Beoordelingskader minor Innovatief Beroepsonderwijs Versie 1 voor het studiejaar 2007-2008, januari 2008.
Bij dit beoordelingskader hoort een drietal beoordelingsformulieren: Formulier A. Eindbeoordeling minor IBO, verzamelformulier Formulier C. Beoordeling Werkplekleren Formulier D. Beoordeling Kenniskring Deze formulieren zijn als bijlagen bijgevoegd. Er is ook een beoordelingsformulier B voor de oriëntatiemodule. Dit formulier wordt dit jaar niet gebruikt, immers deze module is feitelijk al afgewerkt. De resultaten van de oriëntatiemodule worden vermeld op formulier A voor de Eindbeoordeling
Doelen van de minor Het centrale doel van de minor Innovatief Beroepsonderwijs is dat studenten competenties ontwikkelen aangaande het eigene en de innovaties in vmbo en mbo. Dit centrale doel is verder uitgewerkt in drie subdoelen. De student is in staat om: 1. vanuit de eigen professie goed georganiseerde en toegankelijke kennis op te bouwen aan de hand van recente (sociaalwetenschappelijke) inzichten over en ‘good practices’ uit het beroepsonderwijs; 2. een functionele bijdrage te leveren aan innovatieve leerarrangementen in het beroepsonderwijs. De student heeft daarbij oog voor de verschillende vragen van leerlingen of deelnemers en werkt mee aan de onderwijsontwikkeling op een school; 3. zelfstandig en in samenwerking met anderen onderzoek te doen voor het beroepsonderwijs en zo samen antwoorden te zoeken op vragen en knelpunten die daar liggen.
Onderwijsprogramma en beoordeling In de minor zijn drie hoofdactiviteiten te onderscheiden die afzonderlijk worden beoordeeld. Elke hoofdactiviteit kent weer verschillende deelactiviteiten. Elke deelactiviteit kent een eigen beoordeling, die betrokken wordt bij het bepalen van het eindoordeel van de hoofdactiviteit. Uit de 3 beoordelingen van de hoofdactiviteiten ontstaat een eindoordeel voor de minor als geheel. Hieronder staat aangegeven hoe de beoordeling van de hoofdactiviteiten tot stand komt en welke beoordelingen van deelactiviteiten daarin worden betrokken. I. De oriëntatiemodule Code
I-1 I-2
beoordelingsonderdeel Kennistoets * PAP, onderdelen A, B en C
I-3
beoordeling
Cijfer op tienpuntsschaal Niet ingeleverd /aanvulling nodig /voldoende Goed /voldoende/onvoldoende
beoordelaar
centraal tutor oriëntatiefase
Presentatie van een verkennend tutor oriëntatiefase onderzoek groepsbeoordeling Eindoordeel oriëntatiemodule Goed /voldoende/onvoldoende tutor oriëntatiefase De oriëntatiemodule wordt goed beoordeeld als de kennistoets 7,5 of hoger is én de overige onderdelen minimaal voldoende zijn. De oriëntatiemodule wordt voldoende beoordeeld als de kennistoets minimaal 5,5 is én de overige onderdelen minimaal voldoende. * Voorwaarde voor deelname aan de kennistoets is een actieve deelname aan de werkcolleges van de oriëntatiemodule; dit ter beoordeling door de tutor oriëntatiefase.. Beoordeling minor Innovatief beroepsonderwijs
1
II. Het werkplekleren Code
II-1 II-2
II-3
beoordelingsonderdeel PAP, compleet Functioneren in de ontwikkelgroep op de school en bijdragen aan de uitvoering van innovatieve leerarrangementen Het onderwijskundige product voor de school Eindoordeel werkplekleren
beoordeling
beoordelaar
Goed /voldoende /onvoldoende Goed/ voldoende /onvoldoende
tutor kenniskring SPD
Goed /voldoende /onvoldoende
SPD
Goed /voldoende /onvoldoende
tutor kenniskring
Het werkplekleren wordt goed beoordeeld als geen onderdeel onvoldoende is en minimaal 2 van de 3 onderdelen met goed worden beoordeeld Het werkplekleren wordt voldoende beoordeeld als alle 3 onderdelen met minimaal voldoende zijn beoordeeld. De onderdelen II-2 en II-3 hebben beiden betrekking op het functioneren op de school en op het product dat uiteindelijk gerealiseerd is. Deze twee onderdelen zijn niet altijd goed van elkaar te onderscheiden. In dat geval zullen de beoordelingen van de twee onderdelen hetzelfde zijn. Aanbevolen wordt voor deze onderdelen een groepsbeoordeling met alle betrokkenen binnen de school. Het is mogelijk dat vanwege organisatie en werkwijze een dergelijke beoordeling niet past. Dan wordt de beoordeling gegeven door de directe begeleider binnen de school, de spd of projectleider. Een extra aanbeveling is de beoordelingen II-2 en II-3 zo mogelijk te koppelen aan een presentatie van de student van zijn werk en producten op de school.
III. De kenniskring Code
III-1 III-2 III-3
III-4
beoordeling beoordelaar beoordelingsonderdeel Functioneren in de thematische Goed /voldoende /onvoldoende kenniskring kenniskring Praktijkonderzoek Goed /voldoende /onvoldoende tutor Presentatie van het Goed /voldoende /onvoldoende kenniskring onderwijskundig product, het onderzoek en de leerresultaten Reflectieverslag Goed /voldoende /onvoldoende tutor Eindoordeel kenniskring Goed /voldoende /onvoldoende tutor Het onderdeel kenniskring wordt goed beoordeeld als geen onderdeel onvoldoende is en minimaal III-1 en III-2 met goed worden beoordeeld. Het onderdeel kenniskring wordt voldoende beoordeeld als alle 4 onderdelen met minimaal voldoende zijn beoordeeld.
De presentatie bedoeld onder het onderdeel III-3 kent een grote overlap met een presentatie van de student op de school, zoals bedoeld onder II-2 en II-3. Als de praktijk het toelaat en wanneer het organisatorisch haalbaar is, worden de presentaties gecombineerd tot één presentatie op de school. Aan de hand van die ene presentatie kunnen de (groeps)beoordelingen tot stand komen.
Beoordeling minor Innovatief beroepsonderwijs
2
Minordossier De student legt een minordossier aan van zijn werkzaamheden: - het cijfer voor de kennistoets - de ingevulde beoordelingsformulieren voor het werkplekleren en de kenniskring - het complete PAP - producten voor het ontwikkelproject met een beoordeling daarvan - verslag van het werken in de ontwikkelgroep met een beoordeling daarvan - het onderzoeksverslag en andere producten voor de kenniskring - reflectief verslag van het werken in de kenniskring - het formulier Eindbeoordeling minor Innovatief Beroepsonderwijs - alle andere, relevante producten die de student in overleg met zijn begeleiders gerealiseerd heeft Dit minordossier wordt in een eindgesprek ter beoordeling voorgelegd aan de tutor. Wanneer het dossier compleet en naar behoren is, geeft de tutor een eindbeoordeling voor de minor.
Toelichting op de beoordelingsformulieren Voor elk van de drie activiteiten van de minor is een beoordelingsformulier opgesteld. Daarnaast is er een samenvattend beoordelingsformulier voor de eindbeoordeling. Voor elk van de minoractiviteiten zijn prestatie-indicatoren genoemd die kunnen helpen bij het formuleren van een eindoordeel. Deze lijsten van indicatoren zijn nadrukkelijk niet bedoeld als afvinklijsten. De beoordelaars kunnen er indicatoren aan toevoegen of voor in de plaats zetten wanneer deze beter passen.
Eindoordeel minor Innovatief Beroepsonderwijs Het eindoordeel van de minor Innovatief Beroepsonderwijs is Goed/ Voldoende/ Onvoldoende. Het resultaat is voldoende als alle drie hoofdactiviteiten minimaal voldoende worden beoordeeld. Het resultaat is goed als minimaal 2 onderdelen met goed beoordeeld zijn en als géén onderdeel met onvoldoende beoordeeld is. Op basis van deze beoordeling ontvangt de student een verklaring dat hij de minor succesvol doorlopen heeft. Uit de Fontys gids major-minor van juni 2006: Studenten nemen uit de minor bewijsmateriaal mee en beslissen wat zij daarvan opnemen in hun portfolio voor het bachelor-assessment. De minor kan bijvoorbeeld meegeven: toetsresultaten, beoordelings- of feedbackformulieren, en een algemeen bewijs van succesvol doorlopen hebben van de minor. De assessoren van de bachelor stellen vast welk materiaal meeweegt als overtuigend bewijs van competentieverwerving. Is een competentieniveau aangetoond, dan kennen de assessoren daarvoor studiepunten toe.
Beoordeling minor Innovatief beroepsonderwijs
3
Formulier A - Eindbeoordeling
Beoordeling “Minor Innovatief Beroepsonderwijs” Eindbeoordeling Student: Studentnummer: Studievak: Studiejaar:
Aanvang en afsluiting van de minor: Begeleidende docent, tutor:
Eindbeoordeling =
……
(G = goed, V = voldoende, N = nog niet voldoende)
De minor Innovatief beroepsonderwijs Het centrale doel van de minor Innovatief Beroepsonderwijs is dat studenten competenties ontwikkelen aangaande de kenmerken en de innovaties in vmbo en mbo. Dit centrale doel is verder uitgewerkt in drie subdoelen. De student is in staat om: 1. vanuit de eigen professie goed georganiseerde en toegankelijke kennis op te bouwen aan de hand van recente (sociaalwetenschappelijke) inzichten over en ‘good practices’ uit het beroepsonderwijs; 2. een functionele bijdrage te leveren aan innovatieve leerarrangementen in het beroepsonderwijs. De student heeft daarbij oog voor de verschillende vragen van leerlingen of deelnemers en werkt mee aan de onderwijsontwikkeling op een school; 3. zelfstandig en in samenwerking met anderen onderzoek te doen voor het beroepsonderwijs en zo samen antwoorden te zoeken op vragen en knelpunten die daar liggen. De student heeft daarvoor deelgenomen aan de volgende onderwijsactiviteiten: I. Oriëntatiemodule: verwerven van kennis over het beroepsonderwijs en over innovaties in het beroepsonderwijs; II. Werkplekleren: leveren van een functionele bijdrage aan innovatieve leerarrangementen in het beroepsonderwijs, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken van de leerling in het beroepsonderwijs. III. Kenniskring: zelfstandig en in samenwerking met anderen kennis verwerven over een of meer thema’s van innovatief beroepsonderwijs door praktijkgericht onderzoek. In deze activiteiten hebben zes thema’s centraal gestaan: A. Competentiegericht leren en competentiegerichte leeromgevingen; B. Competentiegericht toetsen en beoordelen in het (v)mbo; C. De pedagogische opdracht van het (v)mbo; D. Leerlingen met speciale (hulp)vragen in het (v)mbo; E. De loopbaan centraal; F. Schoolontwikkeling in de lerende school. Beoordeling minor Innovatief beroepsonderwijs
4
Beoordeling (G = goed, V = voldoende, N = nog niet voldoende)
I
De oriëntatiemodule 1. Kennistoets (cijfer) 2. PAP- onderdelen A, B en C 3. Presentatie van een verkennend onderzoek
II
Het werkplekleren 1. PAP - compleet 2. Functioneren in de ontwikkelgroep (project) op de school 3. Het onderwijskundige product voor de school 4. Actieve bijdrage en deelname aan innovatieve leerarrangementen in het beroepsonderwijs
III
De kenniskring 1. Functioneren in de thematische kenniskring 2. Praktijkonderzoek 3. Presentatie van het onderwijskundig product, het onderzoek en de leerresultaten 4. Reflectieverslag
Eindoordeel
positieve punten
aanbevelingen
1.
2. 3. opmerkingen
Datum: … handtekening Student: handtekening Tutor:
Beoordeling minor Innovatief beroepsonderwijs
5
Formulier C - Werkplekleren
Beoordeling “Minor Innovatief Beroepsonderwijs” Deel II, Het werkplekleren Student: Studentnummer: Studievak: Studiejaar:
Stageschool: Adres van de school: Postcode / plaats: Stageperiode: Naam SchoolPracticumDocent: OpleidingsDocent: FontysContactDocent: Beoordeling (G = goed, V = voldoende, N = nog niet voldoende)
II-1 Persoonlijk ontwikkelplan PAP, werkplan voor het werkplekleren II-2 Functioneren in het ontwikkelproject op de school II-3 Realisering van een onderwijskundig product voor de school opmerkingen:
Eindgesprek, datum: … handtekening Student: handtekening Schoolpracticumdocent / Opleidingsdocent:
Bewaar dit document zeer zorgvuldig! Let op! De student bewaart deze evaluatie zorgvuldig en voegt dit toe aan het minordossier. Dit document dient volledig te zijn ingevuld en als minimaal eindoordeel een voldoende te bevatten.
Beoordeling minor Innovatief beroepsonderwijs
6
Beoordeling (G = goed, V = voldoende, N = nog niet voldoende)
II-1
Persoonlijk ontwikkelplan PAP, werkplan voor het werkplekleren De aanbevelingen of aanvullende opdrachten uit de oriëntatiemodule zijn voldoende verwerkt Het PAP is compleet: A t/m E opmerkingen ……………………………. …………………………….
II-2
Functioneren in het ontwikkelproject op de school De student heeft de werkplek en taakstelling binnen de school verkend en onderkend; heeft gefunctioneerd binnen de taakstelling, stelde realistische doelen en duidelijke grenzen; stemt het eigen handelen af op de mogelijkheden van de werkplek; functioneert als volwaardig lid van (project)team; stelt zich dienstbaar op ten opzichte van het team; vraagt hulp van en biedt hulp aan collega’s; is betrokken bij overleg tussen teamleden en andere betrokkenen; herkent teamrollen bij innovatieprocessen van zichzelf en anderen en kan deze (oplossingsgericht) beschrijven; De student geeft kansen en knelpunten aan m.b.t. het product en anticipeert hierop in zijn werkzaamheden. …………………. ………………….
Wanneer de student een actieve bijdrage heeft geleverd aan de uitvoering van innovatieve leerarrangementen in het beroepsonderwijs, komen de volgende prestatie-indicatoren aan de orde De student werkt aan verbetering van leef- en werkklimaat in onderwijsleersituaties; zorgt voor variatie, heldere opbouw, ondersteuning en evaluatie van het leerproces; hanteert een voor leerlingen bruikbare vormen van time- en taakmanagement; richt de leeromgeving in op een veilige, doelmatige manier en stemt activiteiten en leeromgeving op elkaar af; stimuleert leerlingen/deelnemers in onderwijssituaties tot gewenst gedrag zodat er een op samenwerking gerichte sfeer ontstaat stimuleert leerlingen/deelnemers in onderwijsleersituaties tot gewenst gedrag. …………………………….
Beoordeling minor Innovatief beroepsonderwijs
7
II-3
Realisering van een onderwijskundig product voor de school De student heeft het product gerealiseerd waar de school/het team om heeft gevraagd; het product heeft een heldere opbouw, er is een product met een kop en een staart; het product is direct bruikbaar voor leerlingen/deelnemers en is voldoende op leerlingen (juiste doelgroep) gericht; de leerwerkruimte wordt ingericht op een veilige en doelmatige wijze en de activiteiten zijn afgestemd op de leeromgeving; het product stimuleert leerlingen/deelnemers in onderwijsleersituaties tot gewenst gedrag. ……………………………. …………………………….
Beoordeling minor Innovatief beroepsonderwijs
8
Formulier D - Kenniskring
Beoordeling “Minor Innovatief Beroepsonderwijs” Deel III, de kenniskring Student: Studentnummer: Studievak: Studiejaar: Thema kenniskring:
eventueel subthema:
Tutor (begeleider kenniskring): Beoordeling (G = goed, V = voldoende, N = nog niet voldoende)
III-1 Functioneren in de thematische kenniskring III-2 Praktijkonderzoek III-3 Presentatie van het onderwijskundig product, het onderzoek en de leerresultaten III-4 Reflectieverslag
Eindoordeel kenniskring Opmerkingen
datum: … handtekening Student: handtekening Tutor:
Bewaar dit document zeer zorgvuldig! Let op! De student bewaart deze evaluatie zorgvuldig en voegt dit toe aan het minordossier. Dit document dient volledig te zijn ingevuld en als minimaal eindoordeel een voldoende te bevatten.
Beoordeling minor Innovatief beroepsonderwijs
9
Beoordeling (G = goed, V = voldoende, N = nog niet voldoende)
III-1
Functioneren in de thematische kenniskring Aanbevolen wordt een groepsbeoordeling (peer assessment) in de kenniskring De student kan de huidige problematiek in het beroepsonderwijs m.b.t. het thema herkennen en beschrijven; geeft kansen en knelpunten aan m.b.t. het thema en draagt bij aan relevante keuzen; brengt eigen vragen en knelpunten vanuit de school/het project in bij de kenniskring; draagt bij aan discussies en heeft inbreng ook als het gaat om vragen en knelpunten van anderen; laat zien dat er sprake is van verdieping en kennisvermeerdering m.b.t. het thema; De student heeft actief deelgenomen aan tenminste 80% van de bijeenkomsten.
……………………………. ……………………………. …………………………….
III-2
Praktijkonderzoek De student heeft bij het opzetten gebruik gemaakt van het 10-stappenplan (of andere relevante faseringen en/of hulpmiddelen). Het onderzoek heeft een relatie met het thema van de kenniskring; het onderzoek heeft een relatie met de andere activiteiten van de student op de school (het onderwijskundig product); het onderzoek wordt door de school als relevant beoordeeld; het onderzoek wordt door de kenniskring als relevant beoordeeld; het onderzoek kent een duidelijke vraagstelling; er is een theoretische achtergrond bij het onderzoek beschreven. De onderzoeksinstrumenten zijn afgestemd op de beantwoording van de onderzoeksvraag; de onderzoeksinstrumenten zijn afgestemd op de praktische mogelijkheden; de onderzoeksmethode is weloverwogen gezien vraagstelling en mogelijkheden; Het onderzoek is organisatorisch en technisch goed uitgevoerd. Er is een logboek bijgehouden met relevante gegevens. ……………………………. ……………………………. ……………………….
Beoordeling minor Innovatief beroepsonderwijs
10
III-3
Presentatie van het onderwijskundig product, onderzoek en leerresultaten Aanbevolen wordt een groepsbeoordeling (peer assessment) in de kenniskring De presentatie brengt relevante kennis in, beschrijft en bevat een inhoudelijke relatie met het gekozen thema; geeft een uiteenzetting van de ontwikkelvraag van de school/instelling; geeft een uiteenzetting van het onderwijskundige product hetgeen hij ontwikkeld heeft; geeft een uiteenzetting van het onderzoek en de conclusies; geeft een uiteenzetting op de werkwijze die hij gekozen heeft; Er is voldoende aandacht voor vorm, opzet en uitvoering van de presentatie ……………………………. ……………………………. …………………………….
Beoordeling (G = goed, V = voldoende, N = nog niet voldoende)
III-4
Reflectieverslag Het verslag bevat een volledig uitgewerkte PAP en dat is in de verdere uitwerking van het verslag gebruikt; er is gebruik gemaakt van het zelfevaluatie instrument (zevi) uit het PAP; In het verslag zijn de leervragen en leerdoelen beantwoord en verantwoord, mogelijk na bijstelling. Het verslag geeft inzicht in de verrichte onderwijsactiviteiten. Er wordt in het verslag een relatie gelegd leggen tussen de onderwijsactiviteiten en het project waaraan je gewerkt is en het inhoudelijk thema van de kenniskring. Het verslag geeft een reflectie op de 3 richtinggevende doelen (zelfevaluatie). ……………………………. ……………………………. …………………………….
Beoordeling minor Innovatief beroepsonderwijs
11