Beleidsplan Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
december 2014
Beleidsplan 2014 – Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
januari 2016
Inhoudsopgave 1. Voorwoord .........................................................................................................................3 2. Algemeen Beleid ................................................................................................................5 2.1 Structuur organisatie ..................................................................................................5 2.2 Personeels- en Vrijwilligersbeleid ..............................................................................5 2.3 Financieel beleid .........................................................................................................6 2.4 Kwaliteitsbeleid ..........................................................................................................7 2.5 Inschrijving en plaatsingsbeleid .................................................................................7 2.6 Informatie uitwisselingsbeleid ...................................................................................8 2.7 Inspraak en klachtenbeleid .........................................................................................8 2.8 Diversen ......................................................................................................................9 3. Pedagogisch beleid ........................................................................................................... 11 3.1 Basisbehoefte peuter ................................................................................................ 11 3.2 Ontwikkelingen bij een peuter ................................................................................. 13 3.3 Kindvolgsysteem / Peuterobservatielijst ................................................................. 14 3.4 Werkplan ................................................................................................................... 15 3.5 Wennen ..................................................................................................................... 16 3.6 Kinderen met een handicap ...................................................................................... 16 3.7 Kinderen die opvallen door hun gedrag ................................................................... 16 3.8 Meldcode kindermishandeling ................................................................................. 16 3.9 Ouders en oudercommissie ...................................................................................... 17 3.10 Omgaan met verschillende culturen....................................................................... 17 3.11 Omgaan met emoties .............................................................................................. 18 3.12 Verzorging/hygiëne ................................................................................................ 18 3.13 Veiligheid ................................................................................................................ 19 3.14 Ziekte ....................................................................................................................... 19 3.15 Bijzondere dagen .................................................................................................... 20 Bijlage 1 Leveringsvoorwaarden .......................................................................................... 22 Bijlage 2 Huisregels ............................................................................................................. 25
-2-
Beleidsplan 2014 – Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
januari 2016
1. Voorwoord Dit is het beleidsplan 2014 - 2019 van de Stichting peuterspeelzaal St. Maarten te Voorburg. Achtergrond voor het opstellen van dit beleidsplan is :
inzage in de activiteiten de professionalisering van de organisatie
Door middel van dit beleidsplan kunnen externe relaties van de peuterspeelzaal geïnformeerd worden over de inhoud van alle activiteiten en kunnen nieuwe bestuursleden, leidsters, vrijwilligsters snel ingewerkt worden in hun taak. Ouders/verzorgers kunnen kennis nemen van het beleid dat de peuterspeelzaal voert. Bestuur en leidsters van de Stichting peuterspeelzaal St. Maarten zijn ervan overtuigd dat dit beleidsplan een goede stap is naar een verdere ontwikkeling van de activiteiten en de professionalisering van het peuterspeelzaalwerk. Dit betekent onder meer dat dit beleidsplan periodiek (ongeveer eens in de vijf jaar) herzien wordt. Het beleidsplan 2008 - 2013 is in mei 2014 herzien en het bestuur heeft dit in haar vergadering van juli 2014 goedgekeurd. Dit beleidsplan is gesplitst in twee delen: het algemeen beleid (de organisatie) en het pedagogisch beleid (het omgaan met peuters). Het algemeen beleid (hoofdstuk 2) is opgesteld door het bestuur. Het pedagogisch beleid (hoofdstuk 3) is opgesteld door de leidsters van de peuterspeelzaal.
Het Bestuur van Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
-3-
Beleidsplan 2014 – Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
januari 2016
Beleidsplan 2014 - 2019 Stichting peuterspeelzaal St. Maarten Algemeen beleid
-4-
Beleidsplan 2014 – Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
januari 2016
2. Algemeen Beleid 2.1 Structuur organisatie De organisatie is opgericht in 1978 en is een stichting. In het bestuur zitten vrijwilligers, dit zijn veelal ouders die een kind hebben op de peuterspeelzaal. Er is een onderverdeling van de volgende functies/taken gemaakt, die verdeeld kunnen worden onder meerdere personen:
Voorzitter (personele zaken, externe contacten) /Vicevoorzitter (personele zaken, externe contacten) Vicevoorzitter (personele zaken, externe contacten) Secretaris (administratieve taken) Penningmeester (financiële zaken) Lid (Plaatsingen) 5e Lid
Het bestuur vergadert 2 keer per 6 weken. 1 keer in aanwezigheid van de leidsters en 1 keer met alleen de bestuursleden. Aan de orde komen: algemene beleidslijnen, besluiten van het bestuur, communicatie tussen leidsters en bestuur, financiële zaken, lopende zaken binnen de peuterspeelzaal, gemeentelijke aangelegenheden, ontwikkelingen wet- en regelgeving vrijwilligsters, bezetting van de peuterspeelzaal, contacten met de basisschool St. Maarten, etc. Het bestuur van de peuterspeelzaal houdt zich slechts op hoofdlijnen met de dagelijkse gang van zaken van de peuterspeelzaal bezig. Daarnaast ondersteunen zij de leidsters bij activiteiten zoals het Sinterklaasfeest en het juffenfeest. Het algemeen beleid is onder te verdelen in: 1. personeels- en vrijwilligersbeleid (paragraaf 2.2) 2. financieel beleid (paragraaf 2.3) 3. kwaliteitsbeleid (paragraaf 2.4) 4. inschrijving en plaatsingsbeleid (paragraaf 2.5) 5. informatie uitwisselingsbeleid (paragraaf 2.6) 6. inspraak en klachtenbeleid (paragraaf 2.7) 7. diversen (paragraaf 2.8)
2.2 Personeels- en Vrijwilligersbeleid Aanname en Opleidingsniveau Het beleid bij nieuw aan te nemen leidsters is dat zij in het bezit moeten zijn van KVN-3, SPW of gelijkwaardige diploma’s, conform de CAO voor Welzijnswerk én een Verklaring Omtrent goed Gedrag (VOG)?. Regelmatig worden de leidsters bijgeschoold, zowel op pedagogisch gebied als ook op vaardigheden zoals beweging voor kleuters, ehbo voor kinderen etc. Nieuwe medewerkers, stagiaires en vrijwilligers worden geleerd om te werken met de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld en moeten zich inlezen in de risico-inventarisatie, Personeels beleid De personeelsbezetting bestaat uit vaste leidsters en vrijwilligsters. We werken altijd met 2 vaste leidsters op de groep. Indien door ziekte of onverwachtse andere omstandigheden leidsters uitvallen wordt dit onderling opgevangen. Mocht dit niet het geval zijn dan doen we een beroep op onze vaste vrijwilligers.
-5-
Beleidsplan 2014 – Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
januari 2016
Leidster/kind ratio Er zijn regels afgesproken die een basis voor de kwaliteit van de kinderopvang in Nederland waarborgen. Een van de gemaakte afspraken betreft het maximaal toegestane aantal kinderen per leidster; de zogenaamde leidster/kindratio. Deze ratio verschilt per leeftijdsgroep bij de peuterspeelzaal. Kinderen hebben in de verschillende leeftijdsgroepen een verschillende mate van afhankelijkheid. één leidster per vier aanwezige kinderen tot 1 jaar; één leidster per vijf aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; één leidster per zes aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; één leidster per acht aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep moet een gemiddelde berekend worden voor de vaststelling van het aantal kinderen per leidster gebruikt. Het gewogen gemiddelde wordt naar boven afgerond. We gebruiken de rekentool van de rijksoverheid hiervoor. Er vindt éénmaal per jaar en zo nodig vaker een voortgang/functioneringsgesprek plaats tussen de leidsters/vrijwilligsters en de voorzitter en eventueel een bestuurslid. De Stichting Peuterspeelzaal St. Maarten is gehouden de CAO Welzijnswerk te volgen. Dit betekent onder meer dat de salarisschalen en de secundaire arbeidsvoorwaarden van de CAO dienen te worden gevolgd. Ook zullen de wettelijk vastgestelde eisen conform de ARBO-wetgeving worden nageleefd met betrekking tot het peuterspeelzaalwerk. Vrijwilligersbeleid De vrijwilligers zijn op de hoogte van en handelen naar ons Pedagogisch beleidsplan. In het bezit zijn van een VOG en een goede beheersing van de Nederlandse taal zijn minimaal vereist. Zij nemen de taakomschrijving zoals die voor de vaste leidsters is omschreven over. Het vier ogen principe in de kinderopvang Vanaf juli 2013 is het 4 ogen principe in de kinderopvang ingevoerd. Dit betekent dat er op ieder moment van de dag een volwassene moet kunnen meekijken of -luisteren met een beroepskracht. Het vier ogen principe verkleint niet alleen het risico ten aanzien van seksueel misbruik, maar ook het risico ten aanzien van kindermishandeling in brede zin, en er kan sneller en effectiever worden ingegrepen als een kind of een pedagogisch medewerkster iets overkomt. Ook als een pedagogisch medewerkster volgens de leidster kind ratio alleen voor de groep mag staan (met achterwacht) is er bij de peuterspeelzaal vrijwel altijd een extra kracht aanwezig, zodat deze indien nodig kan assisteren. Deze extra kracht kan iemand van de basisschool zijn, een stagiaire, vrijwilligster of een groepshulp.
2.3 Financieel beleid Voor het financieel beleid zijn er een aantal uitgangspunten geformuleerd: de stichting dient met een sluitende begroting te werken en de stichting dient voldoende financiële draagkracht te hebben om kleinere tegenslagen te kunnen opvangen. Voor de financiële organisatie is er een aantal uitgangspunten geformuleerd: het beheer van de financiële zaken is in handen van de penningmeester. er is een administrateur voor de salarisadministratie.
-6-
Beleidsplan 2014 – Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
januari 2016
het bestuur bespreekt in de vergadering het overzicht en beziet of de begroting aanpassing behoeft. de penningmeester stelt de jaarrekening op en brengt verslag uit van zijn bevindingen. het bestuur stelt de jaarrekening vast. incassobeleid: de ouderbijdragen worden via een automatische incasso geïnd. Bij achterstallige betalingen stuurt de penningmeester twee maal een herinnering, waarna een deurwaarders procedure wordt gestart op kosten van de achterstallige betaler.
2.4 Kwaliteitsbeleid Het doel van de peuterspeelzaal is op de eerste plaats uw kind de mogelijkheid te geven onbevangen te spelen. Het vrije spel is immers een belangrijke factor in zijn of haar ontwikkeling. Een tweede doel is het stimuleren van het sociale contact door peuters met elkaar een dagdeel door te laten brengen. Een derde doel is het signaleren van eventuele bijzonderheden in de ontwikkeling van het kind. GGD Peuterspeelzaal Sint Maarten voldoet aan de kwaliteitseisen peuterspeelzalen en de richtlijnen van de GGD, wet OKE, en staat vermeld in het landelijke register kinderopvang. Het gehele rapport van de GGD kunt u vinden op de site (www.peuterspeelzaalsintmaarten.nl )
Risico-inventarisatie gezondheid en veiligheid Een belangrijke eis vanuit de Verordening Kwaliteitsregels is een risico-inventarisatie waarin wordt vastgelegd welke risico’s de opvang van de kinderen met zich meebrengt op gebied van veiligheid en gezondheid. De risico inventarisatie ligt ter inzage op de peuterspeelzaal.
2.5 Inschrijving en plaatsingsbeleid Inschrijving Inschrijven van uw kind kan, bij voorkeur tussen 9.00 en 10.00 uur, bij de hoofdleidsters Mirjam Rutgers, Susanne Rutgrink of Evelien Daniëls. U kunt ook het inschrijfformulier downloaden van internet en ingevuld afgeven op school. Kijkt u hiervoor op: www.peuterspeelzaalsintmaarten.nl. Het inschrijfgeld bedraagt € 15,00. Uw inschrijving wordt in behandeling genomen zodra het inschrijfgeld ontvangen is op IBANnummer NL47 INGB 0002214654, t.n.v. Peuterspeelzaal Sint Maarten o.v.v. inschrijving voornaam en achternaam van uw kind. Aanmelding voor de peuterspeelzaal betekent niet automatisch aanmelding voor de basisschool! We willen u er op wijzen dat onze peuterspeelzaal een wachtlijst heeft. We raden u dan ook aan om uw kind z.s.m. in te schrijven. Plaatsing Er wordt naar gestreefd uw kind rond de leeftijd van 2 jaar en 6 maanden te plaatsen. Dit betekent dat u als ouders/verzorgers bereid moet zijn uw kind vanaf 2 jaar en 6 maanden te laten komen. We streven ernaar om kinderen niet veel later te plaatsen. Op deze manier hebben de kinderen voldoende de gelegenheid zich te ontwikkelen en kunnen ze goed worden voorbereid op de overgang naar school. Er wordt alleen van de bovengenoemde leeftijdsgrens van 2 jaar en 6 maanden afgeweken indien de lengte van de wachtlijst hiertoe duidelijk aanleiding geeft.
-7-
Beleidsplan 2014 – Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
januari 2016
De peuter wordt 2 dagdelen geplaatst. Plaatsing voor 3 dagdelen is alleen mogelijk indien hier ruimte voor is . Plaatsing van kinderen met een handicap en/of met (te verwachten) leer- en/of gedragsmoeilijkheden: elk kind is uniek en om die reden maken we in overleg met de ouders/verzorgers een inschatting van zijn of haar mogelijkheden en beperkingen op de peuterspeelzaal. Aandachtspunten hierbij zijn: o Het ontwikkelingsniveau van het kind: sociaal, motorisch, cognitief en emotioneel. o De te verwachten invloed op de andere peuters en wisselwerking met de groep. o Taakbelasting van de leidsters. o De verwachtingen van de ouders/ verzorgers. o Mogelijkheden ter ondersteuning, zoals externe begeleiding. Aan de hand van deze aandachtspunten wordt een beslissing genomen over wel of niet plaatsen van het kind. Indien wenselijk wordt er een proefperiode afgesproken en houden de leidsters evaluatiemomenten. Plaatsing van tweelingen: in overleg met de ouders wordt gekeken wat het beste is voor de kinderen. Wij adviseren de ouders van tweelingen echter de kinderen tenminste één dagdeel apart te plaatsen. Dit komt ten gunste van een goede voorbereiding op school waar de kinderen over het algemeen ook apart geplaatst worden en ten gunste van de ontwikkeling van de kinderen. Dit geldt ook voor broertjes en zusjes.
Voorrang bij plaatsing 1. Kinderen die reeds geplaatst zijn, voor wie de ouders uitbreiding van het aantal dagdelen wensen. 2. Broertjes of zusjes van reeds geplaatste kinderen.
2.6 Informatie uitwisselingsbeleid Informatie over de peuterspeelzaal kunt u vinden: In het informatieboekje dat jaarlijks herzien wordt. Op de website www.peuterspeelzaalsintmaarten.nl. PeuterprietPraat: dit is een peuternieuwsbulletin dat ongeveer 4 keer per jaar uitgedeeld wordt aan de ouders. Schriftelijke informatie over activiteiten die u regelmatig door het jaar ontvangt. Ouderavond: deze wordt éénmaal per jaar georganiseerd en hierin komen algemene thema’s aan bod. Individuele informatie over het kind: Bij het halen of brengen is er de mogelijkheid om bijzonderheden over het kind uit te wisselen tussen de leidsters en de ouder/verzorger. Kindvolgsysteem: zie verderop in het Pedagogisch beleidsplan (paragraaf 3.3). Mogelijkheid tot oudergesprek
2.7 Inspraak en klachtenbeleid Peuterspeelzaal Sint Maarten hecht grote waarde aan de waardering van de ouders over de geleverde diensten en wil optimaal inspelen op door hen gestelde wensen en eisen. Specifieke wensen kunnen tijdens een intake of verder tijdens de loopduur van de opvang kenbaar worden gemaakt. Uw kind is bij ons in goede handen. Toch kan het gebeuren dat u een klacht heeft. Het is voor ons belangrijk dat alles dat niet overeenkomt met de geplande en afgesproken dienstverlening of dat niet voldoet aan de verwachtingen, wensen en behoeften van de klant,
-8-
Beleidsplan 2014 – Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
januari 2016
wordt onderkend en (indien nodig) doeltreffend afgehandeld. Heeft u vragen en of opmerkingen dan zien wij het liefst dat u dit meteen kenbaar maakt en uw vraag of opmerkingen direct en open met de leidsters bespreekt. Wanneer u er samen met de leidsters niet uitkomt dan kunt u terecht bij het bestuur door uw opmerkingen of vragen in te leveren bij de leidsters van de peuterspeelzaal in een gesloten envelop t.a.v. Klachtencommissie / Bestuur Peuterspeelzaal Sint Maarten. Wij zullen deze vertrouwelijk behandelen in de eerst volgende bestuursvergadering en zullen contact met u opnemen over de afhandeling. Mocht u uiteindelijk niet tevreden zijn over de afhandeling van de klacht, dan kunt u terecht bij een onafhankelijke externe klachtencommissie. Peuterspeelzaal Sint Maarten is aangesloten bij het Landelijk Klachtenloket voor Kinderopvang en Peuterspeelzalen (www.klachtenloketkinderopvang.nl).
2.8 Diversen 2.8.1 Accommodatie De accommodatie bestaat uit het volgende: 1 lokaal (62m2), volgens basisschool groep 1 / 2 norm, op de begane grond, in verband met vluchtroute voor 16 peuters in de groep bij brand. o entree met kapstokken voor 16 jasjes o goed afsluitbare deuren i.v.m. eventuele “weglopers” o gladde vloeren i.v.m. allergieën bij de kinderen en voor de hygiëne, goede akoestiek i.v.m. rust en verstaanbaarheid van de leidsters o 1 kinder-wc met een niet afsluitbare deur o een lage wastafel o een in hoogte verstelbare aankleedtafel met kussen o bergruimte voor luiers en schone kleding o 1 wc voor volwassenen o meubelen afsluitbare materiaalkasten afsluitbaar bureau voor leidsters 2 leidsterstoelen geschikt voor zowel laag als hoog werken lage speeltafel met 6 zitplaatsen voor peuters hoge werktafel met 16 zitplaatsen voor peuters Grote buitenspeelplaats voor de peuters, goed afgezet. Mogelijkheid tot het gebruik maken van het gymlokaal van de kleuters. 2.8.2 Schoonmaak/reparatie Voor speelgoed dat niet door leidsters zelf kan worden gerepareerd wordt de hulp ingeroepen van ouders. Ook voor het schoonmaken van het speelgoed wordt viermaal per jaar de hulp van ouders/vrijwilligers gevraagd.
-9-
Beleidsplan 2014 – Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
januari 2016
Beleidsplan 2014 - 2019 Stichting peuterspeelzaal St. Maarten Pedagogisch beleid
-10-
Beleidsplan 2014 – Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
januari 2016
3. Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleid is gesplitst in de volgende onderdelen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
Basisbehoefte peuter (paragraaf 3.1) Ontwikkelingen bij een peuter (paragraaf 3.2) Kindvolgsysteem / peuterobservatielijst (paragraaf 3.3) Werkplan (paragraaf 3.4) Wennen (paragraaf 3.5) Kinderen met een handicap (paragraaf 3.6) Kinderen die opvallen door hun gedrag (paragraaf 3.7) Meldcode Kindermishandeling (paragraag 3.8) Ouders (paragraaf 3.9) Omgaan met verschillende culturen (paragraaf 3.10) Omgaan met emoties (paragraaf 3.11) Verzorging/hygiëne (paragraaf 3.12) Veiligheid (paragraaf 3.13) Ziekte (paragraaf 3.14) Bijzondere dagen (paragraaf 3.15)
3.1 Basisbehoefte peuter Het doel van de peuterspeelzaal is op de eerste plaats uw kind de mogelijkheid te geven onbevangen te spelen. Het vrije spel is immers een belangrijke factor in zijn of haar ontwikkeling. Een tweede doel is het stimuleren van het sociale contact door peuters met elkaar een dagdeel door te laten brengen. Een derde doel is het signaleren van eventuele bijzonderheden in de ontwikkeling van het kind Er staan twee uitgangspunten centraal voor het pedagogische klimaat en werkwijze: 1. De leidsters scheppen een zodanige sfeer in de groep dat de peuters zich veilig en geborgen kunnen voelen. Dit bereiken we o.a. door: - vaste leidsters op vaste dagdelen - het inloopkwartier waarbij ieder kind individueel verwelkomd wordt - een vast dagritme (zie verderop bij het werkplan) - de peuter 2 vaste wen momenten aan te bieden van een halve ochtend 2. Iedere peuter wordt gerespecteerd en als individu serieus genomen. Dit bereiken we o.a. door: - ieder kind komt in de ochtendkring aan de beurt en mag zijn verhaaltje vertellen - kinderen worden op ooghoogte aangesproken - de leidsters proberen te voldoen aan de individuele behoefte van de kinderen door ze bijvoorbeeld op schoot te nemen, een aai over de bol te geven of te complimenteren Deze twee uitgangspunten hebben tot algemeen doel dat alle peuters zich optimaal kunnen ontwikkelen. Dit geldt voor alle ontwikkelingsgebieden zoals: de emotionele, sociale, lichamelijke en de cognitieve ontwikkeling. Hierbij gaan wij er van uit dat ieder kind in eigen tempo en op eigen wijze zich kan ontwikkelen.
-11-
Beleidsplan 2014 – Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
januari 2016
Vanuit het algehele doel zorg te dragen voor de optimale ontwikkeling van de peuter, zijn er ons inziens een aantal "opvoedings"doelen die wij o.a. belangrijk vinden voor onze dagelijkse omgang met peuters nl.:
opbouw van zelfvertrouwen en positief zelfbeeld; o.a. door: o werkjes op niveau aanbieden zodat iedere peuter succesmomenten beleeft o hardop complimenteren bij een goede werkhouding/gedrag o aanspreken op gedrag en niet op persoon stimuleren van zelfstandigheid en zelfredzaamheid; o.a. door o door de kinderen zelf hun jas te laten pakken o zelf drinken uit een gewone beker o kleine opdrachtjes voor de leidsters doen o gezamenlijk opruimen sociale omgang en respect voor andere peuters en de leiding; o.a. door: o rollenspel in de kring o peuters samen een conflictje op laten lossen (mbv de leidster) o tijdens kring gesprek naar elkaar laten luisteren en uitpraten o op je buurt wachten bij het uitdelen van het fruit of bij een spelletje leren omgaan met eigen en andermans emoties; o.a. door: o emoties van de peuters laten benoemen o te leren luisteren naar “stop, hou op”, “geef elkaar wat ruimte…” gehoorzaamheid en manieren; o.a. door o goed gedrag wordt positief beloond door een aai over de bol, een complimentje o aanhoudend ongewenst gedrag wordt duidelijk gemaakt door een vriendelijke maar corrigerende houding van de leidsters. Als ongewenst gedrag wordt beschouwd: gedrag dat gevaar oplevert (slaan, gooien, op de tafel klimmen etc), gedrag waardoor materialen beschadigd raken (timmeren op de boot, bijten op puzzels), gedrag waardoor de zaal onnodig wordt bevuild (zand opzettelijk buiten de zandtafel gooien) en gedrag dat hinderlijk is voor anderen (gillen)
Om het ontwikkelingsproces van de peuter goed te kunnen begeleiden wordt er gewerkt volgens onderstaande voorwaarden. 3.1.1. Houding leiding Het mag duidelijk zijn dat de houding van de leiding een belangrijke sleutel is bij het scheppen van voorwaarden voor een veilig en geborgen leefklimaat op de peuterspeelzaal. De leidsters moeten beschikken over de volgende vaardigheden en eigenschappen:
inlevingsvermogen stimuleren accepteren consequent zijn maar tegelijkertijd flexibel grenzen stellen observeren signaleren en samenwerken
-12-
Beleidsplan 2014 – Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
januari 2016
3.1.2. Vertrouwensband met de leiding Naast de houding van de leiding is een vertrouwensband tussen de leiding en de peuter een belangrijke voorwaarde om de peuter zich veilig te laten voelen. Deze vertrouwensband komt tot stand doordat de leidster inspeelt op de behoeften van de peuter. Dit doet zij door zich "in te leven in de peuter", door de zorg te bieden die de peuter nodig heeft, door open te staan en aanwezig te zijn voor de peuter, de peuter krijgt dan vertrouwen in zichzelf (positief zelfbeeld) en in de ander. Daardoor durft de peuter dingen te ondernemen en de wereld om zich heen te ontdekken. Daarnaast bieden de leidsters regelmatig activiteiten aan die in een kleine of grote groep worden gedaan. 3.1.3 Structuur, regelmaat en rust Ook van belang is dat de peuters structuur, regelmaat en rust wordt geboden. Dit proberen wij aan te bieden door een vast programma. Dit biedt de peuters een bepaalde houvast en schept duidelijkheid. (gevoel van geborgenheid en veiligheid). Het werkplan wordt beschreven in paragraaf 3.4. 3.1.4. Spelmateriaal op niveau Men kan verschillende materialen aanbieden waarmee de peuter naar eigen idee kan spelen. De leidster kan waar nodig stimuleren en begeleiden om het materiaal te ontdekken. Een groot aantal materialen kan dan ook door de peuters zelf gepakt/gekozen worden. 3.1.5. Inrichting peuterspeelzaal De omgeving van de peuters is zodanig veilig ingericht dat het de peuter uitdaagt om te spelen en te ontdekken. 3.1.6 Contact met ouders Naast bovengenoemde zaken vormt een goed oudercontact mede de basis om de peuters te begeleiden in hun ontwikkeling
3.2 Ontwikkelingen bij een peuter De ontwikkelingen bij een peuter zijn te onderscheiden naar diverse invalshoeken: 3.2.1. Sociaal Het zelfbeeld van de peuter in de groep, contact maken met andere peuters, leren delen en samen spelen zijn belangrijke delen van hun sociale ontwikkeling. Ook het leren omgaan met de regels, waarden en normen die op de peuterspeelzaal van toepassing zijn, horen daarbij. 3.2.2. Emotioneel Inspelen op gevoelens (boos, verdriet, trots, verlatingsangst enz.) van de peuter en het leren daarmee om te gaan. 3.2.3. Motorisch Wij stimuleren de peuters zoveel mogelijk met bijpassend materiaal en bewegingsactiviteiten om zowel de grove als de fijne motoriek te ontwikkelen.
-13-
Beleidsplan 2014 – Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
januari 2016
3.2.4. Cognitief De peuters van (± 2 jr.) ervaren eerst losse beelden en later (± 3 jr.) leren zij die te gebruiken in een geheel. Dit is de globale ontwikkeling. Verder hebben peuters een grote fantasie. Ze spelen graag een rollenspel, het nadoen van volwassenen speelt hierbij een grote rol. Het hoeft allemaal nog niet concreet te zijn, een olifant is niet perse grijs. Via spel en werkjes ontwikkelen we de cognitieve vermogens van de peuters. 3.2.5. Creatief/Fantasie Het gebruiken van verschillende materialen om hun creativiteit te stimuleren en ze bepaalde technieken te leren die de motorische vaardigheden oefenen. De fantasiewereld van de peuter helpen te ontwikkelen en te stimuleren. Zelf laten vertellen, liedjes zingen met eigen tekst en bewegingen, verhaaltjes laten vertellen. 3.2.6. Taal Om de taalontwikkeling te bevorderen hebben wij boekjes om voor te lezen. We houden kring gesprekjes, zingen liedjes enz. Dit alles met het doel de taal eigen te maken. Om deze ontwikkelingen bij de peuters te kunnen aanbieden hebben wij verschillende materialen nodig om zo optimaal mogelijk te kunnen werken. Deze materialen zijn o.a. : lees-, knutsel-, rijdend-, speel-, zang-, buiten-, en zandbakmateriaal.
3.3 Kindvolgsysteem / Peuterobservatielijst VVE De laatste jaren is één van de speerpunten van de Rijksoverheid het stimuleren van de ontwikkeling van het jonge kind. De wet Voor -en Vroegschoolse Educatie maakt het mogelijk extra stimuleringsactiviteiten (bijvoorbeeld op taalgebied) uit te voeren voor kinderen tussen de 2 en 4 jaar. Een programma richt zich op het voorkomen of beperken van eventuele (taal)achterstand, zodat de kinderen met gelijke kansen op de basisschool starten. Voor -en Vroegschoolse Educatie (“VVE”) is onderwijs voor jonge kinderen met als doel het voorkomen of beperken van een achterstand, vooral taalachterstand, in het basisonderwijs. Voor -en Vroegschoolse educatie begint op de peuterspeelzaal of kinderopvang en loopt door tot de eerste groepen van de basisschool. VVE-programma’s zijn geschikt voor alle peuters vanaf twee jaar, en met name voor peuters met een achterstand in de (taal)ontwikkeling. Als peuterspeelzaal gaan wij mee in deze ontwikkelingen: vanaf 2010 beschikken wij over een gecertificeerd VVE-programma en zijn de leidsters opgeleid om dit programma uit te voeren. Kindvolgsysteem Ook blijven we ons “kindvolgsysteem”, waarin de kinderen geobserveerd en geëvalueerd worden, hanteren. Voor iedere peuter die de peuterspeelzaal gaat verlaten is er op 2 momenten een observatielijst ingevuld. Deze lijst wordt door een van de leidsters ingevuld op het moment dat de peuter 3 jaar oud is en bij 3 jaar en 11 maanden (vlak voordat ze naar de basisschool gaan). Het eindverslag krijgt u bij het verlaten van de peuterspeelzaal mee en/of wordt met u besproken. Deze gegevens worden doorgegeven aan de toekomstige leerkracht van de basisschool van uw kind.
-14-
Beleidsplan 2014 – Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
januari 2016
Wenst u dit niet dan dient u dit vooraf schriftelijk kenbaar te maken aan het bestuur of de leidsters van de peuterspeelzaal. Indien de leidsters dit noodzakelijk achten kan er reeds eerder een observatielijst ingevuld en met u doorgesproken worden om eventueel opvallend gedrag goed te kunnen begeleiden. Er is dan goed vergelijkingsmateriaal aanwezig van twee observatie momenten van de peuter in zijn ontwikkeling. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de OVP (een overdrachtsformulier vanuit de gemeente)
3.4 Werkplan Hieronder staat een algemene dagindeling. De invulling van de moeilijkheidsgraad is afhankelijk van de leeftijd en ontwikkeling van de kinderen:. 1. Brengen van de kinderen 2. Kringactiviteit goedemorgen-liedje opnoemen van namen tellen vertellen (door kinderen en leidsters) zingen pedagogische activiteit 3. Vrij spelen door de hele ruimte puzzels leeshoek verven knutselen poppenhoek duplo-tafel autokleed blokkenhoek spelen in de boot zandtafel speeltafel glijbaan
-15-
Beleidsplan 2014 – Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
januari 2016
4. Afronding vrij spelen: opruimen, de kinderen helpen hierbij 5. Gezamenlijk aan tafel drinken fruit eten liedje zingen plasronde verhaaltje of spelletje (op dinsdag en donderdag komt de voorleesoma) 6. Buiten spelen (met mooi weer) of een binnenactiviteit ('peutergym'); koekje eten 7. Indien er een jarig peutertje is, wordt de verjaardag gevierd 8. Ophalen van de kinderen
3.5 Wennen Het wennen van nieuwe peuters gebeurt gemiddeld 2 x voorafgaand aan de plaatsing gedurende ongeveer 1½ uur per keer. Het liefst op het dagdeel waarop het kind geplaatst wordt, i.v.m. de aanwezige kinderen in de groep en de leidsters van die dag. De eerste keer blijft 1 ouder/verzorger er even bij om daarna de peuter 'alleen' te laten wennen. Als het kind nog wat moeite heeft met wennen wordt er telefonisch contact opgenomen met de ouders/verzorgers om het kind eerder op te laten halen.
3.6 Kinderen met een handicap Elk kind is uniek en om die reden maken we in overleg met de ouders/verzorgers een inschatting van zijn of haar mogelijkheden en beperkingen op de peuterspeelzaal. (zie ook bij “plaatsing”op pag. 7 van dit beleidsplan).
3.7 Kinderen die opvallen door hun gedrag Doordat peuterspeelzaal Sint Maarten het Kind-Volg systeem ‘OVP’ hanteert, zijn er minimaal 2 momenten waarop de peuters op diverse ontwikkelingsgebieden (sociaal emotioneel, speel en leer gedrag, taalontwikkeling, zelfredzaamheid en motoriek) worden getoetst. Als blijkt dat een peuter in welke vorm dan ook opvalt wordt dit in een teamvergadering besproken en de ouders geïnformeerd. De leidsters van de peuterspeelzaal kunnen ook advies inwinnen bij de Intern Begeleider (zorgcoördinator) van de Sint Maartensschool. Ook hebben de leidsters beschikking over een sociale kaart, die op de peuterspeelzaal ter inzage ligt waarmee zij de ouders kunnen adviseren welke instelling of persoon te benaderen. Als de ouders de behoefte hebben begeleiden de leidsters de ouders in dit proces.
3.8 Meldcode kindermishandeling Peuterspeelzaal Sint Maarten heeft een meldcode voor kindermishandeling waarin een procedure is vastgelegd die aantoonbaar gevolgd wordt in het geval (van een vermoeden) van kindermishandeling en/of seksueel misbruik. Dit vermoeden kan betrekking hebben op de thuissituatie van het kind of op de opvangsituatie. Wij gaan uit en maken gebruik van het landelijk basismodel meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (een Stappenplan voor het handelen bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling). De leidsters hebben een cursus gevolgd om kindermishandeling te signaleren. Ten alle tijden kan advies cq hulp aangevraagd worden bij Bureau Jeugdzorg.
-16-
Beleidsplan 2014 – Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
januari 2016
3.9 Ouders en oudercommissie Ouders Wij hechten veel belang aan de contacten met ouders vanaf het allereerste begin en gedurende de totale opvangperiode. Ouders zijn immers de primaire opvoeders, wij als peuterspeelzaal mogen de zorg voor het kind een aantal uren per dag van hen overnemen. Voor het welzijn van het kind in de opvanguren is het van belang dat we goed samenwerken met de ouders. Het belang van de kinderen blijft altijd voorop staan. Door de peuterspeelzaal is het mogelijk de opvoeding van het kind te delen en de opvoedingservaringen met de leidsters uit te wisselen. Binnen de peuterspeelzaal worden problemen bij kinderen herkend en besproken met de ouders. De leidsters zijn observerend, begeleidend en stimulerend aanwezig. Wanneer er met kinderen gewerkt wordt, is een goed contact met de ouders/verzorgers van essentieel belang. Ouders en leidsters moeten weten wat er in de omgeving van het kind gebeurt. Daarom zijn veelvuldige contacten tussen leiding en ouders van belang. Deze contacten vinden voornamelijk plaats bij het brengen en ophalen van het kind. Het is dus belangrijk dat ouders/verzorgers de kinderen zelf zoveel mogelijk ophalen om de overdracht te bevorderen. Van de ouders wordt verwacht:
aan te geven of er veranderingen zijn binnen het gezin of in de naaste omgeving door te geven als iemand anders dan de vaste ouder/oppas het kind komt ophalen geen zieke peuters naar de peuterspeelzaal te brengen
Oudercommissie Ouders zijn binnen de peuterspeelzaal vertegenwoordigd in een oudercommissie. De oudercommissie heeft als doel de belangen van de ouders te behartigen binnen het kader van de doelstellingen van de peuterspeelzaal St. Maarten. De oudercommissie heeft de bevoegdheid gevraagd en ongevraagd te adviseren m.b.t. onderwerpen als kwaliteit van de opvang, openingstijden en prijs van de opvang. De oudercommissie bestaat uit ouders die op vrijwillige basis een bijdrage leveren aan het beleid dat bij de peuterspeelzaal St. Maarten gevoerd wordt door adviezen te geven. Reglement oudercommissie vindt u op onze website www.peuterspeelzaalsintmaarten.nl Wilt u graag met ons meepraten en meebeslissen loop dan even bij de leidsters langs voor meer informatie. Er is nog plek in onze oudercommissie.
3.10 Omgaan met verschillende culturen leder kind brengt een eigen achtergrond en cultuur mee. Cultuur heeft te maken met hoe je leeft, hoe je omgaat met elkaar, hoe je kinderen opvoedt en welke normen je hanteert. Integratie van deze culturen is van groot belang om de kinderen meer begrip voor elkaar bij te brengen. Het is belangrijk voor alle ouders om betrokken te zijn bij de peuterspeelzaal. Dit kan gebeuren op verschillende manieren:
tijdens het brengen en halen van kinderen door het inschakelen van de hulp van ouders bij activiteiten door het organiseren van ouderavonden
-17-
Beleidsplan 2014 – Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
januari 2016
3.11 Omgaan met emoties Voor jonge kinderen is het zich verplaatsen in de emoties van anderen nog erg moeilijk; in de eerste plaats gaat het nog om de sociale nabijheid van anderen. Je ziet dat kinderen rekening gaan houden met elkaar, ruzie leren maken en dat er vriendschappen ontstaan. Met andere woorden: kinderen leren zich in te leven in de emoties van anderen en ontwikkelen spelenderwijs vaardigheden in het omgaan met anderen. Het respecteren van jezelf en anderen is een onderdeel van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Door de peuterspeelzaal krijgen de kinderen de gelegenheid:
contacten te leggen met andere kinderen en volwassenen sociale vaardigheden te ontwikkelen die nodig zijn bij de omgang met anderen
Bij dit proces zullen de leidsters op de volgende punten een bijdrage leveren:
kinderen kunnen laten blijken wat ze willen naar de kinderen luisteren de kinderen naar elkaar laten luisteren kinderen hun emoties kunnen laten blijken leidsters met de kinderen de emoties benoemen leidsters de kinderen respecteren de kinderen de leidsters kunnen vertrouwen leidsters de kinderen het goede voorbeeld geven de kinderen de gelegenheid krijgen samen te spelen.
3.12 Verzorging/hygiëne Verzorging/hygiëne is in drie onderdelen uit te splitsen, namelijk:
de verzorging/hygiëne van de kinderen de verzorging/hygiëne van de groepsruimte en (groeps)gebruiksartikelen de verzorging/hygiëne met betrekking tot de leidsters
Algemeen Bij de peuterspeelzaal wordt gewerkt met een risico inventarisatie gezondheid gebaseerd op de richtlijnen van de Stichting Consument en Veiligheid. Middels deze jaarlijkse inventarisatie wordt geanticipeerd op risico’s: deze worden waargenomen, geregistreerd en de daarop afgestemde acties uitgevoerd (ligt ter inzage op de peuterspeelzaal). Daarbij wordt peuterspeelzaal Sint Maarten gecontroleerd door de GGD Zuid-Holland West (zie het GGD rapport op de site). De leidsters besteden veel aandacht aan een gezonde leefstijl en hygiëne. Dit doen zij door gezonde voeding aan te bieden, zoals fruit, en rekening te houden met hygiëne bij het bereiden van voedsel. Ook geven zij kinderen het goede voorbeeld en leren hen altijd handen te wassen na toiletbezoek, voor het eetmoment en na het knutselen etc. 3.12.1 Verzorging/hygiëne van de kinderen Belangrijk bij de lichamelijke verzorging van elk kind is de hygiëne. Dit is van belang om eventuele "ziekten" en dergelijke te voorkomen. Bij de lichamelijke verzorging van ieder kind zijn een aantal verzorgingspunten te onderscheiden namelijk, verschonen, wassen, kleden etc. Hier wordt zo zorgvuldig mogelijk mee omgegaan. (bijv. bij verschonen letten op rode billetjes, vieze luiers direct verpakken in afgesloten luierzakjes e.d.). Bij de lichamelijke verzorging van
-18-
Beleidsplan 2014 – Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
januari 2016
elk kind staat een stuk individuele aandacht voorop. Naarmate de kinderen ouder worden zal deze enorme afhankelijkheid zich gaan ontwikkelen in de richting van zelfstandigheid en zindelijkheid. Hier zullen de leidsters dan ook steeds op blijven inspelen en deze zelfstandigheid stimuleren. 3.12.2 Verzorging/hygiëne van de groepsruimte en (groeps)gebruiksartikelen Ook hierbij is weer belangrijk om met de groepsruimte/gebruiksartikelen zo hygiënisch mogelijk om te gaan. Leidsters zijn er alert op dat alles goed wordt bijgehouden. Daarnaast moet er ook worden zorg gedragen voor alles wat in de groep wordt gebruikt. Zo wordt de peuterspeelzaal elke dag door het schoonmaakbedrijf geveegd en afgenomen en 4 keer per jaar grondig door de leidsters en ouders schoon gemaakt. Indien er aanleiding is voor extra hygiënische maatregelen zullen de leidsters daar naar handelen door extra schoonmaak momenten in te lassen. 3.12.3 Verzorging/hygiëne met betrekking tot de leiding Naast de kinderen is ook belangrijk dat de leidsters hygiënisch zijn met betrekking tot zichzelf. Rubber handschoentjes zijn aanwezig voor het schoonmaken van ‘ongelukjes’ en de leidsters gebruiken regelmatig desinfecterende handgel gedurende de ochtend. Details ten aanzien van dit onderwerp vindt u terug in de risico-inventarisatie die op de peuterspeelzaal ter inzage ligt.
3.13 Veiligheid Bij peuterspeelzaal Sint Maarten wordt gewerkt met een risico inventarisatie veiligheid gebaseerd op de richtlijnen van de Stichting Consument en Veiligheid. Middels deze jaarlijkse inventarisatie wordt geanticipeerd op risico’s: deze worden waargenomen, geregistreerd en de daarop afgestemde acties uitgevoerd. Daarbij wordt peuterspeelzaal Sint Maarten gecontroleerd door de GGD Zuid-Holland West (zie de site voor het GGD-rapport). Dit doen zij door onder andere meubilair met ronde hoeken te gebruiken, hekjes te plaatsen met vingerbescherming, veiligheidsfolie op het glas, beschermingroosters om de verwarming en bij het ophalen de kinderen 1 voor 1 aan de ouders over te dragen. Er is een ongevallenformulier op de peuterspeelzaal aanwezig. Dit formulier wordt gebruikt om ongevallen te omschrijven, te evalueren en aan te passen.
3.14 Ziekte Als een kind ziek is, kan het niet komen (of blijven) op de peuterspeelzaal, omdat een ziek kind speciale aandacht behoeft (individueel en veelal rust om zich heen nodig heeft). Hieraan kan de groepsleiding niet tegemoet komen omdat één op één aandacht niet kan worden geboden. Daarnaast is een ziek kind in de groep ook vaak een ‘bron van besmetting’ voor de rest van de kinderen. Dit is ook een reden waarom een ziek kind ‘thuis’ moet blijven. Wanneer een kind ziek wordt op de peuterspeelzaal, worden de ouders/verzorgers (of eventueel het noodadres) gebeld om hun kind te komen ophalen. Wanneer het kind zodanig ziek wordt dat het kind eerste hulp van een arts/ziekenhuis behoeft, zullen de leidsters dit zo spoedig mogelijk regelen. (Door de ouders/verzorgers inschakelen, dan wel zelf gaan en de ouders/verzorgers zo spoedig mogelijk verzoeken naar de arts of het ziekenhuis te komen).
-19-
Beleidsplan 2014 – Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
januari 2016
Wanneer is een kind ziek?
bij koorts (38 graden Celsius of hoger) bij diarree, braken; indien een kind een kinderziekte heeft (waterpokken, roodvonk, 5e ziekte etc.); als een kind zich algeheel niet lekker voelt, waardoor hij/zij hangerig of huilerig is en hij/zij dus speciale aandacht behoeft bij een vorm van een besmettelijke ziekte
3.15 Bijzondere dagen 3.14.1 Verjaardagen van de kinderen De aandacht van alle kinderen en de leidster is tijdens het feest gericht op het jarige kind. Iedereen zit in de kring, het jarige kind in de verjaardagstoel met een feestmuts, er wordt gezongen en daarna mag de jarige trakteren. Het liefst een gezonde, niet al te overdadige traktatie. Een ouder/verzorger mag hierbij aanwezig zijn. 3.14.2 Juffenfeest Eenmaal per jaar worden gezamenlijk de verjaardagen van alle leidsters gevierd. Dit gebeurt op één dag, onderdeel uitmakend van een themaweek. Dit thema wordt elk jaar vastgesteld. Alle peuters mogen op deze dag komen. 3.14.3 Sinterklaas Het feest wordt met alle peuters en hun ouders gevierd. Sinterklaas komt zo mogelijk langs en alle kinderen ontvangen een presentje. Verkleedkleding in deze sfeer is voor de peuters ter beschikking. 3.14.4 Kerstmis We versieren een kerstboom in de klas. Er worden kerstversieringen gemaakt, kerstliedjes gezongen en het kerstverhaal wordt verteld bij de stal. Tevens wordt er op drie ochtenden een kerstontbijt gehouden in de peuterspeelzaal, zodat alle peuters hieraan mee kunnen doen. 3.14.5 Carnaval Er wordt op 2 ochtenden carnaval gevierd, de peuters die dit leuk vinden mogen verkleed komen. Zij die het leuk vinden kunnen geschminkt worden. 3.14.6 Pasen De speelzaal wordt versierd en er worden Paasversieringen gemaakt. Er worden ook paaseieren gezocht en de peuters krijgen paaseitjes in een zelf gemaakte Paasversiering mee naar huis.
3.14.7 Nationale Voorleesweek Tijdens de nationale voorleesweek nodigen we dagelijks ouders, opa’s of oma’s uit om voor te komen lezen. Belangrijk bij de invulling van elk feest is dat de nadruk ligt op een gezellige/ontspannen sfeer.
-20-
Beleidsplan 2014 – Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
januari 2016
3.14.8 Themamiddagen Ons streven is om 3-4 keer per jaar themaweken te organiseren. Tijdens deze dagdelen wordt er geknutseld of worden er spelletjes gedaan rondom een bepaald thema zoals Halloween, St. Maarten, Kerstmis, Carnaval, Lente, Pasen, etc.
-21-
Beleidsplan 2014 – Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
januari 2016
Bijlage 1 Leveringsvoorwaarden Artikel 1
Begripsbepaling
1.1
Dienstverlening peuterspeelzaal Plaats waar speel- en/of aanvullende ontwikkelingsmogelijkheden geboden worden aan kinderen in de leeftijd vanaf 2,5 jaar tot 4 jaar, gedurende minder dan 4 aaneengesloten uren per dag.
1.2
Cliënt Een cliënt is de persoon of instelling, die van de diensten van Stichting Peuterspeelzaal St. Maarten gebruik maakt.
Artikel 2 2.1 2.2 2.3
2.4
Inschrijven van een kind geschiedt middels het inschrijfformulier. De ontvangs van het inschrijfgeld (€15,-) geldt als inschrijfdatum. Door het ondertekenen van de plaatsingsovereenkomst gaat cliënt een contractuele overeenkomst aan met Stichting peuterspeelzaal St. Maarten. De overeenkomst kan uitsluitend schriftelijk worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van 2 maanden. Opzegging is mogelijk tegen de laatste dag van de maand. De overeenkomst vervalt automatisch in de maand dat de peuter 4 jaar wordt.
Artikel 3 3.1 3.2
3.3 3.4
4.2 4.3
Tarieven
De tarieven voor Stichting peuterspeelzaal St. Maarten worden per maand in rekening gebracht. De tarieven voor Stichting peuterspeelzaal St. Maarten voor de onder artikel 1.1 genoemde dienst, worden vermeld in de tarievenlijst die met de plaatsingsovereenkomst wordt meegestuurd. Als cliënt geen gebruik heeft gemaakt van een overeengekomen dagdeel, is restitutie of ruilen van dagen niet mogelijk. Stichting peuterspeelzaal St. Maarten is gerechtigd de tarieven periodiek aan te passen. Van deze wijziging wordt u schriftelijk op de hoogte gesteld. Tarieven worden jaarlijks geïndexeerd.
Artikel 4 4.1
Inschrijving, opzegging en duur van de overeenkomst
Betalingen
Maandelijkse betalingen geschieden via een machtiging tot automatisch incasso rond de 27e dag van de maand. De cliënt is er verantwoordelijk voor dat het saldo toereikend is op het moment van inning. Wanneer het incasso niet kan worden uitgevoerd, wordt cliënt aangemaand om de betaling alsnog binnen 8 dagen te voldoen.
-22-
Beleidsplan 2014 – Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
4.4
4.5
Indien cliënt niet voldoet aan de betalingsverplichting ziet Stichting peuterspeelzaal St. Maarten zich genoodzaakt een incassobureau in te schakelen. De kosten hiervan zijn voor rekening van de cliënt. Indien betalingen niet volgens overeenkomst geschieden, geeft dit Stichting peuterspeelzaal St. Maarten het recht om de desbetreffende peuter te weigeren.
Artikel 5 5.1
5.2
Toelating van peuters
Peuters wier geestelijke of lichamelijke gezondheidstoestand naar oordeel van Stichting peuterspeelzaal St. Maarten zodanig is dat zij binnen de peuterspeelzaal niet op gebruikelijke wijze kunnen verblijven, behoeft Stichting peuterspeelzaal St. Maarten niet te plaatsen. In een voorkomend geval zal hierover overleg plaats vinden met cliënt. Indien blijkt, dat een door Stichting peuterspeelzaal St. Maarten geplaatste peuter een zodanig gedrag vertoont, dat de peuter niet op de gebruikelijke wijze kan verblijven en/of dat daardoor een gevaar ontstaat voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid van de overige peuters, heeft Stichting peuterspeelzaal St. Maarten het recht de peuter de verdere toegang tot de peuterspeelzaal te ontzeggen en de plaatsingsovereenkomst te ontbinden.
Artikel 6 6.1
januari 2016
Klachten
Klachten over de uitvoering van de overeenkomst moeten volledig en duidelijk omschreven binnen 1 maand worden ingediend bij het bestuur van Stichting peuterspeelzaal St. Maarten. Indien de aard van de klacht dit vraagt, zal de klacht in de eerstvolgende bestuursvergadering behandeld worden. Cliënt wordt geïnformeerd over het tijdsbestek van afhandeling en het besluit wordt schriftelijk medegedeeld aan cliënt.
Artikel 7
(Audio) Visuele opnamen
Peuterspeelzaal St. Maarten maakt steeds meer gebruik van de website als communicatiemiddel en voor publicatie van foto’s. Websites zijn een algemeen toegankelijk medium, waar informatie vrij vanaf gehaald kan worden. Wij willen heel graag de website blijven voorzien van actuele foto’s van onze opkomsten en activiteiten Daarvoor vragen wij toestemming aan de ouders voor de gehele opvangperiode van de kinderen. Ook hebben wij een beveiligd gedeelte op onze website, waar foto’s en films staan die alleen toegankelijk zijn met een inlogcode voor ouders. Toestemming wordt gevraagd voor de volgende zaken: • Het publiceren van foto’s en filmmateriaal op onze website of enig ander medium; • Het gebruik van foto’s en filmmateriaal voor promotionele doeleinden. Zijn er foto’s of films gepubliceerd op onze website of de social media welke liever niet gepubliceerd willen worden, dan kan dat worden doorgeven aan www.peuterspeelzaalsintmaarten.nl, de foto of film wordt zo spoedig mogelijk verwijderd. Verleende toestemming kan te allen tijde worden ingetrokken, met uitzondering van in gebruik genomen of reeds gedrukt promotioneel of via de media gepubliceerd materiaal. Artikel 8 8.1
Verzekeringen
Voor peuters die verblijven bij Stichting peuterspeelzaal St. Maarten is een schoolongevallenverzekering afgesloten.
-23-
Beleidsplan 2014 – Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
Artikel 9 9.1 9.2
januari 2016
Slotbepalingen
In die gevallen waarin deze voorwaarden niet voorzien, streven beide partijen naar het bereiken van een oplossing naar redelijkheid en billijkheid. Op de overeenkomsten tussen Stichting peuterspeelzaal St. Maarten en haar cliënten, alsook op deze leveringsvoorwaarden is het Nederlands recht van toepassing.
-24-
Beleidsplan 2014 – Stichting peuterspeelzaal St. Maarten
januari 2016
Bijlage 2 Huisregels Ouders: - Bij de entree van de school zijn de ouders verantwoordelijk voor hun eigen kinderen. - Er is een duidelijke overdracht bij het binnenkomen en afscheid nemen. - Bij het ophalen blijven de ouders buiten wachten bij de zijdeur van het lokaal tot hun kind wordt overgedragen. - Buggy’s ed. niet in de looppaden neerzetten. - Tassen af andere privé spullen niet onbeheerd achterlaten en hoog zetten. - Bij inschrijving krijgen de ouders informatie van de peuterspeelzaal. Wij verwachten dat deze informatie bekend is bij de ouders bij aanvang van de plaatsing. Bv. Het beleid rondom foto’s maken, waar deze regels zijn te vinden etc. Kinderen: - Altijd schoenen, verkleedschoenen of sloffen aan. GEEN blote voeten. - Niet "hard" rennen en gillen binnen de school en peuterspeelzaal. - Fietsen op bepaalde gedeeltes van de peuterspeelzaal. - Niet klimmen (b.v. op de boot, zijkant glijbaan, commode enz.) - Samen opruimen. Er zijn vaste plekken voor het speelgoed. - Stoelen niet stapelen. - Stoeltjes met pootjes naar beneden weer terug zetten op hun plek. - Zittend eten en drinken aan de grote tafel. - Kinderen mogen niet in de kasten van de leidsters komen (deze kunnen evt. afgesloten worden). - Niet duwen, gooien of slaan, lief met elkaar omgaan. - Nooit alleen ergens naartoe gaan, altijd even vragen of zeggen. - Speelgoed zo veel mogelijk opruimen als je klaar bent. Buiten: - Mand mee met de absentie- en noodlijstmap en telefoon. - Met het looptouw naar buiten. Pas loslaten als de GL dat zegt. - Bij buitenkomst hek controleren. - Bij buitenkomst plein controleren op oneffenheden/plassen. - Niet op de hoge berg. - Niet op het hek klimmen. - Niet duwen of trekken, lief met elkaar omgaan. - Speeltoestellen alleen onder toezicht gebruiken. In de rij wachten op je beurt. - Niet alleen naar binnen voor het toilet, altijd een leidster mee.
-25-