VOORSCHRIFTEN RUP 13/a ‘WOONKORRELS ‘OLSENE GROT’ & ‘GROENEWEG/BAUTERSTRAAT’ Verordenende voorschriften
toelichting
1. ALGEMENE BEPALINGEN 1.1. Opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het RUP en die opgeheven worden. De voorschriften en bepalingen van het gewestplan (agrarisch gebied en natuurgebied) wordt opgeheven voor de gehele zone bij goedkeuring van onderhavig gemeentelijk RUP. 1.2. Verordenende kracht van de diverse elementen opgenomen in onderhavig gemeentelijk RUP De grafische plannen en de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften hebben verordenende kracht.
De toelichting bij de voorschriften in de rechterkolom en schuin gedrukt dienen als richtinggevende interpretatie van de voorschriften gelezen te worden samen met de stedenbouwkundige voorschriften. Hierin zijn ook definities opgenomen. Deze bepalingen en definities zijn richtinggevend. Er kan dus, mits voldoende motivatie, van afgeweken worden
1.3. Voorrangsregeling verkavelingen Bestaande goedgekeurde en niet vervallen verkavelingen hebben steeds voorrang op de voorschriften van de zones van het bestemmingsplan
De bestaande en niet-vervallen verkavelingen blijven dus van kracht tot op het moment dat zij eventueel van rechtswege worden opgeheven of vervallen.
1.4. Beoordelingscriteria tot duurzame ontwikkeling Elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning binnen onderhavig gemeentelijk RUP zal, naast de toetsing aan de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften, onder meer
Een bijkomende motiveringsnota, gevoegd bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning, dient de elementen aan te halen die aantonen dat aanvraag tot de stedenbouwkundige
Verordenende voorschriften
toelichting
beoordeeld worden aan de hand van volgende criteria:
vergunning voldoet aan de beoordelingscriteria. Een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning kan dus, niettegenstaande het voldoet aan de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften, geweigerd worden omwille van het feit dat de aanvraag niet voldoet aan de beoordelingscriteria tot duurzame ontwikkeling
o
Zuinig en compact ruimtegebruik
o
Kwalitatief kleur- en materiaalgebruik
o
Landschappelijke integratie
o
Waterbeheersing
De aanvrager van een stedenbouwkundige vergunning dient via een motiveringsnota aan te tonen dat aan deze criteria is voldaan. 1.5. Inrichtingen van openbaar nut
.
Het oprichten van kleinschalige gebouwen en infrastructuur voor openbaar nut is toegelaten in alle zones, ongeacht de bestemming, maar wel rekening houdend met de inrichtingsvoorschriften van de desbetreffende strook. Hun noodzaak moet om technische of sociale redenen aangetoond kunnen worden door een omstandige verklarende verantwoordingsnota. 1.6. Bestaande erfdienstbaarheden Dit ruimtelijk uitvoeringsplan doet geen afbreuk aan bestaande reglementeringen en erfdienstbaarheden, inzonderheid deze betreffende de hoogspanningsleidingen
Voor alle stedenbouwkundige aanvragen in de omgeving van hoogspanningsleidingen moet steeds een advies gevraagd worden aan de beheerder van het hoogspanningsnet. Tevens zijn geen aanplantingen toegelaten hoger dan 3 m binnen een strook van 30 m aan beide zijden van de buitenste hoogspanningsgeleiders.
Verordenende voorschriften
toelichting
2. BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR HET DEELGEBIED GROENEWEG-BAUTERSTRAAT Artikel 1: Zone voor woningen in woonkorrel 1. Bestemming Bestaande vergunde of vergund geachte en niet-verkrotte eengezinswoningen en complementaire activiteiten aan het wonen op maximaal 50% van het gelijkvloers. Met complementaire activiteiten wordt bedoeld: vrije beroepen, kleine kantoren, kleinschalige dienstverlening,... Een opsplitsing van een woning naar meergezinswoningen is niet toegestaan
2. Inrichting 2.a. Bebouwingswijze Eén vrijstaande bebouwing of gekoppelde bebouwing per perceel volgens bestaande verkavelingen of bestaande inplanting/perceelindeling. Het aantal woningen gelegen buiten de aangeduide
De bestaande zonevreemde woningen zijn vandaag behoorlijk vergund (zie tabel in de toelichting). Een gebouw wordt beschouwd als verkrot indien ze niet voldoet aan de elementaire vereisten van stabiliteit op het moment van de eerste vergunningsaanvraag tot verbouwen, herbouwen of uitbreiden. Stabiliteit is geen visueel of esthetisch aspect, maar heeft betrekking op de constructie van het gebouw. Ingestorte, reeds lang verwoeste, met de grondvesten gelijkgemaakte of instabiele gebouwen kunnen beschouwd worden als verkrot. Een gebouw dat nog in goede staat is, maar waarvan het dak doorbuigt, is niet noodzakelijk verkrot. Indien de gemeente een gebouw als verkrot beschouwt, dient dit gemotiveerd aan de hand van een deskundigenverslag.
Verordenende voorschriften
toelichting
goedgekeurde, niet-vervallen verklaarde verkavelingen (zie plan juridische toestand), kunnen in aantal niet toenemen t.a.v. de bestaande en/of vergunde toestand. Enkel op perceel 180c kunnen twee bijkomende woongelegenheden worden ingericht nadat de 2 woongelegenheden op percelen 179r en 179m zijn afgebroken. 2.b. Inplanting van de gebouwen - Voorgevel: ofwel bestaande bouwlijn ofwel in te planten in het verlengde van de bouwlijn van de woning op het buurperceel of in dezelfde verkaveling die het dichtst bij de straat is gelegen. -
Niet naar de straat gerichte vrijstaande zijgevel: buiten een bouwvrije zijtuinstrook van 3m breedte, gemeten vanaf de zijgrens van het bestaande perceel of het toekomstige perceel in geval van een nieuw verkavelingplan.
2.c. Afmetingen van de gebouwen - De grondoppervlakte van de woning bedraagt maximaal 200m²
De maximale grondoppervlakte is gebaseerd op de naastgelegen verkaveling dd. 26/07/1963
- Aantal bouwlagen: maximaal 1 bouwlaag (incl. verdieping onder dak).
In geval van een hellend dak kan de ruimte in het dak als 1 extra bouwlaag worden ingericht, horende bij de onderliggende bouwlaag (duplex).
- Kroonlijsthoogte: in overeenstemming met het maximaal aantal bouwlagen en de draagkracht van de omgeving.
Verordenende voorschriften
toelichting
2.c. Dakvorm De dakvorm is vrij. Bij gekoppelde bebouwing volgt de tweede vergunde dakvorm de eerst vergunde. Minstens de dakhelling van het voorste dakvlak moet gelijk zijn en in elkaar verlengde liggen
In geval van hellende daken: Nokhoogte: in overeenstemming met het maximaal aantal bouwlagen en de draagkracht van de omgeving
2.d. Inrichting van de niet-bebouwde stroken. a) Gedeelte tussen bouwlijn en rooilijn (voortuin): Deze zone, grenzend aan de openbare wegenis, is uitsluitend bestemd voor de aanleg van voortuintjes, voetpaden, terrassen, opritten, en de aanplanting van groen. Bouwwerken zijn niet toegelaten in deze zone. b) Gedeelte tussen bouwlijn en achterste perceelsgrens (tuin min bebouwing): De niet-bebouwde stroken zijn uitsluitend bestemd voor de aanleg van tuinen en aanplantingen van laag en hoogstammig groen en terrassen en zwembaden in open lucht, en moeten als dusdanig worden gehandhaafd. In de strook achter de bebouwing zijn volgende bijgebouwen mits vergunning toegelaten: bergplaatsen, garages, serres en tuinhuisjes, voor zover ze achter en gescheiden van het hoofdgebouw worden opgericht. De maximale grondoppervlakte van deze bijgebouwen bedraagt 50 m². Tevens is een zwembad in open lucht met een maximum van 70 m² toegelaten.
De aanleg van deze zone moet bijdragen tot een kwalitatief waardevol straatbeeld. Een beplanting is verplicht op minimaal 50% van de oppervlakte van de zone op het perceel. De heesters, struiken en bomen moeten voor 50 % streekeigen zijn Alle beplantingen moeten het landschapsbeeld zodanig beheersen dat zij samen met de bouwmaterialen een aanvaardbare eenheid vormen.
Verordenende voorschriften
toelichting
Artikel 2.: Zone voor Landbouw 1. Bestemming Deze zone is bestemd voor landbouwactiviteiten. 2. Inrichting De woongelegenheden op percelen 179r en 179 m moeten worden afgebroken vooraleer vergunning voor de twee woongelegenheden kan verleend worden op perceel 180c.
Artikel 3.: Zone voor lokale wegen 1. Bestemming Deze zone is bestemd voor het lokale verkeer en de hieraan noodzakelijke infrastructuur, en voetpaden, nutsvoorzieningen, groenaanleg en straatmeubilair. 2. Inrichting Alle constructies zijn verboden. Materialen moeten maximaal waterdoorlatend zijn.
Speciale inrichtingen kunnen voorzien worden om de snelheid van de voertuigen te verlagen.
Verordenende voorschriften
toelichting
3. BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR HET DEELGEBIED OLSENE - GROT Artikel 1: Zone voor kasteeldreef 1. Bestemming Deze zone is bestemd voor de specifieke aanleg van een groene dreef. 2. Inrichting Enkel voetgangers- en fietsverkeer is toegelaten. Occasioneel zijn koetsen toegelaten. Alle constructies zijn verboden. Het huidige straatbedekkingstype moet behouden blijven. De weg mag niet verhard worden.
De inrichting moet gericht zijn op behoud en versterking van het specifieke perspectivische zicht en het groene uitzicht van de Dreef.
Artikel 2: Zone voor wonen in woonkorrel 1. Bestemming Bestaande vergunde of vergund geachte en niet-verkrotte eengezinswoningen en complementaire activiteiten aan het wonen op maximaal 50% van het gelijkvloers. Met complementaire activiteiten wordt bedoeld: vrije beroepen, kleine kantoren, kleinschalige dienstverlening, kleinschalige horeca. Een opsplitsing van een woning naar meergezinswoningen is
De bestaande zonevreemde woningen zijn vandaag behoorlijk vergund (zie tabel in de toelichting). Een gebouw wordt beschouwd als verkrot indien ze niet voldoet aan de elementaire vereisten van stabiliteit op het moment van de eerste vergunningsaanvraag tot verbouwen, herbouwen of uitbreiden. Stabiliteit is geen visueel of esthetisch aspect, maar heeft betrekking op de constructie van
Verordenende voorschriften
toelichting
niet toegestaan
het gebouw. Ingestorte, reeds lang verwoeste, met de grondvesten gelijkgemaakte of instabiele gebouwen kunnen beschouwd worden als verkrot. Een gebouw dat nog in goede staat is, maar waarvan het dak doorbuigt, is niet noodzakelijk verkrot. Indien de gemeente een gebouw als verkrot beschouwt, dient dit gemotiveerd aan de hand van een deskundigenverslag.
2. Inrichting 2.a Bebouwingswijze Eén vrijstaande bebouwing of gekoppelde bebouwing per perceel volgens bestaande verkavelingen of bestaande inplanting en perceelsindeling 2.b. Afmetingen van de gebouwen - De grondoppervlakte van de woning bedraagt maximaal 200m²
De maximale grondoppervlakte is gebaseerd op de huidige grondinname
- Aantal bouwlagen: maximaal 2 bouwlagen
In geval van een hellend dak kan de ruimte in het dak als 1 extra bouwlaag worden ingericht, horende bij de onderliggende bouwlaag (duplex).
-
Kroonlijsthoogte: in overeenstemming met het maximaal aantal bouwlagen en de draagkracht van de omgeving.
2.c. Inplanting van de gebouwen a) Voorgevel: Ofwel bestaande bouwlijn ofwel in te planten in het verlengde van de bouwlijn van de woning op het buurperceel.
Verordenende voorschriften
toelichting
b) Niet naar de straat gerichte vrijstaande zijgevel: Buiten een bouwvrije zijtuinstrook van 4m breedte, gemeten vanaf de zijgrens van het bestaande perceel. 2.d. Dakvorm De dakvorm is vrij. Bij gekoppelde bebouwing volgt de tweede vergunde dakvorm de eerst vergunde. Minstens de dakhelling van het voorste dakvlak moet gelijk zijn en in elkaar verlengde liggen.
In geval van hellende daken: Nokhoogte: in overeenstemming met het maximaal aantal bouwlagen en de draagkracht van de omgeving
2.e. Inrichting van de niet-bebouwde stroken. a) Gedeelte tussen bouwlijn en rooilijn (voortuin): Deze zone, grenzend aan de openbare wegenis, is uitsluitend bestemd voor de aanleg van voortuintjes, voetpaden, terrassen, opritten, en de aanplanting van groen. Bouwwerken zijn niet toegelaten in deze zone. b) Gedeelte tussen bouwlijn en achterste perceelsgrens (tuin min bebouwing): De niet-bebouwde stroken zijn uitsluitend bestemd voor de aanleg van tuinen, aanplantingen van laag en hoogstammig groen, terrassen en zwembaden, en moeten als dusdanig worden gehandhaafd. In de strook achter de bebouwing zijn volgende bijgebouwen mits vergunning toegelaten: bergplaatsen, garages, serres en tuinhuisjes, voor zover ze achter en gescheiden van het hoofdgebouw worden opgericht. . De maximale grondoppervlakte van deze bijgebouwen bedraagt 50 m². Tevens is een zwembad in open lucht met een maximum
De aanleg van deze zone moet bijdragen tot een kwalitatief waardevol straatbeeld. Een beplanting is verplicht op minimaal 50% van de oppervlakte van de zone op het perceel. De heesters, struiken en bomen moeten voor 50 % streekeigen zijn Alle beplantingen moeten het landschapsbeeld zodanig beheersen dat zij samen met de bouwmaterialen een aanvaardbare eenheid vormen.
Verordenende voorschriften
toelichting
van 70 m² toegelaten.
Artikel 3: Zone voor bouwvrije strook Binnen de aangeduide zone van 10m kan geen enkele constructie worden opgericht. Alle eventuele bestaande bouwwerken zijn bij verbouwing onderhevig aan het advies van het bevoegde diensten van Monumenten & Landschappen
Artikel 4: Zone voor wonen in groene omgeving 1. Bestemming Bestaande vergunde of vergund geachte en niet-verkrotte eengezinswoningen en complementaire activiteiten aan het wonen op maximaal 50% van het gelijkvloers Met complementaire activiteiten wordt bedoeld: vrije beroepen, kleine kantoren, kleinschalige dienstverlening, kleinschalige horeca. Een opsplitsing van een woning naar meergezinswoningen is niet toegestaan
De bestaande drie woningen zijn vandaag niet verkrot en behoorlijk vergund. (zie tabel toelichting) Een gebouw wordt beschouwd als verkrot indien ze niet voldoet aan de elementaire vereisten van stabiliteit op het moment van de eerste vergunningsaanvraag tot verbouwen, herbouwen of uitbreiden. Stabiliteit is geen visueel of esthetisch aspect, maar heeft betrekking op de constructie van het gebouw. Ingestorte, reeds lang verwoeste, met de grondvesten gelijkgemaakte of instabiele gebouwen kunnen beschouwd worden als verkrot. Een gebouw dat nog in goede staat is, maar waarvan het dak doorbuigt, is niet noodzakelijk verkrot. Indien de gemeente een gebouw als verkrot beschouwt, dient dit gemotiveerd aan de hand van een
Verordenende voorschriften
toelichting deskundigenverslag.
2. Inrichting 2.a. Bebouwingswijze Vrijstaande bebouwingen volgens bestaande inplanting/perceelindeling. 2.b. Inplanting van de gebouwen a) Voorgevel: Ofwel bestaande bouwlijn ofwel in te planten in het verlengde van de bouwlijn van de woning op het buurperceel (in geval van herbouw). b) Niet naar de straat gerichte vrijstaande zijgevel: Buiten een bouwvrije zijtuinstrook van 4m breedte, gemeten vanaf de zijgrens van het bestaande perceel. De afstand tussen woongelegenheden bedraagt steeds minimaal 15m. 2.c. Afmetingen van de gebouwen a) Het maximaal volume van de bebouwing (hoofdgebouw + bijgebouwen) per eigendom en/of perceel bedraagt 1000m³. De maximale grondoppervlakte bedraagt tevens 200m². Indien bestaande volume en/of grondoppervlakte groter zijn dan hierboven beschreven, moeten zij bij herbouw worden teruggebracht de respectievelijk toegelaten 1000m³ en 200m². b) Aantal bouwlagen: maximaal 1 bouwlaag met mogelijkheid van bouwlaag onder dak.
De maximale grondoppervlakte is gebaseerd op de nietvervallen verkaveling dd. 04/06/1965 Met bijgebouwen wordt bedoeld: bergplaatsen, garages, serres en tuinhuisjes In geval van een hellend dak kan de ruimte in het dak als 1 extra bouwlaag worden ingericht horende bij de ondergelegen woongelegenheid).
Verordenende voorschriften
toelichting
c) Kroonlijsthoogte: in overeenstemming met het maximaal aantal bouwlagen en de draagkracht van de omgeving. 2.d. Dakvorm De dakvorm is vrij
2.e.
In geval van hellende daken:.Nokhoogte: in overeenstemming met het maximaal aantal bouwlagen en de draagkracht van de omgeving
Inrichting van de niet-bebouwde stroken.
Deze zone, is uitsluitend bestemd voor de aanleg van tuinen, voetpaden, terrassen, zwembad in open lucht (max. 70 m²), opritten.
De aanleg van deze zone moet bijdragen tot een kwalitatief waardevol straat- en tuinbeeld, nl. woningen in een parkachtige omgeving.
Een beplanting is verplicht op minimaal 70% van de oppervlakte van de zone op het perceel. Het vellen van hoogstammige bomen kan enkel in geval van ziekte. Bestaande groenstructuren moeten bewaard blijven.
Alle beplantingen moeten het landschapsbeeld zodanig beheersen dat zij samen met de bouwmaterialen een aanvaardbare eenheid vormen
Het natuurlijk peil van de grond mag niet worden gewijzigd. De heesters, struiken en bomen moeten voor 100 % streekeigen zijn.
Artikel 5.: Zone voor eredienst 1. Bestemming Deze zone is bestemd voor de aanleg van een openbare ruimte (plein) met de inrichting van een gedenkgrot voor erediensten.
Verordenende voorschriften
toelichting
2. Inrichting Verkeer is niet toegestaan. Met uitzondering van de grot zijn vaste constructies verboden. Materialen van de pleininrichting moeten maximaal waterdoorlatend zijn.
De inrichting moet gericht zijn op behoud en versterking van de specifieke pleininrichting en groene uitzicht in relatie tot de Kasteeldreef.
Artikel 6.: Zone voor openbare wegenis: lokale wegen 1. Bestemming Deze zone is bestemd voor het lokale verkeer en de hieraan noodzakelijke infrastructuur, en voetpaden, nutsvoorzieningen, groenaanleg en straatmeubilair. 2. Inrichting Alle constructies zijn verboden. Materialen moeten maximaal waterdoorlatend zijn.
Speciale inrichtingen kunnen voorzien worden om de snelheid van de voertuigen te verlagen.