Agenda Euregioraadsvergadering op 27-11-2013, 14.00 uur in de Hochschule Rhein-Waal, collegezaal “Stadt Kleve” Marie-Curie-Str. 1, 47533 Kleve
Punt 1
Opening en begroeting
Punt 2
Presentatie Hochschule Rhein-Waal
Punt 3
Goedkeuring van het verslag van 29-05-2013
Punt 4
Strategische Agenda Euregio Rijn-Waal 2020
Punt 5
Voorbereiding INTERREG V 2014 - 2020
Punt 6
Terugblik Wegwijzer
Punt 7
Begroting 2014
Punt 8
Mededelingen Stand van zaken INTERREG IV A Voortzetting netwerk Euregio-ambassadeurs Eindejaarsbijeenkomst Vergaderschema 2014
(toegestuurd op 09-07-2013)
Niet-openbaar gedeelte: Punt 9
Euregio Erepenning
Punt 10
Rondvraag en sluiting
Aansluitend rondleiding Hochschule Rhein-Waal met afsluitend gelegenheid voor een hapje en een drankje in de mensa.
Ulrich Francken voorzitter
Euregioraad 27-11-2013 Punt 4
Actuele Stand van zaken Strategische Agenda 2020 Sinds begin dit jaar is de Euregio Rijn-Waal met haar leden in overleg over het opstellen van de Strategische Agenda 2020. Er is in de diverse gremia (Euregioraad, Commissies, Contactpersonen) over de gewenste richting en prioriteiten gesproken. Tevens zijn alle lidorganisaties benaderd om een enquête ten behoeve van de Strategische Agenda 2020 in te vullen en heeft de Euregio Rijn-Waal haar leden om hun lokale of regionale visies verzocht. Daarnaast is inmiddels ook de eerste versie van de potentieelanalyse, die binnen het project “Kennisalliantie Rijn-Waal 2002” is ontwikkeld, gereed en is er een eerste concept van het Operationeel Programma INTERREG V A Deutschland-Nederland. In het kader van het project Euregionale 2020 is eveneens getracht belangrijke investeringsterreinen voor de Euregio Rijn-Waal te inventariseren. Op basis van de input van de lidorganisaties en de bovengenoemde stukken zijn er drie belangrijke zwaartepunten naar voren gekomen: - Euregionale economische ontwikkeling en duurzaamheid - Euregionale soft skills - Euregionale betrokkenheid Deze drie thema´s worden op dit moment verder uitgewerkt en vormen het raamwerk voor de Strategische Agenda 2020. De eerste opzet voor de Strategische Agenda 2020 wordt nu aan de commissies, het Dagelijks Bestuur en de Euregioraad voorgelegd. Het eerste concept werd tijdens de novembervergaderingen van de commissie voor grensoverschrijdende verstandhouding, de commissie voor economische aangelegenheden en de commissie voor financiën en projecten besproken met de volgende opmerkingen:
Met de inhoudelijke concentratie op de drie genoemde zwaartepunten werd in principe ingestemd.
Er werd voorgesteld om het thema Toerisme/ Vrijetijdseconomie vanwege het grote economische belang voor de Euregio eveneens onder het eerste zwaartepunt op te nemen.
Er werd voorgesteld om de lidorganisaties, die de enquête nog niet hebben ingevuld, nogmaals de kans te geven hun input te leveren. De resultaten van de enquête en de potentieelanalyse dienen aan de Euregioraadsleden ter beschikking gesteld te worden.
Er werd gevraagd of ook andere stakeholders zoals bedrijven, onderwijsinrichtingen, en hogescholen meegenomen kunnen worden in het adviestraject. Hiervoor wordt een bijeenkomst voor diverse stakeholders in het kader van Kennisalliantie Rijn-Waal op 21 november in Schloss Wissen in Weeze georganiseerd.
De strategische agenda moet vanwege de lange looptijd (2020) voldoende flexibel opgezet worden, zodat er speelruimte voor actuele ontwikkelingen blijft.
Wegens de komende gemeenteraadsverkiezingen zowel in Nederland (maart) als in Nordrhein-Westfalen (juni) dient het tijdschema zo opgesteld te worden, dat ook de nieuwe gemeenteraden zich nog over de Strategische Agenda kunnen buigen.
Tijdschema: November 2013
Eerste concept wordt aan het Dagelijks Bestuur, de drie Euregiocommissies en de Euregioraad voorgelegd
December 2013
De gemeenten die de enquête niet hebben ingevuld, worden verzocht dit alsnog te doen
Januari 2014
De resultaten van de nageleverde enquêtes en de definitieve potentieelanalyse worden samen met de opmerkingen van de commissies, het Dagelijks Bestuur en de Euregioraad verwerkt
Maart 2014
De Strategische Agenda wordt ter bespreking aan de Euregioraad voorgelegd in de informele Euregioraadsvergadering
Mei 2014
Bespreking van de Strategische Agenda tijdens de Euregioraadsvergadering
Zomer 2014
De Strategische Agenda wordt ter beoordeling aan de lidorganisaties voorgelegd
Herfst 2014
Verwerken van de laatste opmerkingen van de lidorganisaties
November 2014
De Strategische Agenda 2020 wordt definitief door de Euregioraad vastgesteld
Voorgesteld wordt om na een korte toelichting de hoofdlijnen van de Strategische Agenda te bespreken en het tijdschema vast te leggen rekening houdend met de aanbevelingen van de commissies.
Besluitvoorstel Bespreking en instemming met de voorgestelde handelwijze
Strategische Agenda Euregio Rijn-Waal 2020 – Werkdocument (Stand november 2013) Inleiding De Euregio Rijn-Waal is sinds haar oprichting in 1971 een voorbeeld voor Europese integratie op lokaal en regionaal niveau. Samenwerken over de landsgrenzen heen is vanaf die tijd steeds belangrijker geworden. Consumenten en bedrijven zijn steeds mobieler geworden. Afzetmarkten zijn steeds internationaler van karakter. De maatschappelijke en economische vervlechtingen tussen Nederland en Duitsland zijn zo intensief als nooit tevoren. Waar de geografische ligging aan de grens vroeger een nadeel was, wordt de grens nu steeds meer als een kans gezien. Als antwoord op de economische crisis dient het positieve potentieel, dat grensoverschrijdende samenwerking biedt, gemobiliseerd te worden. De Euregio als organisatie en het EU programma INTERREG V zijn daarbij belangrijke katalysators. De Euregio Rijn-Waal wil graag een antwoord op de volgende vraag: Hoe lukt het ons dit potentieel te benutten en gelijktijdig overheden, bedrijven, instellingen en organisaties op deze reis “mee te nemen”? Deze vraag dient als uitgangspunt voor de ontwikkeling van een strategische agenda 2020. Om een Strategische Agenda te ontwikkelen die recht doet aan de verscheidenheid in de regio en gedragen wordt door haar lidorganisaties heeft de Euregio Rijn-Waal voor het opstellen van deze agenda gekozen voor een meersporige aanpak. Enerzijds betrekt de Euregio Rijn-Waal haar leden intensief bij het opstellen van de agenda. Sinds maart 2013 hebben er diverse workshops voor en discussies met de Euregioraad, de commissies en de contactpersonen plaatsgevonden. Tevens hebben alle leden de gelegenheid gehad om een enquête in te vullen. 33 Lidorganisaties hebben deze enquête ingevuld. Ten slotte worden alle stappen in de ontwikkeling van de Strategische Agenda 2020 naar de lidorganisaties ter beoordeling teruggekoppeld. Naast dit interactieve traject maakt de Euregio Rijn-Waal tevens gebruik van diverse studies over kansrijke samenwerkingsterreinen in de Euregio Rijn-Waal, die op dit moment ontwikkeld worden. Dit zijn de diverse lokale en regionale toekomstvisies van de regionale en lokale stakeholders in de Euregio Rijn-Waal, de grensoverschrijdende potentieelanalyse van de Kennisalliantie Rijn-Waal 2020 en de thema-analyse in het kader van het project Euregionale 2020. Flankerend zal tenslotte de (financiële) haalbaarheid van de diverse ideeën getoetst worden aan de hand van het Operationeel Programma INTERREG V A Deutschland-Nederland. Waar geen ondersteuning in het kader van INTERREG V te verwachten is, dient gekeken te worden naar andere mogelijkheden om deze voornemens te realiseren. Thematische zwaartepunten Uit de resultaten van de Euregio-enquete, de diverse workshops en discussies in de Euregiogremia, de lokale en regionale visies, de grensoverschrijdende potentieelanalyse van de Kennisalliantie RijnWaal 2020 en de voorstudie voor de Euregionale 2020 zijn drie zwaartepunten naar voren gekomen die voor de toekomst van de Euregio Rijn-Waal van belang zijn. Dit zijn “Euregionale duurzame economische ontwikkeling”, “Euregionale soft skills” en “Euregionale betrokkenheid versterken”. De accenten van deze drie zwaartepunten verschillen sterk per deelregio. 1
I. Euregionale duurzame economische ontwikkeling De Euregio Rijn-Waal ziet het als haar primaire taak om de grensoverschrijdende samenwerking te stimuleren. Voor een succesvolle regionale ontwikkeling is de grensoverschrijdende samenwerking tussen wetenschap en bedrijfsleven de motor voor een succesvolle positionering in de mondiale concurrentie. Met meer dan 3,7 miljoen inwoners omvat de Euregio Rijn-Waal grote delen van de provincie Gelderland, Noord-Oost-Brabant en Noord-Limburg en de Kreise Kleve en Wesel en de Stadt Duisburg. Het Nederlandse deel van de Euregio Rijn-Waal biedt werkgelegenheid voor ca. 1,4 miljoen mensen (18 % van het totale aantal banen in Nederland). Het Duitse werkgebied biedt werkgelegenheid voor 350.000 mensen ( 1,3 % van het totale aantal banen in Duitsland). Zoals ook in andere grensgebieden vinden in de Euregio Rijn-Waal veel economische activiteiten grensoverschrijdend plaats door de bereikbaarheid, de regionale structuur en de gemeenschappelijke belangen. Zo is de samenwerking op een aantal gebieden, zoals bijvoorbeeld in de transport- en logistieke sector bijna onontkoombaar. In andere sectoren wordt de noodzaak tot structurele samenwerking nu pas zichtbaar en staat de samenwerking tussen het MKB en onderzoeksinstellingen nog in de kinderschoenen. Kansrijke sectoren voor grensoverschrijdende samenwerking in de Euregio Rijn-Waal zijn: 1) AgroFood 2) Arbeidsmarkt / beroepsopleiding 3) Energie / milieu / klimaat 4) Logistiek 5) Hightech industrieën 6) Gezondheid en Life Sciences 7) Creatieve Industrie 8) Vrijetijdseconomie / Toerisme Binnen de Euregio Rijn-Waal is geen sprake van een specifieke economische sector die overal in het gebied even sterk vertegenwoordigd is. Er is eerder sprake van een wat diffuus beeld met regionale concentraties van uiteenlopende sectoren. Daarom ligt de keuze voor een specifieke economische sector als focus voor toekomstige samenwerkingsinitiatieven in de Euregio Rijn-Waal niet voor de hand. Dit hoeft echter geen probleem te zijn. Voor elk van de genoemde sectoren zijn er voldoende grensoverschrijdende aanknopingspunten voor intensivering van de samenwerking. Bovendien bieden de geografische verschillen in bedrijvigheid juist aanknopingspunten voor zogenaamde “cross overs”; samenwerkingsinitiatieven waarbij de expertise van verschillende sectoren met elkaar gecombineerd wordt. Voor alle economische kernsectoren geldt dat er in toenemende mate aandacht besteed (moet) worden aan het thema duurzaamheid, gemeten in het verminderen van de CO2 uitstoot. De kansen van de diverse hier genoemde sectoren worden per sector verder uitgewerkt. II. Euregionale soft skills De kwaliteit van een regio en daarmee ook van de Euregio Rijn-Waal wordt niet alleen bepaald door de economische vooruitzichten. Belangrijke aspecten die een aantrekkelijke regio kenmerken zijn bijvoorbeeld voorzieningen als openbaar vervoer, huisvesting, onderwijsinstellingen, culturele inrichtingen, zorgvoorzieningen en recreatiemogelijkheden. Deze zogenaamde soft skills zijn ook voor de Euregio Rijn-Waal van groot belang. Deze bepalen namelijk voor een belangrijk deel het vestigingsklimaat van een regio.
2
Met name de onderstaande soft skills spelen voor de toekomstige ontwikkeling van de Euregio RijnWaal als aantrekkelijke regio in het hart van Europa een centrale rol. 1) Demografische ontwikkeling / sociale cohesie 2) Bereikbaarheid 3) Kennisregio / onderwijs / buurtaal 4) Cultuur/Toerisme/Recreatie/natuur 5) Zorg Bedrijven ervaren in toenemende mate de beschikbaarheid van goed opgeleid personeel als problematisch. Om werknemers naar de regio te lokken of voor de regio te behouden is de leefomgeving van zeer groot belang. De Euregio Rijn-Waal, met haar mix van stedelijke en landelijke omgeving, voorzieningenniveau, onderwijsaanbod en aantrekkelijke woonomgeving scoort hier goed. Door het leggen van grensoverschrijdende verbindingen en het gezamenlijk anticiperen op de toekomstige uitdagingen dragen deze “soft skills” in belangrijke mate bij aan een goed vestigingsklimaat als randvoorwaarde voor het versterken van de euregionale economie. De hier genoemde soft skills worden per onderwerp verder uitgewerkt. III. Euregionale betrokkenheid versterken Met Euregionale betrokkenheid wordt de betrokkenheid van lokale en regionale overheid, bedrijven, instellingen en organisaties bij de Euregio Rijn-Waal (zowel de organisatie als het gebied) bedoeld. De Euregio Rijn-Waal heeft de taak, euregionale kansen op diverse terreinen te ontwikkelen en in concrete maatregelen uit te werken. Een adequate omgang met en inzet van de Euregiogremia als de Euregioraad, Dagelijks Bestuur, commissies, contactpersonen en Euregio-ambassadeurs is daarbij noodzakelijk. Gelijktijdig moeten ook de lidorganisaties hun verantwoordelijkheid nemen en dienovereenkomstig actief participeren in de Euregionale samenwerking. Een duurzame en sterke Euregionale betrokkenheid van overheden, bedrijven en instellingen en organisaties binnen de Euregio Rijn-Waal is noodzakelijk om binnen de eerste twee zwaartepunten goede resultaten te behalen. Daarom wil de Euregio Rijn-Waal inzetten op de onderstaande punten. 1) Betrokkenheid bij leden / bedrijven/instellingen/organisaties vergroten 2) Vorming van regionale clusters 3) Marketing en branding Uit alle analyses blijkt dat deze Euregio ontzettend veel kansen biedt. Dit geldt zowel voor het Duitse als voor het Nederlandse deel van de Euregio Rijn-Waal. Door het leggen van slimme grensoverschrijdende verbindingen worden nog niet benutte mogelijkheden gezien en tot waarde gebracht. De hier genoemde punten zullen per onderwerp verder worden uitgewerkt.
3
Thematische uitwerking per zwaartepunt I. Euregionale duurzame economische ontwikkeling 1) Agro-Food Uitgangssituatie Het gebied Landbouw & Voeding wordt gevormd door vier sectoren (Landbouw, jacht, visserij en voedingsmiddelenindustrie). Op het gebied van Landbouw, jacht en de bijbehorende dienstverlening werken ongeveer 4.500 personen in het Duitse deel van de regio, en bijna 24.000 in het Nederlandse deel. De belangrijkste economische activiteit is de voedingsmiddelenindustrie, waar in totaal bijna 33.000 mensen werken. Meer dan 9000 daarvan werken in het Duitse deel en bijna 23.700 werknemers in het Nederlandse deel van de Euregio. Belangrijke aangrenzende gebieden zijn gespecialiseerde maakindustrie en wetenschap en onderzoek. In de Euregio Rijn-Waal besteden de volgende kennisinstellingen veel aandacht aan aan Agrofood gerelateerde studies: Wageningen University and Research Institute, Hogeschool Van Hall Larenstein, Hochschule RheinWaal en de HAS Hogeschool (Venlo, Den Bosch). In de Euregio Rijn-Waal zijn een groot aantal organisaties en netwerken op agrofood gebied actief, bijvoorbeeld Food-Valley, Food connection point, Markenbildung “Natürlich Niederrhein”, 5-sterren Regio Noordoost Brabant, Top Institute Food & Nutrition en Food & Nutrition Delta, Qualitätszirkel Ernährung Niederrhein, FoodnetNRW, FoodFutureNRW en "Genussregion Niederrhein“. Euregionale Agro-Foodnetwerken die de afgelopen jaren gerealiseerd zijn, zijn Oregional (vermarkten van duurzame, regionale producten) en het Agrofood-Netwerk. Het foodcluster in de Euregio Rijn-Wal is dus al goed georganiseerd. Opvallenderwijs wordt het primaire deel van de sector vaak gezien als toeleverancier en is zij minder vaak betrokken als kennisintensieve ketenspeler. Euregionale kansen Diverse maatschappelijke en sectorale trends bieden kansen aan de agrofood sector. De maatschappij vraagt in toenemende mate om gezonde, veilige voeding, waarbij dierenwelzijn en verantwoord produceren van belang zijn. Bovendien is resource-efficiency en duurzaamheid in toenemende mate van belang. In de sector wordt hier in toenemende mate op ingespeeld door het valoriseren van reststromen, door markt- en keteninnovaties, door een steeds vernieuwende producttechnologie en door versterkte inzet op beleving, en intensieve communicatie en marketing gericht op de mondige consument. De sterk aanwezige primaire productie in de regio zal in toenemende mate gebruik maken van nieuwe technologieën voor productie en verwerking van voeding. De sector is daarbij afhankelijk van andere sectoren zoals de IT, de machinebouw en de biotechnologie voor innovaties. Daarom is het van belang om deze innovatieprocessen integraal te zien, over de grenzen van de sector heen. Er zijn in de regio interessante combinaties te verwachten met logistiek (verstransport), toerisme (ecotoerisme), energie (biocrops), life sciences (functional foods) en hightech (food processing). Wetenschappelijk-technologisch ligt het zwaartepunt in Wageningen, maar de toepassing van nieuwe inzichten gebeurt aan beide kanten van de grens. Doordat alle niveaus van onderwijs en onderzoek in de regio aanwezig zijn en de regio een sterk agrofood bedrijfsleven kent, zijn alle vormen van innovatie mogelijk. Thema’s die de komende zeer interessant kunnen zijn voor innovaties liggen op de volgende terreinen: Food en Health; Functional foods; Reststromen in de voedingsmiddelenindustrie; Voeding voor (top)sport; Verstransport; Certificering; Verantwoord en duurzaam; Machines voor de voedingsmiddelenindustrie; Energiebesparing in de voedingsmiddelenindustrie; Mest en mineralen; Duurzame verpakkingsmiddelen; Agrofood Marketing; Landbouw en toerisme. Realisering De agrofood sector is een belangrijke sector in de oplossing van meerdere van de grote maatschappelijke vraagstukken van de toekomst (Europe 2020 strategie): een duurzame voedselvoorziening; een gezonde bevolking; een duurzame energievoorziening; duurzame mobiliteit; een stabiel klimaat, milieu en grondstoffenvoorraad; een vernieuwende, inclusieve maatschappij en duurzame veiligheid en rechtszekerheid. Een uitdaging voor de komende jaren ligt in het verbeteren van het organiserend vermogen: tussen de deelregio’s, in de koppeling tussen agro en food en tussen de agrofood sector en de clusters waarmee interessante combinaties te verwachten zijn. De verbinding met Energie en milieu (biobased economy), de
4
verbinding met de life sciences en biotechnologie, en de verbinding met machinebouw en procestechniek bieden veel aanknopingspunten voor innovatieve projecten. De Euregio Rijn-Waal zal versterkt moeten inzetten op de valorisatie van kennis. Uitgaande van de market-pull gedachte moet de inzet zijn de relaties tot de voedingsmiddelen producerende bedrijvigheid te intensiveren en de stimuleringsstrategie van de Euregio hier vanuit op te bouwen, waarbij de aandacht nadrukkelijk uit moet gaan naar de toegang van het bedrijfsleven tot de kennisinstituten. 2) Arbeidsmarkt / Beroepsopleiding Uitgangssituatie In het kader van de grensoverschrijdende samenwerking heeft de Euregio Rijn-Waal zich in de laatste 20 jaar tot de mobielste regio langs de Nederlands-Duitse grens ontwikkeld. Sinds de jaren ´90 is de stroom van grensoverschrijdende beroepspendelaars, scholieren en studenten voortdurend gestegen. Ondertussen pendelen dagelijks ca. 20.000 personen tussen beide landen om in het buurland te werken of te studren. Dit is o.a. te danken aan de grensoverschrijdende samenwerking binnen de Euregio Rijn-Waal. Veel projecten en initiatieven hadden de afgelopen jaren tot doel de mobiliteit van de mensen met betrekking tot werk en studie te stimuleren. Belangrijk was daarbij met name om transparantie te verschaffen over de systemen en structuren in het buurland en deze beter op elkaar te laten aansluiten. Als voorbeeld op het gebied van beroepsonderwijs moet op deze plek gewezen worden op “de lerende Euregio”. Aan een beter functioneren van de grensoverschrijdende arbeidsmarkt beter heeft EURES (EURopean Employment Services) met zijn veelzijdige projectinitiatieven als het spreekuur voor grensgangers en de internetzoekmachine www.euregiojobroboter.com bijgedragen. Dit was door de verschillende uitgangssituaties en de verschillende economische ontwikkelingen in beide landen niet altijd eenvoudig. Euregionale kansen Zowel voor arbeidsmarkt als voor beroepsopleidingen bestaan netwerken, die het mogelijk maken om projecten en activiteiten te ontwikkelen, die de grensoverschrijdende arbeids- en opleidingsmarkt op een kwalitatief hoogwaardiger niveau kunnen brengen. Dit betekent niet in de laatste plaats een stijging van het aantal pendelaars en studenten. Tegelijkertijd kan in tijden van economische crises, die beide landen zoals het verleden ons heeft geleerd op verschillende manieren kunnen treffen, beter op bepaalde marktsituaties en – mechanismen gereageerd worden. Projecten als “Lerende Euregio”, “Competent werken” of ook het Pilotproject “Actief over de Grens 2.0” kunnen hierbij voor de gehele Nederlands-Duitse grensstreek een voorbeeldfunctie vervullen. Realisering Voor het speerpunt arbeidsmarkt / beroepsopleiding ligt het voor de hand om de ingeslagen weg verder te volgen. Voor de uitvoering van potentiële projecten is het noodzakelijk, dat voldoende ressources ter beschikking gesteld worden. INTERREG V kan er aan bijdragen om de euregionale werk- en opleidingsmarkt te stimuleren. “Lerende Euregio” kan uitgebouwd worden tot een alomvattend opleidingsproject, waarin een betere verbinding tussen de opleidingsaanbieders scholen/hogescholen/universiteiten en het bedrijfsleven gelegd wordt. Tegelijkertijd kunenn in het kader van INTERREG V initiatieven opgestart worden, die de ontwikkeling van een euregionale arbeidsmarkt ondersteunen en antwoorden op toekomstige problemen als demografische ontwikkeling (vergrijzing), tekort aan vakkrachten en krimp geven. Geflankeerd worden deze projecten ook door EURES, dat ook in de toekomst de transparantie van de arbeids- en opleidingsmarkt zal blijven ondersteunen. 3) Energie en milieu Uitgangssituatie Milieubescherming en klimaatbescherming vormen in de Euregio Rijn-Waal een steeds belangrijkere voorwaarde voor een duurzame economische groei. Voor een op lange termijn concurrerende economie is een zorgvuldige omgang met de natuurlijke hulpbronnen noodzakelijk. Nieuwe uitgangspunten en methoden op het gebied van bijvoorbeeld landschap, waterbeheer en regionale infrastructuur zijn hiervoor een voorwaarde. Omdat milieu- en klimaatvraagstukken niet aan de grens ophouden, is er meer grensoverschrijdende samenwerking op dit gebied nodig. In de Euregio Rijn-Waal zijn al een aantal organisaties en netwerken actief op het gebied van energie en milieu, bijvoorbeeld de Stichting kiEMT (kennis en innovatie in Energie- en Milieutechnologie), Industriepark Kleefse Waard, Bio-energieverband Oost- Nederland, KompetenzNetz
5
Energie Kreis Wesel e.V., Klimabündnis Wesel, Energiewirtschaft, Energieforschung NRW. Daarnaast zijn er initiatieven voor een biobased economy in Nederland. Ook het Meotec netwerk (Mülheim, Essen, Oberhausen) is relevant.Tevens worden bij een aantal kennisinstellingen in de Euregio Rijn-Waal aan energie en milieu gerelateerd studies aangeboden: Radboud Universiteit Nijmegen, Wageningen UR, Van Hall Larenstein, Hochschule Rhein-Waal en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Er zijn tevens diverse onderzoeksinstellingen buiten de universiteiten: Institut für Energie- und Umwelttechnik e.V. in Duisburg; Zentrum für Brennstoffzellentechnik Duisburg; Informationszentrum für Kälte-,Klima- und Energietechnik in Duisburg (Schulungszentrum); Fraunhofer-inHaus-Zentrum; Fraunhofer Umsicht (Schlüsselakteur); en het Nederlands Instituut voor Ecologie (Wageningen). Ook het Fraunhofer Instituut voor Milieu (Oberhausen) is relevant. De Euregio Rijn-Waal heeft daarmee op het terrein van energie en milieu een relatief sterk vertegenwoordigd bedrijfsleven (vooral in Duitsland), sterk wetenschappelijk potentieel, solide wetenschappelijke competenties (vakgroepen en instituten aan hogescholen en universiteiten) en enkele interessante netwerken en activiteiten als aanknopingspunten. Euregionale kansen Diverse maatschappelijke en sectorale trends bieden kansen aan de sector energie en milieu. Duurzame energievoorziening en een verantwoord omgaan met het milieu en het klimaat zijn twee van de maatschappelijke uitdagingen van Europa 2020. De maatschappij vraagt in toenemende mate om duurzaamheid in de productie van goederen, niet in het minst bij de productie van energie. Er is daarbij een duidelijke trend ten faveure van decentrale energieopwekking te onderkennen. De sector springt hier op in door aandacht voor hernieuwbare energie; energie-efficiëntie; decentrale energievoorziening; smart-grids / intelligente netten; integrated material management; het denken in product- en levenscycli (met het oog op duurzaamheid) en duurzame infrastructuur in steden en landelijke gebieden. De ontwikkelingen in de sector energie en milieu hebben zeer dikwijls relaties met andere branches zoals de bouw, transport en logistiek, (auto)mobiliteit, machinebouw en procestechnologie. Thema’s die de komende jaren zeer interessant kunnen zijn voor innovaties zijn: efficiënt gebruik van grondstoffen; gebruik van reststromen en afvalproducten; recycling; energiebesparing in de bebouwde omgeving. Hierbij is ook de samenwerking van gemeenten eveneens van groot belang. Hierbij kan gedacht worden aan het uitbouwen van het KliKER initiatief, waar nu al ca. 10 Nederlandse en Duitse gemeenten aan deelnemen. Realisering De sector energie en milieu is een belangrijke sector in de oplossing van meerdere van de grote maatschappelijke vraagstukken van de toekomst (Europe 2020 strategie): een duurzame voedselvoorziening; een gezonde bevolking; een duurzame energievoorziening; duurzame mobiliteit; een stabiel klimaat, milieu en grondstoffenvoorraad; een vernieuwende, inclusieve maatschappij en duurzame veiligheid en rechtszekerheid. Ondanks het feit dat de regio vestigingsplaats is voor enkele interessante kennisinstituten ligt het meer voor de hand dat de Euregio Rijn-Waal zich toelegt op cross-overs van de sector energie en milieu met andere sectoren dan op de sector zelf. De sector energie en milieu wordt gedomineerd door het grootbedrijf. Een uitdaging voor de komende jaren ligt daarom in het verbinden van de sector energie en milieu met clusters waarmee interessante combinaties te verwachten zijn, maar ook in het zoeken van verbindingen met het MKB. De Euregio Rijn-Waal zal versterkt moeten inzetten op de valorisatie van energie- en milieukennis in de hightech sector, in de agrofoodsector, in de bouw en in de logistiek. Uitgaande van de market-pull gedachte moet de inzet zijn de relaties tussen goederen producerende bedrijvigheid en de kennisinstellingen in de sector energie en milieu te intensiveren en de stimuleringsstrategie van de Euregio hier vanuit op te bouwen. Daarbij moet de aandacht nadrukkelijk uitgaan naar de toegang van het bedrijfsleven tot de kennisinstituten. De komende jaren is er noodzaak tot human capital ontwikkeling binnen en voor de energiesector. Deze doelstellingen sluiten aan op EU-programma´s als Horizon 2020 en INTERREG V. 4) Logistiek Uitgangssituatie Logistiek en transport vormen in de Euregio Rijn-Waal een steeds belangrijkere voorwaarde voor een duurzame economische groei. Voor een op lange termijn concurrerende economie is een zorgvuldige (door-)ontwikkeling van transportcorridors noodzakelijk. Nieuwe uitgangspunten en methoden op het gebied van water-, weg-, spoor- en lucht-vervoer infrastructuur zijn hiervoor een voorwaarde. Nederland en NRW spelen een belangrijke rol in de afhandeling van internationale transportstromen. In de strook van de Randstad naar het Ruhrgebied worden transport over water, weg en rail gezamenlijk ingezet. De
6
sector logistiek wil transport combineren met activiteiten van méér toegevoegde waarde: regie van handelsstromen, supply chain finance etc.. In de sectoren spelen de volgende trends: Synchromodaal transport: op ieder tijdstip is het mogelijk flexibel te switchen tussen verschillende modaliteiten. Dit betekent ook meer standaardisatie, meer overslagplaatsen en meer ICT-ondersteuning. Op dit gebied is binnen de Euregio Rijn-Waal het project tRHEINco actief, dat zoekt naar multimodale vervoersoplossingen voor goederen. Daarnaast wordt ook duurzaam transport door schonere vrachtauto’s en schepen en door een verschuiving van weg naar rail naar water steeds belangrijker. In steden wordt gezocht naar duurzame alternatieven als elektrisch vervoer. Ook speelt de sector een rol in hergebruik van grondstoffen. Het kerngebied van de logistiek omvat het wegverkeer en -vervoer, opslag, zee- en luchtvaart met bijna 65.000 werknemers in de Euregio. Op diverse plekken in de Euregio worden logistiek-relevante studies aangeboden: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Fontys, Universität Duisburg Essen, Hochschule Rhein-Waal, In de Euregio Rijn-Waal zijn een aantal organisaties en netwerken op het gebied van logistiek actief, bijvoorbeeld Corridor2 (binnen het TENT-programma van de EU), De Groene Hub, het LEC Liemers de Logistikinitiative Niederrhein, Netzwerk Logistik Wesel, Logistikinitiative Duisburg-Niederrhein, Logistikinitiative Ruhr, EffizienzCluster Logistik Ruhr. Een belangrijk grensoverschrijdend samenwerkingsverband in Emmmo. Deze samenwerking tussen Emmerich en de Gemeente Montferland heeft tot doel die grensregio als trimodale logistieke hotspot te positioneren. Euregionale kansen Belangrijke trends in de logistieke sector zijn de voortgaande verstedelijking, de globalisering, hevige prijsconcurrentie, een toenemende behoefte aan informatie en transparantie, een afnemende instroom en toenemende uitstroom van chauffeurs door de vergrijzing, wijzigende klantbehoeften naar meer gemak, eenvoud, stiptheid en flexibiliteit, duurzaamheid toenemende samenwerking in verticale en horizontale zin in de logistieke keten. In de Euregio Rijn-Waal is er een redelijk hoog economisch potentieel in de logistieke sector. Het wetenschappelijk potentieel wordt als ondergemiddeld beoordeeld. Er zijn diverse netwerken en activiteiten die aanknopingspunten vormen voor innovatieactiviteiten in de logistieke sector. Bovendien bestaat er vanuit het perspectief van duurzaamheid een belangrijke maatschappelijke vraag/uitdaging. Daarnaast biedt ook het aanbieden van gespecialiseerde logistiek kansen; van staal tot voedingsindustrie is er behoefte aan gespecialiseerde logistieke kennis en leveranciers. Tenslotte biedt ook internationale samenwerking, m.n. meer afstemming, meer overslagfaciliteiten bij de grens en minder vertraging en kosten door douane en inspecties, kansen. Realisering Om bovenstaande kansen te realiseren is de koppeling met andere sectoren (voeding, gezondheid, afvalverwerking) noodzakelijk. Ook op het gebied van multimodaliteiten en synchromodaliteit dienen de ontwikkelingen te worden geïntensiveerd. Gezamenlijk kunnen de uitdagingen van nieuwe mobiliteitsconcepten grensoverschrijdend aangegaan worden, waarbij elektrische mobiliteit een eigen plek verdient. Daarnaast bieden ook projecten op het gebied Green Logistics en Vallue-Addes Logistics een euregionale meerwaarde. Samenvattend dienen grensoverschrijdende innovaties gerealiseerd te worden voor de thema’s - Internationale systemen en knooppunten - Logistiek voor de voedingsindustrie - (Informatie)technologie voor de logistieke sector.
7
5) Hightech industrieën Uitgangssituatie De hightech sector wordt in deze notitie omschreven als de machines en apparaten producerende en reparerende bedrijven en de ict-bedrijven. In de Euregio Rijn-Waal werken in deze sector in totaal ruim 85.000 mensen. Wanneer ook de primaire productie van grondstoffen (textiel, chemische producten en metalen) wordt meegenomen dan verdubbelt het belang van deze sector (162.000 werknemers). Deze sector is de meest brede in technologisch en economisch opzicht, variërend van ICT tot Automotive en van nanotech tot metaalbewerking. Het bevat zowel kleine start-ups als grote multinationale bedrijven en alles daartussenin. De verdeling tussen NRW en het NL deel van de Euregio is interessant. Informatie-technologie, de automotive industrie en de elektrische industrie zijn vooral geconcentreerd in het NL deel van de Euregio. De focus van de metaalindustrie bevind zich in het Duitse deel, waarbij de vervaardiging van metaalproducten zich weer vooral in NL bevindt. De chemische industrie en de machinebouw zijn met name in het Duitse deel aanzienlijk oververtegenwoordigd ten opzichte van het regionale gemiddelde (met ruim een derde). De kennisinstellingen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Universität Duisburg Essen, Radboud Universiteit Nijmegen, Hochschule Rhein-Waal besteden veel aandacht aan aan deze sector gerelateerde studies. In de Euregio Rijn-Waal zijn een groot aantal organisaties en netwerken op hightech gebied actief, bijvoorbeeld Novio Tech Campus in Nijmegen (halfgeleidertechnologie), Technologiezentrum Tectrum; Technologiepark Dieprahm; Technologiezentrum Kleve; Netzwerk für metallische Werkstoffe; matec.net; Netzwerk Automotive Rheinland; Cluster: Mobile Communications Deze sector is van eminent belang voor Euregio Rijn-Waal, omdat de hightech sector een groot deel van de technologische oplossingen voor innovaties levert en innovatie hét speerpunt is van alle toekomstige stimuleringsprogramma’s. Euregionale kansen Hightech industrieën leveren oplossingen voor veel maatschappelijke uitdagingen. Te denken valt hierbij aan de vergrijzing, duurzaamheid en klimaatveranderingen, vernieuwing van tradtionele sectoren, duurzame energie, landbouw en verkeer. Voor al deze ontwikkelingen worden ook in de Euregio Rijn-Waal oplossingen gezocht. Sectoren die bij deze ontwikkelingen aansluiten, zijn hightech kunststoffen en composieten, manufacturing en machinebouw, embedded systems, nanotechnologie, halfgeleidertechnologie en ICT. Daarnaast is het van belang om deze innovatieprocessen integraal te zien, over de grenzen van de sector heen. Veel van de ontwikkelingen in de hightech industrie vinden hun oorsprong in nieuwe wetenschappelijke inzichten. Om de nieuwe wetenschappelijke inzichten te transfereren naar toepassing in een zeer divers landschap van goederen producerende bedrijven is een intensieve samenwerking tussen kennisinstituten onderling en in hun relatie met het bedrijfsleven noodzakelijk. Daarnaast moet er een infrastructuur bestaan die kansen biedt voor proof-of-concept tests. Realisering De high sector is een belangrijke sector in de oplossing van meerdere van de grote maatschappelijke vraagstukken van de toekomst (Europe 2020 strategie), omdat het de technologische bijdrage levert die voor de oplossing noodzakelijk is, hierbij zijn cross-overs met andere sectoren noodzakelijk. In deze sector staat de relatie tussen technologieën en toepassing centraal, vaak in MKB gedomineerde sectoren (zoals fijnchemie, metaalbewerking, machinebouw, textielindustrie, elektro/communicatie-techniek, automotive toeleveranciers) maar ook in een op het eerste gezicht minder innovatieve sector als de bouw. Een uitdaging voor de komende jaren ligt in het verbeteren van het verbindend vermogen tussen de kennisleveranciers en de kennistoepassers. De Euregio Rijn-Waal zal versterkt moeten inzetten op de valorisatie van kennis. Ondernemende wetenschappers en ondernemers met een open vizier naar wetenschappelijke vernieuwingen moeten in de gelegenheid worden gesteld nieuwe productietechnieken in de regio uit te testen en nieuwe bedrijvigheid te starten. Op onderzoek en ontwikkeling gerichte bedrijven kunnen daarbij als intermediairs fungeren, eventueel in combinatie met het uitbouwen van de start-up infrastructuur, die in het kader van de Kennisalliantie Rijn-Waal 2020 wordt ontwikkeld. Tenslotte dient ook een verbinding met Horizon 2020 gezocht te worden ten behoeve van Europese netwerken.
8
6) Gezondheid en Life sciences Uitgangssituatie Het gebied Gezondheid en Life sciences omvat in onze definitie naast de gezondheidszorg zelf ook de vervaardiging van farmaceutische producten en verpleging en verzorging. In de Euregio Rijn-Waal werken in deze sector in totaal ruim 270.000 mensen. De kennisinstellingen in de Euregio Rijn-Waal besteden veel aandacht aan aan deze sector gerelateerde studies: Christelijke Hogeschool Ede, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Radboud Universiteit Nijmegen, Wageningen UR, Hochschule Rhein-Waal en de Universität Duisburg-Essen. Grensoverschrijdend is het Erwin L. Hahn Institut in Essen noemenswaardig. Dit is een samenwerkingsproject tussen de UDE en de RUN (Imaging en Magnetische resonantie). In de Euregio Rijn-Waal zijn een groot aantal organisaties en netwerken op het gebied van gezondheidszorg en life sciences actief, bijvoorbeeld Health Valley, Novio Tech Campus, Gezondheid en Verzorging Stedendriehoek, Slimmer leven 2020 - Zuidoost NL (Actief en gezond ouder worden), Gesundheitsinitiative Niederrhein en natuurlijk het Euregionale Forum Gezondheidszorg (hierover meer bij de uitwerking van de Euregionale Soft Skills). Gezien de verschillen tussen Nederland en Duitsland zijn er met name zinvolle grensoverschrijdende projecten te verwachten als hier ook andere sectoren bij betrokken worden (hightech industrieën, creatieve industrieën, arbeidsmarkt en opleiding). Euregionale kansen De maatschappelijke en sectorale trends met grote invloed op de gezondheidszorg in de komende jaren zijn voortgaande demografische veranderingen en een vergrijzende samenleving; een tekort aan vakmensen (vooral onder laagopgeleiden); behoefte aan hogere kwaliteit en meer efficiëntie in verzorging en verpleging; nieuwe ontwikkelingen zoals ambient assisted living (AAL) en telecare. De bovenstaande inzichten betekenen voor de behoeften en het innovatiepotentieel van de Euregio Rijn-Waal dat de focus meer op proces en organisatorische innovaties zal komen te liggen, dan op producten van farmaen biotechnologie. Men kan daarbij denken aan bijvoorbeeld de verzorgingsinfrastructuur, ziekenhuis- en verpleeghuisinrichting, proces en medicijntechniek. In grensoverschrijdende projecten moet nadrukkelijk aandacht zijn voor cross-sectorale synergiën, vooral voeding & gezondheid en gezondheid & Creatieve Industrie. Realisering Interessante thema’s voor grensoverschrijdende samenwerking en innovatie, waar gezamenlijk een meerwaarde te behalen is, zijn het tekort aan talent, kwaliteit en efficiëntie in de gezondheidszorg, health technology en verpleging en cross-sectorale mogelijkheden. Het tekort aan talent hangt samen met het (negatieve) imago van het beroep. Om de kwaliteit en efficiëntie in de gezondheidszorg te verbeteren valt te denken aan de volgende uitgangspunten: Smart Hospitals, Ziekenhuislogistiek en –management, Advanced Nursing Practices, Geïntegreerde zorg: Kennisuitwisseling in de waardeketen Onder Health Technology vallen AAL & Telecare. Hierbij kan aangeknoopt worden bij huidige initiatieven in de grensregio als Telemedicine and Personalized Care en kleinere regionale projecten als e-health, senior apotele en zorg op afstand. Cross-sectoraal bieden de combinaties Voeding en gezondheid Healthcare Design & Healthy Architecture interessante mogelijkheden.
9
7) Creatieve Industrie Uitgangssituatie De Creatieve Industrie is een veelzijdige sector. Ten eerste zijn er de uitgeverijen, film- en tv-productie en geluidsopname, telecommunicatie, dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatietechnologie, diensten op het gebied van informatie en design, fotografie en vertaalbureaus. Verder horen ook aanbieders op het gebied van kunst, cultuur, cultureel erfgoed en entertainment bij deze sector. Trends die binnen deze sector te bespeuren zijn, zijn o.a. de medialisering van de samenleving (mobiele media, gebruik van apps, sociale media en sociale netwerken), toenemende recreatieve behoeften in combinatie met gezondheid en voeding, creatieve economie en creatieve industrie. In de Euregio Rijn-Waal zijn de projecten in deze sector tot op heden over het algemeen projecten op het kunstzinnige vlak (SMAX en de voorgangerprojecten, Licht, Licht, Licht, ColumBus en veel kleine projecten op het gebied van muziek, theater en kunst). Aan de Universität Duisburg-Essen, Hochschule Rhein-Waal, ArtEZ en de Radboud Universität worden zeer uiteenlopende studierichtingen voor deze sector aangeboden. Belangrijke initiatieven, organisaties en netwerken in de Euregio Rijn-Waal zijn o.a. Creative.NRW, Medien.NRW, IKT.NRW, modekwartier in Arnhem, Kreativ.Quartier Lohberg in Dinslaken, Medienbunger en Kreativquartier in Duisburg en de Drufabriek in Ulft. Verder heeft Arnhem als stad landelijk een stevige positie binnen de creatieve industrie verworven. Hierbij positioneert Arnhem zich in samenwerking met de hogeschool ArtEZ en de provincie Gelderland vooral als stad voor mode en vormgeving. Euregionale kansen Hoewel de sector een ondergemiddeld economische potentieel heeft, zijn er binnen de Euregio Rijn-Waal zeer hoge wetenschappelijke competenties aanwezig en wordt er met name op dit vlak nog niet veel samengewerkt. Verder beschikt de Euregio Rijn-Waal over een rijk cultureel aanbod, dat veel perspectieven biedt voor grensoverschrijdende samenwerking. Hierbij zijn de diverse al bestaande netwerken en activiteiten een belangrijk aanknopingspunt. Hoewel de sector zelf weinig potentie heeft als zelfstandig innovatiedomein, kan de creatieve industrie wel als creatieve motor voor innovatie in andere sectoren fungeren. Te denken valt hierbij aan Cloud Computing, Smart Cities, Intelligente ziekenhuizen / Health Care Design en AAL (Ambiant Assistant Living) en Telecare. Ook voor de aanbieders van kunst, cultuur, mode en design zijn er nog veel mogelijkheden om de Euregio RijnWaal tot een samenhangende regio met een veelzijdig cultureel aanbod te ontwikkelen. Realisering Belangrijk is het om de competenties aan Nederlandse zijde (bijv. ArtEZ) te koppelen met die van het Kreativcluster NRW en eventueel omliggende actoren als Zeche Zollverein. Verder dienen de sector overschrijdende synergiën benut te worden, met name met de gezondheidszorg en de energiesector. Tevens dienen dwarsverbanden tussen de creatieve industrie, de maakindustrie en andere sectoren gestimuleerd te worden die leiden tot meer bedrijvigheid, innovatie en ondernemerschap. Projectinitiatieven die zich hierop richten dienen ondersteund te worden. De grensoverschrijdende contacten tussen musea, theaters, etc. liggen er vaak al. Het is zaak deze contacten, te laten uitgroeien tot een grensoverschrijdend cultureel aanbod, dat bijdraagt aan een aantrekkelijke regio (zie daartoe ook “Euregionale Soft Skills”. Dit kan bijvoorbeeld door euregionale initiatieven te faciliteren die een bijdrage leveren aan de positionering van de Euregio Rijn-Waal als een innovatieve, creatieve regio. Daarbij verdienen de euregionale contacten op het gebied van mode en vormgeving extra aandacht. 8)
Vrijetijdseconomie / Toerisme
Dit thema wordt op dit moment nog verder uitgewerkt.
10
II. Euregionale soft skills 1) Demografische ontwikkeling / Sociale cohesie Uitgangsituatie Over het thema „demografische ontwikkeling/demografische verandering“ wordt actueel veel gesproken. Daarbij concentreert het thema zich op diverse maatregelen zoals het wegvallen van infrastructurele voorziening in sociaal opzicht, de verandering van de leeftijdspiramide, ontwikkeling van geboorte- en sterftecijfers en migratie. Ook in het werkgebied van de Euregio Rijn-Waal is dit een belangrijk thema. Hoewel er op dit moment meer gezinnen naar NRW immigreren als dat er vanuit NRW emigreren, neemt dit niet weg, dat het aantal gezinnen in NRW op dit moment duidelijk stijgt (Bron: IHK / Demografie Kompass Niederrhein 2030). Desalniettemin stijgt ook hier het sterftecijfer en daalt het geboortecijfer. Ook op het gebied van de demografische ontwikkeling is het belangrijk om de krachten te bundelen. Hiervoor is het handig als overeenkomsten tussen buurgemeenten bekend zijn en natuurlijk ook met het buurland. Ook hier laten de cijfers een vergelijkbaar beeld zien. Volgens het Landesentwicklungsplan NRW (LEP) van juni 2013 moet er tot 2030 met een bevolkingsdaling van 3,6 % in NRW gerekend worden. In enkele regio´s zal dit percentage hoger liggen en in andere regio´s lager. In de ballingcentra en ook in de Kreis Kleve wordt eerder met een toename van de bevolking gerekend. Voor het zuiden en het noordoosten van NRW wordt daarentegen met een daling van 10 % gerekend. Met name met betrekking tot het percentage oudere bewoners in NRW wordt een groei van 27,4 % verwacht. Ook wordt een stijging van het aantal huishoudens verwacht. Ook wordt als gevolg van de demografische ontwikkelingen de vraag naar gekwalificeerde en gespecialiseerde werknemers toenemen. De cijfers voor Nederland laten een vergelijkbaar beeld zien. Het CBS (Centraal Bureau voor Statistiek) heeft op 1 oktober de groeiprognoses voor de periode2013-2040 voor Nederland bekend gemaakt. Volgens deze statistiek zal de bevolking in het Nederlandse werkgebied van de Euregio Rijn-Waal in de COROP-Regio´s Arnhem/Nijmegen, Veluwe en Noordoost-Noord-Brabant met ca. 2,5-5 % toenemen. In de regio ZuidwestGelderland blijft de bevolking stabiel. Voor de regio´s Achterhoek en Noord-Limburg wordt een daling van de bevolking van 2,5-5% geprognosticeerd. Voor alle regio´s wordt een stijging van het aantal huishoudens verwacht. Deze ontwikkeling hangt samen met de stijgende levensverwachting van de mensen. Voor de regio´s Achterhoek en Noord-Limburg wordt verder verwacht, dat meer dan 25% van de bevolking in 2040 65 jaar of ouder zal zijn. Voor de overige regio´s wordt verwacht dat in 2040 20-25 5 van de bevolking boven de 65 zal zijn. Voor wat betreft de beroepsbevolking wordt verwacht, dat deze in Zuidwest-Gelderland, Arnhem/Nijmegen, Noordoost-Noord-Brabant en de Veluwe stabiel zal blijven. De beroepsbevolking zal echter in de regio´s Achterhoek en Noord-Limburg naar verwachting met meer dan 5% dalen. Ook het thema sociale cohesie, vaak ook gecombineerd met het begrip “inclusie” wordt steeds belangrijker, waarbij veel organisaties nog niet precies weten hoe zij dit thema op kunnen of moeten pakken. Zowel Nederland als Duitsland moeten zich met dit thema bezighouden. Daarom is het zinvol om ook op dit gebied grensoverschrijdend actief te worden. Euregionale kansen Veel gemeenten aan Duitse zijde hebben al individueel maatregelen getroffen. Zo heeft bijv. de gemeente Alpen haar burgers direct om actieve ondersteuning bij diverse verbetermaatregelen verzocht. Schermbeck is in samenwerking met Hamminkeln en Hünxe al een stap verder gegaan en heeft een project ontwikkeld, dat het mogelijk maakt voor oudere mensen om langer thuis te blijven wonen door de inzet van moderne techniek en met behulp van de buren. Daarbij hebben zij zich laten inspireren door een vergelijkbaar project, dat aan Nederlandse kant in de EUREGIO plaatsvindt. Op dit moment worden eerste kleine stappen op het gebied van demografische ontwikkeling gezet. Zo onderzoekt bijv. de organisatie “Gelders Genootschap” uit Arnhem samen met het LWL Münster o.a. de ontwikkelingen in landelijke gebieden (sanering en dorpsontwikkeling, demografie en transformatie en landschappelijke integratie van infrastructuur). Ook wordt op dit moment een groep “kleine kernen” geformeerd. Het initiatief hiertoe heeft de Nederlandse vereniging “Landelijke vereniging Kleine Kernen” genomen. Het doel van deze grensoverschrijdende werkgroep kleine kernen is het ervaringen uit te wisselen en waar mogelijk gezamenlijk oplossingen te ontwikkelen. Parallel ontwikkelen de HAN en de Universität Münster een grensoverschrijdend onderzoeksproject met betrekking tot dit thema. Een eerste stap naar “sociale cohesie” heeft Pluryn Nijmegen in samenwerking met Benediktushof Reken en de Caritas Werkstätten Moers gezet. Doel van het project INCLUSIE – CONCREET is de grensoverschrijdende kennis- en actienetwerk om mensen met een handicapt te ondersteunen bij het aangaan van een baan. Door
11
deze nauwe samenwerking wordt voor mensen met een handicap een individueel ondersteuningsaanbod en stimulering als “hulp bij zelfredzaamheid” aangeboden. Realisering Weliswaar worden de eerste kleine stappen gezet (individuele maatregelen), maar rekening houdend met het Demografie-Kompass 2030 van de IHK is het zinvol om onze horizon te verbreden en gezamenlijk binnen de gehele Euregio Rijn-Waal de ontwikkeling van de demografische ontwikkeling te sonderen. Verdere stappen met betrekking tot sociale cohesie worden al gepland door bovengenoemde actoren gepland. Desalniettemin is er voor de toekomst nog meer nodig, omdat het thema “sociale cohesie / inclusie” net zoals het thema “demografische ontwikkeling” zeer breed is. 2) Bereikbaarheid Uitgangssituatie De Euregio Rijn-Waal is met haar 3,7 miljoen inwoners een van de meest dichtbevolkte Euregio´s langs de Nederlands-Duitse grens. De Euregio Rijn-Waal ligt in het hart van de TEN-T corridor Rotterdam-Genua. Dit komt in de Euregio Rijn-Waal tot uitdrukking in het grote aantal grensoverschrijdende weg, water- en spoorverbindingen. Daarnaast beschikt de Euregio Rijn-Waal Airport Weeze over een internationale luchthaven. De internationale luchthavens van Eindhoven en Düsseldorf zijn eveneens dichtbij. De snelwegen A12/A3 en A77/A57 doorsnijden de regio en beschikken over diverse afritten aan beide zijden van de grens. Daarnaast zijn er diverse lokale en regionale wegverbindingen tussen Nederland en Duitsland. Ook voor fietsers, voetgangers en ruiters zijn er diverse grensoverschrijdende verbindingswegen aanwezig. Bovendien zijn er nog de belangrijke waterwegen Rijn en Waal en Niers en Maas die in de zomer ook mogelijkheden bieden voor toeristisch vervoer. Een goed functionerend openbaar vervoerssysteem over weg en spoor is essentieel voor de bereikbaarheid en vormt een van de basisvoorwaarden voor de ontwikkeling van de Euregio tot een echt geïntegreerde grensregio. Ondanks de jarenlange samenwerking zijn de verbindingen over de grens echter nog altijd ontoereikend. Inmiddels rijdt de SB 58 van de NIAG in samenwerking met breng van Kleve naar Nijmegen. Deze lijn is de meest succesvolle lijn van de NIAG. De buslijn 60 tussen Kleve en Millingen aan de Rijn wordt aan Duitse zijde sterk gefrequenteerd, aan Nederlandse zijde helaas veel minder. Er is behoefte aan meer en betere grensoverschrijdende verbindingen. Euregionale kansen De verschillende verbindingen bieden nog veel perspectief voor een verbeterde bereikbaarheid van en in de Euregio Rijn-Waal. Met name een geoptimaliseerd Openbaar Vervoersaanbod biedt veel kansen. Te denken valt aan de inrichting van regionale grensoverschrijdende busverbindingen (Doetinchem´sHeerenberg-Emmerich-Kleve en grensoverschrijdende verbindingen tussen de Noord-Limburgse gemeenten en hun Duitse buurgemeenten). Op dit moment vindt er een haalbaarheidsonderzoek naar de eerst genoemde verbinding plaats. Deze verbinding is met name gewenst door de Hochschule Rhein-Waal en de gemeentes Oude IJsselstreek en Montferland, zodat studenten in Nederland stage kunnen lopen en hier voor woonruimte naar uit kunnen uitwijken en Nederlandse studenten de Hochschule Rhein-Waal gemakkelijker kunnen bereiken. Een lichtpuntje in het Euregionale OV over het spoort is namelijk het feit, dat vanaf januari 2017 weer een personentrein tussen Arnhem en Emmerich zal rijden. Met name voor de inwoners van de Achterhoek rond ´sHeerenberg biedt deze verbinding extra mogelijkheden. Zowel voor reizen naar Arnhem als naar Emmerich en verder. De gemeenten Nijmegen, Groesbeek, Kranenburg en Kleve hebben zich dit jaar (2013) uitgesproken voor de reactivering van de spoorverbinding Kleve-Nijmegen, die in 1991 is opgeheven. Op dit moment zijn hier echter nog diverse knelpunten (soort verbinding trein, tram, tram-trein of lightrail en is onduidelijk hoe de lijn gefinancierd moet worden). Algemeen liggen er kansen voor een gezamenlijk verkeersinformatiesysteem en tariefintegratie voor de gehele grensregio, alsmede voor innovatieve vormen van vraag gestuurd OV. De Euregionale OV conferentie op 14 november 2013 is hiervoor een begin.
12
Realisering De Euregio Rijn-Waal kan in haar rol als belangenbehartiger van haar inwoners en leden en als bemiddelaar tussen inwoners, leden en regionale, nationale of Europese overheden een belangrijke rol spelen bij het leggen van contacten, het faciliteren van overleg en het uitwerken van concrete projectideeën. Voor de realisatie van bovengenoemde verbindingen zal nagegaan worden in hoeverre ook het INTERREG V A programma Deutschland-Nederland 2014-2020 een bijdrage kan leveren aan de opstartkosten van nieuwe/ verbeterde grensoverschrijdende OV verbindingen. 3) Kennisregio / onderwijs / buurtaal Uitgangssituatie Sinds vele jaren zet de Euregio Rijn-Waal er zich samen met andere Nederlands-Duitse Euregio´s voor in om mensen en daarmee ook hun kennis en kunde voor de grensregio´s te winnen resp. te behouden. Op het gebied van kennisregio, onderwijs en buurtaal bestaan vele kleinere en grotere projecten, die ditzelfde doel nastreven. De Kennisalliantie Rijn-Waal 2020 heeft laten zien, hoe jonge mensen en hun potentieel voor de economische en maatschappelijke ontwikkeling van de Euregio Rijn-Waal ingezet kunnen worden., Belangrijk voor het slagen van dergelijke projecten is daarbij echter dat men al op jonge leeftijd in contact komt met grensoverschrijdend onderwijs en de buurtaal. Belangrijk hierbij zijn de projecten die in het kader van de programma´s People to People en sociaal-culturele mini-projecten worden doorgevoerd. Zo vinden er jaarlijks ca. 80 scholierenuitwisselingen tussen Nederlandse en Duitse scholen plaats. In het kader van People to People wordt tweetaling lesmateriaal over interessante thema´s als astronomie en theater ontwikkeld, die scholieren blijvend met het buurland in contact brengen. Dat het belang van kennis van de buurtaal ook door de scholen erkend wordt, blijkt uit het feit dat het congres “Leren van de buren” elke twee jaar in Kleve wordt georganiseerd. Hierbij wisselen docenten uit Nederland en Duitsland ervaringen en lesmethoden uit. Voor jongeren biedt het grensoverschrijdende engagement van hun leraren niet alleen een afwisselend lesprogramma maar ook een goede voorbereiding op de euregionale arbeidsmarkt. Euregionale kansen Met haar meer dan 15 universiteiten en hogescholen en ca. 30 MBO´s, die al ruime ervaring hebben met grensoverschrijdende samenwerking, zijn er voor de Euregio Rijn-Waal goede mogelijkheden om jonge mensen te behouden of hier naar toe te trekken. Basisvoorwaarde hiervoor is dat aan beide zijden van de grens een grensoverschrijdend (taal-)onderwijs voor alle schoolvormen gegarandeerd is. Dit betekent, dat kinderen niet slechts sporadisch met de cultuur en taal van de buren in aanraking komen, maar dat zij doelgericht al op in de onderbouw van de basisschool een basis krijgen voor de buurtaal. Het vroege contact met de buurtaal draagt bij aan een goed begrip voor het andere land. In het kader van de Kennisalliantie Rijn-Waal 2020 worden meerdere mogelijkheden ontwikkeld die tot doel hebben, studenten na het beëindigen van hun studie in de regio te laten blijven, zodat hun kennis ten bate komt aan de regio. Realisatie Gezamenlijk met de nationale onderwijsministeries en regionale overheden dient naar mogelijkheden gezocht te worden, hoe taalonderwijs in het lesprogramma van alle dichtbij de grens gelegen scholen kan worden verankerd. Conceptueel kan de Euregio Rijn-Waal hierbij teruggrijpen op een model, dat in Zuid-Limburg is ontwikkeld. De eerste stap hierbij is te onderzoeken welke wensen op het gebied van buurtaal / euregionale competenties in de Euregio Rijn-Waal bestaan, zodat aansluitend gezamenlijk met de andere NederlandsDuitse Euregio´s een programma ontwikkeld kan worden, dat gebaseerd is op reeds bestaande initiatieven en waar nodig nieuwe initiatieven ontplooit. Om er voor te zorgen, dat kennis niet voor de regio verloren gaat en de Euregio Rijn-Waal als werkgebied voor jonge mensen met een HBO of universitair diploma interessant blijft, is het belangrijk dat studenten al tijdens hun studie de interessante bedrijven in de regio leren kennen. Daarvoor is een nauwe samenwerking tussen de universiteiten/hogescholen het bedrijfsleven an beide zijden van de grens noodzakelijk.
13
4) Cultuur, toerisme, recreatie, natuur Uitgangssituatie De regio Zuid-Oost-Nederland en de Niederrhein wordt gekenmerkt door een grote culturele verscheidenheid en bijzondere natuur. De musea, kastelen en andere bezienswaardigheden laten de afwisselende rijkdom van de regio goed zien. Intacte natuurlijk en cultureel erfgoed biedt de bewoners van de grensregio goede recreatiemogelijkheden en is een belangrijke omgevings- en vestigingsfactor. Dit natuurlijk en cultureel erfgoed biedt daarnaast de mogelijkheid om duurzaam, grensoverschrijdend toerisme als belangrijke economische sector in het Euregiogebied verder te ontwikkelen. Thema´s als landschappelijk en cultureel erfgoed en toerisme en recreatie stoppen niet bij de grens. Een verdieping van de grensoverschrijdende samenwerking op deze gebieden is voor de Euregio Rijn-Waal ook in de toekomst bijzonder belangrijk. Voor een economische groei in deze sector spelen echter ook milieu- en in het bijzonder klimaatbescherming een steeds belangrijkere rol. Een blijvend concurrerende economie kan tenslotte niet zonder een zorgvuldige omgang met natuurlijke hulpstoffen en nieuwe uitgangspunten voor de beschreven sectoren. Euregionale kansen Kansen liggen er met name in de verbinding van grensoverschrijdend toerisme met het grensoverschrijdende culturele aanbod in de Euregio Rijn-Waal. Belangrijk is in deze samenhang dat de bestaande promotiestructuren worden gekoppeld en benut, aangezien er in de afgelopen jaren veel grensoverschrijdende structuren zijn opgebouwd, die ook in de toekomst gebruikt en verder ontwikkeld dienen te worden. Kansen dienen echter benut te worden in de verbinding van grensoverschrijdend toerisme met natuurbeschermingsinitiatieven, bijv. door de promotie van het natuurlijke bijzonderheden van de regio of de opwaardering van een landschapsvriendelijk natuurbelevenis- en recreatieaanbod. Voor het gebied van de Euregio Rijn-Waal is de verdere ontwikkeling van het natuurlijk en cultureel erfgoed, duurzaam toerisme (grensoverschrijdende ontwikkeling van klimaat neutrale, natuur en cultuur georiënteerd toerisme) eveneens een kans, die ook door de lokale toerismeaanbieders en de horeca gegrepen zou moeten worden. Een andere voor de regio belangrijke factor zijn de mogelijkheden die voortkomen uit de ecologische verbindingen, grensoverschrijdende verbindingen tussen biotopen etc. Natuur- dienstverlening – mens zou als een mogelijk concept in de regio ontwikkeld kunnen worden en mogelijkheden voor het MKB bieden. Voor gevestigde organisaties als de waterschappen en de Wasser- en Deichverbände kan grensoverschrijdend gedacht worden aan ecosysteemdiensten, waterkwaliteit, drinkwaterverzorging, en afvalwaterverwerking. Tenslotte is ook het creëren van grensoverschrijdende verbindingen tussen landschappen die beschermd dienen te worden bij de planning en uitvoering van gezamenlijke activiteiten een mogelijk uitgangspunt voor de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking. Realisering Voor de realisatie van de kansen in de Euregio Rijn-Waal dient in de eerste plaats het netwerken en de vorming van ronde tafels voor de thema´s natuurlijk en cultuur erfgoed en (duurzaam) toerisme tussen de reeds actieve en potentiële actoren in de regio te staan. Een belangrijk aspect is de sterkere integratie van bedrijven bij de grensoverschrijdende implementatie van producten en diensten binnen de natuur- en culturele sector en de op het gebied van duurzaam toerisme en recreatie. In deze samenhang is een actieve deelname van de lidorganisaties van de Euregio Rijn-Waal gevraagd. Hierdoor kunnen toeristische en culturele highlights in de gemeenten sneller geïdentificeerd, verbonden en gepromoot worden. Een ander voor de Euregio Rijn-Waal zeker interessant uitgangspunt zou bovendien het innovatieve promoten van de zachte vestigingsfactoren zijn, waarvan alle gemeenten en het bedrijfsleven in het werkgebied van de Euregio Rijn-Waal zouden profiteren. Bij de ontwikkeling van nieuwe initiatieven voor de beschreven themagebieden speelt een cross-over-aanpak een belangrijke rol en deze verhoogt mogelijkerwijs de kansen op ondersteuning uit EU-programma´s, zoals bijvoorbeeld het INTERREG V programma. 5) Zorg Uitgangssituatie Grensoverschrijdende samenwerking kan van levensbelang zijn. Hulp uit het buurland kan in sommige gevallen sneller ter plaatse zijn dan die uit eigen land. Ook in de niet-spoedeisende maar gerichte medische zorg zijn
14
goede grensoverschrijdende zorgmogelijkheden voor de burgers in de grensregio belangrijk en wenselijk. Patiënten moeten gebruik kunnen maken van de gezondheidszorgvoorzieningen die zo dicht mogelijk bij de eigen woonplaats liggen. De grote verschillen op het gebied van regelgeving en vergoedingssystemen vormen echter nog steeds een grote belemmering. De gezondheidszorg bevindt zich volop in transitie: verschillende maatschappelijke ontwikkelingen dwingen de zorgsystemen tot een andere benadering van zorgactiviteiten, zorgprofessionals en de patiënt. Zo leiden de toenemende vergrijzing, de toenemende medisch-technologische mogelijkheden (gezondheids-technologie) en de behoefte aan preventie en behoud van autonomie van patiënten tot een andere misschien wel ruimere invulling van zorg. De reeds bestaande grensoverschrijdende samenwerking tussen ziekenhuizen, ziektekostenverzekeraars en zorginstellingen binnen de Euregio Rijn-Waal heeft het voor de inwoners van de Euregio Rijn-Waal eenvoudiger gemaakt om gebruik te maken van medische zorg in het buitenland. De invoering van de internationale Zorgpas is een waardevol hulpmiddel bij de onderlinge afrekening tussen de ziektekostenverzekeraars. Aan de Duitse kant van het grensgebied van de Euregio Rijn-Waal kampt men met een tekort aan medisch personeel. Het zgn. “Netwerk Euregionaal Forum Grensoverschrijdende Gezondheidszorg” (ca. 55 organisaties waaronder overheden, ziekenhuizen, “Ärztekammer”, “Kassenärztliche Vereinigung”, verzekeraars etc.) initieert grensoverschrijdende projecten en grensoverschrijdende contacten worden geïntensiveerd. Euregionale kansen De vele projecten en netwerken tonen aan dat de Euregio Rijn-Waal een unieke regio is waar volop wordt samengewerkt en die als proeftuin kan dienen voor een groot scala aan grensoverschrijdende activiteiten. Door nadere samenwerking en grensoverschrijdende afstemming, kan het aanbod van voorzieningen in de zorg voor alle burgers in de Euregio Rijn-Waal verbeterd worden. Ook kan in euregionaal verband de innovatie van zorg en maatschappelijke voorzieningen worden opgepakt om in te spelen op ontwikkelingen als de vergrijzende bevolking en veranderende levenspatronen. Hierbij kan met name meer aandacht besteed worden aan zorgeconomie in brede zin, waaronder innovaties op het gebied van technologie en marketing. Het potentieel op het vlak van gezondheidszorg is nog niet ten volle benut en biedt volop kansen om in te spelen op toekomstige ontwikkelingen. Met name de deelthema’s innovatie en technologie, preventie, patiënten mobiliteit en zorgaanbod bieden een toegevoegde waarde voor verdere ontwikkeling op euregionaal niveau. Realisering De grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van innovatie en technologie in de zorg kan door gebruik te maken van ontwikkelingen als e-health, (bijv. ParkinsonNet) en samenwerking met o.a. Health Valley, Gesundheitsregion Niederrhein gestimuleerd worden. Grensoverschrijdende preventiecampagnes en de uitwisseling van best practices dragen bij aan een betere gezondheidstoestand in de Euregio Rijn-Waal. De samenwerking tussen ambulante (thuis)zorgvoorzieningen en tussen universiteiten/hogescholen en zorginstellingen kan verbeterd worden door aanbod, bestaande samenwerkingsverbanden en -potentieel in kaart te brengen, grensoverschrijdende initiatieven te stimuleren, met extra aandacht voor samenwerking binnen en tussen vakgebieden, innovatie, nabije en grensoverschrijdende dienstverlening voor senioren en promotie van zorgberoepen. Een uitdaging is het om een nauwere samenwerking tussen de gehele zorgkolom te bewerkstelligen, het opzetten van een gemeenschappelijk zorgaanbod op verschillende gebieden, en betere informatie-uitwisseling. Hoewel er al veel informatie beschikbaar is, kan de informatievoorziening met betrekking tot zorg over de grens verbeterd worden. Belangrijke middelen hiertoe zijn de continuering van netwerkbijeenkomsten met bevoegde overheden, ziektekostenverzekeraars en zorginstellingen (waaronder ziekenhuizen) en dient de stand van zaken met betrekking tot de omzetting EU-patiëntenrichtlijn en actuele informatievoorziening over grensoverschrijdend zorgaanbod in kaart gebracht te worden. De zorginformatie kan bij wijze van service opgenomen worden in bestaande of geplande voorzieningen voor grensarbeiders in het kader van de zgn. EUpatiëntenrichtlijn 2011/24.
15
III. Euregionale betrokkenheid versterken 1) Betrokkenheid van leden/bedrijven/instellingen/organisaties vergroten Uitgangssituatie Als ledenorganisatie heeft de Euregio Rijn-Waal nauwe contacten met gemeenten en regionale overheden. Dit zijn belangrijke partners in de grensoverschrijdende samenwerking. Echter ook goede contacten met en betrokkenheid van bedrijven, instellingen en organisaties, die in de Euregio Rijn-Waal gevestigd zijn, zijn van eminent belang. Uiteindelijk vormen zij een belangrijke doelgroep voor de grensoverschrijdende samenwerking. De betrokkenheid en participatie van deze partijen bij de grensoverschrijdende samenwerking is helaas nog niet altijd vanzelfsprekend. Wel ontvangt de Euregio Rijn-Waal regelmatig signalen, dat deze partijen graag nauwer bij de Euregio Rijn-Waal betrokken willen worden. De Euregio Rijn-Waal wil daarom de bestaande verbindingen behouden en versterken en nieuwe duurzame verbindingen leggen. Voor een verbeterde ledenbinding zijn in samenspraak met de lidorganisaties diverse opties geïdentificeerd. Eerste stappen zijn al gezet. Zo is er sinds drie jaar een informele Euregioraadsvergadering waarin de Euregioraadsleden in een workshopachtige setting kunnen meepraten over actuele ontwikkelingen en richtinggevende onderwerpen. Daarnaast is in het najaar van 2013 begonnen met extra projectgerichte bijeenkomsten voor de Euregio-contactpersonen. Euregionale kansen De samenwerking binnen de Euregio Rijn-Waal op bestuurlijk vlak en binnen de zogenoemde 4 O´s (Overheid, Onderzoek, Onderwijs en Ondernemingen) biedt mogelijkheden voor intensivering. Een verbeterde samenwerking op deze gebieden voert niet alleen tot een nauwere betrokkenheid bij de Euregio Rijn-Waal, maar biedt ook perspectief voor nieuwe vormen van grensoverschrijdende samenwerking op allerlei vlakken (innovatie, arbeidsmarkt en onderwijs). Ook voor thema´s als ondernemerschap, vergrijzing (demografische ontwikkeling), CO₂ reductie en duurzame ontwikkeling is een functionerend grensoverschrijdend bestuurlijk netwerk tussen bedrijven, instellingen, organisaties en de Euregio Rijn-Waal van belang. Daarbij dienen burgerinitiatieven en cultuurprojecten niet vergeten te worden. Met name deze projecten dragen sterk bij het draagvlak voor grensoverschrijdende samenwerking. Op dit moment zijn bedrijven, instellingen en organisaties een directe doelgroep voor de projectontwikkeling in het kader van INTERREG. Door een meer structurele combinatie van de 4 O´s kunnen betere en sterkere consortia gevormd worden, waarvan een extra impuls uitgaat voor de grensoverschrijdende projectontwikkeling. Door het creëren van “Ronde Tafels” van de 4 O´s rond een aantal kansrijke sectoren (zwaartepunt 1 en 2) kan een gezamenlijk gevoel van urgentie ontstaan en kunnen kansrijke initiatieven worden gerealiseerd. Een virtuele bedrijvenpool met informatie over bedrijven in de Euregio Rijn-Waal zou ondernemers een platform kunnen bieden om te zoeken naar geschikte samenwerkingspartners en informatie over actuele (regionale) economische en branchespecifieke ontwikkelingen te delen. Social media bieden een goedkoop en relatief tijdsextensief platform om informatie uit te wisselen. De Euregio Rijn-Waal is sinds eind 2012 actief op de social media Twitter, Facebook en LinkedIn. Gebleken is dat deze social media met name aan Nederlandse kant veelvuldig als informatiebron worden gebruikt. De diverse social media kunnen echter nog doelgerichter en interactiever als informatie- en communicatieplatform ingezet worden. Verder liggen er nog kansen door bestaande netwerken als de Kennisalliantie Rijn-Waal 2020, Wirtschaftsförderer, jonge ondernemers, industriële kringen etc. beter te benutten. Realisering Bovenstaande kansen kan de Euregio Rijn-Waal alleen in samenwerking met haar leden en overige stakeholders realiseren. De Euregio Rijn-Waal als organisatie wil capaciteiten inzetten om de contacten naar haar leden en stakeholders te intensiveren en actief te benaderen. Belangrijk is af te stemmen, wat de partijen van elkaar verwachten, welke behoeften er zijn, welke rolverdeling passend is en hoe dit bestuurlijk omgezet kan worden. Het benaderen van de juiste spelers kan door de Euregio Rijn-Waal in samenwerking met de haar al bekende partners gebeuren. Hiervoor kan eventueel ook externe expertise worden ingezet, mits hiervoor middelen beschikbaar zijn.
16
2) Vorming van regionale clusters Uitgangssituatie De Euregio Rijn-Waal is begonnen als een werkgroep van enkele direct aan de grens liggende gemeenten in Nederland en Duitsland. Inmiddels is de Euregio Rijn-Waal uitgegroeid tot een samenwerkingsverband van 56 leden in drie provincies en de Niederrhein. Het werkgebied van de Euregio Rijn-Waal bestaat voornamelijk uit landelijke gemeenten, maar ook de grotere steden Arnhem, Ede, Nijmegen en Duisburg en Moers behoren tot de Euregio Rijn-Waal. Er zijn op dit moment al diverse gemeenten die zich in regionale clusters hebben verbonden om op bepaalde terreinen samen te werken. Te denken valt daarbij aan het Land van Cuijk of Region Niederrhein. Grensoverschrijdend werken de buurgemeenten Emmerich en Montferland nauw samen op gebied van transport en logistiek en recent hebben de gemeenten in het Land van Cuijk en de kop van Noord-Limburg samen met de Duitse gemeenten Weeze, Goch en Uedem in het kader van het INTERREG IV A project “Grenzüberschreitende Kommunale Strategie” terreinen geïdentificeerd, waarop grensoverschrijdende samenwerking een belangrijke meerwaarde kan leveren. Ook de drie grote steden Arnhem, Nijmegen en Duisburg werken op projectbasis samen aan een kansenatlas Het optrekken van meerdere gemeenten in regionale (grensoverschrijdende) clusters kan de grensoverschrijdende samenwerking vergemakkelijken. Temeer daar is gebleken, dat het voor met name kleinere gemeenten moeilijk is zelfstandig projecten te ontwikkelen en te cofinancieren. Deze vorm van samenwerking kwam ook naar voren tijdens de discussies in de informele Euregioraadsvergadering van maart 2013 en de commissievergaderingen voor Grensoverschrijdende Verstandhouding, Economische Aangelegenheden en Financiën en Projecten van april 2013. Euregionale kansen Uit de enquête strategische agenda 2020 is gebleken dat steeds meer gemeenten met hun buurgemeenten of vergelijkbare gemeenten samenwerken. Op bepaalde beleidsterreinen trekken zij gezamenlijk op en profiteren zij van elkaar. Door Nederlandse en Duitse clusters met vergelijkbare samenwerkingsterreinen te koppelen is het eenvoudiger om Euregionale kansen te identificeren. Uit de diverse discussieronden en de enquête strategische agenda 2020 zijn aan Nederlandse zijde o.a. de volgende beleidsterreinen als kansrijk voor euregionale samenwerking genoemd: duurzaamheid, economie, toerisme, food, life sciences, arbeidsmarkt, zorg, toerisme, innovatie en onderwijs. Aan Duitse zijde zijn dit demografie, toerisme, economie, cultuur, sport, ruimtelijke ordening, zorg, duurzaamheid, inclusie, samenwerking tussen hulpdiensten, arbeidsmarkt, gemeentelijke financiën en vestigingsfactorenbeleid. Deze punten komen grotendeels overeen met de sectoren die volgens de Potentieelanalyse Kennisalliantie Rijn-Waal 2020 kansrijk worden geacht. Tevens zijn deze beleidsterreinen grotendeels onder te brengen in de investeringsprioriteiten van het INTERREG V A programma Deutschland-Nederland. Tevens zouden de gemeenten in clusterverband hun begrotingen op vergelijkbare speerpunten kunnen vergelijken en deze als uitgangspunt nemen om gezamenlijk projecten te ontwikkelen, die ook grensoverschrijdend kunnen plaatsvinden. Het begrote budget voor deze speerpunten kan dan tevens als lokale cofinanciering worden ingezet. Zo kan het probleem, dat er vaak geen regionale/lokale cofinanciering beschikbaar is, vroegtijdig worden omzeild. Een centraal punt (al dan niet virtueel) waar aanvragen en ideeën verzameld en grensoverschrijdend gematcht worden, zou als verbindende factor tussen de regionale clusters kunnen optreden. Hier kunnen de contactpersonen van de lidorganisaties een belangrijke rol spelen. Realisering De regionale clustering van gemeenten en koppeling aan vergelijkbare gemeentelijke clusters aan de andere zijde van de grens kan alleen plaatsvinden in nauwe samenwerking en afstemming met de lidorganisaties. Alleen als deze zich prettig voelen in hun cluster is een dergelijke vorm van samenwerking productief.
17
3) Branding en Marketing Uitgangssituatie De Euregio Rijn-Waal heeft verschillende doelgroepen, die zij wil bereiken. Enerzijds zijn er de publieksgroepen, die belangrijk zijn voor bestaan en functioneren van de organisatie. Aan de andere kant zijn er de stakeholders, groepen die een belang hebben in de organisatie. De Euregio Rijn-Waal communiceert op diverse manieren met deze doelgroepen. Zo informeert de Euregio haar leden en stakeholders per e-mail en per post over actuele ontwikkelingen en mogelijkheden voor grensoverschrijdende samenwerking. Daarnaast zet de Euregio Rijn-Waal sinds begin 2013 versterkt in op social media. Om de brede buitenwacht te bereiken zijn verder ook de traditionele media, met name aan Duitse kan nog steeds een belangrijk communicatiemiddel. Om de communicatie te optimaliseren ontwikkelt de Euregio Rijn-Waal op dit moment een nieuw communicatiebeleid. Euregionale kansen De Euregio Rijn-Waal kan zich nog duidelijker positioneren en onderscheiden als expert op het gebied van grensoverschrijdende samenwerking. Daarnaast wil de Euregio Rijn-Waal zoals gezegd haar Nederlandse en Duitse netwerk stimuleren en mobiliseren tot verbondenheid en actieve samenwerking. Ook het uitbreiden en intensiveren van de contacten binnen het grote grensoverschrijdende netwerk biedt kansen. Tenslotte is duidelijk positioneren van het INTERREG- programma als een succesvol en toegankelijk programma dat veel kansen en mogelijkheden biedt, een kans om haar doelgroepen te motiveren grensoverschrijdend actief te worden. Deze kansen kunnen verzilverd worden door een gecoördineerde strategie van branding en marketing. De Euregio Rijn-Waal is na ruim veertig volledig in de regio verankerd en bovendien de enige grensoverschrijdende organisatie in dit gebied, die over expertise op zo veel verschillende terreinen beschikt. Door middel van corporate branding dient de organisatie gepositioneerd te worden als euregionaal expertisecentrum op de gebieden grensoverschrijdende samenwerking, cultuurverschillen, euregionale ontwikkeling en grensgeoriënteerde projectcoördinatie. Om dit gewenste imago te realiseren zal de Euregio Rijn-Waal externe activiteiten ondernemen op het gebied uitstraling, vindbaarheid, toegankelijkheid en deskundigheid. Intern zal de organisatie haar identiteit laten aansluiten op het gewenste imago. Hiervoor wordt onder meer gekeken naar bedrijfsstructuren en beschikbaarheid van medewerkers en middelen. In de komende jaren voert Euregio Rijn-Waal een actief marketingbeleid uit om haar doelstellingen te behalen. Kenmerkend voor de doelgroep waarop zij haar beleid richt is dat een groot deel ook belangen heeft in of bij het INTERREG-Programma Deutschland-Nederland. Daarom zal het INTERREG-Programma DeutschlandNederland een grote rol spelen in de geplande activiteiten. Tweede kenmerk van de doelgroep is dat de belangen, wensen en behoeften zeer divers zijn. Hier dient rekening mee gehouden te worden. Een aantal ontwikkelingen in de omgeving dragen bij aan het realiseren van de marketingdoelstellingen. Zo is de Euregio Rijn-Waal een zeer actieve regio, waar veel interesse is voor grensoverschrijdende samenwerking. Nederlanders en Duitsers kijken steeds vaker over de grens voor nieuwe ideeën en partners. Ook de jeugd is internationaal georiënteerd en de vraag naar buurtaalonderwijs is gegroeid. Tot slot staat INTERREG V in de startblokken, waarmee de Euregio Rijn-Waal voor haar doelgroepen veel deuren kan openen. Realisering Voor de komende jaren zijn er zowel financiële als personele capaciteiten gereserveerd om een nieuw communicatiebeleid met bovengenoemde speerpunten te ontwikkelen en in te voeren. Verder is het belangrijk dat Bij de uitvoering van de nieuwe communicatiestrategie snel ingespeeld kan worden op nieuwe ontwikkelingen.
18
Euregioraad 27-11-2013 Punt 5 Stand van zaken voorbereiding INTERREG V A Programma De definitieve verordeningen voor de structuurfondsen 2014-2020 zijn door de Europese Commissie nog niet vrijgegeven. De EU-begroting is nog niet door het Europese Parlement aangenomen. Beslissingen hierover worden pas eind november verwacht. Het nu voorliggende concept werd op basis van de discussies binnen de voorbereidingsgroep INTERREG V A opgesteld. Er dient te worden opgemerkt, dat nog niet over alle thema‘s/structuren consensus tussen de INTERREG-partners is bereikt. Deze samenvatting van het Operationele Programma dient uitdrukkelijk als werkdocument en discussienota te worden gebruikt. De voorlopige investeringsprioriteiten van het nieuwe Operationele Programma richten zich op; Verhoging van grensoverschrijdende economische potentie in het programmagebied, Grensoverschrijdende verbetering van het milieu en de natuurlijke leefomgeving in het programmagebied, Bevordering van de samenwerking tussen burgers en instituties, zodat een samenhangend grensgebied ontstaat, waarin de grens geen barrière meer vormt. De financiële omvang van het Interreg V A Programma Duitsland-Nederland is nog niet bekend, echter verwacht wordt een hoger EU-volume. Een percentuele verdeling van de middelen over de mogelijke investeringsprioriteiten wordt op dit moment in de voorbereidingsgroep, waarin de INTERREG-partners vertegenwoordigd zijn, bediscussieerd. De uitbreiding van het programmagebied met Weser Ems, Düsseldorf en Zuid-Oost Noord-Brabant is door de EU nog niet goedgekeurd. De goedkeuring hiervoor wordt binnenkort verwacht. De actuele stand van zaken zal tijdens de vergadering worden toegelicht.
Besluitvoorstel: Bespreking en kennisname
Operationeel Programma 2014-2020 Concept samenvatting september 2013
Het voorliggende concept is opgesteld op basis van de discussies binnen de Voorbereidingsgroep INTERREG V A. Daarbij moet worden aangemerkt dat er nog niet over alle thema's en structuren consensus is bereikt tussen alle INTERREGpartners. Het concept-OP moet daarom nadrukkelijk als werkdocument worden gezien.
1.
INTERREG Deutschland-Nederland: Strategie voor de regio
Grensoverschrijdende samenwerking in het kader van INTERREG heeft in de Nederlands-Duitse grensregio een lange traditie. Hoewel samenwerken de laatste decennia gemakkelijker is geworden en het programmagebied zich tot een van de meest welvarende regio’s in Europa heeft ontwikkeld, biedt de actuele sociaal-economische situatie organisaties, bedrijven en burgers in de grensregio op dit moment een groot aantal nieuwe uitdagingen. Uitdagingen, die te maken hebben met de financiële crisis, het optimaal benutten van het innovatiepotentieel en het MKB. Uitdagingen, die te maken hebben met de CO2-arme economie en het fysieke leefmilieu. En uitdagingen die zich direct richten op de samenwerkingsprocessen van Nederlanders en Duitsers. Op Europees niveau formuleert de EU 2020strategie een antwoord op deze uitdagingen. De Europese Unie zal in de periode 2014-2020 investeren in drie prioriteiten: slimme, duurzame en inclusieve groei. Daarbij zal extra aandacht worden besteed aan focus en resultaatgerichtheid: hoe kunnen projecten direct bijdragen aan het halen van de doelstellingen? Meer sturing op resultaten en duidelijker afgebakende thema’s zijn kernpunten in de nieuwe subsidiefase.
Het voorliggende Operationele Programma INTERREG V Deutschland-Nederland is een vertaling van de EU 2020-strategie naar de uitdagingen en problemen van de Nederlands-Duitse grensregio. Het is de gezamenlijke strategie van de 14 INTERREG-partners om essentiële ontwikkelingen in de regio in de komende zes jaar tot stand te brengen.
2.
Uitgangspunten Operationeel Programma 2014-2020
Het versterken van de concurrentiekracht van de regio door slimme groei is de eerste en belangrijkste prioriteit voor het nieuwe programma. Om als regio een koppositie in Europa te behouden, zijn investeringen in onderzoek en ontwikkeling nodig. De sterke vertegenwoordiging van hoogwaardige technologische bedrijven en kennisinstellingen in de regio biedt de kans om – in constante grensoverschrijdende samenwerking – marktkansen te verbeteren en het MKB duurzaam te ondersteunen. De transitie van het energiesysteem en een duurzamer gebruik van natuurlijke hulpbronnen is zowel voor Duitsland als voor Nederland een van de belangrijkste prioriteiten en een tweede grote uitdaging voor de grensregio in de komende jaren. Om de transitie van het energiesysteem te ondersteunen zijn nieuwe technologieën en innovaties nodig. Deze technologieen en innovaties leiden tot het versterken van de concurrentiekracht van de regio, maar zijn ook essentieel voor de ontwikkeling van het grensgebied tot een CO2-arme economie. Juist op dit gebied kan er grensoverschrijdend veel van elkaar geleerd worden. Een volgende uitdaging, die eveneens in de EU 2020-prioriteit “duurzame groei” naar voren komt, is de gezamenlijke aanpak op het gebied van milieubescherming en klimaatbescherming. Een steeds belangrijkere voorwaarde voor een duurzame economische groei vormt een zorgvuldig gebruik van
2
grondstoffen. De levenskwaliteit geldt als belangrijke vestigingsfactor. Voor een op lange termijn concurrerende economie is een zorgvuldige omgang met de natuurlijke hulpbronnen noodzakelijk. Nieuwe uitgangspunten en methoden op het gebied van bijvoorbeeld landschap, waterbeheer en regionale infrastructuur zijn hiervoor een voorwaarde. Omdat milieu- en klimaatvraagstukken niet aan de grens ophouden, is er meer grensoverschrijdende samenwerking op dit gebied nodig. Een intacte natuur en cultuur biedt de bewoners van de grensregio bovendien recreatieve mogelijkheden en is eveneens een belangrijke vestigingsfactor. Maar op het gebied van ruimtelijk beleid wordt onvoldoende grensoverschrijdend samengewerkt en worden nationale en regionale initiatieven niet voldoende grensoverschrijdend afgestemd. Als verdere uitdaging voor het nieuwe programma zal worden geïnvesteerd in het verder verminderen van de barrièrewerking van de grens, in lijn met de EU2020-prioriteit “inclusieve groei”. Sinds het begin van INTERREG begin jaren ’90 is er op dit gebied veel verbeterd. Er bestaan wederzijdse contacten en vrij reizen over de grens is voor veel mensen de normaalste zaak van de wereld. Maar de Nederlands-Duitse grens vormt nog altijd een barrière bij het bereiken van bepaalde doelstellingen, bijvoorbeeld op het gebied van innovatie, MKB en CO2-reductie. De structuren in het grensgebied, o.a. op het gebied van onderwijs en mobiliteit, zijn nog onvoldoende coherent voor een optimale ontwikkeling. Er is een directe, vanzelfsprekende samenwerking tussen burgers en instituties nodig.
3.
Smart Specialisation: Speerpunten van het programma
De Europe2020-strategie, de position papers voor Nederland en Duitsland en de landenspecifieke aanbevelingen zijn een belangrijke leidraad geweest bij het opstellen van de strategie voor het operationele programma INTERREG V Deutschland-Nederland. Een strategische analyse, die is uitgevoerd door het consortium Buck Consultants/MCON heeft de EU2020-strategie en de aanbevelingen uit de position papers gecombineerd met de regionale en nationale behoeften met betrekking tot het programmagebied. Daarbij is gebruik gemaakt van de Smart Specialisation Strategies die voor de verschillende regio’s zijn opgesteld. In deze Smart Specialisation Strategies geeft elke regio aan op welke kennis- en innovatiethema’s of sectoren/clusters ze sterk is en zich in de toekomst verder wil specialiseren. De regio’s in het Duits-Nederlandse grensgebied zetten de strategieën onder andere in als basis voor de operationele programma’s binnen de EFRO-doelstelling 2. Een eigen, grensoverschrijdende Smart Specialisation Strategy is met de “Strategie Nord” voor het noordelijk deel van het programmagebied in ontwikkeling. Het INTERREG-programma Deutschland-Nederland omvat een groot geografisch gebied waaronder meerdere Smart Specialisation Strategies vallen. De strategische analyse voor het INTERREG-programma sluit daarom aan bij de Smart Specialisation Strategies en genereert waar mogelijk cross-over effecten tussen de verschillende regio's. Uit de strategische analyse en uit de Smart Specialisation Strategies is gebleken dat er een aantal overkoepelende speerpunten voor de Duits-Nederlandse grensregio bestaat. Op deze punten zal het programma zich concentreren en op deze punten worden sterke synergie-effecten verwacht: niet alleen over de Duits-Nederlandse grens maar ook tussen de verschillende regio’s aan Nederlandse en aan Duitse zijde.
3
De speerpunten zijn: Agribusiness Health & Life Sciences High Tech Systems & Materials (HTSM) Logistiek Energie & CO2-reductie Uit de combinatie van de voorgaande overwegingen ontstaat de volgende schematische weergave van de programmastrategie. De nummering orienteert zich aan de nummering uit de EU-verordeningen Selected thematic objective Versterking van onderzoek, ontwikkeling en innovatie (1)
Selected investment priority technologische
Bevordering van bedrijfsinvesteringen in O&I, de ontwikkeling van producten en diensten, de overdracht van technologie, sociale innovatie en toepassingen voor overheidsdiensten, de stimulering van de vraag, het opzetten van netwerken, clusters en open innovatie door middel van slimme specialisatie, alsmede ondersteuning van technologisch en toegepast onderzoek, proefopstellingen, maatregelen voor snelle productvalidatie, geavanceerde productiecapaciteit en eerste productie in sleuteltechnologieën en verspreiding van universeel inzetbare technologieën; (1b)
Bevordering van onderzoek, innovatie en implementatie op het gebied van CO2-reducerende technologieën. (4f) Bescherming van het milieu en bevordering van efficiënte omgang met hulpbronnen (6)
Bescherming, bevordering en ontwikkeling van cultureel en natuurlijk erfgoed (6c) Bescherming en herstel van biodiversiteit, bodembescherming en – herstel en de bevordering van ecosysteemdiensten incl. NATURA 2000 en groene infrastructuur. (6d)
Verbetering van de institutionele capaciteit en een efficiënt openbaar bestuur door het versterken van de institutionele capaciteit en het verhogen van de doeltreffendheid van het openbaar bestuur en de openbare diensten (11)
4.
Bevordering van juridische en administratieve samenwerking en van samenwerking tussen burgers en instituties. (11a)
Strategische initiatieven
INTERREG zal in de genoemde speerpuntsectoren Agribusiness, Health & Life Sciences, High Tech Systems & Materials (HTSM), Logistiek en Energie & CO2-reductie onder andere investeren door in deze sectoren “strategische initiatieven” op te zetten. Deze strategische initiatieven zijn kernonderdelen van het nieuwe programma. Per strategisch initiatief wordt er een kader met inhoud en doelstellingen gecreeerd door sectorale experts. Vervolgens wordt extra aandacht besteed aan de projectontwikkeling van projecten binnen de strategische initiatieven. Een hoge kwaliteit van de uitgevoerde projecten is daarbij van uitermate groot belang. Voor de projectontwikkeling worden de in voorgaande INTERREG-programma’s opgebouwde netwerken geactiveerd en wordt actief gezocht naar nieuwe, innovatieve partners. Door samenhang tussen de projecten te creeren kunnen de doelstellingen van het strategisch initiatief op programmaniveau worden bereikt, zonder dat de projecten door hun grootte moeilijk uitvoerbaar worden. 4
5.
Programmagebied
Om de werking van het programma te versterken, om de coherentie van het programmagebied te versterken en de optimale realisatie van de inhoudelijke en strategische ambities van het nieuwe programma in het kader van Europa 2020 mogelijk te maken, is het programmagebied ten opzichte van INTERREG IV uitgebreid met de volgende regio’s:
Landkreis Oldenburg Landkreis Vechta Landkreis Wesermarsch Stadt Delmenhorst (5)
Stadt Oldenburg (4) Stadt Wilhelmshaven (1) Zuidoost-Noord-Brabant Stadt Düsseldorf (10)
5
6.
Vereenvoudiging
De vereenvoudiging van de projectuitvoering voor projectpartners heeft in de voorbereiding van de nieuwe subsidieperiode de allerhoogste prioriteit en is een voorwaarde voor een succesvol INTERREGprogramma in de Nederlands-Duitse grensregio. De ervaringen uit het INTERREG IV A-programma in de periode 2007-2013 laten zien dat de effectiviteit en de publiciteit van het programma ernstig te lijden hebben onder de administratieve lasten. Om belangrijke vereenvoudigingen in de nieuwe subsidieperiode 2014-2020 mogelijk te maken, heeft de voorbereidingsgroep INTERREG V de aanpassing en wezenlijke vereenvoudiging van de bestaande subsidieregelingen in opdracht gegeven. Een concept voor een nieuwe, eenduidige en vereenvoudigde regeling is in december 2012 voorgelegd. De vereenvoudiging berust vooral op de volgende punten:
Reductie van het aantal kostensoorten tot personeelskosten en overige kosten Afrekening van personeelskosten met standaard uurtarieven/maandtarieven Afschaffing van de 100%-controle / centralisering van de First Level Control Vereenvoudigde omgang met projectafwijkingen N+1 voor projecten
De vereenvoudigingen worden in de komende tijd nader uitgewerkt en afgestemd.
6
7.
Thema’s en prioriteiten
De onder 2 genoemde uitgangspunten en thema’s staan niet op zich, maar dragen gemeenschappelijk bij aan de slimme, duurzame en inclusieve groei binnen het programmagebied. De samenhang tussen de verschillende thema’s wordt door het volgende schema verduidelijkt, waarna de afzonderlijke maatregelen per thema worden beschreven:
7
Thema 1: Verhoging van de grensoverschrijdende innovatiekracht van het programmagebied Het thema onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie, dat nauw samenhangt met de ondersteuning van het MKB, is in de strategische analyse van het programmagebied naar voren gekomen als bijzonder belangrijk. Op basis van de EU2020-titel slimme groei en vanuit de uiteenlopende nationale en regionale strategieën is er veel draagvlak voor het stimuleren van onderzoek, ontwikkeling en innovatie in specifieke sectoren/clusters die grensoverschrijdend van belang zijn. Naast de focus op netwerkvorming, research & development en valorisatie moet er daarbij aandacht zijn voor de rol van het MKB in het innovatieproces en voor het passende human capital, om onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie mogelijk te maken. In het voorgaande hoofdstuk zijn de belangrijkste problemen, uitdagingen en doelen op dit gebied geformuleerd. In het onderstaande wordt de prioriteit geconcretiseerd door de doelgroep te beschrijven en vervolgens een aantal belangrijke sectoren en mogelijke maatregelen te omschrijven.
Doelgroepen Prioriteitsas 1 richt zich op zowel het regionale bedrijfsleven als de kennisinstellingen. Bijzondere aandacht gaat verder uit naar het innovatieve MKB in de regio en hun relaties met kennisinstellingen en grote bedrijven. Intermediaire organisaties en overheden kunnen een ondersteunende rol vervullen, waarmee ook zij kunnen optreden als begunstigden. De relatie met onderwijs- en kennisinstellingen komt bij het thema human capital naar voren, waarbij onderwijsprogramma’s en -voorzieningen aangeboden worden die inspelen op de kwalitatieve eisen die het bedrijfsleven stelt.
Type begunstigden
Technologie-, innovatie- en starterscentra Ondernemingen (met name MKB en hun potentiële medewerkers) Lokale en regionale organisaties en overheden (bijv. t.b.v. economische ontwikkeling, kamers van koophandel, Handwerkskammern) Universiteiten, hogescholen, onderzoeksinstellingen en de technologietransfer ondersteunende instellingen Onderwijsinstellingen of andere instellingen met kwalificatieaanbod
8
Type maatregelen – MKB-generieke maatregelen Zoals in hoofdstuk 2 beschreven zijn de sectoren “Agribusiness”, “High Tech Systems & Materials (HTSM)”, “Energie/CO2”, “Logistiek” en “Health en Life Sciences” als belangrijkste sectoren uit de strategische analyse van het programmagebied naar voren gekomen. Het overzicht van deze sectoren is niet limitatief; tijdens de programmalooptijd zijn wijzigingen mogelijk en binnen de eerste prioriteitsas vallen ook andere sectoren en crossovers. Naast de directe bevordering van innovatie in de hierboven beschreven sectoren is de bijdrage van het MKB aan het generieke innovatievermogen van de grensregio essentieel. Geconstateerd is dat het innovatievermogen in het MKB door de relatief beperkte aansluiting tussen kennisinstellingen en bedrijfsleven, lage grensoverschrijdende groeiambitie en beperkte competenties binnen veel kleine en middelgrote bedrijven achterblijft. Ook is er binnen het MKB in de grensregio slechts beperkt sprake van internationalisatie en dreigt een serieus tekort aan vakmensen. Om het MKB te versterken en verder te internationaliseren zijn de volgende aanknopingspunten belangrijk:
Generieke maatregelen ter stimulering van innovatievermogen en internationalisering van het MKB door: o Bewustwording en gerichte advisering. o Stimulering van ondernemerschap. o Bevordering van kennis- en technologietransfer en open innovatie. o Bevordering van internationalisering.
Type maatregelen –per sector In het onderstaande worden de maatregelen in de afzonderlijke sectoren nader geconcretiseerd.
AgroFood Networking, R&D en valorisatie: Betere benutting van alle componenten van agrarische producten (zgn. cascadering, waarbij steeds laagwaardiger stoffen uit product worden gehaald). Ontwikkeling van hoogwaardiger eindproducten voor nieuwe doelgroepen, bijvoorbeeld gezonde voeding, geneesmiddelen uit agrarische producten, natuurlijke bestrijdingsmiddelen, etc. Ontwikkeling van alternatieve toepassingen van agrarische producten, bijvoorbeeld als geavanceerde materialen, chemische hulpmiddelen, biopolymeren, etc. Optimalisatie van hoogwaardiger en duurzamer agrologistieke concepten, zodat een groter afzetgebied sneller en meer duurzaam kan worden bediend. MKB/grensoverschrijdende implementatie Precies produceren door toepassing van hoogwaardige technologieën. Stimulering van resource-efficiency in de hele keten via o.a. energie-, water- en grondstofbesparing, droogtetechnieken, vervanging door hernieuwbare alternatieven, etc. Implementatie van hoogwaardiger en duurzamer agrologistieke concepten, zodat een groter afzetgebied sneller en meer duurzaam kan worden bediend. Human Capital Grensoverschrijdende samenwerking (synergie) tussen ondernemers, kennisinstellingen en overheden (bijvoorbeeld praktijkgericht onderwijs, kwalificatie en afstemming, techniek, tekort aan vakmensen) op het gebied van Agribusiness/Food
9
Bevordering van initiatieven voor de grensoverschrijdende vergelijkbaarheid en erkenning van kwalificaties in het kader van opleidings- en bijscholingsmogelijkheden op het gebied van Agribusiness/Food Informatie en advies over grensoverschrijdende opleiding op het gebied van Agribusiness/Food Creëren van grensoverschrijdende opleidingsprofielen en –modules op het gebied van Agribusiness/Food Stimuleren van bepaalde opleidingen/studies/samenwerkingsverbanden tussen onderwijsinstellingen op het gebied van Agribusiness/Food Ondersteuning van grensoverschrijdende stages & traineeships op het gebied van Agribusiness/Food Grensoverschrijdende maatregelen voor starters en werkzoekenden op het gebied van Agribusiness/Food
Health & Life Sciences Networking, R&D en valorisatie: Ontwikkeling en uitwisseling van best practices en kennis van nieuwe zorgconcepten binnen en tussen regionale clusters. Stimulering van nieuwe technologische toepassingen in de zorg, gebaseerd op bijvoorbeeld nano- en microtechnologie, biotechnologie en ICT. MKB/grensoverschrijdende implementatie Implementatie van nieuwe technologische toepassingen in de zorg in samenwerking met het MKB Human Capital Gezamenlijke initiatieven om te voorzien in voldoende en adequaat human capital in de health-sector op langere termijn. Grensoverschrijdende samenwerking (synergie) tussen ondernemers, kennisinstellingen en overheden (bijvoorbeeld praktijkgericht onderwijs, kwalificatie en afstemming, techniek, tekort aan vakmensen) op het gebied van health en life sciences Bevordering van initiatieven voor de grensoverschrijdende vergelijkbaarheid en erkenning van kwalificaties in het kader van opleidings- en bijscholingsmogelijkheden op het gebied van health en life sciences Informatie en advies over grensoverschrijdende opleiding op het gebied van health en life sciences Creëren van grensoverschrijdende opleidingsprofielen en –modules op het gebied van health en life sciences Stimuleren van bepaalde opleidingen/studies/samenwerkingsverbanden tussen onderwijsinstellingen op het gebied van health en life sciences Ondersteuning van grensoverschrijdende stages & traineeships op het gebied van health en life sciences Grensoverschrijdende maatregelen voor starters en werkzoekenden op het gebied van health en life sciences
10
High Tech Systems & Materials Networking, R&D en valorisatie: Verbinding van technologische clusters aan beide zijden van de grens via een mix van technologie en toepassingsgebieden. Ontwikkeling van nieuwe producten en toepassingen op het gebied van sensortechnologie, ICT, nanotechnologie, maritieme technologie, oppervlaktentechnologie, watertechnologie? MKB/grensoverschrijdende implementatie Grensoverschrijdende implementatie van nieuwe producten en toepassingen op het gebied van sensortechnologie, ICT, nanotechnologie, maritieme technologie, oppervlaktentechnologie, watertechnologie in het MKB? Human Capital Gezamenlijke initiatieven gericht op het voorzien in het benodigde human capital (“de arbeidsmarkt van de toekomst op technisch gebied”). Grensoverschrijdende samenwerking (synergie) tussen ondernemers, kennisinstellingen en overheden (bijvoorbeeld praktijkgericht onderwijs, kwalificatie en afstemming, techniek, tekort aan vakmensen) op het gebied van HTSM Bevordering van initiatieven voor de grensoverschrijdende vergelijkbaarheid en erkenning van kwalificaties in het kader van opleidings- en bijscholingsmogelijkheden op het gebied van HTSM Informatie en advies over grensoverschrijdende opleiding op het gebied van HTSM Creëren van grensoverschrijdende opleidingsprofielen en –modules op het gebied van HTSM Stimuleren van bepaalde opleidingen/studies/samenwerkingsverbanden tussen onderwijsinstellingen op het gebied van HTSM Ondersteuning van grensoverschrijdende stages & traineeships op het gebied van HTSM Grensoverschrijdende maatregelen voor starters en werkzoekenden op het gebied van HTSM
Logistiek Networking, R&D en valorisatie: Meer waarde halen uit goederenstromen door aanvullende dienstverlening en faciliteiten (‘value added logistics’). Stimulering van milieu-efficiënt transport door de ontwikkeling van multimodale concepten. Ontwikkeling van transportcorridors en gateway-achterland strategieën. ICT-innovatie MKB/grensoverschrijdende implementatie Stimulering van milieu-efficiënt transport door de implementatie van multimodale concepten. Implementatie van transportcorridors en gateway-achterland strategieën. Opheffen van grensoverschrijdende hiaten in het transportsysteem Human Capital Grensoverschrijdende samenwerking (synergie) tussen ondernemers, kennisinstellingen en overheden (bijvoorbeeld praktijkgericht onderwijs, kwalificatie en afstemming, techniek, tekort aan vakmensen) op het gebied van logistiek Bevordering van initiatieven voor de grensoverschrijdende vergelijkbaarheid en erkenning van kwalificaties in het kader van opleidings- en bijscholingsmogelijkheden op het gebied van logistiek Informatie en advies over grensoverschrijdende opleiding op het gebied van logistiek Creëren van grensoverschrijdende opleidingsprofielen en –modules op het gebied van logistiek Stimuleren van bepaalde opleidingen/studies/samenwerkingsverbanden tussen onderwijsinstellingen op het gebied van logistiek Ondersteuning van grensoverschrijdende stages & traineeships op het gebied van logistiek Grensoverschrijdende maatregelen voor starters en werkzoekenden op het gebied van logistiek
11
Energie & CO2-reductie Networking, R&D en valorisatie: Uitwisseling van kennis en best practices over verduurzaming van energiesystemen. Stimulering van innovatie op het gebied van energiebesparende technologieën in uiteenlopende bedrijfstakken en toepassingsgebieden (woningbouw, infrastructuur, etc.). Sterke verknoping van competenties en netwerken aan weerszijden van de grens. Opbouwen van grensoverschrijdende waardeketens en clusters van bedrijven en kennisinstellingen. Ontwikkelen van experimenteerruimte en opschaling van pilots. Electromobiliteit; lichte bouwwijze met technisch textiel of elektrificatie ook van conventionele auto’s uit zicht van het MKB Maatregelen ter stimulering van de biobased economy (bijvoorbeeld natuurlijke bouwstoffen of het thema vervanging van kunststoffen (vooral verpakkingen) door natuurlijke materialen) Innovatie en grensoverschrijdende uitwisseling op het gebied van groen gas Benutting van restenergie, geothermie, decentrale energieproductie, energieopslag Smart Grids Smart Buildings (energiemanagement-gebouwenautomatisering Energie-efficiency) voor grote openbare gebouwen en private kantoorgebouwen Emissiearme en integrale vervoersconcepten, sluiting van de modale keten richting optimalisatie van forensen- en winkelstromen, virtuele mobiliteitsbeurzen MKB/grensoverschrijdende implementatie Verhoging van de energie-efficiency in het MKB en in de openbare sector zodat de uitstoot van CO 2 wordt verminderd (projecten: Grensoverschrijdende samenwerking ter bevordering van de energie-efficiency, uitwisseling van technologieën, gebruik van succesvolle modellen) Gezamenlijke projecten ontwikkelen gericht op nieuwe businessmodellen en ontwikkeling van decentrale vormen van energieopwekking. Human Capital Grensoverschrijdende samenwerking (synergie) tussen ondernemers, kennisinstellingen en overheden (bijvoorbeeld praktijkgericht onderwijs, kwalificatie en afstemming, techniek, tekort aan vakmensen) in de energiesector Bevordering van initiatieven voor de grensoverschrijdende vergelijkbaarheid en erkenning van kwalificaties in het kader van opleidings- en bijscholingsmogelijkheden in de energiesector Informatie en advies over grensoverschrijdende opleiding in de energiesector Creëren van grensoverschrijdende opleidingsprofielen en –modules in de energiesector Stimuleren van bepaalde opleidingen/studies/samenwerkingsverbanden tussen onderwijsinstellingen in de energiesector Ondersteuning van grensoverschrijdende stages & traineeships in de energiesector
Grensoverschrijdende maatregelen voor starters en werkzoekenden in de energiesector
12
Thema 2: Grensoverschrijdende verbetering van het ruimtelijke leefmilieu in het programmagebied Een intacte natuur en cultuur biedt de bewoners van de grensregio recreatieve mogelijkheden en is een belangrijke omgevingsfactor voor netwerken en voor het MKB. Daarnaast biedt een intacte natuur en cultuur de mogelijkheid om duurzaam grensoverschrijdend toerisme als belangrijke economische factor in het programmagebied verder te ontwikkelen. Maar op het gebied van ruimtelijk beleid wordt onvoldoende grensoverschrijdend samengewerkt en worden nationale en regionale initiatieven niet voldoende grensoverschrijdend afgestemd. Milieubescherming en klimaatbescherming vormen een steeds belangrijkere voorwaarde voor een duurzame economische groei. Voor een op lange termijn concurrerende economie is een zorgvuldige omgang met de natuurlijke hulpbronnen noodzakelijk. Nieuwe uitgangspunten en methoden op het gebied van bijvoorbeeld landschap, waterbeheer en regionale infrastructuur zijn hiervoor een voorwaarde. Omdat milieu- en klimaatvraagstukken niet aan de grens ophouden, is er meer grensoverschrijdende samenwerking op dit gebied nodig.
Doelgroepen: Prioriteitsas 2 richt zich op instanties en overheden die, samen met kennisinstellingen en natuur- en milieuorganisaties, een rol hebben in de ruimtelijke ontwikkeling van het programmagebied. Bijzondere aandacht gaat ook in de tweede prioriteit verder uit naar het MKB in de regio en naar netwerken en clusters. Voor hen is het ruimtelijk leefmilieu een belangrijke omgevingsfactor.
Type begunstigden:
Ondernemingen (met name MKB) Regionale en lokale instanties en overheden (bijv. NGO’s, toeristische organisaties, waterschappen, gemeenten en provincies) Universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen Natuur- en milieuorganisaties, natuurparkbeheerders
Type maatregelen: In het onderstaande wordt deze prioriteit door een aantal mogelijke maatregelen geconcretiseerd:
13
Grensoverschrijdende verbetering van het ruimtelijke leefmilieu in het programmagebied
Ondersteuning van maatregelen ter ontwikkeling van nieuwe grensoverschrijdende natuur- en cultuurbeschermingsconcepten Koppeling van grensoverschrijdend toerisme en natuurbeschermingsinitiatieven bijvoorbeeld door de commerciële uitbating van de natuurlijke karakteristieken van het subsidiegebied of de verbetering van natuuren landschapsverdraagzame natuurbelevingsmogelijkheden Koppeling van grensoverschrijdend toerisme en grensoverschrijdend cultureel aanbod Ontwikkeling van cultureel en natuurlijk erfgoed, duurzaam toerisme (grensoverschrijdende ontwikkeling van klimaatneutraal, natuur- en cultuurgericht toeristisch aanbod) Grensoverschrijdende ontwikkeling van groene en blauwe infrastructuren zoals rivieren of beken en natuurgebieden. Duurzame samenwerking op het gebied van ruimtelijke inrichting Maatregelen op het gebied van de aanpassing aan de klimaatverandering en het ontwikkelen van systemen voor rampenbeheersing (bijv. hoogwaterbescherming). Onderzoek naar de gevolgen van de klimaatverandering voor natuur en landschap in de regio en ontwikkeling van beschermingsmaatregelen Natuur-natuur: ecologische verbindingen, grensoverschrijdende biotoopverbindingsassen etc. Natuur/diensten/mens Ecosysteemdiensten/MKB/water/drinkwaterverzorging/afval en afvalwater Creëren van grensoverschrijdende verbindingen tussen beschermde gebieden (planning en implementatie van gezamenlijke activiteiten) Maatregelen op het gebied van de aanpassing aan de klimaatverandering Bescherming van grensoverschrijdende natuurlijke leefruimtes (heide, bos, veen) Verbetering van het milieu en beperking van de benutting van grondstoffen
14
Thema 3: Integratie en interculturele competentie In de grensregio is het belangrijk dat de samenwerking op het gebied van innovatie, MKB of duurzaamheid met deze derde prioriteit, die gericht is op de verbetering van de institutionele capaciteit en de samenwerking tussen burgers en instanties, wordt ondersteund en versterkt. Aanzienlijke synergieeffecten tussen de prioriteiten zijn van groot belang voor innovatie en een duurzame versterking van de economie van het grensgebied, ook gezien de demografische veranderingen. Bovendien blijft het opheffen van barrières die de Nederlands-Duitse grens op verschillende gebieden veroorzaakt een belangrijke doelstelling van INTERREG. Daaronder vallen bijvoorbeeld kleine projecten en ontmoetingsprojecten, maar ook de gezamenlijke planning van projecten en strategieën.
Doelgroepen: Prioriteitsas 3 richt zich direct op de inwoners van het programmagebied. Voor het opheffen van de barrières die de grens veroorzaakt is de verankering van het INTERREG-programma op lokaal en regionaal niveau essentieel. Een ander belangrijk onderdeel van Prioriteitsas 3 is de samenwerking tussen instituties zoals bijvoorbeeld overheden en ziekenhuizen. Deze samenwerking heeft als doel het leren van de ervaringen en 'best practices' aan de andere kant van de grens en het faciliteren van het grensoverschrijdend actief zijn van bedrijven en burgers. Prioriteitsas 3 kan zelfs worden gezien als “smeerolie” voor activiteiten in de andere prioriteiten van het programma. Immers kan echte samenwerking niet ontstaan zonder kennis van en interesse in het buurland en zonder de juiste faciliteiten voor het opbouwen van grensoverschrijdende contacten en voor het wonen en werken over de grens.
Type begunstigden:
Regionale en lokale organisaties en overheden (bijv. werkgevers- en werknemersorganisaties, verzekeraars, sociale partners, culturele instellingen en organisaties, sociale instellingen) Ziekenhuizen, universiteiten, onderzoeksinstellingen, organisaties op het gebied van de gezondheidszorg Werknemers, scholieren, studenten, werkzoekenden en trainees Scholen, universiteiten, overige onderwijsinstellingen Burgers Overheden op het gebied van interne veiligheid, hulpverleningsorganisaties en reddingsdiensten (Kleine en middelgrote) ondernemingen Innovatiecentra
15
Type maatregelen: In het onderstaande wordt deze prioriteit door een aantal mogelijke maatregelen geconcretiseerd:
Integratie en interculturele competentie
Ontwikkeling van nieuwe grensoverschrijdende oplossingen in samenhang met consumenten-communicatie, diergezondheid, antibiotica-inzet en voedselproblematiek (synergie met de sector agribusiness/food in de prioriteitsas 1) Verbetering van de toegang tot medische zorg in het buurland en stimulering van de ontwikkeling van duurzame structuren voor grensoverschrijdende en innovatieve medische zorg (met name met betrekking tot de vergrijzende bevolking) (synergie met de sector health/life sciences in prioriteitsas 1) Bevordering van de creatieve sector (synergie met de sector HTSM in de prioriteitsas 1) Bevordering van initiatieven op het gebied van de haalbaarheid, het verbeteren en het gebruik van grensoverschrijdende (openbaar-)vervoersverbindingen en verkeersnetwerken (synergie met de sector logistiek in de prioriteitsas 1)
Naast deze maatregelen, die synergie met de maatregelen in prioriteitsas 1 creëren, komen de volgende generieke maatregelen voor ondersteuning in aanmerking: Structurele grensoverschrijdende samenwerking tussen ondernemers, kennisinstellingen en overheden om human capital agenda’s in de praktijk te brengen. Hierdoor worden het behoud en de ontwikkeling van kwalitatief hoogwaardige werknemers gestimuleerd en kunnen over de grens heen hoger opgeleiden worden geworven. Bevordering van het onderwijsaanbod en onderwijsmaterialen ter bevordering van de taalkundige- en interculturele competenties (bijv. voor het leren van de taal van het buurland, tweetaligheid (NL/D) van kinderen en jongeren; schoolpartnerschappen; uitwisseling van scholieren en studenten in de grensregio) Waarborging van duurzame voorlichting en advisering voor grenspendelaars Initiatieven ter onderkenning en mogelijke oplossing van de problemen van grenspendelaars Intensivering en uitbreiding van grensoverschrijdende sociaal-culturele activiteiten en contacten (bijv. samenwerking tussen culturele instellingen als musea) Intensivering van de samenwerking op het gebied van de interne veiligheid (bijv. tussen politie en brandweer, samenwerking bij de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit, drugsbestrijding en -preventie)
16
8.
Tenslotte
Een belangrijke basis van het OP is het principe van partnerschap (vraagsturing van sociale en economische instanties). Om dit principe vorm te geven zijn in het voorbereidingsproces twee grote stakeholderconferenties georganiseerd. Tijdens deze conferenties konden regionale actoren (onder andere lokale overheden, economische en sociale partners, maar ook veel MKB’ers) hun doelstellingen en wensen inbrengen en bespreken. Een bijzondere nadruk lag hierbij op het bereiken van MKB’ers uit de grensregio. Tijdens de stakeholderconferenties op 17 april 2013 in Lingen (voor het Noordelijk programmagebied) en op 24 april 2013 in Cuijk (voor het Zuidelijk programmagebied) werd de voortgang van het voorbereidingsproces gepresenteerd en kregen stakeholders de kans om in workshops hun bijdrage te leveren aan de strategische oriëntatie van het programma. Strategische analyse Ervaringen uit de vorige subsidieperiode Doelstellingen Europese Unie, nationale strategieën Doelstellingen van de regionale partners Resultaten van de stakeholderconferenties en consultaties
Thematische doelstellingen en investeringsprioriteiten voor het INTERREG V A programma D – NL
Deze versie van het Operationeel Programma is opgesteld om de stand van zaken in het voorbereidingsproces INTERREG V A Deutschland-Nederland (stand september 2013) te verduidelijken. Aangezien nog niet over alle thema's en structuren consensus is bereikt tussen alle INTERREG-partners, moet het concept-OP nadrukkelijk als werkdocument worden gezien. Centraal staat dat de INTERREG-partners de uitdagingen in de komende jaren met een gezamenlijke strategie willen aanpakken. Met het INTERREG V A-programma Deutschland-Nederland wordt koers gezet voor de grensoverschrijdende ontwikkeling van de Nederlands-Duitse grensregio tot een van de meest intelligente, duurzame en inclusieve topregio’s van Europa.
17
Euregioraad 27-11-2013 Punt 6 Euregio-Wegwijzer Dit jaar is gestart met de uitvoering van de taal- en cultuurtraining in het kader van Euregio Wegwijzer. Inmiddels zijn de cultuur- en taalcursussen afgerond. Cultuurcursus Drie groepen à 25 personen hebben de cultuurcursus gevolgd. De deelname aan Nederlandse zijde was groter dan die aan Duitse zijde. Alle drie de groepen hebben de cursus als interessant en zinvol ervaren en zeer positief over de cursus geoordeeld. Met name de derde dag, die praktische handvatten voor grensoverschrijdende communicatie gaf, werd zeer gewaardeerd. De informatie over de verschillende structuren en culturele verschillen werd als achtergrondkennis ook als bijzonder nuttig beoordeeld. Vanuit de deelnemers kwam het verzoek vaker dergelijke cursussen aan te bieden en dan niet alleen voor Euregioraadsleden en contactpersonen maar de cursussen ook actiever bij de INTERREG-projectpartners onder de aandacht te brengen. Taalcursus In september en oktober hebben de taalcursussen Nederlands en Duits plaatsgevonden. De cursus Nederlands is door 19 Duitsers bezocht. Deze deelnemers waren zeer tevreden en hebben met name de angst om te spreken verloren. Wel was de cursus voor de echte beginners te kort om na afloop echt een gesprek te kunnen voeren. Het beginniveau van de cursussen Duits voor Nederlanders lag hoger, hierdoor konden er grotere stappen gemaakt worden en waren de 32 cursisten dienovereenkomstig tevreden. Veel gehoorde uitspraken tijdens de cursus: “Goed om eens drie dagen alleen maar Duits resp. Nederlands te spreken”, “Het kwam er nooit van, maar ik wil de taal al heel lang leren, dus heb hier alle afspraken voor afgezegd”, “Ik versta het Duits/Nederlands nu heel goed”. Zowel van Duitse als van Nederlandse kant werd veelvuldig de wens geuit of de Euregio Rijn-Waal vervolgcursussen kan aanbieden. Stages Voor de stages hebben zich bijna 30 mensen aangemeld. Er zijn inmiddels al diverse koppels gevormd. De overige deelnemers worden door de Euregio Rijn-Waal gematched. De eerste stages zullen op korte termijn plaatsvinden. Het is altijd mogelijk om spontaan aan te geven, graag een paar dagen mee te willen lopen in het buurland. De Euregio Rijn-Waal helpt graag bij het zoeken naar een passende partner. Terugkomdag Op 20 maart 2014 vindt er voor alle deelnemers aan Euregio-Wegwijzer een terugkomdag plaats. Op deze dag zijn ook alle docenten aanwezig. Er worden diverse korte workshops aangeboden en er is ruimschoots de gelegenheid om ervaringen uit te wisselen. Gezien de vele positieve reacties wordt er op dit moment naar een passende vorm gezocht voor een vervolg van het Euregio-Wegwijzer programma. De Euregio-Ambassadeurs hebben zich ten zeerste ingezet om de cultuur- en taaltraining tot een succes te maken. EuregioAmbassadeur Erwin Schmitz zal ter vergadering een korte terugblik verzorgen. Besluitvoorstel: Korte bespreking en ter kennisname
Euregioraad 27-11-2013 Punt 7
Begroting 2014 De begroting 2013 is opgesteld met inachtneming van de begrotingsprincipes volgens het NKF. Rekening houdend met alle kosten en opbrengsten is er een positief bedrijfsresultaat voorzien van € 5.880. Bij het opstellen van de begroting 2014 zijn alle mogelijke bezuinigingsmaatregelen getoetst, waaronder energieverbruik, schoonmaakkosten en materiaalkosten. Daarbij dient rekening gehouden te worden met het feit, dat de inkomsten uit de ledenbijdragen bijna volledig gereserveerd zijn voor de cofinancieringsverplichtingen voor de doorvoering van de INTERREG-, EURES en Europe Direct activiteiten tot en met 2015. De subsidieperiode INTERREG IV A eindigt officieel op 31 december 2015. De voorbereidingen voor het INTERREG V programma zijn gestart. Concrete financiële gegevens zijn op dit moment echter nog niet bekend, zodat er voor het begrotingsjaar 2016 geen INTERREG-middelen zijn opgenomen. Bij de bijgevoegde begroting zijn slechts de totale winst- en verliesrekening en de liquiditeitsrekening gevoegd. De complete begroting 2014 vindt u op de website www.euregio.org organisatie organisatiestructuur financiën van de Euregio Rijn-Waal en kan daar worden gedownload. Besluitvoorstel: De Euregioraad stemt in met de voorgelegde begroting 2014 met de bijgevoegde verplichte bijlagen.
Haushalt 2014 pagina 1
Inhaltsverzeichnis 1. Algemeen ........................................................................................................... 5 Inhoud van het voorverslag .................................................................................................................5 Toepassing van het Neue Kommunale Finanzmanagement (nieuw gemeentelijk financieel beheer NKF)...............................................................................................................................................5 Productgerichte indeling van de deelplannen .....................................................................................6 Bijlagen bij de begroting ......................................................................................................................6 Bij de begroting is overeenkomstig § 1, lid 2 GemHVO NRW bijgevoegd: ........................................6 Toelichting bij het resultatenplan en financieel plan van de Euregio Rijn-Waal voor het boekjaar 2014 ...............................................................................................................................................7 Toelichting bij het resultatenplan ........................................................................................................7 Toelichting bij het financieel plan ........................................................................................................9 P Euregio Rhein-Waal Gesamtergebnishaushalt ............................................................................ 18 P Euregio Rhein-Waal Gesamtfinanzhaushalt................................................................................. 19
pagina 2
Begroting van de Euregio Rijn-Waal voor het boekjaar 2014 Op grond van §§ 78 e.v. van de Gemeindeordnung voor het Land Nordrhein-Westfalen in de versie van de bekendmaking van 14 juli 1994 (GV NW 1994 p. 666), gewijzigd door de wet van 9 april 2013 (GV.NRW.p.194) en de statuten van het openbaar lichaam Euregio Rijn-Waal van 1 november 1993, laatstelijk gewijzigd op 17 december 2009, heeft de Raad van de Euregio Rijn-Waal op 27 november 2013 de hiernavolgende begroting aangenomen: §1 De begroting (Haushaltsplan) voor het boekjaar 2014, die de voor de vervulling van de taken van de Euregio Rijn-Waal vermoedelijke opbrengsten en ontstane kosten, alsmede de inkomende stortingen en te verrichten betalingen en noodzakelijke vastleggingskredieten bevat, wordt in het resultatenplan (Ergebnisplan) met totaalbedrag van opbrengsten op totaalbedrag van kosten op
2.842.413,00 € 2.836.533,00 €
in het financieel plan (Finanzplan) met totaalbedrag van stortingen uit lopende administratieve activiteit op totaalbedrag van uitbetalingen uit lopende administratieve activiteit op totaalbedrag van stortingen uit de investeringsactiviteit en de financieringsactiviteit op totaalbedrag van uitbetalingen uit de investeringsactiviteit en de financieringsactiviteit op
2.780.413,00 € 2.763.866,00 € 00,00 € 15.210,00 €
vastgesteld. §2 Kredieten voor investeringen worden niet begroot. §3 Vastleggingskredieten worden niet begroot. §4 De vermindering van de vereffeningsreserve ter vereffening van het resultatenplan wordt op 0,00 EUR vastgesteld. §5 Op kredieten ter verzekering van de liquiditeit wordt geen aanspraak gemaakt.
pagina 3
§6 De bijdragen van de lidorganen worden overeenkomstig §19 GKG en § 13 (1) van de statuten van het openbaar lichaam op € 417.100,00 vastgesteld. Kleve, 27 november 2013 Voor de Euregioraad
U. Francken Voorzitter Euregioraad
J.P.M. Kamps secretaris
pagina 4
Voorverslag bij de begroting 2014 van de Euregio Rijn-Waal De begroting 2014 is opgesteld met inachtneming van de regelingsvoorstellen voor het lopende financieel beheer van de gemeenten in Nordrhein-Westfalen (NKF-Finanzmanagement-NKF Fivo NRW). 1. Algemeen Inhoud van het voorverslag In het voorverslag wordt een overzicht gegeven van de stand en de ontwikkeling van het begrotingsbeheer. De in de begroting gestelde randvoorwaarden worden in geconcentreerde vorm toegelicht. Bovendien geeft het voorverslag een vooruitblik, met name op wezenlijke veranderingen in de randvoorwaarden van de planning en op de ontwikkeling van belangrijke onderdelen van de planning. Het voorverslag heeft betrekking op de totale planningsperiode en bevat ook toelichtingen over afzonderlijke winst- en verliesposten en financiële posten van de begroting. Toepassing van het Neue Kommunale Finanzmanagement (nieuw gemeentelijk financieel beheer - NKF) Het belangrijkste ordeningsprincipe voor de begroting is de productgerichte indeling. De zeventien als bindend verklaarde productgebieden vormen de basis voor de vergelijkbaarheid van de gemeentelijke begrotingen, maar zijn slechts in enkele gevallen van toepassing op de Euregio Rijn-Waal. Daarom zijn in overleg met de Bezirksregierung Düsseldorf de productgebieden 01 Intern beheer, 16 Algemeen financieel beheer als bindend verklaard. In productgebied 90 worden de lopende gelden van de subprojecten in kaderprojecten weergegeven, welke de begroting van de Euregio Rijn-Waal slechts in zoverre raken dat de subsidies aan de Euregio Rijn-Waal worden uitbetaald en door de Euregio RijnWaal volledig aan de dragers van de subprojecten worden doorgegeven. Sinds 2010 worden hier ook de externe financiële middelen van het Interreg IV C-programma „Brain Flow“ en van het Interreg IV Bproject „Demarrage“ weergegeven. Voor het overige heeft de Euregio Rijn-Waal aan de hand van de lokale situatie en op eigen verantwoording aan de productgroepen en producten gestalte gegeven. De begroting is opgesteld met de planningssoftware DATEV „Haushaltsplanung pro“.
pagina 5
Bestanddelen van de begroting De begroting van de Euregio Rijn-Waal bestaat overeenkomstig § lid 1 GemHVO NRW uit:
het resultatenplan (Ergebnisplan), het financieel plan (Finanzplan), de productgerichte deelplannen bestaande uit de deelresultatenplannen de financiële deelplannen
Het resultatenplan bevat alle kosten (middelenverbruik) en opbrengsten (middelenomvang). Aan de hand van te vormen totalen moet worden aangetoond of de opbrengsten de kosten dekken, dan wel of er eventueel een tekort ontstaat. De geraamde bedragen vormen een totale volmacht voor kosten en opbrengsten van het boekjaar. Het financieel plan bevat een overzicht van alle stortingen en uitbetalingen. Het plan dient om de liquiditeitstoestand weer te geven en te plannen. De verandering van het middelenbestand ten opzichte van het bestand bij aanvang wordt aan het einde van de planningsperiode in de cijfers opgenomen. Daarmee vormt het financieel plan de basis voor de ontwikkeling van financieringstechnieken. De totaalplannen (totaal resultatenplan / totaal financieel plan) vormen een samenvatting van de bijbehorende deelplannen. De deelplannen worden op het niveau van de productgebieden gehanteerd. Het totaal van alle deelplannen komt overeen met de waarden van het totaalplan. Productgerichte indeling van de deelplannen De deelplannen worden ingedeeld in de volgende productgebieden:
01 16 90
Intern beheer Algemeen financieel beheer Extern/doorlopend
De inhoudelijke betekenis van de afzonderlijke productgebieden blijkt uit het productplan, dat in de bijlage wordt opgevoerd. Bijlagen bij de begroting Bij de begroting is overeenkomstig § 1, lid 2 GemHVO NRW bijgevoegd:
het voorverslag (Vorbericht), het formatieplaatsenplan (Stellenplan), de balans van twee jaar geleden, een overzicht van de vermoedelijke stand van de verplichtingen aan het begin van het boekjaar, ontwikkeling van het eigen vermogen
Een overzicht van de vastleggingskredieten is niet nodig, omdat vastleggingskredieten volgens de begroting (Haushaltssatzung,) niet zijn voorzien. pagina 6
Toelichting bij het resultatenplan en financieel plan van de Euregio Rijn-Waal voor het boekjaar 2014
In principe is bij de planning van de ramingen zo te werk gegaan dat de te verwachten kosten en opbrengsten c.q. stortingen en uitbetalingen zijn bepaald door de werkelijke waarden uit het boekjaar 2013 te extrapoleren. Daarbij zijn de gemiddelde waarden tot nu toe met inachtneming van de te verwachten prijsstijgingen voortgezet. Bij de planning van de projectkosten zijn de desbetreffende waarden van de planningsjaren op de afzonderlijke rekeningen omgeslagen. De Interreg IV-subsidieperiode eindigt op 31 december 2015, zodat hier geen ramingen voor de planjaren 2016 en 2017 kunnen worden gevormd. Begin 2014 zullen de gegevens voor de Interreg V-subsidieperiode bekend zijn, zodat deze vanaf de ontwerpbegroting voor de begroting (Haushaltsplan) 2015 kunnen worden opgenomen. Het arbeidsprogramma EURES loopt vooralsnog tot 31 december 2014 door. Of er nog een subsidieperiode zal zijn, is op dit moment niet bekend. Het miniprogramma Interreg IVC Brain Flow eindigt eveneens in 2014. Het Interreg IV Bproject „Demarrage“ eindigt op 31 januari 2015. Toelichting bij het resultatenplan Het resultatenplan voorziet voor 2014
-
een resultaat uit lopende administratieve activiteit van
- 20.110,00 €
een gewoon bedrijfsresultaat van
5.880,00 €
en een jaarresultaat van
5.880,00 €
Opbrengsten Subsidies en algemene omslagen Van de leden worden jaarlijks financiële bijdragen geheven. De hoogte van de ledenbijdragen richt zich naar het aantal inwoners. De ledenbijdragen bedragen voor 2014 € 417.100,00 Stadt Schermbeck en de gemeente Lith, die bij een gemeentelijke herindeling bij de gemeente Oss is gevoegd, hebben hun lidmaatschap per 31 december 2013 en de Stadt Moers per 31.12.2014 opgezegd, zodat de ledenbijdragen vanaf 1 januari 2014 zullen dalen. Ook worden hier de subsidiemiddelen voor de in het kader van de INTERREG IVA-, Interreg IV B- en Interreg IV C-projecten en het arbeidsmarktprogramma EURES gemaakte kosten opgenomen. Subsidiemiddelen worden door de EU, de deelstaat Nordrhein-Westfalen, de deelstaat Niedersachsen, het Ministerie van Economische Zaken, de provincie Gelderland, de provincie Noord-Brabant en de provincie Limburg beschikbaar gesteld. Publiekrechtelijke prestatievergoedingen Van publiekrechtelijke prestatievergoedingen is bij de Euregio Rijn-Waal geen sprake.
pagina 7
Privaatrechtelijke prestatievergoedingen Van privaatrechtelijke prestatievergoedingen is bij de Euregio Rijn-Waal geen sprake. Overige gewone opbrengsten Bij de overige gewone opbrengsten gaat het in essentie om vrijgevallene reservieringen en samengevoegde inkomsten (vermischte Einnahmen). Opbrengsten uit interne dienstverleningsrelaties De opbrengsten uit interne dienstverleningsrelaties omvatten alle opbrengsten die door verrekening tussen de productgerichte deelplannen ontstaan. Kosten Personeelskosten De personeelskosten zijn samengesteld uit de volgende bestanddelen: a) Lopende inkomens van de secretaris en de functionarissen incl. bijkomende personele kosten (bijdrage sociale verzekeringen, prestatievergoedingen, enz.) b) Voorzieningen voor gewerkte overuren en niet opgenomen verlof. De op de balansdatum niet gebruikte verlofdagen en het verrichte overwerk dienen te worden geregistreerd, beoordeeld en in de zin van een periodespecifieke vastlegging van de personeelskosten als voorziening te worden opgenomen.
De hoogte van de personeelskosten richt zich vooral naar de verwachte invulling van de formatieplaatsen. In het formatieplaatsenplan worden in totaal 25,3 in te vullen formatieplaatsen opgenomen, waarvan momenteel 22,11 formatieplaatsen (stand november 2013) zijn ingevuld. Kosten voor betalingen voor materiële kosten en diensten Hier dienen alle kosten te worden opgenomen die economisch samenhangen met administratieve handelingen of kosten dan wel administratieve opbrengsten. De kosten voor betalingen van materiële kosten en diensten omvatten daarom onder meer kosten van energie, water, afvalwater, kosten voor instandhouding (incl. reparatie- en onderhoudskosten) en het beheer van de vaste activa. Tot de kosten voor betalingen van materiële kosten en diensten behoren alle kosten van verrichtingen door derden, welke niet in direct verband staan met de totstandbrenging van de productie (bijv. kosten voor huur en energie, schoonmaak van de dienstruimten en overige exploitatiekosten). Ook worden hier de kosten voor public relations en evenementen opgenomen. De berekening is gebaseerd op geëxtrapoleerde ervaringsgegevens of op concrete prognoses. Afschrijvingen op de balans De afschrijvingen op de balans vormen het waardeverbruik of middelenverbruik van de vaste activa binnen een boekjaar.
Overige gewone kosten De overige gewone kosten omvatten alle kosten die niet aan de tot nu toe genoemde kostenposten, rentekosten en soortgelijke kosten kunnen worden toegewezen. Het gaat hierbij hoofdzakelijk om juridische kosten en advieskosten, controlekosten, nascholings- en reiskospagina 8
ten van medewerkers en om representatiekosten. De berekening is gebaseerd op geëxtrapoleerde ervaringsgegevens of op concrete prognoses. Financiële opbrengsten Basis voor de berekening van de financiële opbrengsten en renteopbrengsten zijn de op prognose gebaseerde gemiddelde liquiditeitsvoorraden en de vermoedelijke hoogte van de financiële vaste activa. Toelichting bij het financieel plan De verschillen tussen het resultatenplan (Ergebnisplan) en het financieel plan (Finanzplan) bestaan hierin dat in het financieel plan alleen de daadwerkelijke kapitaalstroom wordt weergegeven en in het resultatenplan ook de voor het resultaat effectieve ramingen die geen kapitaalstroom vormen. Hierbij gaat het bij de subsidies en algemene omslagen in detail om de overboeking van bijzondere posten en voorzieningen, bij de kosten voor betalingen in natura en diensten om de balansafschrijvingen. Stortingen Subsidies en algemene omslagen Het verschil met het resultatenplan komt voort uit de in het resultatenplan geraamde overboeking van bijzondere posten uit subsidies ter hoogte van 57.000,00 € en uit de toevoer van voorzieningen voor niet opgenomen verlof ter hoogte van 5.000 €. Publiekrechtelijke en privaatrechtelijke prestatievergoedingen Van publiekrechtelijke prestatievergoedingen is bij de Euregio Rijn-Waal geen sprake. Overige stortingen De overige stortingen omvatten de geplande gemengde inkomsten en de rentestortingen. Uitbetalingen Uitbetalingen aan personeel De hoogte van de uitbetalingen aan personeel komt overeen met de hoogte van de lopende inkomens van de functionarissen incl. bijkomende personele kosten. Het verschil met het resultatenplan komt voort uit de in het resultatenplan geraamde toevoer van voorzieningen voor verlof en overuren ter hoogte van 5.000,00 € Uitbetalingen ten behoeve van sociale voorzieningen Bij de Euregio Rijn-Waal komen geen uitbetalingen ten behoeve van sociale voorzieningen voor. Uitbetalingen van materiële kosten en voor diensten De betalingen in natura en diensten zijn conform de geraamde kosten in volle omvang uitbetaald. Rentes en overige uitbetalingen Hier worden rentekosten en kredietverwervingskosten uit het gebruik van vreemd vermogen ter hoogte van 8.010,00 € en de bijkomende kosten geldverkeer ter hoogte van 1.000 € opgenomen. pagina 9
Algemene informatie bij de begroting 2014 Tussen 2007 en 2013 (uitbetalingstijdvak tot 2015) investeert de EU meer dan 8,5 miljard euro in de grensoverschrijdende samenwerking in heel Europa. INTERREG wordt gefinancierd door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Het subsidieprogramma is inmiddels in drie delen onderverdeeld:
INTERREG A (bevordering van grensoverschrijdende samenwerking). Subsidiabel zijn regio’s die langs lands- en zeegrenzen liggen. Er bestaan talrijke verschillende INTERREG A-programmagebieden; voor de Euregio Rijn-Waal het INTERREG IV A-programma „Deutschland – Nederland 2007-2013“ INTERREG B (bevordering van transnationale samenwerking), subsidiabel zijn alle Europese regio’s. Er bestaan dertien geografisch samenhangende programmagebieden; bijv. INTERREG B-programma North West Europe. INTERREG C (bevordering van interregionale samenwerking, samenwerkingsnetwerken en ervaringsuitwisseling. Het gehele grondgebied van de EU is subsidiabel.)
In 2007 is de vierde INTERREG-subsidieperiode van start gegaan. Tot en met 2013 kunnen talrijke projecten in het kader van INTERREG IV worden geïnitieerd. De Euregio Rijn-Waal voert reeds zes Interreg IV A-projecten uit. Deze zijn in het productgebied 01 productgroep 07 gepland. Voor de jaren 2012 tot en met 2014 is er ook in productgebied 01 productgroep 07 een nieuw project gepland, te weten „Kennisalliantie 2020“. Bovendien zijn er in het kader van People & People „Miniprojecten“ als zelfstandige subprojecten gepland. Interreg IV A Programmamanagement Het programmamanagement van de Euregio Rijn-Waal is belast met de technische ondersteuning van de uitvoering van het INTERREG IV A programma. Het programmamanagement ondersteunt, adviseert en begeleidt de projectaanvragers bij de ontwikkeling en de uitvoering van projecten, toetst de aanvragen zowel inhoudelijk als financieel draagt zorg voor de communicatie met de INTERREG-Partners en bereidt de vergaderingen van de stuurgroepen voor. Gemeenschappelijk Interreg Secretariaat Voor het INTERREG IV A programma Deutschland-Nederland dient conform art. 14, lid 1 van Verordening nummer 1080/2006 een gemeenschappelijk secretariaat opgericht te worden (Gemeenschappelijk INTERREG Secretariaat, GIS), dat zich bezig houdt met alle technischadministratieve taken ter uitvoering van het programma, alsook de beheersautoriteit en eventueel de controle instantie bij de administratieve taken voor het programma ondersteunt. Een nieuw onderdeel van het toekomstige Duits-Nederlandse INTERREG IV A Programma zijn de zogenaamde "majeure projecten": deze projecten strekken zich hoofdzakelijk uit over een gebied van meerdere Euregio's en komen tegemoet aan de Lissabon- en Göteborgdoelstellingen. De intentie is in de toekomst grotere en voor de gehele grensregio betekenisvolle projecten om te zetten. De majeure projecten zullen voor een deel door het Gemeenschappelijk Secretariaat en voor een deel door de regionale secretariaten bij de Euregio's geinitieerd worden. Daarnaast zal er in de toekomst binnen het gezamenlijke programma een grotere nadruk gelegd worden op de efficiëntie- en kwaliteitswaarborging van projecten. De financiering van het secretariaat zal met behulp van een project, dat uit de middelen van de technische bijstand gefinancierd wordt, verzekerd worden. In deze aanvraag zijn de taken en de kosten van het Gemeenschappelijk Secretariaat geschetst. pagina 10
People & People Na aanleiding van de grote navraag voor het People II People Project in de laatste subsidieperiode wordt door de Euregio Rijn-Waal een nieuwe kaderproject "People II People" ingediend. Ondanks de positieve resultaten en talrijke effecten op de verdere ontwikkeling van de DuitsNederlandse grenscontacten, zijn er nog steeds hiaten op het gebied van informatie, communicatie en integratie. Doelstellingen van het project zijn naast de in het programma van het communautaire initiatief Interreg IVA genoemde doelen ook de blijvende terugdringing van de hierboven beschreven hiaten, met als doel grensoverschrijdende contacten (zowel economische als maatschappelijke èn sociale) duurzaam te verdiepen. "People II People" wil voor potentiële projectpartners als basis fungeren, om elkaar binnen de concrete projectactiviteiten te leren kennen. Na de aanmeldingsfase moeten de projecten bij de projectpartners een zodanige eigen dynamiek ontwikkelen, dat er ook na beëindiging van een project samenwerking/koppeling mogelijk is en dat de meerwaarde van het project op de lange termijn behouden blijft. Door het grensoverschrijdend karakter van het project komen zowel positieve effecten op de economie als ook op de arbeidsmarkt tot stand. Door de koppeling aan de ene kant en de afbouw van drempels aan de andere kant wordt de samenwerking in de grensregio bevordert en verder uitgebouwd. Fokus Innovatie Het kaderproject Focus Innovatie is een subsidieinstrument van de Euregio Rijn-Waal waarmee kleine grensoverschrijdende projecten tot een volume van 25.000 euro met eu-middelen gesubsidieerd kunnen worden. De lead-partners van deze projecten, vooral universiteiten, hogescholen, onderzoeksinstellingen, innovatie- en technologiecentra, kamers van koophandel of het bedrijfsleven aan Duitse en / of Nederlandse kant, kunnen samen met hun partner aan de overkant van de grens hun idee realiseren. Dit idee moet inhoudelijk passen bij een van de volgende thema's die onder prioriteit 1 van het OP vallen: 1. technologie- en kennisoverdracht tussen onderzoeksinstellingen en het bedrijfsleven, 2. economische netwerken en grensoverschrijdende samenwerking van bedrijven en 3. Opleiding en training ten behoeve van de verbetering van het innovatieve potentieel van bedrijven. Alle projectontwerpen moeten voldoen aan de criteria van de grensoverschrijdende meerwaarde, de duurzaamheid, de duidelijke en realistische financiële en tijdelijke planning en de financiering met eigen middelen.Voor de afwikkeling van het kaderproject is in het secretariaat van de Euregio Rijn-Waal een projectcoordinator aangenomen die zich bezighoudt met de begeleiding van het kaderproject zelf maar ook met de kleinschalige projecten. Zij werkt nauw samen met het Dagelijks Bestuur van de Euregio Rijn-Waal en met andere euregionale commissies en is verantwoordelijk voor de uitvoering van het project tegenover de stuurgroep. Fokus duurzaamheid Het kaderproject Focus Innovatie is een subsidieinstrument van de Euregio Rijn-Waal waarmee kleine grensoverschrijdende projecten tot een volume van 25.000 euro met eu-middelen gesubsidieerd kunnen worden. De lead-partners van deze projecten, vooral universiteiten, hogescholen, onderzoeksinstellingen, innovatie- en technologiecentra, kamers van koophandel of het bedrijfsleven aan Duitse en / of Nederlandse kant, kunnen samen met hun partner aan de overkant van de grens hun idee realiseren. Dit idee moet inhoudelijk passen bij een van de volgende thema's die onder prioriteit 1 van het OP vallen: 1. technologie- en kennisoverdracht tussen onderzoeksinstellingen en het bedrijfsleven, 2. economische netwerken en grensoverschrijdende samenwerking van bedrijven en 3. Opleiding en training ten behoeve van de verbetering van het innovatieve potentieel van bedrijven. Alle projectontwerpen moeten voldoen aan de criteria van de grensoverschrijdende meerwaarde, de duurzaamheid, de duidelijke en realistische financiële en tijdelijke planning en de financiering met eigen middelen.Voor de afwikkeling van het kaderproject is in het secretariaat van de Euregio Rijn-Waal een projectcoordinator aangenomen die zich bezighoudt met de begeleiding van het kaderproject zelf maar ook met de kleinschalige projecten. Zij werkt nauw samen met het Dagelijks Bestuur van de Euregio Rijn-Waal en met andere euregionale commissies en is verantwoordelijk voor de uitvoering van het project tegenover de stuurgroep.
pagina 11
Grensoverschrijdende Gezondheidszorg Centraal voor het Euregionaal Forum Gezondheidszorg staan het handelen en het creëren oplossingen voor vraagstukken: aan de ene kant de burger, de verzekerde, de patiënt en aan de andere kant een optimaal inzetten en economisch gebruik van de zorgfaciliteiten. Voor vakantiegangers is de grensoverschrijdende gezondheidszorg door Europese besluiten geregeld. Knelpunten van binnenlandse zorg kunnen per geval grensoverschrijdend worden opgelost. In zulke gevallen is het niet dringend noodzakelijk handelend op te treden. De noodzakelijkheid voor verdere regelingen zien wij vooral in de Euregio-gebieden. Mogelijkheden van een op de behoefte afgestemde grensoverschrijdende gezondheidszorg worden getest in de zin van een praktijklaboratorium t.b.v. verdere Europese ontwikkelingen in het kader van modelprojecten. In de grensregio´s bestaan problemen bij de grensoverschrijdende gezondheidszorg. Daar speelt zich het Europees leven van alledag af. Alhoewel de grensbewoners van de vrijheden van het grenzeloze Europa profiteren, zijn de mogelijkheden van een grensoverschrijdend gebruik van de gezondheidszorg in het buurland beperkt. Dit heeft verschillende oorzaken: - verschillende gezondheidssystemen, - nationale, internationale regelingen en Europese rechtsspraak. - tekort aan en ontbrekende transparantie en informatie, - tekort aan structuren van een doelgerichte samenwerking, - gemis aan coördinatie en inzet van hulpbronnen (gericht op de regio) . In de grensregio bevindt zich een uitstekend ontwikkelingspotentieel. Hier wordt de kans geboden voor snelle en doeltreffende grensoverschrijdende gezondheidszorg, als ook voor de mogelijkheden voor grensoverschrijdende samenwerking van de aanbieders en instellingen en optimale inzet van hulpbronnen. Vanaf 01.07.2008 is het Interreg IVA kaderproject "grensoverschrijdende gezondheidszorg" gestart. Dit project heeft een looptijd tot 30.06.2015
Kennisalliantie Euregio Rijn-Waal 2020 De in het kader van het project Kennisalliantie nagestreefde samenwerking tussen de kennisinstellingen moet enerzijds dienen ter verbetering van de profilering van de Euregio Rijn-Waal als wetenschappelijke en academische locatie, maar wil anderzijds ook aan de betrokken partners de mogelijkheid bieden een gezamenlijke identiteit als kennisregio te ontwikkelen. Daartoe worden binnen in totaal zes werkpakketten gezamenlijke activiteiten uitgevoerd: 1. Thematische uitwerking van de mogelijkheden, opstelling van een Handelingsconcept Kennisregio 2014-2020 2. iLAB innovationLAB Rijn-Waal - Bridging Science to Business by Creativity, subsidiëring van ten minste vijftien productinnovaties 3. Ondernemerschap en ondernemersgeest, optimalisatie van entrepreneurship op universiteiten en hogescholen bij docenten en studenten 4. Versterking van de relaties tussen regionale ondernemingen en onderzoeks- en onderwijsinstellingen, ontsluiting van het aanbod van universiteiten en hogescholen voor het bedrijfsleven in de regio 5. Regionale verankering en verduurzaming van de kennisalliantie, alsook publiciteit, stimulering van de innovatieve kracht van het regionale bedrijfsleven 6. Coördinatie Het project vormt de opmaat tot de strategieontwikkeling van de Euregio Rijn-Waal voor de Kennisalliantie 2020 en levert daarmee een niet-onaanzienlijke bijdrage aan de toekomstige door de regio te kiezen richting en de verbetering van de grensoverschrijdende samenwerking tussen het bedrijfsleven, wetenschappelijke instellingen en overheid. "Miniprojecten" People to People Ter ondersteuning van miniprojecten moet er in 2014 € 100.000 beschikbaar worden gesteld. De hierboven genoemde ondersteuning moet beschikbaar zijn voor scholen, sportvereniginpagina 12
gen, culturele instellingen en andere verenigingen en organisaties op sociaal-cultureel gebied en zodoende dicht bij de burgers en laagdrempelig grensoverschrijdende contacten en samenwerking bevorderen. Het project "Miniprojecten" richt zich dus thematisch op alle grensoverschrijdende activiteiten uit het spectrum aan onderwerpen van kaderproject 3 "People to People". Met het project wordt het voor kleine organisaties in het gehele INTERREGprogrammagebied van de Euregio Rijn-Waal mogelijk op grotere schaal grensoverschrijdende activiteiten te organiseren en uit te voeren. Het project vervangt het programma "Sport, sociale en culturele ontmoetingen", waarmee de Euregio Rijn-Waal tot nu toe de kleinere sociaalculturele activiteiten in haar lidgemeenten ondersteunt. De Euregio Rijn-Waal heeft om verschillende redenen gekozen voor een project in het kader van "Miniprojecten", omdat de subsidievoorwaarden voor People to People-projecten met een geringe financiële omvang te complex zijn. Door deze projectopbouw wordt INTERREG ook toegankelijk voor de organisaties die burgernabije activiteiten organiseren. Saamhorigheidsgevoel kweken en Europa kunnen beleven. INTERREG IV B „DEMARRAGE“ Naast de statutaire taken van de Euregio Rijn-Waal heeft het Duits-Nederlandse openbaar lichaam zich nu ook met succes kandidaat gesteld als verantwoordelijke partner in het INTERREG IV B Noordwest-Europa-project „DEMARRAGE“. In DEMARRAGE worden verschillende grensoverschrijdende afzonderlijke initiatieven en ervaringen van de grensoverschrijdende samenwerking langs de Rijn (bijv. DE-CH, NL-DE, FRDE) gebundeld. Deze driejarige transnationale samenwerking langs de Rijncorridor heeft onder meer als doel het dienstenaanbod voor het langeafstandsfietsverkeer uit te breiden en het regionale midden- en kleinbedrijf in de dienstverlenende sector in staat te stellen transnationaal samen te werken. „DEMARRAGE“ verenigt daartoe alle relevante instanties en openbare lichamen van de bron tot de monding van de Rijn, met als doel het “slapende” economische potentieel van de Rijn aan de hand van de Rijnfietsroute gezamenlijk te activeren en daar transnationaal voordeel uit te putten. In totaal nemen achttien partners uit vijf landen (NL, D, FR, CH, BE) aan het project deel. De groeiende markt van het langeafstandsfietsen biedt de regio’s langs de Rijncorridor grote mogelijkheden op transnationaal niveau, met name in het toerisme en de horeca. Tot nu toe is er op deze gebieden evenwel geen sprake van een gezamenlijke benadering van de markt in deze regio’s. Daaruit komt de motivatie voor DEMARRAGE voort om samenwerkingsvormen te stimuleren en zodoende voor het regionale bedrijfsleven en fietstoeristen een meerwaarde tot stand te brengen.
Interreg IV C Diensten en samenwerkingsverbanden Voor diensten en samenwerkingsovereenkomsten is het productgebied 01 productgroep 04 aangemaakt. Op 1 januari 2009 is een tussen het Wirtschaftsministerium NRW en de Euregio Rijn-Waal gesloten samenwerkingsovereenkomst in werking getreden, waarbij aan de Euregio Rijn-Waal taken zijn overgedragen die voor de implementatie van de Europese INTERREGprogramma’s van richting C „Interregionale samenwerking“ bij de deelstaat NordrheinWestfalen berusten. Het Doelstelling-3-programma van de EU en het Communautair Initiatief ter versterking van de interregionale samenwerking „INTERREG C“ bieden de deelstaat Nordrhein-Westfalen (NRW) aanzienlijke mogelijkheden om zijn veelvuldige Europabrede activiteiten te versterken. Hiervoor bestaat ook op basis van zijn EU-breed voorbeeldige medewerking aan het INTERREG IIIA-programma voor grensoverschrijdende samenwerking met België en Nederland een uitstekende uitgangssituatie. Binnen de programmagebieden moet NRW op basis van zijn bepagina 13
volkingsaandeel onder de betrokken deelstaten het grootste aandeel aan technische hulp leveren. Op basis daarvan ontstaat er voor NRW een bijzonder belang om zo veel mogelijk INTERREG C-projecten te initiëren en te ondersteunen. De benoeming van NRW als bevoegde en verantwoordelijke deelstaat voor de implementatie van het programma biedt daarvoor een goede basis. Daarbij ontstaan er voor NRW ook coördinatietaken ten opzichte van de overige lidstaten plus Noorwegen en Zwitserland, het Bundesministerium für Wirtschaft und Technologie in Berlijn, de beheersautoriteit in Lille, Frankrijk en de overige betrokken deelstaten. De kosten hiervan zijn in productgebied 01 productgroep 06 begroot. “Brain Flow” In het kader van Interreg IV C heeft de Euregio Rijn-Waal vanaf 1 juli 2010 tot en met uiterlijk 30 april 2014 met het Ministerium für Wirtschaft, Energie, Bauen, Wohnen und Verkehr (momenteel het Ministerium für Wirtschaft, Energie, Mittelstand und Handel) een overeenkomst gesloten over het financieel beheer van het miniprogramma „Brain Flow“. “Brain Flow” voert een intensieve interregionale uitwisseling uit op twee complementaire niveaus: het hogere (strategische) niveau van het miniprogramma en het lagere (praktische) niveau van de subprojecten; beide zijn gericht op drie onderling met elkaar verbonden prioriteiten: 1) Verhoging van de regionale attractiviteit 2) Ondersteuning van centrale economische sectoren 3) Verbetering van het systeem van hoger onderwijs Het hogere doel is regionale instanties en andere regionale/lokale handelende partijen in staat te stellen om met hun politieke handelen en hun instrumenten het wegtrekken van goed opgeleide en gekwalificeerde mensen (brain-drain) tegen te gaan en menselijk kapitaal in hun regio te werven en te binden (brain-gain). Zo wordt hun innovatiecapaciteit en concurrentievermogen ondersteund. Door de uitwisseling en overdracht van reeds bestaande strategieën, beleid, instrumenten en ervaringen en de implementatie van verschillende subprojecten zullen de betrokken regio's „brain-drain“ bestrijden en menselijk kapitaal werven en vasthouden. De door de partners beschikbaar gestelde ervaringspool en de resultaten van de subprojecten zullen uitmonden in een omvangrijke kennisbasis over initiatieven en instrumenten voor de omgang met brain-drain/brain-gain, met name in grensregio's. Interreg V A De Europese Commissie heeft met de publicatie van de nieuwe verordeningsontwerpen op 6 oktober 2011 het startschot gegeven voor de voorbereidingen van INTERREG V. Voor de praktische voorbereiding van het nieuwe INTERREG V A-programma Deutschland-Nederland heeft een voorbereidingsgroep met vertegenwoordigers van ministeries, provincies en grensregio's haar werk opgenomen. Omdat de onderhandelingen over de nieuwe EU-verordeningen nog niet zijn afgerond en de hoogte van het programmabudget nog niet vaststaat, kunnen er momenteel noch financieel noch inhoudelijk concrete uitspraken worden gedaan. Vermoedelijke prioriteiten van het nieuwe programma In juni 2010 heeft de Europese Commissie de “Europa 2020-strategie” als opvolger van de Lissabon-strategie vastgesteld. In Europa 2020 worden drie elkaar wederzijds versterkende prioriteiten voorgesteld: • Intelligente groei: ontwikkeling van een op kennis en innovatie steunende economie • Duurzame groei: bevordering van een economie die spaarzaam omspringt met hulpbronnen, verantwoorder omgaat met het milieu en een sterkere concurrentiepositie heeft • Integratieve groei: bevordering van een economie met meer werkgelegenheid en duidelijke maatschappelijke en territoriale cohesie. De nieuwe structuurfondsprogramma's in de periode 2014-2020 moeten op deze EU 2020strategie zijn gestoeld. Voor de bepaling van de gewenste prioritaire thema's in het pagina 14
INTERREG V-programma heeft de voorbereidingsgroep opdracht gegeven voor het opstellen van een strategische analyse. Uit deze strategische analyse komen als belangrijkste behoeften en uitdagingen voor het programmagebied de volgende punten voort: • Toename van het innovatievermogen en van de concurrentiepositie van het bedrijfsleven, met name van het midden- en kleinbedrijf, onder meer door middel van uitbreiding en verdichting van bestaande grensoverschrijdende netwerken tussen ondernemingen en kennisinstellingen • Efficiëntere inzet van natuurlijke hulpbronnen, uitgaande van het perspectief van een geringere belasting van het milieu, van een zekere beschikbaarheid en als motor voor innovaties • Voortzetting van grensoverschrijdende contacten en samenwerking, gericht op de integratie van regionale arbeidsmarkten, maar ook van ondernemingsnetwerken, nieuwe opleidingsmogelijkheden en verzorgingsstructuren. Er is gebleken dat de gerichtheid op onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie in INTERREG IV zijn vruchten heeft afgeworpen. Dit thema wordt ook in het nieuwe INTERREGprogramma voorgesteld als belangrijkste thema. Op basis van de strategische analyse zijn door de voorbereidingsgroep bovendien de thema's „Klimaatbescherming, natuur en milieu“ en „Arbeidsmarkt, opleidingen en ontmoetingen“ geïnventariseerd. Hoe elk afzonderlijk thema bij de keuze van thematische doelen en investeringsprioriteiten precies wordt toegewezen, dient in het kader van de uitwerking van het Operationele Programma nog te worden gepreciseerd. De definitieve goedkeuring van het programma Interreg V A zal naar het zich laat aanzien in de zomer van 2014 plaatsvinden, zodat de financiële gegevens vanaf de begroting voor 2015 kunnen worden verwerkt. EURES (EURopean Employment Services) is een programma dat door de Europese Commissie in het leven is geroepen om de arbeidsmobiliteit binnen de Europese Unie te vergroten. Sinds 1995 werken de Euregio Rijn-Waal en de euregio rijn-maas-noord in het kader van EURES samen met arbeidsbureaus, vakbonden en Kamers van Koophandel. De Euregio Rijn-Waal is verantwoordelijk voor de coördinatie voor beide Euregio’s. De EURES-activiteiten zijn nauw verbonden met de INTERREGsubsidieprioriteit scholing en arbeidsmarkt. Centraal staat de inrichting van EURES-adviesbureaus, waar EURES-consulenten diensten aanbieden voor werknemers en werkgevers, maar ook in het algemeen voor alle burgers die van hun recht op vrije vestiging gebruik willen maken. Burgers met vragen op het gebied van werken aan de andere kant van de grens, kunnen een EURES-consulent raadplegen. Daarnaast kunnen de EURES-consulenten de arbeidsbureaus ondersteunen bij de grensoverschrijdende bemiddeling van vacatures en werkzoekenden. Een andere bijdrage in het kader van EURES is de productie en verspreiding van brochures die voor de burger als informatiebron en leidraad dienen wanneer die in het buurland werk heeft gevonden of werk zoekt. Het arbeidsmarktprogramma EURES zal zoals het zich nu laat aanzien op 31 december 2014 eindigen en niet meer door de EU worden gesubsidieerd. De uitvoering van het EURES-programma is gepland in het productgebied 01 productgroep 03. Oorspronkelijk werden er elf subprojecten voor Eures ingericht, teneinde de afrekening met de Europese Commissie te verduidelijken. Omdat door deze procedure de planning en de realisatie aanzienlijk van elkaar afwijken, is thans een product Eures gevormd, waarbij de differentiatie door middel van verschillende rekeningen wordt weergegeven.
De overige begrotingsposten zijn in overeenstemming met de ingediende projectgegevens geraamd.
pagina 15
pagina 16
pagina 17
Ergebnisplan Aufwands- und Ertragsarten 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Steuern und ähnliche Abgaben Zuwendungen und allgemeine Umlagen Sonstige Transfererträge Öffentlich-rechtliche Leistungsentgelte Privatrechtliche Leistungsentgelte Kostenerstattungen und Kostenumlagen Sonstige ordentliche Erträge Aktivierte Eigenleistungen Bestandsveränderungen
Ergebnis 2012 EUR
Ansatz 2013 EUR
Ansatz 2014 EUR
Planung 2015 EUR
Planung 2016 EUR
Planung 2017 EUR
0,00 2.139.872,02 0,00 10.617,30 0,00 0,00 71.665,63 0,00 0,00
0 2.774.974 0 5.000 0 0 46.000 0 0
0 2.781.713 0 0 0 0 25.700 0 0
0 2.206.851 0 0 0 0 15.700 0 0
0 501.900 0 0 0 0 15.700 0 0
0 499.900 0 0 0 0 15.700 0 0
10 = Ordentliche Erträge
2.222.154,95
2.825.974
2.807.413
2.222.551
517.600
515.600
11 12 13 14 15 16
1.330.900,38 0,00 610.349,38 73.011,00 0,00 270.166,97
1.633.427 0 685.950 69.624 0 313.259
1.599.372 0 817.439 67.667 0 343.045
1.427.000 0 414.061 63.467 0 317.843
326.600 0 71.600 60.667 0 63.900
330.100 0 71.750 58.667 0 63.900
2.284.427,73
2.702.260
2.827.523
2.222.371
522.767
524.417
-62.272,78
123.714
-20.110
180
-5.167
-8.817
19 Finanzerträge 20 Zinsen und sonstige Finanzaufwendungen
75.325,35 10.428,67
22.000 9.676
35.000 9.010
15.000 8.137
15.000 7.381
15.000 6.617
21 = Finanzergebnis (=Zeilen 19 und 20)
64.896,68
12.324
25.990
6.863
7.619
8.383
2.623,90
136.038
5.880
7.043
2.452
-434
23 Außerordentliche Erträge 24 Außerordentliche Aufwendungen
0,00 0,00
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
25 = Außerordentliches Ergebnis (=Zeilen 23 und 24)
0,00
0
0
0
0
0
2.623,90
136.038
5.880
7.043
2.452
-434
Personalaufwendungen Versorgungsaufwendungen Aufwendungen für Sach- und Dienstleistungen Bilanzielle Abschreibungen Transferaufwendungen Sonstige ordentliche Aufwendungen
17 = Ordentliche Aufwendungen 18 = Ergebnis der laufenden Verwaltungstätigkeit (=Zeilen 10 und 17)
22 = Ordentliches Ergebnis (=Zeilen 18 und 21)
26 = Jahresergebnis (=Zeilen 22 und 25)
pagina 18
Finanzplan Einzahlungs- und Auszahlungsarten 1 2
Steuern und ähnliche Abgaben Zuwendungen und allgemeine Umlagen
3 4 5 6 7 8
Sonstige Transfereinzahlungen Öffentlich-rechtliche Leistungsentgelte Privat-rechtliche Leistungsentgelte Kostenerstattungen, Kostenumlagen Sonstige Einzahlungen Zinsen und ähnliche Entgelte
9
=
Einzahlungen aus lfd. Verwaltungstätigkeit
10
Personalauszahlungen
11 12 13 14 15
Versorgungsauszahlungen Auszahlungen für Sach-/Dienstleistungen Zinsen und sonstige Finanzauszahlungen Transferauszahlungen Sonstige Auszahlungen
Ergebnis 2012 EUR
Ansatz 2013 EUR
Ansatz 2014 EUR
Planung 2015 EUR
Planung 2016 EUR
Planung 2017 EUR
0,00 1.689.129,4 4 0,00 5.247,80 0,00 0,00 -7.890,23 25.147,54
0 2.812.974
0 2.724.713
0 2.154.851
0 449.900
0 447.900
0 5.000 0 0 43.000 0
0 0 0 0 55.700 0
0 0 0 0 25.700 0
0 0 0 0 25.700 0
0 0 0 0 25.700 0
1.711.634,5 5
2.860.974
2.780.413
2.180.551
475.600
473.600
1.317.700,3 2 0,00 586.831,50 10.406,56 0,00 238.858,20
1.630.427
1.594.372
1.452.000
326.600
330.100
0 685.950 9.676 0 316.159
0 817.439 9.010 0 343.045
0 414.061 8.137 0 317.843
0 71.600 7.381 0 63.900
0 71.750 6.617 0 63.900
16
=
Auszahlungen aus lfd. Verwaltungstätigkeit
2.153.796,5 8
2.642.212
2.763.866
2.192.041
469.481
472.367
17
=
SALDO AUS LFD. VERWALTUNGSTÄTIGKEIT (=Zeilen 9 und 16)
-442.162,03
218.762
16.547
-11.490
6.119
1.233
0,00 0,00
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0,00
0
0
0
0
0
0,00 0,00
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0,00
0
0
0
0
0
0,00
0
0
0
0
0
0,00 8.556,00
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0,00 0,00 0,00
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29
Zuwendungen für Investitionsmaßnahmen Einzahlungen aus der Veräußerung von Sachanlagen Einzahlungen aus der Veräußerung von Finanzanlagen Einzahlungen aus Beiträgen u.ä.Entgelten Sonstige Investitionseinzahlungen =
Einzahlungen aus Investitionstätigkeit
Auszahlungen für den Erwerb von Grundstücken und Gebäuden Auszahlungen für Baumaßnahmen Auszahlungen für den Erwerb von beweglichen Anlagevermögen Auszahlungen für den Erwerb von Finanzanlagen Auszahlungen von aktivierbaren Zuwendungen Sonstige Investitionsauszahlungen
30
=
Auszahlungen aus Investitionstätigkeit
31
=
SALDO AUS INVESTITIONSTÄTIGKEIT (= Zeilen 23 und 30)
32
=
FINANZMITTELÜBERSCHUSS/FEHLBETRAG (=Zeilen 17 und 31)
33 34
Aufnahme und Rückflüsse von Darlehen Tilgung und Gewährung von Darlehen
8.556,00
0
0
0
0
0
-8.556,00
0
0
0
0
0
-450.718,03
218.762
16.547
-11.490
6.119
1.233
0,00 13.904,16
0 14.543
0 15.210
0 15.909
0 16.640
0 17.403
35
=
SALDO AUS FINANZIERUNGSTÄTIGKEIT
-13.904,16
-14.543
-15.210
-15.909
-16.640
-17.403
36
=
ÄNDERUNG D.BESTANDES AN EIGENEN FINANZMITTELN (=Zeilen 32 und 35)
-464.622,19
204.219
1.337
-27.399
-10.521
-16.170
0,00
1.484.423
1.496.686
1.486.772
1.153.726
1.153.726
-464.622,19
1.688.642
1.498.023
1.459.373
1.143.205
1.137.556
37 38
Anfangsbestand an Finanzmitteln =
LIQUIDE MITTEL (=Zeilen 36 und 37)
pagina 19
Übersicht über die Entwicklung des Eigenkapitals und des Anteils des Eigenkapitals an der Bilanzsumme 2013 Vorgetragener Jahresüberschuss Eigenkapital Bilanzsumme am Haushalts- Allgem. Rücklage Ausgleichsrücklage Ergebnisrücklage
Anteil des Eigen-
am 31.12.
am 31.12.
am 31.12.
Jahresfehlbetrag
Jahresfehlbetrag
am 31.12.
am 31.12.
Kapitals an der
In TEUR
In TEUR
In TEUR
In TEUR
am 31.12.
In TEUR
In TEUR
Bilanzsumme
In TEUR 1
2
3
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
925 978 978 978 1139 1161 1161 881 881 881 881 881 881
133 133 81 128 133 133 128 418 421 436 442 449 451
4
5
Fügen Sie hier Anhänge ein.
pagina 20
In % 6
7
8
53 -52 47 166 22 -5 10 3 15 6 7 2 0
1.111 1.059 1.106 1.272 1.294 1.289 2.563 1.302 1.317 1.323 1.330 1.332 1.332
3.321 3.269 3.463 3.497 3.380 3.686 4.119 3.652 3.667 3.673 3.680 3.682 3.682
9
33 32 * 32 36 38 35 62 36 36 36 36 36 36
Euregio Rhein-Waal 47533 Kleve Art der Verbindlichkeiten
Verbindlichkeitenspiegel 2014 31.12.2007 Gesamtbetrag des Haushaltsjahres 2014
EUR 1 1. Anleihen 2. Verbindlichkeiten aus Krediten für Investitionen 2.1 von verbundenen Unternehmen 2.2 von Beteiligungen 2.3 von Sondervermögen 2.4 vom öffentlichen Bereich 2.4.1 vom Bund 2.4.2 vom Land 2.4.3 von Gemeinden (GV) 2.4.4 von Zweckverbänden 2.4.5 vom sonstigen öffentlichen Bereich 2.4.6 von sonstigen öffentlichen Sonderrechnungen 2.5 vom privaten Kreditmarkt 2.5.1 von Banken und Kreditinstituten 2.5.2 von übrigen Kreditgebern 3. Verbindlichkeiten aus Krediten zur Liquiditätssicherung 3.1 vom öffentlichen Bereich 3.2 vom privaten Kreditmarkt 4. Verbindlichkeiten aus Vorgängen, die Kreditaufnahmen wirtschaftlich gleichkommen
5. Verbindlichkeiten aus Lieferungen und Leistungen 6. Verbindlichkeiten aus Transferleistungen 7. Sonstige Verbindlichkeiten 8. Summe aller Verbindlichkeiten
mit einer Restlaufzeit von
Gesamt- betrag des Vorjahres 2013
bis zu 1 Jahr
1 bis 5 Jahre
mehr als 5 Jahre
EUR 2
EUR 3
EUR 4
EUR 5
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 180.184,99 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 15.210,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 65.161,25 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 99.813,74 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 194.727,56 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
817.439,00
817.439,00
343.045,00 1.340.668,99
0,00 343.045,00 1.175.694,00
Nachrichtlich anzugeben: Es bestehen keine Haftungsverhältnisse aus der Bestellung von Sicherheiten.
pagina 21
733.365,00 0,00
0,00
65.161,25
99.813,74
0,00 322.933,00 1.251.025,56
Stellenplan 2014 Verg.-Gruppe Lohngruppe Sondertarif
Zahl der Stellen 2014
Zahl der Stellen 2013
Zahl der tats. besetzten Stellen am 30.06.2013
BBRA 15
1
1
1
TVÖD Entgeltgruppe 15
BBRA 12
2
2
2
TVÖD Entgeltgruppe 13
Sondertarif
2
2
1
indiv.Regelung
TVÖD Entgeltgruppe 14
1
1
1
BBRA13
TVÖD Entgeltgruppe 13
5
5
2,97
BBRA12
TVÖD Entgeltgruppe 12
2
2
0,64
BBRA 11
TVÖD Entgeltgruppe 11
3
3
3
BBRA 11
TVÖD Entgeltgruppe 10
3
3
4,52
BBRA 10
TVÖD Entgeltgruppe 9
2
2
1,26
BBRA 9
TVÖD Entgeltgruppe 8
3
3
0
BBRA 8
TVÖD Entgeltgruppe 7
1,5
1,5
1,64
BBRA 8
25,5
25,5
19,03
Gesamt Auszubildende
2
2
2
Sondertarif Hausmeister
0,4
0,4
0,4
Sondertarif Euregio Ambassadeur
0,4
0,4
0,4
Sondertarif Reinigungskräfte
0,8
0,8
0,8
28,3
28,3
21,83
Gesamt
pagina 22
Erläuterungen entspricht
Euregioraad 27-11-2013 Punt 8 Mededelingen
Punt 8 a) Stand van zaken INTERREG IV A
Als bijlage ontvangt u een actueel overzicht van de goedgekeurde projecten in het kader van INTERREG IV A Deutschland-Nederland. Uit dit overzicht kan worden afgeleid, dat de majeure projecten evenals de regionale projecten voor 100% gecommitteerd zijn. Voorwaarde voor de 100 procent committering bij de regionale projecten is de goedkeuring van het project 70 jaar vrijheid door de INTERREG-stuurgroep begin december. De middelen voor de kaderprojecten GGZ en Focus Duurzaamheid zijn eveneens voor bijna 100% besteed. De kaderprojecten Focus Innovatie en People to People beschikken nog over middelen voor kleinere projecten tot € 50.000.
Besluitvoorstel: Ter kennisneming
Punt 8 b) Evaluatie service-netwerk Euregio-Ambassadeurs Het “service-netwerk Euregio-ambassadeurs” ging op 03-12-2010 voor een periode van drie jaar van start. De activiteiten van het netwerk zijn in het bijgevoegde evaluatiebericht beschreven. Het netwerk van Euregio-ambassadeurs heeft zich voor de Euregio Rijn-Waal als een efficiënt instrument bewezen, zowel voor wat betreft de aanwezigheid in het gehele Nederlands-Duitse werkgebied van de Euregio Rijn-Waal alsook voor impulsen voor nieuwe grensoverschrijdende activiteiten. Het Dagelijks Bestuur van de Euregio Rijn-Waal heeft daarom besloten het service-netwerk Euregio-ambassadeurs met de genoemde personen voor de duur van nogmaals drie jaar voort te zetten.
Besluitvoorstel: Ter kennisneming
Punt 8 b) Bijlage Evaluatiebericht service-netwerk Euregio-ambassadeurs Het service-netwerk Euregio-ambassadeurs is eind 2010 door de Euregio Rijn-Waal ingericht. Doel van het netwerk is het de Euregio Rijn-Waal te ondersteunen bij de grensoverschrijdende samenwerking en de stimulering van contacten in het Euregiogebied. Op 3 december 2010 zijn voor een periode van 3 jaar onderstaande Euregio-ambassadeurs benoemd: German Bensch, Duisburg Manfred Palmen, Kleve Prof. Dr. Paul Sars, Nijmegen Berrie Schattenberg, Nijmegen Erwin Schmitz, Kranenburg Willem Spinhoven, Arnhem Christiane Underberg, Xanten Jos Verbeeten, Sint Anthonis De ambassadeurs zetten zowel hun eigen netwerken alsook de netwerken van de Euregio RijnWaal in om de grensoverschrijdende samenwerking te stimuleren en te ondersteunen en nieuwe grensoverschrijdende thema´s en projecten te initiëren. De zwaartepunten liggen daarbij op de onderwerpen economie, wetenschap, arbeidsmarkt, sociale aangelegenheden, cultuur en maatschappij. De Euregio-ambassadeurs waren bij deze onderwerpen niet alleen ondersteunend, maar ook actief betrokken, bijvoorbeeld door het geven van presentaties, leiden van bijeenkomsten, organisatorische ondersteuning, het bemiddelen bij afspraken en deelname aan conferenties en projecten. Uit de grote verscheidenheid aan activiteiten kunnen hier slechts enkele voorbeelden genoemd worden: -
-
Activiteiten met universiteiten en hogescholen en competente inrichtingen als “Lerende Euregio” over het thema “buurtaal”, verbetering van het taalonderwijs in Duits en Nederlands Contacten met organisaties ter verbetering van de samenwerking op het gebied van natuur, cultuur, sociale aangelegenheden en sport Deelname aan bijeenkomsten op het gebied van rampenpreventie, hoogwaterbescherming, gezondheidszorg en grensoverschrijdende arbeidsmarkt Deelname aan werkbezoeken aan de Landtag van de Duitse deelstaat NordrheinWestfalen, de Duitse ambassade in Den Haag en aan de EU in Brussel Adviseren van de lidgemeenten van de Euregio Rijn-Waal over Europese subsidiemogelijkheden voor stedenbanden en jumelages Werkbezoek aan de Arbeitsagentur Duisburg Organisatie en begeleiding van het project “Wegwijzer” van de Euregio Rijn-Waal Impulsen voor euregionale ontwikkelingen, in het bijzonder in de vergaderingen van de Euregiogremia Impulsen voor de resolutie met betrekking tot het INTERREG V A programma DeutschlandNederland Bemiddeld bij de totstandkoming van gesprekken tussen projectdragers en organisaties met het doel grensoverschrijdende initiatieven op te starten.
De Euregio-ambassadeurs ontmoeten elkaar regelmatig voor werkbesprekingen. Sinds de start van het netwerk hebben 8 vergaderingen plaatsgevonden. Hierbij vindt onderling en gezamenlijk met de secretaris van de Euregio Rijn-Waal en diens plaatsvervanger een actieve uitwisseling plaats over alle relevante thema´s als economie, cultuur en maatschappij, natuurlijk altijd ook met een regionale blik.
Naast deze activiteiten hebben de Euregio-ambassadeurs aan de Euregioraadsvergaderingen, de besprekingen met de contactpersonen en aan andere belangrijke bijeenkomsten van de Euregio Rijn-Waal deelgenomen. De Euregio-ambassadeurs vervullen hun taak met zeer veel engagement en doen dit op vrijwillige basis. Het service-netwerk “Euregio-Ambassadeurs” heeft zijn meerwaarde als ondersteunende inrichting voor de Euregio Rijn-Waal bewezen. Daarom wordt aanbevolen, het service-netwerk voort te zetten. De huidige Euregio-ambassadeurs hebben zich bereid verklaard, deze taak op vrijwillige basis ook de komende drie jaar op zich te nemen.
Punt 8 c) Eindejaarsbijeenkomst Euregio Rijn-Waal Op maandag 16 december a.s. vindt de eindejaarsbijeenkomst 2013 van de Euregio Rijn-Waal plaats. Gastsprekers zijn dit jaar de Nederlandse ambassadeur in Berlijn, mevrouw Monique van Daalen en haar Duitse collega Franz-Josef Kremp, Duitse ambassadeur in Den Haag. Ook zal de Euregio Erepenning weer worden uitgereikt en zullen de winnaars van de jaarlijkse fotowedstrijd bekend worden gemaakt. Thema van de fotowedstrijd is dit jaar “Euregio: vol energie!” De bijeenkomst vindt van 15.00 tot ca. 18.00 uur in het Euregio-Forum, Emmericher Str.24 in 47533 Kleve plaats. Besluitvoorstel: Ter kennisneming
Punt 8 d) Vergaderschema Euregio Rijn-Waal 2014 Dagelijks Bestuur:
Vrijdag Vrijdag Vrijdag Vrijdag Vrijdag Vrijdag Vrijdag Vrijdag Vrijdag
7 februari 14 maart 4 april 9 mei 6 juni 4 juli 5 september 10 oktober 21 november
9.30 uur 9.30 uur 9.30 uur 9.30 uur 9.30 uur 9.30 uur 9.30 uur 9.30 uur 9.30 uur
10 februari 7 april 3 november
14.00 uur 14.00 uur 14.00 uur
Woensdag Woensdag
9 april 5 november
14.00 uur 14.00 uur
Donderdag Donderdag
10 april 6 november
14.00 uur 14.00 uur
Commissie voor Grensoverschrijdende Verstandhouding: Maandag Maandag Maandag Commissie voor Economische Aangelegenheden:
Commissie voor Financiën en Projecten:
Financiële Controlecommissie:
Vrijdag
9 mei
08.30 uur
Netwerkbijeenkomst Euregioraad:
Woensdag
19 maart
15.00 uur
Euregioraad:
Woensdag Woensdag
28 mei 26 november
14.00 uur 14.00 uur
Contactpersonendag:
Dinsdag
24 juni
09.00 uur
Vrijdag Vrijdag Vrijdag
7 maart res. 13 juni 5 december
10.30 uur 10.30 uur 10.30 uur
Comité van Toezicht Interreg IIIA & IVA:
Interreg-Stuurgroep:
Data zijn nog niet bekend.
Eindejaarsbijeenkomst:
Maandag
15 december
15.00 uur
Euregio Rhein-Waal INTERREG IV A - Gesamtübersicht Kosten und Finanzierung Regionale Projekte Vorhaben
Regio
14.10.2013
> > > > > > > > > > > > > > > >
> > > > > > > >
> > > > >
>
Priorität Status fb. Kosten PRIORITÄT 1 EU-ZUBI ((I-1-03=017) Beendet 696.311,42 Kaderprojekt / Rahmenprojekt Fokus 1 (I-1-03=019) Genehmigt 1.000.000,00 Unihealth (I-1-03=020) Genehmigt 4.890.850,00 Lernende Euregio ((I-3-03-044) Genehmigt 2.797.336,00 Cool Breaks (I-2-03=070) Beendet* 1.860.253,21 Duwetech ((I-1-03=093) Genehmigt 645.158,00 Leisure Valley (I-2-03=128) Beendet 1.344.730,32 X-Regio Werken aan Veiligheid (I-2-03=177) Genehmigt 300.000,00 2-Connect (I-2-03=179) Genehmigt 1.381.245,00 School-IT-Rhein Waal (I-3-03=173) Genehmigt 711.060,98 Smart Inspectors (I-1-03=176) Genehmigt 3.165.462,29 Wissensallianz (I-1-03=187) Genehmigt 4.953.220,14 tRHEINCO Logistik (I-3-3=155) Genehmigt 825.756,95 Fernwandern (I-2-03=199) Genehmigt 650.000,00 Fernwandern EU-Beitrag ERMN Genehmigt 0,00 Proef de Grensregio (I-2-03=203) Genehmigt 746.000,00 Kompetent arbeiten in der Euregio (I-1-03=208) Genehmigt 480.000,00 Genehmigt Priorität 1 100,0% 26.447.384,31 Aufstockung Projekt Wissensallianz Projektidee 14.616,78 Gesamt Priorität 1 100,0% 26.462.001,09 Indikatives Budget Rest Budget PRIORITÄT 2 Gesunde Kinder in Gesunden Kommunen (II-2-03=035) Genehmigt* 1.880.070,00 Kaderprojekt / Rahmenprojekt Fokus 2 (II-1-03=056) Genehmigt 500.000,00 KFZ Buslinie 55 EG ((II-2-03=095) Genehmigt 809.500,00 NaGreWa ( ERMN + ERW) (II-3-03=130) Beendet 3.731.006,48 NaGreWa EU-Beitrag ERMN 0,00 VIEW (II-3-03=158) Genehmigt 1.149.021,35 KlikER (II-1-03=159) Genehmigt 1196700,00 ehec-HUPAction (II-2-03=201) Genehmigt 2.398.685,76 Machbarkeitsstudie Bus Achterhoek-Kleve Genehmigt 100.000,00 Genehmigt Priorität 2 96,2% 11.764.983,59 Duurzame regionale Kringlopen (II-3-03=202) Reserviert 308.822,00 Aufstockung Rahmenprojekt Fokus 2 Projektidee 131.702,76 Gesamt Priorität 2 100,0% 12.205.508,35 Indikatives Budget Rest Budget PRIORITÄT 3 People II People (III-3-03=055) Genehmigt 2.062.023,78 Hand in Hand (III-2-03=002) Beendet 1.252.740,78 Gesundheitsversorgung (III-1-03=018) Genehmigt 3.500.000,00 SMAX (III-3-03=075) Beendet 807.219,49 Persoonlijke dienstverlening grensarbeid (III-2-03=213) Genehmigt 100.000,00 Genehmigt Priorität 3 96% 7.721.984,05 Der Weg in die Freihiet /From Memory to history Reserviert 308.957,20 Gesamt Priorität 3 100% 8.030.941,25 Indikatives Budget (neu ab 07.03.2013) Rest Budget PRIORITÄT 4 Programmmanagement ERW (IV-1-03=054) Genehmigt 3.882.634,00 Genehmigt Priorität 4 100% 3.882.634,00 Gesamt Priorität 4 100% 3.882.634,00 Indikatives Budget Rest Budget GENEHMIGT 98,5% GESAMT (Inkl. Projektidee und Antrag) 100,0% Indikatives Budget Rest Budget
49.816.985,95 50.581.084,69
Gesamt Finanzierung
EU Interreg
D D NRW MWEBWVSonstiges
NL EL&I
NL Limburg
NL Gelderland
NL Brabant
NL Sonstiges
Regional Regional Reg. Öffentlich Reg. Privat
696.311,42 1.000.000,00 4.890.850,00 2.797.336,00 1.860.253,21 645.158,00 1.344.730,32 300.000,00 1.381.245,00 711.060,98 3.165.462,29 4.953.220,14 825.756,95 650.000,00 0,00 746.000,00 480.000,00 26.447.384,31 9.744,52 26.457.128,83
317.099,71 500.000,00 2.224.255,00 1.274.746,00 837.113,96 290.320,00 595.859,37 135.000,00 621.560,00 319.977,44 1.424.458,04 2.228.949,06 371.590,63 292.500,00 -128.700,00 335.700,00 216.000,00 11.856.429,21 4.872,26 11.861.301,47 11.861.301,47 0,00
104.446,46 49.600,00 694.102,00 419.600,00 279.037,99 96.774,00 198.606,68 0,00 180.312,00 106.659,15 430.700,00 742.983,02 123.863,54 97.500,00 0,00 111.900,00 72.000,00 3.708.084,84 0,00 3.708.084,84
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 347.051,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 166.049,98 371.491,51 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 884.592,49 0,00 884.592,49
0,00 8.184,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 8.184,00 0,00 8.184,00
34.815,82 33.232,00 347.051,00 240.000,00 210.646,32 96.774,00 119.164,01 0,00 180.312,00 106.659,15 166.049,98 296.491,51 123.863,54 97.500,00 0,00 111.900,00 50.000,00 2.214.459,33 0,00 2.214.459,33
34.815,82 8.184,00 0,00 170.000,00 68.391,65 0,00 26.480,90 0,00 0,00 0,00 0,00 75.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 22.000,00 404.872,37 0,00 404.872,37
34.814,86 0,00 0,00 9.600,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 44.414,86 0,00 44.414,86
170.318,75 363.005,00 1.001.717,00 683.390,00 465.063,29 161.290,00 225.290,00 165.000,00 149.061,00 108.665,24 687.783,40 788.305,04 46.440,25 0,00 0,00 186.500,00 120.000,00 5.321.828,97 0,00 5.321.828,97
0,00 37.795,00 276.674,00 0,00 0,00 0,00 179.329,36 0,00 250.000,00 69.100,00 290.420,89 450.000,00 159.998,99 162.500,00 0,00 0,00 0,00 1.875.818,24 4.872,26 1.880.690,50
1.880.070,00 500.000,00 809.500,00 3.731.006,48 0,00 1.149.021,35 1196700,00 2.398.685,76 100.000,00 11.764.983,59 308.822,00 65.851,38 12.139.656,97
940.035,00 250.000,00 364.300,00 1.678.952,80 -845.770,00 569.588,35 598350,00 1.198.645,65 50.000,00 4.804.101,80 154.411,00 32.925,69 4.991.438,49 4.991.438,49 0,00
145.195,14 29.351,29 0,00 559.650,96 0,00 170.876,50 179505,00 360.000,00 15.000,00 1.459.578,89 46.323,00 0,00 1.505.901,89
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 180.000,00 0,00 180.000,00 0,00 0,00 180.000,00
0,00 3.030,00 0,00 217.642,34 0,00 56.958,83 0,00 0,00 0,00 277.631,17 0,00 0,00 277.631,17
98.429,38 18.551,20 0,00 108.995,71 0,00 113.917,67 172333,90 180.000,00 15.000,00 707.227,86 46.323,00 0,00 753.550,86
49.214,69 4.610,03 0,00 233.187,90 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 287.012,62 0,00 0,00 287.012,62
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,0 0,00 0,0 0,0 0,00
647.195,79 194.457,48 310.500,00 932.576,77 0,00 237.680,00 246511,10 269.209,67 20.000,00 2.858.130,81 0,00 32.925,69 2.891.056,50
0,00 0,00 134.700,00 0,00 0,00 0,00 0,00 210.830,44 0,00 345.530,44 61.765,00 0,00 407.295,44
2.062.023,78 1.252.740,78 3.500.000,00 807.219,49 100.000,00 7.721.984,05 308.957,20 8.030.941,25
1.031.011,89 626.369,60 1.750.000,00 403.609,76 50.000,00 3.860.991,25 152.000,00 4.012.991,25 4.012.469,85 -521,40
49.500,00 187.911,27 140.000,00 59.667,12 15.000,00 452.078,39 46.343,58 498.421,97
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
8.300,00 62.637,35 20.000,00 0,00 0,00 90.937,35 0,00 90.937,35
33.400,00 62.637,35 80.000,00 44.750,32 15.000,00 235.787,67 46.343,58 282.131,25
8.300,00 53.335,60 40.000,00 14.916,77 0,00 116.552,37 0,00 116.552,37
0,0 0,0 0,0 0,0 0,00 0,00 0,0 0,00
931.511,89 259.849,61 1.470.000,00 165.079,03 20.000,00 2.846.440,53 38.000,00 2.884.440,53
0,00 0,00 0,00 119.196,49 0,00 119.196,49 26.270,04 145.466,53
3.882.634,00 3.882.634,00 3.882.634,00
1.643.503,00 1.643.503,00 1.643.503,00 1.643.503,00 0,00
723.776,00 723.776,00 723.776,00
0,00 0,00 0,00
723.776,00 723.776,00 723.776,00
25.000,00 25.000,00 25.000,00
162.500,00 162.500,00 162.500,00
162.500,00 162.500,00 162.500,00
0,0 0,00 0,00
441.579,00 441.579,00 441.579,00
0,00 0,00 0,00
49.816.985,95 50.510.361,05
22.165.025,26 22.509.234,21 22.508.712,81 -521,40
6.343.518,12 6.436.184,70
0,00 1.788.368,49 0,00 1.788.368,49
401.752,52 401.752,52
3.319.974,86 3.412.641,44
970.937,36 970.937,36
44.414,86 44.414,9
11.467.979,31 11.538.905,00
2.340.545,17 2.433.452,47
ERW, RMN, EUR
LA/BA Genehmigt
03.12.2008
ERW
03.12.2008
ERW
U.V. Jan.2009
ERW, RMN, EUR
01.04.2009
ERW, ERMN
01.04.2009
ERW
09.07.2009
ERW
U.V. Febr. 2010
ERW
22.06.2011
ERW/EUREGIO
28.09.2011
ERW
01.12.2011
ERW
01.03.2012
ERW
13.06.2012
ERW
21.01.2013
ERW/ERMN
21.01.2013
ERW/ERMN ERW
05.06.2013 U.V Sept. 2013
ERW
ERW, RMN, EUR
U.V. Nov. + Dez.2008
ERW
03.12.2008
ERW
U.V. Aug.2009
ERW/ERMN
02.12.2009
ERW
01.12.2010 28.09.2011
ERW
U.V Dez. 2012
ERW/EUREGIO
U.V Juni 2013
ERW
ERW ERW
ERW
17.07.2008/01.04.09
ERW
17.07.2008
ERW
03.12.2008
ERW
01.04.2009
ERW
U.V. Juli 2013
ERW
ERW
U.V. Okt. 2008
People II People
Kosten
Projektbudget Projectmanagement Budget Teilprojekte Teilprojekte Zukunft in der Vergangenheit INTLOG VIKING X Regio Käuferströme Falsche Freunde Colum-Bus Duits Lijntje/Boxteler Bahn EDU-Astro NL/D Licht, Licht, Licht pARTner&Co Gennep-Goch 440 Jahre Studie Gefahrenabwehr NRW-NL Beuningen on Ice Euregionales Schmiedehandwerk Dynamo Inklusion-Konkret Gender en diversiteit Musik verbindet Aktiv über die Grenze 2.0 Mini Projekte 2 Kanon Ooijpolder-Duffelt Senior Apotele Zorg op afstand Teilprojekte Gesamt Restbudget
Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt
Fördermittel
Eigenanteil
Fördersatz
2.060.023,78 € 254.211,00 € 1.805.812,78 €
1.128.511,89 € 254.211,00 € 874.300,89 €
931.511,89 € - € 931.511,89 €
54,78% 100,00% 48,42%
23.000,00 € 77.580,00 € 50.000,00 € 52.500,00 € 57.217,00 € 49.045,00 € 50.390,00 € 50.000,00 € 51.900,00 € 31.000,00 € 29.582,32 € 50.000,00 € 53.443,00 € 64.824,00 € 50.030,24 € 61.097,00 € 53.676,00 € 50.000,00 € 50.345,00 € 50.000,00 € 15.507,00 € 50.000,00 € 50.000,00 €
11.500,00 € 25.000,00 € 25.000,00 € 25.000,00 € 25.000,00 € 24.500,00 € 25.000,00 € 25.000,00 € 20.800,00 € 10.000,00 € 14.791,16 € 25.000,00 € 25.000,00 € 25.000,00 € 25.000,00 € 25.000,00 € 25.000,00 € 25.000,00 € 25.000,00 € 25.000,00 € 7.753,00 € 25.000,00 € 25.000,00 €
11.500,00 € 52.580,00 € 25.000,00 € 28.655,00 € 32.217,00 € 24.545,00 € 25.390,00 € 25.000,00 € 31.100,00 € 21.000,00 € 14.791,16 € 25.000,00 € 28.443,00 € 39.824,00 € 25.030,24 € 36.097,00 € 28.676,00 € 25.000,00 € 25.345,00 € 25.000,00 € 7.754,00 € 25.000,00 € 25.000,00 €
50,00% 32,22% 50,00% 47,62% 43,69% 49,95% 49,61% 50,00% 40,08% 32,26% 50,00% 50,00% 46,78% 38,57% 49,97% 40,92% 46,58% 50,00% 49,66% 50,00% 50,00% 50,00% 50,00%
1.121.136,56 €
514.344,16 € 359.956,73 €
607.947,40 €
45,88%
Bewilligt
24.10.2008 23.01.2009 03.03.2009 03.03.2009 15.05.2009
26.06.2009 12.03.2010 12.03.2010 11.02.2011 15.04.2011 15.04.2011 29.06.2012 11.11.2011 07.12.2012 15.02.2013 17.05.2013 21.06.2013 21.06.2013 13.09.2013 13.09.2013
13.09.2013 13.09.2013 13.09.2013
FOKUS Innovation
Kosten
Projektbudget Projectmanagement Budget Teilprojekte
Fördermittel
Eigenanteil
Fördersatz
1.000.000,00 € 200.305,00 € 799.695,00 €
636.995,00 € 200.305,00 € 436.690,00 €
363.005,00 € - € 363.005,00 €
63,70% 100,00% 54,61%
49.847,40 € 86.163,30 € 50.000,00 € 53.394,00 € 43.752,00 € 10.000,00 €
24.923,70 € 24.713,30 € 25.000,00 € 25.000,00 € 18.752,00 € 5.000,00 €
24.923,70 € 61.450,00 € 25.000,00 € 28.394,00 € 25.000,00 € 5.000,00 €
50,00% 28,70% 50,00% 46,80% 42,90% 50,00%
293.156,70 €
123.389,00 € 313.301,00 €
169.767,70 €
Bewilligt
Teilprojekte AgroFood Platform NL-D Hochschultage Wassertourismus Via Romana 2.0 B2B meetings grenslogistiek Grenzenlose kommunale Strategie Teilprojekte Gesamt Restbudget
Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt
26.06.2009 12.03.2010 12.11.2010 29.06.2012 29.06.2012 12.10.2012
FOKUS Nachhaltigkeit
Kosten
Projektbudget Projectmanagement Budget Teilprojekte Teilprojekte Sand / Zand Natur auf der Spur Euregionaler Bürgerbus Wildtiermanagement Baumbuch 2.0 Veluwe-Reichswald EuRegionale 2020 Geopaden Met je paard de grens over Teilprojekte Gesamt Restbudget
Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt Genehmigt
Fördermittel
Eigenanteil
Fördersatz
500.000,00 € 111.805,03 € 388.194,97 €
305.542,52 € 111.805,03 € 193.737,49 €
194.457,48 € - € 194.457,48 €
61,11% 100,00% 49,91%
52.686,56 € 59.141,84 € 14.454,70 € 75.152,00 € 24.000,00 € 50.921,00 € 50.000,00 € 40.210,00 € 50.000,00 €
24.986,56 € 25.000,00 € 7.227,35 € 25.000,00 € 12.000,00 € 25.000,00 € 25.000,00 € 20.105,00 € 25.000,00 €
27.700,00 € 34.141,84 € 7.227,35 € 50.152,00 € 12.000,00 € 25.921,00 € 25.000,00 € 20.105,00 € 25.000,00 €
47,42% 42,27% 50,00% 33,27% 50,00% 49,10% 50,00% 50,00% 50,00%
416.566,10 €
189.318,91 € 4.418,58 €
227.247,19 €
45,45%
Vorstand
03.04.2009 26.06.2009 12.03.2010 02.12.2011 29.06.2012 07.12.2012 07.12.2012 15.02.2013 19.04.2013
Übersicht Rahmenprojekte - GGZ
GGZ Grenzüberschreitende Gesundheitsversorgung Kosten Projektbudget Projektmanagement Budget Teilprojekte Teilprojekte Eureg-Kind Beendet Gehörverlust Beendet Zorg zonder Grenzen Genehmigt eHealth Genehmigt Versorgung Pflegebed. Genehmigt Proteus Genehmigt Nachhaltig Gesund Genehmigt Parkinson-Net Vorbeh. Genehmigt
3.500.000,00 € 560.000,00 € 2.940.000,00 €
1.750.000,00 € 280.000,00 € 1.470.000,00 €
174.290,61 € 236.700,47 € 266.052,74 € 360.768,11 € 461.666,26 € 311.836,48 € 722.407,00 € 438.823,35 €
87.145,31 € 118.272,65 € 133.026,37 € 180.384,05 € 215.986,63 € 155.918,24 € 361.202,66 € 219.411,67 €
2.972.545,02 €
1.471.347,58 €
200.000,00 €
100.000,00 €
250.000,00 € 500.000,00 €
125.000,00 € 230.000,00 €
Projektidee Dermatologie NL/D Senioren v.d. Toekomst
Kofinanzierung Bewilligt
280.000,00 € 280.000,00 €
Bewilligt 2009 Bewilligt 2010 Bewilligt 2010 Bewilligt 2012 Bewilligt 2013 Bewilligt 2013 Bewilligt 2013 Plan Okt. 2013
-1.347,58 €
Restbudget Teilprojekte in Bearbeitung Ein Herz für die Euregio
Fördermittel EU
Reserveprojekt