BEELDEN
1#2008
Kwartaalblad voor ruimtelijk georiënteerde kunst Jaargang 11, nr.41
Permanente tentoonstelling van ruim 200 torsen en fragmenten van hedendaagse beeldhouwers. Een deel van de collectie is te koop. De stichting Het Depot ondersteunt beeldhouwers van torsen en fragmenten, waarbij de ontplooiingskans van de kunstenaar centraal staat.
Architectuur
Rijksmonument
Beeldhouwkunst
Nieuwe aankopen van George Belzer Novello Finotti Ellie Hahn Andreas Hetfeld Els Kingma Roberto Rocchi Giancarlo Franco Tramontin Lia van Vugt
Tentoonstelling
Openingstijden:
Nieuwe aankopen
donderdag t/m zondag
Zondag 3 februari tot en met zondag 1 juni 2008
“Wereld Arrangement” Bezoek aan Het Depot en Arboretum, één overnachting, ontbijt, lunch of diner in Hotel de Wereld voor / 90,00 p.p. tel.: 0317 460 444, www.hoteldewereld.nl
van 11.00 tot 17.00 uur
Arboretum
Generaal Foulkesweg 64 s 6703 BV Wageningen T 0031 (0)317 424 420 s F 0031 (0)317 420 780 s
[email protected] s www.hetdepot.nl
EXPOSITIES VIRTUEEL MUSEUM ZUIDAS VOORJAAR 2008
beelden online
www.virtueel-museum.nl
Doorlopend
MAHLERPLEIN-DEBUSSYLAAN
site www.beeldenmagazine.nl
Beeldenlijn Zuidas
‘ENERGEIA’ (Zie elders in dit tijdschrift), www.virtueel-musuem.nl
6 april t/m 4 mei PLATFORM 21 Prinses Irenestraat 19-A 1077 WT Amsterdam
‘PERSPECTIVE of DISAPPEARANCE’ Elodie Hiryczuk en Sjoerd van Oevelen (installatie en fotowerk). www.platform21.com
voor alle informatie over beelden//
‘VIRTUELE ZOOM ZUIDAS’ Fotografische visie op Zuidas door o.a.:Tudor Bratu, Popel Coumou, Jan Kempenaers, Gabor Ösz, Betty Ras, Gerco de Ruyter, Jasper Wiedeman, Vincent Zedelius. www.foam.nl
ontwerp: www.fraipont.nl © 2008
sculptuur - Pseudopalmata, kunstenaar - Jerome Symons
Specialisten met ruim twintig jaar ervaring in de realisatie en het onderhoud van kunsttoepassingen in de openbare ruimte. Wij vervaardigen, plaatsen en verplaatsen beelden, sculpturen, plastieken, objecten en ruimtelijke constructies. Alle kunstvormen, technieken en materialen zijn bij ons in goede handen. Wij werken voor kunstenaars, overheden en particuliere opdrachtgevers.
wij spreken de taal • wij kennen de mensen Segno d’ Arte Ambachtsweg 5c 2964 LG Groot-Ammers tel: 0184-688712 mobiel: 06-51848420 fax: 0184-688711 e-mail
[email protected] Kijk op: www.segnodarte.nl
Bronsgieterij Flassh. Voor het vervaardigen van Uw beelden in brons Van groot tot klein Gespecialiseerd in: Patineren, sicileren en het maken van siliconenvormen. Bronsgieterij Flassh Eigen Haard 12 8561 EX BALK Tel; 0514-605868
[email protected]
ontwerp: www.fraipont.nl © 2008
11 april t/m 22 juni FOAM Keizersgracht 609 1017 DS Amsterdam
Opening: Saturday May 10 at 16:00 hrs. Open: May 11 – 18 2008 daily from 12:00 till 18:00 hrs. Westergasfabriek Amsterdam www.kunstvlaai.nl
Colofon Beelden wordt uitgegeven door uitgeverij Smit van 1876 Venlo/ Hengelo en verschijnt vier maal per jaar Hoofdredactie John Blaak Postbus 42621 3006 DC Rotterdam 010-2122857
[email protected] Tekstredactie Ineke Soeterik Vormgeving Gideon Fraipont
Redactioneel
Inmiddels zijn wij de elfde jaargang van Beelden ingegaan. Zoals u hebt kunnen lezen in het vorige nummer is er in de afgelopen tien jaar heel wat veranderd. Echter er blijft desondanks nog heel wat te wensen over. Hoewel sommige wensen langzamerhand ingelost worden. Sinds het begin van dit jaar heeft Beelden een eigen website: www.beeldenmagazine.nl. Op deze website kunt u de oude nummers downloaden en de inhoudsopgave van het nieuwste nummer lezen, samen met een of twee artikelen uit het desbetreffende nummer. Deze artikelen zijn soms een uitbreiding van de papieren versie, en soms een extra artikel. De website is een goede uitbreiding. Hiermee kunnen wij, en dat wil ik ook aan u vragen, niet-lezers attenderen op het bestaan van Beelden. Tevens kan er in de oude nummers gedoken worden en kan er een proefnummer ad € 2,50 aangevraagd worden. De bedoeling is dat wij door middel van de website o.a. meer abonnees werven en aan het verbeteren van het magazine kunnen werken.
Inhoudelijk zult u in het volgende nummer een nieuwe rubriek tegenkomen. In het volgende nummer willen wij tentoonstellingen aankondigen die net open zijn of nog open moeten gaan. Beelden is een kwartaalmagazine, met een ruime deadline. Dit bemoeilijkt het om de actualiteit te volgen. Dit is iets wat wij wel als een omissie zagen, maar wat inherent is aan de opzet van het magazine. Deze opzet, om vanuit een individuele invalshoek kritisch te reflecteren op tentoonstellingen die door onze auteurs gezien werden, verandert niet. Deze nieuwe rubriek kunt u als een extra service naar u als lezer beschouwen. Vaak kreeg ik de reactie ‘Als ik dat eerder had gelezen, dan had ik die tentoonstelling graag bezocht’. Uiteindelijk kunnen wij natuurlijk niet alles (voor-)aankondigen. Ik adviseer u daarom de collega-kunsttijdschriften en in de dagbladen de cultuurpagina’s in de gaten te houden. Aan tentoonstellingsmakers wil ik vragen om vroegtijdig de persberichten en uitnodigingen te mailen naar het (nieuwe) email-adres
[email protected]. John Blaak
Druk AM-Creation, Venlo Abonnementen & Adreswijzigingen Jaarabonnement E 30,Donatieabonnement min. E 35,Losse nummers E 7,50 Proefnummers E 2,50 S.P. Abonneeservice Postbus 105 2400 AC Alphen a/d Rijn 0172-476085 (t) 0172-653307 (f)
[email protected] Advertenties AM-Creation Postbus 612 5900 AP Venlo 06-34492511
[email protected] Personalia piet augustijn, tentoonstellingsmaker, freelance journalist anne berk, auteur, recensent ans van berkum, kunsthistoricus judith van beukering, kunsthistoricus, kunstmanager etienne boileau, communicatieadviseur, freelance journalist annemiek van der bruggen, kunsthistoricus en freelance auteur riet van der linden, kunsthistoricus edwin van onna, kunsthistoricus, publicist roos van put, kunsthistoricus antonie den ridder, beeldend kunstenaar, publicist beatrijs schweitzer, beeldend kunstenaar, kunsthistoricus astrid tanis, kunstcriticus, kunsttheoreticus sya van ’t vlie, kunsthistoricus, publicist geraart westerink, kunsthistoricus ISSN 0921-7916 Beelden 2#2008 verschijnt in week 26; Sluitingsdatum voor advertenties week 21 Cover: Andy Warhol, Silver Clouds, 1966 Installatie in The Andy Warhol Museum, Pittsburgh, 1994 © 2007 The Andy Warhol Foundation for the Visual Arts, Inc. All rights reserved (Zie ‘Boeken’ , Catalogus Andy Warhol. (NAi Uitgevers), Stedelijk Museum CS, Amsterdam)
Age Klink, muurschildering Jaffa, Rotterdam (1978) (zie ‘Boeken’)
Inhoud
6 Kunstsubsidies, Anne Berk 7 Art Basel Miami Beach, Roos van Put 8 Ten Feet, Vishal, Haarlem, Judith van Beukering 9 Body Strike, galerie Poonberg, Rotterdam, Piet Augustijn 10 Musée Éphémère, Lorient Bretagne, Annemiek van der Bruggen 11 Jeanne van Heeswijk, galerie RAM op de Art Rotterdam, Piet Augustijn 12 Textiel in kunst, Pulchri, Den Haag, Riet van der Linden 13 Lumineus Amersfoort, Beatrijs Schweitzer 14 Thomas Bartels, Amsterdam, Eleonoor van Beusekom 15 Erick de Lyon, Groningen, Geraart Westerink 16 Kunst en Corporaties: Ymere, Ans van Berkum 18 Energeia, Amsterdam, Sya van ’t Vlie 19 Cold Turkey, Catharijneconvent, Utrecht, Antonie den Ridder 20 Schatten van de eerste keizers van China, Drents Museum, Assen, Etienne Boileau 22 David Thorpe, Museum Kurhaus Kleve, Antonie den Ridder 23 Territorial Bodies, Museum Beelden aan Zee, Scheveningen, Roos van Put 24 Anne-Marie van Sprang in de Princessehof, galerie de Witte Voet, Geraart Westerink 25 Dora Dolz, Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam, Etienne Boileau 26 Fiona Hall, (Den Haag Sculptuur 2007), Judith van Beukering 28 Lucasx, Ans van Berkum 31 Boeken, Astrid Tanis
Kunstenaars, in de aanval! Langzaam maar zeker groeit het verzet tegen de geplande herverdeling van de kunstsubsidies. Het kwam naar de oppervlakte op de site Kunstsubsidiedebat.nl van Jerome Symons. Ook ik maakte me zorgen. En omdat ik al twintig jaar over beeldende kunst schrijf, ging ik op 3 oktober vorig jaar naar het debat in Amsterdam. Dat zou leiden tot de oprichting van het Platform Zonder Kunstenaars Geen Kunst.
dus moeten we de KunstKoopregeling maar behouden’. Dat gaf moed, maar het betekent ook dat er nog veel te doen is. Inmiddels wordt het Platform bemand door Jane Boyd, Frode Bolhuis, Jerome Symons, Abraham Vega, Inger Minnesma (FNV-Kiem) en mijzelf. Ida van der Lee verspreidde het e-mailbombardement. Minnesma is blij met de feedback. ‘Alle andere disciplines staan meteen bij de politiek op de stoep als er wordt bezuinigd, maar beeldend kunstenaars zijn individualistisch en komen niet voor zichzelf op’. Daar komt nog bij dat er ook is bezuinigd op de lobbyisten. Zo heeft de Federatie van Kunstenaarsverenigingen nog maar één man in dienst en zo kan het gebeuren dat een kunstrecensent moet gaan lobbyen. Inmiddels zijn er duizenden pamfletten verspreid. Op www.zonderkunstenaarsgeenkunst.wordpress.com hebben we al meer dan 1.400 handtekeningen verzameld, die we in maart aan willen bieden aan minister Plasterk. En de steun in de kunstwereld groeit gestaag, van Museum Boijmans van Beuningen, de Rietveldacademie tot en met Janneke Wesseling van de NRC.
Door Anne Berk Het is nu al moeilijk om een beurs van het Fonds BKVB te krijgen. Dus hoezo meer geld naar minder kunstenaars? En waarom moet er meer geld naar tentoonstellingsruimten? Daar is toch helemaal geen behoefte aan. Er zijn nu al veel te veel exposities en het geld verdwijnt bij de bron. Maar helaas, het debat was een aanfluiting. Cijfers en context ontbraken. En de enige bobo die het fluisterend protest van Jerome Symons en Maria Verstappen hoorde was Bart de Baere, directeur van het Muhka, Antwerpen. ‘Geef het geld aan de kunstenaars, de musea eten hen op’. Dat waren geen lege woorden. Onlangs kondigde het Muhka aan dat ze exposerende kunstenaars een fatsoenlijk honorarium gaat betalen. Kom daar hier in Nederland maar eens om. Ik ging bij de Boekmanstichting op zoek naar cijfers om de zaak in perspectief te zetten. Hoe is de verdeling tussen kunstenaars en kunstinstellingen? In hoeverre is de financiële positie van kunstenaars de afgelopen jaren verslechterd? De cijfers die ik vond, bevestigden wat ik al vermoedde: dat de subsidies aan kunstenaars sinds de afschaffing van de BKR in 1985 stap voor stap verdwijnen. Zo keerde de WWIK in 2003 nog € 40 miljoen uit aan 3.000 kunstenaars, in 2007 is dat nog maar € 25 miljoen aan 2.200 kunstenaars! In 2005 werd bepaald dat de Geldstroom Beeldende Kunst en Vormgeving (BKV), ooit afkomstig van de BKR, niet meer direct aan kunstenaars mocht worden uitgekeerd. En daarmee gaat € 16,5 miljoen aan hun neus voorbij. ‘De subsidie wordt niet minder’, had het Fonds BKVB gezegd en inderdaad, de luttele € 13 miljoen die in 2004 door het Fonds aan 571 kunstenaars werd uitgekeerd, blijft op peil. Maar dat is slechts een deel van de waarheid. Alle andere geldstromen voor kunstenaars zijn bijna opgedroogd. 1.400 handtekeningen Ik schreef een artikel ‘Herverdeling subsidies lijdt tot ernstige aantasting van het kunstklimaat’, dat ik niet kwijt kon in Kunstbeeld, het Financiële Dagblad, noch in Volkskrant, Trouw of NRC. Op dat moment werd het onderwerp ook niet opgepakt door collega’s. Alleen Beelden heeft het geplaatst (Beelden 4#2007). Dus toog ik met de uitgeprinte cijferlijst naar het volgende debat in Arnhem, maar er was nauwelijks tijd om de cijfers voor te lezen. Mijn frustratie was groot. Zo groot dat ik besloot nu direct contact op te nemen met de fractiespecialisten van de Tweede Kamer, vlak voor het kunstbegrotingsdebat op 17 december. Zij zijn immers degenen die beslissen. Tot mijn grote verrassing werd er naar mij geluisterd. SP-lid Hans van Leeuwen, een ex-kunstenaar, deelde mijn zorgen en zei dat we in actie moeten blijven omdat er nog meer staat te verdwijnen. En Femke Halsema citeerde mij op 17 december in de Tweede Kamer: ‘de kunstenaars zijn er sterk op achteruitgegaan,
Arend van Dam,
Financiële steun onmisbaar In haar artikel ‘Het is niet de subsidie, stupid’, (8-02-2008, zie bovenstaande website) trekt Wesseling het profijtbeginsel in twijfel. 'Vernieuwende kunst kan niet zonder subsidie, bij ons niet en elders ook niet. De lage status en het negatieve imago van de kunst in ons land komt door het gebrek aan steun voor kunstenaars'. Financiële ondersteuning is gerechtvaardigd vanwege de bijzondere positie van de kunstenaar (zie mijn artikel ‘Kunst als vrijplaats’ op de website), maar het marktdenken regeert. De politiek vindt dat de kunstenaars zichzelf moet bedruipen, net als de rest van de maatschappij. Dat is de achterliggende gedachte achter de bezuinigingen en het is vrijwel onmogelijk dit uitgangspunt te bestrijden. Het Platform Zonder Kunstenaars Geen Kunst stuurt aan op een gesprek met de fractiespecialisten. Ik hoop dat we dan althans een deel van de complexe geldstromen weer kunnen terugbuigen richting kunstenaar. In ieder geval hebben we de positie van kunstenaars weer op de agenda gezet. Toch volstaat de slachtofferrol niet. Het is goed om na te gaan hoe het zover heeft kunnen komen. Wat kan er beter? Nederlandse kunstenaars doen het goed, maar hun werk is nagenoeg onzichtbaar. Het is tijd voor een offensief, dat door alle partijen in de kunstwereld zou moeten worden gedragen. Creëer een volwaardig podium, zoals de Tate Britain, meer kunst op tv en een site voor films over kunstenaars. Laten we de Nederlandse beeldende kunst in de schijnwerpers plaatsen!
6
cartoon subsidiekorting
Steun de actie en teken op www.zonderkunstenaarsgeenkunst. wordpress.com
Over Iggy Pop en de ‘Art Basel Miami Beach’
Art Basel Miami Beach, 4 t/m 7 december 2007 www.artbaselmiamibeach.com
In de hedendaagse kunstwereld tel je als galerie pas echt mee als je op de vier internationale beurzen acte de présence geeft: op de ‘Frieze’ in Londen, op de ‘Armory’ in New York, op de ‘Art Basel’ en op de ‘Art Basel Miami Beach’. Daar lopen de grote verzamelaars – hun privéjets staan in rotten van tien geparkeerd op het vliegveld - daar worden goede zaken gedaan. Het zijn ook dé plekken voor galeriehouders om kunstenaars strategisch te plaatsen. Contacten voor eventuele tentoonstellingen in internationale musea worden op dergelijke beurzen gelegd want museumdirecteuren en curatoren van diverse pluimage lopen er tenslotte ook rond. Op de ‘Art Basel Miami Beach’ werd natuurlijk ruimtelijk werk gepresenteerd. Betaalbaar, zoals de chocoladeversie van de beroemde Kabouter Butplug en werken van 1,5 miljoen Amerikaanse dollars van de gebroeders Chapman. Door Roos van Put
Richard Jackson, Big Baby
7
In Miami Beach is het begin december een groot feest. Niet alleen omdat iedereen die ook maar iets met hedendaagse kunst heeft er aanwezig is. Ook omdat de organisatie op de openingsavond een speciaal evenement organiseert. Dit jaar stond een concert van niemand minder dan Iggy Pop op het programma. Op het strand. Vanaf tien uur ’s avonds. Jammer genoeg bracht hij zijn klassieker ‘Lust for Life’ niet ten gehore maar dat mocht de pret niet drukken. Kunstenaars en galeriehouders, toevallige passanten en museumdirecteuren; iedereen stond te swingen in de zomerse temperaturen van Miami. Even stoom afblazen na de eerste dag van de beurs. Van die momenten waar het ‘be there or be square’ is, want tijdens die eerste uren worden de beste werken verkocht. Naast de beurs zelf zijn er in Miami talloze andere ‘side fairs’. In 2007 waren er ruim twintig. De beste zijn de Nada en de Pulse. Uit Nederland waren hier onder meer Galerie Martin van Zomeren, Upstream, Juliette Jongma, Torch en Zinger uit Amsterdam. Daarnaast loont het de moeite een kijkje te nemen in alles wat geen beurs is, zoals de containers aan het strand. Daar tonen ‘artist run spaces’ bijvoorbeeld wat zij in huis hebben. De temperaturen zijn er overdag overigens niet te harden. Solopresentatie Op de Nada Art Fair viel de stand van Galerie Martin van Zomeren uit Amsterdam meteen op. Daar waar andere galeries een selectie van hun beste kunstenaars toonden, koos Van Zomeren voor een solopresentatie van de Cubaanse Wilfredo Prieto. ‘El Tiempo es Oro’ luidde de titel. Te zien was een gouden zakhorloge, hangend aan een kabeltje, van behoorlijk formaat overigens. De wanden van de stand waren door de galeriehouder zelf nachtelijk blauw geschilderd. Et voila, een dijk van een installatie. De transportkosten voor deze galerie zullen uitermate laag zijn geweest – het zakhorloge ging gewoon mee in de koffer. Prieto is een jonge talentvolle kunstenaar, die met dit minimalistische werk aantoont dat een ijzersterk statement weinig toeters en bellen nodig heeft. Gedachten over vergankelijkheid dringen zich onherroepelijk op. Het is typisch zo’n werk dat zich vastzet op je netvlies. Was je een groot verzamelaar dan kocht je het meteen. Binnen de hoeveelheid kunst die je binnen een paar dagen moet verteren zijn het juist dit soort sobere uitingen die je lang bijblijven. Kunst die met heel weinig, heel veel zegt en daardoor een onuitwisbare indruk achterlaat. Toch stuit je zelfs bij dit soort prestigieuze beurzen ook op kunst waarbij je je afvraagt of de tijd soms stil heeft gestaan, zoals bij de baby van Richard Jackson. Het formaat trekt de aandacht, groot groter, grootst, maar de inhoud is ook niet meer dan dat wat je ziet. What you see is what you get. En dan ben je snel uitgekeken. Binnen het ruimtelijk werk was daarnaast opvallend op de beurs het soms vrolijke dan weer olijke, zelfs hilarische karakter van de beelden. Zoals de sculptuur van Nadav Weissman. Hier is te zien hoe een mannenkop verbaasd naar een zittend hondje kijkt. Maar ook hier weer zoek je vergeefs naar een inhoud die je blik doet kantelen, naar een achterliggende gedachte die op zijn minst verontrust. Verder struikelde je op de beurs over diverse varianten van Kabouter Butplug. Hij kwam voor als decoratief patroon op behang, in een zilverkleurtje op het formaat van een enigszins uit de kluiten gegroeide tuinkabouter en in chocolade. Nu was die laatstgenoemde nog wel grappig en ook betaalbaar. Om voor een paar honderd dollar een kunstwerkje van chocolade te kopen is nog te overwegen. Maar de kans dat je een hap neemt uit deze verrukkelijk geurende kabouter is echt niet verwaarloosbaar. En dan is het toch weer zonde om je kunstwerkje op te eten. Want van kunst wil je toch wat langer genieten.
‘Ten Feet’ in de Vishal Het is fijn om af en toe werk te zien van kunstenaars die het avontuur niet nog min of meer overkomt, maar die door ervaring weten wat ze moeten doen om het avontuur ‘oneindig’ te laten duren. In de Vishal van Haarlem is de tentoonstelling ‘Ten Feet’ met vijf beeldhouwers, die allen al minstens vijftien jaar exposeren. Gastconservator Michael Jacklin maakte met Krijn de Koning, Reinoud Oudshoorn, Jan van de Pavert en Simcha Roodenburg een kleine expositie die geconcentreerd kijken vergt. Door Judith van Beukering Met de uitnodigingskaart geeft Michael Jacklin aan wat hij als leidraad voor zijn expositie heeft gekozen: “Ten Feet staat eerder voor het abstracte 10 x 30,4 cm dan voor vijf paar figuratieve voeten. Abstracte beelden kunnen een gesublimeerde werkelijkheid zijn, maar ook escapisme, weg van de actualiteit. Maar vóór alle praat of uitleg is er het kijken en/of zien.” Op de voorzijde van de kaart is de Modulor van Le Corbusier afgebeeld; een maatsysteem dat deze architect ontwikkelde op basis van het menselijk lichaam en de wiskunde. Wat hij geloofde was dat deze maten, direct gerelateerd aan het menselijk lichaam, architecten zou helpen om gebouwen aan de behoefte van de mens aan te passen. De verwantschap waar Jacklin naar verwijst is dus: abstracte kunst, die op voorhand (zonder tekst) visueel interessant is, waarbij de wiskunde (maatsystemen, modules), de menselijke maat en de beleving van architectuur een rol spelen. Hoe zien we deze verschillende eigenschappen terug in de tentoongestelde werken? Orde, chaos en ruimte Michael Jacklin exposeert een aantal beelden van ijzer. Hij heeft deze geplaatst aan het eind en in het midden van de langwerpige tentoonstellingsruimte, waardoor je blik er als vanzelf naar wordt toegetrokken. Het is duidelijk dat Jacklin de andere kunstenaars om zich heen heeft verzameld. O’s and Zero’s (nr 3) bestaat uit twee gelaste beelden van bandijzer met daarin cirkels in verschillende formaten. De banden grijpen verticaal in elkaar tot een stapeling. Een beeld ‘ligt’; van een afstand zie je een wirwar van cirkels waar je toch een patroon in vermoedt. Het andere beeld ‘staat’; het aanzicht is gesloten; het doet denken aan een stapel filmbanden. Jacklin speelt met orde en wanorde. “Een beeld moet meer opleveren dan het inneemt” stelt Reinoud Oudshoorn. In een tijd waarin onze leefruimte steeds kleiner wordt, vindt hij het belangrijk om nieuwe vormen te vinden die ruimte opleveren. In zijn wandobject, zt 2005, lijkt die ruimte zelfs onmetelijk. Door twee elipsen van ijzer en in het midden matglas, kijk je naar twee donkere ronde vormen. Dit zijn platen die achter het beeld zijn gemonteerd. Door het matglas zijn ze vaag en diffuus en het lijkt of je naar twee mysterieuze planeten kijkt in een oneindig universum. Een prachtig beeld waar ik stil van werd.
Modellen, lego en ruw hout Jan van de Pavert heeft drie beelden samengevoegd tot een nieuw geheel. Segment uit bibliotheek (1989) is gemaakt van multiplex en bladzilver op snee. Het is een constructie van verticale en horizontale planken, die een bouwsteen zijn van een oneindige bibliotheek. Daarnaast zijn er twee Modellen (2006/2007); halve bollen, de een glad en de ander gelobd, van gips met goud op snee. Van de Pavert gebruikt dit soort modellen ook in zijn videotapes; daarin worden de beelden ruimtelijke vormen waar je in kunt dwalen; een soort architecturen. Aart van der Kuijl, artistiek coördinator van de Vishal, die Jacklin als gastcurator uitnodigde naar aanleiding van de Biënnale van Noord-Holland in 2006, vertelt mij dat hij graag deze videotapes had gezien naast dit werk. Ik denk ook dat dit een spannende toevoeging was geweest, maar begrijp ook heel goed dat Jacklin alleen voor sculptuur koos; het is juist zo verademend om je te concentreren op een paar goede sculpturen zonder afgeleid te worden. Ook het werk van Krijn de Koning gaat over de beleving van architectuur. Hij presenteert een ‘doe het zelf’ beeld: Mutiple 3 (yellow) prototype 2007. Voor een versie van dit werk, dat bestaat uit losse architectonische bouwstenen in geel kunststof, die als lego op ontelbare manieren gecombineerd kunnen worden, ontving hij in 2007 de Sikkensprijs. (De Koning doet veel met kleur en ruimte en hanteert daarbij een nogal heftig kleurenpalet.) Op het moment dat ik de Mutiple bekeek, stond deze er ongemakkelijk bij. CKV-leerlingen hadden het beeld verplaatst helemaal tot aan het uiteinde van de tafel en een element wat pesterig schuin gezet. Simcha Roodenburg heeft in de Vishal drie houten beelden opgebouwd, die ruw zijn en niet recht. Ik kan niet goed vat krijgen op wat deze constructies zijn, maar werd wel geraakt doordat ze op een eigen wijze tegelijk grof en gevoelig ogen. Mijn ervaring tijdens deze tentoonstelling was dat geconcentreerd kijken werd beloond met het gevoel even uit de tijd te zijn gestapt, zoals elke indrukwekkende voorstelling of tentoonstelling je dat kan laten beleven.
Krijn de Koning, Multiple Nr.3, 2007
TEN FEET Ten Feet, uitnodigingskaart
Ten Feet,Vishal, Haarlem, 9/2 t/m 16/3 2008, www.devishal.nl
8
‘Body Strike’: aaibaar, glimmend, luguber en indringend Lichamelijkheid staat in deze tentoonstelling voorop. Het tastbare laat zich niet wegkijken, Confronterend en grimmig soms, maar ook verleidelijk en vertederend. Het lichaam als sleutel van de geest, de zintuigen nemen de kortste weg. Door Piet Augustijn Lie van der Werff, Babydier, 1998, foto Piet Augustijn
onderwerpen als vervreemding en discommunicatie, bureaucratie en individualisatie. Dit alles uit zich in beelden, videowerken en performances en in vormen die voortkomen uit de wereld van de beeldende kunst, mode, theater, muziek en popcultuur. De sculpturen maken een fabrieksmatig vervaardigde indruk, maar zijn heel secuur met de hand vormgegeven. Ze lijken gemaakt van keramiek of kunststof, maar zijn gemodelleerd uit een bewerkbare houtemulsie, gepolijst en behandeld met een verf- en laklaag die ze een rijke uitstraling geeft. De beelden zijn opgebouwd uit alledaagse gebruiksvoorwerpen als plastic bekers, tupperware schaaltjes en barbiepoppen in combinatie met afvalproducten uit de bio-industrie als gevriesdroogde varkensneuzen en -oren. De resultaten zien er uit als
In de tentoonstelling Body Strike bij de Rotterdamse galerie Poonberg stond lichamelijkheid centraal. Confronterend en schokkend in het werk van Koen de Vries, de aluminium kop van een vrouwelijke zelfmoordenaar die zich opblies. Vertederend in het marmeren babydiertje van Lie van der Werff dat vol vertrouwen de wereld tegemoet lacht. Aaibaar, glimmend, verleidelijk, fascinerend, luguber en indringend. Alles kwam bij elkaar in deze tentoonstelling waarin kunstenaars van de galerie onder het thema lichamelijkheid bij elkaar zijn gebracht.
Body Strike. Galerie Poonberg, Rotterdam, 10 februari t/m 9 maart 2008 www.galeriepoonberg.nl
Rein Vollenga, Zonder titel, 2007, foto Piet Augustijn
Lia van der Werff (1962) bouwt al tien jaar aan een eigen wereld van wonderlijke, emotionerende beelden. Kwetsbaarheid en melancholie, sensualiteit en erotiek dienen zich in verschillende gedaanten aan. Mens, dier en ding zijn in haar beelden inwisselbaar, terwijl innerlijke en uiterlijke schoonheid met elkaar vechten. Het marmeren Babydier (1997) lijkt van een afstand een op z’n rug liggende baby die met armen en benen omhoog ligt te kraaien van plezier. Dichterbij blijkt het hoofd geen mensenhoofd, maar de kop van een dier (schaap, geit?). Ook het gehurkte Babydier (1998) van keramiek en textiel heeft die contradictie in zich. Van achteren een klein mensfiguur, van voren een onbestemde figuur met een grote koeienkop en de voorpoten (armen?) gehuld in een sexy topje met lange mouwen. Van der Werff weet de kijker perfect op het verkeerde been te zetten met beelden die eerst vertederen, maar bij nadere beschouwing afschuw oproepen. Hoewel de liggende baby voldoende aanleiding geeft om die vergissing met een glimlach te accepteren. Het werk van Rein Vollenga (1979), pas vorig jaar afgestudeerd aan de Academie voor Kunst en Vormgeving in Den Bosch en nieuw in Galerie Poonberg, komt voort uit fascinaties voor maatschappelijke
nieuwe, glanzende en luxueuze producten waarin delen van menselijke of dierlijke lichamen te herkennen zijn. De objecten, altijd Zonder Titel, glanzend zwart, wit of rood, roepen associaties op met onschuldig kinderspeelgoed tot anatomisch en medisch onderzoeksmateriaal, maar ook met sextoys en sciencefiction films. Een mat witte, half zittende baby met een varkensneus en de benen ver uit elkaar, een glimmende halve tors met twee borsten en vreemde uitsteeksels, een glanzend rode penisvorm en een menselijk hoofd met grote uithollingen in de hals. De wereld van Rein Vollenga zit vol met lichamelijkheid, maar niet van de aaibare soort zoals we die vaak wensen. Hij laat vooral de gekunsteldheid van het leven zien door te focussen op het onvolmaakte. In zijn videowerken, waarvan er twee te zien zijn, worden vrouwelijke aspecten als borsten en hals met siliconen opgeblazen en gecombineerd met surrealistische hoofden waaruit houten balken en rode bolletjes lijken te ontspringen. Rauw en ruig De beelden van Koen de Vries (1966) zijn rauw, ruig en fel. Net als beroemde voorgangers in de beeldhouwkunst Medardo Rosso en Auguste Rodin is hij structureel op zoek naar nieuwe vormen van portretkunst. In de serie Blindfolded (2007), grote zwarte bronzen, worden stukken afgietsels over elkaar heen geplaatst, onderdelen gekanteld of met geweld in een reeds bestaand onderdeel gedrukt. De Vries ontleent zijn onderwerpen aan de actualiteit, veelal oorlogssituaties, waarbij vragen over politiek, daders en slachtoffers worden opgeroepen. Gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal spelen een belangrijke rol in al zijn beelden. De vijf beelden uit Blindfolded gaan over geblinddoekte slachtoffers, om het even uit welke oorlog of gevangenis dan ook. Het zijn universele uitdrukkingen van machteloosheid, pijn en vernedering bij het geblinddoekt ondergaan van martelingen. Het beeld The female suicide bomber’s head (2003) is nog explicieter. Het is het zwaar gewonde hoofd van een vrouwelijke zelfmoordenaar die zich ‘voor de goede zaak’ heeft opgeblazen. Indringend en luguber.
9
‘Musée Éphémère’ In de tot laboratorium omgebouwde keuken vermaakt een jongeman kinderen met eieren die na een azijnbad meer weg hebben van stuiterballen, hij laat paperclips drijven op water en af en toe brengt hij door een uitgekiende samenstelling van eenvoudige huis, tuin en keukenmiddelen een ontploffing teweeg. Een verdieping hoger herbergt een badkamer een van de laatste met uitsterven bedreigde zeemeerminnen. Een appartement verder tracht ik mijn muurkast te beschermen tegen teveel bezoekers. De grot die ik erin heb vervaardigd blijkt een magische aantrekkingskracht op onstuimige kinderen te hebben. Hoe solide het ook oogt, hij is gemaakt van gips dat bij de minste aanraking breekt. We zijn in Lorient, Bretagne, waar ‘Musée Éphémère’ draait op volle toeren. Door Annemiek van der Bruggen Idées Détournées ‘Museum Eendagsvlieg’, de Hollandse benaming voor Musée Éphémère is een initiatief van stichting Idées Détournées die enkele jaren geleden werd opgericht door Nadine Thouvenin. De stichting heeft tot doel mensen met elkaar in contact te brengen en organiseert daartoe projecten die een creatieve inslag hebben. Het museum kwam vorig jaar begin oktober van de grond en bevindt zich in een flatgebouw in de wijk Kervénanec. April 2008 zal de toren met museum en al gesloopt worden. Tot die tijd zijn negen appartementen met in totaal 49 kamers ter beschikking gesteld. Even zoveel enthousiastelingen hebben in die kamers een kunstwerk vervaardigd. Onder die enthousiastelingen zijn zonder twijfel alle bevolkingsgroepen van Lorient vertegenwoordigd; een slaapkamer is ingericht door gehandicapten, een badkamer door asielzoekers, er doen gepensioneerden mee, huisvrouwen en kinderen en er zijn een aantal ‘echte’ kunstenaars. Het enige criterium voor deelname was woonachtig te zijn in Lorient. Ik had geen maand later aan moeten komen om me eveneens in te kunnen schrijven voor een ruimte. Om in te burgeren, Frans te leren, en om te zien hoe men in Frankrijk reageert op een dergelijk project dat overeenkomsten vertoont met de Hollandse projectkunst. Sociaal project of kunstproject Hoewel het project, gesponsord door onder andere de gemeente, het departement en het Franse ministerie van Sociale Zaken in de eerste plaats gezien wordt als sociaal project zijn er genoeg overeenkomsten met projectkunst in Nederland. Men wordt aan het denken gezet over de veranderingen in Kervénanec, een soort Bijlmer van Lorient waar in totaal vier torens tegen de vlakte zullen gaan. Daarnaast vormen tijdelijkheid en participatie sleutelwoorden. Maar het belangrijkste is dat kunst wordt ingezet als sociaal bindmiddel. Niet door een
kunstenaar een oplossing te laten bedenken maar door de mensen zelf alle vrijheid te geven zich creatief te uiten. Zo is de deelname voor Marguerite le Bellec therapeutisch geweest. Na 35 jaar met plezier in Kervénanec gewoond te hebben werd ze door de op handen zijnde sloop gedwongen te verhuizen. Ze heeft met witte letters op een felroze achtergrond haar gal gespuwd in de haar beschikbaar gestelde ruimte. De huiskamer ernaast is door kinderkledingatelier Chat et Rat omgetoverd tot een sprookjeswereld door met kleurige stoffen levensgrote dierfiguren op de met zwarte stof beklede muren te naaien. De bomen hebben er lichtgevende bloemen en er klinken oerwoudgeluiden. Of neem het met humor gemaakte Toilet voor de kerstman van de pubers Adeline Muy en Srey-Leak Vorn. Een wereld van verschil met het abstracte werk dat zich in de ruimte ernaast bevindt. Daar staan diverse met koffie gevulde kopjes op de grond. Uit elk kopje kruipt een, langzaam bruin wordende, strook witte katoen omhoog naar een wit laken dat de gehele huiskamer omspant. “In iedereen schuilt een kunstenaar” aldus Thouvenin, die zich met het project ook afzet tegen het elitaire en intellectuele karakter van de gevestigde kunstwereld. In Musée Éphémère staan amateurs naast professionele kunstenaars. Beide blijven overeind, dat is de kracht van het museum. Aantrekkingskracht De diversiteit zorgt niet alleen voor een spannend eindresultaat, maar ook voor een goede samenwerking. Tijdens de bouw van de kunstwerken werden onderling tips en materialen uitgewisseld en met interesse elkaars vooruitgang gevolgd. De week voor de opening op 1 december vormde het hoogtepunt, op beide verdiepingen heerste een opgewonden sfeer en bedrijvigheid. Die werd nog verhoogd door de komst van TV5. De nationale TV zender die, na een reeks reportages van de regionale zenders, eveneens interesse toonde. En het museum blijft aantrekken. De kunstenaars zelf komen nog regelmatig langs in het museum om elkaar te spreken en de sfeer te proeven. In de eerste drie weken zijn er maar liefst 1.000 bezoekers geteld, het aantal kranten en tijdschriftartikelen blijft stijgen, en allerhande artiesten komen optreden in het museum. Thouvenin krijgt wekelijks aanbiedingen van clowns, Malinese zangeressen of bespelers van de Keltische harp. Niet voor niets wordt in omringende steden driftig gezocht naar mensen die een soortgelijk project op kunnen zetten, tot die tijd moeten de inwoners zich behelpen met georganiseerde busreizen naar Lorient. ’Museum Eendagsvlieg’, misschien ook iets voor Nederland?
10
Kinderkledingatelier 'Ente chat et rat', foto Annemiek van Bruggen
Severine Ledercq, foto Annemiek van Bruggen
www.ideesdetournees.org
Jeanne van Heeswijk en ‘Het Dwaallicht’ van Nieuw Crooswijk
Jeanne van Heeswijk, De ridder van het geheugen. Presentatie van film, fotografie, verhalen en kostuums van het Dwaallicht project op de Art Rotterdam 2008 bij galerie RAM, foto Fred Kies
Men verkoopt de vernieuwing met een vleugje nostalgie. Een paar oude foto’s suggereren dat het verleden niet gesloopt is, maar vertel mij dan waar het is. Waar vind ik mijn stoep terug? Waar is mijn boom? Waar is mijn oever van de Rotte? Waar is mijn huis? Waar liggen mijn verhalen begraven? U neemt het weg, u sloopt, u vernietigt. Mijn Nieuw Crooswijk is niet meer…. verkoop mij dan ook geen knollen voor citroenen. Jeanne van Heeswijk presenteerde op de Art Rotterdam in de stand van galerie RAM het project ‘Het Dwaallicht’. Door Piet Augustijn
www.ram-art.nl www.jeanneworks.net www.dwaallicht.nl
De Rotterdamse wijk Nieuw Crooswijk wordt binnen nu en tien jaar voor meer dan negentig procent gesloopt en weer herbouwd. Hierbij zal naar verwachting negentig procent van de huidige bewoners verhuizen om niet meer in de wijk terug te keren. Met het project Het Dwaallicht ging Jeanne van Heeswijk met een team van mensen, in samenwerking met huidige en toekomstige bewoners, op zoek naar de banden, verbindingen en relaties binnen de wijk. Een jaar lang (2004-2005) doolde Het Dwaallicht rond op zoek naar energie. Doel was het in kaart brengen en voor de toekomst vastleggen van de culturele geschiedenis van Nieuw Crooswijk en haar bewoners.
11
Op basis van verhalen van bewoners en gebeurtenissen uit heden en verleden schreef Dick van den Heuvel maandelijks op de website een hoofdstuk over de mysterieuze zoektocht van Het Dwaallicht. Met deze verhalen werd een nieuwe geschiedenis van Nieuw Crooswijk geschreven en haar energie in kaart gebracht. Parallel aan de verhalen vond een keer in de maand een evenement plaats. Inhoud, vorm en plaats verschilde per keer, maar wat de evenementen gemeen hadden was dat ze gingen over en plaatsvonden in Nieuw Crooswijk. Zo componeerde Paul de Jong een muziekstuk dat hij op verschillende locaties uitvoerde, was er een autorondleiding over de begraafplaats, organiseerden jongeren een muziek- en theaterperformance en kwamen onbekenden van elkaar gedurende een maaltijd samen aan tafel te zitten. Het eerste deel van het project werd afgesloten met de publicatie van Het Dwaallicht van Nieuw Crooswijk (Veenman Publishers, 2007), een roman van Dick van den Heuvel, die vorig jaar verscheen. Op de website www.dwaallicht.nl konden bewoners en andere geïnteresseerden de zoektocht van Het Dwaallicht volgen. Ook vonden bezoekers van de site er aankondigingen van evenementen en konden er speciaal ontwikkelde spelletjes gespeeld worden. Op een plattegrond werden alle plaatsen getoond waar Het Dwaallicht verscheen en waar verhalen van bewoners plaatsvonden. “Dwaallicht. Ik draag een helm en spreek een toespraak. Want ik ben een vrouw en ik heb een boodschap. De afgelopen maanden heb ik u gevolgd. U streek af en toe neer op een plek om er een stukje verhaal te halen, of liever om te kijken naar het verhaal van Nieuw Crooswijk. U was onwetend. U wist niet wie u was en waarom u gestorven was. U kende Nieuw Crooswijk niet of niet meer en u wilde weten wat er nu precies was gebeurd in uw eigen verleden en dat van de buurt…….” Het Dwaallicht fungeerde als een soort afreageerfiguur, iemand tegen wie men kon praten, aan wie men geheimen of frustraties toevertrouwde, tegen wie men vertrouwelijk, boos of verontwaardigd kon zijn. Alle problemen die bij zo’n grootscheepse sloop en vernieuwing aan de oppervlakte komen werden min of meer getackeld door Het Dwaallicht. Want natuurlijk blijven de bewoners liever wonen waar ze wonen, natuurlijk wordt die vernieuwing doorgevoerd en uiteraard worden er problemen onder de mat geveegd. Jeanne van Heeswijk heeft dat allemaal voorzien. De vraag is alleen wat er met al die kennis gedaan wordt. Projecten De projecten van Jeanne van Heeswijk (1965) kenmerken zich door sociale betrokkenheid. Het doel is het scheppen van nieuwe publieke (ontmoetings-)ruimtes of het daartoe vervormen van bestaande ruimtes. Meestal werkt ze daarbij intensief samen met beeldende kunstenaars, vormgevers, architecten, software ontwikkelaars, overheden en buurtbewoners. Enkele projecten van de laatste jaren zijn De Strip, een serie ontmoetingen op weg naar Westwijk 2005 in Vlaardingen (2002-2003), Face your world in het Wexner Center in Columbus, Ohio in de Verenigde Staten (2002), Langs de Lijn van De Toekomst (2003) in Gorinchem, een onderzoek naar de plaats van ‘het spel’ binnen verschillende (sub)culturen in de Gilden- en Vroedschapswijk in de stad en In the Field of Players (2004) voor TENT. Rotterdam, waarin het publiek werd uitgenodigd na te denken over de notie van Power Play. In 2003 was Van Heeswijk een van de Nederlandse deelnemers aan de Biënnale van Venetië waar bezoekers het spel landjepik konden spelen. Een bijdrage die voortkwam uit het Gorcumse project en waar nagedacht moest worden over het genereren van ruimte en de strijd tussen culturen onderling. Momenteel loopt het project Het Blauwe Huis in de Amsterdamse wijk IJburg. Een nieuwe wijk zonder verhalen, geschiedenis, een kloppend hart of stedelijkheid. Het Blauwe Huis staat middenin woonblok 35 en wordt voor een periode van vier jaar als huis voor de kunst gebruikt. In deze periode zullen er verschillende kunstenaars, architecten, schrijvers en wetenschappers gaan wonen die de opdracht krijgen een verbinding te maken tussen de wereld, hun wereld en de omgeving van het huis.
‘Textiel in kunst’. Geen vlees en geen vis Begin dit jaar waren vrijwel gelijktijdig twee tentoonstellingen te zien rond de toepassing van textiel in kunst: ‘Traag’ bij Arti in Amsterdam en ‘Soft Ware’ bij Pulchri in Den Haag. Wat opviel was dat beide tentoonstellingen waren geïnitieerd en samengesteld door vrouwelijke kunstenaars en dat vrouwelijke exposanten verreweg in de meerderheid waren. Bij ‘Traag’ was de man-vrouwverhouding 2 op 14, bij ‘Soft Ware’ 6 op 19. Door Riet van der Linden www,pulchri.nl
Anne van de Pals, Hangend
Pluriformiteit in de kunst is al decennialang eerder regel dan uitzondering. Vrijheid, blijheid is het adagium. Het traditionele onderscheid tussen kunstnijverheid, vormgeving en autonome kunst, behoren tot het verleden. Niet gehinderd door gebrek aan kennis en/of vaardigheden staat het een ieder vrij zich te bedienen van elk materiaal of medium, om haar of zijn ideeën vorm te geven. Met bovenstaand beeld voor ogen, lijkt een tentoonstelling over de toepassing van textiel in kunst een gedateerd concept. Alsof er toch nog een strijd te voeren valt tegen (seksistische) vooroordelen. Dat beeld wordt bevestigd door Tilleke Schwarz, initiatiefneemster en (samen met Maria Smits) gastcurator van Soft Ware bij Pulchri. In haar oproep aan kunstenaarsleden: “Een van de laatste ‘taboes”, schrijft zij, “is het gebruiken van flexibele materialen (onder andere textiel) en van textiele technieken, zoals naaien, borduren, haken en breien in de beeldende kunst.” (Pulchri 3, 2006). Hoe valt dat te rijmen met de hedendaagse praktijk waarin de voorbeelden van internationale kunstenaars m/v die (incidenteel) textiele materialen toepassen, voor het oprapen liggen. Kunstenaars als Woody van Amen, Ferdi, Lam de Wolf, Berend Strik, Karin van Dam, Antonietta Peeters, Berend Strik, Karin Arink, Lidy Jacobs, Roy Villevoye, Tracey Emin, Lucy Orta, Fransje Killaars, enzovoort?
12
Cataloguskrant In de begeleidende cataloguskrant die bij Soft Ware werd gepubliceerd, koos Schwarz overigens een positievere invalshoek. Nu schrijft zij dat ‘de meewarige blik’ waarmee borduren en breien werd bekeken is veranderd sinds een aantal toonaangevende kunstenaars dit medium heeft ontdekt.’ Wat is hier aan de hand? Tilleke Schwarz is in de woorden van kunstenaar Anne van de Pals: ‘een echte textielvrouw en kadert haar werk driftig af in haar stijve presentatie maar er vertoont zich wel een bepaalde gekkigheid in haar verbeelding.” Die karakterisering van ‘echte textielvrouw’ is inderdaad precies waar Schwarz onderuit probeert te komen. Met haar graffiti-achtige, zeer arbeidsintensieve geborduurde schilderijen, geniet zij internationale faam. Maar uitsluitend binnen de scène van textielkunstenaars, waar traditiegetrouw de focus sterker op vorm is gericht dan op inhoud. Met Soft Ware legt zij haar frustratie hierover bloot en creëert zij in haar dubbelrol van curator/exposant tevens een breder podium voor zichzelf. Kennelijk is de associatie met textielkunst nog altijd een gevaar voor de reputatie van een kunstenaar. Van de Pals (die zowel in Traag als in Soft Ware exposeert) zegt beducht te zijn om in ‘de textielhoek’ terecht te komen. Arno van Roosmalen, directeur van Stroom in Den Haag die Soft Ware mee hielp te financieren, zegt erover: “Ik denk werkelijk dat met Soft Ware het fenomeen textielkunst naar de achtergrond is verschoven”. Maar nogmaals, waarom de aandacht vestigen op textiel als materiaal en daaraan verbonden handwerktechnieken, als daarmee alleen maar oude koeien uit de sloot worden gehaald. Wat levert het op? Selectie Voor Soft Ware werden 24 kunstenaars geselecteerd (voor de helft leden van Pulchri inclusief Schwartz en Smits). Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat een aantal kunstenaars er met de haren is bijgesleept. De schilder Vittorio Roerade bijvoorbeeld mengt draden door zijn verf wat blijkbaar al voldoende aanleiding was om hem uit te nodigen. Op die manier kun je elke schilder selecteren die werkt met verf op doek. Datzelfde geldt voor de fotoprint op bedrukt textiel van Wilma Kuil of voor de ruimtelijke sculptuur van Maria Smits, waarin naast hout, rubber en schuimplastic ook grove jute is gebruikt. Anders is het met de sculpturen van Anne van de Pals zogenaamde ‘verlijvingen’ die zijn gemaakt uit oude wollen dekens. Hier is het gekozen (textiele) materiaal essentieel voor wat zij te zeggen heeft. De inmiddels overbekende wandinstallatie van Marian Bijlenga hoort ook bij de meer geslaagde kunstwerken op deze tentoonstelling, alhoewel het hier meer gaat om flexibele materialen (viscose, paardenhaar) dan om textiel. Veel bijval van het publiek kreeg Saskia van Dijk met haar niet van echt te onderscheiden gebreide insecten, die getuigden van een degelijk vakmanschap maar weinig aan de verbeelding overlieten. Ook was de inrichting niet altijd effectief, het poëtische werk van Regula Maria Müller, een soort kroonluchter van vilt, glas en koperdraad, viel weg tegen de wand met een serie hangende, gehaakte poppetjes van Marita Kratz. De kleine poppetjes waren heel aandoenlijk en gingen voor een bescheiden prijs, grif van de hand. Maar er was meer nodig om deze kunstenaar uit de verf te laten komen. En dat gold niet voor haar alleen. Van Roosmalen ziet al uit naar een volgende editie van Soft Ware waarin nog uitgesprokener te werk zal worden gegaan. Het lijkt mij een goed idee om die tentoonstelling dan plaats te laten vinden in Stroom, met een ruim budget, en zonder de beperking die een kunstenaarssociëteit als locatie nu eenmaal oplevert.
‘Lumineus Amersfoort’ wierp licht op verandering “Waar het visioen ontbreekt, ontstaat woestenij”. Het winkelende publiek kon op een gure decemberavond in Amersfoort zomaar eens stil staan bij dit nog steeds actuele citaat uit Spreuken 29.18. Het was een fragment uit de film Paradise Light van Martin Riebeek, een van de lichtkunstwerken van ‘Lumineus Amersfoort’. Deze route door de oude binnenstad had als thema ‘de veranderende stad’. Onderwerp en locatie bleken elkaar wonderwel aan te vullen. Door Beatrijs Schweitzer De futuristen droomden er precies 100 jaar geleden al van: lichtkunst! Wat zouden ze genoten hebben van de technische mogelijkheden die er nu zijn. Beamers, leds en lasers, het zijn heerlijke nieuwe media voor de kunst met een keur aan mogelijkheden. Zij leveren niet automatisch goede kunstwerken af, maar aantrekkelijk is het wel. En voor wie er belang aan hecht; de drempel ligt net in de schaduw.
Projecties Goede bekenden als Martin Riebeek en Geert Mul ontbraken niet. Riebeek had filmportretten van mensen uit Amersfoort geïntegreerd in een bestaand werk (Imagine Being There), waarin hij mensen uit enkele grote wereldsteden uitgebreid liet vertellen over ‘hun paradijs’. Een intieme serie, zomaar onder de visafslag, waarmee Amersfoort en passant óók een ‘wereldstad’ werd. Mul, wist ‘de veranderende stad’ ingetogen maar treffend te spiegelen. In Choose your Myth, werden afwisselend zóveel (80) symbolen uit verschillende levensovertuigingen precies in een grote blinde nis op de Onze Lieve Vrouwetoren geprojecteerd (dankzij zwart/wit op reliëf in de steen lijkend), dat de betekenis ervan meteen gerelativeerd werd als een keuzemogelijkheid in plaats van een waarheid. In de route waren bewust ook kunstenaars uit Amersfoort zelf opgenomen. Theo van Delft gaf in zijn Tijdenwinkel de betrekkelijkheid van het tijdsbegrip ter overdenking. Zo’n honderd staande portretten van Amersfoorters in oplopende leeftijd werden van binnenuit geprojecteerd op de deur van een oud winkelpandje, in de etalageruit geflankeerd door het veel subtielere, dromerige beeld van een zonlichtcyclus in een kale, lege ruimte. Met dezelfde techniek in iets uitgebreidere versie, wist Jaap de Jonge het Archief Eemland om te toveren tot een vervreemdend geheel. Oude portretfoto´s uit het archief bewogen achter de ramen van het hele gebouw, als waren ze weer tot leven gekomen. Projecties op, of vanuit een gebouw of een auto, zoals bij Anna Thalia Benus hebben als effect dat het gebouw zelf deel gaat uitmaken van het kunstwerk. Het maakt daardoor al snel indruk, maar kwaliteit kan juist ook in het subtiele, kleine gebaar schuilgaan; Zo was de bijdrage van sieradenontwerpster Marijke Schurink in een kleine etalage zeer innemend. Schurink, die veelal vergankelijke sieraden maakt, recyclede heel passend voor deze gelegenheid, tweedehands sieraden door ze met ‘glow-in-the-dark’ verf te coaten. Samenwerking Lumineus Amersfoort was onafhankelijk, naar eigen concept van Annelou Evelein en Patricia Deiters georganiseerd, in samenwerking met Grontmij/ Technical Management. Evelein noemde die samenwerking met een partner uit het bedrijfsleven een verademing vanwege de vrijheid en de ruimhartige medewerking waarmee ze hun plannen konden realiseren. Opmerkelijk vruchtbaar was de samenwerking van Jan Ros met Grontmij lichtontweper Rienk Visser. In Traumschiff veranderde de reddingssloep, die Ros zelf eerder al bij een zomermanifestatie dwars over het Kleine Spui had gelegd - een krachtige verwijzing naar de toekomstdreiging van een ‘Amersfoort aan zee’- door de verlichting in een sprookjesachtig, maar ook monumentaal tafereel. Zo geïsoleerd en met de reflecties van het uitstromende water werd de dreiging haast getransformeerd tot een visioen.
Jan Ros, Traumschiff, foto Annemarie Ruys
Lumineus Amersfoort, 1 t/m 30 december 2007
Na de Utrechtse Nachtregels, door Sjarel Ex in 1991 georganiseerd, was het vreemd genoeg lange tijd stil op het gebied van lichtkunstroutes in Nederland. Gouda kent sinds 2004 een jaarlijks terugkerend initiatief met licht rond de kerstdagen, maar beeldende kunst is hier onderdeel van een veel ruimer marketingplan (zie Beelden 1#2007). Het uitgangspunt van Lumineus Amersfoort, ‘de veranderende stad’, met zowel bouwkundige als sociale aspecten, is voor Amersfoort met zijn veelbesproken uitbreidingen zeer actueel. Er waren tien Nederlandse kunstenaars geselecteerd, terwijl de route zelf gemarkeerd werd door een opvallende uitlichting van enkele oude monumenten door lichtontwerpers van hoofdsponsor Grontmij.
www.lumineusamersfoort.nl
13
In vergelijking met Gouda bij Kunstlicht (2006), valt eigenlijk vooral de concentratie en de zorgvuldigheid op waarmee de route was samengesteld. De neerslag daarvan is te zien in de kleine, maar prachtige ‘routewaaier’ met informatieve teksten. Het geheel was toegankelijk, maar toch ingetogen en wist de kitsch te omzeilen. Geen wonder dat Amersfoort graag een tweede editie zou willen zien. Laat het maar gebeuren, in meerdere steden – Utrecht bereidt inmiddels haar eigen Trajectum Lumen voor - ; De donkere avond is een prachtige tegenhanger voor de witte museummuur.
Nieuw Noord In het Amsterdamse IJ, schuin achter het Centraal Station, drijft sinds eind vorig jaar een vreemd object. Het lijkt op het eerste gezicht een flinke wigwam. Het betreft het eerste kunstwerk in het IJ op de plek van het nieuw te bouwen Filmmuseum op de Noordelijke IJ-oever. Door Eleonoor van Beusekom Skyline Achter het kunstwerk prijkt op het voormalige Shellgebouw een royale banier met de tekst ‘Overhoeks’. Zo heet de daarachter gelegen wijk nu. Deze naam werd ontleend aan de oorspronkelijke naam van de ‘Shell’toren. In Amsterdam Noord bruist het van stadsvernieuwende activiteiten. Er wordt aan landwinning en bodemstabilisatie gedaan. Ambitieuze plannen worden geleidelijk aan concreet. Maar het zal nog zeker 15 jaar duren voordat ‘Noord’ zich, met een spectaculair nieuwe skyline, kan presenteren. Wat de bewoners van Amsterdam daar tot die tijd vooral van zullen meemaken is veel overlast van bouw- en bodemactiviteit. Beeldende kunst lijkt voorlopig het toverwoord om het proces wat verrassender en aangenamer te laten verlopen. Stadsdeel Amsterdam Noord vond met hulp van de Stichting ‘Kunst en Bedrijf’ de juiste kunstenaar voor het tijdelijke kunstwerk in het IJ. De opdrachtgevers Via een gecombineerd opdrachtgeverschap werd de financiële kant van dit kunstwerk onderbouwd met een budget van ca € 80.000,-. Het is een publiekprivate samenwerking; meerdere partijen zijn daarbij samen eigenaar/opdrachtgever van een werk. Deze formule biedt een interessant nieuw perspectief, het maakt dat kunst vooruit kan lopen op gebeurtenissen en niet pas achteraf komt, als alles is opgeleverd, als finale en spreekwoordelijke ‘kers op de taart’. Nu kunnen er ‘tussentijdse’ opdrachten worden verstrekt die een ander doel dienen. Ze worden een soort rituele voorbereider van een plek waar iets gebouwd gaat worden. Ze hebben het doel mensen te attenderen op de dingen die gaan komen en hen mee te laten leven met het proces. De opdracht Dit gold ook voor de ‘kunstboei’ . De voorkeur voor beeldend kunstenaar Thomas Bartels (1960) is goed te begrijpen; in zijn werk komen disciplines als film, animatie en mechanisch bouwen samen. De bewegende figuren in zijn installaties en sculpturen gaan over licht en projectie. Het lichtbeeld, Opwaarts is een reusachtige halftransparante
boei van 15 meter hoog. Het is een baken dat de plek waar in 2009 het futuristisch ogend Filmmuseum zal verrijzen, moet bewaken en bewaren. Bartels heeft de basisvorm van een boei benut en opgebouwd met een staketsel waarover hij een semi-transparant doek heeft gespannen. In deze ‘tent’ klimmen een man- en een vrouwfiguur langs staken omhoog. Samen zijn ze hier het symbool voor beweging in film en onophoudelijke menselijke inspanning bij bouw en verandering. Deze man/vrouwsilhouetten worden mechanisch aangedreven. Overdag zie je de figuren, afhankelijk van de beschikbare hoeveelheid dag of zonlicht, wat doorschemeren. s’Nachts verschijnen de, door elektrisch licht aangeschenen figuren meer uitgerekt op het doek en geeft het kunstwerk zijn geheimen uiteindelijk prijs. Opwaarts verwijst naar de oorsprong van film, met een mix van wajangpoppenspel en de toverlantaarn. Gedurende twee jaar zou dit kunstwerk aan een voorspel voor de virtuele toekomst moeten deelnemen en tegelijkertijd als lichtboei de schepen moeten attenderen op bodemveranderingen die daar onder de waterspiegel plaatsvinden.
Thomas Bartels, Opwaarts, foto Agimar
Magie met een stekker Dit althans was de bedoeling van de opdracht en de kunstenaar. Bij oplevering van het kunstwerk in het IJ op 31 oktober vorig jaar was er nog stroom. Rond de jaarwisseling verdween die voorziening abrupt bij de verhuizing van Shell. Was dat vooraf niet bekend? Inmiddels is het nodige geprobeerd om een nieuwe stroomleverancier voor Opwaarts te vinden. Voor de beweging van de figuren en het licht in de boei is 1.000 watt nodig. Opstarten van het geheel vraagt daarentegen 2.400 watt. Daar zit ook het probleem. Om een dergelijk wattage te kunnen verzorgen mogen de kabels niet te lang zijn. Na vertrek van Shell bevond de dichtstbij gelegen bruikbare stroomvoorziening zich op de Grasweg, niet direct om de hoek. Er zou een kilometerslange kabel nodig zijn om die afstand te overbruggen. Of het hier vooral gaat om een technisch of misschien toch meer een budgettair probleem blijft onduidelijk. Binnenkort start de nieuwbouw van ING, een van de mede-eigenaren van dit kunstwerk. Omdat voor die bouw ook stroom moet worden aangevoerd ligt de hooggespannen verwachting op welslagen nu daar. Bij het ter perse gaan van dit nummer van Beelden is er nog geen datum voor een daadwerkelijke oplossing bekend. Magie met een stekker is in een nieuw te ontwikkelen gebied dus zeker geen vanzelfsprekend ‘perpetuum mobile’. Zoveel is wel duidelijk geworden.
14
www.kunstenbedrijf.nl
‘N.NO.O.ZO.Z.ZW.W.NW.N.’ Een nieuw kunstwerk van Erick de Lyon In het nieuwe park De Eelderbaan tussen de Groninger wijken De Held en Vinkhuizen is recent een kunstwerk geplaatst van Erick de Lyon, dat heel direct reageert op zijn omgeving. Geraart Westerink
Erick de Lyon, ‘N.NO.O.ZO.Z.ZW.W.NW.N.’, foto Harry Fierkens
Door de Wind, 17-11-2007 t/m 30-3-2008. CBK, Groningen, www.cbkgroningen.nl www.kunstopstraat.nl.
Kunst op straat Al jarenlang zorgt het Centrum Beeldende Kunst in Groningen onder de noemer ‘Kunst op Straat’ voor beeldende kunst in de openbare ruimte. Zij doet dat in opdracht van de Gemeente. Dat werpt zijn vruchten af. Overal waar je gaat of staat in de hoofdstad van het Noorden, kom je kunstwerken tegen. Inmiddels staan er al zo’n 400. Waar vroeger de oplevering van een beeld hooguit werd opgeluisterd door een hoogwaardigheidsbekleder die een lint doorknipte of een doek verwijderde - al dan niet ondersteund door het plaatselijke trompettencorps - daar vormt dit tegenwoordig vaak de aanleiding voor diverse activiteiten. Het belangrijkste onderdeel, naast lezingen en educatieve projecten, van het begeleidende programma rond het nieuwe werk van De Lyon is de tentoonstelling Door de Wind in het gebouw van het Centrum Beeldende Kunst. Het bestaat uit verschillende onderdelen. Het meest in het oog springt een grote houten installatie: speciaal voor de gelegenheid uitgevoerd aan de hand van een
15
bestaande maquette. Het is een soort doolhof van elkaar kruisende assen, overdekt door een plafond met smalle spleten waar licht door valt. Het licht is afkomstig van lampen die door kunstmatig opgewekte luchtstromen worden bewogen zodat het zich voortdurend verplaatst. Aan de muur hangen foto’s van het werk voor Vijfhuizen. In een zaaltje ernaast wordt met behulp van foto’s, teksten en diverse multimediamiddelen een overzicht van het oeuvre van De Lyon geschetst. Het maakt op doeltreffende wijze de uitgangspunten van de kunstenaar duidelijk: voornamelijk wind, water, licht en geluid; (natuur) verschijnselen die hij in samenwerking met technici, wetenschappers, architecten en stedenbouwkundigen omvormt tot kunst. Vijftig voor de gelegenheid vervaardigde impressies in gemengde technieken geven op een speelse en poëtische wijze inzicht in het denkproces van de kunstenaar. Park De naam Eelderbaan wekt in eerste instantie de associatie op met een landingsbaan van het nabijgelegen vliegveld Eelde. Dat blijkt een misvatting, maar qua vorm en formaat zou het kunnen. Het park is namelijk 1,5 kilometer lang en 175 meter breed. Het is eigenlijk de restruimte tussen de deprimerende wijk Vinkhuizen en de oprukkende nieuwbouwwijk De Held, die er wat spannender uitziet. Landschapsarchitectenbureau NoordPeil uit Sneek maakte er in samenspraak met de bewoners een zogenaamd verblijfspark van. Een wat merkwaardige benaming, die er vanuit gaat dat andere parken zo snel mogelijk worden verlaten, maar de plek ziet er inderdaad aanlokkelijk uit, zelfs op een grauwe zondagmiddag in hartje winter. Er zijn forse niveauverschillen, waterpartijen, frisse bomengroepen, en allerlei zicht-assen met wandelpaden, waar de honden van de stad aangelijnd hun drollen kunnen draaien. Het werk N.NO.O.ZO.Z.ZW.W.NW.N. bestaat uit 17 metalen lichtmasten die op doorsnee lantaarnpalen lijken, maar wat groter en eleganter zijn, onder meer door de lichte knik op driekwart van de lengte. De Lyon plaatste de masten in twee afzonderlijke lijnen, die min of meer in elkaars verlengde liggen. Sommige palen staan in de grond, andere in het water. Het onderste deel (de voet) van de palen is zwart geschilderd. Het werk is even doeltreffend als vanzelfsprekend. Het accentueert belangrijke lijnen in het park, maar zorgt ook voor verlichting en dus veiligheid. Het overheerst niet, maar valt toch op. De plek zal De Lyon hebben aangesproken, want langgerekte, kruisende zicht-assen op streng geregisseerde locaties komen vaker in zijn oeuvre voor. De palen zijn echter geen doorsnee lichtmasten die op gezette tijden hun egale schijnsel over de omgeving werpen. Het schijnsel van deze palen kan verschillende kleuren aannemen, die worden bepaald door een belangrijk natuurverschijnsel dat, voor een ieder die zich in de Nederlandse buitenlucht waagt - zeker in het weidse Noorden - onontkoombaar is: de wind. Door een geavanceerd computersysteem wordt elke windrichting vertaald in een specifieke kleur. Het effect zal dus geregeld veranderen. Trouwe bezoekers zullen in één oogopslag kunnen zien waar de wind vandaan komt. Vooral s’avonds, want overdag is het effect minder duidelijk. Het werk past naadloos in het oeuvre van De Lyon, dat openstaat voor de raadselen en schoonheid van de natuur en haar verschijnselen, maar deze door vorm en techniek graag onder controle houdt.
Kunst en Corporaties: Ymere De kwaliteit van de openbare ruimte kan verhoogd worden met behulp van beeldende kunst. Corporaties beseffen dat en voeren steeds meer gericht beleid. Soms worden bewoners daarbij intensief betrokken. Soms wordt er vóór hen gedacht. Een blik op de aanpak van Ymere. Door Ans van Berkum
Ymere De fusie tussen de corporaties Ymere en Woonmaatschappij is nog vers. Per 1 januari 2008 vormen ze samen een bedrijf met ongeveer 78.000 verhuureenheden in en om Amsterdam, van Noordwijk tot Almere. Ineke Brunt is adviseur Kunst en Architectuur bij Ymere, de naam die het nieuwe samenwerkingverband blijft voeren. Vanuit haar functie, die op stafniveau is geplaatst, verstrekt ze intern advies over kunst en architectuur. Ze werkt samen met Henny Mulder, die voor de communicatie zorgt. Brunt trekt ruim tien grote kunstprojecten per jaar. Opdrachten waarmee inhoud wordt gegeven aan een deel van het corporatiebeleid dat zich bezig houdt met de woonkwaliteit in de wijken in de breedste zin. Herinrichting, portefeuillebeleid en het toevoegen of transformeren van woningtypes zijn belangrijke instrumenten in deze bedrijfstak. Maar ook de kunst:
“Kunsttoepassingen en bijzondere architectuurvormen hebben een positieve invloed op de waardering van bewoners voor hun omgeving en hun band daarmee. Door te investeren in architectuur en in beeldende kunst investeren we in de kwaliteit én identiteit van de woonomgeving” zegt de website van Ymere. Matchen Om te ontdekken wat Ymere doet, ga ik met Ineke Brunt en Henny Mulder in gesprek in hun kantoor in het Havengebouw in Amsterdam. Met de uitvoering van het kunstbeleid van Ymere is ongeveer zes en een halve ton per jaar gemoeid, vertellen zij. Daarnaast is er een budget voor bijzondere voorzieningen op het gebied van groen en water. Hoe de bedragen precies stromen als het om de investeringen in kunst en architectuur gaat, is niet helemaal vast te stellen. Ineke Brunt is namelijk buitengewoon inventief als het gaat om het koppelen van budgetten. Ze heeft een neus voor kansen die vanuit de bouw of renovatiebudgetten, of vanuit herinrichtingsprojecten in de openbare ruimte beschikbaar komen. Door een goede samenwerking met het Amsterdams Fonds voor de Kunst wordt ook heel veel gewonnen. Harald Schole, die daar jarenlang adviseur was, verricht nu met regelmaat advieswerk voor Ymere. Hij draagt kunstenaars aan en volgt samen met Ineke Brunt de processen van uitvoering. Daarnaast is er onder auspiciën van bestuursvoorzitter Lex Pouw een Matching Fonds opgericht. Particuliere partijen, zoals andere corporaties en zorginstellingen, storten daar bedragen in, die door het AFK worden verdubbeld. Voor Ymere een slimme manier om het budget op te rekken. “Lex Pouw is overigens aanstichter van alle pret die kunst heet binnen Ymere”, zegt Ineke Brunt; “in elk geval is hij degenen die het een structurele basis gaf”. Er zijn twee hoofdrichtingen, vervolgt zij: “kunst als middel en kunst als doel.” Binnen die eerste tak gaat het om de processen van tijdelijke aard, waarbij bewoners actief zijn. Bij zulke projecten zijn niet altijd kunstenaars betrokken. In de tweede tak geldt de leidende positie van de beeldende kunstenaar en de wens te komen tot een duidelijk resultaat. Een tastbaar ‘ding’ waarmee een project eindigt. Binnen Ymere ligt de nadruk op deze beleidsrichting. Tussen 2003, toen Ineke Brunt aantrad, en 2008, werden ruimt twintig projecten gerealiseerd. Voorbeeldig is Énergie sombre dans une nuit blanche van beeldend kunstenaar Niek Kemps. Een raadselachtige titel voor een helder glaskunstwerk dat werd aangebracht aan ‘Het Sieraad’; een gebouw, dat in 1921 is ontworpen als vierde Amsterdamse Ambachtschool aan de Posjesweg. Dit uitzonderlijke gebouw van de vrij onbekend gebleven Amsterdamse School architect A.J. Westerman, was in de loop van een tachtigjarig gebruik, beschadigd en veranderd. Op het binnenplein stond een gymzaal en de langgerekte raampartij die daarop vanuit het centrale trappenhuis zicht gaf, was dichtgezet. Ymere kocht dit rijksmonument in 2004 om het een nieuwe bestemming te geven. Binnen het renovatiebudget was ruimte om de raampartij te laten herstellen, en dat kon natuurlijk gekoppeld worden aan het budget voor beeldende kunst waarover Brunt beschikte. Ver en dichtbij Ymere vroeg Niek Kemps een ontwerp te maken voor het raam in het trappenhuis van ‘Het Sieraad’. Kemps leverde een monumentaal werk dat het gebouw van alle kanten sfeer en mysterie geeft. In de langgerekte glaspartij doemen mensen op, in gele, grijze en bruine tinten, van bovenaf gezien, van veraf en dichtbij. De passant ervaart de glazen wand als de aanwezigheid van heel veel mensen. Van een soort drukte en stadsgewoel die onophoudelijk je aandacht vraagt. Dat is tegelijkertijd ver en dichtbij, vertrouwd en ongrijpbaar. De beelden van Kemps laten je zowel de anonimiteit als de intimiteit van het stedelijke verkeer voelen. Je kapsel, je schoenen, je sluier, je blik, je gedachten en gevoelens, alles ligt in dit raam onder een vergrootglas; en niemand kan er echt bij komen. Alles en iedereen straalt energie uit, schijnt het glas te vertellen. Aan de binnenzijde van de raampartij, in het centrale
16
Niek Kemps, Énergie sombre dans une nuit blanche, foto Peter Cox
zeefdruk van een fietsend gezin met een zwaaiende vader (zie Beelden 4#2000). “De fietsers zijn kleine ‘goed-humeur-machines’. Het beeld wil bijdragen aan een betere wereld waarin het helemaal niet verboden is om elkaar te groeten. Terugzwaaien dus!”, verklaart kunstenaar F. Starink op zijn site. Ik heb ze gezien, zonder te weten dat Ymere hier als medefinancier optrad, en ik vond het intrigerende blikvangers.
Gabriël Lester
trappenhuis dat direct achter de concave voorgevel ligt, vertaalde Kemps deze energie in een transparant patroon van lijnen dat óver de menigte bewegende voorbijgangers heen vibreert. Kunst en architectuur De prelude op werk, vormt een ingreep van Gabriël Lester aan de oostelijke façade van de bebouwing aan de Witte de Withstraat, die pal op ‘Het Sieraad’ eindigt. Ook daar sierden oorspronkelijk langgerekte raampartijen de gevels op de plek van de trappenhuizen. Architect John Buijs liet tijdens de renovatie het hout van de erkers botergeel schilderen. Lester zorgde voor een computergestuurde lichtinstallatie. Daarmee worden telkens andere raamvakjes verlicht, alsof er lichtliftjes achter zitten, die steeds ergens anders halt houden. Een subtiel beeld, dat aandacht vraagt op een bescheiden manier.
Piet Hein Eek
Ymere richt zich vooral op kunst die geïntegreerd is in de architectuur en daar iets doet voor bewoners, gebruikers en passanten. Een enkele keer zijn werken ontwikkeld die gericht zijn op versterking van de sociale samenhang en de betrokkenheid van bewoners. “We zoeken steeds vaker naar mogelijkheden om kunst in te zetten in leefbaarheidprojecten. Bij deze projecten is de kunst geen doel, maar een middel om mensen bij elkaar te brengen. Deze ‘ontmoetingskunst’ realiseren we samen met bewoners en andere betrokkenen bij de buurt”, meldt de website. De specialiteit van Ymere blijft daarbij de inzet van het kunstwerk als object. Zo zijn op verschillende onopvallende plaatsen in de omgeving van het Westerpark keramische tableaus aangebracht met daarop een
Samen Bewoners letterlijk betrekken bij de ontwikkeling van kunstwerken gaat Ymere iets te ver. “Daar win je niet veel mee”, zegt Ineke Brunt: “Zodra je met bewonersgroepen begint, gaat de aandacht snel naar het wooncomplex en de daarmee samenhangende klachten. We stellen ons misschien wat ondemocratisch op maar dat doen we ter wille van het eindresultaat.” Zelf heb ik de ervaring dat in bewonersgroepen, bedoeld voor de ontwikkeling van plannen, het klachtenverhaal vrij snel overwaait, zodra de bewoners een duidelijke rol krijgen en serieus genomen worden als medeontwikkelaars van de omgeving. Het tempo van een proces ligt dan misschien iets lager, maar de kwaliteit hoeft er niet onder te lijden, heb ik gezien. En of het verhaal van ontwikkelen vóór bewoners, hoe goed bedoeld ook, nou altijd werkt, is ook de vraag. In Almere Haven werd door Berry Holslag een project gerealiseerd waarbij die vraag naar mijn idee terecht was. Platte keramische platen tonen jongens en meisjes in kleurboekstijl op acht blinde gevels in het stadsdeel de Werven. Het gaat om alledaagse figuren. De kunstenaar Berry Holslag “geeft mensen weer die we dagelijks tegenkomen, maar die niet opvallen”, lezen we in de omschrijving. Met deze nobodies willen bereiken dat de straat binnen de wijk een heel eigen karakter krijgt en een persoonlijk herkenningspunt wordt, zoals in de opdracht staat, is misschien ook wat veel gevraagd. Uitgangspunt en uitwerking stroken dus niet. Het lijkt me sterk dat dit bewoners, geconfronteerd met de ontwerpen, niet zou zijn opgevallen. Nu is over hun hoofden heen geregeerd en hebben ze een paar plaatjes die in geen verhouding staan tot de maat van de gevels, noch tot de plek in zijn geheel. De afgebeelde figuren zouden volgens de kunstenaar model staan voor ‘een collectief welzijn’ en op afstand ‘een wederzijds respect voor en betrokkenheid bij elkaar van de bewoners’ tonen. Het is een illusie. De plaatjes blijven plaatjes, die je op deze plek hoogstens als een onnozel speldje op een hele grote trui kunt zien. Voor, door of in samenwerking Ymere ondersteunde ook een initiatief van een aantal IJburgbewoners om een speciaal voor Ymere en de Floriade ontwikkeld bouwwerk uit sloophout, van de ontwerper Piet Hein Eek, een duidelijke en zinvolle bestemming te geven. De Yburgbewoners braken het huis af om het elders weer op te bouwen, en Ymere zorgde er voor dat er wc’s kwamen en een generator. Daardoor kan het gebouw nu functioneren als activiteitencentrum. Een bewonersgroep regelt het gebruik en er gebeuren allerlei leuke dingen. Ymere integreert kunst en architectuur ‘van boven af’ ter wille van de omgevingskwaliteit en het woonplezier van huurders. Het zou interessant zijn in de komende jaren de beleving van de bewoners in deze eens nauwkeurig te onderzoeken. De uitslag zou wel eens heel positief kunnen zijn.
17
‘Energeia’ 'Energeia' is de naam die curator Ernst van der Hoeven heeft gegeven aan de expositie die hij heeft gerealiseerd aan de Amsterdamse Zuidas. Uitgangspunt is het Claude Debussyplein met zijn dynamiek van een gebied in transformatie. Maar ook heeft Van der Hoeven de identiteit van de individuele collecties van de bedrijven waaruit hij mocht putten, willen waarborgen. Is hij in zijn opzet geslaagd? Door Sya van 't Vlie Idee, thema en concept Op 22 november vorig jaar werd Energeia groots geopend door burgemeester Job Cohen met een openingsperformance van David Bade. De idee voor de expositie is van Annabelle Birnie, hoofd ING Art Management. Alle bedrijven die zich hebben gevestigd aan de Zuidas of die dat nog gaan doen, bezitten prachtige kunstcollecties. Een fantastische uitgangspositie om zich gezamenlijk op deze toplocatie in wording te presenteren met een expositie van buitenbeelden. Haar idee werd werkelijkheid door samenwerking tussen de Vereniging van Bedrijfscollecties Nederland en de Stichting Virtueel Museum Zuidas. Ernst van der Hoeven werd aangezocht als onafhankelijk curator. Om te zorgen dat de presentatie 'meer zou zijn dan de som der delen' bedacht hij het thema Energeia, dat staat voor 'de energie die vrijkomt bij processen van transformatie'. Tegenover de perfectie van de nieuw verrezen en te verrijzen gebouwen zag hij sloop en verwilderde braak liggende terreinen. Die diversiteit heeft hij willen benadrukken. De bedoeling was dat de expositie twee jaar zou blijven staan en daarna een vervolg zou krijgen. Maar bijna drie maanden na de opening zijn niet alle werken meer aanwezig. Traditionele beelden Wat nog resteert, is een beetje een tamme 'beeldenlijn' voor en in de ITO toren. Achtereenvolgens staan daar vier beelden die behoren tot wat we onder de traditionele sculptuur verstaan: Ouroboros Arborum van Sjoerd Bakker, Double implosion van Ewerdt Hilgemann, Early forms van Tony Cragg, Cigar shop Heidi van Charlie Roberts. De eerste drie hebben iets met transformatie te maken: omzetting van een stukje
natuur in brons (Bakker), overgang van een solide in een schijnbaar kneedbare vorm (Cragg) en samengeperst, verkreukeld worden (Hilgemann). De hoek omslaand treft de kijker twee hevig gefragmenteerde leeuwen van Fernando Sánchez Castillo. Wat heeft deze afrekening met de leeuw als dictatoriaal machtssymbool, benadrukt door hun plaatsing op sokkelplaten die rusten op oude planken en autobanden, te maken met de Zuidas? Links, een beetje voorspelbaar staan, bovenaan de trap drie benen, getiteld Once again, van Henk Visch. Ze staan er wat verloren bij, wat nog wordt versterkt doordat ze net iets te klein zijn voor deze plek. Van beeld tot installatie Verrassend daarentegen zijn twee werken die de grenzen van het sculpturale veld opzoeken, zo niet overschrijden. Annex # 4, dat het Claude Debussyplein domineert, is een omgekeerde auto die door Rob Voerman met hout, rood plexiglas en andere materialen is omgebouwd tot een sculptuurbouwsel. Helaas zit de deur van dit interactieve bouwsel op slot. Tijdens de expositie Shelter, afgelopen zomer te zien bij de Fundatie in Heino, stond de deur uitnodigend open (zie Beelden 3#2007). Binnen konden bezoekers plaatsnemen in de 'lounge' en genieten van het glas-in-lood raam. Binnen ervaar je aan den lijve de omkering van de auto en het rode licht dat door de rode plexiglas ramen naar binnenvalt. Helaas moet het publiek hier op de Zuidas deze ervaring ontberen. Bijna onopvallend schikt Dutchscape/Nomad # 1 van Frank Bruggeman zich in zijn omgeving. Bruggeman heeft de installatie in opdracht speciaal voor deze expositie gemaakt. Drie felblauwe vuilniscontainers fungeren als plantenbak voor een Gelderse roos, een hazelaar en een krent. In deze mobiele tuinen ontmoeten de natuur en de met bouwen samenhangende cultuur elkaar daadwerkelijk. Aardig is te zien hoe passanten de containers in bezit nemen door hun fiets er tegenaan te stallen. Kennelijk zijn containers hier zo vertrouwd in het straatbeeld dat ze niet beseffen dat het om een kunstwerk gaat. Vooral door de werken van Voerman en Bruggeman proef je als kijker nog iets van wat Van der Hoeven heeft willen vangen aan dynamiek en energie, bij de 'voltallige' expositie zal dat zeker meer geweest zijn. Maar van die identiteit van de individuele bedrijfscollecties valt niet veel te bespeuren. Wel geeft de expositie een indruk van hoe een expositie van buitenbeelden uit bedrijfscollecties er in de openbare ruimte kan uitzien, met de nadruk op 'kan' want twee toppers is toch een wat mager resultaat.
18
Rob Voerman, Annex # 4, foto Sya van ‘t Vlie
Frank Bruggeman, Dutchscape/Nomad #1, foto Sya van ‘t Vlie
www.virtueel-museum.nl
Afkicken als ritueel in het Catharijneconvent Museum Catharijneconvent is hét nationale museum voor christelijke kunst en cultuur in Nederland. Maar wanneer pas je als kunstenaar in dit duidelijk begrensde kader? Hoe katholiek moet je zijn om de dubbele bodems in het tentoonstellingsconcept van ‘Cold Turkey’ tot op zekere hoogte te kunnen duiden? Door Antonie den Ridder Cold Turkey, van Carnaval tot Pasen, 2 februari t/m 6 april in museum Catharijneconvent, Utrecht www.catharijneconvent.nl
Paul de Reus, Flessenoog, 1999
Een tentoonstelling over een afkickmethode voor drugsverslaafden is Cold Turkey niet, zo verzekerde het persbericht van het museum al. Maar wel een moderne interpretatie van rituelen rond de passietijd. Een metafoor voor de bevrijding van verslavingen en het begin van een nieuw leven. Afgekickt op het katholicisme was ik al eerder tijdens een drietal zondagse wandelingen als 11-jarige. Drie rondjes om de kerk als poging om de kool en de geit te sparen en mijn ouders in de waan te laten, dat ik nog steeds ter kerke ging. Hoe katholiek toch, de vlucht uit het geloof neemt altijd de vorm aan van een rituele rondegang. Op Schuld volgt de Boetedoening als voorwaarde tot de fase van Vergeving. Het systeem werkt pas goed, wanneer je het geheel in beweging houdt als een groot Rad van Avontuur, want die beweging genereert al molenwiekend macht en controle over de medemens.
19
Waar moet de zondige mens dan van afkicken? Niet van het geloof, maar ook niet van mateloos consumentisme en evenmin van een hedonistische inslag. Het is de bedoeling, dat het afkicken ritueel in fases gedurende veertig dagen plaatsvindt, waarna we gewoon doorgaan met genieten. Dat noem ik niet direct afkicken, maar wel weer heel erg katholiek. Carnaval of enkel zotheid? Zeven kunstenaars, zeven opeenvolgende ruimten, zeven kleuren van de regenboog, zeven geluiden en zeven specifieke geuren. Van een overdadige carnavalsgeur naar de zuivere atmosfeer bij Pasen, van de roze Aswoensdag naar de donkerblauwe Goede Vrijdag. Van klaroengeschal naar het kwinkeleren der vogeltjes. Maar Carnaval, verbeeldt door Paul de Reus, vindt plaats in het trappenhuis van het museum, zodat geluid en geur verwaaien. De geest van het chaotische delirium waart rond in de presentatie. En dat stemt heel goed overeen met vage herinneringen aan carnavaleske dagen, waarbij comazuipen en het nazitten van breezersletjes niet echt als afwijken van de regel werd beschouwd. Voor sommigen heeft Carnaval zich aldus een permanente plaats in het dagelijkse bestaan toegeëigend. Aswoensdag, de dag van een kater met as in de mond en een askruis op het voorhoofd, vormt het werkterrein van Dieuwke Spaans. Krachtige tekeningen met die prettig scandaleuze mengeling van seks en dood, die de negentiende-eeuwse Symbolisten al zo kon bekoren. In een roze ommuring en met het geluid van scheepshoorns in de mist op de achtergrond. De gepimpte vastentijd In zijn met aardetinten beklede domein, waaruit een zware zoete geur opwelt, tracht Wout Herfkens middels zijn sculpturen iets zichtbaar te maken van de innerlijke zoektocht van de mens, die onthouding nastreeft in de vastenperiode. De triomfantelijkheid van Palmzondag vraagt natuurlijk om een goudgele omgeving met de processievaandels van bevolkingssegmenten als de R.K. Werkliedenvereniging Leo de Dertiende uit Sneek en de Congregatie van Jongelingen uit Geleen. Hier toont Gijs Assmann ook de mobiele sculptuur Getuigenis, waarin elementen als de ezel alsmede de lijdende en de schijtende mens als verklarende motieven opgevoerd worden. Uiterst poëtisch en verstild is de filmbijdrage The Flavour of Salt van Rini Hurkmans. We zien de ontluistering van een gedekte tafel zonder eters. Waarbij de wind de wijnglazen omstoot en de regen het brood doordrenkt. Een trieste schoonheid parelt in de druppels op het blinkende bestek. Het is Witte Donderdag, de kleur is wit en de geuren zijn vager. Rinke Nijburg verbeeldt zeven kruiswegstaties in evenzoveel tekeningen en hij probeert ons het lijden letterlijk tot op de huid te brengen, door ze als tatoeages weer te geven. “De vastentijd gepimpt”, zo kopte een klein regioblad eerder naar aanleiding van de afbeelding. En het moet gezegd: Zo cool kan lijden zijn. De tekeningen zijn erg mooi, de kleur is donkerblauw en de geur is lichtbloemig. Tot slot is daar het bronzen beeld van Erzsébet Baerveldt ter verbeelding van de opstanding. Daarmee staan we dan weer op het beginpunt, zodat Carnaval weer aan kan vangen. Het is totaaltheater en de strekking van de boodschap is bekend. Waarschijnlijk is het voor een katholiek onmogelijk om af te kicken. Karma dwingt hem steeds opnieuw in de schuld, berouw- en vergevingmodus.
Schatten van de eerste keizers van China Voor het eerst zijn in Nederland een veertiental terracottabeelden uit het wereldberoemde graf van de eerste keizer van China te zien. Een graf waarvan de bouw bijna veertig jaar in beslag heeft genomen en waarmee al tijdens het leven van de keizer in 246 v. Chr. werd begonnen. Het Drents Museum heeft deze levensgrote beelden voor de gelegenheid aangevuld met meer dan 200 grafvondsten van goud, jade en brons uit de Qinen Westelijke Han-dynastie. Door Etienne Boileau Dit vroege voorjaar had ik de keus uit maar liefst twee tentoonstellingen over het terracottaleger van Qin Shi Huangdi, de eerste keizer van China die leefde van 259-210 v. Chr. In het British Museum in Londen was de tentoonstelling The First Emperor te zien met een zeventiental originele terracottafiguren, en in het Drents Museum in Assen opende begin februari een soortgelijke expositie. Na veel wikken en wegen toog ik naar Assen waar ik een gesprek had met Benoît Mater, conservator archeologie van het Drents Museum en drijvende kracht achter dit project. Vriendschapsnetwerk Heeft de vriendschapsband tussen de provincies Groningen en de provincie Saanxi, waar het graf van de eerste keizer ligt, een rol gespeeld om deze expositie naar Assen te halen? “In die vriendschapsnetwerken is ook de provincie Drenthe betrokken, en zo kwam ons ter ore dat de Chinezen op zoek waren naar een museum in Nederland waar ze een tentoonstelling met terracottabeelden uit het leger van de eerste keizer konden maken. De Chinezen zijn sinds een paar jaar met een grote Europese tour met de terracottabeelden bezig: niet zo lang geleden waren er tentoonstellingen in Bonn, Rome en Barcelona, en natuurlijk zijn de beelden tot begin april ook in Londen te zien.” Is die veelvuldige uitleen een PR actie van de Chinese overheid om straks in het kader van de Olympische spelen zo goed mogelijk voor de dag te komen? ”Nee, dat denk ik niet. Dit is voor hen vooral een manier om bekendheid te geven aan hun culturele erfgoed, en een manier om geld binnen te krijgen om de kostbare opgravingen te bekostigen.” Leven in het hiernamaals Wat is er op de tentoonstelling in het museum te zien? “Er staan veertien originele levensgrote terracottabeelden opgesteld uit het graf van de eerste keizer en daarnaast bijna honderd miniatuurbeelden uit het graf van een andere keizer uit de latere Handynastie. We hebben een groot, verhoogd plateau gebouwd om daarop dertien levensgrote figuren te kunnen plaatsen. Sommige van die figuren stellen een acrobaat of een ambtenaar voor, daaromheen hebben we soldaten uit het leger van de keizer geplaatst. Er staat ook een stalknecht op het podium, die is wat kleiner van formaat maar is wel mijn favoriete beeld. Hij is gevonden met andere beelden tussen paarden die levend begraven zijn. In dat hele grafcomplex van keizer Qin Shi Huangdi wordt eigenlijk enorm gespeeld met het leven in het hiernamaals. Dat past ook in de
Chinese grafcultuur waar door heersers bij hun overlijden vaak mensen- en dierenoffers gevraagd werden. Die roep om begeleiding van de doden naar het hiernamaals vloeide voort uit een geloof in een leven na de dood. Geleidelijk aan ging men in China echter anders tegen mensenoffers aankijken, wat in 384 v. Chr. resulteerde in een verbod op het brengen van dit soort offers. In dat verband zijn de grote terracottabeelden op deze tentoonstelling van wezenlijk belang: ze worden tegenwoordig dusdanig geïnterpreteerd dat men ervan uitgaat dat ze gemaakt zijn ter vervanging van mensenoffers. Dat is ook de reden dat de beelden stuk voor stuk zo’n individueel uiterlijk hebben gekregen: gelaatstrekken, houding en kleding maken van elk beeld een uniek individu. In de latere graven van Chinese keizers en adel uit de Han-dynastie, uit welke periode de reeks miniatuurbeelden en voorwerpen komen die ook op deze expositie te zien zijn, heeft dit grafritueel zich verder uitgekristalliseerd. Die miniatuurbeelden en voorwerpen staan symbool voor iets of iemand uit het dagelijks leven die de dode in zijn graf wilde meenemen. Er wordt in de Chinese grafcultuur dus wel heel duidelijk op psychologische wijze gespeeld met de uitvoering van de vraag “Hoe gaan we met de dood om? ” Completeren en restaureren De vraag is natuurlijk ook wat je precies op zo’n tentoonstelling wil laten zien en hoe je dat vormgeeft. “We hebben ons van tevoren goed afgevraagd hoe we de beelden zouden gaan tonen. Laat je het leger zien zoals de keizer dat in zijn tijd zag? Hij zag in Xi’an waar het ‘paleis voor de eeuwigheid’ op zijn instigatie werd gebouwd maar dat hij nooit helemaal klaar heeft gezien, niet de honderden soldaten zoals die nu in het grafcomplex in China te zien zijn. De kuilen waarin de beelden stonden, waren oorspronkelijk gesloten; de beelden werden er één voor één naar binnen gedragen in een donkere ondergrondse kamer met lemen wanden. De keizer heeft ze dus nooit zo in deze enorme aantallen, zoals wij ze nu in zijn grafcomplex zien opgesteld, kunnen zien. Daarbij komt dat de beelden oorspronkelijk beschilderd waren, en die verf is er bij de meeste figuren bijna helemaal vanaf gegaan. Je kunt je ook voorstellen dat je de beelden hier zou willen laten zien in de staat waarin de archeologen ze aangetroffen hebben, maar dat wordt toch lastig want alle beelden waren kapot toen ze gevonden werden. Tot in de jaren tachtig en negentig werd elk beeld volledig gerestaureerd en gecompleteerd: alle ontbrekende delen werden aangevuld. Op het podium hebben we nu ook een beeld zonder hoofd gezet – een acrobaat - waar een arm aan ontbreekt, wat het gevolg is
20
Beelden uit het terracottaleger van keizer Shi Huangdi, Qin-dynastie, foto: JAV-studio's, Assen
Beelden uit het terracottaleger van keizer Shi Huangdi, Qin-dynastie, foto: JAV-studio's, Assen
Terracottabeelden uit het mausoleum Changli van keizer Gaodi, Han-dynastie, foto: JAV-studio's, Assen
Go China! Het Terracotta Leger van Xi’an. Schatten van de eerste keizers van China, Drents Museum, Assen, 2 februari t/m 31 augustus 2008 www.drentsmuseum.nl
van het nieuwe conserverings- en restauratiebeleid van de Chinese restauratoren: ‘ontbreekt er wat, dan vullen we dat niet aan’. Op dit moment zijn er zo’n duizend soldaten opgegraven en gerestaureerd, maar er liggen zeker nog zesduizend krijgers onder de grond. Ik verwacht niet dat die allemaal opgegraven zullen worden. Ze hebben enorme problemen met de conservering van die beelden; er zit zoveel tijd en geld aan vast, dat het me ondoenlijk lijkt. Ook het keizerlijke graf zelf is nog niet opgegraven.” Go China! Ben jij zelf in Xi’an geweest ter voorbereiding van deze tentoonstelling? “Ik heb daar alle voorwerpen mogen selecteren, en we hebben voor de opening hier nog een persreis naar China georganiseerd in samenwerking met het Groninger Museum, waar ik bij aanwezig was. We hebben het hele project Go China! samen met het Groninger Museum opgezet. Daar zijn tot en met eind september van dit jaar onder meer een groot aantal antieke bronzen te zien uit het Shanghai Museum. Heb jij in China benadrukt dat de vaste collectie van het Drents Museum, waarin veel aandacht wordt besteed aan de grafcultuur in Drenthe, aansluit bij de grafcultuur ten tijde van de eerste Chinese keizer? “Een eerdere grote tentoonstelling in het Drents Museum The mysterious Bog People waarin 60 % van de voorwerpen uit onze vaste collectie kwam, gaf de Chinezen een goed beeld van wat voor soort museum wij eigenlijk zijn en wat we als museum voor elkaar kunnen krijgen. We konden daar laten zien dat we zo’n groot project heel goed aankunnen. Indertijd hebben we die tentoonstelling over de ‘bog people’ samen met een museum in Hannover en twee Canadese musea ontwikkeld en in een goot aantal landen laten zien, waarbij we veel expertise opdeden.” Kreeg je ook eisen uit China voor wat betreft bezoekersaantallen?
“Nee, ze hebben alleen eisen gesteld voor wat betreft beveiliging en klimaat. De beveiliging is daarom op en top geregeld. Overigens zijn voor ons de bezoekersaantallen die we met deze tentoonstelling halen, echt enorm. We hebben nu na drie weken al 33.000 mensen over de vloer gehad. Dus hebben we onze verwachtingen naar boven bijgesteld en gaan we nu uit van 150 tot 300.000 bezoekers alleen voor deze tentoonstelling. Normaal zitten we op een gemiddelde van 90.000 museumbezoekers per jaar.”
21
Allure toen en nu Is de totstandkoming van dit grafcomplex ook daadwerkelijk gepaard gegaan met zoveel gruwelijkheden als je in diverse artikelen kon lezen? “De omstandigheden 2.000 jaar geleden waren natuurlijk behoorlijk extreem; we hebben hier op de tentoonstelling de handboeien liggen waarmee dwangarbeiders gedwongen werden de noodzakelijke arbeid aan dit complex van de eerste keizer te verrichten. En er zijn ook bewijzen van massagraven gevonden met skeletten die door stokslagen beschadigd waren. Is er een link te leggen tussen toen en nu, naar de bouw van het complex waar de Olympische spelen straks plaatsvinden? De situatie in het huidige China met alle bouwprojecten rondom de komende Olympische spelen ligt natuurlijk wel even anders. Van dwangarbeid lijkt me geen sprake meer. Waar je het wel mee kan vergelijken is dat er nu, net zoals in de derde eeuw v. Chr., enorme bouwwerken met allure worden neergezet. China wil zich momenteel graag presenteren als een staat die dat toch allemaal maar kan. En dat laatste was natuurlijk ook de bedoeling van de eerste keizer van China die een goddelijke status bezat. Hij had opdracht gegeven tot de bouw van zijn eigen grafcomplex om zijn aanzien te vergroten. Overigens kwamen er later in de Chinese geschiedenis strikte regels voor de bouw van een dergelijk graf: hoe hoger je status hoe hoger de grafheuvel mocht zijn, en hoe meer bomen je op je graf mocht planten.” Miniatuurbeelden en grafvoorwerpen De tentoonstelling in het Drents Museum blijkt net zoals die in het British Museum een ‘Once in a lifetime experience’. De levensgrote terracottabeelden maken een onvergetelijke indruk, niet in de laatste plaats door hun verhoogde opstelling op een enorm podium. De karakteristieke houding van de beelden en de prachtige gedetailleerde uitwerking van hun gezichten brengt ze in het overvloedige museumlicht tot leven. Ook de diverse details in hun historische kleding vallen op: kleine strikjes op de schoenen van de gezagsdragers en textiele haarbanden die ze in die tijd om hun haarknot wikkelden. Stuk voor stuk met zichtbaar veel aandacht en zorg gemaakt, waarbij opviel dat de uniformen en harnassen van de soldaten en officieren zelfs op de rug bewerkt zijn. Daarnaast geven de honderden miniatuurbeelden uit het graf van latere gezagsdragers plus de verfijnde grafvoorwerpen van zilver, jade en goud die in het verlengde van het grote podium staan opgesteld, een bredere indruk van de grafcultuur in het oude China. De ingenieus vervaardigde animatiefilm die ik vooraf bekeek, en waarin je als kijker hoog over de grafheuvel vliegt en dan weer ineens binnenin het graf van de keizer kunt kijken (en in de verschillende grafkamers en gangen door kunt doordringen), toont de uitgestrektheid van het gebied en de megalomane omvang van het hele complex. Rondom het graf blijken talloze andere graven en offerkuilen te liggen, waarin giften voor het hiernamaals werden meegegeven. Voor wie wil zien hoe in China in lang vervlogen tijden invulling werd gegeven aan de cultuur rondom de dood is deze tentoonstelling een absolute aanrader.
David Thorpe Grossiert in Ambivalente Dromen Met een pregnant mengsel van tegenstrijdige kwaliteiten weet David Thorpe in een solotentoonstelling in Museum Kurhaus Kleve de bezoeker zowel aan te trekken als af te stoten. Dat hij daarmee pijnlijk de vingers op de vele wonden van een steeds complexer wordend wereldbeeld legt, staat buiten kijf. Maar is het werkelijk noodzakelijk, dat na een vrijerij met dergelijke betekenisvolle kunst de toeschouwer als onbevredigde partij achterblijft? Door Antonie den Ridder
In een eerste contact met de werken van David Thorpe (Londen, 1972) zou je tot de overhaaste conclusie kunnen komen, te maken te hebben met de vertegenwoordiger van een obscuur romantisme. Maar voor hetzelfde geld is daar al een reeks van waarnemingsfouten aan vooraf gegaan. Zo kun je denken, dat wat je ziet schilderijen zijn. Dat de aquarellen afbeeldingen tonen van werkelijk bestaande exotische planten. Of dat de sculpturen te herleiden zijn tot architectonische constructies. Het zou in principe zelfs mogelijk zijn, dat er in het geheel geen sprake is van waarnemingsfouten, zodat de eerder geuite conclusie zo overhaast nog niet blijkt te zijn, want Thorpe speelt een
uiterst complex spel met al deze aannames. Zijn faam heeft een grote vlucht genomen sinds hij onder de hoede van Charles Saatchi werd genomen en de presentatie in Museum Kurhaus Kleve vormt een markeringspunt in een stormachtig verlopende internationale carrière. In een verwarrende en onoverzichtelijke wereld zou hij wel eens de juiste kunstenaar op de juiste plaats kunnen zijn. En dat voor iemand, die bovenal claimt in de kunst een toevluchtsoord te zoeken, een bewoonbaar universum buiten het bestaande. Ideologische slangendans Wat zich aan laat zien als zijnde uiterst realistisch geschilderde landschappen en wolkenluchten, blijken bij nadere beschouwing hoog geperfectioneerde materiaalcollages te zijn. Bestaande uit papierpulp, gras, schors, plastic en zelfs leisteen. Met eindeloos geduld laagje voor laagje opgebouwd tot imposante berglandschappen, die de aanwezigheid van suikerzoete herderinnetjes en met bellen behangen Milka-koeien doen vermoeden. Met in die landschappen een hemelbestormende architectuur, die weifelt tussen de rol van tegenpool of die van medespeler in een gezamenlijke uitbarsting van barokke grootsheid. Wat we zien is de visualisatie van twee ideologieën, die van de ongerepte natuur en die van de modernistische architectuur, die zich als slangen in elkaar draaien tot een kluwen. Maar iets dergelijks zien we ook op formeel niveau. Namelijk wanneer Thorpe in zijn werkwijze gebruik maakt van typische Arts&Crafts technieken om zijn conceptuele uitgangspunten te verhelderen. De werken dragen poëtische titels als pamfletten: We Are Majestic in the Wilderness of I Am Golden. Deze laatste titel is voorbehouden aan een installatie met een centraal, uit cirkels opgebouwd vloerobject met mozaïeken en levende planten. Omgeven door staanders als kaarsen in stervormige houders. Een hybride, die kunst en natuur, decoratieve vormgeving en intellectueel commentaar overkoepelend in zichzelf tracht op te nemen. Maar niet geheel succesvol, want ze bezit niet het wonderlijke vermogen boven die tegenstellingen uit te stijgen. Zonder dit vermogen en in de strakke ordening van een museale context ontbreekt het de hybride aan visuele kracht.
David Thorpe, The Defeated Life Restored, 2006-2007, foto Courtesy Maureen Paley, London
De schoonheid van een mausoleum Gaandeweg het bezoek aan de tentoonstelling ontluikt echter een andere gewaarwording, die een meer fundamentele kritiek op de werken van Thorpe oproept. Bij het betreden van de zaalvullende installatie The Defeated Life Restored wringen we ons langs metershoge kamerschermen om zo door een labyrint dwalend het heilige der heilige te betreden. Hier zien we een drietal stervormige objecten op een sokkelvormige basis van hout en glas. Alles even strak en perfect afgewerkt. Alles zo levenloos. Daarna zien we de aquarellen aan de wandschermen, een gedetailleerde en verfijnd uitgevoerde verbeelding van planten uit een fantasieherbarium. En de associatie met een mausoleum is compleet. Waar Thorpe er afdoende in slaagt ons te overtuigen van de tegenstrijdigheden in onze denkbeelden en ons onderdompelt in de intellectuele verwarring die er uit voortkomt, slaagt hij niet op een ander, nochtans cruciaal niveau. Namelijk om ons te overtuigen van de levensvatbaarheid van de kunst en de leefbaarheid van dit fantastisch ogende privé-universum. Dat is toch een belangrijk manco voor een kunstenaar die werelden schept om er op de eerste plaats zelf een toevlucht en een wijkplaats in te vinden.
David Thorpe, 27 januari t/m 12 mei in museum Kurhaus Kleve www.museumkurhaus.de
22
Verborgen statements in esthetische sculpturen Identiteit. Er is bijna geen vraagstuk te bedenken dat de gemoederen vandaag de dag meer bezighoudt dan dat. Met de tentoonstelling ‘Territorial Bodies’, hedendaagse beeldhouwkunst uit Israel, te zien in museum Beelden aan Zee in Scheveningen, stelt gastcurator Ronit Eden een geheel samen waarbij identiteit wordt onderzocht via de relatie tussen lichaam en territorium. Een dapper uitgangspunt, want kunstenaars die leven in vrijwel de meest complexe samenleving ter wereld, reflecteren ook in de meest onschuldige ogende werken op de hen omringende dagelijkse realiteit. Door Roos van Put Erez Israeli, video, 2004, 38 min
Territorial Bodies, hedendaagse beeldhouwkunst uit Israel. 3 februari t/m 25 mei. museum Beelden aan Zee. www.beeldenaanzee.nl.
Sigalit Landau toont een prachtige film. Gemaakt in de Dode Zee. Te zien is hoe een vrouwenlichaam, naakt, drijvend in deze zee ‘gevangen’ ligt in een spiraal van watermeloenen. De vruchten zijn als een soort kralen met elkaar verbonden en vormen tezamen een ketting. Het uiteinde daarvan rolt zich langzaam af en verdwijnt buiten beeld. Het geheel is vanaf een hoog standpunt gefilmd. De toeschouwer kijkt bovenop die langzaam bewegende spiraal. De film levert poëtische beelden op, het groen van de meloenen met
23
daarin het blanke naakte vrouwenlijf dat op de lichte golfbewegingen van de zee zacht drijft. Tegelijkertijd ontstaat het besef van de plek; dit is de Dode Zee. Dit is de zee van de dood. Een plek op aarde die niet leeft. Maar die wel weer zuivert. Wie de Dode Zee ooit heeft bezocht herinnert zich vast nog wel de vrouwen die zich insmeren met modder uit die zee. De Ahava producten worden en masse ingeslagen, mineralen uit de Dode Zee zijn een weldoener voor je huid. Met een gezonde werking bovendien. De watermeloenen waartussen de kunstenares drijft, zijn zoet, het water van de zee is zout. Zoet versus zout. Haar lijf wordt langzaam maar zeker bevrijd als de spiraal zich afrolt: gevangenschap versus vrijheid. Het zijn dergelijke tegenstellingen die je in deze poëtische film aan het denken zetten. Contrasten die je in een groter verband ook weer kunt doortrekken naar het land waar het werk is gemaakt. Met de hele bijbelse, politieke, sociale en maatschappelijke geschiedenis die zo onherroepelijk bij deze, zoals in de catalogus omschreven, 'meest complexe samenleving ter wereld', hoort. Landau zet een sterk beeld neer, dat zich vastbrandt in je netvlies. De inhoudelijke complexe situatie wordt enerzijds even simpel als doeltreffend, anderzijds esthetisch in beeld gebracht. Gebruikmakend van haar eigen lichaam in het territorium van de Dode Zee, een gebied dat bestaat bij de gratie van extremen. Gelaagdheid Diezelfde gelaagdheid, die andere betekenis naast of beter gezegd, die indrukwekkende inhoud achter esthetische beelden, vind je terug in meer werken op deze tentoonstelling. Zoals te zien in de film van Erez Israeli. Hij naait bloedrode margrieten vast aan zijn huid en plukt ze er daarna weer vanaf wat overigens niet zachtzinnig gebeurt. Ook hier ontdek je weer een statement; over de dood die rondwaart in het land, over het leven dat ruw wordt afgebroken, over de vele rouwkransen waarmee men in Israël dagelijks in aanraking komt. Ook deze film verleidt het oog eerst, hier met verontrustende beelden. Daarna dringt de schrijnende inhoud tot je door. Andere opmerkelijke beelden zijn van Mirit Cohen Caspi, Ziv Ben-Dov en van Gilad Ratman. Van laatstgenoemde zijn een soort amorfe wezentjes te zien. De huid doet denken aan een stapeling druipend kaarsvet, ze zijn zonder identiteit. Geen mens en geen dier. Geen man en geen vrouw. Ze kunnen alles zijn, maar ook helemaal niets. Je verwacht elk moment dat ze voor je ogen van gedaante veranderen. In het oog springend is het desolate karakter van deze installatie. Tussen de figuren wordt geen interactie gesuggereerd. De ene lijkt te bidden, de ander schijnt bevroren te zijn in een beweging, vlak voor het moment dat hij omvalt. Associaties gaan richting verschillende bevolkingsgroepen die binnen een samenleving gedwongen zijn zich tot elkaar te verhouden. Nu eens moeten ze zich aan elkaar aanpassen, dan weer gaan ze anoniem op in de massa, dan weer leidt het samenzijn tot een confrontatie of ze keren elkaar de rug toe. Bij deze beeldengroep wordt de indruk gewekt dat de figuren zich nooit op enige wijze tot elkaar zullen verhouden. Het zijn individuen die noodgedwongen samenleven maar kiezen voor grote onderlinge afstand. Ze willen duidelijk niets met elkaar te maken hebben. Ze hebben dezelfde uiterlijke kenmerken maar daarmee houdt elke overeenkomst ook op. Je zou kunnen vaststellen dat de groep op indringende wijze zichtbaar maakt hoe de hedendaagse samenleving functioneert. Mensen leven naast maar niet met elkaar. Ofwel, de conditione humaine in de 21ste eeuw stemt niet tot vrolijkheid.
Een wonderlijke witte wereld Anne Marie van Sprang timmert aan de weg. De Amsterdamse galerie De Witte Voet houdt een verkoopexpositie van haar werk en voor het Princessehof te Leeuwarden heeft ze een installatie gemaakt. Geraart Westerink
Het Princessehof Na de plezierige maar toch wat langdurige reis naar het Noorden is de eerste reactie bij het zien van de installatie Hangen en Staan van Van Sprang: “Is dit alles?” Op de royale zolder van het eeuwenoude Leeuwarder stadspaleisje staat, tussen het eikenhouten gebinte en het glimmend gepoetste parket een rechthoekige wit ´podium´ enigszins te zwemmen in de ruimte. De rest van de zolder is leeg. Maar, zoals bekend, heeft elk nadeel zijn voordeel. Door het ontbreken van andere aandachtstrekkers en door de overvloed aan ruimte richt alle aandacht zich op het werk en kijk je onbewust langer en aandachtiger dan je anders mogelijk gedaan zou hebben. De titel blijkt even prozaïsch als waarheidsgetrouw. Het werk bestaat uit een aantal figuurtjes dat op de witte rechthoek staat en een bijna even groot aantal dat erboven hangt. Het podium is licht glooiend, alsof een rivier van boven naar beneden er heel geleidelijk een bedding heeft uitgeslepen. In combinatie met de figuurtjes die er op staan dringt zich direct de associatie met een besloten landschap op, dat ruw begrensd wordt door de randen van het vlak, waarboven een aantal vreemde hemellichamen hangt. Door de belichting vallen grillige schaduwen alle kanten op. De figuurtjes bevinden zich op ruime afstand van elkaar, subtiel verspreid over het hele schouwtoneel. Ze zijn delicaat en kwetsbaar. Dat komt door de bescheiden volumes, door de gevoelige vormgeving, maar vooral door het gebruikte materiaal: gegoten porselein (bone china), dat ongeglazuurd is gebleven en daardoor niet de harde glamouruitstraling heeft die we van dit materiaal gewend zijn.
Hemel en aarde De figuurtjes zijn klein. Sommige details ervan openbaren zich pas als je op de knieën gaat. Toch hebben ze een monumentale kracht. Op het ´podium´ staan onder meer een man met een kind op de schouders, een huisje met twee uitstekende ledematen, een gebogen lijf zonder kop - met een bolvorm als bekroning - en een kogelrond mannetje met negen armen die als takken uit het lijf steken. Halverwege heeft hij een extra paar vingers als uitbottende knoppen. Veel aandacht trekt ook het mannetje met takkenbossen onder beide armen. Naast de figuurtjes met menselijke trekken zijn er ook dierlijke wezen. Zo blijken twee halve bollen bij nader inzien een schildpad voor te stellen met een leeg schild op zijn rug. Markant is de gans die tegen een schuine stellage van houten stokjes staat. Dat hout is het enige afwijkende materiaal. Opvallend, juist hout, dat steeds weer in boom of takvorm terugkomt, zoals - min of meer in het midden van het podium - de boom met een gespalkte tak en een opgerold touw ernaast. Of is het een slang? Die zou aardige associaties met het scheppingsverhaal oproepen. Wat te denken van het wielloze autootje met reusachtige luidsprekers, die de verstilling van het werk juist accentueren. En hoe te reageren op het op verschillende hoogtes hangende porseleinen universum, dat onder meer bestaat uit een vertikaal bord, een graalachtige drinkbeker, een uitgerekte peervorm, een trechter en een vreemde vorm die het midden houdt tussen een vloeibare gloeilamp en een half leeggelopen ballon? Weinig, maar niet leeg In galerie De Witte Voet geen installaties, maar afzonderlijke, individuele werken. Niet alleen in porselein, ook in brons, al is dat er maar één. Bovendien hangen er enkele zeefdrukken. De sfeer van betekenisvolle leegte die de opstelling in het Princessehof bepaalt, is doorgezet. De galerie leent zich er goed voor. Het bureau met documentatie is slim weggewerkt in een hoek en heeft nauwelijks invloed op de tentoonstelling. De werken staan vooral langs de wanden en de ramen, meestal op ruime afstand van elkaar, maar de setting is niet willekeurig. Twee Bone China Watchers, die qua schaal vergelijkbaar zijn met de figuurtjes in Leeuwarden, zijn met hun gezicht naar het raam geplaatst, waardoor de opgeheven voorwerpen in hun linkerhand licht doorlaten en daardoor de kwetsbaarheid en transparantie van het materiaal benadrukken. Fraai zijn ook de zeefdrukken met kleine afbeeldingen in subtiele tinten die dartelen op een groot wit vel dat verder leeg is. De kleur die hier voorzichtig opduikt komt prominenter terug bij twee beelden: een mannetje met een blauwe broek en een afbeelding van een schip op zijn borst en een mannetje met een vierkant gat ter hoogte van zijn hart, waarvan de randen rood zijn gemaakt. Die toevoeging had voor mij niet gehoeven. De verbeeldingskracht van Van Sprang heeft eigenlijk geen kleur nodig. De door haar opgewekte beeldtaal is krachtig en associatief en getuigt van een uiterst persoonlijke verbeeldingswereld, die mysterieus, maar niet hermetisch is. Wel is duidelijk dat het een ingewikkelde wereld is, bestaande uit fantasiebeelden die zowel dromerig als spookachtig kunnen zijn. De (bijna) witte wereld is dus niet altijd aangenaam, maar wel bijzonder boeiend. Hij is uitgesproken, maar biedt tegelijkertijd ruimte voor individuele interpretaties.
Anne-Marie van Sprang, Bone China Watchers, foto Peter Cox
Anne-Marie van Sprang, Overzichtsfoto Princessehof, Leeuwarden, foto Peter Cox
Hangen en Staan, Princessehof, Leeuwarden, 18 november t/m 9 maart 2008, www.princessehof.nl. Galerie De Witte Voet, Amsterdam, 17 november t/m 29 december 2007.
24
Dora Dolz maakte zinnenprikkelende ontwerpen prieeltjes waarmee zij de straten, parken en pleinen van menig Nederlandse stad heeft opgesierd? Stuk voor stuk toegankelijke ontwerpen voor een breed publiek, die veel met haar levendige vaderland te maken hebben. Toentertijd zorgde ze voor een revolutie in de aankleding van de openbare ruimte. Gelukkig is er de afgelopen jaren op dat gebied veel veranderd in ons land, tenminste als je Dora Dolz mag geloven die schilderend, zingend en dansend door het leven ging. Bij elke situatie in haar turbulente leven had ze wel een passend Spaans liedje paraat of een klaagzang uit Andalusië (saeta). De film over Dolz’ leven en werk ‘Portrait of Dora Dolz’, gemaakt door dochter Sonia in samenwerking met de NPS, maakt veel duidelijk over de achtergrond en motieven die je in het werk van Dora aantreft (Zo blijkt de waaiervorm uit haar keramische ontwerpen een verwijzing naar de oeroude Spaanse waaier).
Dora Dolz, Mediteranneo, Hoek van Holland, foto: M. de Hoog
Zaterdag 1 maart jongstleden overleed de uit Spanje afkomstige Dora Dolz. Toevalligerwijs toonde het Boijmans in de maanden voor haar overlijden een klein overzicht van haar expressieve werk. Een opvallend oeuvre dat een breed spectrum beslaat: naast monumentale keramische ontwerpen ook de nodige veelkleurige glasobjecten, vloertapijten met medaillons, en enkele schilderijen. Geen grote kunst of vormgeving met een vernieuwende invalshoek, maar wel levendig werk dat vrolijk stemt en dat menigeen bij zal blijven. Door Etienne Boileau Meer dan veertig jaar geleden volgde Dora Dolz haar toenmalige partner naar Nederland, in de verwachting daar de Noord-Europese civilisatie aan te treffen. Aangekomen in Rotterdam viel dat behoorlijk tegen: “Nederlanders bleken meer genegenheid voor hun hond te hebben dan voor hun kleine kinderen, en er werd hier stipt rond zes uur gegeten; een voor Spaanse begrippen onbegrijpelijk vroeg tijdstip”. Toch is Dora Dolz in Rotterdam gebleven en heeft ze de afgelopen veertig jaar, zoals ze zelf zegt,“het leven gevierd”.
Dora Dolz, ¿ Adónde vas?, museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam, 1 december t/m 8 maart 2008 www.boijmans.nl www.doradolz.com
Chaises longues Dora Dolz kreeg haar opleiding aan de Rotterdamse Kunstacademie, richting monumentaal en grafisch ontwerpen, wat nog steeds in haar werk te zien is. Vanaf 1977 maakte ze keramische objecten, en dat dan vooral voor de openbare ruimte. Wie kent er niet haar kleurrijke banken in chaise longue vorm of haar door zuilen gestutte keramische
25
Decoratief design En er zijn meer symbolen in haar werk die verwijzen naar haar meisjesjaren in Spanje. Neem de glasobjecten die Dora Dolz vanaf de negentiger jaren begon te ontwerpen. Ze bestaan voor het overgrote deel uit vazen en lampen. Op de tentoonstelling in het Boijmans stonden er heel wat opgesteld in een herkenbare, samengestelde beeldtaal vol bladeren, doornen, crucifixen, bloemen en takken. Originele kleurrijke glasontwerpen, al is ook hier, net zoals bij haar keramische objecten en meubelen, eerder sprake van decoratief design dan van kunst. Van vernieuwende vormgeving is geen sprake, maar daar lijkt het haar bij deze ontwerpen ook niet om gegaan te zijn. En dan waren er in het Boijmans talloze kronen, spiegels en pijpen van gekleurd glas. Ze bleken te verwijzen naar het vanitassymbool. Ook stonden er de nodige glinsterende crucifixen, ciboiries en kruisen van glas opgesteld, die onontkoombaar verwezen naar de grote invloed die de Spaanse katholieke kerk op deze kunstenaar heeft gehad. Eén van de prachtig gevormde spiegels, die Dolz ontwierp in de vorm van een ovale remonstrans, bekroonde zij met een glasmotief dat sterk doet denken aan het kroontje dat zij als meisje droeg toen zij voor het eerst haar Eerste Heilige Communie deed: een liefdevolle verwijzing naar haar jeugd. Ook de vloertapijten van Dolz vond ik origineel. Eén ervan bestond uit een zandkleurige vlakte met in het midden een samengesteld medaillon waarop je een loflied op de natuur zou kunnen lezen. Je zag er een fragment van een landschap in, een hertenkop en andere decoratieve elementen. Gemaakt met veel liefde en respect voor de natuur, een liefde die haar vader, een van oorsprong eenvoudige Spaanse landarbeider, haar had bijgebracht. Artistieke barrière Haar overlijden kan gezien worden als een verlies voor de Nederlandse kunstwereld. Met haar kleurrijke, vaak monumentale, keramische ontwerpen voor de openbare ruimte wist zij blikvangers neer te zetten die een grote aantrekkingskracht hadden op een breed publiek. Daarin was zij uniek. Nederland kende tot voor kort maar weinig keramische kunstenaars die op dat formaat konden werken. Wat niet wegneemt dat ook haar glasobjecten en schilderijen, voor mij komen zij op de tweede en derde plaats, heel goed een blijvende indruk in de Nederlandse kunstwereld kunnen achterlaten. Ze vormden net zo goed een wezenlijk onderdeel in haar oeuvre; ook daarin dringt haar Spaanse afkomst door. De kunstenaar Dora Dolz heeft met haar levendige oeuvre een artistieke, zinnenprikkelende barrière willen oproepen tegen het grauwe Nederlandse klimaat. En dat dat gelukt is, staat nu al wel vast.
Fiona Hall: de geheime geschiedenis van wortels, uien en sla Als kunstkijker word ik regelmatig geconfronteerd met kunstwerken die visueel weinig indruk maken en die niet echt interessant zijn. Achteraf blijkt uit catalogusteksten dat er soms toch een boeiend concept aan ten grondslag ligt. Wanneer de realisatie zo ver achterblijft bij het plan van de kunstenaar, wordt zowel het concept, de potentie van het kunstwerk als het publiek tekortgedaan. Zou het dan niet beter zijn geweest het werk niet uit te voeren maar het te laten bij een concept op papier, waar ik als toeschouwer mijn eigen fantasie over kan laten gaan? Een gedachteverkenning aan de hand van het werk van de Australische kunstenares Fiona Hall. Door Judith van Beukering Afgelopen najaar bezocht ik de tentoonstelling Downunder/De Overkant, een editie van de jaarlijkse beeldenexpositie op het Lange Voorhout in Den Haag (zie Beelden 2007#4, p.16).Wat een interessante ontmoeting met Australische kunstenaars had kunnen worden, liep uit op een teleurstellende en ergerlijke ervaring. Bijzonder getroffen was ik door een werk van Fiona Hall, een tuininstallatie getiteld Force Field. Een modderig perkje met in het midden een beschilderde bijenkast. Ondanks al mijn kijkervaring had ik deze installatie niet meteen als kunstwerk herkend. De begeleidende tekst sprak over een politiek geladen tuininstallatie, in de vorm van de landkaart van Australië. Die heb ik ook niet kunnen ontwaren. Thuisgekomen zag ik in de catalogus een foto van de nog maagdelijk tuinaanzet. En de beschrijving van een strak plan (een lijst met planten) en interessante ideeën van de kunstenares. Wat was hier misgegaan? Aanleiding om de organisator van de tentoonstelling, Marie Jeanne de Rooij, te vragen wat zij zelf vond van de uitvoering van het kunstwerk.
niet altijd voor de hand liggende relatie tussen de [enerzijds] als authentiek ervaren 'eigen' huis-,tuin-en-keukenplanten en [anderszijds] de oorspronkelijke herkomst van veel van die 'nationale' groencultuursymbolen; van oudsher is door volksverhuizingen en ingrijpende menselijke interventies de natuur, het 'onschuldige' plantenrijk, behoorlijk 'uprooted', ontworteld, geraakt. Elders aangekomen wortelt zo'n plant zich opnieuw om vervolgens na enige tijd door de 'nieuwe' plaatselijke bevolking als 'onze' natuur beschouwd te worden. Denk in Nederland aan 'onze' nationale trots, de tulp, oorspronkelijk van Turkse origine. Planten vertellen als je je verdiept - zoals Fiona dat uiterst precies en gedreven doet - in hun reisroute van hot naar haar, schaamteloos (want onschuldige natuur immers) en onaangedaan een verhaal over de vele zwarte bladzijden uit de geschiedenis van kolonialisme en imperialisme vroeger en nu.” Over deze problematiek maakte Hall verschillende kunstwerken, waaronder haar tuinprojecten die zij op verschillende continenten uitvoerde. De Rooij was bijzonder verheugd dat Fiona Hall ook in Den Haag een dergelijk in situ werk zou komen realiseren. Plan en realisatie van Force Field Fiona Hall stond een helder idee voor ogen. Zij leverde een lijst aan met planten die in de tuin geplant zouden worden, o.a. klaver, peterselie, erwt, radijs, sla, wortel en cannabis. “De meeste soorten die ik zal gebruiken werden ooit naar Australië vervoerd door de First Fleet [Eerste Vloot], een term die we gebruiken om de schepen mee aan te duiden die de eerste gevangenenkolonisten in 1788 van Engeland naar Australië brachten. Deze schepen brachten veel soorten planten, groenten, granen en fruit in de vorm van zaden of levende planten daar, om ze te laten groeien in de nieuwe kolonie. Deze episode uit het vroege Europese kolonialisme interesseert me bijzonder omdat toen voor het eerst planten uit andere plekken de Australische kust bereikten.” (Catalogus, p. 53-54) Het plan van Hall was verder om in de tuin bijenkorven te plaatsen met schildering van camouflagetekeningen. Hiermee wilde ze “er nieuwe lagen van patronen en politieke verwijzingen aan toevoegen, met name omdat de meeste landen die door de bijenkorven vertegenwoordigd worden en de planten die erbij horen, in het Midden-Oosten liggen of
Planten zijn (niet) onschuldig De Rooij, directeur van de Stichting Den Haag Sculptuur, vertelt wat de aanleiding was om Fiona Hall uit te nodigen. Toen zij bezig was met het samenstellen van de tentoonstelling kwam haar naam vanzelf bovendrijven. Fiona Hall (1953) is in Australië een bekende kunstenaar. Zij exposeert in toonaangevende galerieën, zoals de Roslyn Oxley9 Gallery in Sydney en ook in de collectie van de Art Gallery of New South Wales zijn diverse kunstwerken van Hall opgenomen. Hall maakt conceptuele kunst waarin zij beeldhouwen, schilderkunst en fotografie combineert met alledaagse voorwerpen en aspecten uit de natuur. Marie Jeanne de Rooij beschrijft Hall als een gedreven kunstenaar die zich met een haast wetenschappelijke interesse verdiept in de botanische wereld. Zij gaat sporen na van de natuur, die samenhangen met volksverhuizingen en legt zo verbanden tussen natuur en politiek. De Rooij verklaart wat haar boeit: “Fiona Hall is geïnteresseerd in de
26
Fiona Hall, Force Field
Voor de toelichting Volgens De Rooij is Force Field helaas door moeilijk vooraf voorspelbare factoren geen optimaal geslaagd project geworden, maar dat risico moet je nemen als je met situ- opdrachten werkt. Wat bovendien meespeelde in de slechte receptie is dat Hall en de andere kunstenaars op deze tentoonstelling relatief onbekend zijn in Nederland. “Als je eerder een tuininstallatie van Fiona Hall hebt gezien of bekend bent met haar andere werk, kun je gemakkelijker relateren en de kunst beter tot je nemen. Je stapt dan wellicht ook eerder over een niet helemaal gelukt project”, meent De Rooij. Op mijn opmerking dat het werk van Fiona Hall sowieso veel uitleg nodig heeft, laat de Rooij weten dat zij het idee dat een beeld voor zich moet spreken, geen houdbaar standpunt vindt. Er zijn altijd woorden voor nodig. En het blijft noodzakelijk om je te verdiepen in de context. Dat geloof ik ook allemaal wel maar ik vind dat voor de toelichting er wel iets te zien moet zijn dat intrigeert of dat je ogen streelt. Ik ben geen Spartaan en wil ook niet in complete verwarring worden achtergelaten. Als ik afga op wat ik op Internet zie, in de collectie van de Gallery of New South Wales, denk ik dat Halls werk visueel wel boeiend kan zijn. Cash Crop (1998) bijvoorbeeld is een tot de verbeelding sprekende installatie. In een vitrine kast legde zij een reeks van kleine sculpturen; fruit en groenten, gemaakt uit natuurzeep. Het zachte, in water oplosbare materiaal maakt de beelden kwetsbaar. De objecten worden begeleid door labels en beschilderde bankbiljetten. Op de labels staan economische termen. De combinaties tussen het fruit en de termen zijn erg grappig (in het Engels): ‘tax return’ is een ‘peanut’ bijvoorbeeld en ‘global liquidity’ is een ‘cola nut’.
Fiona Hall, Force Field
betrokken zijn bij het huidige conflict in Irak.” (Idem, p. 54) “Bijenkolonies worden beschouwd als perfecte modellen voor de samenleving terwijl bijen als bestuivers de metafoor van menselijke migratie met zich meedragen.” (AD Haagsche Courant, ‘Den Haag Sculptuur’, p. 21) De realisatie van de tuin ging niet over rozen, blijkt uit het verhaal van Marie Jeanne de Rooij. Het was eind april, begin mei juist een zeer warme periode waardoor de grond erg droog was. Echt groeien wilde het dus niet. Fiona Hall heeft in Den Haag zelf twee en een halve week gewerkt aan de tuin en aan het beschilderen van de bijenkasten. Op haar verzoek werd er bewust geen hek omheen gezet. Het nadeel was dat mensen de tuin gingen gebruiken als honden uitlaatplek. Er volgde een periode met veel regen wat ook geen goed deed. De tuin werd halverwege nog aangevuld met grassoorten, maar dat mocht niet echt meer baten. De Rooij vindt het jammer dat door praktische problemen het kunstwerk niet tot zijn recht is gekomen.
www.denhaagsculptuur.nl
27
Bevrijdende gedachte Als ik me probeer voor te stellen dat de installatie op het Lange Voorhout zou zijn uitgegroeid tot een weelderig volkstuintje, was dat natuurlijk een aardig beeld geweest. Spinazie en erwt midden in de stad. Maar hoe dan ook, het beeld zou zijn achtergebleven bij het concept, dat vele malen interessanter is. Dat een plantenproject in een stad visueel kan imponeren, liet Sanja Ivekoviç zien op de Documenta 2007. Duizenden klaprozen kleurden de bleke, strenge omgeving rond het Fridericianum rood. De politieke inhoud van dit project –verwijzend naar de papaverteelt en opiumproductie in Afghanistan – was daarentegen veel explicieter dan Force Field. De subtiele, doorwrochte gedachtewereld van Hall zou zich uitstekend lenen voor een wetenschappelijke verhandeling; of een spannende roman over de geheime geschiedenis van wortels, uien en sla. Het werkt bevrijdend om te bedenken dat Hall dit project beter niet had kunnen uitvoeren, maar serieus kan ik deze gedachte toch niet nemen. Het is evident dat een verhaal op papier geen beeldend kunstwerk is en hiervoor dan ook nooit in de plaats kan komen. Zoals Gijs Frieling, directeur van kunstencentrum W139, eenvoudig stelde: “De techniek is niet van belang. Het gaat om de wil om iets fysieks uit te voeren. Als je die wil niet hebt, dan ben je volgens mij geen kunstenaar.” (NRC, 19 januari 2007) Dus de volgende keer beter: go Fiona go!
‘Lucasx’ ‘Lucasx’ is een blad over kunst in de Provincie Utrecht, waarin met grote regelmaat gerapporteerd wordt over beeldhouwkunst in al haar veelvormigheid. Een magazine om van te smullen. Door Ans van Berkum ‘Een feestmaal voor de weldoorvoede kunstkenner’, luidt de ondertitel van een artikel over het 18e Impaktfestival in Utrecht, in Lucasx. Auteur Joke Ballintijn behandelt hierin de geschiedenis van de videokunst en de festivals die daar aan gewijd zijn. Een goed artikel, dat niet alleen de ontwikkeling van videokunst tot volwaardige mediakunst beschrijft, maar ook de rol van de festivals in die wording evalueert. Ook al kunnen mediakunstenaars hun werk tegenwoordig overal presenteren, het blijft goed dat er fora zijn waar vakgenoten en publiek elkaar specifiek ontmoeten en energie wordt vrijgemaakt door een intensieve programmering.
lucasx jan.feb. mrt. 06
Ontwerpers uit Utrecht Interview Rob Birza Houten Saudade Nieuwvrees in Nieuwegein
Lucasx: kunst en vormgeving in de Provincie Utrecht.
2006 nummer 1 jan, feb, mrt € 4,50
Nieuw recept Ik denk dat ze gelijk heeft. En wat dat feestmaal betreft, voor mij is Lucasx dat ook. Eind 2005 stond het op het punt te verdwijnen door verschillende subsidiestops. Maar het blad wist het tij te keren door in plaats van gratis te zijn, met abonnementen te gaan werken en nieuwe fondsen aan te boren. Het herrees
begin 2006, stralender dan daarvoor. Meer pagina’s, meer rubrieken en een vormgeving van klasse. Dat was het recept. Achterin het blad staat een uitgebreide agenda. Daar worden ook de advertenties gegroepeerd, waarbij steeds een verhaal is opgenomen over de jongste ontwikkelingen en activiteiten in de vorm van een CBKU-special. Zo draagt het centrum dat Lucasx uitbrengt, ook zelf financieel bij. De vorm van Lucasx, dat mag benadrukt worden, wordt op A5 formaat geproduceerd. Daar lijden de beelden, noch de teksten, noch de overdracht, onder. Lucasx past in je rugzak en het is even mee te grissen als je naar een stad gaat om daar misschien nog een beeld of een tentoonstelling mee wilt pikken. Onderweg kijk je wel wat er allemaal aan de hand is, en kies je wat in je plan past. De inhoud van Lucasx is hoegenaamd een smakelijke maaltijd. Het maakt je jaloers op Utrecht, waar kennelijk zoveel gebeurt dat elk kwartaal met gemak een blad van tachtig pagina’s kan worden gevuld met goede reportages, recensies en aankondigingen. Zo heb ik met belangstelling kennis genomen van het verlangen van Utrecht om, net als Brainport Eindhoven en New Town Almere, in 2018 culturele hoofdstad te worden. Maar ook van de vragen rondom het ontzamelbeleid van het Centraal Museum. Van de doorgroei van de tweehonderd jaar oude kunstenaarsvereniging Kunstliefde, waar John Blaak, ook hoofdredacteur van Beelden, artistiek leider is, waarbij Lucasx ingaat op de vraag welke rol Kunstliefde kan spelen voor het Utrechtse kunstklimaat. Ook lezen we dat er een nieuw museum komt in Amersfoort. Want dat is een stad, die binnenkort tot een omvang van 160.000 mensen uitgroeit, aan zichzelf verplicht, zo is men van mening. Het gebouw van Juan Navarro Baldeweg leren we alvast kennen door middel van ingenieuze foto’s van de maquette. De vier bekende Amersfoortse kunstinstellingen, Flehite, Armandomuseum, Mondriaanhuis en De Zonnehof zullen er samengaan en onder één dak worden gehuisvest met de RACM, wat staat voor Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten, de bibliotheek, het archief, een poppodium, een kunstschool en een bioscoop. Het lijkt wel een cultural shoppingmall; Ik ben zeer benieuwd of dat lukt. Zal het de bestaande instellingen lukken om op een zinvolle manier te fuseren? Zullen de partners een interessante gezamenlijke thematiek
vinden? Zo ja, dan wordt Amersfoort beslist een voorbeeld voor andere steden.
lucasx jan.feb. mrt. 07
Mediakunst en festivals Peter Greenaway Het Maakbare land Aernout Mik
Lucasx: kunst en vormgeving in de Provincie Utrecht
2007 nummer 1 jan. feb. mrt. € 5,-
Beelden De beeldhouwkunst en de beeldende kunst in de openbare ruimte komen in LukasX gelijkwaardig aan de orde ten opzichte van andere disciplines. In 2006 en 2007 ging het onder meer over een schitterend werk van Stanislas Lewkovitch in Veenendaal, dat samen met vier andere kunstwerken de uitbreidingswijk Dragonder Oost siert, met als speciale opdracht om de beeldkwaliteit van de wijk op een hoog niveau te brengen. Lewkowicz boog zich over het fietspad in het centraal gelegen park. Hij maakte het mooier en veiliger door er een bocht en een verhoging in te leggen en vierhonderd leds in de glanzende betonklinkers aan te brengen, die in het donker langzaam harder en dan weer zachter gaan branden. “Het resultaat is een dynamisch en sprankelend lichtspel, waardoor niet alleen kinderen maar ook volwassenen hemelse momenten beleven wanneer zij hier overheen fietsen”, schrijft Mariëlla Kassing. In een uitgebreid artikel met veel voorbeelden wordt de opkomst en de betekenis van Community Art onderzocht, waarbij de auteurs zich uiteindelijk toch aansluiten bij de opvatting dat kunst in laatste instantie autonoom is. “Kunst moet niet voor een karretje worden gespannen”; citeert men uit de mond van Jeanne van Heeswijk. “Ze hoeft geen problemen op te lossen, of gedienstig te zijn”. Wat er verloren zou gaan, ware dit wel het geval, wordt niet afgewogen. Interessant in dit kader zijn de experimenten van het kunstenplan Beyond in Leidsche Rijn en Vario Mundo in Vathorst, Amersfoort. Ook daaraan besteed het blad ruim aandacht. In De Goodwill van Beyond blikt Lisette Smits terug op vijf jaar werken met kunst aan
28
het nieuwe stadsdeel van Utrecht. Hier is de kunst geen verfraaiing. Van haar wordt verwacht ‘daadwerkelijk te interveniëren’ in de maatschappelijke werkelijkheid. Het Beyond programma stelt zich dienstbaar op en volgt het opbouwproces van de wijk, in interactie met het publiek. Kunstenaars nestelen zich tijdelijk als nomaden in de wijk en bekijken ter plaatse waar aan ze kunnen bijdragen. Ook Vathorst is aardig op weg in die sfeer. Huizen worden, vóór de bewoners er in trekken, als kunstresidentie en theaterpodium geannexeerd en de bewoners worden via billboards geprikkeld een keuze te maken uit een keur aan mogelijke beelden voor de wijk. Lucasx volgt het en geeft de lezers te denken. Een ander prikkelend project is opgezet door Gini Vos, die coach is voor jonge kunstenaars die in het in het Amersfoortse Eemgebied willen werken. Lucasx doet verslag van een lichtkunstmanifestatie in Amersfoort en plaatst een mooi monografisch artikel over Ruud Kuijer, die subtiele en veranderlijke betonsculpturen maakt. Tot slot besteedt het ruime aandacht aan de Roulette rotonde van Manfred Pernice. Deze laatste gebruikt het Koehoornplein als expositieruimte voor beelden die normaal elders in de stad verblijven. Hij maakt er opstellingen mee die deze weer heel anders laten functioneren dan we op hun vaste plek gewend zijn. De Provincie Utrecht bruist. Daarom is er zoveel te schrijven over ruimtelijk werk in al zijn verschijningsvormen en kan Lucasx in zijn geheel zo boeiend zijn. Maar het zijn de redacteuren, de vele auteurs en de vormgevers Kummers & Herrman die er uiteindelijk zo’n smakelijke maaltijd van maken.
lucasx jul.aug. sep. 07
200 jaar Kunstliefde Community Art Genesis BAK in Venetië
Lucasx: kunst en vormgeving in de Provincie Utrecht
Een abonnement kost maar €18,-.
[email protected]
2007 nummer 3 jul. aug. sep. € 5,-
beelden tuin
Belled
BELLED
Langbroekerdijk A72, 3947 BK Langbroek (bij Doorn), Tel.0343561991, mob.0612855479, www.belled.nl
exposities galerie en beeldentuin 21 maart t/m 27 april
GOEDE VRIJDAG EN 1E EN 2E PAASDAG GEOPEND. SCHILDERIJEN: RENÉ GALANT (F), IZY • MANNY, ERIK MANGELSCHOTS (B) EN JEAN-PIERRE RUEL (F). BEELDEN: MARINUS KLAP EN KIETA NUIJ
8 mei t/m 15 juni SCHILDERIJEN: EDDY ROOS, JEAN-PIERRE RUEL (F), HARALD WOLFF (F) EN ANDRZEJ WAWRZYNIAK (PO) BEELDEN: JAN PATER EN EDDY ROOS
Jan Pater “Refuse to bent” Brons 62cm
kun je leven van een abstract pensioen?
GALERIE BEELDENTUIN
Ole Langerhorst “Z.T.” Eikenhout 300 x 40 x 70 cm
BEELDENTUIN
Kunst is uw leven. Een mooi leven. Maar ook onzeker en vol risico's. Dus is het goed om ook nu al aan uw toekomst te denken. Aan uw leven ná het succes. Doe dat samen met Kunst en Cultuur pensioen en verzekering. Dat is dé verzekeraar voor iedereen die actief is in de kunst en culturele sector: werkgevers, werknemers en zelfstandigen. Wij hebben producten die u bijvoorbeeld verzekeren van een goed pensioen straks. Of van een inkomen als u er een tijdje 'tussenuit' gaat of eerder wilt stoppen met werken. Bij Kunst en Cultuur pensioen en verzekering hebben we verstand van geld, maar vooral ook hart voor kunstenaars. Meer weten? Kijk op www.kunst-cultuur.nl, bel naar 070 - 306 56 78 of stuur een e-mail naar
[email protected].
Kunst en Cultuur pensioen en verzekering onderschrijft de Code Rendement en Risico.
www.kunst-cultuur.nl
Kunst en Cultuur pensioen en verzekering dé verzekeraar voor de culturele sector
CA 200 BEELDEN VAN: BERND ALTENSTEIN (DU), HANK BEELENKAMP, HANS BLANK, LOLKE VAN DER BIJ, LIEVEN D’HAESE (B), AMIRAN DJANASHVILI (GEO), JORIS GAYMANS, ERIK GOEDE, PETER HEIN, CHARLES HENRI, WILMA HOEBEE, HUGO HOL, HANS JOUTA, ARIE KALISVAART, ROMEE KANIS, MARINUS KLAP, WIM KÖMHOFF, COBA KOSTER, OLE LANGERHORST, BERNADETTE LEIJDEKKERS, ANDRÉ VAN DER LINDEN, ROOS MANNAERTS, HANS MÜLLER (DU), KIETA NUIJ, JAN PATER, HANNEKE PEREBOOM, THEO PONSIOEN, REINA RAMAKERS, EDDY ROOS, ED SCHOUTEN, CAIUS SPRONKEN, RIEKE VAN DER STOEP, JAN VERSCHUEREN (B), PAUL VINCKEN, LIA VAN VUGT, GREETH ZWERING EN MARGRIETH ZIJLSTRA. OOK BEELDEN IN EN BIJ HET WATER. CIRCA 200 KLEINE BEELDEN IN GALERIE- EN STOCKEXPOSITIE. CIRCA 300 SCHILDERIJEN IN GALERIE- EN STOCKEXPOSITIE. Tijdens exposities: vr t/m zo 13-17 uur en op afspraak.
WOENSDAG 18 - 22 UUR DONDERDAG - MAANDAG 11 - 19 UUR
Boeken Door Astrid Tanis
composities die meer met een installatie dan met een schilderij te
een plek kregen in Rotterdam. Daarnaast kunstwerken met
maken hebben.
een meer anarchistisch karakter, waar overleg niet bestond.
Sculptuur Studies
Nieuwe geschiedenis van de fotografie in Nederland, Flip Bool e.a., Waanders
tijdelijke aard. Ik ken ze wel, daar ik al ruim dertig jaar in
Sculptuur Studies 2007 is de derde uitgave van het Sculptuur
Uitgevers, Zwolle 2007, ISBN 978 90 400 8337 2
deze stad woon. Het kunstwerk van Geert Limburg die de
Sommige kunstwerken bestaan al niet meer of waren van
Instituut in Den Haag. Het Sculptuur Instituut is een aan museum
buitenmuren beschilderde van zijn woning als een langzaam
Beelden aan Zee gelieerd onderzoeksinstituut op het terrein van
groeiend project, heeft het onderspit moeten delven door
moderne en hedendaagse internationale beeldhouwkunst.
de vernieuwingsdrang van de gemeente waar ik woon. Het
Deze editie besteedt aandacht aan de negentiende-eeuwse
Beukelsblauw van Florentijn Hofman op de Beukelsdijk uit 2004,
fotografie die de beeldhouwkunst “portretteerde”. In 1839
was een tijdelijk project (zie Beelden 1#2006). Prachtige wijken
kwam de fotografie tot leven voor een groter publiek. De
worden in Rotterdam platgewalst, samen met imposante uitingen
techniek stond in de kinderschoenen en er waren lange
van beeldtaal. Nadeel van een vooruitstrevende stad is dat ze
belichtingstijden nodig. Dit resulteerde in veel aandacht voor
vergeten dat historiciteit ook waarde bezit. Spijtig natuurlijk, maar gelukkig zijn er prachtige boeken als deze, met mooie
onbeweeglijke beelden. Op de eerste foto’s komen relatief veel beeldhouwwerken voor. Hans Roosenboom gaat uitgebreid in
Sigurdur Gudmundsson, Fairy Tail, 1979
foto’s en doorwrochte teksten die iets bewaren van wat was. Bladerend door het boek had de titel ook kunnen zijn “Kleurig
op dit stukje geschiedenis van de fotografie, dat ons ook veel vertelt over de rol van de beeldhouwkunst. Verder vind je in
Mooi van ver
deze Sculptuur Studies een keur aan artikelen die allemaal
Mooi van ver is een stevige uitgave die de muurschilderingen
de beeldhouwkunst of internationale onderzoeken over
in Rotterdam als onderwerp heeft. Niet alleen kunst krijgt de
Mooi van ver. Muurschilderingen in Rotterdam, Siebe Thissen, Trichis Rotterdam
beeldhouwkunst tot onderwerp hebben. Sculptuur Studies richt
aandacht maar ook andere beeldende uitingen die doorgaans
2007, ISBN 978-90-812416-1-8
zich echt op een beroepsgroep die zich op de een of andere
het straatbeeld sieren of ontsieren; zoals flyers, stickers, graffiti,
manier professioneel en/of theoretisch met beeldhouwkunst
reclame en tags en andere krabbels. Muurschilderingen zijn een
inlaat. Er valt veel te lezen en het toegevoegde beeldmateriaal is
vorm van communicatie, je kunt ze gebruiken om een product
er alleen als het functioneel is voor het geschreven artikel.
aan de man te brengen, je bedrijf te profileren of je gevoelens te
Rotterdam”.
delen met iedere voorbijganger die hier wel of niet van gediend Sculptuur Studies 2007, Dick van Broekhuizen e.a., Sculptuur instituut,
is.
Den Haag-Scheveningen, Uitgeverij Waanders, Zwolle 2007, ISBN10:
In de eerste zin zet de auteur zichzelf neer door te reflecteren
9040084289
op een muurschildering die voor hem het meest intrigerend is en zich niet in Rotterdam bevindt: “Eén van de meest intrigerende muurschilderingen is La América Tropical (1932), geschilderd in de Olvera Street in Los Angeles door de Mexicaanse kunstenaar en politieke activist David Alfaro Siqueiros”. Deze muurschildering heeft een duidelijke politieke en historische
Geert Limburg, muurschildering Boezemlaan, Rotterdam, 2007
betekenis omdat het refereert aan de manier waarop de blanke Amerikaan het land in bezit heeft genomen door de eerdere
Art in the Office
bewoners buiten spel te zetten. Dit kunstwerk kun je zien als een
Art in the Office, is een uitgave van de ING groep. De ING
politieke daad die derhalve direct weggewerkt werd achter een
groep heeft diverse vestigingen over de gehele wereld. Het
stuclaag. Het werk werd pas weer zichtbaar in de jaren zeventig
bijzondere van de collectie is dat de kunstwerken hangen
van de vorige eeuw toen de stuclaag het langzaam begaf. Sinds
en staan op werkplekken en kantoren van de ING. In deze
1988 wordt het werk beschermd door de Getty Foundation
eerste uitgave komen de collecties van België, Mexico, Polen,
waardoor het ineens een museale beschermheer kreeg die de
Engeland en Nederland aan bod. Vijf internationaal werkende
intrinsieke waarde bevestigt. Het werk geldt momenteel als het
conservatoren selecteerden de kunstwerken die aandacht
Nieuwe geschiedenis van de fotografie
monument van de Chicano’s (Mexicaanse-Amerikanen).
krijgen. Werk van onder andere Andy Warhol, Frida Kahlo,
Nieuwe geschiedenis van de fotografie in Nederland, werd in
Door het boek te beginnen met een beschrijving van dit
Pierre Alechinsky, Ricard Deacon, Wilhelm Sasnal en Barend
april 2007 gepresenteerd ter gelegenheid van de opening van
kunstwerk en haar geschiedenis, schep je een referentiekader
Blankert vindt u in deze uitgave terug, naast vele anderen.
het nieuwe Nederlandse Fotomuseum in gebouw Las Palmas in
voor de besproken Rotterdamse werken. Je stelt indirect
Daarnaast staan er teksten in die zowel aandacht aan de
Rotterdam. De vraag die gesteld wordt, is of de Nederlandse
de vragen; waar refereren deze werken aan, waar zit de
werken als aan het kunstbeleid van de ING geven. Het
fotografie de geschiedschrijving kreeg die zij verdiende?
betrokkenheid en wat is de effectiviteit. Misschien kun je stellen
beeldmateriaal voert de boventoon, het zijn mooie afbeeldingen
Deze unieke publicatie onderzoekt de geschiedenis van de
dat bij muurschilderingen drie kernwoorden van belang zijn:
op stevig papier. Sommige afbeeldingen tonen alleen het werk
Nederlandse fotografie aan de hand van verschillende thema’s:
engagement, affectiviteit en effectiviteit. Wat is het engagement
en andere tonen het werk op de werkplek tussen de werknemers.
bijvoorbeeld fotografie en de stad; engagement en fotografie
van de vervaardiger of opdrachtgever en welke doelgroep wil
De kwaliteit is hoog en er is relatief veel ruimtelijk werk bij. Ik
voor en na 1945; fotografie en de blik op de koloniale
zij aanspreken. Welk affect dient het werk te bewerkstelligen.
zie veel bekend werk, maar ook veel verassingen.
geschiedenis en ‘de ander’; fotografie van het landschap; het
Is dit bijvoorbeeld schokken, plezieren, verleiden of informeren.
fotoboek als samenwerkingsproject etc.
Hoe effectief is het werk in het bewerkstelligen van de geplande
Art in the Office. ING Collection, Annabelle Birnie e.a., Uitgeverij Waanders,
Tevens worden de maatschappelijke, sociale en culturele context
affecten.
Zwolle, 2007, ISBN 90 400 8320 7
van ontwikkelingen in de fotografie uitgediept, maar ook
De publicatie geeft een breed en historisch beeld van de
onderlinge verbanden en lijnen naar recente ontwikkelingen
muurschilderingen in Rotterdam en plaatst deze in een bredere
in de fotografie krijgen de aandacht. Er is veel te zien en te
context. Er staan oude foto’s in van het begin van de 19de
lezen in dit boek. Het boek oogt zonder meer pretentieus, waar
eeuw, waarop je reclameventers ziet die “reclamekarren” met
kosten nog moeite gespaard lijken. Het bevat naast boeiende
opschiften door de stad trekken. Dit zie je in samenhang met de
teksten uitgebreid beeldmateriaal. De conclusie die ik weet te
flyers en de meer geplande reclame op ruiten en muren. Verder
trekken uit dit boek is, dat de Nederlandse fotografie zonder
is het boek een historische fotogalerij van kunstwerken die
meer een uitgave als deze verdient. Een andere conclusie die
muren opsieren; het werk van Co Westerik met als onderwerp
ik trek is dat fotografie eigenlijk meer met ruimtelijke kunst dan
het touwspringende meisje uit 1976 blijft door de jaren heen
met twee dimensionale kunst te maken heeft. Net als bij video
mooi. Ook zie je zeer eigentijdse kunstwerken die in de
en film geeft het een blik in de ruimte van een ander; toont het
afgelopen jaren in overleg met kunstinstellingen en deelraden
Cover Sculptuur Studies 2007
31
Nicolas Dings, Encyclopedia fabulosa, 2002
Kunst? Kopen
foto’s van openingen, beeldmateriaal van kunstenaars en
historiciteit/functionaliteit nog steeds voelbaar. Vervolgens
Kunst? Kopen! is een publicatie van Véronique Baar. Baar houdt
kunstwerken die verbonden zijn met kunstgalerij de Germinahof.
kregen vijf kunstenaars de kans om een tijdelijk kunstwerk te
zich beroepsmatig bezig met kunstadvies en collectievorming.
Bladerend door en lezend in het boek, lijkt Stichting Kunst plus
plaatsen rondom een weeffout naar keuze. De hele manifestatie
Het boek gaat in op de vragen; waar wordt hedendaagse kunst
me een zeer sympathiek kunstenaarsinitiatief met evenveel
resulteerde in een mooie uitgave waarin de teksten en beelden
gemaakt, getoond en verkocht? Hoe worden prijzen bepaald?
aandacht voor ruimtelijke kunst als kunst op het platte vlak.
bekrachtigd worden door mooie foto’s. Het boek zit in een
Wat zijn de kenmerken van de verschillende technieken?
25 jaar kunst levert tijdsbeelden op, maar over het algemeen
cassette samen met een kleiner boek waarin de kunstenaar Q.S.
Een overzicht van galeries, beurzen en kunstbegrippen maken
kun je spreken van voldoende kwaliteit. Het gaat hier om een
Serafijn een streekroman publiceerde over deze locatie met
dit boek compleet. Meer dan 35 jonge kunstenaars tonen hun
kunstenaarsinitiatief met een professioneel karakter, dat is
“verborgen verhalen”, iedere plek heeft haar eigen verhalen.
werk in Kunst? Kopen! en vertellen over hun inspiratiebronnen.
duidelijk.
Dit zijn interpretaties en reflecties van zowel de schrijver als passanten. Meestal betreft het de beleving van een plek. Van
10 kunstkopers omschrijven waarom ze voor een werk vielen. De doelgroep is de beginnende kunstkoper of verzamelaar. Het
Kunstenaarsinitiatief Germinahof 1981 – 2006, Charles Esche e.a., Galerij
Westen en Serafijn werken vaker samen als kunstenaars in de
boek is laagdrempelig en biedt een goede ingang in de wereld
Germinahof 2007, ISBN 978-90-804345-2-3.
openbare ruimte. Volgens mij weegt in hun kunstwerken het begrip “beleving” zwaarder dan het begrip “markering”. In dit
van de kunsten. Kunst? Kopen! bevat vele mooie foto’s van kunstwerken, zoals de foto van de kunstenaar Iris van Loonen en
De Collectie Flevoland
project markeert Van Westen plekken met een hoge graat van
het beeld van Sabi van Hemert.
De publicatie De Collectie Flevoland verbindt werken
belevingswaarde. Op deze plekken voel je dat verschillende
die verspreid over deze provincie staan. Flevoland bezit
gevoelswaarden samenkomen. Deze ambiguïteit creëert hier een
Kunst? Kopen!, Veronique Baar, Art Olive Amsterdam 2007
verschillende buitenkunstwerken die op international niveau
spanningsveld.
ISBN 978-90-811888-1-4
van grote betekenis zijn. Centraal in de publicatie staan vijf landschapskunstwerken: De Groene Kathedraal (1978-1996)
Doorsneden landschap, Mieke Conijn e.a., Kunstlab, A1-partners en
van Marinus Boezem, Polderland Garden of Love and Fire
kunstenaars, Deventer 2007, ISBN 978-90-809270-4-9.
(1992-1997) van Daniel Libeskind, Sea Level (1989-1996) van
Streekroman (Doorsneden landschap), Q.S. Serafijn, Studio 3005, Rotterdam
Richard Serra, Observatorium (1971-1977) van Robert Morris
2007, ISBN 978-90-786270-6-7.
en Aardzee (1982) van Piet Slegers. Veel van deze inmiddels bekende werken zijn al veel vaker in boekvorm beschreven, maar voor het eerst worden deze kunstwerken uit één provincie samengebundeld in boekvorm. Praktisch is het handzame formaat en de overzichtskaart die erbij hoort. Je kunt het boekje eenvoudig meenemen in een tasje of wat grotere jaszak, als je op pad gaat om deze kunstwerken in het echt te gaan zien. Daartoe nodigt de uitgave wel uit. Het formaat van de afbeeldingen zorgt voor Sabi van Hemert, Zonder titel, 2005
onvoldoende informatie. In het totaal ontsluit het boekje 55 kunstwerken. Daarnaast staan er enkele boeiende interviews
Jeroen van Westen, A1 Weeffouten
Germinahof
in met kunstenaars, architecten, deskundigen en anderszins
Kunstenaarsinitiatief Stichting Kunst-Plus maakt al 25 jaar
professioneel betrokkenen. Wat de landschapskunst betreft is
gebruik van Galerij Germinahof in het Brabantse Sterksel. Reden
Flevoland zeker de trots van Nederland, dat maakt deze uitgave
De Beste Plek
tot een jubileumboek en diverse jubileumtentoonstellingen. Aan
weer eens duidelijk.
Van 27 juli tot 22 augustus 2007 toerde de kunstenaar Wapke
de wieg van zowel Kunst plus en Galerij Germinahof staan Theo
Feenstra rond in de omgeving van Harderberg. Ze bezocht met
van Keulen en Cor van Lierop. Zij hadden hun atelier in deze
De Collectie Flevoland, Jaap Evert Abrahamse, Annick Kleizen en Martine
voorbedachten rade plekken die bewoners ervoeren als hun
oude boerderij en stelden de rest van de ruimte ter beschikking
Spanjers, Museum De Paviljoens, Almere 2007 ISBN 978-90-806595-4-4
beste plek. Het werd een reis vol inspiratie over plekken waar
aan andere kunstenaars. Van daaruit richtten zij Kunst plus
mensen zich om verschillende redenen nestelen en thuis voelen.
op. Er was ruimte genoeg voor de genodigde kunstenaars om
Feenstra beweegt zich op het brede pad dat loopt tussen de
op locatie te werken en vervolgens de ter plekke gemaakte
twee werelden van de visuele kunst en literaire verbeelding;
werken daar te exposeren. Het voorwoord van de publicatie
een pad dat momenteel meerdere kunstenaars bewandelen. Dit
is geschreven door Charles Esche, directeur van het Stedelijk
project resulteerde dan ook in een boek met de titel De Beste
van Abbe Museum te Eindhoven, die de waarde van dit soort
Plek. Het project en boek geeft inzicht in een omgeving waar
initiatieven tekstueel bevestigt.
mensen om verschillende redenen op locaties neerstrijken om er hun eigen plek van te maken. Naast teksten bevat het boek een ruime keus aan sfeerfoto’s. Dat Feenstra een kunstenaar is blijkt duidelijk; de visuele componenten bepalen het boek; Rudi van de Wint, De tong van Lucifer, 1991-1993
de teksten geven een meerwaarde maar blijven ondergeschikt aan de foto’s. Het boek beschrijft en visualiseert een selectie van veertien. Dat de beste plek mede gevormd wordt door
Doorsneden landschap
herinneringen, bewijst Feenstra als ze de camping in de buurt
Doorsneden landschap is een uitgave die kunst met betrekking
noemt waar ze met haar ouders kwam en waar ze mooie
tot de A 1 centraal stelt. Deze uitgave kwam tot stand in het
herinneringen aan heeft.
kader van kunstproject A 1. Dit is een jaarlijkse manifestatie tussen Apeldoorn en de Duitse grens rondom de A 1. In 2006 stonden de A 1 en de kunstwerken langs de A 1 centraal. Dit jaar komen de gevolgen van de aanleg van de snelweg voor het Uitnodigingskaart Galerij Germinahof
landschap onder de aandacht. Met de aanleg van de A 1 zijn diverse historische landschappen en sociale structuren
Verder vind je in de uitgave teksten over de
letterlijk doorsneden. Je kan spreken van een weefsel van natuur,
ontstaansgeschiedenis en interviews met belanghebbenden
historiciteit, cultuur en eigentijdse functionaliteit. Dit weefsel
en weergaven van rondetafelgesprekken tussen twee
heeft zwakke en zere plekken. Beeldend kunstenaar Jeroen van
generaties kunstenaars. Dit levert boeiende teksten op vanuit
Westen spreekt van weeffouten. Van Westen onderzocht de
verschillende invalshoeken. Het boek is gelardeerd met boeiend
doorsnijding en beschreef samen met historicus Siebe Rossel
beeldmateriaal, waaronder uitnodigingen, affiches, kritieken,
tien opmerkelijke locaties. Bij de weeffouten is de doorsnijding Wapke Feenstra, Het Vechtpark
32
De Beste Plek is onderdeel van het kunstprogramma 2005-2007
direct met elkaar in verband gebracht kunnen worden. Duidelijk
Andy Warhol
van de gemeente Harderberg, waarvoor Kunst en cultuur
is wel dat het gaat over bewust en onbewust waarnemen van
Andy Warhol. A Guide tot 706 Items in 2 Hours and 56
Overijssel het concept ontwikkelde.
tijdelijke toestanden in een ruimtelijke context. Dat is een brede
Minutes verscheen ter gelegenheid van de tentoonstelling
omschrijving van wat ons allen dagelijks overkomt in ons
“Andy Warhol - Other Voices, Other Rooms” in het Stedelijk
De Beste Plek, Wapke Feenstra, Veenman Publishers/Gijs Stork, Rotterdam
aanwezig zijn in de wereld. De kunstenaar echter hyperfocust
Museum Amsterdam. De tentoonstelling gaf aan de hand van
2007, ISBN 978-90-8690-144-9
op dat wat bij een ander misschien verloren dreigt te gaan door
uiteenlopende media inzicht in het artistieke denken van deze
de overvloed aan waarnemingen. Eigenlijk is dit een boek als
belangrijke icoon van de Pop art.
kunstwerk en daaraan ontleent het haar waarde.
Warhol is inmiddels 20 jaar dood, maar de legende leeft
Systems
voort via zijn kunst. Waarop is deze legende gebaseerd. Het
Systems is een publicatie waarin diverse auteurs het werk van
ETIOLATION I, Huib Haye van der Werf, Edith Doove, Mihnea
vreemde met het werk van Warhol is dat iedere keer als ik het
de kunstenaar Jeanne van Heeswijk beschrijven. Het betreft
Mircan, Veenman Publishers/Gijs Stork, Rotterdam 2007, ISBN
zie het meer betekenis voor mij krijgt. Op de voorkant van de
hier de verschillende projecten die ontstonden tussen 1993 en
978-90-8690-119-7
uitgave zie je een foto van Warhol als vrouw. De foto herinnert
2007. Van Heeswijk heet sociaal geëngageerd te zijn. Zelf
mij direct aan de foto van Marcel Duchamp; de andere grote
ervaar ik het werk als erg conceptueel. Het conceptuele thema
kunstenaar van de vorige eeuw. Duchamp beeldde zichzelf
in haar meeste werken betreft echter wel de sociale interacties.
af als Rrose Sélavy in een charmant vrouwenportret. Het is
Onderwerpen zijn de mens en zijn omgeving, of de spelende
dezelfde soort vrouwelijkheid die ik ervaar bij Warhol. Was dit
mens. Van Heeswijk richt zich doorgaans op de internationale
de zachte charmante kant van deze doorgewinterde kunstenaars
kunstscène, zo ook in dit werk dat Engelstalig is. Het bevat veel
die weigerden om concessies te doen als het om artisticiteit
teksten en veel kleine foto’s die wel mooi en esthetisch zijn, maar
ging. Als we het hebben over grote kunstenaars van de vorige
vrij nietszeggend blijven als je niet tevens de teksten uitgebreid
eeuw, staan deze twee boven aan mijn lijst. Met name omdat
bestudeerd. Het werk van Van Heeswijk bezit meestal een
hun invloed op een veranderend kunstdenken gigantisch is.
gelaagdheid waarin haar eigen engagement met de ‘kunstelite’
Nog steeds zijn veel hedendaagse kunstenaars schatplichtig
en haar conceptuele engagement met de ‘doorsnee medemens’
aan Duchamp en Warhol. Zeker wat betreft hun talent om de
een ondoorgrondelijk spanningsveld oproepen. Ondanks dat
kunst naar de dagelijkse werkelijkheid te trekken en om van het banale, verheven kunst te maken. Met recht kun je de vraag
ik haar werk als kunstenaar zeer waardeer en niet anders kan dan de artistieke kwaliteit ervan onderkennen, ben ik altijd
stellen: “Hoe had de hedendaagse kunst eruit gezien als deze
Navid Nuur, Test it good, gogogo
twee grootheden niet hadden bestaan”; onvoorstelbaar anders
ietwat wantrouwend wat betreft van Heeswijks medemenselijke integriteit. Dit komt omdat de medemenselijke component in
Kurt’s Zimmer Publikation
vrees ik. De gelaagdheid van Warhols werk wordt in ieder geval
haar werk op mij altijd een heel esthetische en afstandelijke
Kurt’s Zimmer Publikation, is op het eerste gezicht een nogal
in deze publicatie zichtbaar, zeker daar verschillende auteurs
indruk achter laat. Deze publicatie neemt dat niet weg. Maar ja,
ondoorgrondelijk boek. Het begint met een brief van Karin
hun mening mogen geven. Het werk is zowel absurd als banaal,
misschien hanteer ik hier oneigenlijke criteria, een kunstenaar
van Pinxsteren over haar werk aan de installatie die ze zes
zowel autistisch als geëngageerd, zowel elitair als ordinair,
hoeft natuurlijk geen moeder Theresa te zijn.
weken later in museum Bommel van Dam neer gaat zetten. Ze
zowel artistiek als kitsch; kortom geweldig, althans volgen mijn
Systems lijkt mij zonder meer goed onderzoeksmateriaal voor
richt de brief aan vijf verschillende personen. Vier schrijvers
persoonlijke beleving. Er is al veel verschenen over Warhol,
aanstormende kunsthistorici of promovendi die de sociaal
en een componist. De installatie die zij maakt blijkt voor de
maar nog steeds blijkt men niet uitgeschreven.
geëngageerde kunst of het werk van Van Heeswijk onder de
tentoonstelling (Dis)connected in het museum en draagt de
loep willen nemen.
moeilijke titel existentieel interieur # 4 'Nach dem Blick'.
Andy Warhol; A Guide tot 706 Items in 2 Hours and 56 Minutes, Eva Meyer-
Ein Pyrenäebuch van de Duitse schrijver Kurt Tucholsky was
Hermann e.a., NAi Uitgevers, Rotterdam 2007, ISBN 978-90-5662-602-0
Systems, Carlos Basualdo e.a., The Green Box, Berlijn 2007,
voor Van Pinxteren het vertrekpunt voor zowel de installatie
ISBN 978-3-908175-04-9
als voor de Kurt’s Zimmer Publikation. Voor de duidelijkheid, Kurt Tucholsky was een Duitse schrijver uit het Interbellum, die weinig ophad met de oorlogszuchtige kant van het Duitse rijk. Hierdoor werd hij gedwongen in exil te leven. Zowel installatie en publicatie zijn op een symbolische manier met Kurt Tucholsky verbonden. Hierdoor blijft alles een beetje zweven in hogere sferen. Dit maakt het geheel op een surrealistische manier wel intrigerend. De publicatie is een drietalige cross-over publicatie met beeldende kunst, literatuur en muziek. De tekst van Ulco Mes in het boekwerk geeft nog de meeste grond aan het geheel. Maar goed hij is dan ook de conservator, d.w.z. mediator tussen kunst en publiek. Cover Andy Warhol Kurt’s Zimmer Publikation, Karin van Pinxteren e.a., 2007.
Jeanne van Heeswijk, Dwaallicht
Rectificatie
ISBN 978-90-808941-3-6
In het vorige nummer werd abusievelijk in de boekenrubriek
ETIOLATION I
geschreven dat Eugene Terwindt overleden was. Dit is een
Navid Nuur (1976, Teheran) is een kunstenaar die met name
vergissing van de schrijver. Zij vergiste zich in de naam met
geïnteresseerd is in de waarneming. Met name de waarneming
bijna naamgenoot Rudi van de Wint. Zij werd hierop gewezen
van ruimtelijkheid is voor hem belangrijk. In 2007 gaf hij het
door een brief van Terwindt, waarin hij meedeelde dat hij van
boek ETIOLATION I uit. ETIOLATION I is een combinatie
het geschrevene wel schrok, daar hij zich nog levend voelt. Hij
van een boek als tentoonstellingsruimte en een schets en
schrijft ‘Sterker nog: Terwindt leeft!’. Hiervoor onze excuses.
notitieblok. Het boek zelf bevat een tekstuele verantwoording in de vorm van een inlegvel. Het boek bestaat uit fotomateriaal van wat handgeschreven krabbels. Verder zie je tekeningen en veel foto’s van installaties, maar ook kiekjes van mensen die handelingen verrichten. Er zijn duidelijke beeldassociaties aanwezig, zoals het opblazen van een ballon, het blazen van bellen, interieurfoto’s van auto’s met airbags en een foto van
Karin van Pinxteren, existentieel interieur # 4 'Nach dem Blick'
exploderend vuurwerk. Maar ook zijn er afbeeldingen die niet
33
beeldenroute Provincie friesland
Overzicht van beeldtuinen en galeries. Voor informatie over het adverteren in deze rubriek kunt u contact opnemen met AM-Creation: tel. 06 344 92 511 - e-mail
[email protected] Provincie Utrecht
Provincie Noord-Holland
Galerie / Beeldentuin Belled De Ulen Park en Galerie voor monumentale kunst
Langbroekerdijk A72, Langbroek tel. 0343-561991 mob. 06-12855479 www.belled.nl
Kunst in de polder Turfspoor 195 2165 AW Lisserbroek tel. 0252-422078
[email protected] www.kunstindepolder.nl
Ulesprong 4a , 8406 AH Tijnje Fr. Tel. 0513-571128, Open: 26 mei-16 september, vrij. t/m zon. 12:00-17:00 uur www.beeldenparkdeulen.nl Beeldentuin de Tienhof
Provincie Overijssel
Galerie le Pignon / Erika Vogelpoel Noordeinde 32, 1843 JJ Grootschermer Tel. 0299 - 674723, e-mail:
[email protected] website: www.lepignon.nl
Chez-Moi Ton Schulten Galerie International Marktstraat 4-6 / Gasthuisstraat 3-6, Ootmarsum Tel. 0541-291760 Open: wo. t/m vr. 14-17, zat. 11-17, zon. 13-17 uur, apr. t/m okt. ook op di. geopend 14-17.
Museum Ton Schulten, Kerkplein 16-17, Ootmarsum, Tel. 0541-291763 Open: wo. t/m zo. 14-17 uur, zat.11-17 uur. * Voor groepen is het ook mogelijk op afspraak buiten openingstijd het museum te bezoeken.
Permanente expositie van mrt. t/m okt. openingstijden: van wo. t/m za. 13.00 tot 17.00 uur van mei t/m aug. ook op zondag Beeldentuin: van 16 juni t/m 29 juli Najaarsexpositie: van 12 t/m 21 okt. dagelijks geopend van 11.00 t/m 17.00 uur.
Laan van Niftarlake 97, 3612 BP Tienhoven Tel. (0346) 281728, Mobiel: 06-47382341 E-mail:
[email protected] Expositie 10 jaar de Tienhof van 12 mei t/m 6 juli Open do, vr, zo van 12.00-17.00u
[email protected], www.tonschulten.nl Provincie Gelderland 'Was mir das Kind erzählt' Organisatie Land en Beeld, 2008
Atelier Hans Wollenberg v.o.f. Zadelstraat 13 Postadres: Buurkerkhof 16 tel. 030-2310491 fax 030- 6975851
[email protected], www.hanswollenberg.nl
Oude Zuiderlingedijk 12, 4147 BP Asperen + 31(0)345 632423 Contact:
[email protected]
Openingstijden: 11 mei (1e pinksterdag) t/m 31 augustus 2008, zaterdag en zondag van 11.00 – 17.00 uur. Ook na augustus op afspraak open voor groepen en schoolklassen. Route: V.a. Amsterdam/Leeuwarden: A7, afrit Wieringerwerf, Wieringerwerf inrijden, weg ca. 3 km vervolgen. Over viaduct (w.o. A7). Eerste weg links. Tweede boerderij links. De titel van het beeld ‘En het volk buigt’.
Beeldenpark ‘Een Zee van Staal’
Informatie: www.landenbeeld.nl Open van 11 mei tot en met half oktober: het weekend van 10.00 -16.00 uur overige dagen op afspraak Entree 3 euro p.p., kinderen tot 12 jaar gratis. Bij regenachtig weer op waterdicht schoeisel. Voor routebeschrijving zie op onze site onder contact.
Galerie en Beeldentuin ‘Op de Zeebodem’ Galerie en Beeldentuin ‘Op de Zeebodem’, Schelpenbolweg 5, 1774 NE Slootdorp, 0227-601694. Jan en Erika Grooteman-Müller Web: www.galerieopdezeebodem.nl e-mail:
[email protected] Schilderijen, sculpturen, brons, keramiek, hout, metaal.
Laimbock Galerie
Galerie ”Stone Dreams” permanent geopend, gratis toegang, rondleidingen Broekstraat 50, 6612 AD Nederasselt, tel. 024-3239077,
adres: hoek Bosweg/Reijndersweg Wijk aan Zee info: www.eenzeevanstaal.nl Burg.Rothestraat 94, 1949 CG Wijk aan Zee, Tel. 0251 374643 Titel: Corus: Arie, Piet, Loes, Henk en Ludwig: Van de Nederlandse kunstenaar Herbert Nouwens
www.stonedreams.nl
Open Zo. 13.00-18.00 uur. Dagelijks na afspraak Doornseweg 10, 3947 ME Langbroek T.+31-343 561699, Mob. +31(o)6 50 52 1389 email
[email protected] www.galerielaimbock.com
Galerie De Groene Poort
Tanja Ritterbex in het Odapark
Livingstone gallery Anna Paulownastraat 70 A/B 2518 BH Den Haag 070-3609428 www.livingstonegallery.nl open van woensdag t/m zaterdag en de laatste zondag van de maand van 12.00-17.00 uur
is gevestigd in een monumentale 19e-eeuwse stolpboerderij in Middenbeemster. Dit jaar te zien in de beeldentuin: Theo Niermeyer, Herman Bartelds, Evert van Fucht, Hugo Hol, Eytie Tinbergen, Wil van Blokland, Lettie Tax en Peter van Borssum Waalkes. Galerie De Groene Poort, Middenweg 124, 1462 HK Middenbeemster www.degroenepoort.nl 0299-683976. zaterdag en zondag 13.00-17.00 uur, juli gesloten. Vrij entree en parkeren. foto: Fish, brons, Evert van Fucht
Onder de titel LOST IN WONDER start het Odapark een tentoonstellingsreeks in 4 delen. Tanja Ritterbex, bijt het spits af met de installatie “Welcome at the Prinsses Party”. De tentoonstelling van Tanja Ritterbex loopt t/m 25 mei 2008. Monique Bastiaans /Spanje, Johan Muyle / Belgie en Bas de Wit zijn de volgende kunstenaars in de reeks. Waar: Odapark, Merseloseweg 117, 5800 AA Venray 0478 513690,
[email protected], www.odapark.nl Tijd: Openingstijden, dinsdag tot en met zondag van 11.00 tot 17.00 uur, Gesloten: maandag foto: Zebra fotostudio’s
Provincie Noord-Brabant
Seizoen
Titambire
in Beeld
Vedelring 184 4876 ET Etten-Leur tel. 076-5035217 mob. 06-29055541
Beeldentuin en Galerie Open: van 19/4 tot 15/9 2008 op vr., za. en zo. van 11.00 tot 17.00 uur en op afspraak
www.titambire.nl woe: 13-18 uur, elk 1e en 3e weekend van 12 tot 18 uur en op afspraak
Langevliet 1 1759 LE Callantsoog
[email protected] www.seizoeninbeeld.nl Francesca Zijlstra
Provincie Zuid-Holland Beeldenpark Drechtoevers
BEELDENTUIN Paula Withagen BEELDENTUIN Paula Withagen, Daansbergen 48, 4661 Halsteren (Bergen op Zoom)
Corr. adres: Polderstraat 141, 2951 AL Alblasserdam
[email protected] www.beeldenparkdrechtoevers.nl Beeldentuin Ravesteyn Heenvliet
Inl. Tel. Schillemans-Withagen 0164-683820 E-mail:
[email protected] Website: www.paulawithagen.nl OPEN; Het gehele jaar, door omstandigheden is het mogelijk, dat wij niet altijd aanwezig zijn, daarom is een telefoontje vooraf veiliger. Tuin in landelijke omgeving, ong. 75 Beelden in verschillende steensoorten. VRIJ ENTREE.
ook uw beeldentuin en/of galerie in beelden?
Provincie Limburg Giardino Beeldentuin en Galerie
Rijksweg 31 6325 AA Berg en Terblijt Inl. M. Stassen, tel. +31 6 53276570 Groepen op afspraak, mob. 06-15266092 www.beeldentuinravesteyn.nl
[email protected] Open: 25, 26, 27 april en 1, 3, 4 mei en 10, 11, 17, 18 mei 2008 van 12.00-17.00 uur. Arrangementen mogelijk.
E-mail:
[email protected] Website: www.giardinobeeldentuin.nl Open: 8 maart t/m 2 november, iedere vr van 13.00 – 17.00, za en zo van 11.00 - 17.00 uur en op afspraak. Vrij entree Bereikbaar: Volg A2 tot 1e stoplicht in Maastricht, afslag Berg & Terblijt, Giardino is gelegen aan de doorgaande Rijksweg tussen Maastricht en Valkenburg
Bel 06 344 925 11 of kijk op beeldenmagazine.nl
Hedendaagse kunst en vormgeving toegelicht in informatieve en prikkelende artikelen.
lucasx
Informatie en achtergronden over kunst in de openbare ruimte, tentoonstellingen, vormgeving en architectuur. En een agenda met exposities, lezingen en manifestaties in de provincie Utrecht. Lucasx verschijnt vier maal per jaar. Een abonnement kost € 18,-
Lucasx
Kunst en vormgeving
Provincie Utrecht
4 nummers per jaar
full colour tijdschrift over kunst van de 21e eeuw
Kennismaken kan op de website: www.lucasx.nl
Lucasx is een uitgave van CBK Utrecht
0IMPELMEES z !8 3OEST z 4 z &