Module 4
Behandeling van wonden en letsels Als u deze module gevolgd hebt, weet u: Wat u moet doen bij mogelijk inwendig bloedverlies Wat u moet doen bij uitwendig bloedverlies Wat u moet doen bij uitwendige verwondingen Hoe u botbreuken en wervelbreuken kunt herkennen Wat u moet doen bij oogletsel Wat u moet doen bij vergiftigingen Waarop u moet letten bij elektriciteitsongevallen
Ongevallen waarbij u altijd 112 laat bellen Beoordelen of sprake is van inwendig letsel/bloedverlies heeft hoogste prioriteit want dit kan leiden tot shock. Het verhelpen van inwendige bloeding moet zo snel mogelijk in het ziekenhuis gebeuren. Inschatten of door de aard van het ongeval inwendig letsel te verwachten is. Bel altijd meteen 1-1-2 bij: -
Val van grote hoogte (meer dan twee/drie keer eigen lichaamslengte) Ongevallen waarbij het slachtoffer met veel kracht of snelheid geraakt is (explosie, botsing etc.) Ongevallen waarbij het slachtoffer zeer hard in de borst of buik is geraakt of waarbij mogelijk een voorwerp is binnengedrongen in borst of buik
Wacht niet tot de verschijnselen van ernstig bloedverlies optreden want dan kan het al te laat zijn. Bij vaststellen of vermoeden van shock geeft u het slachtoffer niets te drinken. Bloedingen Bij uitwendig bloedverlies: laat het slachtoffer liggen en probeer de bloeding te stelpen door het lichaamsdeel omhoog te brengen en druk uit te oefenen op de wond. Uitwendige verwondingen: Schaafwond niet zelf behandelen als: • ze groter zijn dan de handpalm, • op kwetsbare plek (bijvoorbeeld gezicht) zitten • bij rommel (steentje, glas etc.) of vuil in de wond.
Snijwond niet zelf behandelen als: • hij diep is of langer dan een centimeter waardoor de wond open staat • als hij veroorzaakt is door een vies voorwerp (bijvoorbeeld een gebruikt keukenmes) • hij op een lastige plek (hoofd, gezicht, knieholte etc) zit • er nog een voorwerp in de wond zit.
Brandwonden Beoordeel brandwonden door te kijken. De verschillende brandwonden: Eerstegraads brandwond: a. De huid is rood, licht gezwollen en pijnlijk. b. Actie: koel met lauw, zacht stromend water, tenminste 10 minuten. Tweedegraads brandwond: a. De huid is rood, licht gezwollen en pijnlijk en vertoont blaren. b. Actie: koel met lauw, zacht stromend water, tenminste 10 minuten. Blijf zonodig koelen en dek schoon af met speciaal verband voor brandwonden (metalline verband), bij voorkeur steriel. Derdegraads brandwond: a. De huid is grauwwit of zwart, hard en de brandplek zelf is niet pijnlijk, maar de huid eromheen wel. b. Actie: koel met lauw, zacht stromend water, tenminste 10 minuten. Blijf zonodig koelen en dek schoon af met speciaal verband voor brandwond (metalline verband). Vastzittende kleding niet lostrekken. Chemische verbranding: Bij chemische ‘verbranding’ kleding juist wel verwijderen met beschermende handschoenen. Daarna minimaal 30 minuten spoelen. Shock Uitgebreide brandwonden kunnen ook leiden tot shock door vochtverlies. Waarschuw bij uitgebreide brandwonden altijd direct de professionele hulpverleners. Niet doen: Laat slachtoffers niet liggen. Bij beschadigde longen door bijvoorbeeld rook kan oedeem (vocht in de longen) en daardoor ademhalingsproblemen ontstaan. Laat slachtoffers altijd zitten of staan. Prik blaren niet door en breng geen zalf, poeder etc op wond aan.
Oogletsel Beoordeel oogletsel door te kijken en te vragen. Let op rode of tranende ogen, toegeknepen oogleden, pijn en verminderd gezichtsvermogen. a. Doordringend voorwerp in het oog. b. Actie: verwijder het voorwerp niet. a. Niet-doordringend voorwerp in het oog. b. Actie: alleen verwijderen als voorwerp los zit en op oogwit zit a. Bijtende stof in het oog. b. Actie: spoel het oog 30 minuten. a. Verbranding van het oog b. Actie: spoel het oog 10 minuten
Botbreuken a. Beoordeel botbreuken door te kijken en te vragen. Niet door te voelen. b. Actie: Houd het getroffen lichaamsdeel onbeweeglijk, een arm bijvoorbeeld tegen het lichaam aan. Geef steun door bijvoorbeeld een opgerolde deken langs het been te leggen. Dek bij een open botbreuk de wond voorzichtig met steriel gaas af. Beoordeel of een ambulance nodig is bij breuken aan vingers, pols of onderarm. Roep altijd een ambulance op bij meervoudig letsel, mogelijke wervelbreuk, breuken aan bekken, heup, benen.
Wervelbreuken Wervelbreuken zijn te herkennen aan: Pijn of functiebeperking in nek of rug Tintelingen of verlammingsverschijnselen in armen of benen Actie: laat het slachtoffer liggen zoals u hem aantreft, voorkom elke beweging van de wervelkolom. Als het slachtoffer in verband met levensgevaar toch verplaatst moet worden, sleep hem dan in de lengterichting weg.
Elektriciteitsongevallen Elektriciteitsongevallen: Stroom die door het lichaam gaat kan ernstige wonden veroorzaken en zelfs dodelijk zijn. Verschijnselen bij milde (220 volt) elektriciteitsongevallen: Spierkramp, brandwonden Bij hoogspanning: stilstand bloedsomloop, bewusteloosheid, ademstilstand, (ernstige) brandwonden. Acties: Verbreek de stroomtoevoer (Let op uw eigen veiligheid en vang eventueel het slachtoffer op; na het verbreken van de stroom ontspannen de spieren zich en kan het slachtoffer op de grond vallen). Slachtoffer bij bewustzijn: Stel het slachtoffer gerust Handel bij brandwonden zoals boven Slachtoffer bewusteloos: Stel de vitale functies veilig Handel bij brandwonden zoals boven
Giftige stoffen Giftige stoffen kunnen via spijsverteringsstelsel, ademweg of huid binnendringen. Verschijnselen zijn uiterst gevarieerd en niet altijd direct herkenbaar. Bel 1-1-2 voor advies en instructie. Slachtoffer is bewusteloos: Giftige stof onbekend: stel vitale functies veilig Giftige stof bekend: stel vitale functies veilig, meld aard giftige stof aan hulpverleners en geef restant gif of verpakking mee
Slachtoffer is niet bewusteloos: vraag welke stof hij heeft binnengekregen.
Behandeling afhankelijk van wijze en aard vergiftiging. A: Vergiftiging via spijsverteringskanaal: Bijtende stoffen (vaatwasmiddelen, gootsteenontstoppers, toiletreinigers etc.) Laat slachtoffer 1 tot 2 glazen water drinken. Wek geen braken op. Petroleumproducten (vluchtige stoffen op oliebasis) of schuimvormende middelen Laat slachtoffer niet drinken. Wek geen braken op. Overige stoffen (zoals medicijnen), overleg met huisarts of 1-1-2 of, en zo ja welke, hulp u kunt bieden. Laat slachtoffer vooral niet drinken. Wek braken op als de huisarts dat heeft geadviseerd. B: Vergiftiging via ademweg of longen: Let op eigen veiligheid en die van anderen Stel vitale functies veilig, maar beadem niet als daardoor gevaar voor uzelf kan ontstaan Schakel professionele hulp in (ook al zijn er geen verschijnselen). Breng slachtoffer in frisse lucht. C: Vergiftiging via huid: Zie brandwonden