SCHRIFTELIJKE VRAAG
nr. 556 van JORIS POSCHET datum: 8 september 2015
aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS
Hoger beroepsonderwijs - Gegevens, statistieken en budgetten Het hoger beroepsonderwijs (HBO5) wordt sinds 1 september 2014 gezamenlijk ingericht door instellingen voor secundair onderwijs en hogescholen enerzijds en centra voor volwassenenonderwijs (CVO) en hogescholen anderzijds. Zowel in het regeerakkoord als in de beleidsnota Onderwijs is opgenomen dat het hoger beroepsonderwijs een volwaardig onderdeel van het hoger onderwijs zal worden en dat de verschillen tussen de verschillende aanbieders worden weggewerkt. Op 23 april 2015 verklaarde de minister in de Commissie voor Onderwijs dat het nodige beleidsvoorbereidende werk nu gebeurt door de administratie. Ter voorbereiding van de behandeling van dit belangrijke dossier zou ik graag over de volgende gegevens, statistieken en budgettaire informatie wensen te beschikken. 1.
Het decreet van 12 juli 2013 betreffende de versterking van het hoger beroepsonderwijs in Vlaanderen legt op dat instellingen voor secundair onderwijs, CVO’s en hogescholen vanaf 1 september 2014 samenwerkingsverbanden moeten aangaan. Kan de minister een overzicht geven van alle samenwerkingsverbanden, met inbegrip van enerzijds de vermelding van de deelnemende onderwijsinstellingen aan de samenwerkingsverbanden en anderzijds de vermelding van de aangeboden HBO5opleidingen per vestigingsplaats binnen de samenwerkingsverbanden?
2.
Kan de minister voor de afgelopen drie schooljaren en referteperiodes de volgende gegevens verschaffen? Met betrekking tot het hoger beroepsonderwijs aangeboden door centra voor volwassenenonderwijs: a) het aantal cursisten en lesurencursist (LUC’s) in HBO-opleidingen, uitgesplitst per CVO, per studiegebied, per opleiding en per vestigingsplaats; b) het totaalaantal gegenereerde leraarsuren, uitgesplitst, voor zowel vóór als na aftopping, per CVO; c)
van de CVO’s die hoger beroepsonderwijs aanbieden en/of secundair volwassenenonderwijs en/of een specifieke lerarenopleiding inrichten: het respectieve aantal LUC’s dat gegenereerd wordt door de afzonderlijke delen
(hoger beroepsonderwijs, lerarenopleiding);
secundair
volwassenenonderwijs
en
specifieke
d) van de CVO’s die hoger beroepsonderwijs aanbieden: welke CVO’s zijn middels hun inrichtende macht verbonden met het inrichten van voltijds secundair onderwijs; e) het aandeel hoger beroepsonderwijs binnen de totale overheidsfinanciering van het volwassenenonderwijs; f) het aantal tewerkgestelde personeelsleden en hun opdrachtvolume alsmede de gemiddelde werkgeverskost per personeelslid; g) de benoemingsgraad bij de tewerkgestelde personeelsleden. Met betrekking tot het hoger beroepsonderwijs aangeboden door instellingen voor secundair onderwijs: h) het aantal cursisten (leerlingen in voltijdse equivalenten) in HBO-opleidingen, uitgesplitst per instelling, per studiegebied, per opleiding en per vestigingsplaats; i) van de instellingen voor secundair onderwijs die naast hoger beroepsonderwijs ook voltijds secundair onderwijs inrichten: het aantal leerlingen in het voltijds secundair onderwijs; j) van de instellingen voor secundair onderwijs die hoger beroepsonderwijs aanbieden: welke instellingen voor secundair onderwijs zijn middels hun inrichtende macht verbonden met het inrichten van volwassenenonderwijs; k) het aandeel hoger beroepsonderwijs binnen de totale overheidsfinanciering van het secundair onderwijs, uitsplitst wat betreft de omkadering en de werkingsmiddelen; l) het aantal gegenereerde leraarsuren door het hoger beroepsonderwijs dat door instellingen voor secundair onderwijs wordt aangeboden, per instelling; m) het aantal tewerkgestelde personeelsleden en hun opdrachtvolume alsmede de gemiddelde werkgeverskostprijs per personeelslid; n) de benoemingsgraad bij de tewerkgestelde personeelsleden; o) het aantal cursisten (leerlingen) dat studiefinanciering ontvangt en het gemiddeld toegekende bedrag aan studiefinanciering voor deze groep.
HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS
ANTWOORD
op vraag nr. 556 van 8 september 2015 van JORIS POSCHET
1.
In bijlage 1 vindt de Vlaamse volksvertegenwoordiger het overzicht van de huidige hbo5-onderwijsbevoegdheid per samenwerkingsverband, per instelling (Centrum voor Volwassenenonderwijs en secundaire school voor verpleegkunde), per studiegebied, per opleiding en per vestigingsplaats met betrekking tot het hoger beroepsonderwijs aangeboden door centra voor volwassenenonderwijs:
2.
Omwille van de vergelijkbaarheid worden voor het volwassenenonderwijs de data met betrekking tot en gebaseerd op de referteperiodes beschikbaar in de databank DAVINCI weergegeven, nl. referteperiode 13-14 en 14-15, schooljaar 14-15 en schooljaar 2015-2016. a)
In bijlage 3 vindt de Vlaamse volksvertegenwoordiger het aantal cursisten per CVO, per studiegebied, per opleiding en per vestigingsplaats terug. Een cursist die zich in 2 verschillende opleidingen inschrijft of les volgt in 2 verschillende vestigingsplaatsen wordt 2 keer geteld. In bijlage 2 vindt de Vlaamse volksvertegenwoordiger het aantal LUC per CVO, per studiegebied, per opleiding en per vestigingsplaats terug.
b)
In bijlage 4 vindt de Vlaamse volksvertegenwoordiger het totaal aantal leraarsuren terug per CVO. In de eerste kolom staat het totaal aantal berekende leraarsuren. In de 2e kolom staat het totaal aantal toegekende leraarsuren. Dit zijn de uren die een centrum effectief ontvangt, na de toepassing van de groeinorm (of m.a.w. na aftopping).
c)
In bijlage 5 vindt de Vlaamse volksvertegenwoordiger het aantal LUC dat per indeling gegenereerd wordt.
d)
In bijlage 6 vindt de Vlaamse volksvertegenwoordiger voor de CVO met hbo5onderwijsbevoegdheid de inrichtende macht en de secundaire scholen en/of centra voor volwassenenonderwijs die tot dezelfde inrichtende macht behoren.
e-k)Het aandeel hoger beroepsonderwijs binnen de totale overheidsfinanciering van het volwassenenonderwijs is niet makkelijk ontsluitbaar door de vrije aanwending van de centra. Ik bekijk met de administratie hoe dit kan ontsloten worden. f)
Tijdens het schooljaar 2014-2015 waren er 1749 unieke personeelsleden aangesteld binnen het ambt van lector in het HBO5 van het volwassenenonderwijs (de SLO werd niet meegerekend). Zij vertegenwoordigden samen 568,04 voltijdse equivalent (VTE). In deze cijfers zijn alle vast benoemden, tijdelijken in een vacante betrekking en interimarissen meegerekend. VTE: een voltijdse eenheid. Voor het bepalen van een VTE wordt er rekening gehouden met het volume van de opdrachten en het aantal gewerkte dagen
gedurende het betreffende schooljaar. Zowel de titularissen van een betrekking als de vervangers worden hier in opgenomen. Aangezien binnen de centra die HBO5 inrichten de categorieën van het bestuursen ondersteunend personeel niet eenduidig kunnen afgebakend worden als zijnde exclusief verbonden aan HBO5, kunnen voor deze twee categorieën geen cijfers aangeleverd worden. Het gemiddelde opdrachtvolume tijdens het schooljaar 2014-2015 binnen het ambt van lector HBO5 bedroeg 7,34/20sten voor wat betreft de vast benoemde opdracht van personeelsleden en 3,33/20sten voor wat betreft de tijdelijke opdracht van personeelsleden (in een vacante en/of een niet-vacante betrekking). g)
Binnen het ambt van lector HBO5 bedroeg tijdens het schooljaar 2014-2015 het percentage aan vast benoemde personeelsleden 56,56%. Aangezien binnen de centra die HBO5 inrichten de categorieën van het bestuursen ondersteunend personeel niet eenduidig kunnen afgebakend worden als zijnde exclusief verbonden aan HBO5, kunnen voor deze twee categorieën geen cijfers aangeleverd worden.
h)
In bijlage 7 vindt de Vlaamse volksvertegenwoordiger het aantal cursisten dat op 1 februari van het lopende schooljaar ingeschreven was in hbo verpleegkunde per instelling en per fusiegemeente van de vestigingsplaats terug. Het studiegebied van deze cursisten is steeds Personenzorg en de studierichting is Verpleegkunde hbo.
i)
In bijlage 8 vindt de Vlaamse volksvertegenwoordiger van de scholen die ook secundair onderwijs inrichten het aantal leerlingen in de andere onderwijsvormen terug.
j)
In bijlage 9 vindt de Vlaamse volksvertegenwoordiger voor de secundaire school voor verpleegkunde de inrichtende macht en centra voor volwassenenonderwijs die tot dezelfde inrichtende macht behoren terug.
k)
Zie e)
l)
In bijlage 10 vindt de Vlaamse volksvertegenwoordiger hoeveel wekelijkse urenleraar er voor de voorbije drie schooljaren gegenereerd werden door de cursisten uit het hbo5 binnen de scholen voor secundair onderwijs terug. De scholen kunnen zelf kiezen hoe ze hun pakket uren-leraar gebruiken, dus het zou kunnen dat er in praktijk meer of minder uren-leraar in het hbo werden aangewend.
m) In onderstaande tabel vindt de Vlaamse volksvertegenwoordiger voor de voorbij drie schooljaren voor de opleiding hbo5-Verpleegkunde het aantal personeelsleden en VTE. Aantal tewerkgestelde personeelsleden Hbo5 2012-2013 Verpleegkunde Aantal personeelsleden 1.538 VTE’s 1.202,28
en hun opdrachtvolume 2013-2014 2014-2015 1.632 1.303,41
1.706 1.377,66
Alleen de personeelsleden (koppen) van het secundair onderwijs met opdrachten in HBO5 worden in aanmerking genomen. Zowel de titularissen van een betrekking (vastbenoemde en tijdelijke personeelsleden in openstaande
plaatsen) als de vervangers worden meegenomen. Ieder personeelslid dat minimum één opdracht heeft in HBO5 gedurende het betreffende schooljaar, wordt in aanmerking genomen. n)
In onderstaande tabel vindt de Vlaamse volksvertegenwoordiger voor de voorbij drie schooljaren voor de opleiding hbo5-Verpleegkunde de benoemingsgraad bij de tewerkgestelde personeelsleden. Benoemingsgraad tewerkgestelde personeelsleden Hbo5 2012-2013 2013-2014 Verpleegkunde Benoemingsgraad 75,34% 74,7%
2014-2015 76,96%
Voor de benoemingsgraad worden alleen de vastbenoemde personeelsleden en de tijdelijke personeelsleden in openstaande plaatsen met opdrachten in het Hoger Beroepsonderwijs (HBO5) van het secundair onderwijs meegenomen. De vervangingsopdrachten worden niet meegenomen. Voor de benoemingsgraad wordt de som van de voltijdse eenheden (VTE’s) van de vastbenoemde personeelsleden vergeleken met de som van alle voltijdse eenheden (VTE’s) van zowel de vastbenoemde personeelsleden als de tijdelijke personeelsleden in openstaande plaatsen. Er wordt dus rekening gehouden met het volume van de opdrachten en de duur van de opdrachten van de vastbenoemde en tijdelijke personeelsleden in openstaande plaatsen. o)
In onderstaande tabel vindt de Vlaamse volksvertegenwoordiger voor de voorbij drie schooljaren voor de opleiding hbo5-Verpleegkunde het aantal aanvragen voor studiefinanciering, aantal toekenningen, percentage toegekende aanvragen, totaal bedrag en gemiddelde toelage. Tabel: aanvragen, toekenningen, bedragen per aanvraagjaar Hbo5 2012-2013 2013-2014 2014-2015 Verpleegkunde Aantal aanvragen 2.659 2.942 2.842 Aantal toekenningen 1.479 1.476 1.477 Percentage toegekend 55,6% 50,2% 52% Totaalbedrag (€) 1.831.108,00 1.843.948,00 1.861.221,65 Gemiddelde toelage 1238,07 1249,29 1260,14 (€)
BIJLAGEN
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Vraag_1_OB_hbo5_Samenwerkingsverband Vraag_2_A_Aantal unieke inschrijvingen Vraag 2_A_Aantal LUC Vraag_2_B_Aantal LeU Vraag_2_C_Aantal LUC per indeling Vraag_2_D_Inrichtende macht CVO Vraag_2_H_Aantal cursisten hbo5 Vraag_2_I_Aantal lln niet hbo5 Vraag_2_J_Inrichtende macht SO Vraag_2_L_uren-leraar