OVEREENKOMST ‘Educatie 2005’ Ondergetekenden: De gemeente Hengelo (O), gevestigd te Burgemeester Jansenplein 1, 7550 AN Hengelo, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester van Hengelo, de heer drs. F.A.M. Kerckhaert, hierna te noemen opdrachtgever; en Regionaal Opleidingencentrum van Twente, gevestigd te Lupinestraat 9, 7552 HJ Hengelo, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J.P.T van Schilt, directeur van de School voor Educatie en Contractactiviteiten, hierna te noemen opdrachtnemer; overwegende:
dat partijen hiermee voldoen aan het bepaalde in artikel 2.3.4 en 7.3.1 WEB en de Tijdelijke regeling rijksbijdrage educatie; dat de opdrachtgever het in het kader van zijn beleid met betrekking tot de educatie wenselijk acht, dat er educatief aanbod zoals bedoeld in de WEB wordt verzorgd, afgestemd op de specifieke behoeften van de door de opdrachtgever aangewezen doelgroepen; dat de opdrachtnemer in staat en bereid is dit aanbod te verzorgen zoals vastgelegd in deze overeenkomst;
komen het volgende overeen: 1.
In deze overeenkomst wordt verstaan onder: a.
WEB: Wet Educatie en Beroepsonderwijs;
b.
Educatie: onderwijs met het doel als omschreven in artikel 1.2.1, eerste lid van de WEB;
c.
Basiseducatie: educatieve activiteiten gericht op een breed maatschappelijk functioneren als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid van de WEB, waarmee aansluiting wordt verkregen op de basisberoepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2. eerste lid, sub b. van de WEB;
d.
VAVO: Voortgezet Algemeen Volwassenenonderwijs. Opleidingen educatie, als bedoeld in artikel 7.3.1. eerste lid, sub a. van de WEB, gericht op het behalen van een diploma, bedoeld in de artikelen 7 tot en met 9 van de Wet op het voortgezet onderwijs, of onderdelen van dat diploma;
e.
Deelnemer: de cursist die zich heeft laten inschrijven en deelneemt aan het voor hem of haar vastgestelde educatief programma;
f.
Nederlands als Tweede taal: de opleiding Nederlands als tweede taal I en II, als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, sub c. van de WEB, waartoe ook oriëntatie op de samenleving en oriëntatie op scholing en beroepen behoren en welke gericht is op een kwalificatie op minimaal NT2-niveau van de KSE;
1
g.
Nederlands als Tweede taal I: de opleiding Nederlands als tweede taal I is gericht op de beheersing van de Nederlandse taal met het oog op de uitoefening van functies boven het niveau van ongeschoolde arbeid door hen voor wie het Nederlands niet de moedertaal is en die het niveau van het primair onderwijs hebben bereikt;
h.
Nederlands als Tweede taal I I: de opleiding Nederlands als tweede taal I I is gericht op de beheersing van de Nederlandse taal met het oog op de uitoefening van hogere functies op de arbeidsmarkt door hen voor wie het Nederlands niet de moedertaal is en die functioneren op het niveau van het middenkader;
i.
Kwalificatie Structuur Educatie: KSE: het samenhangend stelsel van landelijk erkende en lokaal gelegitimeerde kwalificaties, begin- en eindtermen van leereenheden "educatie", ongeacht of deze in een onderwijssituatie dan wel door andere ervaringen verworven zijn;
j.
Traject: een met en per individuele deelnemer afgesproken, logisch samenhangende leerroute, welke aansluit op het niveau en de mogelijkheden van de deelnemer en samengesteld uit binnen de kwalificatiestructuur vallende leereenheden.
k.
Tarief Educatie per lesuur: een lesuur bestaat uit 50 min. In de kostprijs zijn alle kostendragers verrekend inclusief een standaard intake en assessmentprocedure en andere begeleiding. De kostprijs theorie bedraagt € 4.227,= en praktijk € 5.288,= per lesuur op jaarbasis. De per deelnemer berekende uurtarieven zijn; Individuele Trajectbegeleiding (ITB) € 73,44 per uur Openleer centrum (OLC) € 4,08,= per lesuur Registratie ten behoeve van specifieke rapportage € 274,= per deelnemer per kalenderjaar Inschrijfkosten Staatsexamen € 57,12,= per deelnemer.
Het tarief voor VAVO, per lesuur per individuele deelnemer, is eveneens gebaseerd op de bovengenoemde tarieven. Per individuele deelnemer worden de kosten berekend voor het te volgen (deel)traject. Bij het vaststellen van het groepsuurtarief wordt op basis van de groepsgrootte een onderscheid gemaakt tussen weinig gevraagde vakken en veel gevraagde vakken. l.
Bepaling budget: per productgroep is een budget vastgesteld. Dit budget is berekend op basis van het aantal deelproducten, dat wil zeggen de groep(en)/klas(sen), het aantal deelnemers per groep/klas gebaseerd op de kostprijs per uur theorie en praktijk en het aantal uren per jaar per deelproduct.
m.
Intake en assessmentprocedure: een beoordelingsprocedure, die er toe leidt dat (potentiële) deelnemers op het moment van hun inschrijving worden getoetst op hun leerwensen en mogelijkheden, met het doel een persoonlijke, op het individu toegesneden leerroute te ontwerpen;
n.
Eindtermen: als zodanig omschreven kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit, met het oog op het maatschappelijk functioneren dient te beschikken en die in voorkomende gevallen betekenis hebben voor de doorstroming naar vervolgonderwijs en of arbeidsmarkt;
o.
Toets: meetinstrument waarmee het door de deelnemer bereikte niveau en de mogelijkheden voor vervolgopleidingen kunnen worden bepaald;
p.
Examen: het examen, bedoeld in het Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal, afgenomen volgens programma I of programma II;
2
q.
Diploma: document waaruit het door de deelnemer bereikte niveau en de mogelijkheden voor vervolgopleidingen kunnen worden afgeleid en waarvan de waarde is vastgelegd in het Onderwijs en Examen Reglement (OER) van het ROC en voor het VAVO de Wet op het Voortgezet Onderwijs;
r.
Certificaat: document waaruit het door de deelnemer bereikte niveau en de mogelijkheden voor vervolgopleidingen kunnen worden afgeleid en waarvan de waarde is vastgelegd in het Onderwijs en Examen Reglement (OER) van het ROC en voor het VAVO de Wet op het Voortgezet Onderwijs;
s.
Onderwijs overeenkomst: overeenkomst tussen de deelnemer en het bevoegd gezag van het ROC, waarin in opgenomen is: 1. de datum waarop de deelnemer door het bevoegd gezag van de instelling is ingeschreven; 2. de datum, waarop de deelnemer met het onderwijs start; 3. al dan niet de verplichting tot het afleggen van een toets, (zie artikel 1.o.); 4. de verplichting tot het verstrekken door de instelling van een document aan de deelnemer en de gemeente waaruit het in onderdeel 3 bedoelde niveau, de mogelijkheden voor vervolgopleidingen en het aantal lesuren dat de deelnemer heeft deelgenomen aan een opleiding Nederlands als tweede taal I en II blijken. Dit artikel is niet van toepassing op BE en VAVO; 5. al dan niet de verplichting tot het volgen van het tussen de gemeente en de instelling overeengekomen onderwijs de sanctiemogelijkheden, indien de deelnemer het in de onderwijsovereenkomst beschrevene niet nakomt;
1 t.
De gemeente als lokale overheid;
u.
2.
Gemeente:
ROC: Regionaal Opleidingencentrum van Twente, gevestigd te Lupinestraat 9, 7552 HJ Hengelo.
Doel van de overeenkomst Opdrachtgever en opdrachtnemer sluiten deze overeenkomst om gezamenlijk uitvoering te geven aan de Wet Educatie en Beroepsonderwijs. De educatie is gericht op de bevordering van persoonlijke ontplooiing, door de ontwikkeling van kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen en dient daarbij gericht te zijn op het behalen van maatschappelijke, educatieve of professionele redzaamheid. Daarbij is het van belang dat de deelnemer centraal staat in het aanbieden van educatie, gericht op het behalen van eindtermen dan wel gericht op het behalen van een diploma. Om dit doel te bereiken wordt door opdrachtgever producten en diensten bij opdrachtnemer ingekocht, waarvan in deze overeenkomst nadere uitwerking wordt gegeven.
3.
Duur Deze overeenkomst wordt afgesloten voor de duur van één jaar en loopt van 1 januari 2005 tot 1 januari 2006. Indien de overeenkomst niet voor 1 oktober 2005 door één der partijen schriftelijk is opgezegd bij aangetekend schrijven, wordt de overeenkomst automatisch éénmalig voor één jaar verlengd en wel tot en met 31 december 2006. De in dit geval in te zetten middelen zullen het door de gemeente te ontvangen rijksbudget niet te boven gaan. In wederzijds overleg zal omtrent de in te zetten middelen overleg gevoerd worden.
3
4.
5.
Producten 4.1
De volgende productgroepen worden geleverd: Nederlands als tweede taal, Basiseducatie, en VAVO.
4.2
Opdrachtnemer zal gedurende de looptijd van deze overeenkomst educatieve activiteiten verzorgen, zoals omschreven in de bijlage “Productieplanning Educatie 2005” en de productgroep VAVO.
4.3
De in de bijlage “Productieplanning Educatie 2005” vermelde verdeling van middelen en uren over de verschillende productgroepen en het geplande aantal trajecten is gebaseerd op de uitvoeringstaken van de gemeente conform de wet WEB, het gemeentelijk (doelgroepen)beleid en de uitvoering van gewenst beleid, zoals de gemeente dat heeft verwoord in haar Meerjaren ontwikkelingsplan (MOP).
4.4
Het aanbod van het Taalcentrum - NT2 omvat trajecten Nederlands als tweede taal gerelateerd aan het opleidingsniveau van de cursist in het land van herkomst en het van toepassing zijnde KSE profiel. De trajecten worden gevolgd op KSE-niveau 1 tot en met 4. Naast NT2 maken Maatschappijoriëntatie, Oriëntatie op scholing en beroepen en Staatsexamentrainingen deel uit van het aanbod. Met het aanbod NT2 worden tenminste de volgende doelgroepen bediend: zelfmelders en cursisten voor wie het inburgeringstraject binnen de financieringstermijn van 12 maanden WIN met een gemiddelde van 600 lesuren onvoldoende is geweest.
4.5
Het aanbod Basiseducatie omvat algemene toeleidingsactiviteiten en trajecten van KSEniveau 1 tot en met 4. Het cursusaanbod omvat tenminste Nederlands (waaronder alfabetisering), rekenen, Engels, sociale kennis en vaardigheden.
4.6
Het VAVO omvat diplomagerichte en certificaatgerichte opleidingen in voltijd - en deeltijdopleidingen. Van deze trajecten kunnen maximaal 8 16–17 jarige deelnemers gebruik maken, aan wie een ontheffing is verleend door de leerplichtambtenaar.
4.7
Opdrachtnemer zorgt voor voldoende instroommomenten, zodanig dat cursisten met een minimale wachttijd, ten minste op 4 momenten, verdeeld over het kalenderjaar, kunnen instromen. Dit geldt niet voor het VAVO en slechts gedeeltelijk voor Basiseducatie.
4.8
Bij de uitvoering van de educatieve activiteiten wordt opdrachtnemer geacht algemeen erkende en effectieve methodieken toe te passen, daarbij zoveel als mogelijk met gebruikmaking van nieuwe mediatechnieken.
Middelen
5.1
5.2
Ten behoeve van de uitvoering van de onder punt 4 overeengekomen educatieve producten stelt opdrachtgever aan opdrachtnemer een bedrag van maximaal 1.306.477,= ter beschikking. Het maximale bedrag van € 1.306.477,= NT2 484.716,= NT2 (art. 8.7 half WIN) € 79.536,= BE (waaronder NT1) 189.359,= VAVO 201.500,= Financiering WIN (art. 8.8) € 205.000,= Reservering (art. 8.9) € 146.366,=
is
als
volgt
opgebouwd:
4
Indien uit de tussentijdse productie/realisatierapportage blijkt dat de geleverde productie afwijkt of dreigt af te wijken ten opzichte van de productieplanning, dient opdrachtnemer in overleg te treden met opdrachtgever, om in onderling overleg eventueel tot een bijstelling van de productieplanning te komen. Een bijstelling van de productieplanning wordt schriftelijk vastgelegd en door beide partijen ondertekend en wordt als addendum onderdeel van dit contract beschouwd.
5.2
5.4
Voor de financiering van intensieve en niet intensieve deelproducten NT2 wordt uitgegaan van een productieplanning met een gemiddelde bezetting per deelproduct (klas of groep) van intensieve trajecten: - zeer laag opgeleide deelnemers 8, met een bandbreedte van 6 tot 10 deelnemers, - laag opgeleide deelnemers 12, met een bandbreedte van 10 tot 14 deelnemers, - middelbaar opgeleide deelnemers 20, met een bandbreedte van 16 tot 20 deelnemers, - hoog opgeleide deelnemers 20, met een bandbreedte van 16 tot 20 deelnemers niet intensieve trajecten: - avondopleiding, zeer laag en laag opgeleide deelnemers 10, met een bandbreedte van 8 tot 12 deelnemers, - avondopleiding, middelbaar en hoog opgeleide deelnemers 18, met een bandbreedte van16 tot 20 deelnemers
6.
5.5
Voor de financiering van de deelproducten Basiseducatie wordt uitgegaan van een gemiddelde bezetting per deelproduct zoals in de productieplanning aangegeven.
5.6
Uitgaande van de inkoopplanning per deelproduct zijn de vastgestelde budgetten per product, op basis van de geplande deelproducten, maximale budgetten.
5.7
Bevoorschotting zal plaatsvinden in maandelijkse termijnen, een en ander afhankelijk van het ritme waarin de Minister betalingen inzake educatie aan de gemeenten verricht.
5.8
Het niet tijdig aanleveren van rapportages en of financiële verantwoording kan opschorting van de bevoorschotting tot gevolg hebben. Zie hiervoor artikel 8.
Trajectperiode
2
6.1 De maximale WEB trajectperiode per deelnemer wordt als volgt begrensd: a. voor deelnemers voor wie het inburgeringstraject binnen de financieringstermijn van 12 maanden WIN met een gemiddelde van 600 lesuren onvoldoende is geweest, maximaal 18 maanden, b. voor de overige deelnemers maximaal 36 maanden. 6.2
7.
8.
WIN deelnemers die voor 2004 een WIN contract hebben afgesloten waarvan het traject doorloopt in 2005 geldt een aparte (tijdelijke) regeling, de zogenaamde half WIN regeling, zoals omschreven in artikel 8.7.
Bijzondere verplichtingen 7.1
Opdrachtgever verplicht zich verhogingen van de rijksbijdrage als gevolg van salarismaatregelen door te betalen aan de opdrachtnemer.
7.2
Opdrachtnemer verplicht zich te verzekeren tegen werkloosheidsuitkeringen.
Verantwoording 8.1
Beide partijen verplichten zich hun informatiestromen zodanig te regelen, dat de uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen geverifieerd kunnen worden.
8.2
Beide partijen dragen er zorg voor, dat zij beschikken over geordende gegevens, voor zover artikel 2.3.6 van de WEB daartoe verplicht.
5
8.3
Opdrachtgever verplicht zich: a. het bepaalde in de artikelen 2.3.3 en 2.3.4 van de WEB in acht te nemen; b. de betrokken organisatieonderdelen zo veel mogelijk te doen samenwerken ten behoeve van het bepalen van de educatieve activiteiten.
8.4
Opdrachtnemer draagt zorg voor een financiële verslaglegging van de ingezette middelen per productgroep Basiseducatie, Nederlands als tweede taal, financiering WIN (art. 8.8) en deelproduct half WIN gedurende het contractjaar 2005 in de vorm van een driemaandelijkse tussenrapportage aan opdrachtgever, aan te leveren binnen twee weken na afloop van het kwartaal. Opdrachtnemer draagt zorg voor een algehele financiële verantwoording van de ingezette middelen van het contractjaar 2005 per productgroep Basiseducatie, Nederlands als tweede taal, financiering WIN (art. 8.8), deelproduct half WIN en VAVO en verstrekt deze verantwoording voor 1 mei 2006 aan opdrachtgever. Genoemde financiële verantwoording is, naar rato van het werkelijk aantal deelnemers van de gemeente, gebaseerd op de realisatie 2005 conform de deelnemersgegevens in de geautomatiseerde bestanden van opdrachtnemer per 20 januari 2006. De verantwoording per productgroep dient te zijn voorzien van een accountantverklaring. De afrekening geschiedt op basis van de algehele verantwoording van de ingezette middelen.
8.5
Voor VAVO deelnemers geldt als teldatum 4 oktober 2004 voor de periode 1 januari 2005 tot 1 augustus 2005 en 20 oktober 2005 voor de periode 1 augustus 2005 tot 1 januari 2006, voor de deelnemers die daadwerkelijk zijn gestart.
8.6
Opdrachtnemer draagt zorg voor een inhoudelijke verslaglegging gedurende het contractjaar 2005 in de vorm van een driemaandelijks tussenrapportage aan opdrachtgever per productgroep Basiseducatie, Nederlands als tweede taal, financiering WIN (art. 8.8) en deelproduct half WIN en aan te leveren binnen twee weken na afloop van het kwartaal, alsmede een inhoudelijke eindrapportage per productgroep Basiseducatie, Nederlands als tweede taal en VAVO, aan te leveren voor 1 februari 2006.
8.7
Door aanpassing van het gemeentelijk beleid en een meer op de wet gerichte uitvoering van de WIN, werd per 2004 een deelproduct half WIN geïntroduceerd. Deelnemers die voor 2004 gestart zijn met een WIN traject hebben inburgeringstrajecten aangeboden gekregen van 18 maanden. De eerste 12 maanden van deze trajecten worden gefinancierd met WIN middelen, de resterende 6 maanden met WEB middelen. Voor de registratie van de deelnemers die de laatste 6 maanden gefinancierd worden met WEB middelen, is een half WIN rapportage opgesteld. Opdrachtnemer draagt zorg voor de rapportage van de deelnemers van het deelproduct half WIN en voert deze rapportage uit overeenkomstig de rapportage voor de productgroep NT2. De WIN deelnemers kunnen volgens deze half WIN regeling tot maximaal 01-07-2005 met WEB middelen gefinancierd worden.
8.8
Naast de in artikel 8.7 genoemde deelnemers, zal als tijdelijke regeling de WIN uitvoering gefinancierd worden met WEB middelen voor de periode 1 januari 2005 tot 1 juli 2005. Deze tijdelijke regeling voor de financiering van WIN wordt door opdrachtgever noodzakelijk geacht, in verband met het ontbreken van juiste en tijdige informatie van het Rijk over de financiering van de WIN voor het jaar 2005. Na definitieve bekendmaking door het Rijk van de WIN financiering 2005 zal een reallocatie van middelen tussen de WIN en WEB moeten plaatsvinden. Met opdrachtnemer zal hierover overleg gevoerd worden. De registratie, meldingen, overleg en uitvoering van deze tijdelijke regeling dient door opdrachtnemer uitgevoerd te worden alsof het de WIN uitvoering betreft en dient overeenkomstig uitgevoerd te worden op basis van de wet WIN.
6
9.
8.9
De opgenomen reservering in artikel 5.2 dient als buffer voor aanpassingen in de inkoopplanning en uitbreiding van trajecten na 01-07-2005. Na overleg tussen opdrachtgever en opdrachtnemer kunnen deze middelen een bestemming krijgen en deze bestemming wordt uiterlijk bij de start van het nieuwe schooljaar 2005 – 2006 schriftelijk aan opdrachtnemer verstrekt, als aanvulling op deze overeenkomst.
8.10
Voor de rapportage over het VAVO kan volstaan worden met een rapportage van twee keer per jaar. Daar waar per cursist gegevens gerapporteerd dienen te worden zal de opdrachtgever dit bij de aanvang van het leertraject aangeven.
Definitieve vaststelling van de middelen De middelen van opdrachtgever aan opdrachtnemer worden definitief vastgesteld op basis van de goedkeuring van het rijk ten aanzien van de inzet van de middelen, alsmede op basis van de rapportages volgens artikel 8.
10.
Algemene Inkoopvoorwaarden gemeente Hengelo Op deze overeenkomst zijn de Algemene Inkoopvoorwaarden gemeente Hengelo van toepassing, voor zover daarvan in deze niet uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Aldus overeengekomen en opgemaakt in tweevoud, te Hengelo de dato
Opdrachtgever, Opdrachtnemer,
Bijlage: 1.
“Productieplanning Educatie 2005” voor de gemeente Hengelo.
2.
Algemene Inkoopvoorwaarden gemeente Hengelo.
3.
Tekstverklaring gebruikte wetteksten
7