Begrippenlijst duurzaam en energiezuinig bouwen op bedrijventerreinen
Inhoudsopgave 1.
2.
3.
Duurzame energietechnieken ................................................................ ........................................................................... ........................................... 3 1.1.
Warmtepompboiler ................................................................................... 4
1.2.
Warmtepomp voor ruimteverwarming en eventueel warm water .............. 5
1.3.
Zonnepanelen........................................................................................... 5
1.4.
Warmte Kracht Koppeling ......................................................................... 6
1.5.
Zonneboiler............................................................................................... 7
1.6.
Pelletkachel .............................................................................................. 8
Isolerende maatregelen ................................................................ .................................................................................... .................................................... 9 2.1
Dubbelglas................................................................................................ 9
2.2.
Gevelisolatie ........................................................................................... 10
2.3.
Dak- of vlieringisolatie............................................................................. 10
2.4.
Vloerisolatie ............................................................................................ 11
Installaties e.d. ................................................................ ............................................................................................... ............................................................... 11 3.1.
Lage Temperatuur CV ............................................................................ 11
3.2.
Vloer- of wandverwarming aangesloten op LTV (Lage Temperatuur Verwarming) ........................................................................................... 12
3.3. 4.
5.
CO2-gestuurde ventilatie ........................................................................ 13
Water ................................................................ ................................................................................................ ............................................................................. ............................................. 14 4.1.
Passieve koeling (groene daken)............................................................ 14
4.2.
Passieve koeling (zonwerend glas) ........................................................ 15
4.3.
Grijswatercircuit ...................................................................................... 16
Materialen ................................................................ ................................................................................................ ...................................................................... ...................................... 16 5.1.
Portlandvliegascement en hoogovencement .......................................... 16
5.2.
Betongranulaat als grindvervanger ......................................................... 17
2
1.
Energiegebruik
1.1. Verlichting op bewegingsmelders Hoe werkt het? Met een bewegingsmelder zorg je ervoor dat de velichting buiten of binnen alleen inschakelt wanneer er beweging wordt gesignaleerd. Een bewegingsmelder registreert bewegingen en reageert daarop door de verlichting in te schakelen. Na een, soms instelbare, tijd zal de verlichting bij geen bewegingen automatisch uitschakelen. Wat bespaart het? De besparing van de bewegingsmelder is sterk afhankelijk van het normale gebruik en het vermogen van de verlichting. Per lamp zal de besparing in 4% zijn. Bij een gemiddeld huishouden zou dit op een besparing van 4 euro per jaar, per lamp uitkomen.
1.2. Lichtstraten en kokers Hoe werkt het? Een lichtstraat is een systeem van lichtdoorlatende vensters in een framewerk in het dak, vaak in een serre of uitbouw, vrijwel altijd in een plat dak. Door de lichtstraat valt meer zonlicht het gebouw in en lijkt vaak de ruimte groter. Lichtstraten kunnen voorzien worden van te openen vensters waardoor ventilatie mogelijk is. Tegen te veel zonlicht kan zonwering worden aangebracht of zonwerend glas worden toegepast. Voor moeilijk bereikbare lichtstraten of gewoon voor het gemak zijn er elektrisch bediende vensters en zonweringen bij lichtstraten. Het Lichtkokersysteem bestaat in essentie uit drie hoofd-elementen: de lichtkoepel op het dak, de lichtverdeler in de ruimte binnen en de lichtkokers daartussen. Deze lichtkokers noemen we zelf ook wel lichtbuizen, maar lichtkoker is ook een prima omschrijving. De techniek in deze lichtkoker is allesbepalend voor de effectiviteit van het hele systeem. Via deze kokers (of buizen) wordt het licht van het dak over soms
3
wel tientallen meters naar een ruimte verderop getransporteerd. Het is uiteraard de bedoeling dat zoveel mogelijk licht ook werkelijk wordt getransporteerd. Wat bespaart het? Lichtstraten en kokers geven een besparing op de kosten van licht en bij gebruik van bijvoorbeeld isolerend veiligheidsglas door het extra binnentredende zonlicht ook een bezuiniging op de kosten van warmte. Lichtstraten en kokers komen zowel voor bij utiliteitsbouw als bij woningbouw; door het zonlicht is het een prettiger en gezonder binnenklimaat om in te werken en te wonen. Een lichtstraat kan een uiting van kunst zijn, door het toepassen van verschillende kleuren en vormen.
2.
Duurzame energietechnieken
1.1. Warmtepompboiler Hoe werkt het? Een warmtepompboiler is een type warmtepomp die gebruikt wordt voor de verwarming van tapwater. Het is een energiezuinig alternatief voor de elektrische boiler. Een
warmtepompboiler
onttrekt
warmte aan de ventilatielucht van een woning, bodem, grondwater of de buitenlucht
en
verhoogt
de
temperatuur ervan met behulp van een compressor. De warmte wordt gebruikt om water in een voorraadvat op te warmen. Het warme water kan gebruikt worden om te douchen of voor bijvoorbeeld de afwas. Praktische tips zijn te vinden op de website van Milieu Centraal: http://www.milieucentraal.nl. Wat bespaart het? Een warmtepompboiler bespaart 940 tot 1130 kWh en 526 tot 633 kg CO2 per jaar ten opzichte van een elektrische boiler. En 160 m3 gas per jaar ten opzichte van een gasgestookte combiketel.
4
Wat levert het u op? Een warmtepompboiler bespaart 940-1130 kilowattuur (kWh) per jaar ten opzichte van een elektrische boiler. Bij een elektriciteitsprijs van 0,22 euro per kWh bespaart dat 200 tot 250 euro per jaar. Een warmtepompboiler bespaart 160 m3 per jaar ten opzichte van een gasgestookte combiketel. Bij een gasprijs van 0,67 euro bespaart dat 105 euro per jaar.
1.2. Warmtepomp voor ruimteverwarming en eventueel warm water Hoe werkt het? Een warmtepomp is een energiezuinig alternatief voor de gasgestookte
of
elektrische
verwarming. Een warmtepomp onttrekt warmte aan de bodem, het grondwater of de buitenlucht en verhoogt de temperatuur ervan met behulp van een elektrische
of
gasgestookte
compressor. De warmte wordt gebruikt om water in een voorraadvat op te warmen. Het warme water wordt rondgepompt en verwarmt het pand met behulp van Lage Temperatuur radiatoren, vloer- of wandverwarming. De warmtepomp kan eventueel ook
zorgen
voor
warm
tapwater
voor
douchen,
wassen
en
dergelijke.
Praktische tips zijn te vinden op de website ( www.duurzame-energie.nl ) van Milieu Centraal, onder 'zelf doen' en dan 'warmtepompen'. Wat bespaart het? De energiebesparing en daarmee de besparing in CO2 kan bij warmtepompen sterk fluctueren, afhankelijk van de specifieke toepassing en de technologie. Het vermogen van een warmtepomp wordt uitgedrukt in Watt-thermisch (Wth). De energiebesparing van een warmtepomp is gemiddeld 85,2 m3 aardgas per kWth per jaar. Dit levert een CO2 besparing op van 169 kg. Een warmtepomp heeft een thermisch vermogen van ongeveer 5-6 kWth. Wat levert het u op? Een warmtepomp voor ruimteverwarming levert per jaar 55 euro per kWth vermogen op bij een gasprijs van 0,67 euro.
1.3. Zonnepanelen 5
Hoe werkt het? Een PV-systeem zet zonne-energie om in elektriciteit. PV staat voor photovoltaic, de Engelse vertaling van fotovoltaïsch. De omzetting van zonlicht in elektriciteit in een zonnecel heet fotovoltaïsche omzetting. Een PV-systeem bestaat uit zonnepanelen, bedrading en eventueel een adapter om de elektriciteit om te zetten naar netspanning. PV-systemen kunnen zelfstandig worden gebruikt of aan het elektriciteitsnet worden gekoppeld (netgekoppelde PV-systemen). Het vermogen van een zonnepaneel wordt uitgedrukt in Watt-piek (Wpiek) per m2. Het Wattpiekvermogen is de hoeveelheid elektriciteit dat het systeem onder internationaal afgesproken standaard testcondities levert. In Nederland komt dit redelijk overeen met de praktijk. Het Watt-piekvermogen van 1 m2 zonnepaneel is ongeveer 120 Wpiek. Netgekoppelde zonnepanelen hebben, als ze op het zuiden gericht staan, een opbrengst van ongeveer 108 kWh per 120 Wpiek geïnstalleerd vermogen per jaar. Wat bespaart het aan CO2? Een PV-systeem bespaart per Wpiek 0,5 kg CO2 per jaar. Wat levert het u op? Bij een elektriciteitsprijs van 0,22 euro bespaart een netgekoppeld PV-systeem 24 euro per jaar per m2.
1.4. Warmte Kracht Koppeling Hoe
werkt
het?
Met
warmtekrachtkoppeling (WKK) worden warm te en elektriciteit gelijktijdig in één installatie
geproduceerd.
Deze installatie staat in of bij het bedrijf. Er is minder brandstof (aardgas) nodig om zowel elektriciteit als warmte
te
produceren
dan
bij
de
energieproductie
in
een
afzonderlijke
elektriciteitscentrale en CV-ketel (dat heet gescheiden opwek).
6
Wat bespaart het? Het rendement van een WKK is groot, doordat er warmte en elektriciteit tegelijkertijd wordt gemaakt en nuttig gebruikt. Dat betekent dat de brandstof die in een WKK wordt gestookt vollediger wordt benut dan bij gescheiden opwek. Een WKK verbruikt daardoor netto minder energie, waardoor minder CO2 wordt uitgestoten. En dat is beter voor het milieu. Een WKK levert in ieder geval een positieve bijdrage aan de vermindering van het broeikaseffect. Wat levert het u op? Een WKK zorgt voor lagere totale energiekosten. De transportkosten van gas worden lager naarmate uw bedrijf meer verbruikt in relatie tot de transportcapaciteit. In specifieke situaties en onder bepaalde voorwaarden kunnen gebruikers van een WKK voor een gedeelte kiezen voor directe elektriciteitslevering. In dat geval wordt een gedeelte van de stroom uit een WKK rechtstreeks gebruikt binnen uw bedrijf. U hoeft dan geen volledig gebruik te maken van het openbare elektriciteitsnet.
1.5. Zonneboiler Hoe werkt het? Zonneboilers gebruiken de energie van de zon om water te verwarmen voor tapwater en eventueel ruimteverwarming.
Een
zonneboiler
bestaat uit een zonnecollector en een voorraadvat. De zonnecollector wordt op of in het dak geplaatst en vangt zonlicht op. De vloeistof (bijvoorbeeld water) die door het buizenstelsel in de collector stroomt wordt verwarmd door het zonlicht, zelfs in de winter. Het verwarmde water wordt bewaard in een voorraadvat of in de collector zelf. Als het water niet warm genoeg is, dan wordt het naverwarmd door bijvoorbeeld de CV-ketel, de geiser of een warmtepomp. De energieopbrengst van een zonneboiler wordt uitgedrukt in GigaJoule (GJ). Een GigaJoule is gelijk aan een miljard Joules, wat overeenkomt met de warmte die vrijkomt bij de verbranding van 31 m³ aardgas, genoeg voor een gemiddeld huishouden om vijf maanden op te koken. Er zijn 7
zonneboilers met een energieopbrengst van meer dan 3 GJ. Praktische tips zijn te vinden op de website van Milieu Centraal: http://www.milieucentraal.nl. Wat bespaart het? Een zonneboiler bespaart 50 tot 65 m3 gas per m2 collectoroppervlak. Dit komt overeen met een gemiddelde besparing vanvan 100 kg CO2 per jaar. Wat levert het u op? Een zonneboiler van 3 m2 levert per jaar 100 euro op bij een gasprijs van 0,67 euro.
1.6. Pelletkachel Hoe werkt een het? Een pelletkachel is een houtkachel waarin pellets (houtkorrels) gestookt worden ipv houtblokken. pelletkachels zijn volledig regelbaar en automatisch. Pelletkachels kunnen vooraf ingesteld worden zodat hij zichzelf in - en uitschakeld. Sinds een 10 tal jaren wordt er in Europa meer een meer gebruik gemaakt van Pellets, om woningen te verwarmen. Overgebleven hout
kan
verwerkt
worden
tot
pellets.
De
pelletkachels zijn eenvoudig te plaatsen en kan aangesloten worden op een bestaande schoorsteen of gewoon via een geboorde geveldoorvoer naar buiten.
Wat bespaart het? Het verbranden van pelletkorrels levert rookgassen op. Deze rookgassen bevatten CO2. Echter in verhouding met aardgas komt er minder CO2 vrij. Bovendien zal er een vergelijkbare hoeveelheid CO2 vrijkomen als men hout laat verrotten. Bij het verrotten komt zelfs methaangas vrij dat schadelijker is voor het milieu. Bij verbranding is dit veel minder. Een ander voordeel bij een pelletkachel is het hoge rendement, waardoor het hout optimaal verbrand wordt.
8
Wat levert het u op? Het rendement wat we behalen met een pelletkachel is dankzij de teruggevallen olieprijs teruggevallen van 60% tot op ongeveer 40%. Als hierbij de prijs voor het onderhoud van de kachel wordt meegerekend dan is het rendement 30 à 35 % bij volledig gebruik.
2.
Isolerende maatregelen
2.1
Dubbelglas
Hoe werkt het? Er zijn verschillende soorten dubbel glas op de markt met verschillende isolatiewaarden. U heeft de keus uit gewoon dubbel glas, HR glas, HR+ glas en HR++ glas. HR betekent Hoog Rendement. Hoe meer plusjes achter HR, hoe beter het glas isoleert en hoe minder warmte uw woning verliest. HR++ glas heeft de sterkst isolerende werking en levert de hoogste energiebesparing op. Dubbele beglazing verhoogt bovendien het comfort en werkt inbraakwerend. Wat bespaart het? HR++-glas bespaart gemiddeld 30 m3 gas per m2 per jaar. Daardoor wordt ongeveer 53,4 kg CO2 minder per jaar uitgestoten dan bij het gebruik van enkel glas. De werkelijke besparing hangt onder andere af van is de locatie van het glas (in verwarmde of onverwarmde ruimtes, op het noorden of zuiden), de grootte van de ramen, de warmtebehoefte van de bewoners. De Uwaarde geeft de warmtegeleiding van het glas aan. Hoe lager de U-waarde, hoe beter het glas isoleert en hoe minder warmte verloren gaat. Wat levert het u op? Ervan uitgaande dat een gemiddelde pand ongeveer 40 m2 glas heeft, zal het gebruik van HR++-glas ongeveer 1200 m3 gas per jaar besparen in vergelijking met enkel glas. Dat is natuurlijk wel afhankelijk van het stookgedrag en het glasoppervlak. Dit is 400 m3 per jaar meer dan bij gewoon dubbel glas. Bij een gasprijs van 0,67 euro per m3, bespaart HR++-glas 800 euro per jaar in vergelijking met enkel glas.
9
2.2. Gevelisolatie Hoe werkt het? De gevel is een muur of wand die grenst aan de buitenlucht of aan een onverwarmde ruimte. Bij gevelisolatie wordt aan de binnen- of buitenzijde isolatie aangebracht. Bij spouwmuren kan het isolatiemateriaal van buitenaf in de spouw worden
aangebracht.
Daardoor
verliest
het
pand
minder
warmte.
Op het isolatiemateriaal (voor binnen- of buitenkant) staat een getal dat de isolatiewaarde aangeeft, bijvoorbeeld R=2,50m² K/W. R staat voor de isolatiewaarde. Hoe hoger de waarde van R, hoe beter het materiaal isoleert. Wat bespaart het? Gevelisolatie bespaart per m² gemiddeld ongeveer 9,7 m3 gas per jaar als isolatiemateriaal met de veelvoorkomende warmteweerstand van 1,3 m² K/W wordt gebruikt . Daardoor wordt 17,3 kg CO2 per jaar minder uitgestoten. Wat levert het u op? Bij een gasprijs van 0,67 euro bespaart elke m2 gevelisolatie ongeveer 6.5 euro per jaar.
2.3. DakDak- of vlieringisolatie Hoe werkt het? Een pand verliest warmte via de gevel, het dak en de vloer op de begane grond. Via het dak gaat ongeveer 30% van de warmte verloren. Om het warmteverlies van een zolder te verminderen, kunt u aan de binnen- of buitenzijde van het dakbeschot van een pannendak isolatiemateriaal aan laten brengen. Een vliering of zolder waar niet wordt gestookt, kan ook worden geïsoleerd. Het isolatiemateriaal kan dan het beste aan de bovenzijde van de zoldervloer aangebracht worden, of in het plafond onder de zoldervloer. Een plat dak kan het beste aan de buitenkant worden geïsoleerd. Isolatie aan de binnenkant wordt sterk afgeraden omdat dit vochtproblemen kan geven. Op isolatiemateriaal staat een getal dat de isolatiewaarde aangeeft, bijvoorbeeld R=2,50 m² K/W. R staat voor de isolatiewaarde. Hoe hoger de waarde van R, hoe beter het materiaal isoleert. Praktische tips staan op de website van Milieu Centraal: http://www.milieucentraal.nl. Wat bespaart het? Dak- of vlieringisolatie boven een verwarmde ruimte bespaart 10,2 m3 gas per m2 per jaar. Daardoor wordt per m2, 18 kg CO2 per jaar minder
10
uitgestoten indien isolatiemateriaal met een warmteweerstand van 1,3 m² K/W wordt gebruikt. Wat levert het u op? Bij een gasprijs van 0,67 euro bespaart elke m2 dakisolatie zo'n 7.5 euro per jaar.
2.4. Vloerisolatie Hoe werkt het? Een pand verliest warmte via gevel, dak en vloer. Meer dan de helft van de warmte gaat verloren via de gevel en de ramen. Dat komt omdat de gevel direct in contact staat met de buitenlucht. Toch ontsnapt nog zo'n 15% van de warmte via de vloer op de begane grond. Goede vloerisolatie bespaart energien. Als onder het pand een kruipruimte zit, kan het isolatiemateriaal tegen de onderkant van de vloer worden aangebracht. De kruipruimte moet dan wel een werkruimte hoogte van meer dan 35 cm hebben. Een vloer boven een onverwarmde ruimte, bijvoorbeeld een opslagruimte, kan ook geïsoleerd worden. Op isolatiemateriaal of -verpakking staat een getal dat de isolatiewaarde aangeeft, bijvoorbeeld R=1,30 m² K/W. R staat voor de isolatiewaarde. Hoe hoger de waarde van R, hoe beter het materiaal isoleert. Praktische tips en informatie over kosten zijn te vinden op de website van Milieu Centraal: http://www.milieucentraal.nl Wat bespaart het? U bespaart 3,4 m3 gas per jaar op elke vierkante meter geïsoleerde vloer vergeleken met een pand zonder geïsoleerde vloer of bodem indien isolatiemateriaal met de een warmteweerstand van 1,3 m² K/W wordt gebruikt. Daardoor wordt per m² 6,1 kg CO2 per jaar minder uitgestoten. Wat levert het op? Bij een gasprijs van 0,67 euro bespaart elke m² vloerisolatie 2 euro per jaar.
3.
Installaties e.d.
3.1. Lage Temperatuur CV Hoe werkt Lage Temperatuur Verwarming/CVVerwarming/CV-installatie Een lage temperatuur cvinstallatie bestaat uit een warmtebron (bijvoorbeeld een cv-ketel of een warmtepomp) 11
die water van hooguit 55 graden Celsius levert aan lage temperatuur radiatoren, vloer- en/of wandverwarming voor de warmteafgifte. Normaal is die temperatuur 70 tot 90 graden. Als warmtebron kan een HR ketel of andere warmtebron gebruikt worden, mits deze door de installateur zo ingesteld kan worden dat de warmtebron water van maximaal 55 graden levert. Er wordt energie bespaard doordat de meeste warmtebronnen een hoger rendement hebben bij 55 graden (dan bij 70-90 graden) en doordat meer stralingswarmte (aangename warmte met minder kans op tocht) afgegeven wordt, zodat de luchttemperatuur lager ingesteld kan worden bij hetzelfde comfort. Als de luchttemperatuur lager is, gaat minder warmte verloren door ventilatie en ontstaat er betere een luchtkwaliteit door minder zwevend stof en stofschroei. Wat bespaart het aan CO2? Het rendement verbetert met 4-6%. Daardoor wordt 150 m3 gas bespaard, ofwel 267 kg CO2 per jaar. Wat levert het u op? Bij een gasprijs van 0,67 euro bespaart Lage Temperatuur Verwarming/CV 100 euro per jaar.
3.2. VloerVloer- of wandverwarming aangesloten op LTV (Lage Temperatuur Verwarming) Hoe werkt vloervloer- of wandverwarming? Vloeren of wanden worden verwarmd met
behulp
circuleert
in
van
warm
leidingen
water
dat
die
zijn
weggewerkt in de vloer of muur. De leidingen liggen aan één zijde tegen isolatiemateriaal aan, de andere zijde geeft warmte af aan de vloer- of wandafwerking. Een thermosstatische regeling zorgt dat de vloeren en wanden niet te warm worden; maximaal 2 9 tot 35 graden Celsius. De voordelen van vloerverwarming en warmtewanden zijn hetzelfde: energiebesparing, aangename stralingswarmte, een lagere, gelijkmatiger luchttemperatuur en betere luchtkwaliteit door minder zwevend stof en stofschroei.
12
Wat bespaart het aan CO2? Het rendement verbetert met 2,5% mits het pand zeer goed geïsoleerd is. De jaarlijkse besparing is dan 50,0 m3 aardgas per jaar en 66,8 kg CO2 per jaar. Wat levert het u op? Bij een gasprijs van 0,67 euro bespaart een wand- of vloerverwarmingsinstallatie 25 euro per jaar.
3.3. CO2CO2-gestuurde ventilatie Hoe
werkt
CO2CO2-gestuurde
ventilatie?
CO2-gestuurde
ventilatie
combineert
natuurlijke luchttoevoer via de ventilatieroosters met mechanische luchtafvoer via de afvoerventilator.
De
luchtkwaliteit
wordt
gemeten
aan
de
hand
van
de
ruimtetemperatuur en CO2. Op basis hiervan wordt bepaald hoeveel lucht er moet worden aan- en/of afgevoerd. Door de aan- en afvoer van een minimale luchthoeveelheid wordt er geen energie verspild aan het verwarmen van overtollige lucht. Bovendien hoeft de ventilator minder lucht te verplaatsen, waardoor nog meer energie wordt bespaard. Voordelen: •
Constante optimale luchtkwaliteit binnenshuis
•
Comfort verhogend en gezond binnenklimaat
•
Permanente aanwezigheid van veel zuurstof
•
Past zich automatisch aan het gebruik/bezetting van de woning aan
•
Grote energiebesparing
•
Geluidsarm
•
Maakt ‘luchten’ overbodig
•
Gebruiksvriendelijk
•
Eenvoudig in onderhoud
Wat bespaart het aan CO2? Toepassing van een CO2 gestuurde ventilatie levert een gemiddelde EPC-reductie op van 0,10. De uitstoot van CO2 wordt verminderd met circa 8%. Wat het u in financiële zin oplevert is niet bekend.
13
4.
Water
4.1. Passieve koeling (groene daken) Hoe werkt het? "Groene daken" is een verzamelnaam voor platte- en hellende daken met begroeiing. Die begroeiing kan bestaan uit vetplantjes (sedum), kruiden, mos en/of gras. Maar ook struiken en bomen zijn te gebruiken. Meer groen in de stad zorgt voor een beter leefmilieu.
Daarnaast
zorgt
het
groene dak voor een waterbuffer: groendaken nemen een deel van het regenwater op wat mee kan werken om overbelasting- en overstort van het riool te voorkomen. Daken met begroeiing zijn in de zomer koeler en in de winter warmer en kunnen zodoende bijdragen aan een beter binnenklimaat Het effect van bovengenoemde voordelen is wel sterk afhankelijk van het soort groen dak. De effecten zijn het grootst bij een 'zwaar' dak, zoals een grasdak met dikke substraatlaag of een daktuin. Wat bespaart het? het? 1. Een groendak houdt water vast waardoor het minder massaal en gefaseerd in het riool terecht komt. Hoe langer het regenwater op het dak blijft, waar een deel ook nog eens verdampt, des te beter. Een groen dak vermindert de druk op het riool met 62%. 2. Bovendien produceert een groendak van 25 vierkante meter genoeg zuurstof voor 1 persoon. De planten nemen daarnaast CO2 uit de lucht op en zetten deze om in zuurstof. Zo leveren groendaken een substantiële bijdrage (40%) aan de verbetering van de luchtkwaliteit. 3. Een groendak filtert regenwater van zware metalen en vermindert de fijnstof. Eén vierkante meter groen dak verwijdert al 0,2 kg vervuilde stoffen per jaar uit de lucht. 4. Tenslotte scheelt het natuurlijk ook in de gasrekening door de isolerende werking. Maar de effecten van de isolerende werking zijn in de zomer groter dan in de winter. In de zomer kan de temperatuur van een gewoon plat dak oplopen tot zo’n 80 graden. Een groendak wordt nooit warmer dan 30 graden. Zie ook: www.ecodaken.nl
14
Wat levert het u op? Bij een gasprijs van 0,67 euro bespaart elke m2 groendak in combinatie met dakisolatie zo'n 10 euro per jaar.
4.2. Passieve koeling (zonwerend (zonwerend glas) Hoe werkt het? De koelbehoefte van een gebouw wordt bepaald door de interne (computers, verlichting, mensen) en externe (zon) warmtelast. Een groot glasoppervlak van blank glas kan resulteren tot een extreme externe warmtelast en daardoor tot een niet te beheersen binnenklimaat. Om de zontoetreding te beperken worden voornamelijk twee alternatieven overwogen: •
Blank glas met buitenzonwering (bijvoorbeeld een screen);
•
Glas dat slechts een beperkt deel van de zonnewarmte toelaat (zonwerend glas).
Om de invloed van de zon op het binnenklimaat in de zomerperiode te beperken is een gebruikelijke ZTA (zontoetredingsfactor) 30% of wordt helder glas toegepast met buitenzonwering. Hierbij is uitgegaan van een gevel met 30 tot 40% glas. Het gebruik van zonwering als lichtwering is niet gewenst. In de winterperiode (laagstaande zon) is bijvoorbeeld de warmte van de zon wel gunstig, maar kan de zon hinderlijke reflecties
opleveren.
Tevens
is
het
psychologisch
niet
prettig
als
de
zonweringinstallatie als lichtwering wordt gebruikt. Wat bespaart het? Zonwerend glas is goedkoper dan het alternatief blank glas in combinatie met buitenzonwering. Het nadeel is echter dat bij zonwerend glas de zonnewarmte altijd wordt geweerd, ook als deze juist gewenst is (bijvoorbeeld in de winter). Berekende negatieve effecten van zonwerend glas ten opzichte van blank glas met buitenzonwering: •
EPC: het effect op de EPC is gering (afhankelijk van de situatie).
•
Het aardgasverbruik wordt circa 0,15 m³ hoger per m² b.v.o.
•
Door de hogere zontoetreding in de zomer neemt de koelbehoefte toe met circa 3,6 kWh per m² b.v.o. (uitgaande van volledige klimatisering).
•
In totaal een CO2-toename van circa 0,4 kg per m² b.v.o.
15
Een voordeel is dat zonwerend glas goedkoper is en minder onderhoud vraagt dan blank glas met buitenzonwering.
4.3. Grijswatercircuit Hoe werkt het? Regenwater is niet geschikt om te drinken, maar het is wel schoon genoeg om er andere dingen mee te doen. Het kan uitstekend gebruikt worden om planten te begieten, de stoep schoon te maken of bijvoorbeeld auto`s mee te wassen. Eigenlijk zouden we twee soorten leidingwater moeten hebben. We gebruiken nu drinkwater voor een aantal zaken die ook prima met water van mindere kwaliteit zouden kunnen. Voor het toilet, de buitenkraan en misschien ook wel machines kan ook ander water worden gebruikt. Het regenwater wordt in een grijswatercircuit onder de grond of bovengronds opgeslagen. Toiletten, buitenkranen en bijvoorbeeld waterverbruikende machines worden hierop aangesloten en gebruiken het grijswater voordat het in het riool verloren gaat. Wat bespaart het? Dagelijks wordt er 34 liter water persoon voor het toilet verbruikt. Bij een waterprijs van € 2.50 per m3 levert dit een besparing van € 70,- per persoon, per jaar.
5.
Materialen
5.1. Portlandvliegascement en hoogovencement Wat is het? Bij de productie van beton wordt momenteel voornamelijk portlandcement gebruikt. Hierin worden steeds meer slakken en vliegas verwerkt. Portlandcement bestaat hoofdzakelijk uit vermalen cementklinker (een mengsel van kalksteen, hoogovenslak, klei en vliegas-poederkool) en gips. De belangrijkste milieubelastende factor is aantasting van het landschap tijdens de winning van grondstoffen. Het afval dat bij de productie vrijkomt wordt voor een groot deel hergebruikt. Bij portlandvliegascement wordt circa eenvierde deel van de klinker vervangen
door
vliegas,
een
afvalproduct
van
steenkoolcentrales.
Bij
hoogovencement bestaat tweederde deel van de grondstoffen uit hoogovenslakken, een afvalproduct uit de staalindustrie. Daardoor is de milieubelasting aanzienlijk minder dan bij portlandcement.
16
5.2. Betongranulaat als grindvervanger Wat is het? Zand, grind, beton- of menggranulaat zijn toeslagmaterialen voor beton. Bij de winning van grind wordt het landschap sterk aangetast. Daarom wordt een deel van het grind zo mogelijk vervangen door granulaat. Betongranulaat bestaat uit 100% beton. Dit kan tot elke fijnheid worden vermalen en is zodoende als grof en fijn toeslagmateriaal te gebruiken. In verhouding tot de jaarlijkse productie is er weinig bruikbaar betongranulaat voorhanden. Betonafval dat tijdens de productie vrijkomt wordt als betongranulaat hergebruikt, maar vanuit de sloop komt bijna geen schoon betongranulaat (wordt wel gebruikt onder wegen). Menggranulaat bestaat uit 50% baksteen en 50% beton. De hoeveelheid menggranulaat wordt bepaald door de beperkte hoeveelheid betongranulaat die voorhanden is.Voor een fundering kan tot 100% granulaat in het beton worden gebruikt. Voor schoonbeton is granulaat niet echt geschikt, omdat kleur- of structuurverschillen erin kunnen voorkomen ten gevolge van restjes wapening, tegels en andere vervuiling. Menggranulaatbeton hecht minder, waardoor het minder geschikt is voor slanke constructies zoals bijvoorbeeld voorgespannen betonvloeren.
17