INFOFICHE HD I105 PROCEDURES VOOR VERPLEEGKUNDIGEN
–
8.f. B1 WONDVERZORGING
1
Indicaties
Wanneer – bij wie? Bij slachtoffers met wonden, t.t.z. letsels waar de huid doorbroken is. Wanneer niet? Bij slachtoffers waar Basic Life Support wordt toegepast of die nog niet vitaal gestabiliseerd zijn.
2
Werkwijze.
Materiaal: hulptas, koffer PREV, uitruktas. Hoe? Voor verzorging van huidwonden bestaan veel werkwijzen, ontsmettings- en verbandmiddelen. Elk verpleegkundige heeft zijn ervaring en voorkeuren voor wondverzorging. Binnen de Rode Kruis Hulpdienst moeten vrijwilligers in groter verband kunnen samenwerken. De technieken zijn dan ook gestandaardiseerd en worden in heel Vlaanderen op dezelfde manier aangeleerd en uitgevoerd. Dit betekent niet dat andere zorgen of technieken verkeerd zijn. Wel is het belangrijk dat de Rode Kruisverpleegkundigen de gekozen standaardtechnieken volgen. Die zijn gebaseerd op evidence-based eerste hulp (EFAM) en goedgekeurd door het Medisch Comité van het Rode Kruis, dus verantwoord gekozen. Toepassen van de standaardtechniek maakt hulp van vrijwilligers zonder medische scholing gemakkelijker en is voor die vrijwilligers ook een bevestiging dat ‘hun’ verpleegkundigen hun werk appreciëren. Eventuele bemerkingen en aanpassingen worden tijdens hulpdiensten niet bediscussieerd met medevrijwilligers, maar kunnen met motivatie doorgegeven worden via de leiding Rode Kruis Hulpdienst voor het mogelijk aanpassen van technieken en procedures. 2.1
Huidwonden
Trek voor verzorging van wonden steeds wegwerphandschoenen aan en herinner de andere vrijwilligers hieraan. Laat het slachtoffer rustig neerzitten, blijf kort bij het slachtoffer en observeer (flauwte of reacties tijdens verzorging). Bloedende wonden: Stelp de bloeding door rechtstreekse druk (laat het slachtoffer zelf duwen, duw met handschoen en kompres) of leg een steriel drukverband aan. Indien de bloeding niet stopt, druk dan steviger of verander de drukplaats lichtjes.
Op een drukverband kan je een dubbel geplooid kompres of opgerolde windel extra vastmaken. Wondverzorging: Spoel de wonde met zuiver stromend water of ander drinkbaar water tot de wonde zichtbaar zuiver is. Wrijf niet in de wonde. Droog met een kompres de omgeving van de wonde af. Dek af met een steriel kompres of aangepast verband(je). Was je handen na de verzorging of ontsmet met alcoholische ontsmetting. Geschikt water is kraanwater, drinkwater, flessenwater. Ook water dat ’s morgens voor een preventieve actie in een zuivere bus/jerrycan is gegoten, en afgesloten bewaard, mag gebruikt worden. Let er mee op dat de bus na de dienst goed uitgespoeld wordt en zuiver bewaard. Als er geen geschikt water ter beschikking is: Reinig de wonde met één of meer kompressen en een waterig, niet-kleurend ontsmettingsmiddel (Hacdil°). Dep op de wonde tot er geen vuil meer in de wonde zit. Wrijf niet. Ontsmet nog één keer met een nieuw kompres met ontsmettingsmiddel door te deppen op de wonde. Droog de omgeving van de wonde. Dek de wonde af met een steriel kompres of aangepast verband(je). Een vreemd voorwerp in een wonde, groter dan splinter, wordt niet verwijderd. Leg steriele kompressen tegen het voorwerp en stabiliseer dit met geplooide kompressen of windels. Bevestig voorzichtig met een windel zonder op het voorwerp te drukken. Verwijs het slachtoffer naar een arts of spoedgevallendienst voor gecontroleerd verwijderen en zonodig infectiepreventie. Bij een splinter reinig je eerst de omgeving en prikplaats (zonodig wassen, dan ontsmetten met Hacdil°): Maak het achterste uiteinde van de splinter vrij met een steriele injectienaald of fijn pincet. Neem de splinter met het splinterpincet en trek hem in de lengterichting uit de huid. Dek het wondje af met een wondpleister. Was je handen na de verzorging of ontsmet met alcoholische ontsmetting. Blaren door wrijving die niet hinderen, worden gesloten gelaten. Wanneer blaren door wrijving door hun grootte en plaats riskeren open te springen, prik je ze open: Was zonodig en ontsmet de blaar en omgeving met een waterig, niet-kleurend ontsmettingsmiddel (Hacdil°). Prik met een steriele injectienaald meerdere malen aan de basis van de blaar, parallel met de huid. Druk met een kompres het vocht uit de blaar. Dek de blaar af met een wondpleister of kompresje en een aangepast verband. Let erop dat hierbij geen nieuwe drukpunten ontstaan. Werp de naald in een naaldcontainer. Was je handen na de verzorging of ontsmet met alcoholische ontsmetting.
Wanneer slachtoffers na een manifestatie hun deelname stoppen met grote blaren, en deze zijn spontaan open: Was zonodig en ontsmet de blaar en omgeving met een waterig, niet-kleurend ontsmettingsmiddel (Hacdil°). Ontsmet een schaartje en pincet met ontsmettingsalcohol en laat deze spontaan drogen. Knip de losse huidflapjes weg met schaar en pincet. Ontsmet door voorzichtig te deppen met Hacdil°. Dek de open blaar af met een zalf (type Iso-betadine°, Cetavlex°) en een kompres, of een steriel vetverbandje (type Jelonet°). Dek af met een aangepast verband(je). Was je handen na de verzorging of ontsmet met alcoholische ontsmetting. Vraag bij elke wonde en wondje of het slachtoffer in orde is met zijn vaccinatie tegen tetanus. Is dat niet het geval, of weet het slachtoffer dit niet zeker, dan verwijs je het slachtoffer naar de (huis)arts. Ten laatste de volgende dag moet het slachtoffer langsgaan of telefoneren. De vraag en verwijzing worden mee genoteerd op het verzorgingsblad. Verwijs volgende wonden naar arts of spoedgevallendienst: wonden waar de bloeding niet kan gestopt worden; wonden die te velde niet goed te reinigen zijn; wonden waar onderhuidse weefsels zichtbaar zijn (onderhuids vet, spieren,…); wonden aan ogen, gezicht of geslachtsdelen; wonden met vreemd voorwerp; alle bijtwonden (van zowel dieren als mensen). Spreek met de verantwoordelijke van de hulpactie af op welke wijze de persoon vervoerd kan worden (eigen vervoer, auto, organisator, ziekenwagen). 2.2
Brandwonden
Ongeacht de oorzaak (hitte, vlam, stoom, chemisch, elektrisch…): Koel de wonde onmiddellijk met kraanwater of drinkbaar water gedurende 15 à 20 minuten of tot de pijn stopt. (Indien mogelijk heeft lauw water de voorkeur en vermijd je ijskoud water.) Verwijder kledij en juwelen tenzij ze in de huid kleven. Zet een bewust slachtoffer halfzittend (verminderen van larynxoedeem na inhalatie). Bescherm het slachtoffer tegen afkoeling: zet het uit de wind en hou de niet-verbrande delen warm met een (alu)deken. Bedek na het spoelen de wonde met een nat steriel verband. (Steriel kompres of steriele driehoeksverbanden, bevochtigd met NaCl 0,9 % uit een opengeknipte infuuszak); Open geen blaren van 2de graadsbrandwonden. Dek bij grote brandwonden het slachtoffer af met een (alu)deken. Vraag na of het slachtoffer gevaccineerd is tegen tetanus. In een hulppost of ziekenwagen wordt enkel eerste hulp verleend, en bij het standaardmateriaal is geen aangepast materiaal aanwezig voor verzorging van brandwonden. Verwijs daarom brandwonden voor nazicht en definitieve behandeling door naar een arts, spoedgevallendienst of brandwondencentrum. Roep onmiddellijk een MUG op voor:
Slachtoffers met uitgebreide verbrandingen (2de – 3de graad van > 10 % lichaamsoppervlak). Brandwonden met inhalatie (inademen van rook, heesheid, ophoesten van roetdeeltjes, verbrande haartjes in gezicht, piepende ademhaling). Slachtoffers met nood aan pijnbestrijding voor vervoer. Slachtoffers met uitgebreide verbranding die nood hebben aan meer gespecialiseerde zorgen dan die van de ziekenwagenbemanning. Volgende slachtoffers worden afgevoerd met ziekenwagen: Brandwonden bij kinderen < 5 jaar of ouderen > 65 jaar. Brandwonden aan gezicht, oren, handen, voeten, gewrichten of schaamstreek. Circulaire brandwonden aan armen, benen, hals of romp. Brandwonden 2de – 3de graad van meer dan 5 % lichaamsoppervlak. Brandwonden 3de graad, dit is met zwart of wit, droog, perkamentachtig uitzicht. Brandwonden veroorzaakt door chemische producten, elektriciteit, stoom of straling. Zet een bewust slachtoffer voor vervoer halfzittend, geef zuurstof (zie procedure zuurstof) en prik indien nodig en mogelijk een infuus (zie procedure infuus). Bij wijze van uitzondering mogen volgende brandwonden zelf verzorgd worden, zonder doorverwijzing: brandwonden 1ste graad (rood, gezwollen, geen blaren of andere letsels) die niet te pijnlijk zijn en waar het slachtoffer zeker is van een geldige tetanusvaccinatie. Adviseer een vochtinbrengende crème, het slachtoffer mag een pijnstiller nemen die hij/zij gewoon is. 2.3
Schot- en steekwonden
Stelp zonodig de bloeding door rechtstreekse druk. Beschouw schotwonden in borst en buik steeds als vitaal bedreigend: roep MUG op en volg de vitale parameters. Geef zo nodig zuurstof en infuus. Bij open borstwonde: Leg steriel noodverband op wonde. Kleef zo mogelijk het kompres vast met kleefpleister aan 3 zijden (laat 4de zijde los om spanningspneumothorax te voorkomen). Zet een bewust slachtoffer halfzittend, geef zuurstof en prik zo mogelijk een infuus. Bij open buikwonde: Leg steriel noodverband op de wonde. Indien ingewanden uit de wonde puilen: leg steriel driehoeksverband op de wonde en bevochtig lichtjes met NaCl 0,9 % uit een opengeknipte infuuszak (probeer de ingewanden nooit terug in te buik te duwen). Bij steekwonde in borst of buik: Geef het steekwapen mee naar het ziekenhuis indien dit nog aanwezig is. Draai het voorzichtig in een steriel driehoeksverband of groot kompres, manipuleer en raak zo weinig mogelijk aan (bewaren van vingerafdrukken). Geef voorzichtig mee met ambulanciers. 2.4
Amputaties
Na volledige amputatie van een lidmaat of lichaamsdeel:
Stelp zonodig de bloeding door druk op de stomp (vaak valt het bloedverlies mee door samentrekking van de spieren). Indien niet te stelpen door druk op de stomp: leg bloeddrukmeter aan bovenarm/been en blaas op tot 20 cmHg); Dek de stomp af met steriele kompressen of een steriel driehoeksverband. Pak het afgerukte lichaamsdeel voorzichtig in een steriel kompres. Bevochtig het kompres met steriele NaCl 0,9 % uit een opengeknipte infuuszak. Plaats indien mogelijk het kompres met lichaamsdeel in een zuiver plastic zakje (bijv. verpakking van verband). Koel indien mogelijk dit zakje door het in een tweede, groter zakje met ijswater te plaatsen of door er een afgeschermd cold pack rond te draaien (afgeschermd = gedraaid in driehoeksverband of dgl, om te vermijden dat het lichaamsdeel direct in contact komt met de koudebron en daardoor bevriezingsletsels oploopt). Regel onmiddellijk vervoer per ziekenwagen naar de spoedgevallendienst. Roep de MUG op voor amputatie of bijna-amputatie van een arm/hand of voet/been.