bestemmingplan woonwagenlocaties Helmond toelichting en voorschriften gemeente Helmond
status: onherroepelijk Helmond, augustus 2006
Bestemmingsplan ”Woonwagenlocaties Helmond”
Inhoud: Toelichting Bijlage Voorschriften Kaart 030251 tot 030256
Procedure: Terinzagelegging t.b.v. de inspraak 1e Wettelijke terinzagelegging Vastgesteld door de Raad 2e Wettelijke terinzagelegging Goedgekeurd door Gedeputeerde Staten 3e Wettelijke terinzagelegging In Werking vanaf
Gemeente Helmond Stedelijke ontwikkeling & Beheer Ruimtelijke Ordening & Verkeer T.v/d.B / SK/ 00 n 17 november 2006
d.d. 20 september 2004 d.d. 08 augustus 2005 d.d. 6 december 2005 Bijlage no. 187 d.d. 27 december 2005 d.d. 27 juni 2006 no.1155088/1205380 d.d. 28 augustus 2006 d.d. 20 november 2006
Inhoud Aanleiding Invulling geven aan gemeentelijk woonwagenbeleid
1
Het plangebied
2
Vigerende bestemmingsplannen
2
Relevante beleidskaders Integrale Stadsvisie Helmond 2010
3
Geschiedenis woonwagenbeleid
3
Notitie Woonwagenzaken
4
Nota Woonwagenzaken
5
Consequenties Nota Woonwagenzaken
7
Afstemming met provincie en rijk
7
Milieuaspecten externe veiligheid en Luchtkwaliteit
8
Woonwagenlocatie Bakelsedijk Woonwagenlocatie met 21 legale standplaatsen
10
Extra standplaats
10
Woonwagenlocatie Beemdweg Woonwagenlocatie met 15 legale en 3 boventallige woonwagens
11
Formalisering 3 boventallige woonwagens
11
Ruimtelijk-functionele aspecten
12
Milieu-aspecten
14
Luchtkwalteit
17
Water-aspecten
20
Woonwagenlocatie Bosselaan Woonwagenlocatie met 14 legale standplaatsen
21
Handhaven huidige situatie
21
Woonwagenlocatie Fon Groffenplein Woonwagenlocatie met 18 legale en 9 boventallige woonwagens
22
Formalisering 8 boventallige woonwagens
22
Ruimtelijk-functionele aspecten
23
Milieu-aspecten
25
Water-aspecten
27
Woonwagenlocatie Pastoor Elsenstraat Woonwagenlocatie met 8 legale en 3 boventallige woonwagens
28
Formalisering 1 boventallige woonwagen
28
Ruimtelijk-functionele aspecten
29
Milieu-aspecten
30
Water-aspecten
32
Woonwagenlocatie Rivierensingel Woonwagenlocatie met 11 legale en 1 boventallige woonwagen
33
Handhaven huidige situatie zonder formalisering boventallige woonwagen
33
Planvorming Omvang bouwmogelijkheden
35
Eenduidige en uniforme regeling
35
Bestemming woondoeleinden
35
Regeling 100 standplaatsen
36
Parkeerregime
36
Overige bestemmingen
37
Handhaving Project “Handhaving Woonwagenlocaties”
38
Handhavingsproblematiek
38
Plan van aanpak
39
Haalbaarheid Economische uitvoerbaarheid
41
Maatschappelijke haalbaarheid
41
Inspraak Inspraak
42
Wettelijk overleg Resultaten wettelijk overleg
43
Bijlage Bijlage 1.: overzicht vigerende bestemmingsplannen Bijlage 2:. bestaande bebouwingssituatie woonwagenlocaties Voorschriften zie inhoudsopgave bij de voorschriften
Aanleiding Invulling geven aan gemeentelijk
1
woonwagenbeleid. Per 1 maart 1999 is de Woonwagenwet ingetrokken. De regelgeving voor woonwagenbewoners is thans ondergebracht in de reguliere wetgeving op het gebied van wonen en ruimtelijke ordening. Op basis van het normalisatie-uitgangspunt wordt de doelgroep woonwagenbewoners gelijk gesteld met alle andere doelgroepen. Uiteraard blijven gemeenten
2
verantwoordelijk voor het voorzien in de woningbehoefte van de doelgroep woonwagenbewoners. Het gemeentelijk woonwagenbeleid is medio 1999 vastgelegd in de Notitie Woonwagenzaken. De gemeente Helmond beschikt momenteel over 6 locaties met woonwagenstandplaatsen. Op deze woonwagenlocaties zijn op dit moment 87 standplaatsen gesitueerd.
Het
gemeentelijk
3
woonwagenbeleid
voorziet onder meer in uitbreiding van enkele woonwagenlocaties door het formaliseren van 12 boventallige standplaatsen. Daartoe is een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk. Tegelijkertijd met deze bestemmingsplanwijziging moet ook aandacht geschonken worden aan de problematiek rondom de handhaving op de woonwagenlocaties. De huidige bestemmingsplankaders vormen onvol-
1
doende basis voor de handhaving op met name bouw- en ruimtelijke ordeningsregelgeving. Er be-
Rivie Rivierensingel 2
woonwagenlocatie woonwagenlocatie
3
woonwagenlocatie
staat behoefte aan beter bij de huidige praktijk aansluitende voorschriften. Ten behoeve van een meer nauwgezette naleving, moeten deze voorschriften
woonwagenlocatie
Bosselaan
Beemdweg
eenduidig en uniform zijn voor alle 6 woonwagenlocaties. Los daarvan blijft de bouw- en milieuregelgeving aandachtsveld, evenals het (brand)veiligheidsbeleid, alsmede de impact daarvan op de kwaliteit van het aanwezige woon-/leefmilieu op de woonwagenlocaties.
1
Het plangebied. Het plangebied, zoals van een nieuwe juridische regeling te voorzien in dit bestemmingsplan, bestaat uit de gronden deel uitmakende van de 6 woonwagenlocaties, met daarop de in het verleden als dusdanig aangelegde standplaatsen, alsmede de te formaliseren boventallige standplaatsen. De woonwagenlocaties betreffen: 1. Bakelsedijk, Dierdonk; 1
ligging
2. Beemdweg, Rietbeemd.
woonwagenloca woonwagenlocaties
3. Bosselaan, Bundertjes; 4. Fon Groffenplein, Ruwe Putten Stiphout; 5. Pastoor Elsenstraat, Gansenwinkel ’t Hout; 6. Rivierensingel, Brouwhuis; Vigerende bestemmingsplannen. Voor het plangebied zijn momenteel 9 bestemmingsplannen van kracht, met veelal ieder een eigen, afwijkende regeling. Een overzicht van deze bestemmingsplannen is weergegeven in bijlage 1. Naast deze plannen zijn voor de woonwagenlocaties Bosselaan en Beemdweg nog bestemmingsplannen in voorbereiding geweest, waarvan de procedure echter niet is voltooid.
2
Relevante beleidskaders Integrale Stadsvisie Helmond 2010.
1
Binnen de in het kader van het Grote Stedenbeleid opgestelde Integrale Stadsvisie staat het creëren van een sociaal, economische en ruimtelijk-fysieke balans voorop. In z’n algemeenheid wordt onder meer gestreefd naar: -
herstructurering van de woningvoorraad, rekening houdend met de specifieke woonwensen van de inwoners;
-
het realiseren van een basiskwaliteit van de openbare ruimte;
-
het zorgen voor (subjectieve en objectieve) veiligheid;
-
het realiseren van een aanvaardbaar beheer en onderhoud van de diverse openbare ruimten.
Specifieke uitspraken over de woonwagenlocaties zijn in de Integrale Stadsvisie niet opgenomen. In het Rapport tussentijdse zelfanalyse wordt inzage gegeven in de voortgang van het Grote Stedenbeleid. Met betrekking tot de woonwagenlocaties worden hierin geen specifieke uitspraken gedaan. Geschiedenis woonwagenbeleid. e
Vanaf het begin van de 20 eeuw wordt in Nederland woonwagenbeleid gevoerd. De slechte woonomstandigheden van het grote aantal woonwagenbewoners zorgden ervoor dat er woonwagenbeleid werd gemaakt, wat resulteerde in de Woonwagenwet van 1918. Door de daarin opgenomen regule-
1
Integrale Stadsvisie Hel Helmond 2010
ring (vergunningenstelsel) werd het rondtrekken aan banden gelegd. Er ontstonden steeds meer verblijfsplaatsen die permanent werden bewoond. Met de wetswijziging gemeenschappelijke Regelingen uit 1957 konden gemeenten woonwagenbewoners dwingen naar een gemeenschappelijk centrum te verhuizen. Het mobiele bestaan werd hierdoor nog meer aan banden gelegd. Vanaf 1968 moest iedere woonwagenbewoner zich verplicht op een groot regionaal centrum vestigen, ten behoeve van een beter toezicht en integratie in
3
de burgerbevolking. Midden jaren zeventig volgde een beleidsomslag, de grote centra die vaak met moeite tot stand waren gekomen moesten worden opgeheven. Aan de provincies en gemeenten werd vervolgens, in het kader van het deconcentratiebeleid, opgedragen kleine centra aan te leggen en te beheren. Door deconcentratie zou de integratie van woonwagenbewoners in de burgerbevolking verder worden bevorderd. Binnen de gemeente Helmond resulteerde dit in de oprichting van de 6 woonwagenlocaties. Het huidige beleid van het rijk betreft normalisatie, de behandeling van woonwagenbewoners wordt gelijkgetrokken met die van de rest van de samenleving. Door de decentralisatie zijn de verantwoordelijkheden voor het woonwagenbeleid bij de gemeenten komen te liggen. Daarnaast krijgen ook de woningbouwcorporaties een nieuwe taak, doordat de woonwagenbewoners een doelgroep van het sociale huisvestingsbeleid zijn gaan vormen. I.c. betreft dit het beheer en eigendom van de woonwagencentra. Notitie Woonwagenzaken. In de in 1999 vastgestelde Notitie Woonwagenzaken is het beleid van de gemeente Helmond aangaande het huisvesten van woonwagenbewoners en de aanleg van nieuwe standplaatsen verwoord. Met betrekking tot het intrekken van de Woonwagenwet wordt geconcludeerd, dat de gemeente woonwagenbeleid in het volkshuisvestingsbeleid moet opnemen, terwijl de corporaties zich met de uitvoering moeten gaan bezighouden. Doordat de woonwagenbewoners deel uitmaken
van
de
doelgroep
van
het
huis-
vestingsbeleid, dient de gemeente te voldoen aan de vraag naar passende woonruimte. Naast huisvesting in woonwagens kan dit ook huisvesting in woningen zijn. Aangaande de realisering van nieuwe standplaatsen wordt geconcludeerd dat de gemeente niet langer verplicht is tot het aanleggen van nieuwe standplaat-
4
sen via de realisatie van een zevende woonwagenlocatie. Deze woonwagenlocatie was voorzien in Brouwhuis-Zuid aan de Driesweg. Met de intrekking van de Woonwagenwet zijn ook de provinciale woonwagenplannen komen te vervallen en daarmee voor de gemeente Helmond de verplichting tot de aanleg van de zevende woonwagenlocatie. Om toch te kunnen voldoen aan de gemeentelijke taakstelling om te blijven voorzien in de behoefte aan woonwagenstandplaatsen, wordt voorgesteld om de bestaande woonwagenlocaties, mits de ruimte daarvoor aanwezig is, te verruimen met één of meerdere standplaatsen. Op diverse woonwagenlocaties zijn boventalligen (niet legaal geplaatste woonwagens) aanwezig. Hoewel de situering van deze boventalligen vaak verre van ideaal is, blijken deze niet in huizen te willen gaan wonen. Door de boventalligen te legaliseren en daarvoor de voorzieningen aan te leggen kan toch in de behoefte aan woonwagenstandplaatsen worden voorzien. In de notitie worden de woonwagenlocaties aan het Fon Groffenplein en de Beemdweg, als meest hiervoor in aanmerking komende locaties genoemd. Nota Woonwagenzaken. In de Nota Woonwagenzaken uit 2004 is het beleid van de gemeente Helmond aangaande woonwagenzaken geactualiseerd. Eén van de uitgangspunten is het in opdracht van de rijksoverheid (ministerie VROM) verrichte landelijk onderzoek naar de tekorten aan standplaatsen op lokaal niveau. Uit dit onderzoek bleek voor de gemeente Helmond een tekort aan 18 standplaatsen. Daar inmiddels door middel van uitbreiding van de woonwagenlocatie Bakelsedijk 6 standplaatsen zijn gerealiseerd en nog een zevende in voorbereiding is, betekent dit in de praktijk dat thans nog in totaal 13 standplaatsen moeten worden aangelegd. De gemeente Helmond wil hierin voorzien door formalisering van boventallige standplaatsen op de woonwagenlocaties Fon Groffenplein (8 stuks), Pastoor Els-
5
enstraat (1), Bakelsedijk (1) en Beemdweg (3). De argumenten daarvoor zijn: -
door de voorgestelde formalisering wordt het
-
door de aanleg van de 13 nieuwe standplaatsen
volkshuisvestelijke belang gediend; ontstaat een efficiëntere benutting van de beschikbare ruimte; -
alternatieve locaties zijn niet direct beschikbaar;
-
de bestaande sociale verbanden blijven intact;
-
na formalisering van de boventallige standplaatsen kan een nieuwe start met handhaving gemaakt worden;
-
formalisering is financieel de meest aantrekkelijke oplossing.
In de nota wordt ook de noodzaak tot planherziening aangegeven. Enerzijds om de te formaliseren boventallige standplaatsen en het maximum aantal standplaatsen in Helmond, vast te leggen. Anderzijds is herziening noodzakelijk omdat de huidige bestemmingsplankaders onvoldoende basis geven voor de handhaving op met name bouw- en r.o.-regelgeving. Uitgangspunt bij het opstellen van de planherziening moet zijn het vastleggen van een heldere structuur en begrenzing. Onduidelijke ruimtes moeten worden voorkomen. Voor de uitstraling van de bebouwing wordt geopteerd voor een beperkt aantal regels met duidelijke grenzen, die wel de nodige ruimte laten voor invulling (bouwvlak met maximale bouwhoogte). Consequenties Nota Woonwagenzaken. De omvang van de woonwagenlocatie Fon Groffenplein zal tengevolge van de formalisering van de boventallige woonwagens toenemen tot 26 standplaatsen. Aanzienlijk meer dan de 15 standplaatsen waaruit een woonwagenlocatie maximaal tot voor kort mocht bestaan. Deze eis wordt in de praktijk echter meer en meer losgelaten.
6
Doordat de formalisering van de boventallige woonwagens veelal (zoveel mogelijk) binnen het bestaande ruimtebeslag van de woonwagenlocatie moet plaatsvinden, komen de groen- en parkeernorm onder druk te staan. De ruimte ontbreekt om naast de toegevoegde standplaatsen extra groenen parkeervoorzieningen te realiseren. Per standplaats zal de beschikbare hoeveelheid groen en parkeerruimte daardoor afnemen. Qua groen is dit aanvaardbaar,
doordat
de
woonwagenlocaties
steeds in een groene omgeving zijn gelegen, dan wel door groen omgeven zijn. Qua parkeren zal de consequentie zijn, dat er meer auto’s op de openbare weg geparkeerd worden. Gelet op het ondergeschikte karakter van de wegen op en bij de woonwagenlocaties is dit aanvaardbaar. Afstemming met provincie en rijk. Over de huidige gemeentelijke beleidsinsteek heeft overleg plaatsgevonden met de provincie NoordBrabant (23 juli 2003) en de inspectie VROM (26 augustus 2003). Beiden hebben geen bezwaren tegen het legaliseren van boventallige woonwagens. Het staat de gemeente vrij een eigen beleid voor woonwagens/standplaatsen te voeren, mits tegemoet gekomen wordt aan de behoefte aan standplaatsen binnen de gemeente. Legalisering van boventallige standplaatsen kan hieraan bijdragen, mits de standplaatsen kunnen voldoen aan het Bouwbesluit en een en ander planologisch inpasbaar is. Milieuaspecten externe veiligheid en luchtkwaliteit A. Externe veiligheid Externe veiligheid heeft betrekking op situaties waar iets mis kan gaan met gevaarlijke stoffen. Daardoor zouden mensen, die niets met de risicodragende activiteit te maken hebben, om het leven kunnen komen. Het begrip risico wordt daarbij gedefinieerd als de combinatie van de kans dat er iets kan gebeuren en het effect dat die gebeurtenis kan hebben. Risicovolle activiteiten kunnen onder meer zijn:
7
•
de productie, het gebruik of de opslag van gevaarlijke stoffen in bedrijven,
•
het transport van gevaarlijke stoffen over wegen,
•
op- en overslag van stoffen op bedrijventerrei-
spoor- en vaarwegen, nen. Het externe veiligheidsbeleid is nog volop in ontwikkeling. Daarbij staan twee doelstellingen centraal: •
de bescherming van individuen tegen de kans op overlijden ten gevolge van een ongeval met gevaarlij- ke stoffen (het plaatsgebonden risico PR),
•
de bescherming van (groepen in) de samenleving tegen het ontwrichtende effect van een ramp met een groter aantal slachtoffers (het groepsrisico GR).
Met het van kracht worden van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) is de norm voor het plaatsgebonden risico wettelijk vastgelegd. Voor groepsrisico geldt geen wettelijk vastgelegde normering, maar een oriënterende waarde. Als daarvan wordt afgeweken moet dat afdoende worden verantwoord. Nieuwe ontwikkelingen en plannen moeten door het bevoegde gezag aan de normstelling / oriënterende waarde worden getoetst. In dit kader is in opdracht van de gemeente Helmond een luchtonderzoek uitgevoerd voor het plan "Woonwagenlocaties Helmond". Het onderzoeksrapport is separaat bij het plan bijgevoegd. B. Luchtkwaliteit. Bestuursorganen zijn verplicht om bij de uitoefening van hun bevoegdheden de grenswaarden uit het Besluit luchtkwaliteit 2005 (5 augustus 2005, met terugwerkende van kracht tot 4 mei 2005) in acht te nemen. Dat geldt ook voor bevoegdheden in het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Voor de gemeentelijke overheid betekent dit, dat bij elk bestemmingsplan dat wordt vastgesteld of herzien, bij het verlenen van vrijstelling, bij uitwerking of wijzi-
8
ging, en bij het nemen van een voorbereidingsbesluit moet worden nagegaan wat de consequenties zijn van het plan met betrekking tot de luchtkwaliteit. In dit kader is in opdracht van de gemeente Helmond een luchtonderzoek uitgevoerd voor het bestemmimgsplan "Woonwagenlocaties Helmond". Het rapport “Luchtonderzoek Woonwagenlocaties Helmond” is separaat bij het plan gevoegd.
9
Woonwagenlocatie Bakelsedijk 1
2
Woonwagenlocatie met 21 legale standplaatsen. De woonwagenlocatie Bakelsedijk is onderdeel van de wijk Dierdonk. De woonwagenlocatie bestaat legaal uit 21 standplaatsen. De woonwagenlocatie ligt aan de Bakelsedijk, maar is daar gelet op de regionale functie van deze weg, niet rechtstreeks op aangesloten. De ontsluiting vindt plaats via een parallelweg, die uitkomt in de wijk Dierdonk. 1
2
overzicht woonwagenl woonwagenlo nlocatie
Extra standplaats.
Bakelsedijk
Het aantal en de huidige omvang van de aanwezige
ligging
standplaatsen op de woonwagenlocatie Bakelsedijk
woonwagenloca woonwagenlocaties
worden nagenoeg gehandhaafd. Recent is de woonwagenlocatie nog uitgebreid met 6 standplaatsen. e
Daarboven zal nog een 7 extra standplaats worden aangelegd.
10
Woonwagenlocatie Beemdweg 1
2
Woonwagenlocatie met 15 legale en 3 boventallige woonwagens. De woonwagenlocatie Beemdweg is gelegen in het gebied Rietbeemd, grenzend aan/omsloten door het bedrijventerrein Hoogeind. De woonwagenlocatie kent legaal 15 standplaatsen. De inventarisatie van december 2003 bracht aan het licht, dat er naast de 15 woonwagens op de legale standplaatsen nog 3 boventallige woonwagens aanwezig waren. De woonwagenlocatie is gelegen in het gebied Riet-
1
overzicht
beemd, nu nog grotendeels onbebouwd, dat in de
woonwagenlo woonwagenlocatie
toekomst deel moet gaan uitmaken van bedrijventer-
Beemdweg
rein Hoogeind. Ten noorden, oosten en deels al ten zuiden van de woonwagenlocatie vinden reeds be-
2
ligging woonwagenloca woonwagenlocaties
drijfsactiviteiten plaats. Formalisering 3 boventallige woonwagens. Het planvoornemen voorziet in de formalisering van de 3 boventallige woonwagens. Daartoe worden 3 extra standplaatsen aangelegd. De extra standplaatsen worden aangelegd in de hoeken aan de achterzijde van de woonwagenlocatie (2 x 1 standplaats) en in een hoek aan de voorzijde van de locatie (1 x 1 standplaats).
11
1
2
*
*
*
Uitgangspunt voor de situering van de extra standplaatsen is niet de huidige situering van de boventallige woonwagens, maar een zo efficiënt mogelijke ruimtelijke verdeling van de nieuwe standplaatsen over de woonwagenlocatie, waarbij onbebouwde overhoeken zoveel mogelijk worden voorkomen. De huidige situering levert qua omvang van de standplaats en qua afstand tot aangrenzende woonwagens
ongewenste
situaties
op
(privacy,
licht-
toetreding, brandgevaar). 1
2
maatvoering
Ruimtelijk-functionele aspecten.
nieuwe standplaats
Op de woonwagenlocatie Beemdweg is fysiek nog
woonwagenlocatie,
voldoende ruimte beschikbaar voor de realisering
inclusief uitbreidingen (*)
van 3 extra standplaatsen. Uitgaande van het gemiddelde oppervlak van de oorspronkelijk hier aangelegde standplaatsen inclusief 3 m uitbreiding aan de achterzijde, zijnde 250 m², kunnen de extra standplaatsen op de voorziene plekken worden gerealiseerd. De 2 plekken aan de achterzijde van de locatie worden thans nog niet ingenomen door de boventallige woonwagens, maar zijn deels in gebruik genomen door de bewoners van de aangrenzende standplaatsen. De uitbreiding van het ruimtebeslag in vergelijking tot het huidige ruimtebeslag kan dan ook beperkt blijven. De plek aan de voorzijde wordt
12
reeds ingenomen door een boventallige woonwagen. Door de extra standplaatsen in de hoeken aan de achterzijde te leggen, ontstaat aan de achterzijde een eenduidige begrenzing van de woonwagenlocatie. Oneigenlijke ingebruikname van deze hoeken is dan niet langer mogelijk. De resterende hoeken aan de straatzijde krijgen een functie als groen- en speelvoorziening dan wel beperkte parkeervoorziening. De situering van deze voorzieningen aan de straatzijde brengt met zich mee dat eventueel oneigenlijk gebruik hiervan direct vanaf de naastliggende Beemdweg is te constateren. De in de hoeken aan de achterzijde aan te leggen standplaatsen zijn bereikbaar door de aanleg van een korte insteek onder een hoek van 45° vanaf de bestaande ontsluitingsweg. Ten behoeve van de realisering van beide insteken zijn gronden benodigd van de aangrenzende bestaande standplaatsen. Dit heeft echter geen consequenties voor de mogelijkheden tot het plaatsen van de woonwagen en bijbehorende bijgebouwen. De aangrenzende standplaatsen worden enigszins uitgebreid. Enerzijds ter compensatie van de gronden benodigd voor de insteek, anderzijds ter compensatie van het reeds gedurende langere tijd bestaande, maar in de toekomst niet meer mogelijke gebruik van de gronden in de hoeken. De woonwagenlocatie Beemdweg is geheel omgeven door groenstroken met een breedte van tenminste 7 m. De extra standplaatsen zijn geheel binnen deze bosstroken gelegen. De uitstraling van de woonwagenlocatie naar buiten toe zal dan ook niet veranderen. De indicatieve archeologische verwachtingswaarde is laag.
13
Milieu-aspecten.
Geluid.
De woonwagenlocatie valt binnen de zones van wegen, te weten de Beemdweg, de Vossenbeemd en de Kanaaldijk Zuidwest. Ook ligt de locatie binnen de zone van het bedrijventerrein Hoogeind. Omdat het bestemmingsplan de realisering mogelijk maakt van een of meerdere geluidsgevoelige bestemmingen, is een akoestisch onderzoek vereist. De rapportage van dit onderzoek is separaat bij het bestemmingsplan gevoegd. Uit het onderzoek blijkt dat ten gevolge van het verkeer op de genoemde wegen en de geluidsemissies van het bedrijventerrein, ter plaatse van de geluidsgevoelige woonwagenbestemmingen, de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden. Onderzocht is of door middel van verdere aanvullende maatregelen de overschrijdingen nog verder kunnen worden verminderd of ongedaan gemaakt. Dat blijkt onvoldoende mogelijk, zodat het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant is verzocht om hogere waarden dan de voorkeursgrenswaarde toe te laten. In antwoord op het gedane ontheffingsverzoek heeft de provincie bericht dat Aan het verzoek niet kan worden voldaan, aangezien de wet geluidhinder de bevoegdheid ontbeert om een hogere waarde vast te stellen voor woonwagenstandplaatsen op een bestaande woonwagenlocatie. Het maximale geluidsniveau voor industrielawaai bedraagt derhalve 55dB(A), zijnde de maximale ontheffingswaarde voor woningen. Uit het akoestisch
onderzoek blijkt dat deze waarde niet
wordt overschreden.
Bodem.
In 1999 is door de milieudienst voor deze locatie een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Uit dat onderzoek (rapportnr. 86689) blijkt dat in de ondergrond een laag afvalmateriaal aanwezig is, bestaande uit puin, kooldeeltjes, slakken, hout, glas e.d. Daarin bevinden zich lichte tot sterke verontreinigingen met enkele zware metalen, PAK’s, en minerale
14
oliën. In de bovenlaag zijn eveneens dergelijke verontreinigingen aangetroffen. De onderzoeksresultaten zijn getoetst aan de gebruiksspecifieke waarden uit de publicatie “Bouwen op verontreinigde grond”. Uit die toetsing blijkt dat de bodem voldoet aan de criteria voor “wonen met moestuin”, zodat er geen direct gevaar bestaat. Niettemin is er sprake van een ernstige bodemverontreiniging, hetgeen betekent dat alvorens tot intensivering van het gebruik van deze woonwagenlocatie kan worden overgegaan, de omvang en het concentratieverloop van de verontreiniging nader moeten worden vastgesteld en dat de saneringsurgentie bepaald moet worden. De verontreiniging maakt waarschijnlijk deel uit van een grotere verontreiniging, de voormalige stortplaats ’t Geremt. Afhankelijk van aard en omvang is het mogelijk een deelsanering uit te voeren ter plaatse van de woonwagenlocatie, waarbij de omgeving voorlopig niet wordt gesaneerd.
Bedrijven.
Het betreft een reeds bestaand woonwagenkampje dat in de huidige situatie is ingepast, ondermeer doordat voor de omringende percelen een beperking geldt voor de toe te laten bedrijfscategorieën. De geplande uitbreiding met 3 extra plaatsen zal plaatsvinden binnen de reeds feitelijke aanwezige bestemming. Hierdoor wijzigt de relatie van die (woon)bestemming tot de omliggende percelen niet.
Externe veiligheid.
Voor het milieuaspect externe veiligheid wordt voor de uitgangspunten en normering verwezen naar het separaat bijgevoegde rapport ‘Onderzoek Externe Veiligheid Woonwagenlocaties Helmond”. Aspecten die qua externe veiligheid voor het planonderdeel
"Beemdweg" een limiterende rol
kunnen spelen zijn hoogspanningsmasten, ondergrondse gasleidingen / aardgasregel- en meetstations, bedrijven en het vervoer van gevaarlijke stoffen
15
(weg, spoor, water). Deze worden achtereenvolgens beschouwd: 1.hoogspanningsmasten In de nabijheid van het plan bevinden zich geen hoogspanningsleidingen 2.ondergrondsehoofd(aard) gasleidingen / aardgasregel- en meetstations Parallel aan de Kanaaldijk ZW loopt en ondergrondse gasleiding. De afstand is te groot om invloed te hebben op het plangebied. 3. bedrijven. Er zijn in de onmiddellijke nabijheid van de woonwagen locatie 2 bedrijven die, als gevolg van hun activiteit, een risico kunnen vormen; 4. vervoer gevaarlijke stoffen a. over het spoor. Op korte afstand van het plan bevindt zich geen spoortraject. b. wegen/verkeersroutes Binnen de gemeente Helmond is geen routering ten aanzien van gevaarlijke stoffen gedefinieerd. B&W van Helmond hebben besloten deze ook niet in te stellen. In de onmiddellijke nabijheid zijn geen grotere wegen aanwezig dan de Kanaaldijk ZW (ca. 230 meter) en Vossen beemd (ca. 160 meter). Het transport over deze wegen heeft geen invloed. c. over het water Binnen de gemeente Helmond is niet (exact) bekend wat de aard en omvang van is het vervoer gevaarlijke stoffen over de Zuid Willemsvaart is. Het deel van het kanaal ter hoogte van het plangebied, is een aftakking waardoor enkel de Iocale bedrijven bevoorraad worden. De afstand tot het Willemskanaal is ca. 180 meter waardoor de invloed zeer gering zal zijn. In en rond de locatie zijn 2 inrichtingen gelegen die zijn opgenomen in de voorlopige lijst met risicovolle bedrijven in de gemeente Helmond en die van invloed kunnen zijn op het plangebied. Het gaat hierbij om de bedrijven Remat Chemie en Van Kimmenade Nederland BV aan de Vossenbeemd. Beide bedrijven kennen opslagen van diverse chemicaliën, die
16
kunnen leiden tot een minimaal aan te houden afstand tot woonlocaties. Uit de inventarisatie in het kader van het recent in werking getreden Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) is inmiddels gebleken dat Van Kimmenade Nederland BV geen risicovol bedrijf al bedoeld in de BEVI is. Remat Chemie is een provinciale inrichting voor wat betreft Wet Milieubeheer d.w.z. dat de provincie de vergunning verleent. Uit berekeningen op basis van de huidige milieuvergunning uit 1999 blijkt dat de woonwagenlocatie aan de Beemdweg thans groten6
deels valt binnen de 10- risicocontour ingevolge het BEVI. De firma Remat Chemie BV dient binnenkort een aanvraag in voor een uitbreidingsvergunning. In 2009 dient Remat Chemie over een nieuwe vergunning te beschikken. In dit kader dient aan de afstandsnormen uit het BEVI te worden voldaan. Luchtkwaliteit De locatie Woonwagen park "Beemdweg" ligt ten westen van industrieterrein Hoogeind. In de RVM zijn geen verkeersgegevens opgenomen voor de Beemdweg. Gezien de specifieke locatie kan ook verwacht worden dat het verkeersaanbod erg laag is en dus geen invloed heeft op de Iocale luchtkwaliteit. Op enige afstand liggen de doorgaande wegen Kanaaldijk ZW (ca. 230 meter), Kanaaldijk ZO (ca. 160 meter) en de Vossen beemd (ca. 160 meter). De verkeersintensiteit van de Kanaaldijk ZO is erg gering en eveneens verwaarloosbaar. De Kanaaldijk ZW en Vossen beemd hebben beide een significante verkeersintensiteit. Het zijn echter type wegen (doorgaande wegen) waarvan CAR-II slechts een berekeningsafstand toetstaat van 30 meter (en dus ruim minder als de werkelijke afstand). Indicatief is toch gerekend. Het Besluit luchtkwaliteit 2005 en de Meetregeling luchtkwaliteit 2005 zijn hoofdzakelijke ontstaan om de gerezen overschrijdingen van fijn stof te nuanceren. Voor de overige componenten, zoals onder an-
17
dere stikstofdioxides, zijn weinig veranderingen doorgevoerd. De "Zoutaftrek" betekent concreet voor dit plan dat achtergrondconcentratie (en daarmee tevens de jaargemiddelde concentratie) alsmede de 24uur gemiddelde concentratie van fijn stof (v.a. 4 mei jl. met terugwerkende kracht) naar beneden bijgesteld kunnen worden. Voor de gemeente Helmond is dit respectievelijk 3 fJg/m3 en 6 overschrijdingen. In bijlage 1 staan de gevonden berekeningsresultaten. Alle parameters blijven onder de norm, met uitzondering van de 24-uursgemiddelde concentratie van fijn stof. Ten aanzien van deze 24-uursgemiddelde kan het volgende
worden
opgemerkt:
!;>~ç!!:.aM_(y~r.ls..e_elL
gg!l
j.:.
_lQ.c_al~
S;9DÇ~!ltr~tl.~
DJIl_~tQf Ten aanzien van de huidige situatie is de bijdrage van de verkeersactiviteiten voor PM1o, afhankelijk van de locatie, 1-3 jJg/m3. In vergelijking met de totale achtergrond een vrij geringe bijdrage. 2. lllvlQ~
~.tr~.tf~!Jç!~ PIQj~Çt: Het plan heeft vooral betrekking op (opnieuw) regelen in het bestemmingsplan van de activiteiten in de woonwagen locatie. De verkeersaantrekkende werking en de te verwachten hoeveelheid verkeer zal hierbij niet significant veranderen en daarmee tevens de luchtkwaliteit. :{J.:. -..?§r.n_e_n_sl~lliQ9.1iin_~t9f Fijn stof is een verzamelnaam, maar kent vele bronnen. De Meetregeling luchtkwaliteit 2005 kent nu alleen een correctie voor zeezout. De regeling erkent dat er nog vele onduidelijkheden zijn qua aard en samenstelling. 4. 9§Dl~ j)lQ.Q.tg~§~l
-MITl~e_nJ~I~~~ !l~Q,-
~tç,-~.r
Y~r.Q.~t~d!Jg 11:!.c-.hJ~Wglit~lt; In regionaal verband wordt de Iocale gemeentelijke situatie jaarlijks getoetst. Knelpunten worden mee-
18
genomen in de lokale vervoers- en bestemmingsplannen. Resumerend mag geconcludeerd worden dat ook ten aanzien van de 24uur gemiddelde concentratie van PM1o in de praktijk voldaan zal worden. Water-aspecten. De uitbreiding van de woonwagenlocatie brengt geen verslechtering van de waterhuishoudkundige situatie met zich mee. De hoeveelheid verharding zal door de uitbreiding niet toenemen ten opzichte van de huidige situatie, doordat tegelijkertijd met de uitbreiding de verharding bij de boventallige woonwagens zal worden verwijderd. Bij de nieuwe standplaatsen zullen bovendien voorzieningen worden getroffen om het afstromende schone regenwater ter plaatse te bergen en zo mogelijk te infiltreren. De woonwagens op de 3 extra standplaatsen zullen voor de afvoer van hun vuilwater op het bestaande rioolstelsel van de woonwagenlocatie worden aangesloten.
19
Woonwagenlocatie Bosselaan 1
2
Woonwagenlocatie met 14 legale standplaatsen. De woonwagenlocatie Bosselaan is gelegen in het gebied, tussen de wijk Helmond-noord en de oude loop
van
de
Zuid-Willemsvaart.
De
woon-
wagenlocatie bestaat legaal uit 14 standplaatsen, die tijdens de inventarisatie van december 2003 allen in gebruik waren. Boventallige woonwagens waren niet aanwezig. De woonwagenlocatie bestaat uit 2 delen, gesitueerd aan weerszijden van de Bosselaan. De omge1
overzicht
ving betreft een gemengd gebied, met onder andere
woonwagenlo woonwagenlocatie
scholen, sportvoorzieningen en een museum, als-
Bosselaan
mede het historisch gebied Binderen.
ligging
2
woonwagenloca woonwagenlocaties
Handhaven huidige situatie. Het aantal en de huidige omvang van de aanwezige standplaatsen op de woonwagenlocatie Bosselaan worden gehandhaafd. Er vindt geen uitbreiding van het aantal standplaatsen plaats. De onlangs bij een enkele standplaats in gebruik genomen aangrenzende gronden worden eveneens niet aan de woonwagenlocatie toegevoegd. Deze gronden behouden hun huidige bestemming.
20
Woonwagenlocatie Fon Groffenplein 1
2
Woonwagenlocatie met 18 legale en 9 boventallige woonwagens. Stiphout
De woonwagenlocatie Fon Groffenplein is gelegen in het buitengebied ten zuidwesten van de kern Stiphout. Legaal bestaat de woonwagenlocatie uit maximaal 18 woonwagens. Tijdens de in december 2003 uitgevoerde inventarisatie werden naast 18 op de legale standplaatsen aanwezige woonwagens, nog eens 9 boventallige woonwagens aangetroffen.
1
overzicht
De woonwagenlocatie is gelegen in het bosgebied
Zandbergen woonwagenlo ocatie woonwagenl maakt Fon Groffenplein 2
ligging
(Stiphoutse bossen), dat formeel uit-
van de groene hoofdstructuur (GHS), zoals
die door de provincie in het Streekplan Noord-
Brabant woonwagenloca woonwagenloc aties
2002 is vastgelegd. In hetzelfde bosgebied
is op korte afstand ook een sportterrein gelegen. Gelet op het reeds in gebruik zijnde terrein is op de uitbreidingsgronden van enige natuur waarden geen sprake meer en is op deze plek dan feitelijk geen sprake van groene hoofdstructuur. Formalisering 8 boventallige woonwagens. Het planvoornemen voorziet in de formalisering van 8 van de 9 aanwezige boventallige woonwagens.
21
1
*
* *
* *
*
*
*
Daartoe zullen 8 extra standplaatsen aangelegd worden, te situeren in de onbebouwde hoeken aan de boszijde (2 x 2 standplaatsen) en aan de straatzijde (2 x 2 standplaatsen). Daarmee is het ruimtebeslag van de locatie volledig benut. e
Formalisering van de 9 boventallige woonwagen is zonder ingrijpende aanpassing van de structurele opzet van de locatie niet mogelijk. Uitgangspunt voor de situering van de extra standplaatsen is niet de huidige situering van de boventallige woonwagens, maar een zo efficiënt mogelijke 1
woonwagenlocatie, woonwagenlocatie,
ruimtelijke verdeling van de nieuwe standplaatsen
inclusief uitbreidingen (*)
over de woonwagenlocatie, waarbij zoveel mogelijk onbebouwde overhoeken worden voorkomen. De huidige situering levert in de meeste gevallen qua omvang van de standplaats en qua afstand tot aangrenzende woonwagens ongewenste situaties op (privacy, lichttoetreding, brandgevaar). Ruimtelijk-functionele aspecten. Op de woonwagenlocatie Fon Groffenplein is fysiek nog voldoende ruimte beschikbaar voor de realisering van 8 extra standplaatsen. Uitgaande van het gemiddelde oppervlak van de oorspronkelijk hier aangelegde standplaatsen inclusief 3 m uitbreiding aan de achterzijde, zijnde 250 m², kunnen de extra
22
standplaatsen op de voorziene plekken worden gerealiseerd. Deze plekken worden thans al grotendeels ingenomen door de boventallige woonwagens. Alleen bij de hoeken aan de boszijde vindt een beperkte uitbreiding van het ruimtebeslag plaats, echter binnen de structurele opzet van de locatie. Door de extra standplaatsen in de hoeken aan de boszijde te leggen, ontstaat naar het bos toe een eenduidige begrenzing van de woonwagenlocatie. Oneigenlijke ingebruikname van deze hoeken is dan niet langer mogelijk. De na aanleg van de extra standplaatsen resterende hoeken aan de straatzijde krijgen een functie als groen- en speelvoorziening dan wel beperkte parkeervoorziening. De situering van deze voorzieningen aan de straatzijde brengt met zich mee dat eventueel oneigenlijk gebruik hiervan direct van af de naastliggende C.A.V. weg is te constateren. De in de hoeken aan de boszijde aan te leggen standplaatsen zijn bereikbaar door de aanleg van een korte insteek vanaf de bestaande ontsluitingsweg. Beide insteken kunnen gerealiseerd worden zonder dat daarvoor van de bestaande standplaatsen gebruik gemaakt behoeft te worden. De woonwagenlocatie Fon Groffenplein is geheel gelegen in het bos. Rondom is sprake van bosstroken met een breedte van tenminste 10 m. De extra standplaatsen zijn geheel binnen deze bosstroken gelegen. De uitstraling van de woonwagenlocatie naar buiten toe zal dan ook niet veranderen. De door de uitbreiding verloren gaande natuurwaarden zullen beperkt zijn. Enerzijds doordat slechts sprake is van een beperkt oppervlak van de uitbreiding, anderzijds doordat een deel van de uitbreiding in beslag wordt genomen door boventallige woonwagens, waardoor daar geen sprake meer kan zijn van natuurwaarden. De thans nog aanwezige natuurwaarden zullen gecompenseerd worden door
23
verdichting en verbreding van de bosstrook aan de straatzijde. De woonwagenlocatie is gelegen in gebied met een middelhoge indicatieve archeologische verwachtingswaarde. Dit zou betekenen dat archeologisch onderzoek noodzakelijk is voor de uitbreiding van de woonwagenlocatie. Het gebruik van de gronden ter plaatse van de uitbreiding door de boventallige woonwagens heeft naar verwachting een dusdanige verstoring van de ondergrond tot gevolg gehad (aanleg verharding), dat het doen van archeologisch onderzoek thans niet meer zinvol is. Milieu-aspecten.
Geluid.
De woonwagenlocatie valt binnen de zones van wegen, te weten de C.A.V-weg en de Ruwe Putten. Omdat het bestemmingsplan de realisering mogelijk maakt van een of meerdere geluidgevoelige bestemmingen, is een akoestisch onderzoek vereist. De rapportage van dit onderzoek is separaat bij het bestemmingsplan gevoegd. Uit het onderzoek blijkt dat ten gevolge van het verkeer op de genoemde wegen, ter plaatse van de geluidgevoelige bestemmingen, de voorkeursgrenswaarde niet wordt overschreden.
Lucht.
Uit berekeningen in het kader van de Verkeersmilieukaart van de gemeente Helmond blijkt dat bij ongewijzigd beleid in het jaar 2010 geen overschrijdingen te verwachten zijn van concentraties koolmonoxide, stikstofdioxide, en benzeen ten gevolge van het wegverkeer.
Bodem.
In 1999 is door de milieudienst voor deze locatie een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Uit dat onderzoek (rapportnr. 88255) blijkt dat in de bovengrond lichte verontreinigingen met PAK’s, en in het grondwater lichte verontreinigingen met
enkele
zware metalen zijn aangetroffen. Het is echter aan-
24
nemelijk dat deze verhoogde concentraties niet het gevolg zijn van activiteiten, maar natuurlijk verhoogde achtergrondconcentraties zijn. Gezien de gevonden concentraties en de contactmogelijkheden zijn er geen gevaren voor volksgezondheid of het milieu. De verontreinigingen leveren geen belemmering op voor het beoogde gebruik van de locatie.
Bedrijven.
Bestaande en mogelijke bedrijfsactiviteiten zijn op een zodanige afstand van de locatie gelegen dat hiervan geen milieubelasting voor de locatie te verwachten is.
Externe veiligheid.
Binnen en rond de woonwagenlocatie zijn geen inrichtingen gelegen, die zijn opgenomen in de lijst met risicovolle bedrijven in de gemeente Helmond en die van invloed kunnen zijn op de locatie. Het plangebied ligt ook niet nabij een spoorweg of nabij wegen die deel uitmaken van de Helmondse hoofdinfrastructuur. Op enige afstand van het plangebied ligt een aardgastransportleiding. Aan de aan te houden veiligheidsafstand volgens
het recente externe veilig-
heidsbeleid (2005) - welke volgens het RIVM gezien de leidingspecificaties hier 35 meter bedraagt wordt voldaan.
Milieubescherming.
De locatie is niet gelegen in een milieubeschermingsgebied,
grondwaterbeschermingsgebied
of
stiltegebied.
25
Water-aspecten. De uitbreiding van de woonwagenlocatie brengt geen verslechtering van de waterhuishoudkundige situatie met zich mee. De hoeveelheid verharding zal door de uitbreiding niet toenemen ten opzichte van de huidige situatie, doordat tegelijkertijd met de uitbreiding de verharding bij de boventallige woonwagens zal worden verwijderd. Doordat slechts 8 van de 9 boventallige woonwagens worden geformaliseerd, zal per saldo de hoeveelheid verharding zelfs afnemen. Bij de nieuwe standplaatsen zullen bovendien voorzieningen worden getroffen om het afstromende schone regenwater ter plaatse te bergen en zo mogelijk te infiltreren. De woonwagens op de 8 extra standplaatsen zullen voor de afvoer van hun vuilwater op het bestaande rioolstelsel van de woonwagenlocatie worden aangesloten.
26
Woonwagenlocatie Pastoor ElsenElsenstraat 1
2
Woonwagenlocatie met 8 legale en 3 boventallige woonwagens. De aan de Pastoor Elsenstraat gelegen woonwagenlocatie maakt deel uit van de wijk ’t Hout. Het legale aantal standplaatsen op de woonwagenlocatie bedraagt 8. De in december 2003 uitgevoerde inventarisatie bracht aan het ligt dat naast de 8 op deze standplaatsen aanwezige woonwagens sprake is van 3 boventallige woonwagens. 1
overzicht
De woonwagenlocatie woonwagenlo ocatie woonwagenl korte afstand Pastoor Elsenstraat 2
ligging
Pastoor Elsenstraat ligt op
van de Heeklaan, maar is daar niet
rechtstreeks vanaf ontsloten. De ontsluiting vindt
plaats woonwagenloca woonwagenloc atiesvia
de wijk ’t Hout.
Formalisering 1 boventallige woonwagen. Het planvoornemen voorziet in de formalisering van 1
boventallige woonwagen. Daartoe zal 1 extra
standplaats aangelegd worden, te situeren in de noordoosthoek waar nu ook al de woonwagen is geplaatst.
27
1
*
Ruimtelijk-functionele aspecten. De noordoost hoek van de woonwagenlocatie Pastoor Elsenstraat biedt fysiek voldoende ruimte voor de situering van 1 extra strandplaats. Gelet op de vorm van de locatie en de aanwezigheid van parkeerplaatsen aan de ontsluitingsweg over de woonwagenlocatie, krijgt de extra standplaats een afwijkende vorm. Qua oppervlak komt deze wel overeen met de reeds aanwezige standplaatsen. 1
De standplaats is gelegen aan de ontsluitingsweg over de woonwagenlocatie en derhalve goed bereikbaar. De aanwezige parkeerplaatsen worden gehandhaafd, deze vormen geen beperking voor de bereikbaarheid. De inpassing in de omgeving van de woonwagenlocatie zal door de extra standplaats niet veranderen. Ter plaatse is nu reeds een woonwagen aanwezig. De groenstrook langs de Heeklaan blijft nagenoeg geheel intact.
28
woonwagenlocatie, inclusief uit uitbreiding (*)
De uitbreiding van de woonwagenlocatie is niet gelegen in de groene hoofdstructuur of gemeentelijke ecologische structuur. De indicatieve archeologische waarde ter plaatse is laag. Milieu-aspecten.
Geluid.
De woonwagenlocatie valt binnen de zones van wegen, te weten de Heeklaan en de Pastoor Elsenstraat. Omdat het bestemmingsplan de realisering mogelijk maakt van een of meerdere geluidsgevoelige bestemmingen, is een akoestisch onderzoek vereist. De rapportage van dit onderzoek is separaat bij het bestemmingsplan gevoegd. Uit het onderzoek blijkt dat ten gevolge van het verkeer op de genoemde wegen, ter plaatse van de geluidsgevoelige woonwagenbestemmingen,
de
voorkeursgrens-
waarde wordt overschreden. Onderzocht is of door middel van verdere aanvullende maatregelen de overschrijdingen nog verder kunnen worden verminderd of ongedaan gemaakt. Dat blijkt onvoldoende mogelijk, zodat het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant is verzocht om hogere waarden dan de voorkeursgrenswaarde toe te laten.
Lucht.
Uit berekeningen in het kader van de Verkeersmilieukaart van de gemeente Helmond blijkt dat bij ongewijzigd beleid in het jaar 2010 geen overschrijdingen te verwachten zijn van concentraties koolmonoxide, stikstofdioxide, en benzeen ten gevolge van het wegverkeer.
Bodem.
Uit historisch bodemonderzoek zijn geen ontwikkelingen bekend die erop wijzen dat ter plaatse de bodem verontreinigd zal zijn. Omdat het hier een woonwagenlocatie betreft dient voordat de locatie in gebruik wordt genomen een onderzoek te worden uitgevoerd naar de gesteldheid van de bodem. Aan de hand van de resultaten van onderzoek kan wor-
29
den vastgesteld of (en zonodig) welke saneringsmaatregelen nodig zijn alvorens tot het toelaten van de woonwagen kan worden overgegaan.
Bedrijven.
Bestaande en mogelijke bedrijfsactiviteiten zijn op een zodanige afstand van de locatie gelegen dat hiervan geen milieubelasting voor het plan te verwachten is.
Externe veiligheid.
In en rond het plangebied zijn geen inrichtingen gelegen die zijn opgenomen in de lijst met risicovolle bedrijven in de gemeente Helmond en die van invloed kunnen zijn op het plangebied. De locatie ligt niet nabij een spoorweg, maar wel nabij de Heeklaan, een weg die deel uitmaakt van de Helmondse hoofdinfrastructuur. Het plangebied is echter door middel van een (geluid)wal van die weg afgeschermd, zodat het risico bij calamiteiten beperkt blijft. In het plangebied zijn geen ondergrondse of bovengrondse hoofdtransportleidingen gesitueerd voor gas of elektriciteit.
Milieubescherming.
De locatie is niet gelegen in een milieubeschermingsgebied, grondwaterbeschermingsgebied, stiltegebied of ecologische hoofdstructuur.
30
Water-aspecten. De uitbreiding van de woonwagenlocatie brengt geen verslechtering van de waterhuishoudkundige situatie met zich mee. De hoeveelheid verharding zal door de uitbreiding niet toenemen ten opzichte van de huidige situatie, doordat rond de boventallige woonwagen nu reeds verharding aanwezig is. Bij de nieuwe standplaats zullen bovendien voorzieningen worden getroffen om het afstromende schone regenwater ter plaatse te bergen en zo mogelijk te infiltreren. De woonwagen op de extra standplaats zal voor de afvoer van het vuilwater op het bestaande rioolstelsel van de woonwagenlocatie worden aangesloten.
31
Woonwagenlocatie Rivierensingel 1
2
Woonwagenlocatie met 11 legale en 1 boventallige woonwagen. De woonwagenlocatie Rivierensingel is gelegen aan de rand van de wijk Brouwhuis, op korte afstand van de Zuid-Willemsvaart. De woonwagenlocatie bestaat legaal uit 11 standplaatsen. Deze waren tijdens de inventarisatie van december 2003 allen in gebruik. De woonwagenlocatie sluit rechtstreeks aan op de Rivierensingel, zijnde de voornaamste ontsluitingsweg binnen de wijk Brouwhuis. De woonwagenloca1
overzicht
tie is gelegen buiten de zones rond vaarwegen, zo-
woonwagenlo woonwagenlocatie
als die door Rijkswaterstaat ook rond de Zuid-
Rivierensingel
willemsvaart wordt gehanteerd.
ligging
2
woonwagenloca woonwagenlocaties
Handhaven huidige situatie zonder formalisering boventallige woonwagen. Het legale aantal standplaatsen wordt in de huidige omvang gehandhaafd. De boventallige woonwagen wordt niet geformaliseerd. De hiervoor fysiek benodigde ruimte ontbreekt.
32
1
Formalisering van de boventallige woonwagen op de huidige plek past niet binnen de structurele opzet van de woonwagenlocatie. Daarnaast zou een en ander ten koste gaan van de groene rand om de woonwagenlocatie, waardoor de inpassing in de omgeving wordt aangetast. De in het verleden illegaal in gebruik genomen groenstrook is onlangs volledig opgeschoond en wordt dan ook als groen/speelvoorziening gehandhaafd. Realisering van standplaatsen aan de noordelijke rand van de woonwagenlocatie is om dezelfde redenen niet wenselijk. De desbetreffende gronden zijn weliswaar gelegen aan de ontsluitingsweg over de woonwagenlocatie, de fysieke ruimte ontbreekt, dan wel gaat dit ten koste van de groene rand en daarmee de inpassing in de omgeving. Bovendien zouden deze standplaatsen uitzien op de achterzijden van de bijgebouwen bij de woonwagens op de standplaatsen aan de overzijde van de weg. Dit deel van de ontsluitingsweg is deel van de keermogelijkheid in de vorm van een lus, maar is in feite een achterom.
33
Planvorming Omvang bouwmogelijkheden.
1
Uit de inventarisatie van de bestaande situatie op de woonwagenlocaties is een grote mate aan verscheidenheid gebleken in de omvang en situering van de woonwagens op de standplaatsen. In veel gevallen heeft dit tot minimale afstanden tussen de woonwagens onderling en tot de bijgebouwen en de openbare ruimte geleid. Gelet op de risico’s die dit ‘dichtslibben’ van de woonwagenlocaties met zich meebrengt, is het intekenen van de bouwmogelijkheden (bouw- en bijbouwvlak) conform de bestaande situatie geen optie. Uitgangspunt is dan ook geweest de oorspronkelijke opzet van de woonwagenlocaties, zoals die uit de oude bestemmingsplanregelingen is af te leiden. Aldus poogt het bestemmingsplan de oorspronkelijke omvang en situering van de woonwagens te reconstrueren, met een afdoende afstand rondom die, in combinatie met een juiste constructie en materiaalgebruik, onveilige situaties in de toekomst moet voorkomen. Eenduidige en uniforme regeling. Ten behoeve van het handhavingtraject is een voor alle standplaatsen uniforme en eenduidige bestemmingsregeling noodzakelijk. Uitgangspunt voor de voorschriften en plankaart is dan ook een zo concreet mogelijke opzet en weergave, die nauwelijks of geen ruimte laat voor discussie. 1
Bestemming woondoeleinden.
standplaats (gearceerd)
De te handhaven bestaande en aan te leggen nieu-
en latere uitbreidingen
we standplaatsen, zoals die hiervoor zijn weergege-
(rood omlijnd)
ven, worden onder de bestemming “woondoeleinden” gebracht. Binnen deze bestemming wordt onderscheid gemaakt in -
het bouwvlak, waarbinnen de woonwagen alleen mag worden geplaatst;
-
het bijbouwvlak, waarbinnen bijgebouwen mogen worden opgericht;
-
het onbebouwde bestemmingsvlak, waarbinnen alleen bouwwerken, geen (bij)gebouw zijnde mogen worden opgericht;
34
oorspronkelijke inrich inrichting
-
in een enkele geval, tuin en onbebouwd erf, waarbinnen slechts erfafscheidingen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht.
Bouwvlak en bijbouwvlak worden per standplaats weergegeven, opdat eenduidig vastligt waar wel of niet gebouwd mag worden. Daarmee geven bouw- en bijbouwvlak de gewenste situatie weer. In geval van nieuwbouw zal hieraan voldaan moeten worden. De bestaande situatie wijkt hiervan veelal vanaf. Onder het hoofdstuk ‘Handhaving’ is aangegeven hoe hiermee wordt omgegaan. In het plan is een vrijstellingsbevoegdheid opgenomen om, na nieuwbouw of in het geval de bestaande situatie reeds voldoet aan de voorschriften en plankaart, buiten bouw- en bijbouwvlak te kunnen bouwen. Hieraan zijn voorwaarden verbonden om te voorkomen dat nieuwe (brand)onveilige situaties ontstaan en dat de standplaatsen opnieuw dichtslibben met bouwwerken. Van woonwagen naar woning. Voortkomende uit het feitelijk afschaffen van het verschil tussen het wonen in een woning en een woonwagen en het nastreven van het normalisatiebeleid, wordt de mogelijkheid geboden om binnen het bouwvlak een woning te bouwen (in plaats van het plaatsen van een woonwagen). Op woonwagen en woning zijn dezelfde bebouwingsregels van toepassing. Door middel van nadere eisen kunnen deze desgewenst aangescherpt worden. Regeling 100 standplaatsen. Zoals uit voorgaande afwegingen moge blijken, bestaan er geen ruimtelijke, milieuhygiënische en/of waterhuishoudkundige bezwaren tegen uitbreiding van het aantal standplaatsen van 87 naar 100 standplaatsen. Op de woonwagenlocaties Fon Groffenplein, Bakelsedijk, Pastoor Elsenstraat en Beemd-
35
weg kunnen in totaal 13 nieuwe standplaatsen aangelegd worden. Parkeerregime. Binnen de bestemming “woondoeleinden” is aangegeven dat ten minste 1 parkeerplaats op eigen terrein/op de standplaats moet worden gerealiseerd. Hieraan zijn voorwaarden gekoppeld omtrent de omvang en bereikbaarheid. Overige bestemmingen. De openbare gronden zijn onder de bestemmingen “verkeersdoeleinden” en “groen- en speelvoorzieningen” gebracht, al naar gelang het gewenste gebruik. Aan deze bestemmingen als ook aan de bestemming “woondoeleinden” zijn bepalingen toegevoegd over het gebruik van gronden en opstallen. Daarbij zijn strijdige gebruiksvormen opgenomen.
36
Handhaving Project “Handhaving Woonwagenlocaties”. Door de gemeente Helmond is het project “Handhaving Woonwagenlocaties” opgestart. Doel van het project is de achterstand in handhaving op de woonwagenlocaties in te lopen. In overleg met de diverse betrokken gemeentelijke afdelingen en instanties wil de gemeente Helmond komen tot een integrale aanpak, opdat de reguliere controles en werkzaamheden tot normale proporties kunnen worden teruggebracht. Ten aanzien van de huidige bestemmingsplankaders wordt geconcludeerd, dat deze onvoldoende basis geven voor de handhaving op met name bouw- en RO-regelgeving. Tegelijkertijd met de bestemmingsplanwijziging voor de formalisering van de boventallige woonwagens, zullen voorschriften geformuleerd moeten worden, die beter aansluiten bij de huidige praktijk. Tevens zullen de geldende wettelijke regelingen strikter en meer nauwgezet moeten worden nageleefd. Dit bestemmingsplan moet daar mede de basis voor vormen. Handhavingsproblematiek. Om een inzicht te krijgen in de problematiek op de woonwagenlocaties is een uitgebreide inventarisatie (pilot) op de woonwagenlocatie Bakelsedijk uitgevoerd. De voornaamste items die hieruit naar voren kwamen betroffen: -
bebouwing binnen de oorspronkelijke vakken: in veel gevallen ontbreekt een bouwvergunning;
-
bebouwing buiten oorspronkelijke vakken: op de gronden achter de vakken en bij hoeksituaties ook naast de vakken zijn veelal zonder bouwvergunning bijgebouwen bijgeplaatst;
-
illegaal gebruik van gronden buiten de oorspronkelijke vakken: achter vrijwel alle vakken is een strook grond van ± 3 m diepte in gebruik genomen, hiervoor is in het verleden toestemming verleend. Zo ook zijn bij hoeksituaties stroken terzijde van het vak daarbij getrokken, hiervoor is niet altijd toestemming verleend;
37
-
illegaal gebruik van opstallen (bedrijfsvoering): op een aantal standplaatsen vindt illegale bedrijfsvoering plaats, zoals sloophandel en autoverkoop, zonder dat hiervoor toestemming is verleend;
-
parkeren/stallen van caravans en aanhangwagens op openbaar terrein: op de weg, parkeerplaatsen en groenstroken worden voor langere tijd (bewoonde) caravans en aanhangwagens geparkeerd;
-
illegaal aangebrachte verhardingen op openbaar terrein: zonder toestemming zijn delen van het openbaar terrein verhard voor de stalling van caravans en aanhangwagens;
-
illegaal buiten standplaats geplaatste (boventallige) woonwagens: op diverse plaatsen zijn woonwagens geplaatst buiten de oorspronkelijke vakken.
Het ontbreken van een toetsing in het kader van de bouwvergunningverlening heeft tot gevolg gehad dat in veel gevallen constructies en bouwmaterialen zijn toegepast, die niet voldoen aan de vereisten op met name het gebied van brandveiligheid. Plan van aanpak. Per item is aangegeven op welke wijze actie zal worden ondernomen tegen de geconstateerde illegale zaken. Daarbij staan globaal de volgende mogelijkheden open: -
het legaliseren van de situatie. De situatie is weliswaar op illegale wijze tot stand gekomen, maar past binnen de huidige inzichten. Een positieve bestemming is mogelijk (overigens is dan alleen het gebruik gelegaliseerd en niet de bebouwing, hiervoor is veelal een bouwvergunning noodzaak);
-
het onder het overgangsrecht brengen van de situatie, in die gevallen waarin legalisatie niet mogelijk is, maar niet (meer) handhavend kan worden opgetreden. Wijzigingen, die een verdere afwijking van de situatie tot gevolg hebben wor-
38
den niet toegestaan. Vernieuwing van de situatie is alleen mogelijk indien aan de (bestemmings)regelgeving wordt voldaan; -
daar waar legalisering niet mogelijk is, maar nog wel handhavend kan worden opgetreden zal worden overgegaan tot aanschrijving.
In concreto zal ten aanzien van de woonwagenlocaties de volgende lijn gevolgd worden: -
de situatie per 1 januari 2004 zal als uitgangssituatie/maatstaf worden beschouwd. Tegen elke vorm van illegale bouw of illegaal gebruik, die/dat na deze datum wordt aangevangen, zal onmiddellijk handhavend worden opgetreden (aanschrijving);
-
daarnaast wordt een gedoogbesluit genomen voor alle illegale bouwwerken en gebruiksvormen, die van voor de uitgangssituatie dateren, voor zover deze geen onaanvaardbaar risico geven in het kader van brandveiligheid en constructieve veiligheid. Bestemmingsplantechnisch komen deze situaties onder het overgangsrecht;
-
in dit kader zal een nadere inspectie plaatsvinden. Indien geconstateerd wordt dat een dergelijk onaanvaardbaar risico aanwezig is, zal worden aangeschreven;
-
voor die bouwwerken, die onder het gedoogbesluit gaan vallen, zal als voorwaarde opgenomen worden, dat deze moeten zijn voorzien van een brandalarm dat is aangesloten op de netspanning.
39
Economische uitvoerbaarheid. Aan de aanleg van de 14 extra standplaatsen voor de te formaliseren boventallige woonwagens zijn kosten verbonden. Om de legalisatie te realiseren is in het investeringsprogramma in 2005 € 100.000,- en in 2006 € 706.000,- gereserveerd Dit bedrag wordt gedekt uit het volkshuisvestigingsfonds..
Maatschappelijke haalbaarheid. Met dit bestemmingsplan wordt grotendeels de bestaande toestand op een zestal woonwagenlocaties vastgelegd, daarnaast worden reeds aanwezige boventallige woonwagens geformaliseerd. Daarbij zal een verbetering van de ruimtelijke situatie ter plaatse tot stand gebracht worden. Op voorhand geeft dit geen aanleiding te veronderstellen dat overwegende bezwaren tegen het plan zullen bestaan. INSPRAAK. In het kader van artikel 6a WRO is er door de gemeente gelegenheid tot inspraak geboden. Daartoe heeft het voorontwerp van het bestemmingsplan twee maal 4 weken voor inspraak ter inzage gelegen; de eerste keer vanaf 20 september 2004 en nog een keer vanaf 22 november 2004. Daarnaast zijn alle bewoners van de woonwagenlocaties uitgenodigd voor een persoonlijk onderhoud met de verantwoordelijke wethouder(s)
teneinde
eventuele
wensen met betrekking tot hun standplaats kenbaar te maken. De schriftelijke inspraakreacties zijn samengevat en becommentarieerd in een inspraaknota, welke als bijlage bij het plan zal worden gevoegd. Resultaten wettelijk overleg. Van de gehoorde instanties in het kader van het wettelijk overleg ex artikel 10 BRO hebben sommigen inhoudelijk gereageerd op het plan. Hieronder worden de reacties inhoudelijk weergegeven en besproken.
40
1. Dienst Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving van de provincie Noord-Brabant (brief d.d.13 januari 2005, kenmerk 1046581/1061290). Geluid: Volgens het akoestisch onderzoek is er geen overschrijding van de voorkeursgrenswaarde als gevolg van wegverkeerslawaai, volgens de tekst in de plantoelichting is dat wel het geval bij de locaties Beemdweg en Pastoor Elsenstraat; de toelichting moet hierop worden aangepast. Voor de locatie Beemdweg moet de procedure hogere waarden industrielawaai afgerond zijn voor de vaststelling van het bestemmingsplan. Reactie gemeente: Door de brief van 17 januari 2005 van Gedeputeerde Staten met betrekking tot het ontheffingsverzoek is het bovenstaande achterhaald. In de brief maken GS melding van het feit dat ontheffing voor de woonwagenstandplaatsen niet mogelijk is. Blijkens nadere toelichting door de provincie is gebleken dat het maximale geluidsnivo voor de woonwagenlocatie Beemdweg 55 dB(A) bedraagt, terwijl uit het akoestisch onderzoek blijkt dat het hoogste berekende geluidsnivo hier 54 dB(A) bedraagt. Bodem: Bij de locatie Beemdweg is sprake van ernstige bodemverontreiniging. Aard en omvang hiervan moet worden bepaald, samenwerking met de provincie is hier noodzakelijk. Reactie gemeente: Alvorens tot intensivering van het gebruik van de woonwagenlocatie zal worden overgegaan, zal de omvang en het concentratieverloop van de verontreiniging worden vastgesteld; sanering zal in nauwe samenwerking met de provincie plaatsvinden. Externe veiligheid: Rond de locatie Beemdweg zijn risicovolle
41
inrichtingen aanwezig; de toets aan het BEVI is noodzakelijk. De zinsnede dat wetgeving hieromtrent in ontwikkeling is is achterhaald. Reactie gemeente: De zinsnede zal worden aangepast. De gemeente streeft ernaar om nog dit jaar (2005) de risicocontouren van de desbetreffende bedrijven in kaart te brengen. Binnen drie jaar na de inwerkingtreding van de BEVI dienen eventuele saneringssituaties te zijn gesaneerd. Water: De betrokkenheid van de waterbeheerders bij de verschillende locaties wordt niet genoemd; inzicht in het overleg met deze instanties is noodzakelijk. Reactie gemeente: De betrokken waterbeheerder voor alle locaties is het Waterschap Aa en Maas. Bij brief d.d. 19 november 2004 heeft het waterschap zonder nadere restrictie positief geadviseerd over de inhoud van de waterparagraaf van het voorontwerp bestemmingsplan.
Buitengebiedplanologie: 1. Niet duidelijk is waarom het woonwagencentrum aan de Deurneseweg/Helmondsingel niet is meegenomen in het plan. 2. De namen van de vigerende bestemmingsplannen worden opgegeven doch geen inzicht wordt gegeven in de van toepassing zijnde voorschriften en de mate waarin daarvan wordt afgeweken. 3. Het noordelijk deel van de locatie Bosselaan is gelegen in de GHS-landbouw, subzone leefgebied struweel vogels. Bestaande beplanting op deze locatie verdient een betere bescherming. 4. Bij de locatie Fon Groffenplein is sprake van aan- tasting van GHS-natuur subzone overig bos- en natuurgebied. In het plan wordt voorbij-
42
gegaan aan de regels terzake conform het streekplan. 5. Bij de locatie Pastoor Elsenstraat is deels sprake van GHS-natuur subzone natuurparel en wel ter plaatse van de nieuwe standplaats; in het plan wordt daaraan voorbijgegaan. De nieuwe standplaats is onaanvaardbaar.
Bij mailbericht d.d. 11 april van de toenmalige relatiebeheerder van de Provincie CJAM van der Meijden zijn bovenstaande opmerkingen als volgt genuanceerd. “Naar aanleiding van het planteamoverleg zijn de woonwagenlocaties nog eens tegen het licht gehouden. Drie locaties (Bakelsedijk, Rivierensingel, Beemdweg) vormden op voorhand geen probleem. Ten aanzien van de locaties (Bosselaan en Pastoor Elsenstraat) zijn wij tot de conclusie gekomen dat deze locaties bij nadere beschouwing geen probleem vormen: -Bosselaan: het noordelijk gedeelte, gelegen in de GHS-landbouw, is conform het vigerende bestemmingsplan; -Pastoor Elsenstraat: de aantasting betreftvolgens de detailkaart een kleine snipper natuurparel aan de oostzijde van de Heeklaan. Op de streekplankaart en de kaart schaal 1:25000 vormt de Heeklaan de begrenzing van de GHS aan de westzijde. Voor wat betreft de locatie Fon Groffenplein kan worden gesteld dat de aanduiding bestaand stedelijk gebied op de streekplankaart overeenstemt met de begrenzing van het terrein volgens het vigerende bestemmingsplan Buitengebied 1997. Deze begrenzing komt ook overeen met de GHS-begrenzing volgens de detailkaarten. Dit betekent dat de uitbreiding van het bestemmingsvlak is gelegen binnen GHS-natuur, subzone overig bos en natuurgebied. Volgens het natuurgebiedsplan is ter plaatse sprake van bos met verhoogde natuurwaarden. Op basis van een grove meting bedraagt de aantasting (uitbreiding minus strook groenbestemming) netto circa 1800 m2. Wij hebben deze locatie vervolgens besproken met onze afdeling Natuur en zijn op grond hiervan tot de volgende conclusie gekomen: Gelet op het reeds in gebruik zijnde terrein, de uitstraling van de woonwagenlocatie op de directe omgeving, de overige stedelijke functies (sportpark) in de nabijheid en de omvang van de aantasting is op de uitbreidingsgronden van enige natuurwaarden nauwelijks nog sprake. Naar onze mening is de natuur in de omgeving dan ook meer gebaat bij een goede planologische afbakening van het terrein en regeling in het bestemmingsplan, gevolgd door een adequate handhaving. Wanneer het bestemmingsplan op termijn ter goedkeuring voorligt, zal deze insteek worden verwoord in het voorstel aan GS en PPC”.
43
Reactie gemeente: Met de inhoud van het mailbericht wordt ingestemd; een nadere reactie op het onderdeel buitengebiedplanologie is niet meer nodig. 2.
Provinciale
Planologische
Commissie
Noord-
Brabant, subcommissie voor gemeentelijke plannen. De commissie is van mening dat de in het directieadvies genoemde aspecten aanpassing dan wel nadere toelichting behoeven. In aanvulling op het directieadvies adviseert de commissie om nogmaals de wenselijkheid van het formaliseren van de boventallige standplaatsen te beoordelen in relatie tot de belangen van het naastgelegen bedrijf. Reactie gemeente: In
het hier bovenstaande met betrekking tot het
dienstadvies is een uitgebreide nadere toelichting verwerkt. Met betrekking tot het afwegen van belangen wordt vermoedelijk gedoeld op de relatie tussen de woonwagenlocatie Beemdweg en de omringende bedrijven op industrieterrein Hoogeind. Op deze relatie wordt ingegaan in de aangepaste milieuparagraaf van het desbetreffende planonderdeel en meer nog in de bijgevoegde inspraaknota, waarin de inspraakreacties van de bedrijven zelf worden becommentarieerd. 2. NV Nederlandse Gasunie, Postbus 444 2740 AK Waddinxveen. De Gasunie wijst op de aanwezige gastransportleiding in de nabijheid van de woonwagenlocatie Fon Groffenplein. De Gasunie verzoekt om in de plantoelichting de aanwezigheid van de leiding te vermelden en aandacht te besteden aan het (nieuwe) externe veiligheidsbeleid. Reactie gemeente: De milieuparagraaf
van het planonderdeel woonwa-
genlocatie Fon Groffenplein zal onder het kopje “Externe veiligheid” worden aangepast. Met het RIVM heeft nader overleg plaatsgevonden inzake de veiligheidsafstanden. Gelet op de leidingspecificaties bedraagt deze 35 m. De kortste afstand van de gastransportleiding tot de woonwagenlocatie bedraagt 36 m
44
45