Weet ik feel © Toon Hermans 1954
Nieuwsbrief voor vrienden en fans over leven en werk van Toon Hermans Jaargang 5 nummer 1
maart 2011
Albert Verlinde en Roel Vente presenteren
Alex Klaasen
Inhoudsopgave
als Toon Hermans
Voorwoord - Maurice Hermans De Voorzitter opent - Toon Hermans Toon - Topevenementen - Luit Rienks Een auto voor Toon - Gilbert Vogt Het lepeltje van Toon - Joop Huysdens Alipilipoza - Dick Schoemaker Interview uit de vorige eeuw - Fons Hermans Dagboek van een fan - Jan Verkennis The Making Off the Musical - Maurice Hermans
Pagina 2 Pagina 3 Pagina 5 Pagina 7 Pagina 7 Pagina 8 Pagina 9 Pagina 11 Pagina 12
Wieneke Remmers als Rietje
Jan Elbertse, Eva Poppink, Guy Clemens, Tina de Bruin en Wouter Zweers Muziek Rutger Laan, Edoardo Righini en Freek Halsema
Fotografie: Roy Beusker
Script Pieter
van de Waterbeemd
Regie Ruut
Weissman
Met dank aan Toon Hermans B.V. vertegenwoordigd door Stichting Toon Hermans cover/affiche foto Roy Beusker
www.toondemusical.nl
info / kaartverkoop: 1
0900 - 4000 300 (€ 0,45 pm)
Voorwoord Maurice Hermans
Beste lezers van Weet ik feel,
H
et afgelopen jaar 2010 was een bewogen jaar. Niet alleen voor de familie maar ook, en dat blijkt uit de tientallen brieven die wij mochten ontvangen, voor velen van onze lezers, fans of bewonderaars van Toon Hermans. Sittard 2010 zal nog vele jaren in onze herinnering blijven als een opmerkelijk herdenkingsjaar, maar zeker ook als feestjaar. Uitvoerig berichten wij u hierover in onze voorgaande edities van Weet ik feel. Het begon allemaal op 22 april 2010 en het beloofde op 17 december in Sittard een waardig afscheid te worden van dit memorabele jaar, ware het niet dat Koning Winter hier een stokje voor stak. Niet al te vaak is er in ons landje zoveel sneeuw gevallen als op die dag in december waardoor het totale verkeer en openbaar vervoer volledig verstopt raakte op onze snelwegen, rails en water. Zo ook de bus met de medewerkers van de musical Toon die op die dag de Limburgse première zouden spelen in de stadsschouwburg van Sittard als afsluiting van het Toonjaar 2010. Vier en een half uur duurde de busreis alleen al om het spiegelgladde Amsterdam uit te geraken. Besloten werd om toen maar de voorstelling te annuleren en gelukkig had een ieder hier begrip voor. Nu is er het merkwaardige verschijnsel, dat na overleg is besloten om het Toon Jaar 2010 officieel af te sluiten op 22 mei 2011 met een speciale ingelaste voorstelling van de Toon musical en natuurlijk wordt dan op op die avond ook de Toon Hermans Award uitgereikt aan de gemeente Sittard-Geleen. In deze editie natuurlijk heel veel aandacht voor de musical TOON met Alex Klaasen in de hoofdrol. De landelijke première van de musical Toon, vond plaats op 9 december 2010 in de Stadsschouwburg van Tilburg. Het theater waar Toon Hermans ook vele malen de première beleefde van zijn Onemanshows. Ook kregen we een leuk verhaal gestuurd van een toenmalige mede werker van een garagebedrijf, die persoonlijk aan Toon Hermans zijn geheel gerestaureerde auto kwam afleveren en superfan Dick Schoemaker vertelt over een van zijn ontmoetingen met Toon en herinnert zich een hele aardige anekdote. We gaan u de komende edities laten her-genieten van mooie exclusieve verhalen en interviews. Deze editie deelt de broer van Toon zijn visie met ons. We noemen deze rubriek: Interviews uit de vorige eeuw! Een van de CIOS*-sportschoolvrienden van uw eindredacteur vertelt het verhaal over een Toonlepeltje. Kortom weer genoeg leuke herinneringen om op een van de gure maartse avonden eens gezellig te genieten van Toon Hermans. Ik wens u veel plezier. Maurice Hermans
*CIOS (Centraal Instituut Opleiding Sportleraren)
2
De voorzitter opent… Toon Hermans
Nieuwjaar Lief kind. Rozebolletje met je wangen van zacht en je ogen van hemelglas en je lieve vuile handjes, met je gescheurde broek en de schram op je kinnetje. Jij bent mijn krachtbron. Mijn danspop. Mijn lichtvogeltje dat fladdert door de laatste donkere nacht van december. Kom slapen, lief kind, tegen mijn wang en de warmte van je kleine lichaam doordringt mijn koude hart. Buiten schreeuwt de wereld een armzalig feestelijk ratjetoe door elkaar. Kranten krijsen de laatste gedrukte ellende van het jaar uit. Lichtletters lopen over het stadsdak als spoken in avondtoilet. Alles vecht nog. Mijn danspop slaapt. Mijn kind.
Foto: Eliza Hermans
De nacht van de eenendertigste is buiten nog volop aan de gang. De strijd duurt voort. Extra hevig vannacht. De strijd om de gouden cirkel, om de ijzeren zetel en de volle geldpot. Om de zilveren eer en om de krans van kralen en stralen om het fluwelen bed en de diamanten dolk. De strijd om de eerste klap en de laatste schop, om de verlossende seconde en de beslissende flits. De dans rondom de geldpot gaat voort vannacht. Ononderbroken. Het gouden kalf slaapt niet. Nooit. Rinus, de grote betonman, krijgt vanavond de zilveren eer. Rinus die leuke man van de plaat krijgt de galabal aangeboden en de kralenkrans is voor Liz. Bart krijgt de goudbol van het jaar. Geweldig! Geweldig! O, wat een doos bonbons. Alleen die strik al. Voor wie is die? Oh, ze lachen, ze lachen.. Wat een fijne sfeer, hé? Gezellig. O, hoor nou es... Daar knallen de vuurbollen los. Zzzzzzzzz... kijk er hoe hoog! Aaaiij! Goudslingers werpen zich naar de hemel. De sterren glimlachen. Nieuwe vuurbollen... hoog en ver. Ach! Hoor es... wéér geknal. Stemmen zingen luid en onsamenhangend. De ogen scheuren open. De drankbottel loopt over...helemaal over. Er is geen controle meer. Hoera! Champagne... Bier. Rivieren bier. Het geurt. Het stinkt. Het nachtschip wordt te water gelaten. Ze schreien. Ze lachen. Ze gillen. Hoera! Water en vuur. Kom, mijn danspoppetje. Mijn lief kind met je wangen van zacht en je ogen van hemelglas. Jij hebt mij stil gemaakt, rozebolletje. Stil gemaakt en blij in deze luidruchtige sterf nacht van het jaar.
3
Biografische opeenvolgingen… Luit Rienks
W
aar wilt u dat ik over schrijf? Over Toon de biografie? Over Toon de musical? (Ook biografisch) of beide? Gezien de actualiteit, zou op dit moment de nog lopende musical misschien de voorkeur verdienen; daarmee zou ik echter, de in november 2010 verschenen biografie, schromelijk te kort doen… Een beschouwing van beide, dwingt mij echter wel tot enige insnoering. Maar is dat erg? U heeft zelf immers geholpen door de media, al voor een groot gedeelte uw mening kunnen bepalen…. Beschouwt u mijn bijdrage dus maar als toegift! Laat ik, om in de juiste tijdsvolgorde te blijven, maar beginnen met de biografie: Een lijvig boekwerk, waarbij, bij het hanteren en lezen, de aangewende energie van biograaf Jacques Klöters nog duidelijk voelbaar is… Gelukkig heeft de auteur voor hetere vuren gestaan. Zo verscheen van hem naast een aantal kleinere boekwerken, reeds in 1987 bij het 100-jarig bestaan van Carré, een andere imposante pil, getiteld: 100 jaar amusement in Nederland. Als gedreven Toon-fan, met een uitgebreid archief, moet ik vaststellen dat de auteur zich bij de biografie uitermate breed heeft georiënteerd en weinig van Toon’s grote carrière en leven onbelicht heeft gelaten. Hierbij komen niet alleen zijn hoogtepunten aan de orde, maar wordt ook niet voorbijgegaan aan zijn dieptepunten. Weinig buitenstaanders zullen b.v. weet hebben gehad, van Toon’s depressies. Het toont maar weer eens aan, dat zelfs een levenskunstenaar, soms kan worstelen met het leven. Het schijnt welhaast alle grote artiesten eigen te zijn…. Ook wat betreft zijn ’liefdesleven’ worden bepaalde suggesties gewekt, voortkomend uit het feit, dat Toon in het begin van zijn carrière, nogal stevig omringd was door vrouwelijk schoon… Maar laten we, wat dat betreft, geen al te voorbarige conclusies trekken en dit met een zekere mildheid bekijken. En zo er sprake mocht zijn geweest van wat pekelzondes, zijn ’liefdesleven’ kon, volgens de heersende opinie, in vergelijking met veel andere artiesten, de toets der kritiek ruimschoots doorstaan. (Jammer genoeg wordt dit niet vermeld). Het boek voert ons langs een onnoemelijk aantal locaties, en een oneindige reeks mensen die korter of langer met Toon hebben samengewerkt. Hierbij komt Toon niet altijd als een gemakkelijk man naar voren. Hij vroeg bij het verwezenlijken van zijn ambities niet alleen het uiterste van zijn mensen, maar ook van zichzelf. Toch is het kenmerkend, dat veel van zijn oud medewerkers nog steeds lovend over hem spreken en soms, bij de gedachte aan hem, tot tranen toe geroerd zijn. Het afgelopen herdenkingsjaar heeft aangetoond, dat ook zijn publiek hem nog steeds op handen draagt!
Foto cover Biografie Max Koot
4
Het boek is een intrigerend, informatief naslagwerk geworden, dat ons naast een glorierijke carrière, ook confronteert met de randverschijnselen. Toon kende echter de ups en downs van het leven en wist dit soms op meesterlijke wijze onder onze aandacht te brengen…
foto’s musical Toon - Roy Beusker
Ja, en dan is er natuurlijk ook nog de ’biografische’ musical, waarbij ik mijn aanvankelijke scepsis echt heb moeten terugnemen… Alex Klaasen in de rol van Toon?? Natuurlijk, een zeer talentvolle jongen, die zich reeds op diverse fronten had waar gemaakt; maar als ’afgezant’ van Toon op aarde? Bovendien iemand, met een nogal mank gaande fysieke vergelijking. Kan dat wat worden? Mag een betrokken fan misschien zijn bedenkingen hebben…? Gelukkig had ook Alex zijn twijfels, die hij echter op geheel eigen wijze (en behulp van de grimeur) voortreffelijk naar zijn hand wist te zetten! Want ondanks het feit dat de kritieken in de media soms meedogenloos kunnen zijn, waren deze, vanaf de première in Tilburg op 9 december 2010, direct lovend! En ook ik moest mij, na de voorstelling op 15 december in de schouwburg van Arnhem, gewonnen geven! Alex had een indringende studie van Toon gemaakt en bracht deze, in woord en gebaar, op ingetogen wijze voor het voetlicht. Daarbij bleek hij ook nog over een zeer goede zangstem te beschikken (Een eik is ’n eik!). Natuurlijk viel er best iets aan te merken. Zo vond ik hem b.v. in zijn rol als voorzitter van Ons Genoegen wat bleekjes en te geforceerd; en miste ik een beetje de zwoegende betoogtrant van de gemankeerde dorpsvoorzitter. Toch wist hij het wezen van Toon in alles tastbaar te maken. Op zich al een knappe prestatie! Speelden de andere acteurs dan geen rol van betekenis? Jazeker! Zij zorgden, in een carnavaleske entourage en sfeervolle muzikale omlijsting, voor geïnspireerde vertolkingen en harmonieus samenspel. Hierbij kan nog worden opgemerkt dat de Wieneke Remmers (begin februari vervangen door Céline Purcell) zich gereserveerd voegde in haar rol van Rietje en Tina de Bruin mij compleet verraste als Phyllis Lane. En terwijl de schim van ’de fluitjesman’ (Jan Elbertse) tastbaar door de voorstelling waarde en ik mij afvroeg wat Toon van dit alles zou vinden, hield zijn beschermengel Gabriël (Wouter Zweers) trouw de wacht; klaar, om bij elk gevaarlijk spel zijn vleugels uit te slaan om hem voor onheil te behoeden… Decor, belichting en muziek deden de rest. Alle lof verder ook voor producenten, productie, creatives en crew!
Praten en discussiëren over Toon Luit Rienks
bron: © Internet
N
aast de biografie en de nog lopende musical, vonden er, aan het eind van het afgelopen jaar, nog een aantal interessante gebeurtenissen plaats. Zo was er op 13 oktober 2010 op initiatief van Studium Generale Maastricht het tweegesprek tussen Freek de Jonge en hoogleraar letterkunde Wiel Kusters, over de specifieke eigenschappen van Toon. Zo’n 250 mensen waren naar de collegezaal aan de Tongersestraat gekomen om te luisteren naar hun boeiende betogen. Freek stak zijn bewondering voor de grote showman niet onder stoelen of banken, vertelde hoe hij door hem was beïnvloed en lichtte dit toe aan de hand van eigen beeldfragmenten. Hij kenschetste, hoe knap Toon een grap opbouwde en trapsgewijs naar de lach wist te leiden. Prof. Kusters had veel affiniteit met de gedichten van Toon en sprak er lovend over. Hij had, in tegenstelling tot de critici, Prof. Wiel Kusters die zich nog wel eens denigrerend over de ’versjes’ van Toon willen uitlaten, een totaal andere visie. Hij noemde ze, door hun aansprekendheid versjes met een grote V en vergeleek Toon in dit opzicht zelfs met de vooraanstaande Maastrichtse dichFreek de Jonge ter Pierre Kemp (1886-1967). Daarnaast was er op 18 november 2010 in de bibliotheek BiblioNova in Sittard een lezing van de arts (en auteur) Mieke Mosmuller-Crull, over de spirualiteit van Toon Hermans. Mieke had in haar nieuwe boek Zoek het licht, dat op gaat in het westen een poging gedaan om een opening te vinden naar de levensvragen van de mens. Over dit onderwerp zocht zij in 1995 contact met Toon. Uit deze gesprekken, die met tussenpozen enkele jaren bestreken, ontstond in 1998 op beider naam, een boeiend boek getiteld: Gewoon God. In haar lezing voor een groep van zo’n kleine vijftig toehoorders verwoordde zij o.a. de gevoelens van verwarring, na haar eerste ontmoeting met Toon. Uit haar lezing komt naar voren dat de tweegesprekken voor haar een soort ontdekkingsreis zijn geweest, waarin twee verschillende belevingswerelden elkaar ontmoetten. De belevingswereld van Mieke die in z’n algemeenheid gebaseerd is op het verstand, -met een sterk spirituele compo-
5
nent; tegenover de geloofswereld van Toon die het gevoel boven het verstand plaatst. Mieke’s opvatting is: dat het een leeft in het ander, het ander in het een… De ontmoeting met ’de wijze oude man’ heeft, naar zij zegt, veel bij haar losgemaakt. In de pauze en na afloop was er gelegenheid tot het kopen van haar boeken, die door haar op verzoek werden gesigneerd.
omslag boek Gewoon God naar een schilderij van Toon Hermans
Diezelfde avond signeerde ook Jacques Klöters zijn biografie bij boekhandel Krings in de Brandstraat. Tenslotte was er op donderdag 2 december in Centre Cèramique te Maastricht (in de middagpauze) onder het motto Letters bij de lunch ook nog een ’andere eigentijdse waardering’ van Toon’s gedichten. De neerlandicus Ad Kolle bekeek de gedichten van de Sittardse levenskunstenaar vanuit een hedendaags perspectief, ter afsluiting van het Toon Hermans jaar. Was Toon een mooi weer filosoof, een kitchdichter? De conclusie die kon worden getrokken was: Toon was de poët van het gewone woord.
(advertentie)
Eerbe‘Toon’
Koop nu dit postzegelboekje Toon als blijvende herinnering. Het boekje bevat mooie beelden van Toon Hermans en natuurlijk 9 unieke postzegels van Toon. Ga snel naar het postkantoor van TNT Post of www.tntpost.nl/toon.
6
De sterren van Toon
den Mercedes Benz in huis, maar wij waren zo gewoon gebleven. Iedereen was daar altijd van harte welkom.
Gilbert Vogt
In september 1997 kregen wij de opdracht om de Mercedes Benz 500 SEC van Toon Hermans te mogen restaureren. Tot het moment van ophalen, stond de auto ‘een beetje afgedankt groen’ onder de carport van zijn tuin. Toch had deze steropmotorkap-grill een bijzondere waarde voor hem. In deze auto reed hij namelijk altijd samen met zijn Rietje ‘zijn ster’ alle theaters van Nederland af. We hebben deze auto voor fl.25.000,= gulden weer als nieuw gemaakt. Een goede reden om met een bos bloemen de auto opnieuw bij Toon Hermans af te leveren. Samen met mijn collega Gerard Mulder leverden wij zijn ‘nieuwe’ auto op 8 april 1998 in Bosch en Duin af. Ik weet goed toen we het terrein bij hem opkwamen rijden. Toon Hermans zat buiten op zijn hometrainer en onder een afdak van zijn huis te fietsen. Hij was nog nog aan het revalideren van zijn hersenoperatie, maar ook alweer volop bezig met zijn nieuwe cd.
Fotograaf:
[email protected]
H
et is alweer tien jaar geleden dat Toon Hermans is overleden. Ik weet nog als de dag van gisteren onze eerste en laatste ontmoeting.
“Alstublieft meneer Hermans, uw nieuwe auto.” Hij lachte een beetje, maar ik zag toch ook een verbeten gezicht van gemis en pijn. Met wie kon hij dit moois nu nog delen, moest hij nu heel blij zijn? Ik had gewoon een beetje medelijden met hem. Ik hoef er nu nog maar weinig moeite voor te doen, want de waterige blik in zijn ogen ben ik zelfs na ruim tien jaar nooit meer vergeten.
In 1998 werkte ik voor Mercedes Benz dealer Pordon. Dit bedrijf was gelegen op de Autoboulevard in Utrecht. Het bijzondere van het bedrijf was de laagdrempeligheid. Dit kwam door het eenvoudige gebouw en de gastvrije toegankelijkheid van het personeel. We had-
HET LEPELTJE VAN TOON Joop Huijsdens
D
e jonge cabaretier Toon Hermans was eind jaren 40 verbonden aan Theater Plezier van Floris Meslier. Ter gelegenheid van het eerste lustrum van het theater (1945-1950) werd er tijdens een voorstelling een theelepeltje verloot. Met daarin een gegraveerde beeltenis van Toon. Het lepeltje werd gewonnen door iemand, die jaren later een goede kennis van mij zou worden. Van jongs af aan ben ik een fan van Toon Hermans. Ik was twaalf toen ik voor het eerst een show van hem zag. Iedereen in mijn omgeving weet dat ik een groot bewonderaar ben van Toon. Zo ook de genoemde kennis. Van hem kreeg ik het lepeltje. Dat kreeg een mooi plaatsje bij ons op het dressoir. Ik ben inmiddels gepensioneerd. Mijn vrouw en ik maken af en toe een uitstapje. Afgelopen september bezochten we de expositie van Toon’s schilderijen en attributen in museum het Domein te Sittard. Tot mijn verrassing was Maurice Hermans aanwezig. Ik heb met Maurice op het C.I.O.S. gezeten, waar we beiden een sportopleiding volgden. Dat is inmiddels 43 jaar geleden! We hebben elkaar de hand gedrukt en heel even gesproken, want Maurice moest een rondleiding verzorgen. Korte tijd later ontving ik een e-mail van Maurice. Hij zou het leuk vinden, als we bij een volgend bezoek aan Limburg, eens bij hem langs wilden komen. Om wat uitgebreider met elkaar te praten en oude herinneringen op te halen.
foto: Janny Huijsdens
Uiteraard reageerde ik enthousiast en vroeg hem terloops, of hij misschien een lepeltje met de beeltenis van z’n vader erop wilde hebben. Eigenlijk was ik In de veronderstelling dat hij waarschijnlijk wel 100 van deze lepeltjes in zijn bezit had. Maar niets was minder waar! Maurice mailde mij vrijwel direct terug. Er waren maar twéé van deze lepeltjes gemaakt! En ze waren niet eens identiek. Eén was gemaakt voor een jubileum van AVRO’s Bonte Dinsdagavondtrein. Het andere voor het lustrum van Theater Plezier. Hij wilde het lepeltje graag hebben. Een afspraak was snel gemaakt. Op 11 december j.l. reisden mijn vrouw en ik weer naar Limburg. Mèt lepeltje. We werden allerhartelijkst ontvangen door Maurice en zijn charmante vrouw Mary. Het werd “een dag met een gouden randje”, zoals Toon zou zeggen. En na ruim 60 jaar, is het lepeltje van Toon, terug bij de familie Hermans!
7
“ALIPILIPOZA”
lems en ik kreeg een Cd van hem met door hem zelf gezongen Amsterdamse liedjes. Hij was dol op zingen.
Dick Schoemaker.
Ik ontmoette Toon Hermans voor de eerste keer in de stadschouwburg van Utrecht. Aan Maurice Hermans, in die tijd actief in de show als aangever, manager en chauffeur van ” LIPILIPOZA” Wat is dit nu, zult u zich wellicht vader Toon, vroeg ik vooraf of ik een handtekening mocht afvragen;een toverspreuk, een buitenlandse naam, vragen en of ik mijn plakboeken kon laten zien. Veel te een theateract, een programma, een product? Nee vroeg (bang om aankomst van Toon en Maurice te missen) hoor, het is één van de ”klankwoorden” die ik Toon Hermans was ik bij de stadschouwburg en geduldig wachtte ik af in (toen ik meneer Hermans voor het eerst mocht ontmoeten) én bij de hal van de schouwburg. Daar kwam uiteindelijk de op de bühne hoorde zeggen tijdens de gebruikelijke soundcrèmekleurige Mercedes met Toon Hermans aanrijden en check vlak voor elke Onemanshow. stopte bij de hoofdingang. Als dat woordje klonk en er werd teruggeroepen “OK” dan Toon en zijn gevolg liepen naar binnen. Ik wachtte de was de uiterst belangrijke instelling voor geluid (microfoon gelegenheid af naar hem toe te lopen, stelde me voor gaf voor Toon en voor musici/instrumenten) die avond uiteindemeegebrachte bloemen en we hadden een korte maar aanlijk in orde bevonden. gename ontmoeting. Daarin zei Toon nog: ‘ Zo is Herman van Veen ook eens hier op Een magisch woord, “Alipilipoza” dat deze plek bij me komen ik altijd heb onthouden. Het woord aanlopen’. staat mede aan het begin bij mijn Met veel geluk, had ik voor verwondering over en bovenal enorme die avond tóch nog een bewondering voor Toon Hermans, een kaartje kunnen bemachtibijzondere man die als een soort ”rode gen. draad” door mijn leven loopt. De sympathieke kassajuffrouw seinde me om 5 De Toon Hermans sfeer, de magie, minuten voor aanvang dat de warmte, zijn stem, de prachtige er drie kaartjes niet waren liedjes, conferences, versjes, de schilopgehaald. derijen, de eenvoud die zo reusachtig Was zelf in de wolken tijdens blijmoedig én ontroerend emotioneel die show. uitpakt bij publiek, de discipline, Na de show in het donker alle zorgvuldige voorbereidingen, de staan wachten vlakbij de wijsheid, het kolderieke, het ongecomartiesteningang. Eerst kwam pliceerde, tranen van het lachen en Maurice naar buiten en tranen van ontroering, de uitbundigstartte alvast de auto en de heid en de ingetogenheid. verwarming, zodat vader Enfin, te veel om alles in één zin op te Toon meteen in een voorversommen. warmde auto kon instappen en vertrekken. Die avond is De eerste keer dat ik Toon Hermans het aangevraagde gesprek zag optreden was met mijn ouders in niet doorgegaan, maar... affiche ontwerp: Scapa Zwitserland oktober 1974 in het Koninklijk Theater een paar dagen later lag er Carré in Amsterdam. We zagen toen een brief van Toon Hermans zijn toenmalige onemanshow met in de brievenbus of ik naar het affiche van het “FeestneusmanHilversum bij hem thuis kon netje” en we genoten van conferences en liedjes zoals: Dag komen. mensen, Snieklaas, De appels op de tafelsprei, Jij jij jij en Ik wist niet wat me overkwam! Helemaal uit mijn bol natuurBloemen in de straten. lijk! Eigenlijk veel te vroeg met de trein naar Hilversum, bij Wekenlang had ik thuis gevraagd of we konden reserveren het station een fiets gehuurd en naar het huis van Toon & of dat we een bezoek aan familie konden combineren met Rietje gefietst met een marinekoffer vol plakboeken en een ’s avonds een optreden van Toon. Ik had het zelfs op mijn boeket bloemen voor Rietje. “Maar zo’n mooi boeket had verlanglijstje gezet voor verjaardag én voor Sinterklaas. echt niet gehoeven hoor”, zei ze verlegen. Ik vertelde over En uiteindelijk lukte het, want het was moeilijk om aan mijn afspraak en liet de brief zien. Met haar zachte, vrienkaartjes te komen. Boven in de nok van Theater Carré (op delijke stem liet ze me binnen en ik rook meteen olieverf het schellinkje) moest ik vooraf mijn kaartje afgeven aan een en koffie. Wat een belevenis! Helaas was Toon zelf er op dat suppoost bij de ingang van de zaal. Die man kon een tweemoment nog niet want hij was op het tennispark het Melkling zijn van Toon zelf. huisje met Maurice. Na een tijdje begon Rietje zich toch wat zorgen te maken…Ze zei, stap maar in mijn auto, dan rij ik Jaren later was ik bij het Gala van de Eeuw t.g.v. het 100-jaje naar het nabij gelegen tennispark. rig bestaan van Theater Carré (waar Toon Hermans uit hanMaurice ving me op en een paar minuten later waren we den van toenmalig burgemeester van Thijn de eerste weer terug, thuis bij Toon. En daar was een dikke anderhalf De Hermans (prestigieuze theateronderscheiding) mocht uur zo vol gepraat. Toon en Maurice bekeken vol bewondeontvangen voor zijn gehele artistieke oeuvre. Ik ontmoette ring mijn plakboeken en lazen mijn dagboeknotities. die avond ook diezelfde portier (voornaamgenoot) Dick Wil-
A
8
INTERVIEWS UIT DE VORIGE EEUW Fons Hermans, broer van….
E
r is een Toon Hermans, die iedereen kent. Dat is de man van het maandenlang uitverkochte „Carré”, van de superkijkdichte televisieuitzendingen, van de succesvolle tournees door Oostenrijk en Duitsland. Het is de man met de Broadway aspiraties. Wanneer mij zou worden gevraagd iets over hem als artiest te schrijven, zou mijn eerste reactie zijn: „Laat dat nou asjeblieft een ander doen.” Niet omdat het mij ontbreekt aan bewondering voor zijn artistieke prestaties, maar omdat de figuur van iemand, die de loftrompet over zijn bloedeigen broer staat te steken, mij nogal onaantrekkelijk voorkomt. Daartoe immers zou ik in dat geval worden gedwongen. Vraagt men mij echter aan de hand van Toons binnenkort te verschijnen boekje iets te vertellen over een andere Toon Hermans, over de mens zoals die achter de bonte coulissen van het theater zichzelf is dan doe ik dat graag. Men moet mij hier goed verstaan: ook vóór de coulissen is Toon zichzelf, ondanks de minutieuze timing van elk woord en van elk gebaar. Dat is juist zijn grote kracht. Hij staat met geheel zijn persoonlijkheid achter zijn werk. Hij leeft eerst ten volle als hij op het toneel staat. Het contact met zijn publiek is voor hem een zó grote levensbehoefte geworden, dat hij, wanneer hij een tijdje niet „werkt”, zich onbehaaglijk gaat voelen, zenuwachtig wordt en met een zekere melancholie blijft stilstaan bij de gedachte, dat hij „op weg naar het einde” is: Komaan man, Zing! Misschien rest maar een korte tijd. Waarschijnlijk komt ze plotseling de nacht zonder ontbijt. Het uitbundige „ja tegen het leven”, waardoor geheel zijn werk wordt gedragen, is de vrucht van een wonderlijke combinatie van eigenschappen, die de alleen maar lachende theaterbezoeker niet in hem aanwezig vermoedt. Een combinatie, waarin de optimistische elementen weliswaar domineren, maar zich tóch slechts boven water kunnen houden in een voortdurende tweestrijd met de pessimistische. Men zou kunnen
foto: archief familie Hermans
zeggen, dat Toon het pessimisme zo hartgrondig verfoeit en soms zo genadeloos geselt, juist omdat hij zichzelf er telkens tegen moet afzetten. Ook bij hem is, zoals bij alle grote humoristen, de humor een stuk zelf bevrijding, een zich hartstochtelijk vastklampen aan de lichtzijde van het leven met op de achtergrond het voortdurend latent besef van de tragiek, die in de betrekkelijkheid van alle dingen, in de broosheid van het leven met zijn ongrijpbare mysteries onontkoombaar gegeven is. En tenslotte aanvaardt hij dat alles met de gelatenheid, die de gerijpte mens tegenover het onvermijdelijke eigen is. Mensen, die alleen maar de buitenkant van het „paillettenvak” zien, zullen zich misschien afvragen: Is het niet wat te zwaarwichtig, zó over een humorist te schrijven? Wie geen of weinig gevoel voor de verborgen bronnen van de humor heeft, zal die vraag zonder dralen bevestigend beantwoorden. Kierkegaard, die als weinig anderen de existentiële problematiek van het mens-zijn beleefde, dacht er echter anders en heel wat zuiverder over: „Wanneer ‘n ironische mens lacht over de grappen en invallen van een humorist, dan is het alsof de gier hakt in de lever van Prometheus; want de invallen van een humorist zijn geen kinderen van een goede geluimdheid, maar smartenkinderen, en met elk van hen gaat een klein stukje van zijn diepste innerlijk af... Zijn lach is dikwijls als de grijns van een dode. Zoals de door smart afgeperste
9
schreeuw wel lachwekkend voorkomt aan iemand, die op een grote afstand niets vermoedt van de plaats, vanwaar hij komt... Humor is daarom eigenlijk allereerst speculatief. Hij is de onwankelbaar echte, geniale gemoedsstemming vooralle ervaring.” (S. Kierkegaard: Dagboeken II A, 179-192). Ik stel het op prijs deze woorden van de grote Deense filosoof hier te citeren omdat zij wellicht ertoe kunnen bijdragen de verwondering te temperen van sommige lezers, die in het binnenkort te verschijnen boekje van Toon gedichten en prozastukjes zullen aantreffen, ten aanzien waarvan zij zich zullen afvragen: Is dat nu dezelfde Toon Hermans van de „sprekert” en het „high society banket”, van de zonovergoten liedjes en de dolle kolderpraat? In dat boek, een keus uit, vaak inderhaast, neergekrabbelde reflecties op eigen ervaringen gaat het scherm op voor de première van een nog onbekende Toon. Ik hoor het hem al zeggen: Dat van die première had je niet moeten schrijven... Veel te gewichtig... De mensen verwachten er dan te veel van.” Laat mij er daarom onmiddellijk aan toevoegen: Toon heeft niet de pretentie nu plotseling furore te maken als dichter, literator of hoe men het ook noemen wil. Hij heeft alleen maar simpelweg de behoefte gevoeld zijn publiek iets te laten zien van de persoonlijke achtergrond, waartegen zijn werk zich voltrekt. En deze achtergrond is dezelfde — maar dan verfijnd door zijn artistieke gevoeligheid als die van elk mensenleven. Wij kennen allemaal dagen van zon en licht, waarop zelfs de gewoonste dingen in de glans van onze blijheid een feestelijk aanzien krijgen en wij Toon kunnen nazeggen: Vandaag is de lege fles, die is aangespoeld op het strand, gevuld met champagne. De lege kist is opeens vol blozende appelsienen. De dorre tak krijgt nieuwe bladeren van blij groen. De jampot is gevuld met rijpe aardbeien. Het eenzame strand wordt overspoeld met feestelijke klank. Vandaag ben ik gelukkig.
En is de lyriek van deze „Kusrapsodie” met haar in één adem volgehouden vaart van beelden en gevoelstonen niet, ondanks de „ouderwetse” rijmelvorm, van een grote suggestieve kracht?
Als Toon zijn geboorteplaats Sittard bezoekt komt het nog herhaaldelijk voor, hoe ongelooflijk het sommigen wellicht toeschijnt, dat hij koers zet naar het kerkhof aan de Wehrerweg en daar een paar uur lang in zijn eentje ronddwaalt tussen de graven van zijn oud stadgenoten, van wie hij er velen nog persoonlijk heeft gekend. Bij een van die bezoeken noteerde hij:
En zij kusten en kusten en alles rondom dat loste zich op in één stralende blom van goud en briljanten van zilver en vuur en zij kusten en kusten al meer dan een uur al meer dan een avond al meer dan een nacht en zij kusten en kusten vertederd en zacht en ‘t was of er verder niets anders meer was dan kussen en kussen in ‘t zomerse gras de spoorwegen staakten de moordenaars moordden de dijken die braken maar allebei hoorden ze niets dan de liefde die zong om hen heen en ‘t was of de aarde rondom hen verdween ‘t was enkel maar hemel en zalig en zoet en zij kusten en kusten en zo was het goed.
“Ik ben alleen hier met mijn doden begon de tuinman zijn macaber lied. Ik snoei de bomen en ik leg de groene zoden en graaf de kuilen als geen mens het ziet. Mijn taak is onopvallend maar ‘t moet gebeuren. Wanneer de stoet komt, dan ziet niemand mijn gezicht, maar als ze amper in de zwarte auto’s zitten kom ik tevoorschijn en ik gooi de kuilen dicht. Niet minder opvallend is het in verband brengen met de dood van dingen en situaties, die er zo te zeggen, althans in de orde van het logisch denken, niets mee te maken hebben. Bijvoorbeeld in dit rijmpje: Zolders hebben altijd iets helders. Dat kun je niet zeggen van kelders... Omdat de kelder veel dichter bij ‘t graf ligt en de zolder d ‘r een heel eind van af ligt. Een zelfde associatie, meer latent, maar toch duidelijk genoeg, vinden wij terug in het gedichtje „De Tuinkabouter”: Hij was al zeer vermoeid en oud van dagen, mijn vriendelijke tuinkabouter Bas, Vannacht heeft hem de stormwind neergeslagen; vanmorgen lag hij languit in ‘t gras. Zijn moordenaar kwam over verre dijken en gaf hem plotseling de genadestoot. Ik heb er even stil naar staan te kijken. Toen riep ik: liefje, ons kaboutertje is dood.
Tegenover zulke „rijmsels”, waarin de zomerzon in het zenit staat, neemt echter de dood in allerlei vormen een opmerkelijk grote plaats in. Zelfs midden op een stralende dag, opgenomen in het bruisende Parijse leven, haalt Toon zijn notitieboekje voor de dag, want dat is soms op de onmogelijkste ogenblikken zo zijn gewoonte en noteert: De zon schijnt op de Place de la Concorde. Ik wandel zo maar wat a l’improviste. Er zijn er die vandaag begraven worden. En dat is als de zon schijnt dubbel triest.
De prozastukjes, die in zijn boeken zijn opgenomen, overtreffen naar mijn smaak in kwaliteit de „rijmseltjes”. Het zijn korte, gevoelige, soms net, nog niet gevoelerige schetsjes, zo uit het dagelijks leven gegrepen of neerslag van persoonlijke ervaringen en stemmingen. Slechts enkele dragen een min of meer beschouwend karakter. Waar Toon niet behoeft te worstelen met literaire technieken, die de gevoelsstroom in de gebondenheid van rijm en maat kanaliseren, is hij, meen ik, op zijn best De afgedrukte “rijmelarijtjes” zijn mijns inziens representatief voor het geheel, dat zeker voor veel lezers een nieuw licht zal werpen op de figuur van Toon. Zij zullen hem leren kennen als een mens, wiens humor, hoe uitbundig ook in zijn vele verschijningsvormen, wortelt in een diepe levensernst. En zo moet het ook zijn, want zonder ernst is echte humor onbestaanbaar.
Literatuur? Neen. Zuiver stemmingsbeeld? Ongetwijfeld. Bij Toon heeft zich en nu moet ik in mijn jeugdherinneringen duiken, altijd ‘n ongewone aandacht voor de dood gemanifesteerd. Tot het vaardig hanteren van penseel en tekenstift was hij al op zeer jeugdige leeftijd in staat. Maar het was opvallend, in de familiekring werd er zelfs over gepraat, dat er op laten wij zeggen elke tien tekeningen minstens vijf of zes waren met doodsmotieven. Vooral de gepersonifieerde Dood bleek, met of zonder zijn onverbiddelijke zeis, om de haverklap in zijn fantasie aanwezig.
10
schilderij Toon Hermans
Carnaval en Toon. Jan Verkennis.
C
arnaval of zoals de Limburgers zeggen Vastelaovend (Vastenavond red.)is een heerlijk feest. Toon Hermans was een uitbundig ‘vierder’ en heeft er ook zijn muzikaal steentje aan bijgedragen. In 1968 schreef hij in twintig minuten, op verzoek van de toen zeer beroemde Willem O’ Duys, toenmalig directeur van platenmaatschappij Iramac/ Relax, zijn grootste carnavals hit “Mien waar is mijn feestneus”. Het werd een van de best verkopende feestliedjes aller tijden. Met Mien bereikte Toon zelfs een nummer 1 plaats op de toenmalige Top 40 van Veronica. Warenhuis Vroom & Dreesman mocht voor 60.000 gulden de eerste 100.000 exemplaren verkopen samen met Maurice die in die jaren een platenwinkel had in Maastricht. Volgens Maurice had hij er al 600 van verkocht in de eerste twee weken na verschijnen van de 45-toerensingle. Of het een met het ander te maken had weet ik niet, maar net in die tijd dat de hele familie Hermans in Maastricht (carnavalsstad bij uitstek) woonde, (Stokstraat 51)kwamen deze en andere carnaval vinyl plaatjes van Toon Hermans uit. Toon en Willem hadden de smaak te pakken want een jaar later verscheen “Kiele Kiele Kiele” met op de B-kant “Vogeltje wat zing je vroeg.” Eind1970 (bedoeld voor het carnaval van 1971) kwam het nummer “Heb je nog een blommetje voor mijn knoopsgat schat.”
Al jaren eerder had de Maastrichtse carnavals vereniging “de Keemeleers” aan Toon gevraagd of ze het nummer “Vroag d’n heer ens wat ‘r vaan mich wélt drinke” mochten gebruiken voor een carnavals plaatje. Toon had dit nummer eerder al in een Engelse versie, in een van zijn try-out shows van de USA show gezongen in de oude Maastrichtse schouwburg (Bonbonnière). Eind 1965 stond het al op plaat bedoeld voor carnaval 1966. De heer Chris Dols die destijds bestuurslid van de carnavalsvereniging van de Maastrichtse wijk (Wijck) “de Keemeleers” bestuurslid was, weet dat Toon in die jaren bijna nooit een ‘ Vastelaovond’ oversloeg in Maastricht. In die periode schreef Toon ook zijn carnavalsgedachte: “Er is geen aangenamere val dan carnaval, je valt n.l. naar boven…” en ook:
Maar ook in Spanje, land van zon, zee en vakantie, worden de carnavalsliedjes van Toon gezongen, zoals nu blijkt. In 1969 werd er in Spanje een LP uitgebracht met de naam “Tots Som Pops” met daarop het nummer “Vogeltje wat zing je vroeg” wat in het Catalaans vertaald (want dat bleek het te zijn) Tots Som Pops is. Ook “Pepeta” is een nummer van Toon nl. “Kiele Kiele Kiele”. Enige tijd geleden kwam ook nog een singeltje boven water uit Catalonie met de klinkende naam “Quin nas!” en ook dat lied is van Toon. Vrij vertaald: “Mien waar is mijn feestneus”. Ik heb nog een oude platendraaier om die plaatjes af te spelen, maar ik zal dat na een keer waarschijnlijk nooit meer doen. Niks tegen Spanje hoor en nog minder tegen Catalonie (Barcelona weet je wel!) maar het klinkt helemaal niet. Geïnteresseerd? De tekst kunt u Googelen! Typ: quin nas toon hermans.
”Ik heb na dit carnaval zo’n bierlucht in mijn jekker, die snuif ik telkens op en denk, wat was dat lekker” Ook maakte Toon tijdens zijn verblijf in Maastricht, een kleurrijk olieverfschilderij waarin hij de intense indrukken van carnaval verwerkte. Het schilderij kreeg dan ook de passende naam “Carnaval”. Foto’s kunt u terugvinden in het boek “Toon Levenskunstenaar” en in het boek “Mariablauw, boerderijenwit klaproosrood uitgegeven bij de schilderijententoonstelling in de Kunsthal te Rotterdam. Van dit schilderij Carnaval, zijn ook 99 artisanale zeefdrukken gemaakt.
11
hoesje 45 toerenplaatje CV de Keemeleers, Maastricht
The making off TOON de MUSICAL Maurice Hermans
E
scriptschrijver, regisseur en hoofdrolspelers werden genoteerd. Een of twee weken later, werden deze suggesties werkelijkheid. Het script zou worden geschreven door Pieter van de Waterbeemd en een eerste hoofdrolsuggestie van Albert Verlnden werd Alex Klaasen. Weer een week later werd Wieneke Remmers toegevoegd om de rol van Rietje te gaan spelen. Iedereen werd hoe langer hoe enthousiaster en toen kwam de dag dat de overeenkomst kon worden getekend. Weet ik feel berichtte hierover reeds in een eerdere editie. In juni 2009, kwam het verzoek bij ons binnen, of we wilden komen kijken naar een mini-tryout van een of twee conferences en een enkel lied dat Alex en Wieneke zouden gaan doen en zingen in het M-Lab te Amsterdam. Wat ik daar zag, was doorslaggevend voor de verdere ontwikkelingen van de musical. In een kleine zaal met misschien 75 bezoekers, hoofdzakelijk jonge mensen, die niet of zelden van de naam Toon Hermans hadden gehoord, werden door Alex en Wieneke
Bijeenkomst bij Maurice thuis gezellig aan de lunch, Mary Hermans en Alex Klaasen,
Alex, Jan Elbertse (fluitjesman) Wieneke Remmers (Rietje
voorprogramma in de Onemanshow van Toon in 1988, maar dat was t.g.v. het feit dat Toon in die tijd zijn 25-jarig jubileum vierde van zijn voorstellingen in het Koninklijk Theater Carré te Amsterdam. Neen, dit zou een mooie musical moeten worden, met een ensemble, orkest en décor. Maar wie zou dat kunnen in Nederland? Wie kan de kwaliteit van Toon Hermans garanderen? Wie kan zijn leven met respect op papier zetten en er een mooi fatsoenlijk script van maken? De keuze van producenten is groot in ons kleine land. Ik trok mijn stoute schoenen aan en begon te bellen met de eerste de beste naam die in mijn adresboekje stond. Albert Verlinde. Ik kende hem niet, alleen van TV. Ik had wel de musical over het leven van Edith Piaf gezien met Liesbeth List in een schitterende hoofdrol als Edith en Daphne Flint als de jonge Piaf. Ik was direct verkocht door de manier waarop deze musical werd neergezet op de planken. Zoveel respect, zoveel piëteit, zoveel allure en zo weinig er omheen. Helemaal top.
betoverd met de teksten en liedjes van Toon, zonder enige toevoeging van rekwisieten, grime of licht, slechts begeleid door een pianist. Wij hadden de tranen in de ogen bij het bewijs dat het werk onze vader nog steeds, ook voor een jonge generatie, tijdloos blijkt te zijn. Ik heb nog nooit jongelui tranen zien lachen om niets. Die avond gebeurde het. Toen ging het echte productieproces in werking. Het team van V&V Entertainment werd samengesteld en verdere spelers werden aangetrokken. Scriptschrijver Pieter ging aan de slag en maakte lange gesprekken met Gaby, Michael en ondergetekende. Er kwam uiteindelijke een script naar voren waarin tal van facetten van het theater- alsmede het privéleven van Toon en Rietje naar voren komen. Hun geluk, hun verdriet, de successen, de flops en het is leuk om te zien dat ook de kinderen een grote rol toebedeeld kregen. Ondergetekende in duidelijk afgeslankte vorm. Toen de eerste persberichten over de aanstaande musical naar buiten werden gebracht, meldde zich bij Albert, regisseur Ruut Weismann. Ruut had Toon slechts een keer ontmoet bij een lunch thuis in Bosch en Duin met het team van Jiskefet en overtuigde Verlindemet de woorden: “ Dit wil ik regisseren…” Het was net of alle goeie mensen op de juiste plek werden gezet. ’n Knap staaltje inschatting van het team van V&V Entertainment. Zoals het een echte musical betaamd kwam er een choreografe aan te pas, een orkestleider,
foto's: Maurice Hermans
en kleine vijf jaar geleden, maakte ik een begin met de plannen voor de herdenkingfeesten van de tiende sterfdag van Toon Hermans in Sittard en Limburg. Aanleiding was een kleine expositie over leven en werk van Toon, in de ontvangstlobby van een plaatselijke krant. In tien dagen kwamen daar enkele duizenden bezoekers op af. Dat succes is er de oorzaak van dat er in 2010 door de provincie Limburg en de gemeente Sittard-Geleen unaniem werd besloten om een Toonjaar te gaan maken met diverse vormen van entertainment, cultuur en ontspanning. Maar mijn gedachten gingen veel verder. Ik wilde nog iets extra’s doen met dit herdenkingjaar. Opeens had ik het. Een muzikaal levensverhaal is wat ik nog miste in mijn beleving. Ik wist dat er een geschreven biografie zou verschijnen, maar een muzikale biografie was er nog niet. Zelf mocht ik ooit eens met zangeres Gemma van Eck en acteur Dick Rienstra, een kleine minimusical spelen als
Wie speelt wie? Ik vertelde Albert mijn gedachten en enkele weken later zaten mijn broer Gaby en ik al aan de lunch met de directie van V&V Entertainment, het productiebedrijf van Albert Verlindeen Roel Vente, en onze juristen en onze voorzitter Herman van Hove. De ideeën volgden elkaar op en de eerste suggesties voor
12
Perspresentatie. Na de voorstelling in de Engelenbak van Amsterdam, ging kostuumontwerper Jan Aarntzen, bekend van o.a. de prachtige extravagante kleding van mijn lieve vriendin Karin Bloemen, aan de slag met zijn ideeën, gebaseerd op de Italiaanse Commedia dell ’ Arte en choreografe Didy Veldman maakte met haar gepassioneerde mentaliteit de juiste passen voor de artiesten. In mijn woning in Limburg, ging ik in ons fotoarchief een dag lang grasduinen met decorontwerpster Marjolijn Ettema. Van de meer dan 120 uitgezochte foto’s van Toon is er uiteindelijk maar een overgebleven, maar die heeft dan ook een behoorlijke impact in de voorstelling. Haar rustige decor vormt een absolute basis waarin de spelers volkomen tot hun recht komen. Klein, intiem, weinig. Het minimalisme, zoals dat hoorde bij de shows van Toon zelf. Her en der werd, naar gelang de repetities elkaar op volgden, het script een beetje aangepast en langzaam werd de voorstelling gesmeed tot wat het nu is. Dinsdag 19 oktober 2010 werd de voorstelling gepresenteerd aan de pers en waar kon dat nou beter als in Toon’s tweede huis, zoals hij het zelf noemde, het Koninklijk Theater Carré in Amsterdam. Dat de voorstelling op voorhand veel zgn. ‘vrije publiciteit’ zou krijgen werd ineens helemaal duidelijk. Tientallen journalisten en meerdere TV ploegen waren aanwezig om de producers, cast, creatives en crew uitvoerig te bevragen over de voorstelling. Het werd een lange ochtend met koffie en taart en de cast zong voor de eerste keer een van de liedjes van Toon voor dit selecte gezelschap. Er was een maquette te bewonderen van het decor en de tekeningen van de ontwerpen van Jan Aarntzen sierden de wanden van de Amstelzaal. Nu was het eindelijk zover en de try-outs konden gaan beginnen.
Repetities. In november 2010 was het zover. Weer ging de telefoon en Jeroen Dona, uitvoerend producent, vroeg ons om op een ochtend in Amsterdam, in het theater de Engelenbak, de eerste algemene doorloop bij te wonen van de voorstelling. Slechts begeleid door muzikaal leider en arrangeur Rutger Laan aan de piano. Voor de eerste keer zouden wij de hele cast ontmoeten en alle andere, achter de schermen medewerkers. We werden verwacht in een kleine zaal waar een piano stond. Er was geen toneel en Gaby en ik, onze echtgenotes, voorzitter van de Stichting Toon Hermans Herman van Hove en jurist Bertil van Kaam werden op een stoel, aan de rand van een getrokken streep gezet. Albert Verlindeen regisseur Ruut Weismann spraken enkele inleidende woorden en toen begon het spektakel. Ik kan moeilijk beschrijven wat er eigenlijk door je heen gaat als je het leven van je eigen vader en moeder zo aan je voorbij ziet trekken. Het leven waar ik zo geweldig van heb gehouden en nog houdt. Ik was heel blij verrast met de geweldige wisselingen van emoties in de voorstelling. De liedjes stonden allemaal op de goede plaats, de scènes liepen vloeiend in elkaar over en er restte ons niets anders dan een staande ovatie op die vroege ochtend in dat kleine theater zaaltje in het kille Amsterdam. Tranen van geluk en emotie waren er in overvloed, maar het was geen sentiment. Zowel producenten als familie voelden dat er iets unieks was ontstaan. Ik zou Alex Klaasen te kort doen als ik hem niet persoonlijk zou roemen, maar ook de andere castleden zorgen ervoor dat de echte familie Hermans ook op het toneel een echte familie blijft. Betoverd door de magie van het theater en oprecht blij gingen we terug naar Limburg om na te genieten van wat we beleefd hadden. Een unieke voorstelling over een uniek man.
Foto Roy Beusker
Foto Roy Beusker
een arrangeur en werden de andere rollen bezet door Guy Clemens, die mijn alter ego zou gaan spelen, Wouter Zweers werd Gaby, en Jan Elbertse speelde een dubbelrol: de fluitjesman van de Sittardse jeugdjaren en broer Michael. Tina de Bruin speelt de moeder van Toon, en speelt zijn Engelse assistente uit het verleden Alex als Toon Phylis Lane. Eva Poppink werd uitverkoren om Toons jeugdliefde te spelen. Het door mij groots uitgedachte orkest van veertig man in de orkestbak werd teruggebracht tot drie hele schitterende musici en wat ben ik daar achteraf blij mee.
Tina de Bruin als vertelster
13
foto’s perspresentatie Gaby Hermans
Try-outs en Première Mijn oudste broer Michael had al aangegeven dat hij graag bij de landelijke première in Tilburg aanwezig wilde zijn, maar door tijdgebrek kon hij de verschillende try-outs niet bijwonen. Gaby en ik besloten daarom om slechts een van de 12 try-outvoorstellingen te bezoeken en pas volop te genieten van de echte première in Tilburg op 9 december 2010. Buiten was het ijskoud. We kozen voor de matineevoorstelling in Alphen a/d Rijn op een zondagmiddag. Voor de deur stond al een lange rij wachtende om naar binnen te gaan. Het bleken leerlingen te zijn van een theaterschool die naar
Drie broers Hermans v.l.n.r. Michaël, Maurice, Gaby
Ook bij de bezoekers in de zaal, voelde je duidelijk die spanning. Wat moet Alex dan wel gevoeld hebben op dat moment? Na een paar zinnen van zijn openingsmonoloog was het ijs gebroken. Het publiek accepteerde de bewonderenswaardige metamorfose van deze jonge artiest als een oprechte hommage aan Toon Hermans en toen het voordoek achter de rug van Alex Klaasen openzwaaide en de cast en orkest begonnen te zingen en te spelen, toen kon het feest van de herkenning beginnen. In een strak tempo, volgden het ene na het andere Toon hoogtepunt, elkaar snel af, schitterend verwerkt in een compact geschreven script en in een visueel sterk neergezette regie.
Maurice en musicalvedette Lone van Roosendaal
hun idool Alex Klaasen kwamen kijken. Een nieuwe generatie bezoekers voor Toon, dacht ik direct. Ik sprak er enkele aan en inderdaad bleek het dat de meesten Toon Hermans niet kenden. Wel hadden ze van hem gehoord, maar zijn werk was hun niet bekend. Daar moest maar eens verandering in komen, vonden ze en door Alex Klaasen konden zij nu ook kennismaken met het theaterwerk van Toon en tevens iets te horen en te zien over diens privéleven. Voor de eerste keer zag ik mijn vader opnieuw door het voordoek komen. Alex is Toon, Toon is Alex. Een lichte huivering, maakte zich van mij meester en ik moest even slikken.
Ik zal u eerlijk bekennen dat ik wel die middag een klein doosje Kleenex Tissues heb opgebruikt om mijn vreugdetranen op te vangen. Wat was ik gelukkig, te bedenken dat ik drie jaar geleden zomaar op een mooie dag Albert belde om eens te praten over een muzikaal eerbetoon aan TOON. Dankuwelasjeblieft… meneer Verlinde…
De hele familie Hermans op de première in Tilburg
foto’s première Peter Smulders
14
Merchandise van TOON (www.toonhermans.nl)
15
(advertentie)
Inclusief extra boekwerk van 72 Pagina’s en een extra disc met niet eerder vertoonde opnamen van
Theater Pittoresque Mécanique.
2884-ADVERT NIIEUS BRIEF_TOON HE1 1
7/9/10 4:08:48 PM Aan het gebruikte artwork kunnen geen rechten ontleend worden.
16
(advertentie)
Willen uw vrienden of relaties ook de Weet ik feel ontvangen, stuur dan hun emailadres naar de redactie of verwijs ze naar het enquêteformulier op de website www.toonhermans.nl.
Colofon Medewerkers Maurice Hermans Jan Verkennis
Gaby Hermans
Tenzij anders vermeld zijn alle in deze Weet ik
SCAPA
feel opgenomen versjes, liedjes, tekeningen en
Luit Rienks
De meeste foto’s in deze nieuwsbrief
Maurice Hermans, eindredactie
familie Hermans. Niet altijd kunnen wij
Toon Hermans
Met dank aan: Gilbert Vogt
Joop Huysdens Fons Hermans
Dick Schoemaker Eindcorrectie Maurice Hermans Fotografie: Archief Toon Hermans BV
zijn afkomstig uit het privéarchief van de
2009 © Toon Hermans B.V. Alle rechten voor-
de namen van de fotografen achterhalen.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvou-
Zij die denken aanspraak te kunnen
maken op de rechten op een of meer foto’s wordt gevraagd contact op te
nemen met de redactie van Weet ik feel. Vormgeving Gitta Orbons, Di-gitta-al Redactieadres
digd of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Toon Hermans B.V. Voor aanvragen inzake het gebruik van gedichten, versjes, verhalen, foto’ s,
beeld- en/of geluidsfragmenten, etc. kunt u zich schriftelijk wenden tot Amsterdam of
Informatie
[email protected]
Roy Beusker
Weet ik feel is een uitgave van Toon Hermans
Maurice Hermans
behouden.
Van Kaam Advocaten, Oosteinde 3, 1017 WT
[email protected]
Peter Schols, MGL
Peter Smulders, Eindhoven
gedichten van de hand van Toon Hermans.
B.V. en verschijnt 3 x per jaar.
17
[email protected] www.van-kaam.nl