Pedagogisch Beleidsplan Peuterspeelzaal ‘t Visnet
Versie 1.0 15 maart 2012 aanvulling: 19 april 2012 aanvulling: 23 mei 2012 aanvulling: 3 juli 2012 aanvulling: 4 juli 2012 aanvulling 3 juni 2015
Totstandkoming en evaluatie Beleidsplan Peuterspeelzaal Datum Vaststelling bestuur
18 maart 2015
Publicatie op website
Mei 2015
Evaluatie
jaarlijks
Inhoudsopgave
Woord vooraf ............................................................................................................................. 5 1.1 Waarom een beleidsplan? ............................................................................................ 5 1.2 Belang van het Pedagogisch beleidsplan ..................................................................... 6 1.3 Uitleg gebruikte naamsvormen .................................................................................... 6 1.4 Vestiging ...................................................................................................................... 6 2 Algemene informatie Peuterspeelzaal “Het Visnet” .......................................................... 7 2.1 Ontstaan en doelstelling............................................................................................... 7 2.2 Doelstelling .................................................................................................................. 7 2.3 Openingstijden ............................................................................................................. 7 2.4 Teamsamenstelling en indeling groepen ..................................................................... 8 2.5 Aanmelding ................................................................................................................. 9 Pedagogisch hoofddoel en onze visie hierbij ........................................................................... 10 2.6 Visie op de algemene ontwikkeling van de peuter ................................................... 10 2.7 Visie op de lichamelijke verzorging van de peuter ................................................... 10 2.8 Visie op emotionele verzorging ................................................................................. 10 2.9 Visie op ontwikkeling van peuters ............................................................................ 10 2.10 Visie op spelen en ontmoeten ................................................................................ 11 2.11 Visie op ontmoeten en samenspelen ...................................................................... 11 3 Onze werkwijze t.a.v. het pedagogisch doel .................................................................... 12 3.1 Sociale ontwikkeling en Verzorging ......................................................................... 12 3.2 Emotionele ontwikkeling en verzorging.................................................................... 12 3.3 Spraak/taal ontwikkeling ........................................................................................... 12 3.4 Verstandelijke ontwikkeling ...................................................................................... 13 3.5 Motorische ontwikkeling ........................................................................................... 13 3.6 Creatieve ontwikkeling .............................................................................................. 13 3.7 Ontwikkelingsgericht Onderwijs (OGO)................................................................... 14 3.7.1 Wat houdt OGO in? ............................................................................................ 14 3.7.2 Kenmerken van ontwikkelingsgericht onderwijs ............................................... 14 3.8 HOREB peutervolgsysteem ....................................................................................... 15 3.8.1 Overdracht .......................................................................................................... 16 3.9 Lichamelijke verzorging (hieronder ook de vastlegging van inentingen) ................. 17 3.10 Eten en drinken ...................................................................................................... 18 3.11 Dagritme ................................................................................................................ 19 3.12 Feesten ................................................................................................................... 19 3.13 Afscheid bij 4 jaar .................................................................................................. 20 4 Beschrijving van de locatie .............................................................................................. 21 4.1 Binnen ........................................................................................................................ 21 4.2 Buiten......................................................................................................................... 21 5 Voor- en vroegschoolse educatie (VVE).......................................................................... 21 5.1 Wat zijn doelgroepkinderen? ..................................................................................... 21 5.1.1 Toeleiding naar de voorschoolse educatie ......................................................... 22 5.2 Ouderbijdrage doelgroepkinderen 2011 .................................................................... 23 5.3 Programma voor VVE ............................................................................................... 23 5.4 Overdracht ................................................................................................................. 23 5.5 Doelen voor VVE ...................................................................................................... 23
Beleidsplan PSZ ’t Visnet versie 1.0 -18 maart. 2015-
2
6
Ouderparticipatie .............................................................................................................. 23 6.1 Intake ......................................................................................................................... 23 6.2 Dagelijkse overdracht ................................................................................................ 23 6.3 Nieuwsbrief/Website ................................................................................................. 24 6.4 Hulp van ouders ......................................................................................................... 24 6.5 Vrijwilligers en beleid ............................................................................................... 24 6.6 Oudercommissie ........................................................................................................ 24 7 Deskundige medewerkers ................................................................................................ 25 8.
Regelen achterwacht……………………………………………………………………..25
Beleidsplan PSZ ’t Visnet versie 1.0 -18 maart. 2015-
3
Beste ouder(s) en verzorger(s), De school en de peuterspeelzaal bieden kinderen een omgeving waar ze zich veilig en vertrouwd voelen en samen met andere kinderen spelen en leren. In samenwerking met de ouders worden de kinderen begeleid in hun ontwikkeling. Ze leren alle vaardigheden die ze nodig hebben voor latere sociale relaties en voor een goede start op de basisschool en nog later in het voortgezet onderwijs. Beiden bieden leer- en ontwikkelingsmogelijkheden en laten ruimte voor de verschillen in ontwikkeling. In het Pedagogisch kader worden globale doelen en competentiegebieden genoemd. Veel aandacht wordt besteed aan hoe pedagogisch medewerkers en leerkrachten kinderen in de leeftijd van 0 -12 jaar kunnen begeleiden in hun veelzijdige ontwikkeling. Het pedagogisch beleidsplan biedt een theoretische verantwoording en een richtinggevend raamwerk voor het werk in de dagelijkse praktijk. Op basis van het pedagogisch beleidsplan worden keuzes gemaakt om bepaalde methodes of werkwijzen te introduceren of juist af te wijzen. In dit plan wordt het beleid op de peuterspeelzaal weergegeven. Dit beleid is afgestemd op het beleid op Het Visnet, de christelijke basisschool in Elst. Er wordt gezorgd voor een goede doorgaande lijn voor onderwijs en opvoeding voor kinderen van 2,5 tot 12 jaar. De peuterspeelzaal is opgericht als voorloper van het christelijk basisonderwijs in Elst en dat is nu nog steeds het geval. Hierdoor kunnen de kinderen al op een goede manier kennis maken met de schoolpraktijk. Dit alles mag in een klimaat waarbij ook deze jonge kinderen op de peuterspeelzaal gewezen worden op het Evangelie, de Blijde Boodschap. De Heere Jezus is ook voor hen de Weg, de Waarheid en het Leven. We hopen en bidden dat het werk op onze peuterspeelzaal gezegend mag worden. Het bestuur van de Stichting Peuterspeelzaal ’t Visnet
Beleidsplan PSZ ’t Visnet versie 1.0 -18 maart. 2015-
4
Woord vooraf 1.1
Waarom een beleidsplan? In dit pedagogisch beleidsplan beschrijven wij de werkwijze van peuterspeelzaal “Het Visnet”. Door het naleven van dit beleidsplan willen wij de kinderen geven waar zij recht op hebben, namelijk liefde en bescherming. In het pedagogisch beleidsplan wordt beschreven hoe op de peuterspeelzaal de leidsters met de kinderen omgaan, ofwel de beroepskracht-kind-interactie. Het beleidsplan wordt jaarlijks geactualiseerd en geëvalueerd in samenspraak met de leidsters, de oudercommissie en het bestuur. We bieden onze opvang aan conform de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. In deze wet wordt aangestuurd op meer en betere voorschoolse educatie in de kinderopvang en peuterspeelzalen. De peuterspeelzaal werkt ontwikkelingsgericht. Daarmee willen we zeggen, dat we uitgaan van de competentie van kinderen, aansluiten op hun spel en dat we proberen de kinderen nieuwsgierig te maken door net iets meer uitdaging te bieden, op een manier waarbij leuk tegelijk leerzaam wordt. Kinderen ontwikkelen zich door middel van spel; spel staat dus ook centraal op de peuterspeelzaal. Bij de peuterspeelzaal worden kinderen van 2,5 tot 4 jaar gestimuleerd om veelzijdige speelervaring op te doen, zowel individueel als met elkaar. Pedagogisch medewerkers bieden de veilige en emotionele ondersteuning die kinderen nodig hebben om zich te kunnen ontwikkelen. Daarbij staat voorop dat de medewerker respect heeft voor de eigenheid van het kind. Voor de overdracht naar de basisschool gebruiken wij het HOREB. Daarin staan de belangrijkste zaken betreffende de ontwikkeling van de peuter. Verder bieden we Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE): peuters die een risico lopen op een ontwikkelingsachterstand kunnen gebruik maken van een plaatsing van 4 dagdelen of tenminste 10 uur , zodat hun ontwikkeling gericht gestimuleerd kan worden. De peuterspeelzaal hecht aan een nauwe samenwerking met ouders; zie hierover het onderdeel ouderparticipatie. We bieden ouders graag de mogelijkheid om het welbevinden van hun kinderen te bespreken. Wij wensen u veel leesplezier en hopen, dat u een goede indruk krijgt van de werkwijze van onze peuterspeelzaal.
Beleidsplan PSZ ’t Visnet versie 1.0 -18 maart. 2015-
5
1.2
Belang van het Pedagogisch beleidsplan Dit pedagogisch beleidsplan is van belang om de volgende redenen: We willen naar buiten toe duidelijk kunnen maken wat onze manier van werken met de kinderen is; Ouders hebben het recht te weten hoe er met hun kinderen wordt omgaan; Nieuwe leidsters kunnen in het pedagogisch beleidsplan lezen of ze zich bij deze werkwijze thuis voelen en ook op deze manier kunnen en willen werken; Nieuwe ontwikkelingen kunnen steeds opnieuw besproken en geformuleerd worden; Bij problemen en/of onbespreekbare misverstanden kan worden teruggegrepen op de vastgestelde en vastgelegde afspraken, regels en normen; In samenwerking met de basisschool kan het pedagogisch beleidsplan bijdragen aan bespreking visie en doorgaande lijn. Daarnaast is het voor de gemeente (de subsidiegever) en organisaties met wie samen wordt gewerkt van belang om geïnformeerd te zijn over hoe aan kwalitatief goed speelzaalwerk vorm wordt gegeven.
1.3
Uitleg gebruikte naamsvormen In dit beleidsplan wordt in algemene zin gesproken over “de peuter”, “het kind” of “de ouder”. Ter bevordering van de leesbaarheid kan voor de woorden: hij, hem, mama, moeder of ouder(s) gelezen worden: zij, haar, papa, vader en / of andere verzorg(st)er van het kind.
1.4
Vestiging Peuterspeelzaal “Het Visnet” is gevestigd in het MFG te Elst. We maken binnen het MFG ook gebruik van de buitenspeelplaats en het speellokaal. Na het bereiken van de leeftijd van vier jaar stromen onze peuters hoofdzakelijk door naar de basisschool voor Christelijk onderwijs “Het Visnet”. Doordat school en opvang zich in één gebouw bevinden, zijn de contacten intensief en kunnen we gezamenlijk beter aansluiten op de ontwikkeling van kinderen en de doorgaande ontwikkelingslijn tot stand brengen.
Beleidsplan PSZ ’t Visnet versie 1.0 -18 maart. 2015-
6
2 2.1
Algemene informatie Peuterspeelzaal “Het Visnet” Ontstaan en doelstelling De stichting peuterspeelzaal “ ‘t Visnet” is ontstaan na vele vragen van ouders, van wie de kinderen basisschool “Het Visnet” al bezochten, over de mogelijkheid voor een Christelijke Peuterspeelzaal in Elst. Artikelen als “Speciale peutergroep waarborgt betere start” in het onderwijsblad “Uitleg”, “Het voorportaal van het basisonderwijs” in het blad “Inkom”, waarin het gaat over speelzalen die gehuisvest zijn in een basisschool hebben bijgedragen aan het ontstaan. In overleg met het schoolbestuur is de stichting Peuterspeelzaal ‘t Visnet opgericht in december 1994. 't Visnet is een protestants-christelijke peuterspeelzaal. Doel en grondslag van peuterspeelzaal " ‘t Visnet" zijn als volgt verwoord in de statuten van d.d. 22 april 2009: “De stichting heeft als grondslag de Bijbel als het Woord van God, bron voor het geloof en hoogste norm voor leven en handelen. De Drie Formulieren van Enigheid geven richting aan de verduidelijking van de Bijbel en de identiteit van de stichting. Binnen dit kader is er ruimte en respect voor elkaars geloofsbeleving”. De eerste groep is van start gegaan op 9 januari 1995. De huisvesting heeft steeds plaatsgevonden in het schoolgebouw.
2.2
Doelstelling Het doel van de stichting is om kinderen van 2,5 tot 4 jaar de gelegenheid te geven om in klein groepsverband met elkaar te spelen, met diverse speelmaterialen, zoals constructiemateriaal, loop- en rijspeelgoed, een poppenhoek, een leeshoek, enz. Daarnaast is er volop gelegenheid en ruimte voor kinderen om creatief bezig te zijn: verven, plakken, tekenen, kleien. Wanneer de weersomstandigheden het toelaten kan er buiten worden gespeeld. Zoals verwacht mag worden van een christelijke peuterspeelzaal wordt het dagdeel begonnen en afgesloten met een gebed, wordt er aandacht besteed aan een bijbelverhaal en worden er christelijke liedjes gezongen. De bestuursnotitie ‘Christelijke identiteit VPCO De Viermaster’ is hierbij kaderstellend.
2.3
Openingstijden De peuterspeelzaal is alle ochtenden geopend. We willen de aanvangstijden gelijk houden met de school. Voor de niet VVE kinderen betekent dit: brengen 8.30 uur ophalen 11.45 uur. Voor de VVE kinderen gelden de volgende tijden: brengen 8.15 uur
Beleidsplan PSZ ’t Visnet versie 1.0 -18 maart. 2015-
7
ophalen 11.45 uur. de VVE kinderen zijn 3 ochtenden op de peuterspeelzaal. Zie ook hoofdstuk 6.
De vakanties lopen gelijk met de vakanties van de onderbouw van de school (zie schoolgids). Als er tussendoor nog vrije dagen zijn wordt dit weergegeven op de maandkalender die wordt uitgegeven door de school. 2.4
Teamsamenstelling en indeling groepen Het team is als volgt samengesteld en ingedeeld: Maandagmorgen, dinsdagmorgen en donderdagmorgen: Mevr. E. Geers-Merckx Maandagmorgen, dinsdagmorgen en donderdagmorgen: Mevr. G.G.A. van Hardeveld-Kapinga Maandagmorgen, woensdagmorgen en vrijdagmorgen: Mevr. E. Innemee-Hendriks Bij ziekte of vakanties van leidsters, maken we gebruik van invalkrachten. De opvang vindt plaats in VERTICALE groepen, kinderen in de leeftijd van 2,5 - 4 jaar worden in dezelfde groep opgevangen. De maximale groepsgrootte is 16 kinderen. Er zijn op maandochtend, dinsdagochtend en donderdagochtend twee pedagogisch medewerkers in verband met een regeling uit de wet OKE waarin gesteld wordt dat in een VVE groep vanaf 9 kinderen 2 pedagogische medewerkers aanwezig moeten zijn. De begeleiding wordt meestal uitgebreid met de ondersteuning van minimaal een ouder op vrijwillige basis. De woensdag/vrijdaggroep is de zogenaamde reguliere groep en deze wordt begeleid door 1 pedagogische medewerker en ook minimaal 1 ouder op vrijwillig roulerende basis. Vrijwilligers zijn in de meeste gevallen ouders van kinderen die de speelzaal bezoeken en dragen geen enkele verantwoordelijkheid. Zij worden door de leidsters van de groep aangestuurd in de ondersteuning en begeleiding van de peuters. Vrijwilligers zijn tijdens hun werkzaamheden ook medeverzekerd. Christelijke Peuterspeelzaal “Het Visnet” is aangesloten bij Calibris en daarmee een goedgekeurde stageplaats voor studenten van de opleidingen PW 3 en PW4. Stagiaires worden uitsluitend belast met die werkzaamheden welke door de opleiding worden verreist. De eindverantwoordelijkheid ligt bij de stagebegeleiding van de speelzaal en het desbetreffende opleidingsinstituut. Ook stagiaires zijn medeverzekerd.
Beleidsplan PSZ ’t Visnet versie 1.0 -18 maart. 2015-
8
2.5
Aanmelding Als u uw peuter wilt aanmelden voor PSZ "Het Visnet" dan kan dat al vanaf de leeftijd van 1 jaar. De gegevens van uw peuter zullen dan worden genoteerd in de administratie. Ongeveer 3 maanden voordat uw peuter de leeftijd van 2,5 jaar bereikt heeft , wordt u verzocht om nog een observatieformulier in te vullen en het officiële inschrijfformulier. Wanneer het uw eerste kind betreft zal er een huisbezoek worden gepland om deze formulieren samen in te vullen. Heeft u al meerdere kinderen op de speelzaal gehad dan kunt u de formulieren ophalen bij mevr. E. Geers. De aanmelding van uw peuter kunt u doen door een email te sturen naar de peuterspeelzaal. Het e-mailadres staat vermeld op de website www.visnetelst.nl. Er zal dan zo spoedig mogelijk met u contact op worden genomen voor de inschrijving en het maken van een afspraak voor een huisbezoek. Vanaf 2 jaar en 6 maanden mag uw peuter dan de speelzaal komen bezoeken. Bij veel aanmeldingen kan het voorkomen dat er enige wachttijd is. Hierover wordt u tijdig geïnformeerd.
Beleidsplan PSZ ’t Visnet versie 1.0 -18 maart. 2015-
9
Pedagogisch hoofddoel en onze visie hierbij 2.6
Visie op de algemene ontwikkeling van de peuter We willen de kinderen de mogelijkheid bieden om zich te ontwikkelen naar een zelfstandige persoonlijkheid, waarbij we rekening houden met de belevingswereld, de mogelijkheden en het tempo van elk kind. We willen de kinderen een situatie bieden waarin zij zich veilig en geborgen voelen en hen positief waarderen, zodat ze zelfvertrouwen opbouwen en voor zichzelf kunnen opkomen. We helpen de kinderen bij het leren dragen van eigen verantwoordelijkheid. We leren de kinderen respect te hebben voor andere kinderen en volwassenen en ook zorg te hebben voor de omgeving waarin zij opgroeien.
2.7
Visie op de lichamelijke verzorging van de peuter Een goede lichamelijke verzorging is belangrijk en we zien het als onze taak om de kinderen deze verzorging te bieden en hen daarbij te helpen zodat ze zich ook op dit gebied zelfstandig kunnen ontwikkelen. De ruimte waarin de kinderen spelen en het spelmateriaal moet veilig, schoon en hygiënisch zijn. Indien nodig worden de kinderen verschoond en we gaan soepel om met ‘ongelukjes’. We hebben lage toiletten en wasbakken zodat de kinderen zelf naar de wc kunnen gaan en met een beetje hulp zelf hun handen kunnen wassen. De toiletruimte en de speelzaal worden dagelijks schoongemaakt. Het speelgoed wordt ook regelmatig gereinigd. Ook bij het buitenspelen letten we op veiligheid (hek dicht enz.). We leren de kinderen eenvoudige veiligheidsregels ( bijv. niet te dicht bij de schommels).
2.8
Visie op emotionele verzorging Een kind moet zich op onze peuterspeelzaal prettig en emotioneel veilig voelen. Het moet erop kunnen vertrouwen dat de leidster hem of haar serieus neemt en helpt met gevoelens en emoties om te gaan. We proberen een goede sfeer te creëren waarin kinderen zich geaccepteerd weten. Kinderen mogen hun gevoelens uiten. Door gevoelens te benoemen, leren we het kind meer vat te krijgen op zijn/haar emoties. We helpen de kinderen om problemen en conflicten op te lossen en troosten bij verdriet.
2.9
Visie op ontwikkeling van peuters Voorwaarden voor een goede ontwikkeling zijn: zich veilig, geaccepteerd voelen. We vinden het belangrijk om een goede relatie met de kinderen op te bouwen zodat ze zich evenwichtig kunnen ontwikkelen. Ieder kind is uniek maar allen bezitten een natuurlijke drang om zich te ontwikkelen op hun eigen wijze, in zijn eigen tempo en afhankelijk van de ontwikkelingsfase waarin het kind zich bevindt.
Beleidsplan PSZ ’t Visnet versie 1.0 -18 maart. 2015-
10
We proberen zoveel mogelijk uitnodigende speelsituaties te creëren en er moet een goede interactie tussen het kind en de leidster zijn. Daarnaast zien we het als een belangrijke taak om problemen in de ontwikkeling te signaleren. 2.10 Visie op spelen en ontmoeten Kinderen hebben een natuurlijke drang om de wereld om hen heen te ontdekken en zichzelf te ontwikkelen. Spelen is de basis voor de ontwikkeling en spelen is leren. Door middel van spel kan het kind alle cognitieve, motorisch, sociale en emotionele indrukken verwerken en ordenen. We vinden het belangrijk dat er zoveel mogelijk verschillende materialen en spelsituaties aangeboden worden, zodat alle ontwikkelingsaspecten aan bod komen. 2.11 Visie op ontmoeten en samenspelen De peuterspeelzaal biedt de mogelijkheid om elkaar te ontmoeten. Veel kinderen hebben nog geen ervaring in het spelen met andere kinderen. De peuterspeelzaal is een goede gelegenheid voor kinderen om te (leren) spelen met leeftijdsgenootjes. Kinderen leren onder deskundige leiding met elkaar omgaan en respect voor elkaar te hebben.
Beleidsplan PSZ ’t Visnet versie 1.0 -18 maart. 2015-
11
3
Onze werkwijze t.a.v. het pedagogisch doel
3.1
Sociale ontwikkeling en Verzorging Het eigen maken van sociale vaardigheden is zeer belangrijk voor de ontwikkeling van de peuter. De leidster stimuleert de vaardigheden van de peuter, niet alleen in zijn omgang met andere peuters maar ook probeert ze de peuter te leren om oog te krijgen van wat er in zijn omgeving gebeurt. Het ontwikkelen en stimuleren van het groeps- en saamhorigheidsgevoel behoren hier ook toe. Concreet houdt dit in dat de leidster de peuter aanmoedigt om contact te zoeken met de leidster en met andere peuters uit de groep. Dit kan d.m.v. een spel tussen leidster en kind, waarbij later andere peuters worden uitgenodigd om ook aan het spel deel te nemen. Tijdens zo’n spel worden er meteen omgangsregels aangeboden. Enkele hiervan zijn: elkaar geen pijn doen, op de beurt wachten tijdens een spel en naar elkaar luisteren. Onze doelstelling is dat de peuter na enkele maanden van bezoek aan de peuterspeelzaal zelf kleine meningsverschillen met andere peuters probeert op te lossen. Wanneer dit tot onenigheid leidt, wordt er door de leidster ingegrepen. De leidsters ondersteunen kinderen om een oplossing te vinden voor een conflict, of helpen een kind tegen een ander kind te zeggen dat hij of zij iets niet leuk vond. Sorry zeggen tegen elkaar vinden wij ook belangrijk. De leidster gaat mee in de ontwikkelingsfase van de kinderen en zal aan de hand hiervan ook bepalen hoe zij omgaat met conflictsituaties.
3.2
Emotionele ontwikkeling en verzorging Onder de emotionele ontwikkeling verstaan we het leren kennen van de eigen gevoelens, hiermee om te gaan en ze aan anderen duidelijk kunnen maken. De peuter leert rekening houden met anderen, emoties te verwerken en een zelfbeeld te ontwikkelen. De leidster is alert op de emoties van het kind en bied steun wanneer dat nodig is. De leidster speelt in op momenten en situaties waarbij de emoties van de peuter een rol spelen. Bijvoorbeeld bij het moment van afscheid nemen tussen ouder en kind. Wanneer de peuter verdrietig is, wordt het door de leidster getroost en krijgt het wat extra aandacht. Wanneer emoties zich uiten in onacceptabel gedrag wordt er door de leidster ingegrepen, de peuter wordt geholpen om zijn emoties te verwoorden en er zodoende vat op te krijgen. We streven ernaar dat de peuter zijn angsten overwint en zich veilig voelt in de groep.
3.3
Spraak/taal ontwikkeling De spraak/taal ontwikkeling, is de ontwikkeling die het kind doormaakt vanaf de geboorte tot aan het moment dat het kind zich volledig en voor iedereen verstaanbaar kan maken. Via de taal kan het kind gedachten en ideeën overbrengen, zichzelf duidelijk maken en contacten aangaan met mensen om hem heen. De spraak/taal ontwikkeling wordt door de leidster gestimuleerd d.m.v. voorlezen, samen zingen, samen praten en het spelen van (taalgerichte) spelletjes. Hierbij wordt gelet op de uitspraak van de woorden en op eventueel stotteren. Doordat wij werken met HOREB als peutervolgsysteem is het heel makkelijk om achterstanden tijdig in beeld te krijgen. Wanneer er sprake is van een achterstand op het spraak/taal gebied dan wordt dit met de ouder(s) verzorger(s) besproken en kan er eventueel gesproken worden over logopedie.
Beleidsplan PSZ ’t Visnet versie 1.0 -18 maart. 2015-
12
HOREB: verdere informatie hierover bij paragraaf 4.8 3.4
Verstandelijke ontwikkeling De verstandelijke ontwikkeling van een kind omvat het denkvermogen. Voor een peuter betekent dit, dat hij leert waar te nemen, te ordenen en te sorteren. Tijdens de peuterfase begint de peuter naast het puur concrete denken ook begrippen als: jong/oud, vandaag/morgen, op/onder steeds meer te beheersen. Ook abstracte begrippen zoals kleuren en aantallen krijgen steeds meer betekenis voor de peuter. In de peuterfase maakt de peuter een snelle verstandelijke ontwikkeling door. Het is de leeftijdsfase waarin een goede basis aangeboden moet worden om zelfstandig functioneren te bevorderen. De verstandelijke ontwikkeling wordt door de leidster gestimuleerd d.m.v. het maken van puzzels en het spelen van spellen waarin kleuren, getallen of vormen een rol spelen. Ook voorleesboeken spelen een grote rol in de verstandelijke ontwikkeling van de peuter.
3.5
Motorische ontwikkeling De motorische ontwikkeling kan worden ingedeeld in 2 groepen: de grove motoriek de fijne motoriek De grove motoriek heeft betrekking op bewegen van het gehele lichaam zoals lopen en fietsen. De fijne motoriek heeft betrekking op fijnere bewegingen zoals plakken, vasthouden en puzzelen. Het ontwikkelen van de motoriek bevorderd de zelfstandigheid van de peuter. Om de grove motoriek te ontwikkelen wordt er op de peuterspeelzaal spelmateriaal aangeboden waarbij de verschillende grondvormen van beweging aan de orde komen. Hierbij valt te denken aan de karretjes en het klim/glijtoestel. Ook de bezoeken aan het gymlokaal behoren hiertoe. Liedjes met bewegingen van armen, benen, voeten enz. hebben een positieve invloed op het ontwikkelen van de grove motoriek. Deze hebben dan ook een vaste plaats in ons dagprogramma. De fijne motoriek ontwikkelen we door activiteiten te doen waarbij de peuter bijv. moet knippen, plakken of rijgen. Ook puzzelen en het spelen met constructiemateriaal doen een beroep op de fijne motoriek.
3.6
Creatieve ontwikkeling De creatieve ontwikkeling richt zich op de vrije expressie van het kind en zijn fantasie. De peuter leert zich uit te drukken op zijn eigen manier. Om de peuter te stimuleren en te prikkelen in zijn creatieve ontwikkeling biedt de leidster bij elk bezoek aan de peuterspeelzaal materialen (bijv. zand, water, klei, papier, verf en schaar) en activiteiten (muziek en spel) aan. Voor een peuter is het omgaan met materialen een onderzoekende bezigheid. Het leert er de mogelijkheden en de eigenschappen van kennen waarbij het resultaat nog niet belangrijk is. Creatief zijn kan op vele manieren, bijvoorbeeld door te vertellen en door fantasie-constructie spelen. Het is belangrijk dat kinderen hierbij gewaardeerd worden en zoveel mogelijk de ruimte krijgen voor hun eigen inbreng ( Zie ook OGO 4.7).
Beleidsplan PSZ ’t Visnet versie 1.0 -18 maart. 2015-
13
3.7
Ontwikkelingsgericht Onderwijs (OGO)
3.7.1 Wat houdt OGO in? OGO betekent Ontwikkelingsgericht Onderwijs. Sinds het schooljaar 20052006 zijn we binnen de peuterspeelzaal “’t Visnet” begonnen met dit soort onderwijs in samenwerking met de onderbouw van de basisschool. Voor de peuterspeelzaal maken wij gebruik van de methode “Startblokken”. Deze methode is de handleiding voor de leidsters. Het doel van dit soort onderwijs is het kind zo te sturen door anderen (zowel door andere klasgenootjes als de leiding) dat het kind bewust en onbewust hiervan leert. Interactie is hierbij erg belangrijk. Door veel met elkaar te praten over onderwerpen en problemen, leert het kind steeds zelfstandiger na te denken en te handelen. Een kind is geen nummer maar een persoon. Dat betekent dus ook dat ze als waardevol persoon behandeld mag worden door de leiding. Ieder kind is anders en heeft dus zijn eigen belangen. Het is aan de leiding deze persoonlijke belangen, en de belangen van de samenleving om te buigen naar de bedoelingen van de school en deze met elkaar in balans te houden. Dit kan de leiding doen, door leuke en interessante (sociale culturele) activiteiten te ontwerpen, in overleg met de kinderen. Hierdoor snapt de leiding wat de kinderen op dat moment het meest bezig houdt. De interesse van de kinderen wordt dan gewekt en zij zullen eerder deelnemen aan dergelijke activiteiten. Het is dan aan de leiding hier uitdagende, zinvolle problemen of activiteiten aan te koppelen, waardoor de kinderen hiermee aan het werk kunnen. Het ontwikkelingsgericht onderwijs wil dat het kind zich kan en wil ontwikkelen door de leerstof die past bij de belevingswereld van het kind. Dit kan gedaan worden door middel van materiële handelingen, maar ook door taal- en denkhandelingen. Het is aan de leiding te bepalen wat de kinderen al weten en nog niet weten. De leiding moet de kinderen geen informatie geven over een onderwerp waar ze al veel over weten, maar juist nieuwe kennis aanbieden op zo’n manier dat de kinderen nieuwsgierig worden gemaakt en het leuk gaan vinden om erover te praten en ermee bezig te zijn. Dit kan ze doen door het stellen van gerichte vragen, het introduceren van een bepaald begrip en het geven van suggesties. De leiding moet hiervoor goed op de hoogte zijn van wat er allemaal in de samenleving gebeurt, hoe de kinderen zich hiermee bezig houden, wat de kinderen interessante onderwerpen vinden en wat ze allemaal al weten.
3.7.2 Kenmerken van ontwikkelingsgericht onderwijs 1. Brede ontwikkelingsaspecten (zoals samen spelen en werken, communiceren, initiatieven nemen en plannen maken) zijn verbonden aan kennis en vaardigheden (zoals woordenschat, schrijven, spelling, etc.). Samen spelen Beleidsplan PSZ ’t Visnet versie 1.0 -18 maart. 2015-
14
kan bijvoorbeeld in de hoeken en het is dan ook van belang dat er gebruik gemaakt wordt van echte materialen. Dit houdt bijvoorbeeld in dat er in de huishoek wordt gespeeld met echte bakvormen, echt bestek en een echte telefoon. Dit alles is nodig om de werkelijkheid zo reëel mogelijk na te kunnen spelen, met de daarbij behorende taal. 2. Het gaat om betekenisvolle activiteiten. Er worden thematische en sociaalculturele activiteiten aangeboden waarbij de kinderen (mede) iets mogen zeggen over de keuze van het onderwerp en de planning. 3. De leiding wordt ook gezien als deelnemer bij de gezamenlijke activiteiten. Dit geeft haar het voordeel de vordering van de kinderen van dichtbij te volgen en hier, als het nodig is, sturing aan te geven. 4. Problemen worden opgelost door en met elkaar. Gezamenlijk wordt er over het probleem nagedacht, gesproken en uiteindelijk een oplossing bedacht. 5. Er wordt gewerkt met een logboek model (een systematisch en hypothetisch leertraject). Er is een plan voor een periode van een aantal weken waarin de inbreng van de kinderen wordt verwerkt. 3.8
HOREB peutervolgsysteem Bij het ontwikkelingsgericht onderwijs is het van groot belang om de persoonlijke ontwikkelingen van de kinderen te volgen, zodat je tijdig kan bijsturen daar waar nodig is. Hiervoor gebruiken wij HOREB, het observatiesysteem behorende bij onze werkwijze van “Startblokken” van ontwikkelingsgericht onderwijs. HOREB staat voor Handelingsgericht Observeren, Registreren en Evalueren van Basisontwikkeling. HOREB is in feite de strategie om op een planmatige en verantwoorde manier het onderwijs aan jonge kinderen vorm te geven zoals dat met “STARTBLOKKEN”( + “BASISONTWIKKELING” voor de basisschool) wordt bedoeld:
het ontwerpen, voorbereiden en plannen van een betekenisvol en ontwikkelend aanbod;
activiteiten van kinderen begeleiden, op de uitvoering daarvan reflecteren en op basis daarvan vervolgactiviteiten kiezen;
de ontwikkelingsvoortgang van kinderen volgen en plannen maken voor het vervolg;
de vaste cyclus volgen van plannen maken, uitvoeren en evalueren.
HOREB is in twee opzichten ‘handelingsgericht’. Het is bedoeld om als leerkracht doelgericht te handelen (en te plannen); én het is erop gericht het handelen van de kinderen uit te breiden.
Beleidsplan PSZ ’t Visnet versie 1.0 -18 maart. 2015-
15
Tijdens de cursusdagen van “Startblokken” die gegeven is door “De Activiteit” zijn de pedagogisch medewerkers geschoold in het werken met HOREB aan de hand van observatiemodellen en ontwikkelingsperspectieven. In HOREB verwerken wij dus de ontwikkeling van uw peuter. Aan het begin van het jaar ongeveer 2 maanden na binnenkomst wordt een eerste observatie gedaan. Deze observatie laat ons als leidsters zien waar we nog aan moeten werken en wat er al heel goed gaat. Zijn er op dat moment zaken die vragen om een gesprek met de ouders dan zal de leidster hiervoor een afspraak maken met hen. Zijn er ouders die zelf vragen hebben dan is het altijd mogelijk om een gesprek met de leidster te plannen. Gedurende de periode dat de kinderen bij ons op de speelzaal verblijven worden zij in allerlei activiteiten begeleid waarbij de leidsters bepaalde doelstellingen hebben genoteerd in een logboekactiviteit van HOREB. Door deze doelstellingen digitaal te evalueren ontstaat er een digitaal kinderdagboek waarin alle ontwikkelingsgebieden aan bod komen en worden geëvalueerd. Op deze manier houden wij een goed overzicht op de ontwikkeling van uw peuter. Als er door ons als leidsters problemen of achterstanden in de ontwikkeling van uw peuter worden geconstateerd of als er al ontwikkelingsachterstanden bekend zijn bij de ouders of het consultatiebureau bij de intake, dan kan het zijn (meestal na een gesprek) dat u het advies krijgt om uw peuter een derde dagdeel te laten meedraaien. Hij of zij komt dan in de doelgroep waar extra begeleiding mogelijk is. Als er op een leeftijd van 2 jaar al ontwikkelingsachterstanden worden geconstateerd door het consultatiebureau dan kan een peuter al vanaf 2 jaar geplaatst worden. Er zijn geen extra kosten verbonden aan de doelgroep omdat de zogenaamde doelgroep kinderen gesubsidieerd worden door de gemeente vanuit het onderwijsachterstanden beleid. Wilt u zelf dat uw peuter een derde dagdeel naar de speelzaal komt dan zijn daar wel kosten aan verbonden. Aan het eind van de peuterperiode wordt er een overdrachtsobservatie gemaakt, die met uw toestemming doorgegeven wordt aan de basisschool, zodat zij al een beetje kunnen zien waar het kind staat in zijn/haar ontwikkeling. Heeft u behoefte aan een eindgesprek wilt u dat dan laten weten aan de leidster. Het is natuurlijk wel zo dat er nog steeds veel vrij gekozen activiteiten zijn in de peuterspeelzaal en dat het idee van een veilige omgeving waar het plezierig vertoeven is, belangrijk blijft. Voor sommige kinderen is dat niet genoeg en zal de ontwikkeling meer gericht begeleid worden. Spelen (thematisch spel) zal bij dit alles een belangrijke basis vormen. 3.8.1 Overdracht Onze peuterspeelzaal kent de volgende overdrachtsvormen: Overdracht naar de ouders. Dit gebeurt voornamelijk in de vorm van gesprekjes voor of na de speelochtend. Deze gesprekjes gaan dan voornamelijk over het welbevinden van de peuter of er worden mededelingen gedaan van algemene aard. Ook is er sprake van overdracht als er tijdens een observatie bijzonderheden zijn geconstateerd die besproken moeten Beleidsplan PSZ ’t Visnet versie 1.0 -18 maart. 2015-
16
worden met de ouders. Na de laatste observatie zal een kopie hiervan aan de ouders worden uitgereikt. Doorverwijzing van ouders. Indien er op de peuterspeelzaal bijzonderheden of problemen worden gesignaleerd in de ontwikkeling van een peuter dan wordt de volgende weg bewandeld: a. Gesprek met de ouders om de bijzonderheden of problemen te bespreken. De peuterspeelzaal signaleert dat er een probleem is, wat het probleem precies is zal vaak nader onderzoek vergen waarvoor specialistische hulp noodzakelijk is. b. Ouders verwijzen voor verder onderzoek of hulp naar het Consultatiebureau of Centrum voor Jeugd en Gezin, ouders zijn verantwoordelijk voor de verdere stappen na verwijzing. c. Met schriftelijke toestemming van de ouders zorgt de peuterspeelzaal voor een schriftelijke overdracht van gegevens (ingeval van een verwijzing) naar een andere instantie. Overdracht naar de basisschool Als een peuter de speelzaal gaat verlaten dan zullen de observatiegegevens, met toestemming van de ouders, doorgegeven worden aan de groepsleerkracht van groep 1. Tevens bestaat er op dat moment de mogelijkheid voor leidster en de leerkracht om met elkaar de ontwikkeling van de peuter te bespreken om zo een goede start te kunnen maken op de basisschool. Overdracht tussen de leiding Om op een prettige manier met 3 leidsters samen te werken is er een overdrachtsschrift aanwezig in de groep om allerlei zaken door te geven aan elkaar. Zodat we op de hoogte blijven van ieders reilen en zeilen.
3.9
Lichamelijke verzorging (hieronder ook de vastlegging van inentingen) Doel: Zorg dragen voor de persoonlijke hygiëne van de kinderen. Stimuleren van de zelfredzaamheid onder andere in aan- en uitkleden. Voor (en zo nodig na) het fruit/koek eten en sap drinken worden de handen gewassen en eventueel monden schoongemaakt en gaan de kinderen naar de wc. Alle kinderen gaan met een leidster naar de wc (in de meeste gevallen gaat er een leidster mee, alleen niet als het kind het zelfstandig kan of bijna naar groep 1 gaat). Kinderen die bezig zijn met zindelijkheidstraining worden bekend gemaakt met dit ritueel. Aandachtspunten: de leidster is (bijna altijd) aanwezig bij het naar de wc gaan. Zij benoemt wat ze doen en waarom, zodat het herkenbaar wordt voor de kinderen; bij het verschonen op de commode is er sprake van een één op één situatie, waarbij de leidster alle aandacht heeft voor het kind; de leidster houdt in de gaten of de kinderen zich prettig en veilig voelen.
Beleidsplan PSZ ’t Visnet versie 1.0 -18 maart. 2015-
17
Huisregels: doorspoelen en handen wassen na het plassen; niet op de blote voeten lopen, maar schoenen aanhouden in verband met uitglijdgevaar en hygiëne. De leidster helpt het kind waar nodig. Als het niet op het toilet wil zitten is dat niet erg. Alleen kijken mag ook. Zo leren kinderen de situatie kennen en gaan ze de volgende keer misschien wel op het toilet zitten. Bij het verschonen laat de leidster het kind niet los. Ze laat zien dat ze er is en zorgt ervoor, dat het kind zich prettig voelt op de commode. De kinderen wordt geleerd dat het netjes is om na het plassen de handen te wassen. Als een kind de voorkeur heeft dat de deur dicht zit op het toilet terwijl hij/zij de behoefte doet dan respecteert de leidster dat. Ze leren op elkaar te wachten met naar de wc gaan, als de wc bezet is. Met oudere kinderen wordt geoefend om zelf naar de wc te gaan. Dit is goed voor de ontwikkeling van de zelfstandigheid. Om een verantwoord beeld te hebben van alle risico’s op het gebied van veiligheid, hygiëne en gezondheid vindt er jaarlijks een inventarisatie plaats met betrekking tot deze risico’s. Naar aanleiding hiervan worden huisregels samengesteld en/ of bijgesteld. Als risico’s grote gevolgen kunnen hebben worden deze opgenomen in een plan van aanpak ter voorkoming van gevaarlijke situaties. Door de GGD worden inspecties uitgevoerd om te zien of de speelzaal in voldoende mate voldoet aan de gestelde eisen. Hiervan wordt een inspectierapport opgemaakt wat geplaatst wordt op de website ter inzage voor de ouders. 3.10 Eten en drinken Doel: Kinderen stimuleren in hun persoonlijke en sociale ontwikkeling. Samen een belangrijk moment van de dag doorbrengen. Rond 10:30 uur gaan de leidsters met de kinderen in de kring rond een tafel. In de kring worden liedjes gezongen of wordt er een verhaal voorgelezen. Er wordt met de kinderen gepraat en naar elkaar geluisterd. De kinderen nuttigen hun zelf meegebrachte fruit/koekje en drinken. Aandachtspunten:
de leidster houdt in de gaten hoe de kinderen eten; voelen de kinderen zich prettig? de leidster helpt en stimuleert de kinderen waar nodig; er wordt naar elkaar geluisterd en kinderen laten elkaar uitpraten; er mag niet met volle mond gepraat worden; de leidster zorgt voor structuur en laat door voorbeeldgedrag aan de kinderen zien wat normen en waarden zijn
De pedagogisch medewerker zorgt voor duidelijke regels en structuur tijdens het eten en drinken. Zo weten de kinderen waar ze aan toe zijn.
Beleidsplan PSZ ’t Visnet versie 1.0 -18 maart. 2015-
18
De kinderen wordt geleerd dat het niet netjes is om met volle mond te praten. Ze leren op hun beurt te wachten en te delen. Er wordt naar elkaar geluisterd aan tafel. Kinderen leren op elkaar te wachten met bijvoorbeeld het rondgaan van het fruit. Ze zitten naast elkaar in een kring rond een tafel en leren zo rekening te houden met elkaar. Kinderen kunnen vertellen over wat ze thuis hebben gedaan in het weekend of de dag ervoor. Er wordt naar elkaar geluisterd. Oudere kinderen kunnen jongere kinderen helpen als het nodig is. Kinderen leren drinken uit een beker. 3.11 Dagritme De kinderen hebben een vaste dagindeling, zodat ze weten wat ze kunnen verwachten. Dit geeft een vertrouwd gevoel. Ochtend 8.30 uur Vanaf die tijd mogen de kinderen worden gebracht, om dan tot 9.15 vrij te kunnen spelen. Er is tijd om een praatje te maken met de ouders en om rustig afscheid te nemen. 9.15 uur Rond deze tijd gaan wij even wat opruimen en in de kring. Er is eventueel tijd voor een praatje, waar de kinderen over het algemeen met veel plezier aan meedoen. De namen worden opgenoemd en er wordt een bijbelverhaal verteld. Daarna worden er christelijke liedjes gezongen. 9.40 uur De kinderen gaan in groepjes uiteen om vrij te spelen, of om een activiteit te gaan doen. 10.30 uur Nadat er is opgeruimd gaan de kinderen naar het toilet en daarna gaan wij in de kring. Wij lezen een verhaaltje voor en zingen wat liedjes. Daarna mogen de tasjes worden gepakt en na het zingen van "smakelijk eten" eten zij hun koekje op en zingen dan "zeg heb jij je koekje op" en drinken daarna hun beker leeg. 11.00 uur Rond dit tijdstip ruimen wij onze tasjes op en gaan bij goed weer een poosje naar buiten. Als het weer het niet toe laat dan bestaat er de mogelijkheid om gebruik te maken van het speellokaal van basisschool “Het Visnet”. Hier doen we dan met de kinderen spelletjes of gaan we klimmen en klauteren onder begeleiding. 11.45 uur Als het bijna 12 uur is worden de kinderen door een ouder opgehaald. 3.12 Feesten Een aantal gebeurtenissen zoals verjaardagen, feestdagen (Kerst, Pasen, Koninginnedag), moeder-/vaderdag, uitstapje, fotograaf, geboorte broertje/zusje Beleidsplan PSZ ’t Visnet versie 1.0 -18 maart. 2015-
19
verlopen volgens een vast ritueel. Door hier op een bepaalde manier mee om te gaan leren de kinderen wat het betekent om bijv. jarig te zijn. Verjaardag De verjaardag van een kind vieren we in de kring met liedjes en muziekinstrumenten. Het kind krijgt een mooie verjaardagsmuts en staat het hele dagdeel in het middelpunt van de belangstelling. Het kind mag trakteren. Een gezonde traktatie heeft de voorkeur. 3.13 Afscheid bij 4 jaar Het moment van afscheid bij de overgang naar de basisschool is voor het kind (en de ouders/verzorgers) vaak een hoogtepunt. Daarom willen wij kinderen en de ouders/verzorgers in de gelegenheid stellen om samen afscheid te nemen. In overleg met de leidsters kan er een tijd worden afgesproken dat het afscheid in de groep wordt gevierd.
Beleidsplan PSZ ’t Visnet versie 1.0 -18 maart. 2015-
20
4
Beschrijving van de locatie
4.1
Binnen De Peuterspeelzaal heeft een mooie ruimte van 95m2 met een aparte ingang in het MFG in Elst, in het gebouwgedeelte van basisschool Het Visnet.
4.2
Buiten De Peuterspeelzaal heeft buiten een apart speelgedeelte. Het speelterrein is afsluitbaar.
5
Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) In de peuterspeelzaal is er de mogelijkheid voor peuters om deel te nemen aan Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE), dit om de kinderen een goede start te laten maken op de basisschool. Deze kinderen, doelgroepkinderen genoemd, kunnen dan 10 uur ( wat overeenkomt met 3 dagdelen van 3,5 uur) gebruik maken van de peuterspeelzaal. Dit om zoveel mogelijk hun ontwikkeling te stimuleren. De VVE kinderen beginnen de ochtend om 8.15 uur en deze eindigt om 11.45 uur. Een dagdeel van de niet- VVE kinderen begint om 8.30 uur en eindigt om 11.45 uur. Er is een verhouding tussen VVE kinderen en de niet VVE- kinderen conform het Convenant dat er is met de gemeente Rhenen is gesloten.
5.1
Wat zijn doelgroepkinderen? In 2008 is door het college van de gemeente Rhenen besloten om de doelgroepkinderen voor de voorschoolse educatie als volgt te omschrijven:
Kinderen met laag opgeleide ouders (ten hoogste LBO/Mavo); Kinderen waarvan de ouders thuis met het kind geen Nederlands spreken; Kinderen waarbij sprake is van pedagogische onmacht en/of een onvoldoende stimulerende omgeving thuis en onvoldoende interactie tussen ouder/verzorger en het kind; Kinderen met geconstateerde achterstanden op het gebied van taalspraak en/of sociaal-emotionele ontwikkeling.
Deze doelgroepomschrijving werkt in de praktijk goed. Het consultatiebureau bepaalt aan de hand van een stroomschema welke kinderen tot de doelgroep behoren en verzorgt de toeleiding. De keuze om dit bij het consultatiebureau te beleggen heeft drie belangrijke redenen. Ten eerste wordt het consultatiebureau door bijna alle kinderen van 0 tot 4 jaar bezocht. Daarnaast hebben de wijkverpleegkundigen en de artsen van het consultatiebureau al een vertrouwensrelatie met de ouder opgebouwd, zodat ouders wellicht meer open staan voor hun adviezen over de voorschoolse educatie. Ten slotte registreert het consultatiebureau nu al veel gegevens die van belang zijn voor de doelgroepbepaling. Door de doelgroepbepaling bij hen te leggen, worden deze Beleidsplan PSZ ’t Visnet versie 1.0 -18 maart. 2015-
21
gegevens optimaal gebruikt en wordt voorkomen dat ouders aan allerlei instanties inlichtingen over hun achtergrond en privésituatie moeten verstrekken. Soms komt een achterstand pas later aan het licht, bijvoorbeeld als een kindje al op de peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf zit. In dat geval of als er getwijfeld wordt of een kind tot de doelgroep behoort, vindt er overleg plaats tussen het consultatiebureau en de betreffende organisatie. 5.1.1 Toeleiding naar de voorschoolse educatie Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat voorschoolse educatie (onder bepaalde voorwaarden) effectief is. Het doel is dan ook om zoveel mogelijk kinderen die er baat bij hebben toe te leiden naar de voorschoolse educatie. Dit sluit aan bij de inspanningsverplichting van de gemeenten voor de toeleiding naar de voorschoolse educatie. Een goede toeleiding kan het beste bereikt worden door een systematische aanpak. Daarvoor is een stroomschema ontwikkeld (zie bijlage 4). In de voorgestelde aanpak zit een opbouw, waarbij het principe ‘geen dwang, wel drang’ leidend is. Ouders kunnen niet gedwongen worden om hun kinderen deel te laten nemen aan de voorschoolse educatie. Wel wordt er bij hen op aangedrongen, omdat hun kinderen erbij gebaat zijn. Als diverse gesprekken tijdens reguliere consulten nog niet tot een aanmelding hebben geleid, zal telefonisch contact worden opgenomen met de ouders. Daarbij wordt een huisbezoek en eventueel een gezamenlijk bezoek aan de peuterspeelzaal aangeboden. Andere maatregelen die met de betrokken organisaties over de toeleiding zijn afgesproken: Structurele uitwisseling van gegevens tussen het consultatiebureau en de peuterspeelzalen waar voorschoolse educatie wordt aangeboden. Hiermee wordt gecontroleerd of doelgroepkinderen inderdaad ingeschreven zijn. Als dit niet het geval is, kan het consultatiebureau daarop actie ondernemen. Uiteraard gebeurt dit met inachtneming van de privacyregels. Het betrekken van andere partijen bij de toeleiding. Hierbij kan vooral gedacht worden aan basisscholen, omdat zij de gezinnen vaak goed kennen en jongere broertjes of zusjes kunnen toeleiden. Maar ook het CJG, huisartsen, imams, predikanten, etc. kunnen worden betrokken. De coördinator is voor deze personen de contactpersoon en zal hen voorlichten over het bestaan en het nut van voorschoolse educatie. Vitras CMD ontwikkelt foldermateriaal over de voorschoolse educatie.
Beleidsplan PSZ ’t Visnet versie 1.0 -18 maart. 2015-
22
5.2
Ouderbijdrage doelgroepkinderen 2011 De Rijksoverheid bevordert dat de hoogte van de ouderbijdrage geen belemmering mag vormen voor ouders om hun kind deel te laten nemen aan voorschoolse educatie. Vanaf 2012 wordt de ouderbijdrage voor doelgroepkinderen gelijk aan de laagste ouderbijdrage volgens de Wet Kinderopvang.
5.3
Programma voor VVE Startblokken is een erkend VVE-programma waarin de leidsters zijn geschoold.
5.4
Overdracht Voor kinderen met VVE is er naast de schriftelijke overdracht aan de basisschool ook een mondeling overdracht, de zogenaamde warme overdracht.
5.5
Doelen voor VVE Op verzoek van het Ministerie OCW zijn er door SLO voor drie ontwikkelingsgebieden doelen ontwikkeld en verder uitgewerkt, namelijk taal, rekenen en sociaal-emotioneel. Deze doelen brengen de ontwikkelingslijn van kinderen van 2 tot 7 jaar in beeld. Er is in kaart gebracht wat kinderen aan het begin van groep 1 (eind van de peuterspeelzaal/kinderdagverblijf) en aan het eind van groep 2 bereikt zouden moeten hebben, dan wel ervaring in moeten hebben opgedaan, om uiteindelijk met vertrouwen te kunnen starten in groep 3.
6
Ouderparticipatie Als peuterspeelzaal vinden wij de betrokkenheid van ouders belangrijk. Als een ouder intensief betrokken is bij de ontwikkeling van een kind komt dit de ontwikkeling van een kind ten goede. Om die reden stimuleert de peuterspeelzaal de betrokkenheid van ouders. Wij proberen op een aantal manieren de ouderparticipatie te bevorderen:
6.1
Intake Bij de start van de plaatsing op de peuterspeelzaal krijgen ouders naast schriftelijke informatie ook de gelegenheid om in gesprek te gaan met de pedagogisch medewerkers. Als het de plaatsing van uw eerste kind betreft zal er een huisbezoek worden gepland. Tijdens dit huisbezoek zullen de benodigde formulieren worden ingevuld en geeft de leidster uitleg over de peuterspeelzaal. Ouders kunnen specifieke informatie betreffende hun kind doorgeven.
6.2
Dagelijkse overdracht Uiteraard is er geen gelegenheid om àlle ouders te spreken voor of na een ochtend of middag. Zijn er echter belangrijke zaken dan horen en vertellen de leidsters dat graag. Het wordt op prijs gesteld als ouders hun kind brengen en even op weg helpen in het spel.
Beleidsplan PSZ ’t Visnet versie 1.0 -18 maart. 2015-
23
6.3
Nieuwsbrief/Website In de nieuwsbrief, via de website en via mailberichten worden ouders op de hoogte gehouden van (speciale) activiteiten in de peuterspeelzaal en allerlei andere zaken die van belang zijn. Soms worden ouders over een thema via een aparte brief ingelicht. Bedoeling daarvan is ouders zoveel mogelijk te betrekken bij dat wat kinderen leren en meemaken op de peuterspeelzaal.
6.4
Hulp van ouders Bij sommige activiteiten hebben de leidsters hulp nodig in de organisatie of uitvoering van een activiteit. Hierbij kan gedacht worden aan activiteiten die worden uitgevoerd in het kader van een bepaald thema. Ook wordt er hulp gevraagd bij de jaarlijkse schoonmaak van het spelmateriaal. Uiteraard is deze deelname altijd vrijwillig.
6.5
Vrijwilligers en beleid De ouders draaien op toerbeurt mee als hulpouder. In principe is dit vrijwillig maar wij vinden het wel belangrijk dat iedere ouder hierin zijn/haar eigen verantwoordelijkheid neemt door in te schrijven op vooraf gepubliceerde dagdeellijsten. Voor het inzetten van de vrijwilligers wordt gebruik gemaakt van het vrijwilligersbeleid. Er wordt een vrijwilligersovereenkomst getekend. De overeenkomst wordt aangegaan onder voorwaarde dat er een verklaring omtrent het gedrag VOG) is afgegeven. De vrijwilliger is tijdens en na afloop van deze overeenkomst verplicht tot geheimhouding van alle gegevens en informatie aangaande de peuterspeelzaal of haar relaties waarvan hij/zij weet of redelijkerwijze kan vermoeden dat deze vertrouwelijk zijn. De vrijwilliger zal ten behoeve van de peuterspeelzaal o.a. de volgende werkzaamheden verrichten: het bieden van een ondersteuning bij het uitvoeren van het pedagogisch werkplan van de beroepskrachten in de peuterspeelzaal, voorbereiden en ondernemen van activiteiten, appels schillen, drinken klaar maken, met de kinderen naar de wc gaan.
6.6
Oudercommissie Een oudercommissie op organisatieniveau is verplicht volgens de Wet Medezeggenschap Cliënten in Zorginstellingen. Er is een Reglement Oudercommissie Peuterspeelzalen opgesteld waarin alle afspraken met betrekking tot de Oudercommissie peuterspeelzalen zijn vastgelegd. De Oudercommissie behandelt diverse thema´s zoals veiligheid op de locatie, openingstijden, huisvesting, pedagogisch beleid etc. Hierover kan zij gevraagd en ongevraagd advies geven. De notulen van de vergaderingen worden altijd gepubliceerd op de website van de peuterspeelzaal. Hier is ook een ledenlijst terug te vinden.
Beleidsplan PSZ ’t Visnet versie 1.0 -18 maart. 2015-
24
De oudercommissie heeft een klachtenregeling en is aangesloten bij de Provinciale klachtencommissie Welzijn, Maatschappelijke Dienstverlening en Kinderopvang, Postbus 8007 6880 CA Velp website: www.spectrum-gelderland.nl 7
Deskundige medewerkers Al onze medewerkers zijn gediplomeerd overeenkomstig de CAO Welzijn en Maatschappelijke dienstverlening. Er wordt gewerkt volgens een meerjaren opleidingsplan en een jaarplan. Daarnaast zijn de pedagogische medewerkers aanvullend geschoold op de volgende terreinen:
HOREB ( kind volgsysteem) Startblokken
Toerusting en ondersteuning van medewerkers toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en vindt op de volgende wijze plaats: 1. Signaleren en doorverwijzen is onderdeel van de VVE scholing Startblokken. Jaarlijks vindt een na scholing plaats. Alle pedagogische medewerkers en de leerkrachten uit de groepen 1 en 2 van de basisschool volgens deze bijscholing 2. Pedagogisch medewerkers nemen jaarlijks deel aan nascholing over signaleren en doorverwijzen van leerlingen. op dit punt. 3. De pedagogisch medewerkers leren van elkaar in het werkoverleg en in de vergadering. Er vindt onderling ondersteuning plaats. 4. Gezien het feit dat de peuterspeelzaal en de basisschool nauw samenwerken is de afspraak gemaakt dat de Intern Begeleider van school beschikbaar is voor consultatie en advies aan de pedagogisch medewerkers met betrekking tot zorgkinderen. 8. Regelen achterwacht
In Het Visnet is altijd een achterwacht aanwezig voor de peuterspeelzaal. Het personeel van bassischool Het Visnet is namelijk direct de extra achterwacht voor de peuterspeelzaal. Er is namelijk altijd iemand beschikbaar om waar te nemen in de peuterspeelzaal. Het betreft bevoegde personeelsleden in de bassischool die geen groep hebben. Hierbij kan gedacht worden aan de onderwijsassistent, de interne begeleider van de leerlingenzorg en de remedial teacher. In noodgevallen is ook de directeur van de school beschikbaar. Hij regelt de achterwacht. Wanneer hij afwezig is regelt de interne begeleider van de leerlingenzorg dit. Indien er tijd voor is, en de omstandigheden dit toelaten, kan ook een invalkracht van de peuterspeelzaal ingezet worden. Dit is echter niet altijd mogelijk, zodat de direct in te zetten achterwacht van de bassischool altijd aanwezig en beschikbaar moet zijn.
Beleidsplan PSZ ’t Visnet versie 1.0 -18 maart. 2015-
25