Aan onderstaande informatie kunnen geen rechten worden ontleend.
Besluit bijstandverlening zelfstandigen; De Bbz-regeling Betreft informatie voor: • de gevestigde ondernemer • de startende ondernemer • de oudere ondernemer • de ondernemer met een marginaal inkomen • de ondernemer die moet stoppen Waarvoor dient de regeling? Het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) is een onderdeel van de Wet werk en bijstand (Wwb). Zij ondersteunt ondernemers of vrije beroepsbeoefenaren die -door welke oorzaak dan ook- tijdelijk in financiële problemen zijn geraakt of dreigen te raken. Voorwaarde is dat het bedrijf of beroep in principe levensvatbaar is, en dat de ondernemer het wil voortzetten. Alleen oudere ondernemers en zij die hun bedrijf of beroep moeten beëindigen behoeven geen levensvatbaar bedrijf te hebben. Omdat men in die situaties niet altijd bij een bank of andere kredietverstrekker terecht kan, helpt de gemeente met deze bijstandsregeling. Wie kunnen er worden geholpen via de Bbz-regeling? • de gevestigde ondernemer Een ondernemer die al een redelijke termijn zelfstandig is kan tijdelijk door allerlei oorzaken in financiële problemen komen. Dan kan een beroep op een rentedragend krediet uitkomst bieden of een borgtocht voor een lening bij een bank tot maximaal €178.019,-* per bedrijf of beroep. De rente is 7%* en de looptijd bedraagt maximaal 10 jaar. Een gedeelte ervan kan wellicht in een keuzejaar worden geschonken, of mogelijk kan de rente in de eerste twee jaar na kredietverstrekking worden kwijtgescholden. Borgtocht betekent dat de gemeente garant staat voor de lening die door de eigen bank van de ondernemer wordt verstrekt. Ook kan de gevestigde ondernemer aanspraak maken op een uitkering als aanvulling op het eigen (gezins)inkomen, voor een periode van maximaal 12 en soms zelfs maximaal 36 maanden. Bij de uitkering wordt rekening gehouden met de gezinssamenstelling, woonkosten en mogelijke premie arbeidsongeschiktheidsverzekering. In deze periode kan begeleiding van de ondernemer noodzakelijk zijn. • de startende ondernemer Om een bedrijf te kunnen starten vanuit een (dreigende) uitkerings- en werkloosheidssituatie, met het doel om daarmee uiteindelijk in het levensonderhoud te kunnen voorzien, biedt het Bbz een aantal mogelijkheden. Er kan in de voorbereidingsperiode voor de start een renteloos krediet worden verstrekt tot maximaal €2708,-* voor bijvoorbeeld de kosten van marktverkenning. Wanneer u een bedrijf start, wordt het krediet rentedragend. Wanneer u géén bedrijf start, hoeft dat bedrag niet te worden terugbetaald; dan wordt het u geschonken. Daarnaast kan men tot maximaal een jaar een beroep doen op een uitkering tot aan de daadwerkelijke start. In deze periode is men verplicht begeleiding te aanvaarden. De kosten hiervan zijn voor rekening van de gemeente. In de startperiode kan een beroep worden gedaan op een rentedragend krediet of een borgtocht voor een lening bij een bank, tot maximaal €32.774,-* per bedrijf of beroep. De rente is 7%* en de looptijd bedraagt maximaal 10 jaar.
Men kan ook aanspraak maken op een uitkering als aanvulling op het eigen (gezins)inkomen, voor een periode van maximaal 36 maanden. Bij de uitkering wordt rekening gehouden met de gezinssamenstelling, woonkosten en mogelijke premie arbeidsongeschiktheidsverzekering. Ook in deze periode is het mogelijk de ondernemer te begeleiden. De kosten hiervan zijn tot een bepaald bedrag ook voor rekening van de gemeente. • de oudere ondernemer De ondernemer die tussen 55 en 65 jaar is, en de laatste 10 jaar onafgebroken en rechtmatig een bedrijf voerde, kan een aanvulling op zijn inkomen krijgen als het bedrijf naar verwachting een inkomen van minimaal €7.070,-* bruto per jaar oplevert. Het bedrijf is dus in feite niet meer levensvatbaar, maar de ondernemer wil er toch mee doorgaan. Deze aanvullende uitkering loopt tot het 65e jaar. Bij de uitkering wordt rekening gehouden met de gezinssamenstelling, woonkosten en mogelijke premie arbeidsongeschiktheidsverzekering. Ook in deze periode kan begeleiding noodzakelijk zijn. Deze ondernemer kan ook, als er sprake is van een beperkt en tijdelijk financieringstekort, incidenteel een beroep doen op een bedrijfskapitaal tot een bedrag van maximaal €8.901,-* per bedrijf of beroep als schenking of renteloze lening met een looptijd van maximaal 10 jaar. • de ondernemer met een marginaal inkomen Wanneer het inkomen van een ondernemer structureel laag ligt, terwijl men daar overigens wel van kan rondkomen, zal men toch vaak worden afgewezen door banken bij de aanvraag van kredieten. Moet de ondernemer noodzakelijke investeringen doen, schulden afbetalen of een periode overbruggen, dan kan de voortzetting van het bedrijf in gevaar komen als er geen tijdige financiële injectie plaatsvindt. Er zijn verschillende mogelijkheden waarvan men gebruik kan maken. Er kan incidenteel een beroep worden gedaan op een bedrijfskapitaal tot een bedrag van maximaal €8.901,-* per bedrijf of beroep als schenking of renteloze lening met een looptijd van maximaal 10 jaar. Ook kan de ondernemer met een marginaal inkomen aanspraak maken op een uitkering als aanvulling op het eigen (gezins)inkomen, voor een periode van maximaal 6 maanden. Bij de uitkering wordt rekening gehouden met de gezinssamenstelling, woonkosten en mogelijke premie arbeidsongeschiktheidsverzekering. Begeleiding van de ondernemer kan ook in deze periode noodzakelijk zijn. • de ondernemer die moet stoppen De ondernemer die door omstandigheden uiteindelijk zijn bedrijf moet beëindigen, kan aanspraak maken op een uitkering als aanvulling op het eigen (gezins)inkomen tot aan de bedrijfsbeëindiging. Deze uitkering wordt verstrekt voor een periode van maximaal 12, eventueel in bijzondere omstandigheden 24 maanden. Bij de uitkering wordt rekening gehouden met de gezinssamenstelling, woonkosten en mogelijke premie arbeidsongeschiktheidsverzekering. Begeleiding van de ondernemer kan ook in deze periode noodzakelijk zijn. Voorwaarden De overheid hanteert deze bijstandsregelingen met een bepaald doel: de in beginsel levensvatbare bedrijven waar het tijdelijk niet goed mee gaat, dienen door de financiële injectie weer in de inkomsten van de ondernemer te kunnen voorzien. Daarom hanteert men de volgende voorwaarden: • De ondernemer is tussen 18 en 65 jaar, bezit de Nederlandse nationaliteit of is in het bezit van een geldige verblijfsvergunning.
• Het bedrijf is in principe levensvatbaar, en voldoet aan de wettelijke eisen van rechtmatige vestiging. De voorwaarden voor levensvatbaarheid gelden niet voor de oudere ondernemers en zij die hun bedrijf beëindigen. • Het bedrijf is in Nederland gevestigd. • De aanvrager werkt minimaal 1225 uur per jaar in het bedrijf of beroep. • De aanvrager dient werkelijk ondernemer te zijn; zeggenschap te hebben en financieel risico’s te lopen. Vermogen Bij de uitvoering wordt rekening gehouden met het eigen vermogen van de aanvrager. Indien het boven een bepaalde grens ligt, is dat namelijk van invloed op de vorm van bijstand. Bedraagt het eigen vermogen meer dan €171.326,-*, dan kan er geen bijstand worden geschonken. Bedraagt het meer dan €40.768,-*, dan wordt de bijstand alleen geschonken wanneer dit eigen vermogen niet méér is 30% van het totale vermogen. Bij minder dan €40.768,-* vermogen kan wel bijstand worden geschonken. Oudere zelfstandigen hebben één vermogensgrens van €119.929,-*. Uitvoering De uitvoering van de WWB en Bbz ligt in handen van de gemeente. Zij beslist op de aanvraag. Meestal vraagt de gemeente aan bijvoorbeeld het Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf om een onafhankelijk advies. Verder is het van belang om te weten dat de wet bezwaar- en beroepsmogelijkheden kent en dat in de aanvraagperiode een voorschot voor levensonderhoud kan worden verstrekt. Aanvragen Aanvragen voor hulp op grond van de WWB en het Bbz kunnen worden ingediend bij de gemeente waar de ondernemer woonachtig is. * Bedragen en percentages vanaf 1 januari 2009
Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) e elfstandigen Waarvoor dient de Ioaz-regeling? Een oudere zelfstandige kan, door omstandigheden gedwongen, het bedrijf moeten beëindigen of verkopen. Hij of zij kan ook gedwongen worden uit het bedrijf of beroep te moeten stappen. In zo’n situatie kan een inkomensprobleem ontstaan en kan een beroep op de Wet Inkomens voorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) uitkomst bieden. Men ontvangt dan een uitkering op minimum niveau vanaf het moment dat het bedrijf of beroep wordt beëindigd tot dat men 65 jaar wordt. Het vermogen van de gewezen ondernemer wordt daarbij in principe niet aangesproken. Wie kunnen er worden geholpen via de Ioaz-regeling? De regeling is speciaal bedoeld voor: • De oudere ondernemer tussen de 55 en 65 jaar die zijn bedrijf of beroep moet beëindigen vanwege een te laag inkomen. • De in het bedrijf meewerkende partner die onder dezelfde voorwaarden ook een beroep kan doen op de regeling. Tot 1 januari 2006 konden ook zieke ondernemers tussen de 18 en 65 jaar met recht op een WAZ-uitkering berekend naar een arbeidsongeschiktheid van minder dan 80% die hun bedrijf of beroep moesten beëindigen vanwege een te laag inkomen een beroep doen op de loaz. Deze doelgroep is echter komen te vervallen Voorwaarden Om in aanmerking te komen, hanteert men de volgende voorwaarden: • De ondernemer bezit de Nederlandse nationaliteit of is in het bezit van een geldige verblijfsvergunning. • Het bedrijf voldoet aan de wettelijke eisen van rechtmatige vestiging. • Het bedrijf is in Nederland gevestigd. • De aanvrager werkt minimaal 1225 uur per jaar in het bedrijf of beroep. • De aanvrager dient werkelijk ondernemer te zijn; zeggenschap te hebben en financieel risico’s te lopen. • Het bedrijf is nog niet beëindigd op het moment van Ioaz-aanvraag, maar dient wel binnen anderhalf jaar na indienen van de aanvraag beëindigd te worden. • Minimaal tien jaar oefent de ondernemer zijn bedrijf of beroep rechtmatig en onafgebroken uit in Nederland. Of hij of zij oefende minimaal drie jaar rechtmatig en onafgebroken een bedrijf of beroep in Nederland uit, en werkte daarvoor aansluitend zeven jaar in loondienst. • Het gemiddelde jaarinkomen uit bedrijf of beroep en uit of in verband met andere arbeid van de afgelopen drie jaar is minder dan €20.335,-*. • Het gemiddelde jaarinkomen uit bedrijf of beroep en uit of in verband met arbeid is bij voortzetting van het bedrijf naar verwachting minder dan €20.335,-*. De uitkering Bij het vaststellen van de hoogte van de uitkering wordt rekening gehouden met de leefsituatie van de gewezen ondernemer: is die getrouwd, zijn er kinderen, is de gewezen ondernemer (enige) kostwinner? Eventuele inkomsten van een levenspartner spelen namelijk mee in de
berekening van de uitkering: als die gezamenlijke inkomsten -na beëindiging van het bedrijfhoger liggen dan de grondslag, komt men niet in aanmerking voor een Ioaz-uitkering. Een echtpaar zonder verdere inkomsten kan uitgaan van de volledige grondslag: 100% van het minimumloon. Een éénoudergezin krijgt 90% van het minimumloon uitgekeerd, en een alleenstaande 70%. Overige uitkeringen worden in mindering gebracht op de Ioaz, behalve bijvoorbeeld een eventuele uitkering van een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering. De gewezen ondernemer en zijn partner dienen wel verplichtingen na te komen die zijn verbonden aan het zoeken naar werk. Eigen vermogen Er wordt eveneens rekening gehouden met het eigen vermogen van de aanvrager. Vóór beëindiging van het beroep of bedrijf wordt het vermogen voorlopig vastgesteld, zodra de ondernemer daadwerkelijk stopt, wordt het definitief vastgesteld. Er wordt o.a. rekening gehouden met een pensioenvrijlating van €112.792,-*. Bedraagt het eigen vermogen meer dan €119.929,-*, dan wordt 4% van het meerdere gekort op de uitkering. Uitvoering De uitvoering van de Ioaz ligt in handen van de gemeente. Zij beslist op de aanvraag. Meestal vraagt de gemeente het Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf (IMK) daarbij om een onafhankelijk advies. Verder is het van belang om te weten dat de wet bezwaar- en beroepsmogelijkheden kent en dat men tot aan de datum van bedrijfsbeëindiging wellicht recht heeft op een Wwb/Bbz-uitkering. Bedrijfsbegeleiding in deze fase kan belangrijk zijn. Aanvragen Aanvragen voor hulp op grond van de Ioaz kunnen worden ingediend bij de gemeente waar de ondernemer woonachtig is. * Bedragen en percentages per 1 januari 2009 Nadere informatie kunt u ook vinden op; www.szw.nl , www.kvk.nl, www.imk.nl, en www.st-ab.nl.