BELEIDSPLAN SCHULDHULPVERLENING 2013 - 2016
Inhoudsopgave Inleiding
3.
Samenvatting
4.
Hoofdstuk 1 Visie op schuldhulpverlening 1.1 Visie 1.2 Doelgroep en toelatingsbeleid 1.3 Integraal 1.4 Eigen verantwoordelijkheid 1.5 Duurzaamheid 1.6 Beheersbaarheid van de schuldhulpverlening
5. 5. 5. 6. 6. 7. 7.
Hoofdstuk 2 Kwaliteit van de schuldhulpverlening 2.1 Actief wachtlijst beheer 2.2 Preventie 2.3 Nazorg 2.4 Regie 2.5 Algemene wet bestuursrecht 2.6 Gezinnen met kinderen 2.7 Overige borging van kwaliteit 2.8 Resultaten
9. 9. 10. 10. 11. 11. 11 11. 12.
Hoofdstuk 3 Financiën 3.1 Geen extra middelen van het rijk 3.2 Effect van de maatregelen 3.3 De gemeentelijke kredietbank (GKB)
13. 13. 13. 14.
2
INLEIDING De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) is per 1 juli 2012 in werking getreden. Deze wet geeft de gemeenten de wettelijke verantwoordelijkheid voor schuldhulpverlening. De gemeenten krijgen de regierol om deze integrale hulp tot stand te brengen. Integraal betekent dat de situatie van de burger met schulden niet enkel bekeken wordt vanuit de schuldensituatie, maar dat bekeken wordt wat de oorzaak is van het probleem en welke problemen nog meer spelen. Dit om de situatie waar mogelijk in combinatie met andere hulp effectiever en duurzamer op te lossen. Dat is ook de belangrijkste doelstelling van het kabinet: het verbeteren van de effectiviteit van de gemeentelijke schuldhulpverlening. Het wetsvoorstel verplicht de gemeente een beleidsplan vast te stellen en om in dit plan te beschrijven welke ambities de gemeente heeft, op welke wijze de uitvoering plaatsvindt, welke resultaten worden nagestreefd en op welke manier de kwaliteit geborgd wordt. Ook dient de gemeente aan te geven op welke wijze schuldhulpverlening voor gezinnen met inwonende kinderen wordt vormgegeven. Wettelijk kader Artikel 2 van de Wgs (hierna te noemen “wet”) verplicht de gemeenteraad om een plan vast te stellen dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening aan inwoners van haar gemeente, telkens voor een periode van ten hoogste vier jaren. Deze kan tussentijds gewijzigd worden. Artikel 2 lid 4 van de wet schrijft voor dat in het plan in ieder geval de hieronder genoemde punten dienen te staan: a. welke resultaten de gemeente in de door het plan bestreken periode wenst te behalen; b. welke maatregelen de gemeenteraad en het college nemen om de kwaliteit te borgen van de wijze waarop de integrale schuldhulpverlening wordt uitgevoerd; c. het maximaal aantal weken dat de gemeente nastreeft met betrekking tot de in artikel 4, eerste lid van de wet, genoemde periode (maximaal 4 jaar), en d. hoe schuldhulpverlening aan gezinnen met inwonende minderjarige kinderen wordt vormgegeven. Hierbij is van belang dat de gemeenteraad tot taak heeft om het plan vast te stellen en het college verantwoordelijk is voor de uitvoering. Het college kan hierbij ook nadere (uitvoerende) beleidsregels opstellen. Schuldhulpverlening wordt in het perspectief van de Wet werk en bijstand (Wwb) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) geplaatst. De Wmo en de Wwb hebben de zorgtaak van de overheid bij gemeenten geplaatst. Hiermee hebben de gemeenten de verantwoordelijkheid om zo veel mogelijk burgers te laten participeren. Het gaat hierbij om maatschappelijke participatie en participatie in de vorm van arbeid of scholing. Problematische schulden kunnen een belemmering zijn voor participatie en om volwaardig deel te nemen aan de samenleving. Leeswijzer In de samenvatting staat in het kort de uitgangspunten van dit plan vermeld. In hoofdstuk 1 staat de visie die de gemeente heeft op de schuldhulpverlening, in hoofdstuk 2 wordt uiteengezet wat er wordt gedaan om de kwaliteit van de schuldhulpverlening te waarborgen en het laatste hoofdstuk geeft in het kort informatie over de financiële kant.
3
SAMENVATTING BELEIDSPLAN SCHULDHULPVERLENING Schuldhulpverlening levert een belangrijke bijdrage aan de visie op het armoedebeleid, participatiebeleid en zelfredzaamheid van de samenleving binnen gemeenten Vlagtwedde. Schuldhulpverlening wordt in het perspectief van de Wet werk en bijstand (Wwb) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) geplaatst. De Wmo en de Wwb hebben de zorgtaak van de overheid bij gemeenten geplaatst. Hiermee hebben de gemeenten de verantwoordelijkheid om zo veel mogelijk burgers te laten participeren. Het gaat hierbij om maatschappelijke participatie en participatie in de vorm van arbeid of scholing. Problematische schulden kunnen een belemmering zijn voor participatie en om volwaardig deel te nemen aan de samenleving. Het hebben van financiële problemen kan veel sociale problemen veroorzaken. Als gevolg van schulden kunnen mensen afgesloten raken van nutsvoorzieningen en hun zelfstandige huisvesting kwijtraken. Zonder deze basisvoorzieningen raken zij vaak hun baan kwijt en dreigen in een sociaal isolement terecht te komen. Anderzijds vormen schulden meestal een belangrijke belemmering om te werken of om te participeren binnen de samenleving. Schuldhulpverlening levert een grote bijdrage aan het voorkomen dan wel bestrijden van sociale problematiek. De wet op de schuldhulpverlening Schuldhulpverlening staat in principe open voor alle inwoners van de gemeente Vlagtwedde. De problematiek staat centraal. Om financiële problemen met succes en duurzaam te bestrijden, zullen de achterliggende problemen eveneens moeten worden aangepakt (Integrale aanpak). Daarbij blijft de verantwoordelijkheid voor het slagen van dit traject liggen bij de cliënt en schuldeiser(s). Hierbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: • Schuldhulpverlening is toegankelijk voor alle inwoners behalve die door de wet worden uitgesloten (fraude, recidivisten); • Schuldhulpverlening heeft een integraal karakter. Dit betekent dat samenwerking met andere partijen (o.a. maatschappelijk werk, woningstichting, voedselbank, bijzondere bijstand) plaatsvindt, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid; • Een schuldhulpverleningstraject wordt op maat aangeboden aan inwoners die problematische schulden hebben; • De cliënt (aanvrager) vervult een actieve rol. Hij / zij committeert zich vooraf aan de te behalen doelen en de na te leven voorwaarden en is hier zelf verantwoordelijk voor; • De maximale wachttijd tussen aanmelding bij schuldhulpverlener en intake bedraagt vier weken, bij een dreigende situatie is dat binnen 3 werkdagen; • Duurzaamheid van het traject wordt bereikt door schuldverlening integraal aan te bieden. Dit wil zeggen door niet alleen de financiële problemen aan te pakken, maar ook de daarmee samenhangende problemen. Ingestoken wordt op bewustwording en gedragsverandering; • Preventie en nazorg is een onderdeel van schuldhulpverlening; • De gemeente vervult de regierol over de schuldhulpverlening; • Schuldhulpverlening wordt aangeboden conform vaste kwaliteitsnormen; bezien of cliënt echt gemotiveerd is en in staat is om het traject af te ronden en niet meer terug te vallen. Waarnodig wordt (opnieuw) andere hulpverlening ingezet. • De uitgangspunten gelden ook voor de gezinnen met kinderen.
4
HOOFDSTUK 1. VISIE OP SCHULDHULPVERLENING 1.1 Visie Schuldhulpverlening is een actueel onderwerp, omdat het uit economisch en sociaal oogpunt niet wenselijk is, dat burgers buiten de samenleving komen te staan. De grootste risico's zitten in het hebben van langdurige, dan wel problematische schulden. Daarom is het belangrijk, dat de gemeentelijke schuldhulpverlening een integraal karakter heeft. Dat betekent, dat er niet alleen aandacht dient te zijn voor de oplossing van de problematiek, maar dat er ook aandacht dient te zijn voor de omstandigheden die in verband staan met het individuele financiële vraagstuk. Hierbij kan het gaan om psychische factoren, daling inkomsten, relatieproblemen, woonsituatie, verslaving e.d.. Essentieel in het gemeentelijke sociale beleid is het uitgangspunt, dat het bij de schuldhulpverlening gaat om effectief en efficiënt maatwerk. De burger heeft een afdwingbaar recht op ondersteuning bij schuldhulpverlening. Elke gemeente heeft vier weken de tijd om na een verzoek tot actie over te gaan, bij primaire levensbehoeften (dreigende schulden), bijvoorbeeld : energie, is dat binnen drie dagen. Elk individueel verzoek voor ondersteuning bevestigt de eigen verantwoordelijkheid van de burger. De burger moet eerst zelf proberen in redelijkheid een regeling met schuldeisers te regelen. Verzuimt de burger dat, dan kan dat voor de gemeente aanleiding zijn een verzoek op te schorten. Onze visie luidt als volgt: Schulden mogen geen belemmering vormen voor participatie. Aan alle inwoners met problematische schulden wordt de mogelijkheid geboden voor begeleiding om de schuldsituatie op te lossen of beheersbaar te maken. Het duurzaam vergroten van de zelfredzaamheid van de burger staat centraal. De gemeente voert de regie op het proces, maar de klant is zelf verantwoordelijk voor het slagen van een traject. Met deze visie stelt de gemeente elke inwoner zo optimaal mogelijk in staat een duurzaam sociaal bestaan op te bouwen, mits er dusdanige fysieke of mentale belemmeringen zijn die dat in de weg staan. Daarbij zijn het verkrijgen of behouden van werk, een goede (psychosociale) gezondheidssituatie en het voorkomen van een sociaal isolement belangrijke graadmeters. 1.2 Doelgroep en toelatingsbeleid Integrale schuldhulpverlening staat in principe open voor alle inwoners van de gemeente Vlagtwedde met problematische schulden. Onder problematische schuld wordt verstaan: De situatie dat redelijkerwijs is te voorzien dat een persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of waarin hij heeft opgehouden te betalen1. Wel zal bekeken dienen te worden wat de reden is van de schulden. Heeft iemand bijvoorbeeld schulden gekregen doordat die heeft gefraudeerd dan heeft deze de schulden aan zichzelf te wijten. In dat geval past het niet om gratis schuldhulpverlening aan te bieden, maar dient die persoon de kosten zelf te betalen. Dit geldt evenzeer voor andere verwijtbare schulden; waaronder het door eigen toedoen hebben laten stuklopen van een eerdere schuldregeling (recidive). In het geval van recidive geldt een wachttijd van twee jaar vanaf de datum dat het vorige traject is gestopt, tenzij de persoon in kwestie de schuldhulpverlening volledig zelf bekostigt. De wet sluit de volgende groepen uit van een beroep op schuldhulpverlening: - Dak- en thuislozen: de wet schrijft voor dat dak- en thuislozen opgevangen worden door de centrumgemeenten. In ons geval is dat de gemeente Groningen. Dak- en thuislozen worden daarom doorverwezen naar de gemeente Groningen; - Zelfstandigen met een eigen bedrijf (de wet heeft het over inwoners en niet over bedrijven of rechtspersonen: zij kunnen een beroep doen op het Besluit 5
bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz). Als de ondernemer niet in aanmerking komt voor een Bbz- krediet, omdat het bedrijf niet levensvatbaar is, is het niet zinvol om schuldhulp aan te bieden. De zelfstandige doet er beter aan te stoppen om grotere financiële problemen te voorkomen. Wel stellen wij schuldhulpverlening open voor natuurlijke personen die schulden hebben in verband met liquidatie van een onderneming mits de activiteiten van de onderneming van de natuurlijke persoon feitelijk gestopt zijn; 1 Wij hanteren de normen van branchevereniging NVVK. Deze normen worden landelijk gezien als de beste vertaling van de nieuwe wet gemeentelijke schuldhulpverlening.
1.3 Integraal Financiële problemen staan zelden op zich. Vaak liggen er psychosociale of bijvoorbeeld verslavingsproblemen aan ten grondslag. Om financiële problemen te kunnen oplossen of hanteerbaar maken, zullen overige omstandigheden die hiermee op enige wijze in verband kunnen staan opgelost dan wel aangepakt moeten worden. Gebeurt dat niet, dan is herhaling van de schuldenproblematiek gegarandeerd. Zelfredzaamheid is hierbij een belangrijk principe. Wanneer een hulpvrager niet zelfredzaam is dan is de dienstverlening erop gericht om de zelfredzaamheid maximaal te vergroten (bijvoorbeeld het reintegratietraject –plan van aanpak). Voor de aanpak van ‘overige’ problemen kan doorverwijzing plaatsvinden naar een ketenpartner, bijvoorbeeld maatschappelijk werk, Humanitas, voedselbank, verslavingszorg. 1.4 Eigen verantwoordelijkheid De eigen verantwoordelijkheid van de cliënt is een belangrijke voorwaarde voor een succesvol schuldhulpverleningstraject. In de wet is ook een algemene medewerkingverplichting opgenomen. Belangrijke verplichtingen in dit kader zijn de verplichting mee te werken aan het wegnemen van bijvoorbeeld de oorzaken van de problematische schulden, de verplichting om mee te werken aan stabilisatie van inkomsten en uitgaven en de verplichting om een schuldhulptraject volledig af te maken. Dit houdt in dat van de klant verwacht wordt dat hij een actieve rol vervult. De cliënt dient zich maximaal in te zetten voor het slagen van het traject. Als de klant geholpen wil worden dient hij zich te houden aan de voorwaarden die van te voren worden vastgesteld. Deze voorwaarden zijn: - Cliënt is zelf verantwoordelijk voor het indienen van de aanvraag schuldhulpverlening of verleent alle medewerking aan zijn hulpverlener om samen een aanvraag in te dienen; - het inkomen wordt zo nodig beheerd in een budgetbeheersrekening; - alle schulden moeten bij de hulpverlening meegenomen worden; - cliënt moet volledig inzicht geven in alle relevante gegevens; - Hij/zij gaat geen nieuwe financiële verplichtingen aan en komt bestaande financiële verplichtingen na; - In het geval van werkloosheid is de cliënt verplicht zich volledig in te zetten om betaald werk te vinden en aan de geboden re-integratieondersteuning van de gemeente; - Indien noodzakelijk moet aan aanverwante problematiek (bijv. de psychosociale problematiek) worden gewerkt en is de klant verplicht hieraan mee te werken; - Indien vanuit de gemeente voor de schuldhulpverlening kosten moeten worden gemaakt, is de cliënt een eigen bijdrage verschuldigd van 50 euro per maand. Indien de draagkracht daartoe ontbreekt, kan bijzondere bijstand worden aangevraagd. Door het kennen van de voorwaarden is het cliënt ook duidelijk wat de consequenties zijn bij het door eigen toedoen laten mislukken van de schuldhulpverlening.
6
1.5 Duurzaamheid Het schuldhulpverleningstraject is gericht op duurzaamheid. Duurzaamheid houdt voor verschillende doelgroepen iets anders in: 1) Bij voorkeur leert de cliënt zelf inschatten en bewaken dat hij rond komt met zijn inkomen. Hij leert hoe hij zijn inkomen kan vergroten (bijv. door het aanvragen van landelijke en of regionale minimaregelingen) of op peil kan houden. Daar hoort bij dat hij betalingen en schuldaflossing tijdig voldoet. Soms is het geven van informatie en advies al voldoende. Doel is een duurzaam schuldvrij bestaan voor de klant. Indien gewenst kan een specifieke vrijwilligersorganisatie hier ondersteuning bieden. 2) Eventueel vindt tijdelijk beheer van het inkomen plaats. Doel is dat de cliënt zelfredzaam wordt, de schulden beheersbaar blijven en dat hij op termijn zelf in staat is zijn schuld terug te dringen of geheel af te lossen. 3) Sommige personen zullen nooit in staat zijn volledig zelfstandig een gezonde financiële situatie bereiken. In dat geval is bewindvoering ook wel beschermingsbewind genoemd de meest aangewezen voorziening. Doel is dan dat het inkomen duurzaam beheerd blijft door de bewindvoerder. Momenteel wordt dit uitgevoerd door de GKB, maar dit staat ook open voor andere partijen. Voorwaarde is dat de organisatie lid is van de branchevereniging PBI. 4) De gemeente Vlagtwedde gaat uit van de verantwoordelijkheid, kracht en creativiteit van de inwoners zelf. Bij problemen gaat de gemeente er vanuit dat burgers die zelf oplossen, waar nodig en mogelijk hun sociale netwerk daarbij betrekken. Alleen in de situaties waarin dit niet voldoende is, voorziet de gemeente in ondersteuning. Kenmerkend voor het denken dat aan de verantwoordelijk ten grondslag ligt, is dat professionals alleen in beeld komen als dat echt hoogst noodzakelijk is. Voor inwoners met schulden betekent dit dat de ondersteuning die zij krijgen is afgestemd op hun zelfredzaamheid en de kwaliteit van hun sociaal netwerk. Hoe sterker deze twee zaken zijn, des te beperkter is de ondersteuning. Heel concreet wordt dit bijvoorbeeld zichtbaar bij de uitvoering van het budgetbeheer. 5) In alle gevallen geldt dat niet alleen het probleem zelf maar ook de onderliggende oorzaak van het probleem wordt aangepakt (gedragsverandering). Dit is de beste manier om een terugval te voorkomen. Dit kan betekenen dat gedurende het traject cliënten ook ondersteund kunnen worden door andere instanties. 6) Het gedrag is van invloed op de vraag of het inzetten van een traject succesvol kan zijn. Schuldhulpverlening kan niet geboden worden als een aanvrager niet meewerkt. Als de financiële situatie niet meer te saneren is middels een minnelijke regeling rest nog de weg van de wettelijke schuldsanering of faillissement. 1.6 Beheersbaarheid van de schuldhulpverlening Om de schuldhulpverlening betaalbaar en voor iedereen toegankelijk te houden zijn de volgende maatregelen van toepassing: 1) De gemeente doet aan preventie om grotere schulden te voorkomen door samen te werken met woningstichtingen en nutsbedrijven die betalingsachterstanden aan de gemeente melden, zodat in een vroeg stadium ondersteuning geboden kan worden. 2) De gemeente vergoedt alleen kosten in het kader van het schuldhulpverleningstraject als de gemeente daarvoor van te voren schriftelijk toestemming heeft verleend. Om die reden is aanmelding bij de GKB te Assen alleen mogelijk via de gemeente Vlagtwedde, anders worden de kosten niet door Vlagtwedde vergoed. Het spreekuur van de GKB in Sellingen komt daarmee te vervallen, daarvoor in de plaats organiseert de gemeente een voorportaal schuldhulpverlening. Besparing aan kosten GKB: 20.000 euro. Investering voorportaal door Vlagtwedde 10.000 euro. Besparing per saldo 10.000 euro. 7
3) Indien voor de schuldhulpverlening kosten moeten worden gemaakt, is de cliënt een eigen bijdrage verschuldigd van 50 euro per maand ongeacht inkomen of vermogen. Indien de draagkracht daartoe ontbreekt, staat een aanvraag voor bijzondere bijstand open. Besparing 120 klanten x 50 x 12 maanden is 72.000 euro. Hogere kosten aan bijzondere bijstand: 60 klanten x 50 x 12 maanden is 36.000 euro. Besparing per saldo 36.000 euro. 4) De duur van een budgetbeheersrekening wordt beperkt tot twee jaar. Als een cliënt een langere termijn wil, dan komen de kosten na twee jaar volledig voor rekening van de cliënt. Een uitzondering op de twee jaar kan gemaakt worden indien er sprake is van een goed lopend minnelijk/wettelijk traject en wanneer met argumenten onderbouwd een beperking van twee jaar zou leiden tot het afbreken van het traject. Besparing 30 x 800 euro is 24.000 euro. 5) De gemeente werkt zoveel mogelijk samen met andere belangenbehartigers (zoals Humanitas, Rzijn, (Ouderen)bonden, maatschappelijk werk, etc.) die ook aan schuldhulpverlening doen, zonder dat de gemeente daar direct financieel aan bij moet dragen. 6) De gemeente stelt duidelijke eisen aan de schuldhulpverlening. Alleen cliënten die zich conformeren aan deze eisen krijgen ondersteuning van de gemeente en komen in aanmerking voor een vergoeding van kosten in het kader van de schuldhulpverlening. 7) Cliënten met schulden in verband met fraude waarbij een bestuursorgaan financieel benadeeld is, kunnen geen kosten vergoedt krijgen in het kader van schuldhulpverlening. 8) Cliënten die na een schuldhulpverleningstraject weer in de schulden komen (recidive) of waarvan het schuldhulpverleningstraject door eigen toedoen in een eerder stadium is beëindigd moeten twee jaar wachten, totdat ze in aanmerking komen voor vergoeding van kosten voor de schuldhulpverlening. 9) Als de gemeente budgetbeheer bekostigd dan wordt getracht om een bijdrage van 2% te verrekenen met het door te betalen bedrag aan de ontvangende partijen (Woningstichting, energieleveranciers, etc.). Besparing is 2% van de geraamde omzet van 1,5 miljoen euro is 30.000 euro. Op bovenstaande punten is een hardheidsclausule van toepassing indien toepassing leidt tot onbillijkheden van overwegende c.q. ernstige aard.
8
HOODSTUK 2. KWALITEIT VAN SCHULDHULPVERLENING Om een hoge kwaliteit in de schuldhulpverlening te kunnen waarborgen is het van belang dat de cliënt volledig in beeld is. Zoals eerder beschreven betekent dit dat de gemeente niet alleen kijkt naar de financiële situatie van de cliënt. Deze situatie vloeit over het algemeen voort uit een bepaald gedrag. Het gedrag is de oorzaak en de financiële situatie is het gevolg. Alleen het verbeteren van de financiële situatie geeft daarom geen duurzaam resultaat. Daarvoor moet de cliënt zijn gedrag veranderen. Om kwaliteit te leveren en te behouden zijn een aantal aspecten belangrijk: 1. Actief wachtlijst beheer; 2. Preventiebeleid; 3. Nazorgbeleid 4. Regievoering; 5. Algemene wet bestuursrecht; 6. Gezinnen met kinderen; 7. Overige borging van kwaliteit; 8. Resultaten De gemeente gaat deze kwaliteitseisen borgen in een uitvoeringsovereenkomst die jaarlijks wordt afgesloten 2.1 Actief wachtlijst beheer Een snelle dienstverlening betekent een minder grote schuldenlast. Daarom schrijft de wet een maximale wachttijd van 4 weken voor. Dat wil zeggen dat er binnen vier weken na eerste melding een intakegesprek moet plaatsvinden. Maximale wachttijd De doelstelling van schuldhulpverlening is dat binnen vier weken na aanmelding het intake gesprek bij de gemeente plaatsvindt waarin de hulpvraag wordt vastgesteld. De hulpvraag kan pas echt goed worden vastgesteld als de cliënt alle gegevens overlegt en een compleet beeld geeft van de situatie. Alleen dan kan een eventuele doorverwijzing plaatsvinden naar een schuldhulpverlener waar kosten aan verbonden zijn. Als de cliënt de benodigde gegevens niet aanlevert of als de burger niet reageert, dan wordt de zaak uiteindelijk gesloten, totdat de burger zich eventueel opnieuw meldt. Indien er sprake is van bedreigende schulden heeft de regering een maximale wachttijd van 3 werkdagen vastgesteld. Bedreigende schulden zijn schulden die betrekking hebben op de levering van energie, water, de huur van een woning of de premie voor een zorgverzekering. Met ingang van dit beleidsplan zal daarom bij bedreigende schulden een wachttijd worden gehanteerd van maximaal 3 werkdagen. Doorlooptijd In de wet wordt aan de doorlooptijd geen eisen gesteld. Wel beoogt de wet om in een plan op te nemen hoeveel weken er nodig zijn om een resultaat te bereiken. Het uitgangspunt bij schuldhulpverlening van de gemeente Vlagtwedde is dat er altijd wordt gestreefd naar een zo snel mogelijke dienstverlening. Per situatie zal maatwerk geleverd worden. De gemeente verwacht wel dat de burger volledige en correcte opening van zaken geeft ten aanzien van inkomsten, uitgaven en betalingsverplichtingen. Van de burger mag in redelijkheid die medewerking gevraagd worden, die tot een effectieve afronding van de schuldhulpvraag leidt, zodat de kans op herhaling vermindert en juridische uitsluiting op grond van bijvoorbeeld onverantwoord koopgedrag, fraude, dan wel een misdrijf kan worden voorkomen. Uitsluiting is en blijft echter mogelijk en dat zal een effectieve oplossing van de individuele problematiek vertroebelen. De gemeente is wel gebaat bij een echte oplossing, zeker ook in het geval, dat de burger zijn situatie niet kan begrijpen, zelf geen besluit over zijn handelen kan nemen of de gevolgen van zijn situatie niet kan overzien. In dat geval is beschermingsbewind c.q bewindvoering het meest aangewezen traject. 9
2.2 Preventie Het is van belang dat preventie laagdrempelig is en zich richt op voorkoming van dreigende situaties. Preventie begint al op de basisschool en voortgezet onderwijs. In de contacten met het onderwijs zal de gemeente het belang van gezond financieel beheer onder de aandacht brengen met het verzoek hier aandacht aan te besteden in het onderwijsprogramma. Integrale schuldhulpverlening bevat bovendien ook activiteiten gericht op preventie om problematische schulden zoveel mogelijk te voorkomen door bijvoorbeeld voorlichting, vroegsignalering door afspraken te maken met woningstichtingen en nutsbedrijven wanneer betalingsachterstanden ontstaan, bestrijding niet gebruik of budgetbegeleiding, alsmede het verlenen van nazorg om te voorkomen dat schuldenaren opnieuw in een zelfde soort situatie terecht komen. Preventie biedt logische voordelen voor zowel cliënt als schuldeisers. Er kan meer aan de hand zijn, bijvoorbeeld gezondheidsproblemen, fysieke of mentale problemen, gedragsstoornis. Het kan zijn dat mensen niet alle mogelijkheden benutten, niet goed weten waar wat te vinden is of niet de moeite er voor willen doen, misschien wel wars zijn door de problemen. Doel van preventie is: - problematische schulden zo veel mogelijk voorkomen; - zicht te geven op de ‘ins en outs’ van een gezonde financiële huishouding; - bewustwording te creëren over slecht betalingsgedrag en/of een overmatig uitgavenpatroon; - zicht te geven op en bewustwording te creëren over de eigen mogelijkheden om de financiële situatie te verbeteren / adequaat te beheersen; - door bovenstaande de vraag naar trajecten schuldhulpverlening te verminderen (terugverdieneffect). Om preventie vorm en inhoud te geven worden onder andere de volgende producten aangeboden: - Steunstee: meldpunt voor informatie, advies en doorverwijzing bij problematische schulden of andere problematiek; - Ondersteuning door belangenbehartigers zoals, Humanitas, Rzijn, (Ouderen)bonden, maatschappelijk werk, etc.; - Voorlichting bij het intakegesprek van de sociale dienst; - Informatievoorziening omtrent schuldenproblematiek via lokale media, werkmap voor cliënten van de sociale dienst, folders bij ketenpartners; - Contact met ketenpartners om de knelpunten in beeld te brengen; - Inzet door de GKB die diverse programma’s hebben t.a.v. preventie; - Tijdelijke ondersteuning vanuit de voedselbank. De gemeente streeft er naar om een preventieconvenant te realiseren, waarin alle betrokken partijen in het lokale maatschappelijk welzijnsveld zijn betrokken en waarbij preventie en vroegsignalering wordt gefaciliteerd en waarbij inzet van vrijwilligers en passende projecten gestimuleerd wordt. 2.3 Nazorg Het succesvol afronden van een schuldregeling betekent niet automatisch het einde van budgetbeheer. Deze ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. Het aanbieden van nazorggesprekken is gekoppeld aan het beëindigen van budgetbeheer. Het einde van budgetbeheer is immers het moment dat (ex)cliënten worden losgelaten en hun financiën weer volledig zelf moeten regelen. Bewindvoering (blijvende budgetbeheer) Uit de praktijk blijkt dat er een groep mensen is die langdurig een vorm van budgetbeheer nodig heeft. In dat geval is bewindvoering de meest aangewezen voorziening. De rechter bepaald in een dergelijke situatie de kosten van bewindvoering, waarvoor bijzondere bijstand aangevraagd kan worden.
10
2.4 Regie De regie in een proces van schuldhulpverlening wordt in de vraaggestuurde aanpak maximaal bij de klant zelf gelegd. De wet verwacht dat gemeenten de coördinatie van de integrale aanpak op schuldhulpverlening op zich neemt. De coördinatiefunctie ligt daarmee formeel bij de gemeente. Binnen de gemeente is de overall coördinatiefunctie organisatorisch ondergebracht bij sociale zaken. Hieronder vallen de volgende taken: - toezicht op het naleven van de doelstellingen; - sturing naar aanleiding van managementinformatie op de genoemde doelstellingen; - uitvoeren van het beleidsplan, opstellen van werkafspraken en werkprocessen en het toezien op de naleving hiervan; - het periodiek overleggen met partijen inzake schuldhulpverlening. 2.5 Algemene wet bestuursrecht Er ontstaat niet van rechtswege een recht op schuldhulpverlening op grond van de wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Een eventueel recht ontstaat nadat het college de beslissing heeft genomen tot aanbod van schuldhulpverlening. Een beslissing van het college tot het doen van een aanbod of tot het weigeren van schuldhulpverlening is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Tegen een dergelijke beslissing is dan ook bezwaar en beroep mogelijk. Ex. artikel 1:3, derde lid Awb is een beleidsregel – een bij besluit vastgelegde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van het bestuursorgaan. Indien iemand wordt aangemeld bij de GKB of een andere instantie blijft de rechtbescherming van de persoon onveranderd. Voor de persoon staan een aantal middelen ter beschikking als de persoon in kwestie niet kan instemmen met de werkwijze, keuzes of beslissingen van de schuldhulpverlenende instantie; op dit moment de GKB. De GKB kent een klachten- en een geschillenreglement. Op basis van deze reglementen kan iemand een klacht of een verzoek tot heroverweging van een beslissing voorleggen. De GKB is lid van de branchevereniging Nvvk (Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet) en de branchevereniging PBI. De Nvvk kent een klachtenprocedure indien de GKB volgens de persoon in strijd handelt met een van de drie gedragscodes over de daarop gebaseerde overeenkomsten. De Nvvk kent daarvoor een Commissie Kwaliteitszorg. In het geval de gemeente in de toekomst besluit om met een andere partij een overeenkomst aan te gaan dient deze partij eveneens aangesloten te zijn bij de branchevereniging Nvvk en over een klachten en geschillencommissie te beschikken. 2.6 Gezinnen met kinderen Gezinnen met kinderen waarbij een schuldenproblematiek aanwezig is, staan alle mogelijkheden binnen de integrale schuldhulpverlening open. Daarbij wordt eveneens bekeken of een netwerk van hulpverleningsorganisaties (ketenpartners) ingezet moet worden. Tevens wordt daarbij rekening gehouden of andere instanties zoals, school van de kinderen en Centrum voor Jeugd en Gezin en Veiligheid (CJGV) ingezet moeten worden. Het CJGV kan uiteraard ook zelf actief gebruik maken van de mogelijkheden van schuldhulpverlening ten behoeve van hun cliënten. 2.7 Overige borging van kwaliteit Om de kwaliteit van de schuldhulpverlening in de gemeente Vlagtwedde verder te borgen worden een aantal uniforme regels gehanteerd: a). Gedragscodes schuldhulpverlening De Vereniging voor Schuldhulpverlening en Sociaal Bankieren vormen samen de branchevereniging NVVK. De branchevereniging heeft drie gedragscodes geformuleerd 11
waar de gemeente Vlagtwedde zich aan confirmeert. Deze gedragscodes zijn erkend door zowel de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) als door de rechtbanken in Nederland. Dit laatste is van belang wanneer een cliënt aanspraak wil maken op de WSNP. b). Kwaliteitsnorm Vooruitlopend op certificering heeft de NVVK een aantal modules ‘schuldhulpverlening nieuwe stijl’ ontwikkeld. Deze zijn gericht op de uitvoering en werken. De Gedragscode Schuldregeling is het belangrijkste. Deze regeling is breed geaccepteerd als de basis voor schuldregelingen in Nederland. Deze code regelt onder meer het 120-dagenmodel (maximale duur traject) en het financieel beheer. De gedragscode is bindend wijst de praktijk uit. Deze nieuwe stijl houdt in dat eerst de financiële situatie van de cliënt gestabiliseerd wordt (door middel van een vorm van budgetbeheer). Het daadwerkelijke schuldregelen wordt pas opgepakt als de financiële situatie van de klant is gestabiliseerd. De GKB Assen is volledig gecertificeerd volgens de normen van de NVVK en de Bpbi. Hierdoor voldoet de gemeente Vlagtwedde aan de kwaliteitseisen van de wet. In het geval de gemeente in de toekomst besluit om met een andere partij een overeenkomst aan te gaan dient deze partij eveneens gecertificeerd te zijn volgens de normen van de NVVK dan wel Bpbi indien er sprake is van bewindvoering. 2.8 Resultaten Hieronder staan een aantal concrete resultaten die zoveel mogelijk gemeten en geëvalueerd kunnen worden, namelijk: Wachttijd bedreigende schulden
Indien er sprake is van een bedreigende situatie vindt binnen drie werkdagen het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt gesteld.
Wachttijd
De tijd tussen aanmelding en intake bedraagt maximaal vier weken.
Stabilisatie
Indien van toepassing wordt budgetbeheer zo snel mogelijk gerealiseerd.
Doorlooptijd
De doorlooptijd van de integrale intake, vanaf het eerste gesprek tot aan de afwijzing of start van het vervolgtraject, bedraagt gemiddeld 12 weken.
Nazorggesprek
Binnen 3 maanden na einde schuldhulpverleningstraject vind er contact plaats om na te gaan hoe het gaat.
Intakes
Schatting is 100 per jaar.
12
HOOFDSTUK 3
FINANCIËN
Voor de uitvoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en dit beleidsplan schuldhulpverlening stelt de gemeenteraad jaarlijks een budget beschikbaar. Burgers kunnen geen rechten aan dit budget ontlenen. In de gemeentelijke begroting is voor de schuldhulpverlening 175.000 euro beschikbaar. 3.1 Geen extra middelen van het rijk De wetgever heeft de taak om aan te geven of de inhoud van de wet leidt tot een taakverzwaring van de gemeenten en, als dit het geval is, hoe deze taakverzwaring gefinancierd moet worden. De wetgever heeft uitgesproken dat het niet de bedoeling is om (structureel) extra middelen beschikbaar te stellen. Het Rijk gaat naast extra kosten ook uit van een inverdieneffect door een extra inzet op preventie, het voorkomen van recidive en nazorg en efficiëntie op aanverwante gemeentelijke taakgebieden (bijzondere bijstand, re-integratie, afsluitingen nutsvoorzieningen, huisuitzettingen, verslaafdenzorg). De financiële consequenties van deze inverdieneffecten kan het Rijk (nog) niet zichtbaar maken. Duidelijk is dat er geen extra geld beschikbaar komt, terwijl het beroep op schuldhulpverlening stijgt. 3.2 Effect van de maatregelen Zoals in paragraaf 1.6 beschreven zijn de volgende maatregelen van kracht om de kosten van schuldhulpverlening betaalbaar te houden: 1) De gemeente doet aan preventie om grotere schulden te voorkomen door samen te werken met woningstichtingen en nutsbedrijven die betalingsachterstanden aan de gemeente melden, zodat in een vroeg stadium ondersteuning geboden kan worden. Preventie moet leiden tot voorkoming van problematische schulden met alle financiële gevolgen die daarmee verband houden. Dit is moeilijk in geld uit te drukken. Aan de preventie activiteiten zijn naast de inzet van ambtelijke uren geen kosten verbonden. 2) De gemeente vergoedt alleen kosten in het kader van het schuldhulpverleningstraject als de gemeente daarvoor van te voren schriftelijk toestemming heeft verleend. Om die reden is aanmelding bij de GKB te Assen alleen mogelijk via de gemeente Vlagtwedde, anders worden de kosten niet door Vlagtwedde vergoed. Het spreekuur van de GKB in Sellingen komt daarmee te vervallen, daarvoor in de plaats organiseert de gemeente een voorportaal schuldhulpverlening. Het effect hiervan zal zijn dat er minder mensen doorverwezen zullen worden naar de GKB wat een besparing oplevert in de intakes en schuldhulpverleningsproducten. Besparing aan kosten GKB: 20.000 euro. Investering voorportaal door Vlagtwedde 10.000 euro. Besparing per saldo 10.000 euro. 3) Indien voor de schuldhulpverlening kosten moeten worden gemaakt, is de cliënt een eigen bijdrage verschuldigd van 50 euro per maand ongeacht inkomen of vermogen. Indien de draagkracht daartoe ontbreekt, staat een aanvraag voor bijzondere bijstand open. Besparing 120 klanten x 50 x 12 maanden is 72.000 euro. Hogere kosten aan bijzondere bijstand: 60 klanten x 50 x 12 maanden is 36.000 euro. Besparing per saldo 36.000 euro. 4) De duur van een budgetbeheersrekening wordt beperkt tot twee jaar. Als een cliënt een langere termijn wil, dan komen de kosten na twee jaar volledig voor rekening van de cliënt. Een uitzondering op de twee jaar kan gemaakt worden indien er sprake is van een goed lopend minnelijk/wettelijk traject en wanneer met argumenten onderbouwd een beperking van twee jaar zou leiden tot het afbreken van het traject. Besparing 30 x 800 euro is 24.000 euro. 5) De gemeente werkt zoveel mogelijk samen met andere belangenbehartigers (zoals Humanitas, Rzijn, (Ouderen)bonden, maatschappelijk werk, etc.) die ook aan 13
6) 7) 8)
9)
Nr. 2 3 4 9
schuldhulpverlening doen, zonder dat de gemeente daar direct financieel aan bij moet dragen. De gemeente stelt duidelijke eisen aan de schuldhulpverlening. Alleen cliënten die zich conformeren aan deze eisen krijgen ondersteuning van de gemeente en komen in aanmerking voor een vergoeding van kosten in het kader van de schuldhulpverlening. Cliënten met schulden in verband met fraude waarbij een bestuursorgaan financieel benadeeld is, kunnen geen kosten vergoedt krijgen in het kader van schuldhulpverlening. Cliënten die na een schuldhulpverleningstraject weer in de schulden komen (recidive) of waarvan het schuldhulpverleningstraject door eigen toedoen in een eerder stadium is beëindigd moeten twee jaar wachten, totdat ze in aanmerking komen voor vergoeding van kosten voor de schuldhulpverlening. Als de gemeente budgetbeheer bekostigd dan wordt getracht om een bijdrage van 2% te verrekenen met het door te betalen bedrag aan de ontvangende partijen (Woningstichting, energieleveranciers, etc.). Besparing is 2% van de geraamde omzet van 1,5 miljoen euro is 30.000 euro. Omschrijving Instellen voorportaal en vervallen spreekuur GKB in Sellingen Invoeren eigen bijdrage De duur van de budgetbeheersrekeningen beperken tot 2 jaar Kredietbeperking van 2% op doorbetalingen Totaal
Besparing 10.000 euro 36.000 euro 24.000 euro 30.000 euro 100.000 euro
In 2012 is een opnamestop met een wachtlijst ingesteld om de kosten te beheersen. Daardoor zijn de kosten in 2012 uitgekomen op 203.000 euro. Zonder de maatregelen waren de kosten opgelopen tot 240.000 euro, verder oplopend naar 275.000 euro in 2013 (inschatting). De jaarlijkse kosten ad 275.000 euro vermindert met de besparingen ad 100.000 euro brengt de jaarlijkse kosten op 175.000 euro, gelijk aan het bedrag dat in de gemeentelijke begroting bij het product schuldhulpverlening staat opgenomen. 3.3. De gemeentelijke kredietbank (GKB) Het aantal mensen dat niet op eigen kracht haar financiële problemen kan oplossen blijft groeien. De gemeente Vlagtwedde heeft sinds 1999 een overeenkomst afgesloten met de Gemeentelijke Kredietbank (GKB) in Assen. Jaarlijks wordt een uitvoeringsovereenkomst afgesloten en middelen beschikbaar gesteld voor de uitvoering van schuldhulpverlening. Hiermee kunnen er per jaar andere accenten in de schuldhulpverlening worden gelegd. Vooralsnog blijft de GKB de primaire samenwerkingspartner. Echter staat het de gemeente vrij om met andere schuldhulpverleners samen te werken en zaken te doen. Daarbij is het wel van belang dat deze Nvvk en/of Bpbi gecertificeerd zijn. Middels een openbare aanbesteding kan een economisch meest gunstige aanbieder worden geselecteerd dat tevens kan leiden in het verder beheersbaar houden van de kosten en budgetten.
14