Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzaal
De Babbelaar
___________________________________________________________________________________________________ Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzaal de Babbelaar versie 3.0 juni 2015
1
Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzaal De Babbelaar
Inhoudsopgave Inleiding
1. De doelstelling van peuterspeelzaal de Babbelaar 1.1 Onze visie en doelstelling 1.2 Onze visie op de ontwikkeling van kinderen binnen de speelzaal 1.3 Onze pedagogische doelen 2. De kwaliteit en voorwaarden 2.1 De groepsgrootte en groepsleiding 2.2 Openstelling 2.3 Locatie 2.4 Veiligheid en hygiëne in de groep 2.5 Kennismaking en voorbereiding 2.6 Eten en drinken 2.7 Kleding 2.8 Verjaardagen en feesten 2.8 Zindelijkheid 2.10 Ziek zijn 2.11 Kindermishandeling 3. Dagindeling en Spel 3.1 Dagindeling 3.2 Motorisch spel 3.3 Taalontwikkeling 3.4 Fantasiespel 3.5 Creativiteit 3.6 Verstandelijke ontwikkeling 4. Ouders en de Speelzaal 4.1 Contacten met ouders 4.2 Oudercommissie en medezeggenschap 4.3 Ouderavonden 4.4 Mededelingenbord 4.5 Klachtenregeling, klachtencommissie, klachtenkamer 5. De Pedagogisch medewerker. 5.1 Algemeen 5.2 De rol van de leiding in de ontwikkeling van kinderen 6 Externe contacten 6.1 Algemeen.
___________________________________________________________________________________________________ Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzaal de Babbelaar versie 3.0 juni 2015
2
Inleiding Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van de peuterspeelzaal De Babbelaar. Met dit beleidsplan worden ouders en alle andere belangstellenden geïnformeerd over ons pedagogisch beleid. Het laat als eerste aan ouders zien wat zij van de speelzaal wel en niet kunnen verwachten. Daarnaast geeft het binnen de organisatie houvast aan de leiding bij het begeleiden van de kinderen. Ten slotte geeft het pedagogisch beleidsplan inzicht aan andere organisaties zoals de basisscholen, het consultatiebureau e.d. over wat zij kunnen en mogen verwachten van de speelzaal
___________________________________________________________________________________________________ Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzaal de Babbelaar versie 3.0 juni 2015
3
1. Doelstelling van peuterspeelzaal de Babbelaar 1.1. Onze Visie en Doelstelling Peuterspeelzaal de Babbelaar wil in een nauwe samenwerking met ouders/ verzorgers en leidsters aan kinderen van twee tot vier jaar een veilige plaats bieden waarin zij zich op allerlei gebieden, in hun eigen tempo en op eigen wijze kunnen ontwikkelen en ontplooien. Wij vinden het belangrijk dat peuters in contact komen met andere peuters, dat zij nieuwe ervaringen leren opdoen en dat de peuters leren vertrouwen te krijgen in zichzelf en in andere volwassenen dan hun eigen ouders. Een goede sfeer creëren waarin zij zich prettig en veilig voelen, is een van onze uitgangspunten. Wij stimuleren en begeleiden de kinderen op de verschillende ontwikkelingsfases waar we in dit beleidsplan verder op zullen in gaan. De voertaal in onze peuterspeelzaal is Nederlands De peuterspeelzaal kan ouders even ontlasten van de voortdurende zorg voor de peuter en/of ouders leren hun kind een paar uur aan andere volwassenen toe te vertrouwen De leidsters van peuterspeelzaal de Babbelaar praten op basis van gelijkwaardigheid met de ouders over de opvoeding en de ontwikkeling van de peuter en vinden uitwisseling van wederzijds ervaringen daarin belangrijk. De leidsters van de peuterspeelzaal volgen elk kind in zijn ontwikkeling en in zijn welbevinden zodat begeleiding en stimulering doelgericht kunnen plaatsvinden. Zo zal het ene kind bijvoorbeeld meer gestimuleerd worden in samenspel en een ander kind in motorische vaardigheden. Als daar aanleiding toe is, dan zorgt de peuterspeelzaal voor gerichte signalering, het inschakelen van ondersteuning door deskundigen in nauw overleg met en met instemming van de ouders. Als ouders vragen en/of zorgen hebben rondom bijvoorbeeld de gezondheid, hygiëne, gedrag rondom hun kind kunnen de peuterspeelzaal leidster de ouders door hun kennis van de sociale kaart doorverwijzen naar andere instanties. Ouders hebben door de peuterspeelzaal gelegenheid tot het ontmoeten van andere ouders met een kind in dezelfde leeftijd. Peuterspeelzaal de Babbelaar staat voor een betrouwbare en professionele halve dag kinderopvang. Dit pedagogisch beleid is geen theoretisch betoog. Het geeft zicht op hoe wij onze pedagogische doelen in de praktijk trachten te verwezenlijken. Wij vinden het belangrijk dat wat hier op papier staat ook daadwerkelijk in de praktijk wordt uitgedragen. Ook is dit geen statisch document, het wordt beïnvloed door veranderende (pedagogische) inzichten en ontwikkelingen in de samenleving. Daarom volgen wij de ontwikkelingen op de voet, laten ons steeds opnieuw informeren en houden wij ons op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen op het gebied wet en regelgeving, educatie en samenwerkingsvormen met bv. het onderwijs. 1.2 Onze Visie op de ontwikkeling van kinderen binnen de speelzaal Een kind heeft de natuurlijke drang zichzelf te ontwikkelen en is van nature nieuwsgierig. Het kind gaat zelf op onderzoek naar stimulering en nieuwe ervaringen. Ieder kind doet dat op zijn eigen manier in zijn eigen tempo, al naar gelang aanleg, temperament en mogelijkheden. Ieder kind is uniek! De peuterspeelzaal begeleidt en ondersteunt het kind hierbij en daagt het kind uit om ook een stapje verder te gaan. Wij vinden het belangrijk om de kinderen de ruimte te geven en de mogelijkheden te bieden om deze ervaringen op te doen, dingen te ontdekken en zich individueel en in groepsverband te ontwikkelen. Vanaf twee en een half jaar, beginnen kinderen actief in een groep te functioneren. Tot die leeftijd zijn zij vooral op zichzelf gericht en spelen meer naast dan met elkaar. Verder vinden wij het belangrijk dat kinderen hun talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen daarom besteden wij aandacht aan Cultuur( denk hierbij aan muziek en dans.) Sport en beweging (klimmen en klauteren, hollen) Natuur (wat gebeurt er als een sneeuwbal smelt, hoe ziet dat lieveheersbeestje eruit onder een vergrootglas) Een veilige en uitdagende omgeving heeft een stimulerende invloed op de ontwikkeling van de kinderen. Het is belangrijk dat kinderen kunnen uitgroeien tot een volwassene die over(zelf)vertrouwen beschikt en zelfstandig en zelfredzaam is. Dat hij of zij sociaal is, anderen met respect benadert, zorgzaam en behulpzaam is, en zich bewust is van de geldende waarden en normen en deze naleeft.
___________________________________________________________________________________________________ Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzaal de Babbelaar versie 3.0 juni 2015
4
1.3 Onze pedagogische doelen. Peuterspeelzaal de Babbelaar gaat uit van de vier basisdoelen van professor J.M.A. Riksen-Walraven die zijn opgenomen in de wet kinderopvang(2005) 1. 2. 3. 4.
Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid aan het kind. Gelegenheid bieden tot het verwerven van persoonlijke competentie. Gelegenheid bieden tot het verwerven van sociale competenties. Kinderen gelegenheid bieden om zich waarden, normen en cultuur van de samenleving eigen te maken.
Bovenstaande basisdoelen zullen wij hieronder verder uitwerken en zijn leidraad hoe wij deze in de praktijk tot uitvoering brengen. 1. Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid aan het kind. Wij vinden het belangrijk dat kinderen op peuterspeelzaal de Babbelaar zich emotioneel veilig voelen en besteden daarom zeker in de kennismakingsperiode veel aandacht aan het “nieuwe” kind. Het wennen aan de nieuwe omgeving is voor zowel het kind als de ouder in het begin vaak moeilijk, maar door het kind hierin te begeleiden met bijvoorbeeld uit te nodigen, uit te dagen, stimuleren naar voor het kind bv. nieuw materiaal en/of spel af te leiden kan het kind gemakkelijker afscheid nemen van de ouder. We vragen de ouders wel om duidelijk gedag te zeggen en niet ”stiekem” weg te gaan, dit heeft namelijk vaak een enorme schrikbeweging tot gevolg. Wij hebben respect voor de emoties van het kind. Kinderen hebben sterke gevoelens, zoals enthousiasme, blijdschap, angst, boosheid en verdriet. De kinderen mogen deze gevoelens uiten binnen de grenzen van de groep. De leidsters ondersteunen de kinderen door hun gevoelens te verwoorden ; Voorbeeld: Een kind huilt heel hard als het buiten op een fietsje wil, maar alle fietsjes zijn al bezet zijn door andere kinderen. De leidster zegt bv.” Joh, je bent zeker boos en verdrietig want je had je zo verheugd om te fietsen, zullen we samen gaan vragen of jij er zo meteen op mag en ondertussen samen iets anders leuk gaan doen?”
Zij keurt indien nodig het gedrag van het kind af, nooit het kind zelf. Voorbeeld; Ik vind het niet leuk als je dit boekje stuk scheurt, dit is een boekje voor ons allemaal nu kunnen we het niet meer goed lezen, als je iets stuk wil maken heb ik hier een tijdschrift voor je wat je mag scheuren maar zomaar spullen vernielen doen we niet!”
Voor kinderen in de leeftijd die onze peuterspeelzaal bezoeken is het belangrijk dat er zij vertrouwde gezichten om zich heen hebben, daarom is fijn dat er twee vaste pedagogisch medewerkers op de groep werken. De vaste leidsters zijn Annette Jansen en Glenny Mulder. Zij zijn tevens eigenaar van de peuterspeelzaal en daarom zeer betrokken. Zij werken beiden fulltime op de peuterspeelzaal. Bij calamiteiten kunnen zij een beroep doen op vaste, gediplomeerde en in het bezit van een VOG, invalleidsters. Dit is in de praktijk, de afgelopen 22 jaar, echter in een enkele uitzondering nodig geweest. Naast de vertrouwde pedagogisch medewerkers en de vaste groepsgenoten is ook de fysieke omgeving van belang om kinderen zich veilig te laten voelen. Wij vinden het belangrijk dat het kind in een voor hem vertrouwde en herkenbare ruimte verblijft, daarom besteden wij veel aandacht aan een verzorgde ruimte. De speelzaal deelt de ruimte met een andere organisatie die in de middaguren gebruik maken van hetzelfde lokaal. De pedagogisch medewerkers zorgen elke ochtend voordat de kinderen komen dat de ruimte er gezellig en aantrekkelijk uitziet, en schoon en veilig is. 2. Gelegenheid bieden tot het verwerven van persoonlijke competentie. We volgen het kind zoveel mogelijk in zijn eigen ontwikkeling en we spreken een kind aan op zijn mogelijkheden op zowel emotioneel, creatief, motorisch en cognitief vlak. Dingen die een kind zelf kan doen, mag hij zoveel mogelijk zelf doen in zijn eigen tempo. We ondersteunen en stimuleren het kind en dagen het uit daar waar nodig. Voorbeeld; bij het klaarmaken van fruit, schilt de leidster een appeltje, maar bij de mandarijntjes en bananen worden de kinderen uitgenodigd te helpen deze zelf te pellen.
De pedagogisch medewerker is actief in de begeleiding van het kind en speelt bijvoorbeeld mee in de poppenhoek. Zij biedt het kind om de zijn spelsituatie uit te breiden. Zij stimuleert de kinderen om zelf initiatieven te nemen en gaat daar zoveel mogelijk in mee. Ook leert zij kinderen om eigen keuzes te maken en een eigen mening te hebben. Wij willen dat het kind zijn individualiteit in de groep kan bewaren en zullen met een groepsactiviteit het kind wel stimuleren en uit te dagen om mee te doen maar zullen het kind daar niet toe dwingen. Ieder kind is uniek en zij ___________________________________________________________________________________________________ Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzaal de Babbelaar versie 3.0 juni 2015
5
zullen in aanpak en omgang met het kind rekening houden met de verschillen. 3. Gelegenheid bieden tot het verwerven van sociale competenties. Kinderen leren veel van elkaar. Kinderen leren doordat zij ergens bij betrokken zijn en daar aandacht voor hebben. Wij begeleiden de kinderen hierin door aan te sluiten bij hun belevingswereld. Door de dag heen worden er gezamenlijk activiteiten gedaan, spel, voorlezen, knutselen maar ook eten en drinken. Door ervoor te zorgen dat iedereen zich deel voelt van de groep, voelen zij zich ook verantwoordelijk voor elkaar. Samen leven, leren, delen plezier hebben en ruzie maken zijn dingen die een kind onder andere leert op de peuterspeelzaal. Voorbeeld; Een kind neemt van huis een eigen leesboekje mee, de leidster vraagt “zullen we jouw boekje na het fruit eten voorlezen voor alle kinderen?” Dan lees ik voor en jij laat alle kinderen de mooie plaatjes zien”.
Om het kind te leren om samen met andere kinderen om te gaan zijn er (groeps)regels en gezamenlijke momenten belangrijke instrumenten. Regels leren kinderen dat er grenzen zijn in het leven. De pedagogisch medewerker leert hen omgaan met de grenzen. Zij kan deze regels wel aanpassen aan de groep en de situatie op dat moment. Voorbeeld; de regel is dat er niet wordt gerend in de groepsruimte, maar tijdens een fantasiespel over bv. Roodkapje en de Wolf wordt hier van afgeweken.
4. Kinderen gelegenheid bieden om zich waarden en normen en cultuur van de samenleving eigen te maken. Om in de samenleving te kunnen functioneren is het voor kinderen belangrijk zich de waarden en normen van de samenleving eigen temaken. Waarden en normen worden vaak vertaald in (gedrags) regels welke de kinderen duidelijkheid en overzicht geven. Een paar voorbeelden hiervan zijn; We vloeken en schelden niet op de peuterspeelzaal. We wachten met het fruit eten op elkaar zodat we gezamenlijk beginnen. We begroeten elkaar bij binnenkomst en groeten elkaar bij het weggaan. “Samen spelen, samen delen”. “Al het speelgoed op de speelzaal is voor alle kinderen”, dit zijn zomaar twee zinnen die de leidsters regelmatig uitspreken. Respectvol met elkaar omgaan, met de ruimte, materiaal en de natuur omgaan zijn de normen waarop wij ons baseren voor zowel kinderen alsook voor volwassenen. Respect begint met accepteren dat er verschillen zijn tussen mensen, hun achtergronden, hun uiterlijk, etc. Door zelf met respect behandelt te worden leren kinderen zichzelf en anderen te respecteren. De pedagogisch medewerkers tonen zelf een respectvolle houding naar de kinderen en staan bewust stil bij omgangsvormen. Zij leert de kinderen dat alle kinderen verschillen. Voorbeeld; in een kring gesprekje vraagt de leidster; wie hebben er allemaal blauwe ogen? En wie bruine? Wie hebben er een papa en een mama? Wie hebben er twee papa’s?
Zij leert en stimuleert de kinderen om op een goede manier met elkaar om te gaan, elkaar te helpen, elkaar niet te plagen, geen dingen van elkaar af te pakken elkaar geen pijn te doen maar ook voor zichzelf op te komen. Zij geeft zelf het goede voorbeeld. Want… goed voorbeeld doet goed volgen.
2. De kwaliteit en de voorwaarden. Behalve bovengenoemde pedagogische doelen wil peuterspeelzaal ook minimaal voldoen aan de overige eisen van de wet. 2.1 De groepsgrootte en groepsleiding Wij vangen maximaal 16 peuters per ochtend op. Er staan dan twee professionele pedagogisch medewerkers op de groep om leiding aan deze groep kinderen te geven. De pedagogisch medewerkers zijn Annette Jansen en Glenny Mulder. Beiden werken elke dag samen. Beiden zijn gediplomeerd conform de CAO Kinderopvang op minimaal MBO niveau en in het bezit van een VOG. Zij vormen samen met Peter Wapstra de bestuur/directie en zijn tevens houder van peuterspeelzaal De Babbelaar. Wat betreft de frequentie van het bezoeken van de speelzaal is vanuit pedagogisch oogpunt het streven minimaal 2 ochtenden per week. Dit minimaal is nodig om een ritme op te bouwen en groepsvorming te verkrijgen. Daarnaast is er natuurlijk de mogelijkheid om meer ochtenden per week te komen. 2.2 Openstelling Wij verwachten dat de kinderen om 8.45/9.00 uur binnen zijn en de ouders uiterlijk om 9.10 uur afscheid hebben genomen van ___________________________________________________________________________________________________ Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzaal de Babbelaar versie 3.0 juni 2015
6
de kinderen. De sluitingstijd is 12.00 uur. U kunt uw kind vanaf 11.45 uur ophalen. De vakanties van de peuterspeelzaal zijn in principe gelijktijdig gepland met de vakanties van de omliggende basisscholen. Deze staan op de website www.debabbelaar.info aangegeven! 2.3 De locatie Peuterspeelzaal de Babbelaar maakt gebruik van de ruimtes van speeltuinvereniging Badhoevedorp. De buitenruimte wordt in dit jaar, 2012, helemaal opnieuw ingericht. Nieuwe tegels op de grond en nieuwe speeltoestellen die voldoen aan de wet, het speeltoestellen besluit en zijn voorzien van een keurmerk. De binnenruimte van de speelzaal is een verblijfsruimte die specifiek is ingericht als speel/werkruimte voor een groep peuters. De voorgeschreven minimale ruimte voldoet zowel binnen als buiten aan de wettelijk bepalingen. Bij de inrichting van de binnen- en buitenruimte wordt rekening gehouden met de verschillende behoeften van een kind (rustbeweeglijkheid, openheid/beslotenheid) en met overzichtelijkheid, bereikbaarheid en functionaliteit. Er is voldoende en veelzijdig spelmateriaal aanwezig, zodat alle aspecten van de ontwikkeling gestimuleerd kunnen worden. 2.4 Veiligheid en hygiëne in de groep. Ieder jaar wordt er een Risico Inventarisatie Veiligheid en een Risico Inventarisatie Gezondheid, (conform de modellen Veiligheidsmanagement en Gezondheidmanagement van de Stichting Consument en Veiligheid) uitgevoerd. Ook wordt er een plan van aanpak gemaakt. De (bijna) ongelukken worden geregistreerd op basis vanwaar verbetermaatregelen worden genomen Jaarlijks houden we een “brandweer week” In deze week organiseren we allerlei activiteiten die in het teken staan van brand, vuur, gevaar, blussen en sluiten deze week af met een ontruimingsoefening. Jaarlijks controleert de GGD- inspectie Kinderopvang of de peuterspeelzaal voldoet aan de kwaliteitseisen uit de Wet Kinderopvang en de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen. Zij maken hiervan openbaar verslag. Alle inventarisaties, verslagen en plannen liggen voor u ter inzage op de peuterspeelzaal in de map “Informatie voor ouders”. Misschien ten overvloede maar alle ouders moeten vooraf bij de leidsters melden wanneer het kind wordt opgehaald door een ander dan de ouder zelf. Als wij niet op de hoogte zijn geven wij het kind niet mee maar zullen eerst met de ouder contact opnemen. 2.5 Kennismaking en voorbereiding Voordat uw kind op de peuterspeelzaal komt, mag u samen met hem of haar een keer langs komen. De leidster laat u de speelzaal zien en vertelt over de gang van zaken. Het is prettig als u uw kind voorbereidt wanneer het voor de eerste keer naar de peuterspeelzaal gaat. Vertel uw kind dat het er fijn is en wat het kan verwachten: o.a. leuk speelgoed, kinderen om mee te spelen, liedjes zingen, andere volwassenen. Vertel ook dat u weggaat, maar later weer terugkomt om hem / haar op te halen. Het is belangrijk dat u bij uw vertrek duidelijk afscheid neemt. Dit gebeurt door te zwaaien bij het raam. 2.6 Eten en drinken Tijdens de ochtend wordt een rustpauze ingelast om samen wat te eten en drinken. Op de peuterspeelzaal wordt samen fruit gegeten. Wilt u een stuk fruit (niet schoongemaakt, dat doen wij) en wat drinken (voorzien van naam) meegeven? 2.7 Kleding Wij verzoeken u, uw peuter te kleden in kleren waarin het vrij kan spelen en mag knoeien. Jassen graag voorzien van naam (ook graag de tas). De Babbelaar heeft een aanvullende WA-verzekering afgesloten maar deze aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor het wegraken en/of beschadigen van kleding. 2.8 Verjaardagen en feesten Wanneer peuters zelf jarig zijn, mag er getrakteerd worden. Geef dit even door aan de leidsters dan weten wij ervan en kunnen we, als er nog een peuter jarig is, eventueel een andere dag bespreken. Tevens zijn wij op de hoogte van eventuele diëten en kunnen u desgewenst advies geven over “gezonde traktaties”. Als u kind 4 jaar wordt en naar de basisschool gaat mag u bij het trakteren aanwezig zijn. Voor het Sinterklaasfeest en Kerst vragen wij een kleine bijdrage in de kosten. 2.9 Zindelijkheid Uw kind hoeft nog niet zindelijk te zijn om de speelzaal te mogen bezoeken. In overleg met ouders kan de leidster aandacht besteden aan zindelijkheid. ___________________________________________________________________________________________________ Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzaal de Babbelaar versie 3.0 juni 2015
7
Leidsters nodigen kinderen uit om te proberen op de wc te plassen. Wanneer kinderen dat van leeftijdsgenoten zien, stimuleert hen dat om het ook te proberen. We verschonen de kinderen die nog niet zindelijk zijn. 2.10 Ziek zijn, ziek melden, medicijnen. Hygiëne en besmettelijke ziekten; wij volgen de richtlijnen die staan geschreven in het handboek Gezondheidsrisico’s in een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal van het RIVM, deze ligt ook ter inzage op de peuterspeelzaal. Wanneer uw kind de speelzaal niet kan bezoeken (wegens ziekte of een andere reden) verzoeken wij u dit aan de leidsters door te geven. Ziekte (Wat kunnen we op de peuterspeelzaal doen voor zieke kinderen?) Wij hebben er begrip voor, dat het heel lastig kan zijn als uw kind ziek is en u moet bv. werken. Toch is het noodzakelijk dat een peuterspeelzaal regels stelt ten aanzien van de opvang van zieke kinderen. In het algemeen kun je ervan uitgaan dat de peuterspeelzaal er is voor gezonde kinderen en niet voor verzorging van zieke kinderen. Een ziek kind vraagt (logisch) meer aandacht en verdient die onze inziens ook. Voor ons is het in een groep met veel kinderen niet mogelijk deze extra aandacht te geven. Daarom hanteert de peuterspeelzaal een aantal regels. Wij zijn ons ervan bewust dat de hieronder genoemde opsomming niet volledig is. Het betreft de meest voorkomende ziekten en aandoeningen. In een aantal gevallen kan de peuterspeelzaal contact opnemen met de GGD Kind ophalen bij ziekte Als een kind op de peuterspeelzaal ziek wordt dan bekijken wij de situatie altijd even. Vervolgens kan dit voor ons aanleiding zijn de ouders te bellen met het verzoek het kind op te halen.(zorg dat u altijd bereikbaar bent) Zieke kinderen kunnen niet gebracht worden. Heeft uw kind een van de hieronder genoemde besmettelijke ziekten / aandoeningen, dan kan hij of zij niet op de peuterspeelzaal komen: Loopoor ( pus is besmettelijk) Ontstoken ogen ( tot er na ongeveer twee dagen behandeling geen besmettingsgevaar meer is) Waterpokken met open blaasjes Rode hond (vijf dagen na het verschijnen van de rode uitslag kan het kind weer komen) Roodvonk (twee dagen na het begin van een penicillinebehandeling kan het kind weer komen) Besmettelijke geelzucht (Hepatitis A) Levende hoofdluis Besmettelijke huidziekten, bijvoorbeeld krentenbaard, gordelroos, Waterdunne, acute diarree Koorts U wordt dringend verzocht zo spoedig mogelijk de leidsters te waarschuwen als uw kind een besmettelijke ziekte heeft of wanneer deze heerst in uw gezin. Denk hierbij aan: rode hond, bof, roodvonk, geelzucht of waterpokken. Dit zal (in het belang van de andere ouders en kinderen) op het mededelingenbord worden gemeld. Heeft uw kind diarree, is het verkouden of hangerig of mag het bijvoorbeeld na een ziekte nog niet naar buiten, houdt het dan thuis. Dit is in het belang van uw kind. Waarschuwt u de leidsters ook wanneer uw kind overgevoelig is voor bepaalde stoffen. Medische hulp Mocht er onverwacht voor uw kind medische hulp nodig zijn, dan proberen wij in eerste instantie de ouders te bellen, als dit niet lukt, zullen wij u eigen huisarts bellen. Medicijnverstrekking Wij geven geen medicijnen. Om ongelukken door verkeerd medicijngebruik te voorkomen worden er op de peuterspeelzaal geen medicijnen toegediend. Indien uw kind tijdens zijn verblijf op de peuterspeelzaal toch medicijnen nodig heeft, wordt u gebeld om zelf deze medicijnen te geven. 2.11 Kindermishandeling De kinderopvang/ peuterspeelzalen heeft een verplichte meldcode wat betreft het signaleren van (een vermoeden van) kindermishandeling. Peuterspeelzaal de Babbelaar werkt met het Amsterdam protocol Kindermishandeling. Voor het signaleren van huiselijk geweld volgen wij de geldende richtlijnen
3. Dagindeling en Spel 3.1 De dagindeling Wij vinden het belangrijk een globale vaste dagindeling aan te houden, continuïteit van de dagindeling biedt de kinderen houvast en emotionele veiligheid. ___________________________________________________________________________________________________ Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzaal de Babbelaar versie 3.0 juni 2015
8
Bij het brengen van de kinderen is er gelegenheid om samen met uw kind bv. een puzzel te maken, als alle ouders afscheid hebben genomen is er tijdvoor vrij spel of bieden de leidsters een activiteit aan. Na deze activiteit wordt er gezamenlijk wat gegeten en gedronken. Hierna wordt er in principe buiten gespeeld, ook als het wat kouder is, een frisse neus halen is immers gezond. Als afsluiting voordat de kinderen weer worden opgehaald doen we de “kring”. De”kring” bestaat uit voorlezen, zingen, verhalen vertellen, naar elkaar luisteren 3.2 Motorisch spel Bij de motoriek is zowel de grote als de fijne motoriek van belang. De grove motoriek stimuleren wij door bv. klim en klauterspelen te doen, kring en dansspel en buitenspelen Tijdens de peuterspeelzaalleeftijd ontwikkelt de fijne motoriek zich voor een groot deel, in het bijzonder in het omgaan met materiaal (vingerverven, tekenen, knippen plakken). De leiding biedt spelmateriaal en activiteiten aan voor zowel de grove als de fijne motoriek. 3.3 Taalontwikkeling De speelzaalleeftijd is voor kinderen een zeer intensieve periode met betrekking tot de taalontwikkeling. Juist in deze periode is het belangrijk dat de “taalomgeving” van het kind uitgebreid wordt. Tegen de tijd dat het kind vier jaar is kan het de taalregels aardig toepassen (zinnen maken in de juiste volgorde) en kent het een aantal abstracte begrippen. Het kind kan opdrachten uitvoeren en een antwoord geven op vragen. De speelzaal biedt veel mogelijkheden om de taalontwikkeling te stimuleren, zoals voorlezen, kinderen zelf laten vertellen, liedjes zingen, poppenspel. De leiding is zich ervan bewust dat ook de taalontwikkeling bij kinderen in eigen tempo gaat en speelt daar zo goed mogelijk op in. De ontwikkeling van de taal is meestal een goede graadmeter voor de al gehele ontwikkeling. Er wordt ook elk jaar meegedaan aan het nationaal voorleesontbijt. 3.4 Fantasiespel In de speelzaalleeftijd begint geleidelijk een scheiding te ontstaan tussen realiteit en verbeelding. Soms hebben kinderen fantasievriendjes. Kinderen kunnen zich bewust dingen gaan herinneren. Fantasie helpt kinderen om ervaringen te verwerken. De omgeving moet uitdagend zijn om het kind zelf situaties te laten scheppen waarin het ervaringen kan beleven en verwerken, bijvoorbeeld via imiterend fantasiespel (vaderenmoedertje spelen etc.). De leiding stimuleert kinderen daarbij, bijvoorbeeld door een spelactiviteit waaraan een kind zelf begonnen is uit te breiden, of het kind op nieuwe ideeën te brengen. De leiding houdt daarnaast de grenzen in de gaten; kinderen kunnen op deze leeftijd ook teveel in een fantasiewereld leven. In de speelzaal maken we gebruik van verschillende hoeken zo is er o.a een poppenhoek. 3.5 Creativiteit. Via verschillende materialen ontdekken peuters zelf wat ze kunnen en leren ze zelf vorm en uitdrukking aan het materiaal te geven. Stimuleren van de creativiteit gebeurt op het niveau van het individuele kind, de een heeft meer of andere prikkels nodig dan de ander. Bij het knutselen gaat het niet om het resultaat maar om het plezier dat het kind eraan beleeft. 3.6 Verstandelijke ontwikkeling. De verstandelijke ontwikkeling vindt in deze leeftijdsfase vooral plaats via het opdoen van motorische en zintuiglijke ervaringen. De peuter is doorlopend bezig met waarnemen, onderzoeken en verbanden leggen. Zo ontstaat begripsvorming. Enerzijds is herhaling van ervaringen essentieel voor het leren, anderzijds biedt de leiding voldoende nieuwe situaties en ervaringen aan, afhankelijk van het niveau van het kind.
4. Ouders en de peuterspeelzaal Wij willen dat ouders (en kinderen) zich welkom voelen op peuterspeelzaal de Babbelaar. U bent welkom om mee te praten, te denken, te adviseren en te doen! 4.1 Contacten met ouders. Om goed te kunnen inspelen op de kinderen in de groep is het belangrijk dat de leiding de gezinsachtergrond en eventuele specifieke opvoedingsideeën kent. Aan de andere kant geeft de leiding de ouders informatie over de gang van zaken op de speelzaal en in het bijzonder over hoe het met hun kind gaat. Deze gelijkwaardige en wederzijdse uitwisseling van ervaringen kan plaatsvinden tijdens het halen en brengen van de kinderen. Daarnaast kunnen ouders altijd meer tijd vragen aan de leidsters om over hun kind te praten. 4.2 Oudercommissie en medezeggenschap Peuterspeelzaal de Babbelaar heeft sinds 2011 een oudercommissie, zij vertegenwoordigen de ouders in hun overleg met de leidsters /de houder van de peuterspeelzaal. De rechten en plichten van de oudercommissie zijn beschreven in het oudercommissiereglement, deze ligt ter inzage voor alle ouders in de map “Informatie voor ouders” Naast de formele medezeggenschap spelen de ouders/oudercommissie een onmisbare steun bij de organisatie van activiteiten, uitstapjes en feesten. ___________________________________________________________________________________________________ Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzaal de Babbelaar versie 3.0 juni 2015
9
4.3. Ouderavonden We organiseren minimaal één ouderavond per jaar. Dit kan een informatie bijeenkomst zijn of ook een knutselavond. Er is dan gelegenheid om met de leidsters over de dagelijkse gang van zaken op de peuterspeelzaal te praten. 4.4 Mededelingenbord Op het mededelingenbord staan alle belangrijke zaken, zoals: een heersende ziekte, vakanties, ouderavonden e.d. Meldt vooraf als uw kind uit zijn gewone doen is, bijv. door ziekte of andere familieomstandigheden thuis. De leidster kan hier dan op inspelen. Agenda staat ook op onze website www.debabbelaar.info 4.5 Klachtenregeling, klachtencommissie en klachtenkamer. Als ouders ontevreden zijn of klachten hebben, vinden wij het prettig als zij in eerste instantie contact opnemen met de direct betrokken medewerker. Indien de klacht niet naar tevredenheid wordt behandeld of opgelost, kunnen zij schriftelijk een klacht indienen bij de houders van psz. Babbelaar. Annette Jansen en Glenny Mulder zijn pedagogisch medewerker als ook medehouder van de peuterspeelzaal, samen met Peter Wapstra die verantwoordelijk is voor de financiële administratie vormen zij de directie van de Babbelaar. Ouders hebben te allen tijde het recht om direct een klacht in te dienen bij de onafhankelijke Stichting Klachten Commissie (SKK Postbus 21 Maartensdijk) waarbij De Babbelaar is aangesloten. (zie; www.klachtkinderopvang.nl ) De oudercommissie kan te allen tijde een klacht indienen bij de Klachtenkamer SKK te Maartensdijk (zie ook; www.klachtkinderopvang.nl)
5. De Pedagogisch medewerker. 5.1 Algemeen. Op ieder ochtend is de vaste, gekwalificeerde leiding aanwezig. De leiding heeft regelmatig overleg met elkaar om de aanpak op elkaar af te stemmen en praktische zaken door te nemen. De leiding heeft een aantal te onderscheiden hoofdtaken, te weten: omgaan met elk kind en met de groep omgaan met ouders technische en administratieve taken. 5.2 De rol van de leiding in de ontwikkeling van de kinderen. Om de functie van de speelzaal te realiseren is onder meer nodig dat de leiding: een goede relatie met de kinderen opbouwt de eigen aard van elk kind respecteert de gevoelens en behoeften van de kinderen herkent en daarop goed reageert met de kinderen die dingen doet, waar ze aan toe zijn, met de bedoeling de ontwikkeling te stimuleren. Met ontwikkeling wordt hier vooral bedoeld die van taal, beweging, spel en creativiteit; kinderen observeren en daaruit de juiste bevindingen vaststelt; de kinderen verzorgen; zorgt voor een goede inrichting. De leiding beschikt over de benodigde kennis over: achtergronden van het gedrag van kinderen; de verschillende ontwikkelingsstadia die een kind doorloopt op het emotionele, sociale, cognitieve, creatieve en motorische vlak; aspecten van gezondheidsleer voedingsleer en bedrijfshulpverlening. Duidelijke gesprekken kan voeren over kinderen met ouders en deskundigen aan de hand van observaties en interpretatie
6. Externe contacten. De leiding van de speelzaal onderhoudt contacten met Basisscholen Team van Alert4you Consultatiebureaus Het consultatiebureau bezoekt ons 1 keer per jaar voor eventuele vragen over de ontwikkeling van peuters. Daarnaast kan het de ontwikkeling van individuele peuters betreffen. Op vragen van derden (bijvoorbeeld Alert4you) wordt in principe alleen na overleg met de ouders ingegaan. Van deze richtlijn wordt afgeweken als dat het belang van het kind zou schaden.
Logopedie
De logopediste is 2 keer per jaar aanwezig op de peuterspeelzaal tijdens de inloop zodat ouders vragen kunnen stellen. ___________________________________________________________________________________________________ Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzaal de Babbelaar versie 3.0 juni 2015
10
Ook is er overleg met de pedagogisch medewerksters om kennis uit te wisselen op het gebied van logopedie.
___________________________________________________________________________________________________ Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzaal de Babbelaar versie 3.0 juni 2015
11
___________________________________________________________________________________________________ Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzaal de Babbelaar versie 3.0 juni 2015
12
___________________________________________________________________________________________________ Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzaal de Babbelaar versie 3.0 juni 2015
13
.
___________________________________________________________________________________________________ Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzaal de Babbelaar versie 3.0 juni 2015
14
___________________________________________________________________________________________________ Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzaal de Babbelaar versie 3.0 juni 2015
15
___________________________________________________________________________________________________ Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzaal de Babbelaar versie 3.0 juni 2015
16