Beleidsplan voor de schooljaren 2013-2017
1.1.2 Strategisch beleid Inleiding In dit beleidsplan voor de schooljaren 2013-2014 tot en met 2016-2017 is de visie van stichting De Oude Vrijheid geformuleerd voor deze periode. Een plan is enerzijds een richtinggevend document, anderzijds heeft het een tijdelijk karakter en zal het jaarlijks geëvalueerd en bijgesteld moeten worden onder invloed van landelijke of plaatselijke ontwikkelingen. Het plan is het eerste strategisch beleidsplan sedert de totstandkoming van een nieuwe structuur met een raad van toezicht en een (eenmans) college van bestuur. Het beleidsplan is besproken in het directeurenberaad van 5 februari 2013 en het positieve advies van de directeuren biedt het benodigde draagvlak bij de uitvoering in de komende jaren. Na de vaststelling door de raad van toezicht op 21 maart 2013 en het voorgenomen besluit van het college van bestuur op 25 maart 2013 is het voorgelegd aan de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, die hiermee op 14 mei 2013 heeft ingestemd. Definitieve vaststelling door het college van bestuur kon daardoor op 21 mei 2013 plaatsvinden. De missie verwoord in paragraaf 1 heeft betrekking op het bestaansrecht en de huidige situatie. De visie, die wordt geformuleerd in paragraaf 2, heeft betrekking op het toekomstbeeld van onze stichting, het geeft aan waar we over 4 jaar willen staan. De visie heeft drie belangrijke functies: - door de algemene richting voor verandering aan te geven vereenvoudigt ze tal van gedetailleerde beslissingen; - ze motiveert mensen tot het ondernemen van actie in de juiste richting, legitimeert acties die in het verlengde liggen van de organisatiedoelstellingen; - de duidelijkheid over de richting helpt bij het coördineren van acties en maakt een efficiënte en effectieve werkwijze mogelijk. Het beleidsplan geeft de hoofdlijnen aan voor de komende 4 jaren. De operationalisering gebeurt in jaarplannen. F.Jankowski Voorzitter college van bestuur.
1.1.2 Strategisch beleid 2013-2017
1
HANDBOEK DE OUDE VRIJHEID
Inhoudsopgave
pagina
1. Missie.
3
2. Visie.
4
3. Externe ontwikkelingen
6
4. Uitwerking van de strategische doelstellingen tot 2017
7
5. Operationalisering in jaarplannen
13
1.1.2 Strategisch beleid 2013-2017
2
HANDBOEK DE OUDE VRIJHEID
1. Missie.
In het handboek van de Stichting De Oude Vrijheid staat de missie als volgt omschreven: Waarborgen en stimuleren van kwalitatief goed basisonderwijs op katholieke grondslag op de scholen van De Oude Vrijheid. Goed onderwijs wordt hierbij omschreven als onderwijs, dat kinderen kansen biedt hun talenten volledig te ontplooien met inachtneming van ieders individuele capaciteiten. De komende vier schooljaren wordt deze missie wederom weergegeven in het motto:
SAMEN LEREN, SAMEN WERKEN, SAMEN WIJS. Samen staat voor leerlingen, ouders, leerkrachten, directie en bestuur, maar ook externe instanties als peuterspeelzaal, kinderopvang, maatschappelijke en culturele instellingen, speciaal en voortgezet onderwijs en andere instellingen, die invloed uitoefenen op het basisonderwijs. Leren geldt niet slechts voor leerlingen: in een lerende organisatie wordt geleerd op alle niveaus: leerlingen, leerkrachten, studenten, directies, college van bestuur en raad van toezicht. Werken veronderstelt een doel: een goede onderwijskwaliteit gevoed door een gezonde ambitie leidend tot goede leerresultaten die gerealiseerd worden in een positief pedagogisch klimaat. Samen wijs: resultaten kunnen verbeterd worden als we de krachten bundelen schoolniveau en op stichtingsniveau als met externe partners.
zowel op
In het strategisch beleidsplan 2009-2013 werd dit motto geïntroduceerd. In die jaren heeft het aan kracht gewonnen door een toenemende bundeling van energie, werklust en deskundigheid zowel binnen de stichting als met externe partners. Het motto is actueler dan ooit, omdat we ons realiseren, dat het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs alleen kan door de meerwaarde van samenwerking te erkennen en nog meer dan voorheen te benutten.
1.1.2 Strategisch beleid 2013-2017
3
HANDBOEK DE OUDE VRIJHEID
2. Visie. Samen leren: Samen werken : Samen wijs!
Stichting De Oude Vrijheid wil een professionele, lerende organisatie zijn met aandacht voor de persoonlijke ontwikkelingen van zowel leerlingen als medewerkers en met oog voor de voortdurend veranderende maatschappij en de invloed hiervan op het onderwijs. Hierbij is het streven in gezamenlijkheid de kwaliteit van het onderwijs te verhogen en het welbevinden van de betrokkenen te bevorderen. We maken ons er sterk voor dat iedere leerling het onderwijs en de zorg krijgt die het nodig heeft om de eigen talenten te ontdekken en te ontwikkelen.
Kernwaarden van Stichting de Oude Vrijheid. De aspecten die we binnen onze stichting van waarde vinden, “waardevol “, vormen de kern van ons handelen, ze zijn een leidraad in de wijze waarop we omgaan met onze leerlingen, hun ouders en elkaar, kortom een leidraad bij de realisering van onze visie:
DOV is ontwikkelingsgericht : we willen een lerende organisatie zijn op alle niveaus; DOV is resultaatgericht: hoge verwachtingen op alle niveaus van de organisatie, dus zowel van leerlingen als medewerkers; de lat ligt hoog, eruit halen wat er in zit past bij ons; doelgericht in de aansturing van schoolontwikkeling en organisatieontwikkeling; DOV vindt solidariteit waardevol: voortkomend uit de katholieke achtergrond van de stichting streven we naar gelijke kansen, het doen van gerechtigheid, zorg voor de zwakkeren zowel binnen de scholen als in onze omgeving, samenwerking, delen met elkaar, elkaar helpen; DOV stimuleert eigenaarschap: we gaan ervan uit dat medewerkers zelf de verantwoordelijkheid nemen over hun ontwikkeling; zelfsturing en zelfreflectie moeten leiden tot voortdurende professionele ontwikkeling; niet omdat het moet, maar omdat we het samen willen. Het is van groot belang dat de leerkracht beseft hoe belangrijk diens inbreng is voor de ontwikkeling van de leerlingen: de leerkracht doet er toe! DOV streeft naar transparantie, open en eerlijke communicatie met elkaar, verantwoording afleggend over beleid en resultaten.
1.1.2 Strategisch beleid 2013-2017
4
HANDBOEK DE OUDE VRIJHEID
Doelstellingen: Met de beschreven visie en onze kernwaarden als uitgangspunt heeft de stichting voor de schooljaren 2013 - 2017 twee speerpunten: twee WAANZINNIG BELANGRIJKE DOELSTELLINGEN (WBD’s), waaraan alle andere facetten van de organisatie dienstbaar moeten zijn: WBD 1: Opbrengsten. De opbrengsten van het reken- en taalonderwijs worden verbeterd: De scores in leerlingvolgsysteem ParnasSys vertonen een substantiële stijging bij technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen. De focus ligt op het taal-leesgebied. De scores liggen boven de inspectienorm en de groepsgemiddelden voor de verschillende onderdelen liggen op of boven het landelijke gemiddelde. WBD 2: Passend onderwijs. De Oude Vrijheid kent een cultuur waarin thuisnabij onderwijs uitgangspunt is. Verwijzing van leerlingen naar een instelling voor speciaal (basis) onderwijs gebeurt alleen als de school niet langer een passende bijdrage aan de ontwikkeling van de leerling kan leveren en een overgang naar s(b)o voor de betrokken leerling zinvol wordt geacht. We streven er naar, dat 98% van onze leerlingen thuisnabij onderwijs krijgt. We willen dit bereiken door “de zorg naar het kind te brengen en niet het kind naar de zorg”. Dienstbaar aan deze WBD’s zijn: a. Goed werkgeverschap waarin welzijn van het personeel voorop staat, vormgegeven in gedegen personeelsbeleid, waarin ontwikkeling centraal staat. b. De zorg voor goede huisvesting van de scholen en hun Samenwijspartners. c. Gezond financieel en materieel beleid gericht op het garanderen van de continuïteit van de stichting met oog voor hetgeen nodig is om goed onderwijs te realiseren. d. Een bestuurlijk beleid , dat gekarakteriseerd wordt door het decentraliseren van bevoegdheden. Daarmee wordt bedoeld: centraal waar dat nodig of zinvol is, decentraal waar dat mogelijk is. Het college van bestuur geeft op deze wijze het subsidiariteitsbeginsel vorm, waarmee taken en bevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie worden gelegd. Daarnaast stimuleert ze onderlinge samenwerking tussen de scholen als bijdrage aan de verbetering van de kwaliteit.
1.1.2 Strategisch beleid 2013-2017
5
HANDBOEK DE OUDE VRIJHEID
3. Ontwikkelingen die van invloed zijn op ons onderwijs.
Regelgeving: De invoering van Passend Onderwijs op 1 augustus 2014 betekent een einde aan de samenwerking in samenwerkingsverband Bladel en toetreding tot samenwerkingsverband Passend Onderwijs 30-04 (Tilburg en omgeving). De inhoudelijke doelstellingen wijzigen niet: we gaan voortvarend door op de weg om meer leerlingen thuisnabij onderwijs te bieden.
De economische crisis en de daarmee samenhangende overheidsbezuinigingen zijn de afgelopen jaren van invloed geweest op de bekostiging van het onderwijs; vooral in de exploitatie zien we dat het uitblijven van indexering van bv. schoonmaak- en energiekosten leidt tot tekorten. We hopen dat hierin de komende beleidsperiode enige verandering komt, maar zullen vooreerst met de huidige bekostiging in de exploitatie van de scholen moeten voorzien.
De ontwikkelingen op ICT-gebied gaan razendsnel. In ons onderwijs zullen we terdege rekening moeten houden met het feit, dat de leerlingen ook buiten de school nadrukkelijk deze ontwikkelingen meemaken. Investering in ICT-middelen zal de komende jaren alleen maar verder toenemen, hetgeen ook steeds verdergaande eisen stelt aan de professionalisering van de medewerkers op dit gebied.
Politiek en maatschappelijk staat cultuureducatie sterk in de belangstelling. De scholen van De Oude Vrijheid hebben al jaren een uitgebreid cultuurprogramma, dat we hopen de komende jaren te kunnen behouden en waar mogelijk uit te breiden.
Lokaal is samenwerking met verschillende partners van toenemend belang: 1. Met de gemeente Hilvarenbeek, die met de toenemende verantwoordelijkheid over de jeugdzorg, o.m. vormgegeven in het Centrum voor Jeugd en Gezin van belang is voor het welzijn van onze leerlingen en hun ouders; 2. Met kinderopvangorganisatie Mikz en de twee resterende peuterspeelzalen, waarmee we nadrukkelijk in gesprek zijn om te komen nadere afstemming van het onderwijsaanbod en het pedagogisch klimaat. Met Mikz zoeken we naar mogelijkheden om onze Samenwijsaccommodaties op termijn tot Integrale Kind Centra om te vormen, waardoor de aansturing van interne processen op locatieniveau vormgegeven wordt.
De laatste invloedrijke factor is zeker niet de minst belangrijke: de demografische ontwikkeling in de gemeente Hilvarenbeek. Door vergrijzing en ontgroening zien we de komende jaren het aantal leerlingen verder afnemen. Onze grote zorg is om ondanks deze ontwikkeling het ambitieniveau te handhaven en onze kwaliteit te verbeteren. De raad van toezicht heeft in februari 2012 de notitie “Instandhouding basisscholen Stichting De Oude Vrijheid” vastgesteld. Daarin geeft ze aan, dat het voortbestaan van de scholen pas ter discussie komt als het aantal
1.1.2 Strategisch beleid 2013-2017
6
HANDBOEK DE OUDE VRIJHEID
leerlingen daalt onder de 72 en dat sluiting onvermijdelijk is als het aantal structureel onder de 60 leerlingen blijft en exploitatie niet met behulp van derden (bv. de gemeente) kan worden voortgezet. Op deze wijze maakt ze de verbinding tussen kwaliteit en kwantiteit. Dit is dan ook de richtlijn voor de periode 2013-2017.
4. Uitwerking van de strategische doelstellingen tot 2017.
De geformuleerde WAANZINNIG BELANGRIJKE DOELSTELLINGEN van stichting de Oude Vrijheid voor de schooljaren 2013-2017 worden in het volgende meerjarenbeleid geconcretiseerd en uitgewerkt in deelaspecten:
4.1 Onderwijs
4.1.1
Opbrengstgericht werken: De opbrengsten van het reken- en taalonderwijs zijn substantieel verbeterd. De leerlingen van onze scholen kunnen we karakteriseren als een mengeling van verschillende milieus , niet behorend tot sociale achterstandsgroepen. Het ligt dan ook in de lijn van de verwachtingen dat onze leerlingen gemiddeld vergelijkbare scores hebben als hun leeftijdgenoten elders in het land. Voor rekenen is dit zeker het geval, voor lezen en spelling nog niet. We streven dan ook naar een verbetering van de resultaten op het gebied van taal. Voor de vakgebieden technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen ligt in 2012 64% van de groepsgemiddelde op of boven het landelijk gemiddelde en dus 36% daaronder ! Voor 2013 is het streven 75%, (al in januari werd de 80,5% gehaald), voor 2014 85%, voor 2015 90%, voor 2016 93% en voor 2017 95%. Voor de individuele scholen geldt dat de afwijking van deze percentages maximaal 5% mag bedragen. In het kader van de ontwikkelingen rondom passend onderwijs met het streven zoveel mogelijk kinderen thuisnabij onderwijs te bieden lijkt een nog hogere score weinig realistisch. De wijze waarop dit streven wordt vormgegeven kan per school verschillend zijn. De scholen werken allemaal mee aan het project School aan Zet, ze werken allemaal met groepsoverzichten en groepsplannen en maken gebruik van leerlingvolgsysteem ParnasSys. Gemeenschappelijk is de grote aandacht voor taal, woordenschat, lezen, spelling. De uitwerking is mede afhankelijk van de gehanteerde lesmethodes. Tijdens de komende beleidsperiode zal de inzet van ICT nog belangrijker worden. In 2017 zal een nog verder toegenomen deel van het onderwijs ondersteund worden door educatieve software op computer en tablet, zowel op school als thuis. Het is van groot belang dat de scholen en de medewerkers deze ontwikkeling voortvarend meemaken en middels professionalisering ook op dit gebied optimaliseren.
4.1.2
Passend Onderwijs Thuisnabij onderwijs voor zoveel mogelijk leerlingen. Op 1 augustus 2014 starten de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs. Onze stichting maakt deel uit van SWV 30-04, Tilburg, Goirle, Oisterwijk en Hilvarenbeek. De opdracht is om
1.1.2 Strategisch beleid 2013-2017
7
HANDBOEK DE OUDE VRIJHEID
voor alle leerlingen een passend onderwijsarrangement te leveren in het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs. Thuisnabij onderwijs is daarbij uitgangspunt en doorverwijzing uitzondering. Onze stichting is al 6 jaar goed in ontwikkeling op dit gebied en slaagt erin om veel kinderen met een rugzak in de eigen omgeving onderwijs te bieden. We gaan hiermee door in samenspraak met de vertegenwoordigers van het speciaal (basis)onderwijs, om te zorgen dat elke leerling het juiste onderwijs krijgt op de meest geschikte plaats. In een ondersteuningsprofiel laten alle scholen zien welke speciale zorg ze kunnen leveren om kinderen thuisnabij onderwijs te geven. Concreet: het aantal leerlingen dat wordt verwezen naar het speciaal basisonderwijs bedraagt over 4 jaar maximaal 0.8 % van de totale basispopulatie (in 2012 0.95 %); het aantal leerlingen dat wordt verwezen naar het speciaal onderwijs bedraagt over 4 jaar maximaal 1,2 % van de totale basispopulatie (in 2012 1,77%); dus over 4 jaar bezoekt 98% van de basispopulatie de basisscholen in de gemeente Hilvarenbeek.
4.1.3
Passend onderwijs ook voor excellente leerlingen. De afgelopen jaren is in het kader van Weer Samen Naar School veel aandacht uitgegaan naar de kinderen die extra zorg nodig hadden. Het onderwijsveld was daarbij niet altijd attent op de groep leerlingen, die bovengemiddeld presteert, die extra uitdagingen nodig heeft, extra ruimte moet krijgen en een begeleiding die daarbij past. Concreet doel voor de komende jaren: Elke school beschikt over een passend, goed geformuleerd aanbod voor excellente leerlingen en beschikt over goede instrumenten om excellentie vast te stellen. Het uitwisselen van expertise tussen scholen moet hierbij een vanzelfsprekendheid zijn.
4.1.4
Afstemming voorschoolse-vroegschoolse ontwikkeling. Voor het verhogen van de opbrengsten is het van belang om met name de taalontwikkeling zo vroeg mogelijk te stimuleren. Juist voor milieus, waarin de taal niet sterk ontwikkeld is spelen peuterspeelzaal en kinderopvang een belangrijke rol in het leggen van het fundament voor een goede taalontwikkeling. Daarin is grote aandacht voor de woordenschat van belang alsmede het scheppen van een klimaat waarin (prenten)boeken een prominente plaats innemen. Een optimale situatie kan gecreëerd worden als de taalontwikkeling in de voorschoolse periode goed wordt afgestemd op de vroegschoolse periode, de groepen 1/2 . De komende jaren beschikken alle locaties op een gezamenlijk geformuleerd en op elkaar afgestemd aanbod en wordt in toenemende mate samengewerkt aan projecten op uiteenlopende gebied. Samenwerking is goed, maar met Mikz zoeken we naar mogelijkheden om onze Samenwijsaccommodaties op termijn tot Integrale Kind Centra om te vormen, waardoor de aansturing van interne processen op locatieniveau vormgegeven wordt en er werkelijk sprake kan zijn van ononderbroken ontwikkelingsprocessen van onze kinderen.
4.1.5
Afstemming schoolse- naschoolse activiteiten
1.1.2 Strategisch beleid 2013-2017
8
HANDBOEK DE OUDE VRIJHEID
Tijdens de planperiode worden dagarrangementen gerealiseerd, waarbij buitenschoolse activiteiten aansluiten bij het onderwijsaanbod in die periode. Tevens geeft het mogelijkheden aan leerlingen om hun talenten op een veelzijdige wijze te ontdekken en ontwikkelen. Het geheel aan dagarrangementen is een resultaat van de samenwerking tussen scholen, buitenschoolse opvang, combinatiefunctionarissen, Pulz, bibliotheek, kunstbalie, sportverenigingen en mogelijk andere partijen die een bijdrage kunnen leveren. 4.1.6
Identiteit De toegenomen aandacht voor de opbrengsten in het onderwijs zou de indruk kunnen vestigen, dat de scholen eenzijdig omgevormd worden tot “leerfabrieken”. Daarom is het goed vast te stellen, dat goede opbrengsten alleen maar tot stand kunnen komen in een omgeving waarin we het welbevinden van leerlingen en medewerkers voorop stellen. Hierbij kunnen we spreken over de identiteit van de school in bredere en engere zin: Elke school geeft haar pedagogisch klimaat op eigen wijze vorm, passend bij de leerling populatie, de ouders en verdere schoolomgeving in de wijk, dorp of kern binnen onze gemeente; De scholen van De Oude vrijheid zijn katholieke scholen en het klimaat wordt vormgegeven vanuit het gedachtengoed van het christelijk geloof en de waarden, die hierin worden nagestreefd. Dat betekent dat levensbeschouwelijke vorming, met aandacht voor bijbelse verhalen en katholieke feesten, een vanzelfsprekendheid is.
4.2 Personeel Om de twee centrale doelstellingen te realiseren is verdere professionalisering van de medewerkers van belang. Dat voornemen komt overeen met hetgeen de minister van OC&W heeft geformuleerd in de notitie “Leraar 2020 – een krachtig beroep”, o.m. De kwaliteit van leraar en schoolleider wordt duurzaam geborgd door verdere professionalisering en invoering van een beroepsregister. Daartoe worden extra middelen toegekend, te besteden aan opleiding in het omgaan met verschillen, opbrengstgericht werken en het bieden van onderwijs op maat. De uitrol van de functiemix wordt voltooid. Er wordt gestart met interscolaire peer review (professionals van verschillende scholen gaan bij elkaar kijken en spreken elkaar aan op de kwaliteit en de verbetering daarvan) Voor onze stichting betekent dat het streven naar een professionele cultuur met: Verdergaande teamscholing op het gebied van groepsoverzichten en groepsplannen, het gebruik van ParnasSys en het verbeteren van instructie en klassenmanagement; Op stichtingsniveau wordt hierbij gestreefd naar het inzetten van e-learning als middel tot collectief leren; Voortdurend aandacht voor professionalisering op het gebied van ict en sociale media. Ondersteunen en zo mogelijk faciliteren van individuele medewerkers, die middels studie een bijdrage aan de school- en teamontwikkeling willen leveren; Blijven streven naar realisering van de functiemix, c.q. benoeming van voldoende gekwalificeerde leraren LB en LC; Het in toenemende mate uitwisselen van de expertise die binnen de scholen al aanwezig is o.m. door middel van netwerken en het vormgeven van collegiale visitatie (medewerkers gaan bij elkaar op bezoek, beoordelen elkaars werkwijze en resultaten en bieden handreikingen om tot verbetering te komen);
1.1.2 Strategisch beleid 2013-2017
9
HANDBOEK DE OUDE VRIJHEID
Het opzetten van een volgende gesprekscyclus, waarbij opbrengsten en persoonlijke ontwikkeling met elkaar in verband worden gebracht; Om ervoor zorg te dragen dat de expertise redelijk over de scholen verdeeld is blijft mobiliteit (zowel vrijwillig als gedwongen) een belangrijk sturingsmiddel. De stichting wil vrijwillige mobiliteit voortdurend stimuleren; een overplaatsing naar een andere school geeft altijd nieuwe inspiratie, zowel aan de betrokkene als de school. Ook gedwongen mobiliteit wordt ingezet, met name bij een formatietekort, maar ook als een school niet over de noodzakelijke expertise op een bepaald gebied beschikt.
Als we hoge verwachtingen hebben van het functioneren en de ontwikkeling van de medewerkers is het van groot belang om oog te hebben en houden voor het welbevinden. De ontwikkelingen in sociale zekerheid hebben tot gevolg dat de medewerkers in het algemeen langer zullen werken. Terugloop van leerlingen betekent minder instroom van personeel en dus stijging van de gemiddelde leeftijd. Daarom zal er veel aandacht uit moeten gaan naar leeftijdsbewust personeelsbeleid voor alle leeftijdsgroepen. In taakbeleid, professionalisering, verzuimpreventie- en begeleiding zal waar dat mogelijk is rekening gehouden moeten worden met leeftijdsspecifieke kenmerken en – omstandigheden. Tevens wordt opnieuw besproken of ontslagbeleid of werkgelegenheidsbeleid voor de stichting het meest geschikt is. Bij gedwongen ontslagen is bij ontslagbeleid het LIFO-principe leidend (last in, first out); bij werkgelegenheidsbeleid worden met de vakcentrales afspraken gemaakt over een verdeling van de ontslagen over leeftijdscohorten, om een evenwichtige leeftijdsopbouw van het lerarenbestand te bevorderen.
4.3 Huisvesting In de Samenwijsvisie, de visie van Hilvarenbeek op brede scholen, hebben onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzalen en de gemeente uitgesproken, dat het kind centraal staat en dat doorlopende ontwikkelingslijnen uitgangspunt zijn. Vertaald naar de huisvesting betekent het dat inpandige vestiging van kinderopvang en peuterspeelzaal in de scholen optimale condities biedt. Concreet: In Haghorst werken sinds 2010 Jozefschool en Mikz nauw samen. De kinderopvang is gevestigd in de aanpandige gemeenschapsvoorziening den Deel. In Hilvarenbeek zijn Starrebos (2011) en de Doelakkers (2012) volwaardige Samenwijsaccommodaties. In Biest-Houtakker wordt in 2013 Samenwijs Antonius gerealiseerd middels verbouwing gecombineerd met nieuwbouw. In Diessen zijn uitgewerkte plannen om Mikz in de Willibrordusschool te huisvesten. Het wachten is op politieke besluitvorming. In Esbeek wordt gezocht naar mogelijkheden om te komen tot een Samenwijsaccommodatie. De sluiting van de kerk is aanleiding tot het uitwerken van plannen waarin het kerkgebouw mogelijk een centrale rol kan spelen met aanbouw van ruimten voor onderwijs en kinderopvang. Uit deze opsomming moge blijken, dat het beleid van de stichting ondanks het teruglopende aantal leerlingen gericht is op de instandhouding van alle zes de scholen met peuterspeelzaal en kinderopvang. Als belangrijke wijzigingen in leerlingenstromen dat noodzakelijk maken, zal dit standpunt heroverwogen moeten worden; vooreerst is met de huidige prognose het standpunt helder. Wat betreft het onderhoud van de scholen is de meerjarenplanning 2010-2049 die werd opgesteld door de fa. Asset in opdracht van De Oude Vrijheid en de gemeente Hilvarenbeek uitgangspunt voor
1.1.2 Strategisch beleid 2013-2017
10
HANDBOEK DE OUDE VRIJHEID
de jaarlijks uit te voeren werkzaamheden om zo de kwaliteit van de huisvesting te waarborgen. Het huidige kabinet ontwikkelt ideeën om de financiën voor onderhoud, die naar de gemeenten gaan in de toekomst (waarschijnlijk per 1-1-2015) aan de schoolbesturen uit te keren. Als dat gebeurt zal terdege gekeken moeten worden naar de bestaande planning en daarvoor benodigde financiën. De gemeente zal de reeds gereserveerde budgetten voor ingrijpend onderhoud aan het bestuur dienen over te dragen om een kwalitatief goede uitvoering te kunnen garanderen. Daarbij is het zinvol te onderzoeken of het onderhoud in samenwerking met andere besturen in de regio centraal aangestuurd kan worden. Een “samenwerkingsverband onderhoud” kan de benodigde expertise samen inhuren. Naast bovengenoemde voornemens is het uitgangspunt, dat de scholen blijvend voldoen aan alle gestelde veiligheidseisen. Middels risico-inventarisaties en daaraan verbonden plannen van aanpak wil de stichting de arbeidsomstandigheden en de veiligheid waar dat mogelijk is verbeteren. Hiervan maken opleiding van BHV-ers, ontruimingsplannen en –oefeningen, brandbeveiliging en contacten met brandweer en GGD een vast deel uit.
4.4 Kwaliteitszorg In de periode van 2013 tot 2017 beschikt de stichting voortdurend over een kwaliteitssysteem waarmee systematisch en met grote regelmaat de kwaliteit van diverse aspecten van het onderwijsproces worden geëvalueerd en zo nodig verbeterd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van vragenlijsten, waarin ouders, leerlingen en leerkrachten hun oordeel uitspreken over de huidige situatie. Sinds 2006 wordt hierbij gebruik gemaakt WMK-PO (Werken met kwaliteitskaarten). Voor de komende periode is een planning gemaakt welke aspecten hierin aan bod komen. Periodiek wordt de werkwijze en het instrument WMK geëvalueerd. Wanneer daartoe aanleiding is zal nader bekeken worden of een overstap naar een nieuw kwaliteitsinstrument zinvol is. De komende jaren zal de genoemde peer review / collegiale visitatie een ondersteunende rol gaan spelen bij het kwaliteitsbeleid. Centrale vragen blijven immers: Doen we de goede dingen? Doen we dat goed? En hoe weten we dat?
4.5 Financieel en materieel beleid Het beleid van het bestuur is er op gericht de financiële positie van de stichting en de afzonderlijke scholen gezond de houden. Sleutelwoorden zijn kwaliteit en continuïteit: de door de overheid verstrekte gelden zijn er ten behoeve van de huidige leerlingen en dienen dus herkenbaar op de werkvloer te worden uitgegeven. Daarnaast moet zorg gedragen worden voor continuering op langere termijn: risico’s moeten voldoende afgedekt kunnen worden. Een basis hiervoor wordt gelegd in een goed meerjarenbeleid op financieel gebied. Het binnen de stichting gangbare concept van Integraal schoolleiderschap betekent o.m. dat de schooldirectie de beschikking krijgt over het grootste deel van de materiële en personele budgetten bestemd voor de school. 40 % van het budget Personeel en Arbeid wordt bovenschools ingezet en de vergoeding van Administratie, Beheer en Bestuur wordt bovenschools gebundeld om administratiekantoor, arbodienst, e.d. te bekostigen. Voor zowel de scholen als het bestuurskantoor wordt jaarlijks een begroting opgesteld en verantwoording afgelegd in de jaarrekening.
1.1.2 Strategisch beleid 2013-2017
11
HANDBOEK DE OUDE VRIJHEID
De raad van toezicht en college van bestuur hebben in 2012 afspraken gemaakt over kengetallen en streefwaarden op financieel gebied: Kapitalisatiefactor ligt tussen 60 en 40%; Rentabiliteit tussen 0 en 5% (financiële baten niet meegerekend); Verhouding personele – materiële lasten 80 -20 %. Daar waar dat voordeel oplevert worden de krachten gebundeld en centraal ingekocht (bv. leermiddelen, ict, energie, verzekeringen, afvalverwerking, telefoon, enz.)
4.6 Bestuurlijke ontwikkeling 4.6.1
Bestuur en toezicht
In augustus 2011 werd de bestuursstructuur van de Oude vrijheid gewijzigd. Vanaf dat moment werd gewerkt met een raad van Toezicht en een (eenmans) College van bestuur. Het eerste jaar stond in het teken van de samenstelling van een raad, waarin competenties op verschillende gebieden verzameld waren. Vervolgens is een zoektocht ingezet door RvT en CvB over de wijze waarop het toezicht het beste vormgegeven kan worden. De komende jaren gaat dit proces voort en wordt verder verfijnd. 4.6.2
Centraal vs. Decentraal
In het managementstatuut van de stichting is de verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zorgvuldig vastgelegd met als uitgangspunt het integraal schoolleiderschap. Dat zoveel mogelijk bevoegdheden bij de school liggen als uitvloeisel van het subsidiariteitsbeginsel wil niet zeggen, dat de scholen geheel apart hun eigen weg gaan. Het personeel is in dienst bij de stichting, niet bij de school. Daarom is een eenduidig personeels- en formatiebeleid van belang. Verder is het zaak om middels uitwisseling en samenwerking de mogelijkheden tot kwaliteitsverbetering verder te benutten. Het bestuursbeleid geeft hier alle ruimte voor, het schoolbeleid wordt hiermee verrijkt en zeker niet belemmerd. 4.6.3
Communicatie
Vanuit onze kernwaarde transparantie realiseren bestuur en raad van toezicht een open klimaat gekenmerkt door een goede verstandhouding tussen raad van toezicht, college van bestuur, directies, onderwijzend en ondersteunend personeel, ouders en kinderen. De stichting is weliswaar cascade-gewijs georganiseerd, maar op alle niveaus wordt gestreefd naar korte communicatielijnen en heldere informatie. 4.6.4
Schaalgrootte
De schaalvergroting ten gevolge van de overheidsmaatregel “Toerusting en bereikbaarheid” is door wijziging van de politieke overtuigingen hierover tot staan gebracht en eerder in omgekeerde richting gestuwd. Politieke druk tot schaalvergroting is er niet. Financiële druk ten gevolge van het dalend leerlingenaantal is er wel, maar een fusie met een collega-bestuur met dezelfde problematiek biedt hiervoor geen oplossing. Het huidige standpunt blijft gehandhaafd: schaalvergroting is niet noodzakelijk. Als zich evenwel in het veld kansen aandienen, dient zorgvuldig overwogen te worden of ze tot een winsituatie leiden. Voorwaarden zijn dan dat het gaat om een qua omvang vergelijkbare stichting met een bestuurscultuur die bij de Oude Vrijheid past. Schaalvergroting is mogelijk een toekomstig item als met de kinderopvangorganisatie samengewerkt gaat worden in een holding: een constructie met dezelfde raad van toezicht en hetzelfde bestuur, maar met gescheiden budgetten en personeelsregelingen.
1.1.2 Strategisch beleid 2013-2017
12
HANDBOEK DE OUDE VRIJHEID
Schaalvergroting heeft geen prioriteit, wel wordt voortdurend gezocht hoe samenwerking met andere stichtingen o.a.in Goirle en Oisterwijk kan leiden tot betere kansen op het gebied van professionalisering en kwaliteitsverbetering.
5
Operationalisering in jaarplannen.
Na vaststelling van het strategisch beleidsplan 2013-2017 zal jaarlijks een plan worden gemaakt, waarin de doelstellingen nader uitgewerkt worden en de opbrengsten geconcretiseerd. Dit jaarplan is leidend voor het bestuurlijk handelen en de uitvoering van het beleid op de scholen.
Besproken in de directeurenberaad van 5 februari 2013 Vastgesteld door de raad van toezicht in haar vergadering van 21 maart 2013 Voorlopig besluit van het College van Bestuur op 25 maart 2013 Instemming van de GMR op Definitief besluit van het College van Bestuur op
1.1.2 Strategisch beleid 2013-2017
13
HANDBOEK DE OUDE VRIJHEID