Anders samenwerken met het Bedrijfsleven Stadslab Groningen in het kader van Agenda Stad
Joost van Hoorn Henk-Jan Bierling
uitgave: Platform31 Den Haag, november 2014 Postbus 30833, 2500 GV Den Haag www.platform31.nl Opmaak: De Jongens Ronner.
Aanleiding De afgelopen periode is in Groningen hard gewerkt aan een nieuwe economische agenda. Deze agenda is opgebouwd uit het economisch uitvoeringsprogramma G-kwadraat, het Akkoord van Groningen 3.0 en het Convenant Ondernemend Groningen. Rode draad is de wens van alle partijen om effectiever en anders samen te werken. Ondernemers komen meer in de lead, de gemeente ondersteunt en faciliteert en het onderwijs wil zich nog actiever inzetten voor een sterke (kennis)economie. De vraag die tijdens dit Stadslab centraal staat is hoe gemeente en onderwijs- en kennisinstellingen het bedrijfsleven kunnen ondersteunen in het realiseren van de gezamenlijk geformuleerde doelstellingen uit de economische agenda.
‘De oplossing ligt in de samenwerking tussen de betrokken partijen’
Gemeenschappelijke visie waarmaken
Bedrijfsleven: organiserend vermogen genereren
Alle partijen zijn er van doordrongen dat versterken van het ondernemingsklimaat en de werkgelegenheid dé topprioriteiten zijn voor de komende jaren. De ambities zijn fors. Het streven is om de werkgelegenheid zo snel mogelijk terug te brengen naar het niveau van voor de crisis: naar 135 duizend werkzame personen. En daar wordt nog een schep bovenop gedaan: als extra ambitie moeten er eind 2019 137.500 personen werkzaam zijn. Bedrijfsleven, onderwijs- en kennisinstellingen en de gemeente Groningen werken samen aan een gezonde en duurzame economie, die leidt tot groei van bedrijvigheid, welvaart en werkgelegenheid. Alle partijen zijn gecommitteerd om hieraan bij te dragen. De vervolgstap is nu te analyseren wat de individuele agenda’s van bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en gemeente zijn en te bepalen hoe de synergie en samenhang tussen deze agenda’s kan worden versterkt. Tijdens enkele voorbereidende gesprekken is een eerste stap in deze analyse gemaakt. In deze notitie wordt een eerste beeld geschetst van de samenhang en fricties tussen de agenda’s van bedrijfsleven, onderwijs en gemeente Groningen.
Het Gronings bedrijfsleven is georganiseerd in vier bedrijvenverenigingen. Deze verenigingen zitten in een ontwikkeltraject van professionalisering. Het managen en committeren van de achterbannen blijft een belangrijke opgave en uitdaging. Daarbij is het zaak ondernemers te mobiliseren op voor hen wezenlijke belangen. In het Convenant Ondernemend Groningen (ondertekend op 2 november j.l.) is afgesproken dat gemeente en bedrijfsleven fundamenteel anders met elkaar gaan samenwerken. Uitgangspunt is dat beide partijen een andere opstelling kiezen: de gemeente zal niet meer de houding aannemen waarin zij “weet wat goed voor u is”, terwijl het bedrijfsleven veel meer het initiatief zal nemen bij de invulling van de economische agenda. Het doel is te komen tot een model van gezamenlijke sturing.
Versterken van het ondernemingsklimaat en de werkgelegenheid zijn dé topprioriteiten
Anders samenwerken Fundamenteel anders samenwerken vraagt om een fundamenteel andere houding en werkwijze van zowel bedrijfsleven als gemeente. Het aanbod vanuit het bedrijfsleven is om hun verenigingen door te ontwikkelen: professionaliseren, de netwerken en verbindingen versterken en ondernemers nog meer betrekken. Ondernemers doen al veel, onder meer via het Fonds Ondernemend Groningen en veel vrijwillige inzet ten behoeve
Anders samenwerken met het Bedrijfsleven
van verbetering van het ondernemingsklimaat in de stad. De inzet vanuit het bedrijfsleven op de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt kan beter, nu hapert het bijvoorbeeld nog in de samenwerking bij het Ondernemers Trefpunt (OTP).
De oplossing ligt in de samenwerking tussen de betrokken partijen
gemeenschappelijke uitvoeringsagenda en gebeurt dit in samenspraak met het bedrijfsleven en het onderwijs? Een andere vraag is hoe het bedrijfsleven ervoor kan zorgen dat zij stevig het stuur in handen neemt? Dit laatste vraagt nogal wat van het georganiseerde bedrijfsleven. Hoe kunnen de bedrijvenverenigingen hun achterbannen mobiliseren en wat mag in alle redelijkheid van het bedrijfsleven worden verwacht? Welke hulp gaat de gemeente bijvoorbeeld van ondernemers vragen bij de besteding van het budget voor economische zaken? In dit verband pleiten de voorzitters van de bedrijvenverenigingen voor een zwaardere rol van de Koepel Economische Agenda: koppel hier een uitvoeringsorgaan aan dat als onafhankelijk partij het bedrijfsleven, de onderwijsinstellingen en de gemeente kan ondersteunen bij de uitvoering van de economisch agenda.
Geleidelijke transitie De uitdaging is om in de komende periode de (gezamenlijke) uitvoering achter de economische agenda professioneel vorm te geven. Daarbij roept het bedrijfsleven de gemeente op om een aantal zaken anders aan te pakken. De gemeente heeft in het verleden altijd veel activiteiten voor haar rekening genomen. Nu de omgeving en maatschappij veranderen en de koers wordt verlegd richting het zelforganiserend vermogen van de samenleving, pleiten ondernemers ervoor dat de gemeente niet te snel zaken loslaat en aan ondernemers zelf over laat. Problemen en vraagstukken zijn niet meer alleen de verantwoordelijkheid van de overheid. Dat kan ook niet omdat de oplossing ligt in de samenwerking tussen de betrokken partijen. Maar het is wel van belang deze transitie geleidelijk te laten verlopen zodat het georganiseerd bedrijfsleven ook de kans krijgt die koppositie te pakken. Nu worden er door de gemeente veel ‘nieuwe houtjes op het vuur gegooid’ en zijn er veel nieuwe acties en initiatieven. Deze proactieve en doortastende houding wordt op zichzelf gewaardeerd, maar het bedrijfsleven vraagt om focus en support om die uitvoering van de economische agenda op te pakken en deels over te nemen.
Overheid en bedrijfsleven, een spannende relatie Hier ontvouwt zich een potentieel spanningsveld: de overheid heeft vooral oog voor het collectieve en lange termijn belang, terwijl ondernemers ook en misschien wel vooral kijken naar hun eigen belang op kortere termijn. Het ligt al gauw in de aard van een gemeente om de regie voor de gemeenschappelijke economische agenda naar zich toe te trekken. De gemeente heeft daarvoor ook de capaciteit en de middelen. Het is nu juist de intentie om het bedrijfsleven in de bestuursstoel te laten plaatsnemen in plaats van op de achterbank. Hoe kan worden voorkomen dat de overheid in de reflex schiet en de regie weer naar zich toetrekt? Hoe wordt het gemeentelijke budget voor economische zaken bijvoorbeeld ingezet ten behoeve van de
Anders samenwerken met het Bedrijfsleven
Koppel een uitvoeringsorgaan aan de Koepel Economische Agenda Sterkere positie voor EZ Daarnaast pleit het georganiseerd bedrijfsleven voor een sterkere positie van de afdeling economische zaken binnen de gemeentelijke organisatie. Als ondernemers vanuit het oogpunt van economie en werkgelegenheid werkelijk belangrijk worden gevonden, dan is het niet meer dan logisch dat het ondernemersperspectief, de ondernemersdienstverlening en de belangen van ondernemers veel meer leidend worden gemaakt in het handelen van de gehele gemeentelijke organisatie. Dit lukt nog onvoldoende. De aansluiting tussen gemeentelijke afdelingen en diensten is volgens de ondernemers nu niet goed (genoeg) en zij hebben daar last van. Er is behoefte aan bestuur dat werkgelegenheid, economie en ondernemerschap centraal stelt in al haar handelen. Dit vraagt niet zozeer wat van de afdeling EZ (hoewel meer mandaat helpt), maar zeker wat van andere afdelingen als ruimtelijke ordening, beheer openbare ruimte, vergunningverlening en sociale zaken. Als EZ het aanspreekpunt is voor ondernemers, dan moeten zij ook naar de rest van de organisatie zaken waar kunnen maken. Alleen dan kan de gemeente ondernemers ‘verleiden’ gedeelde verantwoordelijkheid te dragen voor de economische agenda.
Er is behoefte aan bestuur dat werkgelegenheid, economie en ondernemerschap centraal stelt in al haar handelen. Onderwijs: samen werken aan innovatie en kennisontwikkeling In een voorbereidend gesprek met vertegenwoordigers van het Alfa College en het Noorderpoort College is aangegeven dat de samenwerking met het bedrijfsleven op het operationele niveau prima verloopt. Er kan zeker nog wat worden verbeterd als het gaat om aspecten als de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt (aantal beschikbare stages-, leeren werkplekken), de samenwerking binnen het OTP of het aan een startkwalificatie helpen van kwetsbare jongeren. Maar over het algemeen is de samenwerking ‘state-of-the-art’.
De samenwerking tussen het Gronings bedrijfsleven en het onderwijs spitst zich echter nog onvoldoende toe op innovatie, kennisontwikkeling en kennistoepassing. Het is nu zaak om een impuls te geven aan het verdienvermogen van het bedrijfsleven. Er moet een bodem worden gelegd onder de economie van de stad en van de regio zodat nu en in de toekomst voldoende werkgelegenheid beschikbaar is. Dit vraagt van ondernemers dat zij voorbij de ‘waan van de dag’ nadenken over hun eigen toekomstperspectieven en voorbij het operationele niveau samenwerken met onderwijs, kennisinstellingen en overheid. Het onderwijs roept het bedrijfsleven op om meer open te staan voor de verdere (technologische en sociale) ontwikkeling van hun bedrijf. Innovatie, kennisontwikkeling en toepassing van nieuwe kennis staan daarbij centraal. De vraag hierbij is welke rol de bedrijvenverenigingen kunnen spelen in de matching van onderwijs- en onderzoek met kennis- en innovatievragen van ondernemers. Spelen bedrijvenverenigingen hierin een rol, of is dit een opgave voor individuele ondernemers en onderzoekers?
Het is nu zaak om een impuls te geven aan het verdienvermogen van het bedrijfsleven.
Anders samenwerken met het Bedrijfsleven
B a b e
Comakership: onderzoek en innovatie structureel inbedden Het onderwijs pleit ervoor dat er meer en beter in ‘multidisciplinaire ketens’ van bedrijven en onderwijsinstellingen (Mbo, Hbo, Universiteit) publiek - privaat wordt samengewerkt: comakership (dus meer nog dan cocreatie). Daarbij zouden maatschappelijke vraagstukken leidend moeten zijn en zich moeten vertalen naar onderzoekslijnen, ketensamenwerking, een leven lang leren en innovatie op de ‘ongekende en onverwachte’ cross-overs. Het aanbod van de ROC’s aan het bedrijfsleven is om hier op structurele basis aan samen te werken. Studenten worden door de ROC’s opgeleid in een multidisciplinaire context waarin informeel leren, samenwerken met Hbo’ers en een nieuwe leercultuur (een leven lang) wordt getracht mee te geven.
Beter samenwerken in multidisciplinaire ketens van bedrijven en onderwijsinstellingen De klacht van het bedrijfsleven is dat de scholen de afgelopen jaren te veel op zichzelf hebben gedaan en nog altijd te gefragmenteerd opereren. De scholen werken inmiddels wel beter samen en trekken nu meer in gezamenlijkheid op. Desondanks stelt het bedrijfsleven de vraag waar het bij het onderwijs moet zijn als het over innovatie gaat? Geconstateerd wordt dat individuele ondernemers de weg naar onderwijs en onderzoek wel weten te vinden, maar dat het gesprek over een structurele inbedding van onderzoeks- en innovatieprogramma’s niet wordt gevoerd. Er is behoefte aan een gremium waar dit kan plaatsvinden. Wat kan de Koepel Economische Agenda hierin betekenen? En welke rol speelt het OTP als coördinatiepunt in de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven?
Dansen doe je samen… Het voorgaande laat zien dat de agenda’s van bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en gemeente met betrekking tot innovatie, kennisontwikkeling, het versterken van de positie van het bedrijfsleven en de regionale economie en het vergroten van de werkgelegenheid parallel lopen. Een vanzelfsprekende verbinding is echter niet zomaar gelegd. De uitdaging is om synergie aan te brengen in deze agenda’s. Hoe kan de samenwerking zo worden vormgegeven dat partijen van elkaar
Anders samenwerken met het Bedrijfsleven
weten wat er speelt, dat er kleine diamantjes tot ontwikkeling worden gebracht, dat de motortjes van de economie nog harder gaan draaien en dat organisaties voorbij hun eigen belang hieraan bijdragen?
Breng synergie aan in de agenda’s van bedrijfsleven, onderwijs en gemeente … en begint met verleiding Opvallend tijdens enkele voorbereidende gesprekken was het gebruik van het woord verleiding. Het bedrijfsleven wil door de gemeente worden verleid om verantwoordelijkheid te pakken voor gezamenlijke uitvoering van de economische agenda. Het onderwijs wil het bedrijfsleven verleiden om samen te werken aan innovatie en werkgelegenheid in de regio. Dit brengt ons op het doel en de verwachte uitkomst van het Stadslab op 4 december. De minimale opbrengst van het Stadslab zou moeten zijn dat er enthousiasme ontstaat om op het strategische niveau van de ontwikkeling van de stedelijke en regionale economie met elkaar verder te praten, dat er een buzz ontstaat. De maximale verwachting van het Stadslab is dat direct kan worden gestart met bijvoorbeeld twee proeftuinen waarin wordt samengewerkt aan het laten ontstaan van multidisciplinaire ketens. De tip is om het te betrekken op de ontwikkeling van stad (space of places: gebouwen, plekken, knooppunten) en infrastructuur (space of flows: stromen, ketens, netwerken, ICT). Nog concreter: hoe kunnen investeringen in het verduurzamen en schokbestendig maken van het vastgoed worden gecombineerd met levensloopontwikkelingen (vergrijzing, domotica etc.)? En hoe kan een volgende impuls worden gegeven aan Healthy Ageing als samenwerkingsgebied voor onderwijs en bedrijfsleven? Wellicht dat het Stadslab de voorzichtige eerste antwoorden op deze vragen kan geven. Verschillende betrokkenen hebben al opgeroepen om dit Stadslab de eerste in een serie van bijeenkomsten te laten zijn. Het is aan u om deze handschoen op te pakken.
Agenda Stad Dit Stadslab wordt georganiseerd in het kader van Agenda Stad: het platform van steden, stedelijke partners en het Rijk om te laten zien dat de stad een cruciale plek is voor de oplossing van grote maatschappelijke opgaven.
Postbus 30833, 2500 GV Den Haag
www.platform31.nl
twitter: @platform31
Platform31 is de fusieorganisatie van KEI, Nicis Institute, Nirov en SEV