligerswerk, (arbeidsmatige) dagbesteding en beschut werken. Voor hen die echt niets kunnen is er altijd het vangnet van de uitkering. Voor de nieuwe doelgroep met arbeidsbeperking (Wsw, Wajong) sluiten we in de regio FoodValley aan op de ontwikkeling van een regionaal werkbedrijf. Het regionaal werkbedrjif is de schakel tussen mensen met een arbeidsbeperking en de banen die werkgevers voor deze doelgroep creëren. Bij de uitwerking van het regionaal werkbedrijf en de verdere werkgeversdienstverlening in FoodValley neemt Ede de bestaande infrastructuur van de SW-sector en regionaal accountteam als uitgangspunt. De staatssecretaris van SZW heeft op 2 december de Participatiewet aangeboden aan de Tweede Kamer. De bedoeling is dat de Tweede Kamer de wet in het voorjaar van 2014 behandelt, zodat de Eerste Kamer nog voor het zomerreces over de Participatiewet kan spreken. De Participatiewet treedt per 1 januari 2015 in werking. 2. Argumenten Het beleidsplan Participatiewet geeft uitvoering aan de vereiste voorbereidingen in het kader van de nieuwe Participatiewet. In het beleidsplan zetten we bouwstenen klaar voor de uitvoering van de nieuwe wet. Dit geeft mede richting aan de veranderopgave van het uitvoeringscluster WPI en aan de regionale samenwerking in FoodValley. 2.1 de keuze om de dienstverlening af te stemmen op de nieuwe doelgroepen Wsw en Wajong vanuit een integrale aanpak gebaseerd op de uitgangspunten van de drie decentralisaties. Voor de dienstverlening aan werkzoekenden gaan we de huidige dienstverlening herijken en afstemmen op de nieuwe doelgroepen (Wsw en Wajong). We willen daarbij een samenhangende en integrale aanpak realiseren, vanuit de uitgangspunten van de drie decentralisaties. Werk is (uiteindelijk) altijd een belangrijke factor in het realiseren van zelfredzaamheid. We verwachten dat onze professionals de zogenoemde kanteling omarmen, de vraag kunnen verhelderen en de burger in positie brengen om samen naar oplossingen te zoeken. Dit betekent dat we van de klant meer zelfredzaamheid mogen vragen en dat we de klant meer zelf aan de slag zetten om actief op zoek naar werk te gaan. 2.2 de keuze om de toegang voor werk, participatie en inkomen te regelen via een nieuw, integraal gemeentelijk loket. Voor werk, participatie en inkomen blijft het gemeentelijk loket de toegang. In navolging van de uitgangspunten van de drie decentralisaties wordt gewerkt aan een integraal gemeentelijk loket. Alles wat binnen de disciplines van werk, participatie en inkomen kan worden opgelost wordt integraal opgepakt. Dit wanneer er geen sprake is van een enkelvoudige vraag. Wanneer de vraag naar werk of participatie samenhangt met een meer complexe (gezins-) problematiek wordt vanuit dit loket de verbinding gelegd met het sociaal team. De werkwijze van het gemeentelijk loket sluit aan op die van andere toegangen in het sociaal domein, gebaseerd op het gedachtengoed van de Kanteling. 2.3 de keuze om van klanten die kansrijk zijn op de arbeidsmarkt uit te gaan van grote mate van zelfredzaamheid en daardoor de beschikbare middelen voor re-integratie met name in te zetten op de klantengroepen die kunnen werken of participeren en daarbij (tijdelijke) ondersteuning nodig hebben. We kiezen voor een efficiente en effectieve inzet van middelen. We zetten met name in op klanten die met (tijdelijke) ondersteuning in staat zijn te werken of te participeren. In de uitvoering wordt op de schaal van mate van bemiddelbaarheid naar maatwerkoplossingen gezocht samen met de klant. Klanten die kansrijk zijn op de arbeidsmarkt zijn zelfredzaam en ondersteunen we op weg naar werk met korte trainingen en groepsactiviteiten. Klanten die nog moeten leren werken bieden we maatwerk, bijvoorbeeld leerwerkprojecten bij werkgevers, stages, proefplaatsingen, bedoeld om werknemersvaardigheden op te doen en te werken aan houding & gedrag.
Blz. 3, Behoort bij V.R.
2.4 de keuze om voor klanten die (nog) niet kunnen werken vernieuwde arrangementen te ontwikkelen op snijvlak van Wwb en Wmo variërend van participatieplekken, vrijwilligerswerk, vormen van (arbeidsmatige) dagbesteding of beschut werken. Voor mensen die (nog) niet kunnen werken is participatie aan de orde. Daarvoor zijn we arrangementen aan het organiseren met het maatschappelijk middenveld. Het gaat om plekken waar mensen vrijwilligerswerk kunnen doen, (arbeidsmatige) dagbesteding en beschut werken. Waar mogelijk verbinden we doelgroepen van de Wmo en Wwb met elkaar. Voor de verschillende arrangementen benutten we de kansen in de wijk, en kijken we waar we een bijdrage kunnen leveren aan het zo lang mogelijk zelfstandig functioneren van ouderen en mensen met een beperking. Voor klanten die worden toegeleid naar deze plekken in de wijken geldt dat de ontwikkeling van participatiemogelijkheden centraal staat. 2.5 de keuze om de lokale werkgeversdienstverlening te versterken door duurzame relaties met Edese werkgevers aan te gaan, zodanig dat dit inpasbaar is in de regio en aansluit op regionale ontwikkelingen. Goede werkgeversdienstverlening is een essentiele succesfactor voor de uitvoering van de Participatiewet. De dienstverlening aan werkgevers speelt zich af op twee niveaus: regionaal en lokaal. Wij hebben een belangrijke rol naar onze lokale werkgevers. Daarom investeren we ook in de versterking van de lokale werkgeversdienstverlening in Ede. Daarvoor is het werkgeversservicepunt van Ede aan zet. We doen dit door op lokaal niveau te investeren in duurzame relaties met Edese ondernemers. De versterking van het lokale werkgeversservicepunt zien we tevens als een belangrijke bouwsteen voor de regionale werkgeversdienstverlening. We doen dit dan ook zodanig dat het lokale werkgeversservicepunt inpasbaar is in de regio. Op termijn is de samenwerking in FoodValley erop gericht te komen tot één regionaal werkgeverspunt. 2.6 de keuze om voor het creëren van banen voor mensen met arbeidsbeperking of een grote afstand tot de arbeidsmarkt verdere samenwerkingsafspraken te maken in de regio FoodValley over regionale werkgeversdienstverlening. De regio FoodValley is een van de 35 zelfstandige arbeidsmarktregio’s.Belangrijke opgave is het operationaliseren van een gezamenlijke werkgeversdienstverlening en met één gezicht naar buiten te treden. Daarom zijn we recent gestart met een regionaal accountteam die vraaggericht de personele vraagstukken van ondernemers in beeld brengt en oplost. Via de inzet van het regionaal accountteam wordt er in de regio verder gewerkt aan samenwerkingsafspraken over de contacten met ondernemers, uitwisseling van vacatures, optimale matching door het gezamenlijk beantwoorden van werkgeversvragen, het ontzorgen van werkgevers (met bijvoorbeeld inzet van detachering en bieden van begeleiding op de werkplek) en publiekprivate samenwerking met uitzendbureaus. 2.7 de keuze om alvast bouwstenen klaar te zetten voor een regionaal werkbedrijf voor nieuwe functionaliteiten en dit te doen met gemeenten, SW-bedrijven, UWV en werkgevers voor bemiddeling en plaatsing van mensen met een arbeidsbeperking. Wij zetten in op een pragmatische route, omdat de uitwerking van het sociaal akkoord nog niet bekend is, terwijl we per 1 januari 2015 wel een aanpak moeten hebben staan. De inzet van Ede in het regionale overleg is om alvast de bouwstenen die we nodig hebben voor het regionaal werkbedrijf klaar te zetten en daarbij te werken vanuit de bestaan infrastructuur in samenwerking tussen gemeenten, SW-bedrijven, UWV en werkgevers. Prioriteit is daarbij een goede werkgeversdienstverlening, de mogelijkheid van detachering en het bepalen van de loonwaarde. Dit gaan we zo invullen dat we nog geen voorschot nemen op de inrichting van het regionaal werkbedrijf. 3. Alternatieve beleidskeuzes Er zijn geen alternatieve keuzes. De Partcipatiewet schrijft voor wat de verantwoordelijkheid van de gemeente is. Daaronder valt ook het opstellen van een beleidsplan, waar de gemeenteraad de uitgangspunten voor vaststelt.
Blz. 4
4. Kanttekeningen - Het wetsvoorstel Participatiewet ligt nu bij de Tweede Kamer en zal in het voorjaar 2014 behandeld worden. Daarna moet het nog door de Eerste Kamer. Het kan zijn dat beide kamerbehandelingen nog leiden tot wijzigingen of aanpassingen op het oorspronkelijk voorstel. - Voor het realiseren van de doelen van de Participatiewet met de daarvoor beschikbare middelen zijn we afhankelijk van het beschikbaar komen van extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking bij reguliere werkgevers. Indien de doelgroep groeit, de beschikbare middelen naar verhouding achterblijven en we er niet in slagen extra banen bij reguliere werkgevers te creëren, wordt het moeilijker onze doelen te bereiken. 5. Risico’s - Er zijn financiële risico’s te duiden: de bezuiniging op de Wsw en de jarenlange CAO-verplichtingen (130% van het wettelijk minimumloon) voor het zittend bestand Wsw drukken zwaar op het budget; het is nog onduidelijk of gemeenten extra middelen krijgen voor de re-integratie van herkeurde Wajongers en niet helder is of de extra middelen die landelijk toegekend zijn voor het verstrekken van loonkostensubsidies aan werkgevers toereikend zijn. - In het kader van risicomanagement is er een risico-analyse uitgevoerd voor de transitie. Door gezamenlijk de risicomanagementcyclus te doorlopen, zijn op systematische wijze de belangrijkste risico’s geïnventariseerd, geprioriteerd en zijn maatregelen geformuleerd en belegd bij actoren voor de belangrijkste risico’s. Het volgen van de risico’s is belegd in de projectgroep Participatiewet. De genomen maatregelen worden periodiek op hun effectiviteit getoetst. Halfjaarlijks of indien daar aanleiding voor is, vindt totale actualisatie plaats van het risicoprofiel. 6. Burgerparticipatie De adviesraden zijn betrokken bij de overkoepelende nota “Het is mensenwerk” en de lokale beleidsnota’s, waaronder die van de Participatiewet. Daarnaast vinden gesprekken plaats met werkgevers, SW-bedrijven, UWV, sociale partners en maatschappelijke organisaties. Zie voor het interactief proces voor de totstandkoming van de beleidsnota’s de toelichting bij het raadsvoorstel over de notitie “Het is mensenwerk”. 7. Communicatie Er komt een integraal plan voor informatie en bewustwording over de veranderingen in het sociale domein voor onze burgers, maatschappelijke organisaties, vertegenwoordigers van klanten en onze eigen organisatie. In het kader van de drie decentralisaties wordt daarvoor een communicatieplan opgesteld met kernboodschappen. De communicatie over de Participatiewet maakt deel uit van dat plan. Zie voor een verdere toelichting op de communicatie het raadsvoorstel over de notitie “Het is mensenwerk”. 8. Kosten, baten en dekking De gemeente wordt volledig financieel verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet. In deze fase is er nog geen volledig beeld van de inkomsten en uitgaven die samenhangen met de uitvoering van de Participatiewet. Binnen het programma Sociaal Domein is de beleidskeuze gemaakt om de uitvoering van de taken te doen binnen het budget en ook de effecten van kortingen op te lossen binnen het door het Rijk bedoelde beleidsterrein. Dit geldt ook de Participatiewet. Ook de verdeling van de macrobudgetten over de gemeenten is nog niet bekend, daarvoor wordt een nieuw verdeelmodel ontwikkeld. We hebben te maken met bezuinigingen op de macrobudgetten. Hoe dit uitpakt voor de gemeente Ede wordt beïnvloed door de nieuwe verdeelsleutel. In het beleidsplan presenteren we derhalve ramingen op basis van de ons nu bekende informatie. De middelen voor het werkdeel, de Wsw, Wajong (re-integratiemiddelen) en no-riskpolis worden samengevoegd tot één ongedeeld budget Deze budgetten zitten met uitzondering van de Wajong-doelgroep nu reeds bij de gemeente (rijksdoeluitkeringen). Op het Wsw-budget liggen langlopende verplichtingen die voor een lange periode groter zijn dan de hiervoor beschikbare middelen. We kiezen ervoor om het oude rechten verhaal van de SW afzonderlijk te monitoren zodat het tekort op de Wsw niet automatisch gesaldeerd wordt met de beschikbare re-integratiemiddelen maar apart als knelpunt kan worden opgevoerd, bijvoorbeeld via de Perspectiefnota. In onderstaande tabel met geschatte beschikbare middelen voor de uitvoering van de Participatiewet zien we dat de middelen voor de Wsw afnemen. Ook op het huidige Participatiebudget is voor de re-integratie van Wwb-ers al eerder een bezuiniging ingezet, zodat in 2018 een bedrag van 1,9 miljoen resteert. Aan dit budget worden middelen toegevoegd voor de re-integratie van nieuwe doelgroepen Wajong en Wsw, oplopend tot € 425.000 in 2018. De middelen voor volwasseneducatie blijven gelijk, terwijl we vanaf 2014
Blz. 5, Behoort bij V.R.
geen middelen meer krijgen voor inburgering. De wet inburgering wordt beëindigd per 1 januari 2014 en de nieuwkomers zijn dan zelf verantwoordelijk voor inburgering. Tabel : geschatte beschikbare middelen voor uitvoering Participatiewet (inclusief nieuwe doelgroep).
Beschikbare middelen Ede (€ * 1.000) Wsw Re-integratie Nieuwe doelgroep Inburgeringsmiddelen Volwasseneducatie Totaal
2013 2014 2015 2016 2017 2018 11.279 11.279 10.779 10.021 9.284 8.570 2.627 2.441 2.212 2.076 1.932 1.932 0 0 86 209 332 452 295 0 0 0 0 0 293 293 293 293 293 293 14.494 14.013 13.370 12.599 11.841 11.247
9. Uitvoering en vervolgprocedure Na vaststelling van het beleidsplan Participatiewet door de gemeenteraad starten we met de uitwerking van de hierin beschreven keuzes. Deze keuzes worden verwerkt in een uitvoeringsplan. Dit uitvoeringsplan wordt ter informatie aan de gemeenteraad aangeboden, zodra deze afgerond is. 10. Gemeenteraad Het raadsvoorstel wordt aangeboden aan de Agendacommissie, met het verzoek dit ter vaststelling voor te leggen aan de gemeenteraad. Burgemeester en wethouders van Ede, RICHARD WIELINGA de secretaris
CEES VAN DER KNAAP de burgemeester