Welvaart
Socialisme
Gepensioneerden Bruggepensioneerden Internationaal
Jongeren
Militantisme
Acties
Vooruitgang
Leden
België
Dienstverlening
Europa Kaderleden
ACTIVITEITENVERSLAG 2006 - 2010
Vrouwen
Vakbondsalternatieven Intersectoraal
Interprofessioneel
Diensten Wallonië
Brussel
Visie
Vlaanderen
Logistiek
Verdediging van bedienden Solidariteit ANPCB
Infocom
Eenheid Financiën
Handel
Industrie
Social-Profit
20
Verantwoordelijke uitgever Erwin De Deyn Hoogstraat 42 1000 Brussel www.bbtk.org Tel : +32 2 545 79 00
[email protected] Foto cover Kate Sheppard Drukwerk Drukkerij Lozet Gedrukt op papier uit duurzaam bosbeheer Mannen / Vrouwen Verwijzingen naar personen of functies hebben betrekking op mannen en vrouwen. © BBTK Augustus 2010
013
ACTIVITEITENVERSLAG
2006-2010 2012
2011
2010
2009
2008
2007 2006
2005
2004
INHOUD
1
Voorwoord
1.
Syndicaal beleid interprofessioneel Arbeider / bediende Harmonisatie statuut Crisismaatregelen Koopkracht Baremastelsel Daling van de koopkracht Tijd voor actie… Valstrik van de all in-formule Twee IPA’s Interprofessioneel akkoord 2007-2008 Interprofessioneel akkoord 2009-2010 Crisis De crisis – van de financiële naar de reële economie, en weer terug De overheid op de voorgrond Naar een nieuw paradigma? Terug naar af? Stakingrecht Sociale verkiezingen: een succes!
1.1. 1.1.1. 1.1.2. 1.2. 1.2.1. 1.2.2. 1.2.3. 1.2.4. 1.3. 1.3.1. 1.3.2. 1.4. 1.4.1. 1.4.2. 1.4.3. 1.4.4. 1.5. 1.6. 2. 2.1. 2.1.1. 2.1.2. 2.1.3. 2.1.4. 2.1.5. 2.2. 2.2.1. 2.2.2. 2.2.3.
2.2.4. 2.3. 2.3.1. 2.3.2. 2.3.3.
Syndicaal beleid - sectoraal Handel Welke evoluties in de sector? CAO 2007/2008 & CAO 2009/2010 Communicatie Welke vormingen? Actieve participatie in andere initiatieven Social Profit Wat betekent Social Profit? Situering PC Uitvoering van de verschillende Social - Profit akkoorden 2005-2010 in CAO’s Aanzet naar nieuwe akkoorden 2011-2016 Diensten Omschrijving Evolutie en cijfers CAO’s
3 3 3 4 5 5 6 6 7 7 7 7 7 7 8 8 8 9 10 13 13 13 18 21 21 21 23 23 23 24 30 34 34 34 35
2.4. 2.4.1. 2.4.2. 2.5. 2.5.1. 2.5.2.
3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.4.1. 3.4.2. 3.4.3. 3.4.4. 3.4.5. 3.4.6. 3.4.7.
Industrie Beschrijving CAO 2007-2008 en CAO 2009-2010 Financiën Evoluties binnen de sector financiën De grote uitdagingen en de syndicale actie Syndicaal beleid - internationaal Internationaal vakbondsnetwerk Congressen van de federaties Andere internationale actie Concrete opvolging van dossiers Een wijdverspreide crisis Over Bolkestein en liberalisering van diensten De Europese richtlijn uitzendarbeid: waakzaamheid geboden De Europese richtlijn over de arbeidstijd (voorlopig) mislukt Europese Ondernemingsraden op de kaart De Lissabon strategieën en de strategie Europa 2020 Het Europees Hof van Justitie : interne markt krijgt voorrang
43 43 44 54 54 57 63 63 63 64 64 64 64 65 65 65 66 66
4. 4.1. 4.2. 4.2.1. 4.2.2. 4.3. 4.3.1. 4.3.2.
Internationale projecten Inleiding Project UNICOME India UNICOME Project UNI Afrika Aids in Afrika, een kort overzicht UNI Afrika
67 67 67 67 69 70 70 70
5. 5.1. 5.2. 5.3.
Intersectorale groepen Kaderleden BBTK-vrouwencommissie Gepensioneerden en bruggepensioneerden Jongeren Communicatie naar jongeren toe Interprofessionele werking Internationale jongerenwerking
73 73 73
5.4. 5.4.1. 5.4.2. 5.4.3.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
74 75 75 75 75
INHOUD
6. 6.1. 6.1.1. 6.1.2. 6.1.3. 6.1.4. 6.1.5. 6.1.6. 6.2. 6.2.1. 6.2.2. 6.2.3. 7. 7.1. 7.1.1. 7.1.2. 7.2. 7.3. 7.3.1. 7.3.2. 7.3.3. 7.3.4. 7.3.5. 7.4. 7.4.1. 7.4.2. 7.4.3. 7.4.4. 7.4.5. 7.4.6. 8. 8.1. 8.2. 8.3.
8.4.
Structuur en werking Werking federaal secretariaat Inleiding Structuur en werking federaal secretariaat Verkiezing federaal secretariaat Taakverdeling Interprofessionele en intersectorale mandaten Samenstelling federaal uitvoerend comité Organigram BBTK Administratie Boekhouding Vertaaldienst Communicatiedienst Inleiding Wat is communicatie en... wat doen wij? Communiceren doe je niet in een vacuüm Organisatie van de communicatiedienst Balans 2006-2010 Visuele identiteit Online Print Persbetrekkingen Gerichte geïntegreerde campagnes Communicatieplan 2010 - 2014 Visuele identiteit Online Print Persbetrekkingen Gerichte geïntegreerde campagnes Varia Informatica Inleiding Mission statement van de federale informaticadienst Beleidsbepaling en beslissingstructuur federale informaticadienst Organigram federale informaticadienst
77 77 77 77 78 79
8.5.
8.5.1. 8.5.2. 8.5.3.
79 80 81 81 81 81
8.5.4. 8.5.5. 8.5.6.
83
8.5.7. 8.6. 8.6.1. 8.6.2. 8.6.3. 8.7.
84
8.7.1. 8.7.2.
83 83
84 85 85 85 87 90 92
8.7.3.
93 93 93 94 94 95 95
8.8.2.
97 97 98 98 98
8.8.
8.8.1.
Infrastructuur: uitbouwen en onderhouden van hard- en softwarepark Datacenter en afdelingservers Beveiliging van de BBTK informatica-infrastructuur Verdere automatisering van de installaties van de BBTK PC’s en servers Snelle depananges door infrastructuurstock Teleworkinginstallaties Universele toegang tot de BBTK mailboxen Smartphones en PDA’s IT Helpdesk Werkmethode Interventies op afstand Invoering nieuwe huisstijl Softwareontwikkeling: Neruda beheerspakket Ontwikkeling van de federale websites Beheer van productie, distributie, archivering en opzoeken van BBTK documenten Stand van zaken kennis personeel BBTK en opleidingen BBTK personeel afdelingen en federaal IT personeel
Vorming Het vormingsbeleid De vormingsinhoud en vormingsmethode 9.3. Het globale overzicht van de vorming van BBTK 9.4. De basisvorming cyclus 2004-2008 en cyclus 2008-2012 9.4.1. Programma basisvorming 9.4.2. Deelnemers basisvorming 9.4.3. Enkele vaststellingen i.v.m. de basisvorming 9. 9.1. 9.2.
99 99 100 100 100 100 100 100 101 101 101 101 101 101 102 103 103 103 103 105 105 105 106 108 108 109 110
9.5. De voortgezette vorming 9.5.1. Programma voortgezette vorming 9.5.2. Deelnemers voortgezette vorming 9.5.3. Enkele vaststellingen i.v.m.
de voortgezette vorming De vorming Sociale Verkiezingen 2004-2008 / 2008-2012 9.6.1. Programma 9.6.2. Deelnemers vorming Sociale Verkiezingen 9.6.3. Enkele vaststellingen i.v.m. de vorming sociale verkiezingen 9.7. De evolutie van de vormingsdienst 9.7.1. De vormingswerkers 9.7.2. Het secretariaat 9.7.3. De vormingsanimatoren 9.8. Evaluaties en conclusies 9.6.
10.
Supportdiensten
10.1. Inleiding 10.2. Juridische cel 10.3. Internationale / Europese cel 10.4. Cel internationele projecten 10.5. Cel sectorale ondersteuning 10.6. Cel economische dienstverlening 10.7. Cel regionale bevoegdheden 10.8. Functieclassificatie 10.8.1. Situatie protocol 10.8.2. Nieuwe sectoren met
een afgewerkte analytische classificatie 10.8.3. Sectoren waar een actualisatie naar een analytische classficatie loopt 10.8.4. Bedrijven 10.8.5. De uitbreiding van de dienstverlening rond functieclassificatie vanuit BBTK-federaal
111 111 112
13.
Administratief - financieel verslag
114 114
13.1. Financiële ratio’s 13.1.1. Opbrengsten 13.1.2. Uitgaven 13.1.3. Evolutie opbrengsten-uitgaven 13.1.4 Activa-Passiva 13.2. Controle afdelingen 13.3. Voogdij B-H-V
139 139 139 139 139 140 140 140
114
Lijst van de gebruikte afkortingen
141
115
In Memoriam
143
112
115 115 115 115 116 117 117 117 117 117 117 118 118 118 118 119 120 121 122 123
11.2. 11.3.
Sociale verkiezingen 2008 Sociale verkiezingen: BBTK gaat vooruit! Concrete winst Vooruitgang in 4 sectoren
12.
Ledenevolutie en -samenstelling
133
11. 11.1.
123 123 123
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
voorwoord
Voor u ligt de neerslag van vier jaar werk in BBTK. U merkt het, het is een lijvig stuk geworden. Het is dan ook een bewogen periode geweest. We hebben bovendien een heel aantal nieuwe leden mogen verwelkomen. En meer leden betekent dat er meer werk moet worden verzet. Meer lectuur in dit activiteitenverslag dus, met een globaal overzicht van wat er de afgelopen vier jaar gebeurde voor onze organisatie, vanuit het federale perspectief. Die vier jaar volgden het “klassieke” syndicale ritme, maar de periode werd toch getekend door een aantal uitzonderlijke gebeurtenissen… Klassiek waren de sociale verkiezingen, die in 2008 plaatsgrepen, en het afsluiten van de sectorale akkoorden, in 2007 en 2009. Die verkiezingen waren positief: we gingen erop vooruit en de BBTK is meer dan ooit een factor om rekening mee te houden. Ook in sectoren waar de socialistische vakbeweging traditioneel minder aan bod kwam. De groei van ons aantal leden bevestigt die trend. Een factor om rekening mee te houden, ook omdat het op de moeilijke momenten vaak de BBTK was die het voortouw nam: het beschermen van het bediendecontract, het beschermen van de index door de weigering om mee te stappen in het all-in verhaal, het vrijwaren van de loonschalen voor de bedienden… Ook tijdens de financiële crisis was de BBTK prominent aanwezig om ook te wijzen op de belangen van de betrokken werknemers bij de banken in het verhaal. Daarbij hielden we het niet bij papieren verzet. Als het moet, kiest de BBTK voor actie.
De afgelopen vier jaren zijn opmerkelijk geweest… na de ontsporing van de prijzen in 2008 (met een inflatie die ver boven de vijf percent uitkwam), volgde een van de zwaarste economische crisissen van de afgelopen decennia, gekoppeld aan een daling van diezelfde prijzen. Door de crisis kwam er een “uitzonderlijk IPA” van 2009-2010. Het sociaal overleg verliep moeizaam, maar functioneerde. Crisis of niet, we stellen ook vast dat de sociale welvaartstaat, zoals België er één is, ons heeft behoed van de ergste gevolgen naar werkloosheid toe. En dat de financiële (en reële) crisis opnieuw onze visie heeft bevestigd dat het liberale systeem haar beperkingen en zelfs… vervaldatum heeft. Dat is een kans om aan de mensen - en onze achterban - opnieuw met volle overtuiging te wijzen op een andere wereld waarin wij geloven, één waarin solidariteit opnieuw centraal staat. Dat is niet eenvoudig, maar we geloven dat een vakbond zichzelf niet mag laten verschralen tot een beweging die diensten levert en belangen behartigt, maar een drager van ideeën moet zijn en blijven. Wij danken alle leden voor hun keuze voor BBTK, alle militanten voor hun dagelijkse inzet, alle secretarissen en medewerkers op federaal vlak en in de afdelingen voor hun toewijding. Erwin De Deyn Voorzitter Myriam Delmée Ondervoorzitter
1
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
2
1. Syndicaal beleid - interprofessioneel
1.1. Arbeider / bediende 1.1.1. Harmonisatie statuut Al meer dan 20 jaar loopt het debat rond de harmonisatie van de statuten als een rode draad door congresdocumenten, edito’s en andere publicaties van de BBTK. Logisch en terecht, want het bediendecontract vormt nu eenmaal de grootste gemene deler van de achterban van de BBTK: onze leden, de bedienden van dit land. Een groot deel van hun rechten vloeien rechtstreeks voort uit hun status als bedienden, zoals onder meer bepaald in de arbeidsovereenkomstenwet uit 1978. Het is niet meer dan normaal dat de bond van bedienden, technici en kaderleden het beschermen van deze rechten als een van zijn kerntaken beschouwt. Toch zijn wij nooit blind geweest voor het feit dat er naast bedienden ook arbeiders staan, die op heel wat vlakken wettelijk gezien minder beschermd zijn. Als socialisten vinden wij dit onrechtvaardig: zij verdienen dezelfde rechten als bedienden. Het statuut van de arbeiders moet dus worden versterkt. Wij noemen dat een “harmonisatie naar boven toe”. Dat betekent inderdaad dat bedienden niet hoeven in te leveren om arbeiders te geven wat ze verdienen. We hebben inhoudelijke argumenten om dit te ondersteunen, maar essentieel gaat het om de overtuiging dat er maar één richting is in dewelke de sociale ontwikkeling moet gaan: vooruit. Wie het discours van de werkgevers wat heeft gevolgd (denk aan de mediacampagne “Laat ons ondernemen”), weet dat zij daar een andere visie op hebben.
1.1.1.1. De bediende als referentie Onze economie onderging de laatste 20 jaar een transformatie. Waar vroeger het zwaartepunt in industriële tewerkstelling lag, evolueerden we naar een economie waarin vooral dienstenfunc-
ties gecreëerd worden. De extra bescherming (bij bijvoorbeeld ontslag), waar bedienden al die tijd op konden rekenen, hebben deze evolutie blijkbaar niet tegengehouden. Bedienden vormen nu 49,4 percent van de actieve bevolking. Dit versterkt onze visie op de harmonisering naar boven toe: het gaat niet op om te zeggen dat de bedienden een soort overbeschermde werknemerselite vormen. Neen, bedienden vormen het gros van de Belgische werknemers in de privésector… en hun rechten mogen terecht een referentiepunt vormen voor die van de arbeiders.
1.1.1.2. Het eindresultaat: gelijke rechten De BBTK is de discussie over de verschillen tussen de twee statuten nooit uit de weg gegaan. Onze visie was ook gekend. Tussen 2006, toen op het vorige congres onze visie op het dossier herbevestigd werd, en nu, voerde de BBTK maar liefst 3 grootschalige informatie- en sensibiliseringscampagnes rond het thema. We hebben echter bewust één deur niet willen binnenstappen: die van het eenheidsstatuut. Door het eenheidstatuut als zaligmakende eindoplossing naar voor te schuiven, stap je namelijk mee in een logica die je naar gevaarlijk terrein voert. Het betekent impliciet dat je een statuut creëert dat wel eens tussen de twee bestaande statuten zou kunnen liggen. Door de grote druk die er vanuit de politiek en bepaalde belangengroepen (en hun experten) wordt gecreëerd, is het bovendien een verleidelijke en schijnbaar snelle oplossing: we vegen het bord af, en herbeginnen met een “nieuw” statuut. Wie het sociaal overleg van dichtbij volgt, weet dat de sociale realiteit te complex is om met een dergelijke eenvoudige formule te verschillen weg te werken. Wat met de paritaire comités? Wat met de vakantiekassen? Wat met de duizenden verschillende CAO’s die in de loop der jaren gesloten zijn voor de arbeiders en de bedienden? Hoe werk je de verschillen in de opzegtermijn weg?
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
3
1. Syndicaal beleid - interprofessioneel
De waarheid is dat de uitweg uit het “BHV van het sociaal overleg” erin bestaat om eerst een globale oplossing te vinden voor de verschillende deelproblemen. De praktische uitwerking van elk van deze oplossingen zullen in de tijd geprogrammeerd moeten worden. Wie van een “big bang” droomt, moet beseffen dat het risico bestaat dat de bedienden met de kater zullen achterblijven, met sociale achteruitgang tot gevolg.
4
de belangen van de werknemers aan bod te laten komen. Daarbij lieten we ook niet na om aan de politieke partijen te laten weten dat we hun standpunten in de dossiers zouden volgen, en onze achterban erover zouden informeren.
In het beste geval zijn ze zich niet van dit risico bewust, maar achter mooie woorden als “arbeidsmarktmobiliteit” en “flexibiliteit” schuilen vaak minder nobele bedoelingen…
Dat gebeurde vaak samen met de andere bediendebonden. Ook binnen het ABVV werd gezocht naar een gemeenschappelijk standpunt, dat gevonden werd. De BBTK kan, samen met de andere centrales, dan ook ten volle de visie van het ABVV over het dossier ondersteunen. Op vraag van de BBTK lanceerde het ABVV een eigen informatiecampagne.
1.1.1.3. De BBTK in het dossier
1.1.2. Crisismaatregelen
In navolging van de beslissingen van ons congres, en het verlengde van de pistes die de BBTK al jaren volgt, zijn wij niet zomaar achterover gaan leunen in dit dossier. Er is actie gevoerd, brochures zijn gedrukt en affiches verspreid. Denk aan de campagne “Je contract in gevaar”, die we samen met de LBC-NVK en CNE op poten zetten, of nog aan de recente BBTK-informatiecampagne, ondersteund door ons memorandum. Er gebeurde dus inhoudelijk werk, het grote publiek werd zo uitgebreid mogelijk geïnformeerd en met acties stuurden we ook duidelijke signalen naar de werkgevers. De BBTK zette alles op alles om ook
Met de financiële crisis, waarmee wij geconfronteerd werden na de zomer van 2008, en de weerslag ervan op de reële economie, gingen bedrijven snel over tot reorganisaties, herstructureringen, ontslagen. Er werden in hoog tempo bedrijven gesloten. In vele bedrijven werden arbeiders in tijdelijke werkloosheid geplaatst. Omdat dit niet mogelijk is voor bedienden, werden allerhande creatieve systemen ontwikkeld om ook bedienden tijdelijk op non-actief te plaatsen of hen op andere manieren te laten inleveren. Dit gebeurde niet altijd met de nodige rechtszekerheid. Met het ABVV werd het mandaat voor deze nationale interprofessionele onderhandelingen begin 2009 duidelijk afgebakend; over tijdelijke werkloosheid voor bedienden kon alleen onderhandeld worden mits deze gekoppeld werd aan een aantal strikte voorwaarden. Tezelfdertijd moesten werkgevers zich ook engageren om te onderhandelen over het globale dossier van de opwaartse harmonisering van het arbeiders- en bediendestatuut. We weten ondertussen hoe dit afliep: een vergelijk werd niet gevonden, de regering besliste eenzijdig. Drie maatregelen werden genomen: een collectieve arbeidsduurvermindering, individueel crisistijdkrediet en de gehele of gedeeltelijke schorsing van de arbeidsovereenkomst (gekend als de tijdelijke werkloosheid voor bedienden). Van belang is dat dit niet gebeurde door een wijziging van het bediendestatuut, maar door het maken van een aparte wet: aan het bediendestatuut werd dus niets gewijzigd.
1.1.2.1. Verre van ideaal, maar beperkt in de tijd… in theorie De drie maatregelen hadden enkele eigenschappen waar we niet tevreden mee konden zijn. Zo was er een formele verplichting om sectorale CAO’s af te sluiten, maar daarvoor was er slechts één (1!) week de tijd… Toch slaagden zeven sectoren erin om in die week een sectorakkoord af te sluiten. De bedrijven die niet door die CAO’s gebonden waren konden akkoorden afsluiten in het eigen bedrijf, maar waren hiertoe niet verplicht. Ze konden ook eenzijdig een bedrijfsplan indienen, die moesten worden goedgekeurd door de commissie “ondernemingsplannen”, die door afgevaardigden van vakbonden, werkgevers en regering was samengesteld. We stelden echter al gauw vast dat deze commissie een puur formeel gebeuren was: elk bedrijfsplan dat formeeljuridisch in orde was werd goedgekeurd. Het resultaat was dat bedrijven bedrijfsplannen konden indienen die erg lage toeslagen bovenop de uitkeringen toekenden: de goedkeuring volgde toch. Enkel de BBTK- en ABVV-vertegenwoordigers beoordeelden ook ten gronde de ingediende dossiers: naar de geest en niet de letter van de wet. In theorie was de verlenging van de maatregelenvoor een nieuwe periode van 6 maanden afhankelijk gemaakt van de vooruitgang die werd gemaakt in het harmoniseren van de statuten van de arbeiders en de bedienden. De praktijk wees al gauw uit dat de regering die belofte niet zou houden. Midden 2009 bleek dat de regering voor de begroting van 2010 al geld had voorzien om de verlenging te bekostigen. Ondertussen weigerden de werkgevers halsstarrig om werk te maken van de harmonisering van de statuten. Ook al bleven we wijzen op het niet vervullen van alle voorwaarden om de maatregelen te verlengen, bracht de BBTK, in gemeenschappelijk vakbondsfront, vanaf de herfst al een offensief op gang om ze alvast te laten verbeteren. Op 4 december 2009 was dit ook een van de centrale punten in een ABVV-betoging. De maatregelen werden, zelfs zonder akkoord in het harmoniseringsdossier, verlengd tot eind juni 2010. Dankzij de druk die de BBTK uitoefende werden sommige onverteerbaarste kantjes er wel afgevijld. Voortaan was er een minimumtoeslag van € 5 voorzien.
1.1.2.2. De geschiedenis herhaalt zich... In mei 2010 bleek de regering Leterme II niet in staat zich overeind te houden. Wat ze wél deed was nog snel-snel een verlenging van de crisismaatregelen door het parlement jagen... alweer zonder overleg met de sociale partners. Er is alweer de mogelijkheid open gelaten om deze maatregelen eind september te verlengen tot eind dit jaar. Een maatregel die verbazing wekte, vooral door de snelheid en het compleet gebrek aan overleg over deze verlenging.
1.2. Koopkracht 1.2.1. Baremastelsel Een ander debat, dat vooral in 2006 en 2007 woedde, raakte ook rechtstreeks een van de essentiële punten die de bediende kenmerkt: het baremastelsel (ook wel het stelsel van loonschalen genoemd). Een Europese richtlijn (2000/78) die vormen van discriminatie moest indijken, schoof leeftijd naar voor als een verboden criterium voor discriminatie. Toen de richtlijn naar Belgisch recht werd omgezet, was dit voor de werkgevers de aanleiding om op een agressieve manier het baremastelsel van bedienden aan te vallen. De BBTK heeft geweigerd om zich te laten opjagen. Voor bijna de helft van de bedienden is het nog steeds het barema dat het loon bepaalt. In bijna alle sectoren werd in de sectorale akkoorden voor de periode 2007 en 2008 afgesproken om dit in gespecialiseerde werkgroepen te bespreken. Ondertussen stellen we vast dat die strategie zijn vruchten op verschillende manieren heeft afgeworpen… Zo is het principe van het belonen van ervaring door een automatisch toenemende verloning bewaard. De sleutel ligt in het vervangen van het criterium “leeftijd” door “ervaring”. Een oplossing die eenvoudiger klinkt dan die in werkelijkheid is… Want wat doe je met periodes van werkloosheid? Of wat doe je met een studieperiode? Toch werden vanaf einde 2008 oplossingen gevonden, en het lukte in 2009 ook voor een grote en diverse sector
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
5
1. Syndicaal beleid - interprofessioneel
als het ANPCB. Meer nog: de kans werd aangegrepen om sterk verouderde functieclassificaties (met functieomschrijvingen als “dactylograaf die meer dan 90 aanslagen per minuut kan typen” of “dienstbode”) aan de 21e eeuw aan te passen. Voor sommige sectoren moet het werk nog gebeuren, maar de BBTK heeft onderweg gelukkig al heel wat ervaring opgedaan. Die zal in de volgende vier jaren van pas komen.
1.2.2. Daling van de koopkracht De laatste jaren en vooral de jaren 2007 en 2008 werden gekenmerkt door een aanzienlijke daling van de koopkracht en door een verarming van de levenskwaliteit. De inflatie scheerde dan weer hoge toppen in 2008. Alle records werden destijds verpulverd. De prijzen van levensnoodzakelijke goederen stegen terwijl de lonen van de werknemers stagneerden (sindsdien werden ze wel geïndexeerd). Veel mensen hadden het moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen. Niet meer enkel mensen met een vervangingsinkomen, maar ook werknemers met lonen die duidelijk onvoldoende waren om een fatsoenlijke levensstandaard aan te houden. Paradoxaal genoeg zagen we ook dat sommige mensen het duidelijk “gemakkelijker” kregen en dat de inkomens van het topmanagement duizelingwekkende hoogtes bereikten. Kortom, de kloof tussen de rijksten
6
en de armste lagen van de bevolking werd elke dag groter en de levenskwaliteit werd alsmaar slechter.
1.2.3. Tijd voor actie… Als socialistische vakbond hebben wij onmiddellijk aan de alarmbel getrokken om de regering duidelijk te maken dat het tijd was om zich met dit probleem bezig te houden en er een oplossing voor te zoeken. Onderhandelen voor koopkracht was onontbeerlijk. Het behoud van de automatische indexering was (en is) de enige garantie om het hoofd te kunnen bieden aan de prijsstijgingen. Hoewel de indexeringen de stijgende levensduurte moeten compenseren, gebeurt dit nooit volledig want de zogenaamde “gezondheidsindex” (waaraan de lonen en sociale uitkeringen zijn gekoppeld) houdt geen rekening met de prijs van benzine en stookolie. Dit mechanisme is echter onmisbaar en moet dan ook absoluut gevrijwaard blijven. Wij hebben ook van de verhoging van de brutolonen een prioriteit gemaakt. Loonsverhogingen die ervoor moeten zorgen dat de werknemers hun gewettigd aandeel in de toename van de rijkdommen krijgen. En wij hebben gestreden voor échte verhogingen. Onder reële verhoging verstaan wij : een verhoging die hoger is dan de index.
1.2.4. Valstrik van de all in-formule Politici en werkgevers wilden ons meteen een zogenaamde “all in-formule” opleggen. De werkgevers wilden niet langer dat de brutolonen werden geïndexeerd en zetten de tegenaanval in met deze vorm van all in-akkoorden die, in periodes van hoge inflatie, er onvermijdelijk toe leiden dat de indexering zelf ter discussie wordt gesteld. En zeggen dat ze de algemene verplichte invoering van dit systeem eisten... Een valstrik om nog maar eens bepaalde verworvenheden op de helling te plaatsen ! Voor de periode 2007-2008 bijvoorbeeld voorzagen sommige sectoren all in-verhogingen van 5% (namelijk indexering plus loonsverhoging). Door de inflatiegraad destijds kon de indexering niet volledig worden toegepast… Wij hebben ons daartegen verzet. We hebben gestreden om het indexeringsstelsel intact te houden en het mechanisme van de all in-formules te counteren: dat principe was voor ons één van de belangen van de interprofessionele en sectorale onderhandelingen. En nergens hebben de bediendesectoren dergelijke all-in akkoorden aanvaard, wat tot gevolg heeft gehad dat zowel de indexeringen als de voorziene reële loonsverhogingen werden toegepast. Ook voor de periode 2009 en 2010 heeft opnieuw geen enkele sector een “all in” aanvaard. Er werd een uitzonderlijk interprofessioneel akkoord onderhandeld om een zeker evenwicht tussen concurrentievermogen, koopkracht en werkgelegenheid te herstellen. Er werd onder meer overeengekomen dat de indexering van de brutolonen conform de sectorakkoorden behouden bleef en dat er qua koopkrachtverhoging vanaf 2010 een netto-enveloppe van maximum € 250 zou worden toegekend.
1.3. Twee IPA’s 1.3.1. Interprofessioneel akkoord 2007-2008 Koopkracht: loonnorm – “verantwoorde” on-
derhandeling in de sectoren en bedrijven
Verhoging van het gewaarborgd minimumloon
en van de lonen net boven dit minimum
Vrijheid van loononderhandeling in de secto-
ren : behoud van de automatische indexering en correcte loonsverhogingen Scheppen van werkgelegenheid : behoud, registratie en evaluatie van de recuperatie van overuren. Vastleggen van grenzen voor onzekere contracten (deeltijds, uitzendarbeid, bepaalde duur)
1.3.2. Interprofessioneel akkoord 2009-2010 Dit betreft een uitzonderlijk akkoord, onderhandeld in een zeer moeilijke economische context. Bedoeling is om een zeker evenwicht te herstellen tussen concurrentievermogen, koopkracht en tewerkstelling. Voor de periode 2009-2010 werd het volgende overeengekomen : Behoud van de indexering van de brutolonen
volgens de sectorale akkoorden
Netto-enveloppe van maximum 250 EUR in
2010 (en 125 EUR in 2009) Verhoging van de maaltijdcheques Verhoging van het plafond van de mobiliteitsvergoeding Invoering en gebruik van ecocheques Mogelijkheid om de tussenkomst van de werkgever in de kosten van het abonnement voor openbaar vervoer te verhogen Lastenverlagingen voor werkgevers en vereenvoudiging van de banenplannen. Verhoging van het plafond en de uitkeringen voor “tijdelijke” werkloosheid.
1.4. Crisis 1.4.1. De crisis – van de financiële naar de reële economie, en weer terug De voorbije vier jaren waren economisch gezien een erg schizofrene periode. In 2006 en 2007 leek het economisch gezien erg goed te gaan… Om dan in 2008 razendsnel om te slaan naar een crisis die hier en daar al werd vergeleken met de Grote Crisis uit de jaren dertig van de vorige eeuw. De crisis begon in de financiële sector. Wat door ons, samen met het ABVV, al lang werd aangeklaagd, bleek de waarheid te worden: hetgeen zich afspeelde op de financiële markten had al lang niets meer te maken met wat gebeurde in de
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
7
1. Syndicaal beleid - interprofessioneel
reële economie. Het is nochtans in die economie waar concrete diensten en goederen worden geleverd. Er werd al jaren voor gewaarschuwd, maar eind 2008 liep de ballon dan toch leeg. Het begon met een crisis van het Amerikaans vastgoed. Rommelleningen, die men aan eender wie had toegekend (no income, no jobs, no assets) om huizen te kunnen kopen op de oververhitte vastgoedmarkt in de Verenigde Staten, bleken exact dat te zijn: rommel. Diezelfde leningen werden in Wall Street “herverpakt” en verder doorverkocht. De toxische financiële producten verspreidden zich over heel de wereld. De belofte van onrealistische winstmarges bleek voldoende om te doen vergeten dat de onderliggende leningen nooit zouden kunnen worden terugbetaald. Voor heel wat producten, tientallen keren “herverpakt” en gebundeld in nieuwe derivaten, was praktisch niet meer te achterhalen wat ze nu ook al weer precies waren. Toen de prijzen van woningen in de Verenigde Staten op een bepaald moment hun plafond bereikten, kwamen heel wat mensen die rekenden op eeuwig stijgende prijzen in de problemen. Leningen werden niet langer terugbetaald en de beloofde winsten op de producten, die ondertussen overal verspreid waren, bleven uit. De waarde ging onderuit en bijna alle banken in de wereld bleken besmet. Toen in Amerika een grote verzekeraar over de kop ging verspreidde de paniek zich over de markten. België bleek niet immuun en ook onze banksector deelde in de klappen.
1.4.2. De overheid op de voorgrond
8
Als de vrije markt brokken maakt, is het de overheid die de boel mag komen opruimen. Dat was nu niet anders. In ons land hield de overheid onder meer Fortis, Dexia en KBC overeind, door massaal geld in de bedrijven te pompen. Voor de BBTK was dit terecht: niet alleen ging het om tienduizenden rechtstreeks betrokken werknemers, banken beheren ook spaargeld en vervullen een centrale rol voor het overleven voor heel wat andere bedrijven. Eerst de brand blussen, en dan de oorzaak van de brand zoeken, dat was het devies eind 2008. Het overeind houden van de banken nam echter niet weg dat de brand oversloeg naar andere sectoren. De crisis zou al gauw hard en diep toeslaan in de “echte” economie. In hoog tempo begonnen
bedrijven herstructureringen aan te kondigen. Het regende ontslagen. Ook hier speelde de overheid alweer de rol van buffer, door een (in het ipa van 2008 afgesproken) verhoging van de werkloosheidsuitkeringen en het uitgebreide gebruik van de verschillende systemen van tijdelijke werkloosheid. Alweer bleek die overheid, die sinds het begin van de jaren negentig door velen eerder als een “lastig probleem” werd beschouwd, de redder in nood te zijn. Cijfers van internationale instellingen, die West-Europa jarenlang “starheid” en “logge overheden” verweten, toonden plots de andere kant van de medaille. Waar de overheden sterk waren, en de sociale beschermingsstelsels goed uitgebouwd, sloeg de crisis meetbaar minder hard toe.
1.4.3. Naar een nieuw paradigma? Het voordeel van deze crisis, wat door onze organisatie als een kans moet worden beschouwd, is dat het duidelijk barsten heeft geslagen in het onwrikbare geloof in een onfeilbare vrije markt. Overheidsparticipatie in bedrijven? Niet langer een taboe. Beperkingen op boni voor toplui? Bespreekbaar en hier en daar al realiteit. Een belasting op vermogen en financiële speculatie? Wordt door soms verrassende politieke spelers overwogen. Kortom, de oplossingen die we als vakbond steeds zijn blijven uitdragen, in een uiterst vijandige ideologische context, hebben dankzij deze crisis duidelijk aan gezag gewonnen.
1.4.4. Terug naar af? Maar we moeten ook eerlijk zijn: zelfs met deze wind in onze (ideologische) zeilen blijken oude gewoontes moeilijk af te leren. Bonussen bleken al gauw opnieuw hoge toppen te scheren, en de recente crisis van de Euro toont aan dat de speculanten nog steeds in staat zijn landen de vernieling in te gokken. Op Europees niveau is er van een fatsoenlijk toezicht op de financiële sector is nog geen sprake, en een internationale taks op speculatie is voorlopig nog geen realiteit. De BBTK, en bij uitbreiding iedereen die zich niet heeft willen neerleggen bij de definitieve overwinning van de vrije markt (en het “einde van de geschiedenis”), heeft deze crisis meteen als een kans gezien om onze ideeën met een hernieuwd geloof uit te dragen. Maar niets gebeurt vanzelf. Het blijft erop aankomen om in de bedrijven, op
straat en elders te blijven gaan voor een meer solidaire wereld.
1.5. Stakingsrecht Op het congres van 2006 stemde de BBTK een actualiteitsresolutie over een thema dat in de volgende vier jaren brandend actueel zou blijven: het verdedigen van het stakingsrecht. Samen met het ABVV heeft de BBTK daarvan terecht een speerpunt gemaakt. Het stakingsrecht is uiteindelijk het enige echte wapen dat de werknemers hebben als tegengewicht voor de economische vrijheid die de werkgevers in de ondernemingen (menen te ) genieten. De werknemer werkt in ruil voor loon. Dankzij de arbeid van de arbeiders en bedienden maken bedrijven winst. Neem die arbeid weg en de werkgever kan niet anders dan luisteren… Het wekt dan ook geen verbazing dat heel wat economische machthebbers, en hun woordvoerders in politieke partijen, geen kans onbenut laten om het stakingsrecht te ondergraven. Dat gebeurt in de eerste plaats door het stakingsrecht, of onderdelen ervan, in vraag te stellen en wettelijk te willen beperken. Denk aan de hele discussie rond “minimale dienstverlening” voor het openbaar vervoer. Ook bij stakingen in win-
kels ligt de valse vraag “gijzelt u zo niet de klant?” steeds op de loer... Een directere manier om het stakingsrecht aan te vallen is via de rechtbanken en hoven van ons land. Werkgevers grepen de laatste jaren gretig naar dat wapen. Dat is een oud zeer, waarbij ook het zogenaamde “herenakkoord” tussen werkgevers en werknemers geen zoden aan de dijk heeft gebracht. De BBTK zag zich ongewild in verschillende dossiers geconfronteerd met deurwaarders, die met vonnissen zwaaiden om (al dan niet met succes) stakersposten te laten weghalen. Dat was zo bij IAC, Carrefour, Petroplus, Inbev, ... De rode lijn was dat heel wat van die uitspraken het gevolg waren van eenzijdige verzoekschriften, waarbij rechters in kortgeding een verbod op acties uitvaardigden. Die praktijk maakt enige vorm van tegenspraak onmogelijk. De BBTK ging juridisch in het verzet waar we betrokken waren, en dat lijkt zijn vruchten af te werpen. De juridische weg is echter nog lang, maar een belangrijk signaal is gegeven. We zullen ons niet in het defensief laten dringen als het op het stakingsrecht aankomt. In tegendeel: zowel voor nationale als internationale rechtbanken zullen we proberen onze slag thuis te halen. Wordt zeker vervolgd...
9
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
1. Syndicaal beleid - interprofessioneel
Naast het stakingsrecht zijn er nog heel wat sleutelelementen die een vakbond moeten toelaten om zijn werk te doen. Daarbij hoort zonder twijfel het werk van de BBTK-delegees binnen de bedrijven waar wij vertegenwoordigd zijn. Dat gebeurt soms -gelukkig niet altijd- in zeer moeilijke omstandigheden, waarbij de werkgever geen kans onbenut laat om de werknemersvertegenwoordigers het (syndicaal) leven zuur te maken. Dat kan gaan van de klassieke obstructie, tot regelrecht ontslag. In alle BBTK-sectoren hebben we de afgelopen vier jaren dergelijke gevallen meegemaakt. Dat leidde vaak tot spontane acties van het personeel, maar ook de secretarissen hebben zich steeds met een bijzondere aandacht bezig gehouden met die dossiers. Zonder onze verkozenen en kandidaten in de bedrijven is er van een syndicale democratie geen sprake.
1.6. Sociale verkiezingen: een succes! We gingen vooruit bij de sociale verkiezingen van 2008, wat zich vertaalde in extra BBTK-vertegen-
10
woordigers in de bedrijven. Een gedetailleerde analyse vinden jullie verderop in dit activiteitenverslag terug. Die overwinning was een trendbreuk: terwijl we sinds meer dan 20 jaar geregeld een relatieve achteruitgang moesten vaststellen voor het ABVV, die in mindere mate gold voor onze centrale, zien we dat daar nu een einde aan gekomen is. Met het stopzetten van een sleeteffect zouden we niet tevreden geweest zijn: we hebben ook nieuwe kiezers en nieuwe afgevaardigden bijgewonnen. We behalen een hoger percentage in het totaal aantal zetels. In het totaal heeft de BBTK nu bijna 8500 afgevaardigden. Dat komt neer op ongeveer één zetel op drie. De kloof met de “collega’s-concurrenten” is kleiner geworden. De BBTK is meer dan ooit een sterke bediendevakbond in het erg diverse bedrijvenlandschap waarin de bediende aan de slag is. Het zijn vooral de uitslagen bij de kaderleden en de jongeren waar de overwinning van de BBTK aan te danken is. Bij de sectoren zetten we een opvallende stijging neer bij de social-profit. In de handel blijven we met voorsprong de grootste bediendevakbond. Allemaal aanwijzingen dat ook de toekomst voor onze vakbond er goed blijft uitzien. Want ondertussen liggen de succesvolle verkiezingen van 2008 al 2 jaar achter de rug. In de verte kondigen de volgende zich al aan: in 2012 is het zover. Het komt er voor de BBTK op aan om de vooruitgang van 2008 te bevestigen!
11
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
12
2. Syndicaal beleid - sectoraal
2.1. Handel 2.1.1. Welke evoluties in de sector? 2.1.1.1. Tewerkstelling cijfers In de kleinhandel zijn er vandaag 201.861 personen tewerkgesteld, waarvan 21.070 arbeiders en 180.791 bedienden. De tewerkstelling in de handelssector neemt nog steeds toe. Sinds 2005 zijn er alleen al in de PC’s 202-311-312 meer dan 10.000 nieuwe jobs gecreëerd. Dit is een stijging van meer dan 10%. Voor de zelfstandige kleinhandel beschikken we niet over dezelfde cijfergegevens maar volgens vergelijkende cijfers van het steunpunt WSE zou de voorbije 5 jaar de tewerkstelling ook een lichte stijging vertonen.
Vandaag werken er meer dan 100.000 mensen in de PC’s 202-311-312. Het PC van Kleinhandel in Voedingswaren (202) stelt de meeste werknemers tewerk (43153 werknemers) en wordt op de voet gevolgd door dat van de grote Kleinhandelszaken met 43.207 jobs. Bij de Grote Kleinhandelszaken (311) werden de voorbije jaren de meeste nieuwe jobs gecreëerd. Daartegenover stellen we een neerwaartse spiraal vast in de tewerkstellingscijfers van het PC voor de grootwarenhuizen (312). Daar werden bijna 3000 banen geschrapt de voorbije 5 jaar. Dit is te verklaren door de overgang van Inno naar het PC 311 en de herstructureringen bij Carrefour: sluiting van 18 Carrefour supermarkten (2007+2009). De tewerkstelling in de handelssector wordt nog steeds gekenmerkt door een een hoge tewerkstelling van vrouwen en deeltijdse contracten. In de kleinhandel is 2 op de 3 werknemers een vrouw en meer dan de helft werkt deeltijds.
Evolutie van de tewerkstelling in de Handel 13891 43207
14498 41241
14566 39198
38167
(% per PC)
100
41902 84683
43153
40581 82787
42028
40069
17
85988
26
15
22
22
5
6 29
28 7
6 30
18
60
85994
100000
Verdeling geslacht/contract
80
82098
150000
33599
16568
200000
13913
(aantal werknemers per PC)
9 12 57
40
47
48
51 42
50000 20
0
2005
2006 312
2007 311
2008 202
2009 201
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
0 PC 201
PC 202 PC 202.01 PC 311
PC 312
Mannen voltijds
Mannen deeltijds
Vrouwen voltijds
Vrouwen deeltijds
13
2. Syndicaal beleid - sectoraal
2.1.1.2. Ledenevolutie De handelssector is nog steeds gekenmerkt door een hoge syndicalisatiegraad. Het ledenaantal in de handelssector neemt nog elk jaar toe. Toch houdt de groei van de syndicale premies geen gelijke tred met de tewerkstellingsgroei. Met als gevolg dat het aantal niet-gesyndiceerde werknemers toeneemt. BBTK blijft de sterkste vakbond binnen de handelssector: meer dan 50% van de gesyndiceerden zijn aangesloten bij de BBTK.
Evolutie van de BBTK leden in de Handel 33729
32440
30837
35376
100000
De tewerkstelling in het paritaire comité van de kleinhandel in voedingswaren is de voorbije 4 jaar met meer dan 6% gestegen terwijl het ledenaantal van BBTK met 2% gestegen is. Deze verminderde groei is deels te wijten aan de overgang van de winkelketen DI naar het PC 311 en de sluiting van 18 GB supermarkten. Ook bij Delhaize is er een aanwervingstop sinds enkele jaren. En zowel Carrefour als Delhaize zijn net die bedrijven waar de BBTK de meerderheid heeft en dus verliezen we meer leden dan de andere syndicale organisaties. Bovendien zijn heel wat werknemers met contract van bepaalde duur vaak niet gesyndiceerd. Anderzijds zowel in gespecialiseerde voedingszaken als in discounters en supermarkten gaat ons ledenaantal erop vooruit. Eén op drie werknemers is aangesloten bij BBTK en hiermee zijn we de grootste vakbond binnen het PC 202.
Evolutie vakbondsgraad in PC 311 (% per vakbond)
80000
23413
23,2
26,2
23,6
23,6
27,4 23,5
3,2
2,9
3,2
10 3,0
29717
29315
27,6
30
29326
28568
54,2
40
20
20000
55,3
54,4
54,2
11915
50
27,2
40000
22808
12586
20703
21314
12553
60000
11745
60
0
2006
0
Totaal
2006
2007
Niet aangesloten
2008 PC 312
PC 311
68,9
69,8
70,0
70,4
Evolutie vakbondsgraad in PC 202 (% per vakbond) 70 60 50
36,7 28,6
28,8
28,8
28,9
37,5
37,8
38,3
40 30 20
3,4
3,3
3,2
3,5
10 0
2006 Totaal
2007 BBTK-SETCa
2008 LBC-CNE
2008 LBC-CNE
2009 ALCVB-CGSLB
2009 PC 202
De hoogste syndicalisatiegraad is terug te vinden in de grootwarenhuizen (312) met 84% gesyndiceerden, gevolgd door de kleinhandel in voedingswaren (202) met 68%. 54% van de werknemers in de grote kleinhandelszaken (311) is aangesloten bij een vakbond.
14
2007 BBTK-SETCa
2009 ALCVB-CGSLB
In het PC van de grote kleinhandelszaken werden de meeste jobs gecreëerd. De voorbije 5 jaar is de tewerkstelling toegenomen met meer dan 13%. Ook ons ledenaantal is sterk gestegen van 10.395 tot 11.596: een stijging van 11,5%. Het groeipotentieel in de grote kleinhandelszaken blijft groot: 45% is geen lid van een vakbond. Ongeveer 120 bedrijven behoren tot dit PC. In de voorbije jaren zijn een tiental bedrijven van de Belgische markt verdwenen (Superconfex, Quelle, Extrazone, ...). Anderzijds zijn er een twintigtal nieuwe bedrijven opgekomen (Saturn, Texto, Vero Moda, ...). Een syndicale werking uitbouwen in deze nieuwe ondernemingen vergt enige tijd. Toch zijn we erin geslaagd om de voorbije 4 jaar meer dan 2.700 nieuwe leden bij te hebben. Hiermee zijn we de snelst groeiende vakbond binnen het PC 311.
84,6
80
82,2
86,4
90
90,2
Evolutie vakbondsgraad in PC 312 (% per vakbond) 70
2,7
2,8
10
30,5
2,9
20
3,4
30,0
31,8
32,9
40 30
50,6
49,3
51,8
50
54,4
60
0
2006 Totaal
2007 BBTK-SETCa
2008 LBC-CNE
2009 ALCVB-CGSLB
In het PC van de grootwarenhuizen is er een achteruitgang van leden. Deze tendens is ook terug te vinden in de andere vakbonden en is te verklaren door de daling van de tewerkstelling. Ook hebben veel bruggepensioneerde de pensioenleeftijd bereikt en aangezien ze niet langer een syndicale premie ontvangen, zeggen ze hun lidmaatschap op. Toch blijft dit paritair comité de koploper inzake syndicalisatiegraad: 85% van de werknemers is gesyndiceerd en meer dan de helft is aangesloten bij de BBTK.
2.1.1.3. Sociale verkiezingen In 2008 heeft de BBTK haar meerderheidspositie behouden binnen de handelssector. We haalden ongeveer de helft van de mandaten binnen: zowel in de CPBW’s als in de OR-en. De categorie bedienden in de OR heeft een lichte vooruitgang geboekt. Voor de categorie “kaderleden” heeft de BBTK een heuse sprong voorwaarts gemaakt: 46% van de mandaten tegenover 36% in 2004. In deze categorie is een enorme terugval merkbaar van mandaten bij de huislijsten. Bij de jongerencategorie valt het op dat de BBTK een pak minder stemmen heeft behaald. Hier speelt mee dat we er niet altijd in slagen om jongeren te overtuigen zich kandidaat te stellen. Niet alleen BBTK wordt met dit probleem geconfronteerd maar ook de andere vakbonden. Het gevolg is dat er in 2008 minder jongerenmandaten werden ingevuld dan in 2004. In de categorie arbeiders hebben we bijna onze achterstand tegenover het ACV ingehaald. In de categorie jongeren en arbeiders is het ACV nog steeds iets beter vertegenwoordigd dan het ABVV.
De resultaten van de verkiezingen voor het CPBW tonen een lichte achteruitgang voor het ABVV maar we behouden nog steeds de meerderheid met 52% van de mandaten. Merkwaardig is dat we qua stemmen vooruitgang boekten tegenover ACV dat erop achteruit ging, maar dit niet verzilveren bij de mandaatverdeling. De reden is enerzijds omdat we niet in alle bedrijven kandidaten vinden en zo het mandaat verliezen aan het ACV. Deze laatste boekt zo vooruitgang in het aantal mandaten, terwijl ze er qua stemmen op achteruitgaan. Een andere oorzaak schuilt bij het herdefiniëren van de TBE’s (technische bedrijfseenheden) bij Carrefour en Delhaize, waardoor het aantal mandaten daalde. Dat kostte vooral BBTK-mandaten. Maar dit weerhield ons niet om alle secretariaten in de grote ondernemingen binnen te rijven (Carrefour, Delhaize, Colruyt, Media Markt, ...). In de zelfstandige kleinhandel en de middelgrote levensmiddelenbedrijven werden sociale verkiezingen geïntroduceerd door de invoering van het begrip “technische bedrijfseenheden”. In deze sectoren zijn sociale verkiezingen nog vrij nieuw en betreft het slechts de toewijziging van minder dan 100 mandaten (in 2004 waren het er een vijftigtal). Hier halen we ongeveer 40% van de mandaten. Toch krijgen we ook hier meer dan de helft van de stemmen achter ons. Het ontbreken van BBTK-kandidaten op de lijsten is hier de enige reden. Binnen de handelssector staan we het sterkst in het PC van de kleinhandel in voedingswaren (202) en het PC van de grootwarenhuizen (312). In het PC van de grote kleinhandelszaken (311) stranden we op 48% en behalen we meer mandaten dan het ACV in de ondernemingsraden. In 2012 zullen we vooral inspanningen moeten leveren om in alle ondernemingen kandidaten te vinden en in het bijzonder jongere kandidaten. Ook nieuwe ondernemingen vormen een uitdaging. Enkel op deze manier zullen we erin slagen om onze positie niet alleen te handhaven, maar zelfs te versterken.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
15
2. Syndicaal beleid - sectoraal
2.1.1.4. De conflicten van de voorbije 4 jaar De conflicten van de voorbije 4 jaar zijn niet echt nieuw te noemen. Werkgevers zoeken nog steeds allerhande pistes om de winst te verhogen. Dit resulteert in een continue bedreiging van de arbeids- en loonsvoorwaarden van de werknemers.
aangepast commercieel beleid, werd negatief geantwoord. Samen met LBC en CNE werd een folder verspreid: “Paritaire comités: Maak je keuze!” In 2008 pakt Carrefour uit met De Blauwe Toren. Deze nieuwe vestiging hypermarkt wordt in een aparte entiteit ondergebracht en Carrefour wil de
Afgeprijsde Werknemers
16
De Blauwe Toren: het zoveelste conflict met Carrefour op een rij
In 2007 sloot Carrefour 16 winkels. Enkele zijn later opnieuw opengegaan in franchise. Negenhonderd jobs werden bedreigd maar na lang onderhandelen werden naakte ontslagen vermeden via vijwillig vertrek, tijdskrediet, brugpensioen en mutaties. Op onze vraag voor garanties naar de toekomst toe voor zowel het behoud van de tewerkstelling, als het behoud van de hyper- en superwinkels in een geïntegreerde modus en een
In 2010 werd een nieuwe herstructurering aangekondigd met oorspronkelijk de sluiting van 21 winkels, de franchisering van 7 winkels, een overname door Mestdagh van 20 winkels en de wijziging van PC voor het personeel van de Toren. Na diverse acties en maandenlang onderhandelen werd het volgende bekomen: slechts 16 winkels op de voorziene 28 sluiten hun deuren; 900 banen gered; naakte ontslagen werden vermeden door brugpensioen, vrijwillig vertrek en verbeterd tijdskrediet; behoud van het PC 312 voor de hypers; geen filialisering voor de werknemers in de centrale dienst. Carrefour belooft de werknemers een toekomst en behoud van het globale tewerkstellingsvolume per regio. Red din
expr
0
Nog steeds zijn er bedrijven die stelselmatig verkoopspunten in verschillende juridische entiteiten onderbrengen om hun personeel goedkoper te kunnen tewerkstellen (Planet Parfum, Fun, Molecule, Buurtslagers, ...). Deze bedrijven ressorteren onder het PC van de zelfstandige kleinhandel of het PC van de middelgrote levensmiddelenbedrijven. Dat betekent slechtere arbeids- en loonsvoorwaarden voor de betrokken werknemers. Op basis van de wet op de technische bedrijfseenheden kunnen we wel sociale verkiezingen afdwingen... maar dan begint het echte werk pas: het onderhandelen van CAO’s. De zwakte van deze wet is dat het niet gemakkelijk is om aan te tonen dat ondernemingen voldoen aan de criteria om juridische entiteiten in één technische bedrijfseenheid te groeperen. De spitsvondigheid van bedrijven grenst aan het onwaarschijnlijke als het erop neer komt om de criteria te ontwijken. In het sectorakkoord 2009-2010 werden afspraken gemaakt om de harmonisatie van de paritaire comité’s te bespreken binnen een werkgroep.
Zondagswerk
i 20 1
Eén bedrijf, veel entiteiten
arbeidsvoorwaarden van het PC 202.01, de middelgrote levensmiddelenbedrijven, hanteren. De BBTK reageerde met stakingen. Tijdens dit conflict laat Carrefour deurwaarders en politie optreden om de staking te breken. De directie is uiteindelijk bereid om de werknemers de essentiële voordelen van het PC 202 en 312 toe te kennen (bijv.: 35 u/week) en belooft om de Blauwe Toren-formule niet verder uit te breiden.
jul
In 2007 stuurde FEDIS haar lobbyisten uit om te pleiten voor een soepeler tewerkstelling van jobstudenten. Ze wensten de 2x23dagen om te zetten in 400 uren om de zogenaamde open vacatures in de handelssector in te vullen. In 2007 voerde de BBTK actie in de winkelstraten tijdens de soldenperiode. We pleitten hierbij voor een optrekking van de contracturen van de huidige werknemers als antwoord op het valse tekort aan arbeidskrachten.
esso
caR
gs
plan ee bep n akko o eRk en e Rd om de s n ee c n to eko hade t e mst te z ien
Ref
ouR
Een nieuw KB in 2007 maakt het mogelijk dat op 3 bijkomende zondagen personeel kan tewerkgesteld worden in de handelssector. In de PC’s 202-311-312 heeft men geen sector-
akkoorden kunnen afsluiten over het zondagswerk. In sommige ondernemingen werd het aantal zondagsopeningen opgetrokken tot 6 op voorwaarde dat deze vergoed werden aan 300% en dat de werknemers op vrijwillige basis werkten op zondag.
Ruimere openingstijden
Enkele akkoorden betreffende de verruiming van de openingstijden werden ondertekend. Deze omvatten voorwaarden als toekenning van bijkomende uren, vroege opening op basis van vrijwilligheid onder andere als tegenprestatie.
Flexibiliteit
2.1.1.5. Nieuwe tendenzen In de handelssector wordt een continue strijd gevoerd om de klant voor zich te winnen. Nieuwe concepten worden met dit doel uitgewerkt en uitgetest. Verhogen van de winst is het uitgangspunt en er wordt helemaal geen rekening gehouden met de impact op de werknemers. Telkens opnieuw moeten we waken over het welzijn van de werknemer.
Onder het mom van een nieuwe arbeidsorganisatie probeert men in talrijke bedrijven meer flexibiliteit en polyvalentie in te voeren. De werkgevers zijn meestal niet bereid om hiervoor een prijs te
Selfscanning, self kassa.
In talrijke ondernemingen is selfscanning de testperiode ontgroeid en definitief geïntegreerd, niet alleen in voedingszaken maar ook in grote kleinhandelszaken zoals Ikea. Voor de kassierster betekent de invoering van selfscanning geen vermindering van de werkdruk. In tegendeel, kassiersters superviseren meerdere kassa’s, de werkdruk en stress nemen toe. Het systeem vertoont nog steeds kinderziektes en de ontevreden klant richt zich tot de kassierster en niet tot de machine.
Winkelen via internet
betalen. In tegendeel via zogenaamde testwinkels probeert men vaak de nieuwe arbeidsorganisatie op te dringen aan alle werknemers. Flexibiliteit en polyvalentie moet strikt omkaderd zijn en gekoppeld aan een herwaardering van de lonen en/of toekenning van uren aan deeltijdse werknemers.
Delhaize Direct, Collect & Go (Colruyt) zijn slechts enkele voorbeelden van winkelen via internet. Dit concept kent nog een ruimere toepassing in niet-voedingszaken (Krefel, Vandenborre, Fnac, Brico, ...). Winkelen via internet leidt tot nieuwe taken en de huidige functieclassificaties voorzien deze niet.
2.1.1.6. Outsourcing en delocalisatie
Winkelketens testen discount-formule uit
Loonbeheer uitbesteed aan Group S, outsourcing van de informaticadienst, herinvoering van zelfstandige slagerijstands, outsourcing van de goudstands, invoering van Phone House-stand.
Carrefour lanceerde de Blauwe Toren, Delhaize volgde met Red Market. Deze nieuwe formules houden een aantal gevaren in, in termen van uitbreiding van de openingsuren, de polyvalentie, opening op zondagmorgen. Het enige positieve element is dat deeltijdse tewerkstelling beperkt is ten voordele van polyvalente voltijdsen. In het sectorakkoord 2009-2010 hebben de werkgevers het engagement aangegaan om in de toekomst geen bedrijven met meer dan 50 werknemers nog op te richten in het PC 202.01.
Outsourcing is een verkapte manier van herstructurering en wordt op allerlei niveau’s toegepast in de handelssector. Een greep uit de voorbije jaren:
Carrefour
Colruyt
Werknemers van de Group Services en Collivery worden ondergebracht in het PC 218. De BBTK heeft een akkoord bedongen dat de betrokken werknemers de voordelen van het PC 202 behouden. Dit geldt eveneens voor de werknemers van DATS24 die overgeheveld worden naar PC 201.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
17
2. Syndicaal beleid - sectoraal
Delhaize
Het beroep van beenhouwer wordt uitgehold door de aankoop van voorverpakt vlees.
Andere
Bij Media Markt-Saturn stellen toeleveringsbedrijven (Philips, Sony, ...) verkopers ter beschikking die naast het personeel van Media Markt-Saturn instaan voor de verkoop in de winkels. Daarnaast zijn nog andere vormen van outsourcing wijdverspreid, zoals rackjobbing, merchandising, veiligheidsdiensten, onderhoudsdiensten, distributie, transport, enz. De gemeenschappelijke factor hierbij is en blijft het drukken van de personeelskosten. Voor de betrokken werknemers betekent dit slechtere arbeids- en loonsvoorwaarden.
bruto per maand op 1 september 2007 en met € 8 bruto per maand op 1 september 2008. CAO Lonen van 27.08.2007 van onbepaalde duur die de CAO van 30.06.2005 vervangt CAO GGMMI (gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen) van 27.08.2007 van onbepaalde duur die de CAO van 30.06.2005 vervangt De reële lonen evenals het GGMMI zijn gekop peld aan de index der consumptieprijzen CAO Koppeling aan de prijsindex van 27.08.2007 van onbepaalde duur die de CAO van 30.06.2005 vervangt Tijdskrediet De aanvullingen die door de sociale fondsen aan de werknemers van 50 jaar en ouder in tijdskrediet worden betaald, blijven behouden en het percentage drempel van personeelsleden die tijdskrediet kunnen opnemen stijgt van 5% naar 6%. Brugpensioen De minimumleeftijd voor het conventioneel brugpensioen op 58 jaar blijft behouden. Opeenvolgende arbeidsovereenkomsten Voor de toepassing van de loonschalen, de opzeggingstermijn en de proefperiode wordt rekening gehouden met de verworven anciënniteit onder opeenvolgende arbeidsovereenkomsten bij dezelfde werkgever. CAO Opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van 27.08.2007 van onbepaalde duur Opleiding De deelnemingsgraad aan de opleiding in de bedrijven wordt verhoogd tot 5%.
2.1.2. CAO 2007/2008 & CAO 2009/2010 18
2.1.2.1. CAO voor de PC’s 312, 311 en 202 Sectoraal akkoord 2007-2008:
Dit akkoord leverde een koopkrachtverhoging via een opwaardering van de barema’s en een reeks voordelen en betere voorwaarden op: Koopkracht De sector- en bedrijfsbarema’s, de reële lonen en het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen werden verhoogd met € 12
Preventie en veiligheid De veiligheid in de winkels – geldophaling en aanwezigheid bij de opening en de sluiting van de winkels – werd in het CPBW besproken. Verbetering van de syndicale werking De sectorale budgetten voor de syndicale vorming werden verhoogd met 2% in 2007 en met 2% in 2008 voor de PC’s 202 en 311. Kerstpremie Er wordt een kerstpremie toegekend, evenredig met het aantal effectief gewerkte maanden in het afgelopen jaar, aan de bedienden in dienst op 31 december. De premie bedraagt € 148,74 voor het PC 202 en € 297,47 voor het PC 312. CAO Kerstpremie van 27.08.2007 van onbepaalde duur die de CAO van 30.06.2005 vervangt
Statuten sociaal fonds Oprichting van het fonds en vastlegging van de statuten ervan. CAO Statuten sociaal fonds van 22.03.2007 van onbepaalde duur die de CAO van 7.11.1983 vervangt Statuut van de syndicale afvaardigingen CAO Statuut van de syndicale afvaardigingen van 27.08.2007 van onbepaalde duur die de CAO van 1.06.2003 vervangt
Sectorale akkoorden 2009-2010:
Na moeizame onderhandelingen werd een akkoord bereikt in toepassing van het “uitzonderlijk” interprofessioneel akkoord (IPA). Dat akkoord voorziet een koopkrachtverhoging (ecocheques, tussenkomst in de verplaatsingskosten). Er werden ook een aantal voordelen en betere voorwaarden verkregen en alle sector-CAO’s van bepaalde duur werden verlengd. Bovendien zullen Fedis en de vakorganisaties binnen een werkgroep gaan praten over een vereenvoudiging van de structuur van de paritaire comités van de bedrijven uit de handelssector. Tot slot voorzien de sociale partners dat het thema “waardig werk” op de agenda van de ondernemingsraden wordt geplaatst. Koopkracht – Ecocheques Eén keer per jaar wordt een netto koopkrachtverhoging toegekend aan elke voltijds tewerkgestelde werknemer met een volledige referteperiode: in 2009 worden voor € 125 ecocheques toegekend (mogelijkheid om die via een bedrijfsCAO in een ander voordeel om te zetten) in 2010 worden voor € 250 ecocheques toegekend (mogelijkheid om die via een bedrijfsCAO in een ander voordeel om te zetten) CAO Ecocheques van 23.06.2009 van onbepaalde duur Verplaatsingskosten De tussenkomst van de werkgever in de kosten voor verplaatsingen met zowel openbaar als eigen vervoer werd verhoogd en bedraagt meer dan het percentage voorzien in het IPA. Voor het openbaar vervoer wordt de terugbetaling opgetrokken van 66% tot gemiddeld 80% in de CAO’s betreffende de tussenkomst voor het gebruik van het openbaar vervoer en van het gecombineerd openbaar vervoer. In de praktijk, waar een “overeenkomst derdebetaler” werd gesloten tussen de werkgever en de NMBS, is het openbaar vervoer zelfs gratis. Wie zijn eigen vervoermiddel gebruikt, ziet de terugbetaling stijgen van 66% tot 70%.
CAO Verplaatsingskosten van 26.05.2009 van onbepaalde duur die de CAO van 24.06.1991 vervangt Brugpensioen De minimumleeftijd voor het conventioneel brugpensioen op 58 jaar wordt behouden. Via een nieuwe CAO van bepaalde duur (tot 31 december 2010) wordt de leeftijd van het conventioneel brugpensioen op 56 jaar verlaagd voor werknemers met 40 jaar loontrekkende dienst. CAO Conventioneel brugpensioen op 58 jaar van 23.06.2009 van bepaalde duur – verlengd tot 31.12.2011 CAO Brugpensioen vanaf 56 jaar van 23.06.2009 van bepaalde duur – nieuw tot 31.12.2010 Opleiding sociale partners De komen overeen om de participatiegraad voor beroepsopleiding met 5% te verhogen voor de jaren 2008, 2009 en 2010. CCT Beroepsopleiding van 23.06.2009 van bepaalde duur: nieuw tot 31.12.2010
Syndicale premie en vorming
De syndicale premie wordt vanaf 2010 opgetrokken van € 128 voor een voltijdse werknemer tot € 135. Het bedrag van de tussenkomst voor de syndicale vorming wordt met 2% verhoogd in 2009 en 2010. CAO Syndicale premie en vorming van 23.06.2009 van bepaalde duur tot 31.12.2011 Deeltijds werk Contracten van 8 uur en van 12 uur van bepaalde duur zijn voortaan mogelijk in de PC’s 311 en 312 (dat was vroeger al het geval in het PC 202) binnen de voorzien percentages. Concreet, de totale tewerkstelling middels contracten bepaalde duur van 8u en 12u (studentencontracten inbegrepen) mag niet meer bedragen dan de helft van het percentage voorzien op sectoraal niveau. Met andere woorden, 5% in PC 311 en 3% in PC 312. Er zal een maandelijks verslag met het aantal per winkel en de desbetreffende ratio’s aan de OR worden meegedeeld om ervoor te zorgen dat die voorwaarde verder wordt nageleefd. CAO Deeltijds werk van 23/06/2009 van onbepaalde duur die de CAO van 30/06/2005 vervangt
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
19
2. Syndicaal beleid - sectoraal
Tijdskrediet De aanvullingen die door de sociale fondsen aan de werknemers van 50 jaar en ouder in tijdskrediet worden betaald, blijven behouden. CAO Tijdskrediet van 23.06.2009 van bepaalde duur – verlengd tot 30.06.2011 Risicogroepen De CAO over de risicogroepen wordt behouden. CAO Risicogroepen van 23.06.2009 van bepaalde duur – verlengd tot 31.12.20109. Ontslag wegens beroepsonbekwaamheid In het PC 311 werden akkoorden ondertekend die de werknemers meer werkzekerheid bieden. Ingeval van ontslag wegens beroepsonbekwaamheid moet de werkgever een procedure naleven. Als hij dat niet doet, moet hij een bijkomend bedrag bovenop de ontslagvergoeding betalen. Voor de PC’s 202 en 312 bestonden de akkoorden al en werden ze gesloten voor onbepaalde duur. CAO Tewerkstelling van 23.06.2009 van bepaalde duur – verlengd tot 31.12.2011 Akkoord Vlaamse premies CAO Akkoord Vlaamse premies van 23.06.2009 van bepaalde duur – verlengd tot 31.12.2011
2.1.2.2. CAO’s voor het PC 201 en 202.01 Sectorale akkoorden 2007-2008
Koopkracht op 1 juli 2007 verhoging met € 10 bruto per maand op 1 augustus 2008 met + € 10 in de ondernemingen met meer dan 20 werknemers; + € 8 in de ondernemingen die minder dan 20 werknemers tewerkstellen. Vervoerskosten Openbaar vervoer wordt terugbetaald vanaf 2km
20
Loontoeslag zondagarbeid De drie extra koopzondagen bovenop de bestaande 3 koopzondagen moeten vergoed worden aan 150%. In ondernemingen met een ondernemingsraad of een syndicale afvaardiging enkel van toepassing mits een CAO afgesloten wordt op ondernemingsniveau, zoniet bedraagt de loontoeslag 100%.
Tijdskrediet CAO wordt verlengd en aangevuld: recht op voltijds en halftijds tijdskrediet van 1 tot 5 jaar wordt verlengd in ondernemingen met meer dan 20 werknemers premie van € 25 voor werknemers van 55 jaar die prestaties met 1/5 verminderen in ondernemingen met meer dan 10 werknemers Uitbreiding van het recht op vermindering van de prestaties voor de werknemers van 58 jaar of ouder Deeltijdse werknemers Tewerkstellingspremie voor optrekken van het aantal werkuren : € 75 per meer gewerkt uur Brugpensioen De minimumleeftijd voor het conventioneel brugpensioen op 58 jaar blijft behouden.
Sectorale akkoorden 2009-2010 Koopkracht + € 125 in 2009 (eenmalige premie) + € 250 in 2010 (eenmalige premie)
Voor de toekenning van deze eenmalige premie heeft de werkgever de keuze tussen: De uitbetaling van een eenmalige brutopremie (+- € 97,5 tot € 100 per werknemer in 2009 en +- € 195 tot € 200 bruto per werknemer in 2010) Ecocheques ter waarde van € 125 in 2009 en € 250 voor 2010. Verlenging van bestaande CAO’s: tijdskrediet Conventioneel brugpensioen Uitbreiding van het recht op vermindering van de prestaties voor de werknemers van 58 jaar of ouder Tussenkomst van het sociaal fonds voor de werknemers van 55 jaar of ouder Opleiding Investeren in opleiding zodat de deelnemingsgraad jaarlijks met 5% verhoogd wordt. Harmonisatie Oprichting van een werkgroep teneinde de arbeidsvoorwaarden in de handelssector te harmoniseren. Invoering ervaringsbarema CAO 2010: Omvorming van de leeftijdsbarema’s in ervaringsbarema’s
2.1.3. Communicatie
2.1.4. Welke vormingen?
Naast de Expresso’s, Je Rechten, ... van de sector (de volledige lijst vind je in het hoofdstuk 7.3.3.1.) zijn er nog specifieke publicaties voor de handelssector:
In 2009 werd besloten om vormingsmomenten te organiseren tijdens interzetels van de handelssector voor ondernemingen gecoördineerd door BBTK-federaal. In sommige bedrijven zijn enkel “nieuwe” delegees aanwezig die nauwelijks of geen syndicale vorming hebben gehad. Tijdens de interzetels willen we inspelen op actuele vraagstukken en/of aansluitend op de vormingen georganiseerd door onze vormingsdienst de thema’s uitdiepen op niveau van de onderneming. Deze vormingsmomenten hebben tot doel om de syndicale reflex te ontwikkelen en de bestaande publicaties te leren gebruiken.
Oog voor detail
Infoblad van de BBTK voor het personeel van de zelfstandige kleinhandelszaken (PC 201) en de middelgrote levensmiddelenbedrijven (PC 202.01).
Het syndicaal kwartiertje – Hema
Bedrijfskrantje dat maandelijks (sinds maart 2009) door de afgevaardigden van Hema wordt opgesteld en door de interzetel wordt goedgekeurd. Komen hierin aan bod: basisinformatie, opvolging van de onderhandelingen en eisen van de syndicale afvaardiging binnen het bedrijf.
De syndicale bouillon - Lunch Garden
Hierin de rechten, de verworvenheden en procedures na te leven door de werkgever. Alles wat suddert bij Lunch Garden wordt maandelijks (sinds december 2009) opgenomen in een krantje door de delegees en goedgekeurd in de Interzetel.
BBTK-INFO Carrefour
Maandelijks worden de belangrijkste punten die in de ondernemingsraad aan bod kwamen in een pamflet opgenomen door de drie secretariaten van de drie ondernemingsraden en uitgehangen aan de syndicale borden.
In 2009 werd de CAO 100 (preventief alcohol en drugsbeleid in de onderneming) toegelicht tijdens enkele interzetels en werd een vorming uitgewerkt over tewerkstellingsbeleid en de tewerkstellingsinformatie met specifieke aandacht voor de de “kwetsbare” contracten in de handelssector.
2.1.5. Actieve participatie in andere initiatieven 2.1.5.1. Uni-commerce Vakbondswerk houdt niet op aan de grenzen. In de handelssector is de BBTK actief zowel op Europees niveau als op mondiaal niveau. Op Europees niveau nemen we deel aan de sociale dialoog georganiseerd door Uni-commerce. In het verleden werden met Euro-commerce talrijke kaderakkoorden afgesloten. In de huidige context ligt het accent niet zozeer op het afsluiten van nieuwe akkoorden maar op de uitvoering en de verbetering van de bestaande akkoorden. De voorbije jaren is de werking van Uni uitgebreid
Onthaalbrochures : Colruyt, Lidl (kaderleden)
Een brochure voor de werknemers om hen de weg te wijzen naar de juiste vakbond!
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
21
2. Syndicaal beleid - sectoraal
met landen uit Oost- en Centraal Europa. De sociale dialoog staat in deze landen nog in de kinderschoenen en zal nog een hele weg moeten afleggen om tot resultaten te komen. Om de syndicale werking op Europees niveau te versterken werd in 2010 een project georganiseerd over de Europese ondernemingsraden. Naast het organiseren van seminaries wordt eveneens een onderzoek gedaan om de werking en noden in kaart te brengen. Doelstelling is de Europese ondernemingsraden te ondersteunen en dit eventueel via het introduceren van coördinatoren op het terrein. Op mondiaal niveau ondersteunt de BBTK de oprichting van een vakbond in de handelssector in India. Bij een bezoek aan België heeft de BBTK een ontmoeting georganiseerd met onze delegees bij Delhaize, Makro en Aldi op de werkvloer. Ook binnen de Schone Klerencampagne (zie verder) speelt de BBTK al jaren een actieve rol. Binnen dit platform van vakbonden en ngo’s wordt gewerkt aan betere arbeids- en loonsvoorwaarden in de toeleveringsbedrijven. In 2009 bezocht een missie bedrijven en werknemers in Indonesië. Een documentaire werd hierover verspreid.
2.1.5.2. Schone klerencampagne / vêtements propres Tientallen miljoenen werknemers en werkneemsters uit de kledingindustrie werken aan een hels tempo en met ondraaglijke uurroosters voor lonen waarmee ze niet eens in hun basisbehoeften kunnen voorzien. Net als in 10 andere Europese landen groepeert de Schone Kleren Campagne in België vakbonden, ngo’s, jongeren-, vrouwen- en consumentenorganisaties. Via haar acties, analyses en internationale netwerken wil de Schone Kleren Campagne mee in die richting gaan zoeken naar concrete alternatieven en acties.
22
Samen met “Schone Kleren” werd in 2009 ook het project “Goedkoper” gelanceerd. De 15 organisaties die aan deze campagne meedoen, waaronder ook de BBTK, polsen bij supermarkten en discounters naar de impact van hun toeleveringspraktijken op de arbeidsvoorwaarden in hun
industriële kanalen. In het kader van de campagne “Goedkoper” worden ook sensibiliserings- en interpelleringsacties gevoerd om de distributeurs ertoe aan te zetten een gedragscode te ondertekenen, een systeem van meerpartijencontrole (Fair Wair Fundation) te volgen en de impact van hun praktijken op de arbeidsvoorwaarden te erkennen. In dat kader hebben specifieke vragen betrekking op:
het identificeren van de impact van de toele-
veringspraktijken op de arbeidsvoorwaarden; het corrigeren of wegwerken van praktijken die een negatieve impact op de arbeidsvoorwaarden hebben; het publiekelijk meedelen van de gedane vaststellingen, de goedgekeurde corrigerende plannen en de geboekte vooruitgang. Tot slot heeft “Goedkoper” zich in het kader van de lancering van de Aziatische campagne “Asia Floor Wage” gefocust op een specifieke vraag: het recht op een loon als bestaansminimum voor de werknemers van de kledingindustrie.
2.2. Social Profit
2.2.2. Situering PC
2.2.1. Wat betekent Social Profit? De Social-Profit wordt vaak als “een buitenbeentje” gecatalogeerd. Zo heeft het Interprofessioneel Akkoord (IPA) maar zeer gedeeltelijk effect op de Social-Profit. In plaats van tweejaarlijkse akkoorden werden in het recente verleden steeds akkoorden voor vijf jaar afgesloten. Dit gebeurt via tripartite overleg. Niet enkel tussen de vakbonden en de werkgevers, maar ook met de verschillende overheden. Vaak gaat er ruim een jaar voorbij tussen het indienen van de eisenbundel en het bereiken van een akkoord. Vervolgens duurt het dan nog eens een tot twee jaar voor de laatste CAO’s, ter uitvoering van het akkoord, zijn afgesloten. Dit alles gaat onvermijdelijk gepaard met acties en betogingen. Het stilaan vertrouwde beeld van “de Witte Woede” die door de straten van Brussel trekt. Een buitenbeentje, ook al omdat elke eurocent aan RSZ bijdragevermindering en loonlastverlaging gebruikt wordt om tewerkstelling te genereren. Via de Sociale Maribel zijn op deze wijze ruim 20.000 arbeidsplaatsen (12.000 VTE’s) gecreëerd. Een buitenbeentje dat midden een economische crisis voluit voor loonsverhoging gaat. Er zijn immers meer dan voldoende redenen om dit te rechtvaardigen. Niet in het minst door de nog steeds bestaande - en vergrote - loonkloof met de profitsectoren. Een buitenbeentje dat midden de economische crisis ook massaal aanwerft. De “private” SocialProfit telt ruim 420.000 arbeidsplaatsen. Met het vrij onderwijs erbij benadert dit de 440.000. Het planbureau voorspelt tegen 2014 een toename in de Social-Profitsector met ruim 70.000 arbeidsplaatsen. Dat is 40% van de totale jobcreatie in Vlaanderen! Deze tendens ziet men ook bij de sociale verkiezingen. Er is een zeer sterke toename van uitgebrachte stemmen binnen de Social-Profitsector. Binnen dit aantal groeien de stemmen en mandaten voor BBTK sterker dan de andere vakbonden. De Social-Profitsector, op verschillende vlakken inderdaad een buitenbeentje, dat onherroepelijk van het ietwat “lelijke eendje” tot mooie zwaan aan het uitgroeien is.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
Nr. PSC 318.00
Nr. PC 318
Sector PC diensten voor gezinsen bejaardenhulp
318.01
318
PSC diensten voor gezinsen bejaardenhulp van de franse gemeenschap, het waalse gewest en de duitstalige gemeenschap
318.02
318
PSC diensten voor gezinsen bejaardenhulp van de vlaamse gemeenschap
319.00
319
PC opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten
319.01
319
PSC opvoedings - en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de vlaamse gemeenschap
319.02
319
PSC opvoedings - en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de franse gemeenschap, het waalse gewest en de duitstalige gemeenschap
327.00
327
PC beschutte werkplaatsen en sociale werkplaatsen
327.01
327
PSC beschutte werkplaatsen en sociale werkplaatsen van de vl.gem. of vl.gemeenschapscommissie
327.02
327
PSC beschutte werkplaatsen en sociale werkplaatsen gesubsidieerd door de franse gemeenschapscommissie
327.03
327
PSC beschutte werkplaatsen en sociale werkplaatsen van het waalse gewest en de duitstalige gemeenschap
329.00
329
PC socio-culturele sector
329.01
329
PSC socio-culturele sector van de vlaamse gemeenschap
329.02
329
PSC socio-culturele sector van de franstalige en duitstalige gemeenschap en het waalse gewest
23
2. Syndicaal beleid - sectoraal
24
329.03
329
PSC federale en bicommunautaire socio-culturele organisaties
330.01.10
330
privé-ziekenhuizen en psychiatrische verzorgingstehuizen
330.01.20
330
rust- en verzorgingstehuizen
330.01.30
330
diensten voor thuisverpleging
330.01.41
330
autonome revalidatiecentra
330.01.42
330
centre de revalidation autonome et de réadaptation fonctionnelle
330.01.51
330
initiatieven voor beschut wonen
330.01.52
330
initiatives d’habitations protégées
330.01.53
330
wijkgezondheidscentra
330.01.54
330
maisons médicales
330.01.55
330
dienst bloed van het rode kruis van belgië
330.02
330
bicommunautaire gezondheidsinstellingen (ggc)
330.04
330
andere gezondheids instellingen en -diensten
331.00.10
331
kinderopvang
331.00.20
331
welzijns- en gezondheids instellingen en -diensten
332.00.10
332
milieux d’accueil de l’enfance
332.00.20
332
établissements et services de sante
335
sociale organisaties
337
non-profitsector n.b. het paritair comité voor de non-profitsector werkt niet, aangezien haar leden nog niet benoemd zijn
De SEL-SETCa is actief in de GemeenschapsPC’s van het vrij onderwijs (enkel Franstalige gemeenschap) Slechts enkele personeelsleden hebben een arbeidsovereenkomst volgens de wet van 3 juli 1978 en vallen, voor de bedienden, onder het PC 225. Het gesubsidieerde personeel valt
onder gemeenschaps-PC’s die zijn ingesteld door decreten houdende het statuut, namelijk:
Centraal PC confessioneel vrij onderwijs (D.
01/02/1993) Centraal PC niet-confessioneel vrij onderwijs (D. 01/02/ 1993) Die centrale niveau-PC’s.
PC’s
hebben
ook
autonome
2.2.3. Uitvoering van de verschillende Social - Profit akkoorden 2005-2010 in CAO’s 2.2.3.1. Federaal akkoord Het Federaal Social-Profit akkoord, afgesloten in april 2005, is in wezen een verderzetting – spinoff – van het akkoord 2000. Het trad in werking op 1 oktober 2005 en is geldig tot 30 september 2010. Het akkoord voor de bijkomende jobs blijft gelden tot 30 september 2011. We overlopen hieronder de inhoud punt per punt:
Koopkracht een
jaarlijkse attractiviteitspremie van € 300 netto bovenop de eindejaarspremie: Een forfaitair gedeelte gecombineerd met een variabel gedeelte. aanpassing loontoeslag voor nachtdienst op zon- en feestdagen: Van 50 naar 56%. functietoeslag voor hoofdverpleegkundigen en middenkaders: € 816,80 op jaarbasis. aanzet tot een tweede pijler aanvullend pensioen.
Tewerkstelling
7.248 bijkomende banen verzorgend personeel moet met een bedien-
decontract tewerkgesteld zijn arbeiders met vijf jaar anciënniteit krijgen twee voordelen van het bediendestatuut: inzake opzeggingstermijnen bij ontslag en gewaarborgd loon bij ziekte of ongeval.
Arbeidstijd en eindeloopbaan
Vrijstelling ArbeidsPrestaties (“VAP dagen” of
“Rimpeldagen”) - Dat zijn 12-24-36 dagen extra vrij op respectievelijk 45-50-55 jaar: werd uitgebreid tot groot deel van het personeel
Voor diegenen die geen recht hebben op bo-
venstaande VAP dagen: 5 dagen op 50 jaar + 5 dagen op 52 jaar + 10 dagen op 55 jaar
Kwaliteit van werk
Oprichting syndicale delegatie in instellingen,
trapsgewijze drempelverlaging van 50 naar 20 werknemers Vermindering van de werklast door: Onmiddellijke vervanging bij afwezigheid Bekendmaking van uurroosters ruim op voorhand Vooral dit luik van het akkoord kende bij de uitvoering veel problemen. De vermindering van de werklast door onmiddellijke vervanging en bekendmaking van uurroosters is tot op vandaag nog niet afgerond. De werkgevers liggen dwars.
Andere thema’s
Naast de uitvoering van het federaal akkoord werden we de voorbije jaren uiteraard nog met andere problematieken geconfronteerd. Het voorliggend activiteitenverslag is te beperkt om dit volledig weer te geven. We denken dan in de eerste plaats aan volgende dossiers: Zorgkundige Bepaalde personeelsleden reeds tewerkgesteld als verzorgingspersoneel konden zich als zorgkundige laten registreren. Naargelang de situatie kregen ze een volledige of voorlopige registratie. Dit dossier bleek een complexe materie te zijn. Niet in het minst omdat dit een federale bevoegdheid is, terwijl onderwijs een gemeenschapsmaterie is. Het attractiviteitsplan van het verpleegkundig beroep Als vakbond hebben we het onderste uit de kan moeten halen om dit plan bij te sturen. Hierdoor kunnen we ons in meer of mindere mate vinden in de premies bijzondere beroepstitels en bijzon-
dere beroepsbekwaamheden. En in de uitbreiding van de premies voor onregelmatige prestaties. Maar op datum van vandaag zijn ook deze twee thema’s verre van afgerond. De functieclassificatie Een nieuwe functieclassificatie stond al in het federaal akkoord 2000. De studie en het voorbereidende werk zijn stilaan afgerond. Implementatie tot op voorzieningsniveau is echter nog niet voor morgen. Momenteel worden een aantal simulaties gemaakt van hoe het toekomstig loonhuis binnen het PC 330 er zou kunnen uitzien. Dit theoretisch model vertrekt van de actuele barema’s, een barema-analyse en het classificatiemodel. Het zal dan aan de sociale partners zijn om een werkbaar model uit te werken.
2.2.3.2. Vlaams gewest Het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de Social-Profit (VIA), afgesloten in juni 2005, is in wezen een verderzetting – spin-off – van het akkoord 2000 en loopt tot 1 oktober 2010. De uitvoering ervan voor de luiken koopkracht en kwaliteitsverbetering is van 1 januari 2006 tot 31 december 2010. Voor het luik uitbreidingsbeleid is dit tot 31 december 2011. We overlopen hieronder de inhoud punt per punt:
Koopkracht
een verbetering van de Eindejaarspremie met
€ 300 netto aanzet tot een tweede pijler aanvullend pensioen diverse vormen van loonverbetering: opheffing clichéring (PC 319.01) opheffing beperking nachtvergoeding (PC 319.01) verbetering vervoerskosten (PC 318.02) aanzet ter overbrugging verschil barema B1b en B1a. (PC 318.02 en PC 331)
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
25
2. Syndicaal beleid - sectoraal
Tewerkstelling
4200 bijkomende banen (3000 VTE) werkgelegenheidskansen voor allochtonen 300 werkervarings- en stageplaatsen voor deeltijds lerenden
Arbeidstijd en eindeloopbaan
Vrijstelling Arbeidsprestaties (“VAP dagen”): Volledig traject VAP dagen onverkort realiseren (12-24-36 dagen op 45-50-55 jaar) in PC 318.02 – 319.01 – 329 – 331. Voor de Beschutte & Sociale Werkplaatsen: 7 dagen (45 jaar) en 8 dagen (55 jaar).
Op het vlak van de terugbetaling van de syndicale premies bestaan er ook verschillen tussen de sectoren van de Franse Gemeenschap (geen enkele terugbetaling of € 52/jaar of € 90/jaar).
Tewerkstelling
In 2006, toen de akkoorden voor de periode 2006-2009 werden gesloten, werd de tewerkstelling voor de privé-sectoren van de Social Profit die vallen onder de Franse Gemeenschap als volgt berekend in voltijdse equivalenten:
Kwaliteit van werk
Budget Managementondersteuning o.a. voor een VTO beleid.
Andere thema’s
Naast de uitvoering van het VIA werden we de voorbije jaren uiteraard nog met andere problematieken geconfronteerd. Het voorliggend activiteitenverslag is te beperkt om dit volledig weer te geven. We denken dan in de eerste plaats aan de onthaalouders. BBTK voert deze strijd ruim tien jaar. Momenteel hebben de onthaalouders een “sui generis statuut”. Sinds kort neigt de overheid tot het toekennen van een werknemersstatuut. Wat als voorstel voorligt wordt momenteel als onvoldoende beschouwd.
26
Sector Socio-culturele en sportieve sector (PSC 329.02)
Aantal VTE 5.568
Kinderopvang (PC 332)
4.263
Bijzondere jeugdzorg (PSC 319.02)
3.537
Gespecialiseerde kinderopvang (PSC 319.02)
245
Gezondheidspromotie op school (PC 332)
156
SOS Kinderen (PC 332)
92
Sociale hulp aan justitiabelen (PC 332)
61
2.2.3.3. Franstalige gemeenschap
Op basis van het afgewerkte tewerkstellingskadaster in de Franse Gemeenschap zal de evolutie van de tewerkstelling sinds 2006 geactualiseerd kunnen worden.
Koopkracht
Arbeidstijd en eindeloopbaan
Het Social-Profitakkoord (2006-2009) betreffende de sectoren van de Franse Gemeenschap streefde naar een verhoging van de loonsvoorwaarden waarbij de barema’s van de ziekenhuizen (PSC 305.01 dat intussen PC 330 is geworden) als referentie werden genomen. Dankzij die langdurige baremieke harmonisering, aangevat in 2001, konden de werknemers in 2009 naargelang van de sectoren een verschillend baremiek niveau bereiken, tussen 93% en 99% van de barema’s van de ziekenhuizen. Wat de eindejaarspremie betreft, staan de sectoren van de Franse Gemeenschap niet op dezelfde voet van gelijkheid. Sommige sectoren krijgen geen enkele eindejaarspremie terwijl andere sectoren een vaste uitkering krijgen, naargelang van de sectoren aangevuld met een variabel deel gelijk aan 2,5% van het brutoloon.
Tussen de sectoren van de Franse Gemeenschap bestaan verschillen in het aantal dagen extra verlof dat wordt toegekend. Het is immers zo dat enkel de sectoren van de bijzondere jeugdzorg, de gespecialiseerde kinderopvang (PSC 319.02) en de kinderopvang (PC 332) 5 extra dagen genieten. Dat in tegenstelling tot de andere sectoren van de Franse Gemeenschap die dat niet genieten. Door het tandem-plan genieten werknemers van 50 jaar en ouder die halftijds tijdskrediet nemen een aanvullende uitkering om te komen tot 80% van het oorspronkelijke brutoloon. Terwijl het tandem-plan al sinds 1 januari 2004 van toepassing was in de sectoren van de bijzondere jeugdzorg en de gespecialiseerde kinderopvang (PSC 319.02) heeft de sector van de kinderopvang (PC 332) het sinds 1 januari 2006 ingevoerd.
De andere sectoren van de Franse Gemeenschap genieten die maatregel niet. In 2009 heeft de socio-culturele en sportieve sector dan weer twee belangrijke eindeloopbaanmaatregelen aangenomen: het outplacement (begeleiding van ontslagen werknemers van 45 jaar en ouder om een nieuwe baan te vinden) en het conventioneel brugpensioen op 58 jaar. Zo heeft die sector zijn achterstand ingehaald tegenover de andere sectoren van de Franse Gemeenschap die al brugpensioenmaatregelen genoten.
Kwaliteit van werk
Het afgewerkte tewerkstellingskadaster in de Franse Gemeenschap vormt één van de instrumenten om te evalueren of de evolutie van de tewerkstelling zich concreet heeft vertaald in volwaardige nieuwe jobs of integendeel in nieuwe banen met een nepstatuut.
Sector Geestelijke gezondheidszorg (PC 332)
Aantal VTE 278
Geboorteregeling (PC 332)
181
Centra voor maatschappelijk werk (PC 332)
231
Coördinatie van thuisverzorging en thuisdiensten (PC 332)
83
Centra voor tele-onthaal (PC 332)
15
Hulp aan justitiabelen (PC 332)
26
Ontmoetingsruimten (PC 332)
27
Geïntegreerde gezondheidszorg (PC 332)
60
Toxicomanie (PC 332)
79
Gezinshulp (PSC 318.01)
4.268
Opvang - huisvesting - begeleiding van gehandicapten (PSC 319.02)
6.384
Volwassenen in moeilijkheden (PSC 319.02)
323
Beschutte werkplaatsen (PSC 327.03)
5.637
Socio-culturele sector van het Waals Gewest (PSC 329.02)
2.231
2.2.3.4. Waals Gewest Koopkracht
In het Waals Gewest werd de harmonisering van de lonen van de verschillende sectoren op basis van de privé-ziekenhuizen dankzij het akkoord 2000-2006 globaal verwezenlijkt. In 2005 werd een aanvullende financiering voorzien om bepaalde slecht ingeschatte maatregelen van het akkoord 2000-2006 te corrigeren voor de gezinshulpen, de monitoren klasse 3 in de beschutte werkplaatsen en de opvoeders klasse 1 van de sector opvang en huisvesting van gehandicapten. Het akkoord 2007-2009 betekende een extra stap via de valorisering van de ongerieflijke uren, volgens verschillende modaliteiten naargelang van de sectoren. In een aantal sectoren kon de syndicale premie worden opgetrokken tot een gelijkwaardig bedrag als dat van de werknemers in het openbaar ambt (d.i. € 90). Vandaag wordt de haard- en standplaatsvergoeding nog steeds niet toegekend aan de werknemers van de socioprofessionele inschakeling. De sector-CAO’s over de eindejaarspremie zijn nog altijd niet veralgemeend naar alle sectoren en daar waar ze bestaan, worden ze nog steeds berekend op een onveranderde basis die al jarenlang niet meer werd geherwaardeerd.
Tewerkstelling
In 2007, toen de akkoorden voor de periode 20072009 werden gesloten, werd de tewerkstelling voor de privé-sectoren van de Social Profit die vallen onder het Waals Gewest als volgt berekend in voltijdse equivalenten:
Op basis van het afgewerkte tewerkstellingskadaster in het Waals Gewest zal de evolutie van de tewerkstelling sinds 2007 geactualiseerd kunnen worden.
Arbeidstijd en eindeloopbaan
In de meeste sectoren werden extra verlofdagen toegekend mits compenserende aanwervingen. Heel wat sectoren hebben op basis van de CAO nr. 17 ook CAO’s gesloten waarmee het voordeel van het brugpensioen werd uitgebreid en de toekenningsmodaliteiten ervan werden versoepeld. De draagwijdte van die maatregelen varieert van sector tot sector. In de diensten voor gezinshulp wordt een aanvullende vergoeding van € 39,74 betaald aan werknemers die hun prestaties aan het einde van de loopbaan verminderen. De eindeloopbaanmaatregel “TANDEM-plan” die sinds enkele jaren uitgewerkt is in de sector van de opvoedings- en huisvestingsinstellingen en -diensten bestaat niet in de andere sectoren.
Kwaliteit van werk
Deeltijds werk is een typisch aspect van de sectoren. Die situatie vloeit vooral voort uit een erg hoge werklast of een door de werkgevers gewenste flexibelere wijze van arbeidsorganisatie. Sinds 2008 kunnen die werknemers een verho-
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
27
2. Syndicaal beleid - sectoraal
ging van hun arbeidstijd genieten als compensatie voor de extra verlofdagen. In de verschillende sectoren hebben we nepstatuten kunnen omvormen tot vaste banen. We stellen evenwel vast dat er nieuwe nep- of hybride statuten opduiken: dienstencheques, onthaalouders, persoonlijke assistenten (PAB)... Het afgewerkte tewerkstellingskadaster in het Waals Gewest vormt één van de instrumenten om te evalueren of de evolutie van de tewerkstelling zich concreet heeft vertaald in volwaardige nieuwe jobs of integendeel in nieuwe banen met een nepstatuut. De laatste jaren werd het proces van dualisering van onze samenleving onophoudelijk versneld door de moeilijkheden voor de overheid om de stijgende maatschappelijke behoeften op te vangen in combinatie met de toenemende vermarkting van de sectoren. De hervorming EFT – OISP – CFP AWIPH, bijvoorbeeld, heeft geleid tot werkoverlast en slechtere arbeidsvoorwaarden
2.2.3.5. Brussel Koopkracht
In de sectoren van de Brusselse Social Profit werd in de eisenbundels gestreefd naar een harmonisering van de barema’s en de voordelen met die van het PC 330 van de federale gezondheidssectoren. Zo werd in het akkoord voor de periode 2000-2005 grote vooruitgang verworven met de afstemming van de barema’s op het PC 330 (voorheen PSC 305.01), inclusief de eindejaarspremies, de haard- en standplaatsvergoedingen, de premies voor onregelmatige prestaties.
28
Verder werd tijdens diezelfde periode alle anciënniteit verkregen in de Social-Profitsector in België en in het buitenland alsook de anciënniteit verkregen in de profitsector gevaloriseerd met een begrenzing van 10 jaar voor de administratieve en technische functies. In de periode 2006-2009 lag de nadruk vooral op een opwaardering van het arbeiderstatuut naar het bediendestatuut toe en op de financiering van de projecten voor sociale cohesie (initiatieven die streven naar gemengdheid op sociaal, cultureel, leeftijds- en geslachtsgebonden vlak en ter aanmoediging van een aanpak en initiatie op het gebied van burgerzin).
Arbeidstijd en eindeloopbaan
Terwijl in de periode 2000-2005 aan de Brusselse Social-Profitsector extra verlofdagen (4 dagen en 27 september) werden toegekend evenals een eindeloopbaanregeling met een geleidelijke vermindering van de arbeidstijd met compenserende aanwervingen en behoud van loon (32 uur op 55 jaar, 34 uur op 50 jaar en 36 uur op 45 jaar), konden in de periode 2006-2009 vorderingen worden geboekt op het vlak van brugpensioen voor werknemers van minstens 58 jaar oud (vergoeding verhoogd met 15% ten opzichte van de minimumvergoeding) en halftijds tijdskrediet voor 50-plussers (uitkering “tandem-plan” betaald aan de werknemer om te komen tot 80% van het oorspronkelijk brutoloon).
Kwaliteit van werk
In de Brusselse sociale sector – ambulante gezondheidszorg werd een studie gevoerd over welzijn op het werk: Uit het eerste deel van de studie konden ver-
scheidene vaststellingen worden gedaan: De wet en haar toepassingsmodaliteiten zijn door haast niemand gekend Als de wet dan al wordt toegepast, gebeurt dat doorgaans gedeeltelijk en/of verkeerd. Nochtans verklaart +/- 50% van de werknemers van die structuren welzijnsproblemen te ondervinden of te hebben ondervonden (stress, veiligheid, geweld, hygiëne, pesterijen, …) Er bestaan moeilijkheden omtrent de toepassing van de wet: onaangepaste wet (grootte van de structuren, activiteit), tijdsgebrek, tekort aan arbeidskrachten en aan middelen, geen belangstelling, geen prioriteit, … De rol van de EDPBW werd omschreven (voornaamste informatiebron, controle, weinig of geen gepersonaliseerde dienstverlening, te kleine klanten…)
2.2.3.6. Duitstalige Gemeenschap Koopkracht
In het akkoord van toepassing op de Duitstalige Gemeenschap voor de periode 2006-2009 werden volgende maatregelen voorzien: rekening houden met de indexering van de
lonen in de subsidiëring verhoging van de subsidies met 1% voor 2008 en met 1,25% voor 2009 syndicale premie € 54,54
terugbetaling van verplaatsingskosten (woon-
2.2.3.7. Vrije onderwijs
De werkzaamheden van de centrale of niveau-PC’s hadden betrekking op volgende onderwerpen.
werkverkeer) ten belope van 50% van sociaal abonnement terugbetaling van verplaatsingskosten om beroepsredenen ten belope van percentage toegepast in federale openbare diensten invoering van een functie- en baremaclassificatie voor de socio-culturele sector; betaling van de carensdag 15 november (Feest van de Duitstalige Gemeenschap) als extra verlofdag valorisering van onregelmatige prestaties voor de sector van de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten (PSC 319.02)
Tewerkstelling
Deeltijds werk is een typisch aspect van deze sectoren. Het betreft vaak een keuze die te wijten is aan een erg hoge werklast. Sinds 2008 kunnen die werknemers een verhoging van hun arbeidstijd genieten als compensatie voor de extra verlofdagen. In de verschillende sectoren hebben we nepstatuten kunnen omvormen tot vaste banen. We stellen evenwel vast dat er nieuwe nep- of hybride statuten opduiken: dienstencheques, onthaalouders, persoonlijke assistenten (PAB)... De laatste jaren werd het proces van dualisering van onze samenleving onophoudelijk versneld door de moeilijkheden voor de overheid om de stijgende maatschappelijke behoeften op te vangen in combinatie met de toenemende vermarkting van de sectoren. De hervorming EFT – OISP – CFP AWIPH, bijvoorbeeld, heeft geleid tot werkoverlast en slechtere arbeidsvoorwaarden.
Arbeidstijd en eindeloopbaan In het sociaal akkoord 2006-2009 van de Duitstalige Gemeenschap was voorzien om de invoering van het Tandem-plan te bestuderen: hierdoor genieten werknemers van 50 jaar en ouder die halftijds tijdskrediet nemen een aanvullende uitkering om te komen tot 80% van het oorspronkelijke brutoloon. Bijgevolg genieten de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten (PSC 319.02) die vallen onder de Duitstalige Gemeenschap deze maatregel sinds 1 januari 2009, d.i. 6 jaar later dan dezelfde sectoren die onder het Waals Gewest vallen.
Ter uitvoering van het decreet van 01/02/1993, heeft het model van oproep tot kandidaturen van directeurs het voorwerp uitgemaakt van een besluit van de regering van de Franse Gemeenschap, zoals beslist door het centraal PC voor vrij confessioneel onderwijs en van het centraal PC voor vrij niet-confessioneel onderwijs. Een procedure en de kalender voor de verkiezingen in de Lokale Overleginstanties (LOI’s) werd uitgewerkt, als gevolg van een beslissing van de PC’s voor vrij confessioneel gewoon basisonderwijs, voor vrij confessioneel gespecialiseerd onderwijs en voor vrij niet-confessioneel basisonderwijs. De CAO nr. 81 (punt ingediend door SEL-SETCa) inzake privacy en de CAO nr. 68 (camera’s) zijn aangepast. Beide punten zijn behandeld door een inter-netten werkgroep. De resultaten van deze werkgroepen werden aan de centrale PC’s doorgestuurd ter goedkeuring. Deze maatregelen zijn bekrachtigd door besluiten van de regering van de Franse Gemeenschap. Er viel een beslissing “alcohol/drug-preventie”: omzetting en aanpassing van de CAO nr. 100. Deze vraag kwam van het Secretariaat van het Katholiek Onderwijs. Het tegenvoorstel van SELSETCa werd als referentie genomen. Maakte het voorwerp uit van een inter-netten werkgroep. De resultaten van de werkzaamheden van die groep werden ter goedkeuring overgemaakt aan de centrale PC’s. Totnogtoe hebben enkel de centrale PC’s voor het hoger onderwijs buiten de universiteit (Hogescholen) en de PMS-centra de tekst van de werkgroep formeel goedgekeurd. De andere PC’s wachten nog op de aanstelling van een nieuwe voorzitter. De vraag om algemeenbindendverklaring aan de regering van de Franse Gemeenschap is lopende. Er werd een aanbeveling inzake stressbeheer geformuleerd. Dat maakte het voorwerp uit van een inter-netten werkgroep. De resultaten van de werkzaamheden van die groep werden ter goedkeuring overgemaakt aan de centrale PC’s. Er werd een deontologische gids in de PMS-centra uitgewerkt. Deze werd opgemaakt in het PC voor
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
29
2. Syndicaal beleid - sectoraal
de vrije gesubsidieerde PMS-centra. De vraag daarnaar werd door SEL-SETCa geformuleerd. In het centraal PC voor confessioneel vrij gesubsidieerd hoger onderwijs buiten de universiteit (D. 24.07.1997 – Hogescholen) werden volgende punten gerealiseerd: overeenkomst over de berekeningsmodaliteiten van de dienstanciënniteit (aanvullende regel RCS-statuut), overeenkomst over de bevordering van meesters in praktijkopleiding (RCS), raamarbeidsreglement – voortdurende actualisering (aanbeveling), raamovereenkomst betreffende de fusies van instellingen, verslag over de dienstverlening van het administratief personeel (RCS), beslissing over behoud van rechten van personeel ingeval van verandering van indeling in toe te kennen lessen (RCS), verslag over de dienstverlening van het onderwijzend personeel (RCS), indeling van de onderwijsactiviteiten in de toe te kennen lessen (RCS, aan de gang). In het paritair comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs (PC 225). Er worden maar weinig CAO’s ondertekend want de werkgevers weigeren werkzaamheden op te starten rond diverse punten: syndicale premies, brugpensioen, statuut van een syndicale afvaardiging. De SEL-SETCa vindt de voorstellen inzake opleidingsinspanning voor het personeel overigens niet heel ernstig. Ondertekende CAO’s: CAO tot indeling van het personeel van het
verplicht onderwijs CAO betreffende de arbeidstijd in het verplicht onderwijs CAO betreffende de functieclassificatie en de barema’s in de Hogescholen
30
CAO betreffende de jaarlijkse verlofdagen en
dagen van dienstvrijstelling (Hogescholen) CCT herziening van de barema’s (Hogescholen) Aanbeveling: raamarbeidsreglement (Hoge scholen)
2.2.4. Aanzet naar nieuwe akkoorden 2011-2016 2.2.4.1. Federaal akkoord Het federaal Social-Profit akkoord 2005 loopt ten einde. Op 2 februari werd in de AB te Brussel “de kick-off” gegeven naar een nieuw akkoord. De eisenbundel van het Gemeenschappelijk Vakbondsfront werd aan de bevoegde ministers afgegeven. De verschillende eisen zijn tot 6 grote thema’s terug te brengen: Verhoging van het inkomen en koopkracht Op vlak van tewerkstelling niet enkel bijko-
mende jobs,maar ook controlemiddelen en stabiliteit van de contracten Een werkbaar werk en een leefbaar leven. Met bijkomende vakantiedagen, een beter stelsel van zorgkrediet en “sociaal verlof” en recht op tijdskrediet en loopbaanvermindering Meer kansen op vorming, opleiding en begeleiding Overheidsmaatregelen tegen de commercialisering van zorg en welzijn Sociale Democratie
Op 8 juni volgde meteen een eerste betoging.
2.2.4.2. Vlaams akkoord Het VIA 2005 loopt ten einde. Op 2 februari werd in de AB te Brussel “de kick-off” gegeven naar een nieuw akkoord. De eisenbundel van het Gemeenschappelijk Vakbondsfront werd aan de bevoegde ministers afgegeven. De verschillende eisen zijn tot 7 grote thema’s terug te brengen en lopen grotendeels parallel met deze van de federale Social-Profit: Verhoging van het inkomen en koopkracht. Op vlak van tewerkstelling niet enkel bijko-
mende jobs, maar ook controlemiddelen en stabiliteit van de contracten.
Een werkbaar werk en een leefbaar leven. Met
bijkomende vakantiedagen, een beter stelsel van zorgkrediet en “sociaal verlof” en recht op tijdskrediet en loopbaanvermindering. Meer kansen op vorming, opleiding en begeleiding. Overheidsmaatregelen tegen de commercialisering van zorg en welzijn. Sociale Democratie. Sectorspecifieke eisen voor de verschillende PC’s 318.02–319.01–327.01–329.01–331.
De betoging van 8 juni was ook hier een duidelijke eerste waarschuwing!
Afstemming van de toeslagen voor onregelma
2.2.4.3. Franse gemeenschap In de Franse Gemeenschap bevat de eisenbundel die in gemeenschappelijk vakbondsfront werd ingediend onder meer volgende punten: Afronding van de harmonisering van de ba-
rema’s tot het niveau van de barema’s van de federale gezondheidssectoren (PC 330) Gewaarborgde mobiliteit van de werknemers door rekening te houden met de volledige anciënniteit verworven in de Social Profit of met de functiegebonden anciënniteit Afstemming van het bedrag van de syndicale premies op de premie toegekend in de openbare sector
tige prestaties Opwaardering van de lage lonen door de integratie en de veralgemening van een aanvullende uitkering gelijkaardig aan de haard- en standplaatsvergoeding toegepast in de federale gezondheidssectoren (PC 330) Toekenning van een 13de maand Toekenning van extra verlofdagen Toepassing van de vrijstellingen van prestaties aan het einde van de loopbaan zoals op federaal vlak Veralgemening van de maatregel “Tandemplan” op basis van het tijdskrediet voor 50-plussers Duidelijk onderscheid in de decreten en de subsidiëringsbesluiten tussen de budgettaire enveloppes bestemd voor tewerkstelling en voor de werking Veralgemening van de vastlegging van minimale omkaderings- en werkingsnormen per functie Versterking van de instrumenten ter bevordering van transparantie en controle op de besteding van de middelen voor werkgelegenheid Vastlegging en toekenning van een percentage van de loonmassa voor de financiering van extra banen of arbeidstijd ter vervanging van afwezigheden allerhande (ziekte, syndicale opdracht, opleidingen, [gedeeltelijke] eindeloopbaanmaatregelen zonder andere financieringsbron, …) om de werklast te verlichten
31
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
2. Syndicaal beleid - sectoraal
2.2.4.4. Waals Gewest
2.2.4.5. Brussel
De verschillende punten in de eisenbundel zijn:
Voor de Brusselse Social Profit bevat de eisenbundel voor de periode 2010-2011 de volgende punten:
Koopkracht
Verhoging van de koopkracht blijft één van de prioritaire eisen van de BBTK
Loonsverhoging van 1% geïndexeerd conform de federale gezondheidssectoren Integratie van de sectoren, instellingen en personeelscategorieën die in de vorige akkoorden vergeten of afwezig waren Veralgemening van de haard- en standplaatsvergoeding Toekenning van een 13de maand loon Verlenging van de evolutie van de loonschalen Zorgen voor de aantrekkelijkheid van de sectoren en voor een gewaarborgde mobiliteit van de werknemers door rekening te houden met de volledige anciënniteit van de sector of van de functie
Tewerkstelling
een 13de maand gratis openbaar vervoer in het Brussels Gewest
Duidelijk onderscheid in de decreten en de
32
subsidiëringsbesluiten tussen de budgettaire enveloppes bestemd voor tewerkstelling en voor de werking Veralgemening van de vastlegging van minimale omkaderings- en werkingsnormen per functie Versterking van de instrumenten ter bevordering van transparantie en controle op de besteding van de middelen voor werkgelegenheid Vastlegging en toekenning van een percentage van de loonmassa voor de vervanging van afwezigheden allerhande om de werklast te verlichten (ziekte, syndicale opdracht, opleidingen, [gedeeltelijke] eindeloopbaanmaatregelen zonder andere financieringsbron, …) Aangepaste arbeidsvoorwaarden en beroepsloopbanen om kwaliteitsvolle banen te vrijwaren Goed bestede overheidsmiddelen Toekenning van overheidsmiddelen, inclusief tewerkstellingssteun, aan instellingen die onder de vorm van vzw’s georganiseerd zijn De overheid moet erover waken dat alle overheidsmiddelen besteed worden aan de verwezenlijking van het sociale oogmerk van de gesubsidieerde instellingen
(volledige terugbetaling voor werknemers die openbaar vervoer gebruiken) opwaardering van de syndicale premie verbetering van de omkaderingsnormen bij ziekte of opleiding toekenning van 4 extra verlofdagen aan de sector van de beschutte werkplaatsen en toekenning van 27 september aan de andere Social-Profitsectoren toepassing van de CAO nr. 35 waarbij voorrang wordt gegeven aan deeltijdse werknemers voor de door de werkgevers voorgestelde aanvullende uurroosters Wat welzijn op het werk betreft: oprichting van inter-bedrijven CPBW’s en veralgemening van de studie in de ambulante sector
2.2.4.6. Duitstalige gemeenschap Harmonisering van de huidige barema’s naar de federale sectoren (PC 330) Vergoeding voor onregelmatige prestaties op
het niveau van de federale gezondheidssectoren (PC 330) Invoering van een aantrekkelijkheidspremie om te vermijden dat werknemers wegtrekken naar andere sectoren of regio’s Vervoerskosten – verplaatsingen om beroepsredenen: gratis openbaar vervoer en volledige terugbetaling van sociaal abonnement voor mensen die bewijzen dat ze geen openbaar vervoer kunnen gebruiken Afstemming van het bedrag van de syndicale premies op de premie toegekend in de openbare sector 13de maand: invoering van een dertiende maand voor al het personeel van de beschutte werkplaatsen Erkenning van alle jaren verworven ervaring Vastlegging en toekenning van een percentage van de loonmassa voor de financiering van extra banen of arbeidstijd ter vervanging van afwezigheden allerhande (ziekte, syndicale opdracht, opleidingen, enz.)
Rekening houden met alle gepresteerde uren,
ook de verplaatsingstijd, voor alle personeelscategorieën Veralgemeende arbeidsduurvermindering met compenserende aanwervingen en zonder loonverlies Oplossing voor het probleem van de erkenning van de arbeidstijd in de beschutte werkplaatsen als voltijdse arbeidstijd 5 dagen opleiding per jaar en per werknemer (ook voor gesco’s) veralgemening en verbetering van het systeem “Tandem-plan” (20 jaar anciënniteit) en verbetering van het vervangingsstatuut Veralgemening van het conventioneel brugpensioen, door rekening te houden met het volledige loon bij de berekening van het referteloon (zonder bovengrens) Veralgemeende financiering van de eventuele kosten verbonden aan de uitvoering van de eindeloopbaanmaatregelen Invoering van een premie vanwege de Duitstalige Gemeenschap bij tijdskrediet voor opvoeding van een kind, zorg voor een ziek of bejaard familielid, of voor het volgen van een opleiding Aanvullende vergoeding in geval van economische werkloosheid voor het betrokken personeel van de beschutte werkplaatsen
Omvorming van gesco’s in vaste werkposten,
als die posten erkend zijn als structureel in de organisaties en financiering van de SocialProfitakkoorden voor de gesco-posten; Betrokkenheid van de vakbonden bij de besprekingen voor de praktische uitvoering van het statuut van onthaalouders Functieclassificatie en invoering van sectorale barema’s in het PSC 329.02
2.2.4.7. Vrije onderwijs Eén enkel barema voor het personeel (af-
gestemd op het hoogste functiebarema bij aanwerving in het onderwijs [502]) Behoud van de eindeloopbaanregelingen Begeleiding van de “nieuwe leerkrachten” Menselijke middelen opdat de plaatselijke afgevaardigden een echte controle kunnen uitoefenen op de statutaire verrichtingen en uitoefening van de mandaten in OR en CPBW Modelevaluatie met het oog op definitieve aanwerving in het verplicht onderwijs Monografie voor de functie van opvoeder in het onderwijs Bevordering van statutaire tewerkstelling in het hoger onderwijs
33
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
2. Syndicaal beleid - sectoraal
2.3. Diensten 2.3.1. Omschrijving De dienstverlening wordt naar tewerkstelling toe steeds belangrijker. Onder de noemer van diensten horen een veelheid van sectoren thuis. Wij geven hierna een opsomming van alle sectoren weer.
2.3.2. Evolutie en cijfers
34
PC PC 217
Sector Casinobedienden
Samenstelling PC bedienden
2006 702
2009 843
PC 218
ANPCB
bedienden
377.612
404.796
PC 219
Erkende controleorganismen
bedienden
1.574
1.830
PC 223
Sport
bedienden
1.079
1.176
PC 226
internat handel en vervoer
bedienden
41.050
42.810
PC 227
Audio visuele sector
bedienden
3.040
3.900
PC 302
Hotelbedrijf
gemengd
112.345
112.917
PC 303
Filmbedrijf
gemengd
2.178
1.892
PC 313
Apotheken en tarificatiediensten
gemengd
11.760
12.210
PC 314
Kappersbedrijf en schoonheidszorgen
gemengd
14.454
15.541
PC 315
Handelsluchtvaart
gemengd
7.856
8.359
PC 317
Bewakings en/of toezichtsdiensten
gemengd
12.395
14.089
Pc 320
Begrafenisondernemingen
gemengd
1.882
2.002
PC 321
Groothandelaars-verdelers in geneesmidden
gemengd
2.881
2.772
PC 322
Uitzendarbeid en erkende ond. voor buurtwerken
gemengd
123.739
148.582
PC 323
Beheer van gebouwen
gemengd
4.534
8.679
PC 333
Toeristische attracties
gemengd
674
796
PC 335
Sociale organisaties
gemengd
0
3.559
PC 336
Vrije beroepen
gemengd
0
18.445
PC 339
Erkende maatschap voor sociale huisvesting
gemengd
0
4.987
2.3.3. CAO’s De voorbije 2 CAO-perioden waren sociaal gezien niet eenvoudig. De 2 onderhandelde sector-CAO’s zijn dan ook een weerspiegeling geworden van die realiteit. Voor de CAO 2007-2008 beperkte het IPA de mogelijkheden van de onderhandelingen. Voor het akkoord 2009-2010 moest dan weer onderhandeld worden in volle economische crisis. Deze beide realiteiten hebben de BBTK er niet van weerhouden om het onderste uit de kan te halen. Voor de PC’s 218, 226, 227, 303 en 315 vindt u hier een gedetailleerd overzicht. De andere sectoren worden verderop in een overzichtstabel meegegeven.
2.3.3.1 Voor de bedienden in het ANPCB (PC 218) CAO 2007-2008
Koopkracht Stijging van de baremalonen en de effectieve lonen met € 18 op 1 januari 2008. Verfijning van de opleidings CAO In een bedrijf met vakbondsafvaardiging, wordt het suppletief opleidingsplan, indien van toepassing, aan de vakbondsafvaardiging meegedeeld. In een bedrijf zonder vakbondsafvaardiging, wordt het suppletief opleidingsplan in het bedrijf uitgehangen. Tijdskrediet De in de sector gemaakte afspraken in de sector worden verlengd tot 30 juni 2009: Werknemers die de leeftijd van 50 jaar niet bereikt hebben en instappen in een systeem van voltijds of halftijds tijdskrediet, kunnen dit doen voor 2 jaar. Werknemers die de leeftijd van 50 jaar niet
bereikt hebben en die minstens 5 jaar anciënniteit in de onderneming hebben, kunnen voor 3 jaar instappen in het systeem van voltijds tijdskrediet. De werknemers van 55 jaar en ouder worden niet meegerekend voor de berekening van de drempel van 5%. Werknemers van 55 jaar en ouder die instap pen in 4/5de tijdskrediet, genieten van een bijkomende vergoeding van € 58,67. Deze vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd.
Brugpensioen De gemaakte afspraken worden verlengd; de brugpensioenleeftijd blijft behouden op 58 jaar tot 30 juni 2009. Bijkomend wordt het stelsel van brugpensioen op 56 jaar (loopbaan van van 33 jaar, waarvan 20 jaar nachtwerk en met 10 ancien. in het bedrijf) ingevoerd en dit tot eind 2008. Diversiteit en mobiliteit Oprichten van werkgroepen diversiteit en mobiliteit. Ze buigen zich over diversiteit en mobiliteit in PC 218. Beide werkgroepen leggen een eerste verslag over hun werkzaamheden neer in het Paritair Comité tegen 1 juli 2008. Contracten Contracten bepaalde duur en vervangingsovereenkomsten: bij aanwerving met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur zal de duur van arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur of vervangingsovereenkomsten verrekend worden op de maximum proeftermijn, voor zover het gaat om dezelfde functie in de onderneming.
CAO 2009-2010
Koopkracht De netto - koopkrachtverhoging wordt omgezet in ecocheques. Voor een bediende met een voltijds arbeidsregime en met een volledige referteperiode bedraagde de netto - koopkrachtverhoging voor 2009 € 125 (éénmalig) en vanaf 2010 wordt er jaarlijks € 250 in ecocheques uitbetaald. Voor een bediende met een deeltijds arbeidsregime worden de ecocheques in volgende schijven uitbetaald:
Wekelijkse arbeidsduur vanaf 4/5 *
2009 € 125
2010 € 250
vanaf 3/5*
€ 100
€ 200
vanaf 1/2*
€ 75
€ 150
minder dan 1/2*
€ 50
€ 100
* van een voltijdse betrekking
Bij een onvolledig dienstjaar in de referteperiode, wordt het bedrag in verhouding tot de werkelijke prestaties uitbetaald. De volgende gelijkgestelde periodes tellen mee: vakantiedagen, ziektedagen met gewaarborgd loon en moederschapsverlof. De koopkrachtverhogingen kunnen in PC 218 omgezet worden in een gelijkwaardig voordeel. Verplaatsingskosten Bij het gebruik van een privévoertuig voor het woon-werkverkeer komt de werkgever tussen
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
35
2. Syndicaal beleid - sectoraal
indien het bruto-jaarwedde van de bediende lager is dan € 24.000 (voorheen lag de grens op € 19.831,48) Brugpensioen De minimumleeftijd voor het conventioneel brugpensioen wordt behouden op 58 jaar tot 30 juni 2011, daarbij rekening houdend met de wettelijke voorwaarden (37 jaar beroespverleden voor mannen en 33 jaar beroepsverleden voor vrouwen) en voor zover betrokkene een anciënniteit heeft in de onderneming van minimum 2 jaar op het ogenblik van het ontslag. De minimumleeftijd voor het conventioneel brugpensioen wordt behouden op 56 jaar voor bedienden met een beroepsverleden van 33 jaar, waarvan 20 jaar nachtarbeid en bovendien minstens 10 jaar anciënniteit in de onderneming hebben bereikt op het ogenblik van het ontslag. De vermelde leeftijdsvoorwaarde van 56 jaar moet vervuld zijn in de periode tussen 1/01/2009 en 31/12/2010 en bovendien op het ogenblik van het einde van de arbeidsovereenkomst. Tijdskrediet De in de sector gemaakte afspraken in de sector worden verlengd tot 30 juni 2011:
36
Voor werknemers die de leeftijd van 50 jaar niet bereikt hebben en instappen in een systeem van voltijds of halftijds tijdskrediet, kunnen dit doen voor 2 jaar. Werknemers die de leeftijd van 50 jaar niet bereikt hebben en die minstens 5 jaar anciënniteit in de onderneming hebben, kunnen voor 3 jaar instappen in het systeem van voltijds tijdskrediet. De werknemers van 55 jaar en ouder worden niet meegerekend voor de berekening van de drempel van 5%. Werknemers van 55 jaar en ouder die instappen in 4/5de tijdskrediet, komen in aanmerking voor een bijkomende vergoeding van € 63,89. Deze vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd.
Diversiteit de sector doet de aanbevelling om het thema diversiteit eenmaal per jaar op de agenda van de overlegorganen binnen de onderneming te plaatsen.
Nieuwe functieclassificatie Vanaf 1 januari 2010 is er in de sector een nieuwe functieclassificatie van kracht. Loonbarema’s Vanaf 1 oktober 2009 worden de loonbarema’s vastgelegd op basis van het aantal jaren beroepservaring. In PC 218 verstaat men onder “beroepservaring”: de periode van effectieve en gelijkgestelde beroepsprestaties bij de werkgever, evenals de periodes van effectieve en gelijkgestelde beroepsprestaties die men voor de indiensttreding verworven heeft als werknemer, zelfstandige en als statutaire ambtenaar. OpleidingsCAO verlenging van de gemaakte afspraken.
2.3.3.2. Voor de bedienden in de logistiek (PC 226) CAO 2007-2008
Koopkracht Verhoging van sector en bedrijfsbarema’s en ook verhoging van de reële barema’s met € 25 op 1 mei 2008. Voor deeltijdse bediende staat deze koopkracht verhoging in verhouding tot hun arbeidsduur. 2de pijler Optrekken van de werkgeversbijdrage in de 2de pijler naar 0,75%. Ondernemingen die hun eigen pensioenstelsel hebben, kunnen deze verhoging aan hun eigen stelsel toevoegen of kunnen deze 0,25% omzetten in een gelijkwaardig voordeel. Brugpensioenregelingen De brugpensioenleeftijd blijft behouden op 58 jaar tot 31/12/2009. Men dient wel rekening te houden met de door het generatiepact opgelegde nieuwe loopbaanvereisten (35 jaar voor mannen en 30 jaar voor vrouwen). De brugpensioenleeftijd blijft behouden op 56 jaar voor bedienden die gedurende 20 jaar nachtarbeid hebben verricht en die een loopbaan hebben van 33 jaar tot 31/12/2008. Tijdskrediet De sector verruimt de duurtijd van het tijdskrediet naar 5 jaar (wettelijk is dit voor voltijds of halftijds tijdskrediet 1 jaar). De sector verruimt ook de
drempel (% van werknemers dat gelijktijdig in een of ander systeem van tijdskrediet zit) naar 7%. Werknemers van 50 jaar en ouder die hun
arbeidsprestaties met 1/5de verminderen, kunnen aanspraak maken op een aanvullende premie van € 75 bruto per maand. Dit tot aan het brugpensioen of pensioen. Werknemers van 55 jaar en ouder en die hun arbeidsprestaties met de helft verminderen, kunnen aanspraak maken gedurende 3 jaar op een brutopremie van € 100. Contracten Contracten bepaalde duur en vervangingscontracten: Indien aan het contract van onbepaalde duur, contracten van bepaalde duur of vervangingscontracten of IBO voorafgaat, dan worden de duur van deze contracten in mindering gebracht van je proefperiode. Tevens wordt de helft van de duur van deze contracten meegerekend voor het bepalen van de barema anciënniteit. Jaarpremie Wanneer men in de loop van het jaar gewerkt heeft met verschillende arbeidsduur, dan wordt voor elke periode de arbeidsduur in aanmerking genomen voor de berekening van de jaarpremie. Vorming Het aantal vormingsdagen wordt opgetrokken van 4 naar 5 dagen over een periode van 2 jaar.
CAO 2009-2010
Koopkracht De netto-koopkrachtverhoging wordt in ecocheques omgezet. Een éénmailige premie van € 125 in 2009 en jaarlijks € 250 in ecocheques vanaf 2010. Deze koopkrachtverhoging kan op ondernemingsvlak wel op een andere manier ingevuld worden. Hiervoor heeft men de tijd tot oktober 2009. Deze bedragen zijn forfaitair, ongeacht het arbeidsregime. Het hangt dus niet af van de arbeidsduur. 2de pijler De sectorcao 2009-2010 voorziet nog een extra enveloppe van 0,25% op 1 januari 2011 in het sectoraal pensioenstelsel (2de pijler). De werkgeversbijdrage wordt op 1% gebracht. Syndicale premie De syndicale premie wordt vanaf 2010 opgetrokken naar € 110.
Brugpensioen Verlenging van de verschillende brugpensioenstelsels: 58 jaar (tot eind 2011), 56 jaar met 20 jaar nachtarbeid en 33 jaar loopbaan (tot eind 2010) en halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar (tot eind 2010), 58 jaar voor zware beroepen (tot eind 2010). Tijdskrediet Bestaande afspraken blijven behouden en worden uitgebreid: op ondernemingsvlak kan men de drempel verhogen naar meer dan 7% (sectorale grens), vanaf 53 jaar kan je ook aanspraak maken op een aanvullende vergoeding van € 100 bij halftijds tijdkrediet en dit onbeperkt in tijd (voorheen was dit 55 jaar en beperkt tot 3 jaar) Woon-werkverkeer De werkgever komt tussen bij het woon-werkverkeer ( gemeenschappelijk openbaar vervoer; uitgezonderd de trein, privévoertuig) en dit vanaf 1 km (wettelijk is dit 5km).
2.3.3.3. Voor de bedienden uit de luchtvaartmaatschappijen (PC 315.02) CAO 2007-2008:
Koopkracht Op 1 januari 2007 worden de barema’s en de reël betaalde lonen en wedden verhoogd met € 22 per maand ofwel € 264 per jaar. Op ondernemingsvlak kan deze koopkrachtverhoging omgezet worden in een gelijkwaardig voordeel. Brugpensioen Opmerking: deze regelingen gelden niet op toepassingen van de piloten en op vliegende boorwerktuigkundigen. De brugpensioenleeftijd blijft behouden op 58 jaar tot 31/12/2009. Het brugpensioen op 56 jaar (loopbaan van van 33 jaar, waarvan 20 jaar nachtwerk en met 10 ancien. in het bedrijf) blijft behouden tot eind 2008.
CAO 2009-2010
Koopkracht Op 1 januari 2010 worden aan elke werknemer in dienst op 1 januari 2009 of aangeworven na deze datum, ecocheques toegekend ter waarde van € 250. Bedrijven met syndicale afvaardiging kunnen via een CAO voor 1/12/2009 een andere invulling geven aan deze netto-koopkrachtverhoging.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
37
2. Syndicaal beleid - sectoraal
Anciënniteitsverlof Aan werknemers met een anciënniteit van ten minste 5 jaar wordt 1 bijkomende vakantiedag toegekend. Aan werknemers met een anciënniteit van ten minste 10 jaar worden 2 bijkomende vakantiedagen toegekend. Tijdskrediet De duurtijd van het halftijds en voltijds tijdskrediet wordt verruimd naar 3 jaar. Op ondernemingsvlak kan men via een bedrijfsCAO de drempel verhogen. Vervoerskosten De werkgeversbijdragen in de vervoerskosten van het woon-werkverkeer met een privévoertuig worden als volgt vastgelegd: de bijdrage worden beperkt tot een afstand
gelijk aan of groter dan 5 km en minder of gelijk aan 50 km (enkele reis) deze bijdrage wordt berekend alsof de afstand per spoor wordt afgelegd, en is gelijk aan gemiddeld 60% van de prijs van een treinkaartje voor de overeenstemmend aantal kilometers. deze bijdrage in de prijs van het privaat vervoer worden toegekend aan werknemers die een jaarlijks brutobezoldiging hebben van minder of gelijk aan € 40.723,36. Brugpensioen De brugpensioenleeftijd blijft behouden op 58 jaar tot 31/12/2011. Het brugpensioen op 56 jaar (loopbaan van van 33 jaar, waarvan 20 jaar nachtwerk en minstens 10 jaar aan de slag in het bedrijf) blijft behouden tot eind 2010. Deze regelingen gelden niet op toepassingen van de piloten en op vliegend boordwerktuigkundigen.
2.3.3.4. De bedienden in de drukkerijen, de grafische nijverheid en de dagbladpers 38
Zij vallen onder het PC 218. De inhoud van hun CAO’s is dus identiek en vind je bovenaan in deze tekst terug.
2.3.3.5. De bedienden uit de private audiovisuele sector (PC 227) Het PC 227 is een vrij jong PC. De eerste sectoronderhandelingen, waaronder de basisakkoorden
over de arbeidsorganisatie en de syndicale afvaardiging, dateren van 2005.
CAO 2007-2008
Het sectorakkoord bestaat uit 2 delen. In het eerste luik heeft men de werkregelingen, opleiding, anciënniteit en verplaatsingstijd aangepakt. Werkregeling De wekelijkse arbeidsduur wordt voor administratieve en operationele werknemers vastgelegd op 38u/week. Men ziet een afwijking op de arbeidsduur voor bepaalde technische functies en de journalisten. In kader van “buitengewone omstandigheden” kan hun arbeidstijd gebracht worden op 60 tot zelfs 84u/week. Opleiding Iedere werknemer heeft recht op 5 dagen opleiding over een periode van 2 jaar. Anciënniteit Men werkt heel vaak met opeenvolgende contracten van bepaalde duur. Om toch een anciënniteit te verzekeren voor de werknemers in deze onzekere contracten, zal het proefbeding rekening houden met de opgebouwde anciënniteit van de opeenvolgende contracten van bepaalde duur. In het 2de luik werd de opmaak van een functieclassificatie en de refertebarema’s voor de sector onderhandeld.
CAO 2009-2010
In de private audiovisuele sector is men voor de periode 2009 -2010 niet tot een globaal sectorakkoord gekomen. Men is er wel in geslaagd om een aantal CAO’s te onderhandelen. Je vindt hieronder een overzicht. Functieclassificatie Op 1 januari 2009 is de nieuwe functieclassificatie in voege getreden. Het baremarooster van de sector is gebaseerd op de functieclassificatie. De barema’s zijn van toepassing op alle werknemers, op alle contractsoorten. Ze berusten op 2 pijlers: een functieclassificatie en het aantal jaren ervaring. Onder ervaring wordt het aantal jaren beroepsloopbaan verstaan. Het maakt niet uit of die jaren buiten het bedrijf of de sector zijn gepresteerd. Werkregeling Het werk in de audiovisule sector brengt onvermijdelijk flexibiliteit met zich mee (reportage in het buitenland, ...)
Door deze flexibiliteit is het zeer belangrijk om mogelijkheden tot een strikte controle te bekomen. Dit gebeurt in 2 stappen: bij het invoeren van de maatregel en via de controlemomenten om de 3 maanden.
31/12/2011. Je kan in de sector in een regime van voltijds brugpensioen stappen op 58 jaar of in een halftijds brugpensioen op 56 jaar, op voorwaarden dat je aan de wettelijke voorwaarden voldoet, opgelegd door het generatiepact.
Arbeidsduur De arbeidsduur voor administratieve en operationele werknemers is vastgelegd op 38u maar wordt berekend op de gemiddelde arbeidsduur op jaarbasis.
2.3.3.6. De exploitatie van de bioscoopzalen (SPC 303.03)
Voor journalisten en een aantal andere functies ligt dit anders: de werkweek wordt maximaal vastgelegd op 50u en afwijkingen zijn mogelijk. Zo kan deze grens gedurende 6 weken per trimester op 60u gebracht worden. Men kan dit ook verhogen naar 84u maar hiervoor is overleg noodzakelijk op ondernemingsvlak en bij onstentenis op het niveau van het paritair comité. maar dit kan men niet zomaar doen. Er moet duidelijk op voorhand afgesproken zijn wat men verstaat onder “uitzonderlijke omstandigheden”. Per dag mag men maximaal 12u werken. Voor wie regelmatig over de daggrens van 9 u werkt, moet geprobeerd worden om een werkweek van 4 dagen in te voeren. Nachtwerk Toeslag van 50% (keuze in uitbetaling of recuperatie). Verplaatsingskosten Er wordt een vergoeding voorzien voor de ritten naar een plaats van opdracht. Tijdskrediet De CAO-tijdskrediet is verlengd tot 31 december 2010; met volgende maatregelen: je kan gedurende maximum 5 jaar over je
ganse loopbaan in tijdskrediet gaan, op voorwaarde dat je de eerste 2 jaar ononderbroken opneemt voor de berekening van de drempel van 5% worden de 50-plussers die instappen in halftijds of 4/5de tijdskrediet niet meegerekend. Werknemers die ontslagen worden nadat ze overgestapt zijn naar een deeltijdse regeling ontvangen de vergoedingen alsof ze voltijds gewerkt hadden. Brugpensioen De gemaakte afspraken aangaande brugpensioen zijn verlengd tot
CAO 2007-2008
Koopkracht De minimum maandlonen en de werkelijk uitbetaalde maandlonen worden per 1 juni 2007, per 1 januari 2008 en per 1 april 2008 telkens verhoogd met € 4,94. Sectoreigen premie De sectoreigen premie wordt vanaf 1 juni 2007 op € 16 per maand gebracht. Deze premie wordt pro rata toegekend aan de werknemers met een deeltijdse overeenkomst. De premie is niet geïndexeerd.
CAO 2009-2010
Koopkracht De koopkrachtverhoging voor de werknemers behelst een premie van € 90 (betaald met de loonafrekening van december 2009) en een premie van € 180 (betaald met de loonafrekening van december 2010). Er wordt een echocheque ter waarde van € 35 toegekend (loonafrekening december 2010). Vanaf 1 januari 2011 zullen de premie van € 180 en de ecocheque van € 35 recurent worden. Deze premies en ecocheque worden in verhouding toegekend voor werknemers met een deeltijdse betrekking of die geen volledige presaties hebben voor het betrokken jaar. Ondernemingen kunnen deze premies en ecocheque omzetten naar een gelijkwaardig voordeel middels een ondernemings-CAO. Vanaf 1 januari 2010 wordt het stelsel van bezoldiging op fooien afgeschaft. Sectoreigen premie De sectoreigen premie wordt vanaf 2009 samen met het loon geïndexeerd. Loonbarema Vanaf 1 januari 2010 zijn de ervaringsbarema’s van kracht in de sector. De ervaringscurve is gecreëerd op basis van een indiensttreding op 21 jaar.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
39
2. Syndicaal beleid - sectoraal
2.3.3.7. De CAO’s van de overige PC’s in het kort PC217
CAO 2007-2008 Koopkracht Verhoging wedde met € 1 per gewerkte dag Bevestiging barema Woon-werkverkeer Tussenkomst privévoertuig: 50% van de treinkaart in 2de klasse vanaf 5 km. CAO 2009-2010 Koopkracht Maaltijdcheque verhoogd met € 1 per gewerkte dag Bevestiging barema Woon-werkverkeer Tussenkomst privévoertuig: 50% van de treinkaart in 2de klasse vanaf 5 km.
PC219
CAO 2007-2008 Koopkracht eenmalige niet overdraagbare premie: € 150 wordt uitbetaald met de wedde van december 2007 vanaf 01/10/2007: ondernemingsenveloppe van 0,50% van de loonmassa van de bedienden Brugpensioen Brugpensioen 58 jaar verlengd tot 31/12/2010 voor administratieve bedienden, technische bedienden en alle bedienden om medische en/ of sociale redenen Brugpensioen lange loopbaan 56 jaar: tot 31/12/2008 Woon-werkverkeer Afschaffing loonplafond vanaf 01/01/2008
40
CAO 2009-2010 Koopkracht eenmalige niet overdraagbare premie van € 280 betaalbaar met wedde van januari 2010. Andere modaliteiten op ondernemingsvlak Brugpensioen Brugpensioen 58 jaar verlengd tot 31/12/2010 voor administratieve bedienden, technische bedienden, alle bedienden om medische en/of sociale redenen Brugpensioen nacht 56 jaar verlengd tot 31/12/2010 Halftijds brugpensioen 55 jaar verlengd tot 31/12/2010
Brugpensioen lange loopbaan 56 jaar verlengd
tot 31/12/2010
Woon-werkverkeer Vanaf 01/07/2009 wordt voor bedienden die niet gebruik maken van gemeenschappelijk openbaar vervoer een sectorale tabel ingevoerd. Vanaf 01/07/2009 wordt een fietsvergoeding ingevoerd.
PC302
CAO 2007-2008 Koopkracht Inhaaloperatie: Vergelijking lonen met PC 302, PC 118.03, PC 119 en PC 121 Brugpensioen Brugpensioen 58 jaar:verlengd tot 31/12/10 Brugpensioen 56 jaar voor nachtwerk: verlengd tot 31/12/08 Brugpensioen 56 jaar lange loopbaan: van 1/1/08 tot 31/12/09 Woon-werkverkeer Tussenkomst privévoertuig (groter of gelijk 1km): 70% van treinkaart 2de klasse Fietsvergoeding: € 0,15 per km. CAO 2009-2010 Koopkracht Ecocheques: € 125 eenmalig in 2009, € 250 eenmalig in 2010 Brugpensioen Brugpensioen 58 jaar:verlengd tot 31/12/11 Brugpensioen 56 jaar voor nachtwerk: verlengd tot 31/12/10 Brugpensioen 56 jaar lange loopbaan: verlengd tot 31/12/10 Halftijds brugpensioen 56 jaar: verlengd tot 31/12/10 Woon-werkverkeer Tussenkomst privévoertuig (groter of gelijk 1km): 70% van treinkaart 2de klasse Fietsvergoeding: € 0,15 per km.
PC 313
CAO 2007-2008 Brugpensioen Brugpensioen 58 jaar: van 1/01/07 tot 30/06/10 Woon-werkverkeer Afschaffing loonplafond Tussenkomst privévoertuig: 70% van prijs treinabonnement 2de klasse Fietsvergoeding: beperkt tot 10 km
CAO 2009-2010 Koopkracht Verhoging barema: € 25 (geen apotheker -5j ancien) € 29,80 (geen apotheker +5j ancien) € 29,80 apothekerprovisor/adjunct-apotheker Brugpensioen Brugpensioen 58 jaar: van 1/07/10 tot 31/12/11 Halftijds brugpensioen 56 jaar: tot 31/12/11 Woon-werkverkeer Tussenkomst privévoertuig: 70% van prijs treinabonnement 2de klasse Fietsvergoeding: beperkt tot 10 km.
PC 314
CAO 2007-2008 Koopkracht Op 1/04/07 en op 1/06/08: werkelijke uurlonen verhoogd met € 0,1518 en de werkelijke maandlonen verhoogd met € 25. Brugpensioen Brugpensioen 58 jaar: tot 31/12/08 Halftijds brugpensioen 55 jaar: verlengd tot 31/12/08 Brugpensioen lange loopbaan 56 jaar: van 1/01/07 tot 31/12/08 Woon-werkverkeer Tussenkomst privévoertuig: 75% Fietsvergoeding: € 0,10 per km (max 10 km) CAO 2009-2010 Koopkracht Op 1/06/09: verhoging basisuurloon met € 0,15 en basis maandwedde met € 24,70 Op 1/01/10: verhoging basisuurloon met € 0,05 en basismaandlonen met € 8,23 Brugpensioen Brugpensioen 58 jaar: tot 31/12/10 Halftijds brugpensioen 55 jaar: verlengd tot 31/12/10 Brugpensioen lange loopbaan 56j: van 1/01/09 tot 31/12/10 Woon-werkverkeer Tussenkomst privévoertuig: 80% Verhoging fietsvergoeding naar € 0,15 vanaf 1/07/09
PC 317
CAO 2007-2008 Koopkracht Vanaf 1/06/07: bruto loonsverhoging van € 0,14 (arbeiders/bedienden)
Vanaf 1/01/07: invoering maaltijdcheque met
tussenkomst werkgever € 4 en eigen bijdrage € 1,09 voor waardevervoerder
Brugpensioen Brugpensioen 58 jaar: van 1/1/08 tot 31/12/10 Halftijds brugpensioen 55 jaar: van 1/1/08 tot 31/12/10 Brugpensioen lange loopbaan 56 jaar: van 1/01/08 tot 31/12/09 Woon-werkverkeer Tussenkomst privévoertuig: per prestatie 1/5de van de waarde van wekelijkse treinkaart aan 110% naargelang km per enkele reis Vanaf 1/1/08: tussenkomst privévoertuig op basis van 110% van het sociaal abonnement CAO 2009-2010 Koopkracht Vanaf 1/6/09: Arbeiders/operationele bedienden: verhoging ARAB vergoeding tot € 0,30 Administratieve bedienden: verhoging maaltijdcheque met € 1,26 Brugpensioen Brugpensioen 58 jaar: tot 31/12/12 Halftijds brugpensioen 55 jaar: tot 31/12/12 Brugpensioen lange loopbaan 56 jaar: van 1/01/10 tot 31/12/11 Woon-werkverkeer Vanaf 1/01/08: tussenkomst privévoertuig op basis van 110% van het sociaal abonnement
PC 320
CAO 2007-2008 Brugpensioen Brugpensioen 58 jaar: verlengd tot 31/12/09 Woon-werkverkeer Vanaf 1/09/07: Tussenkomst privévoertuig: 50% sociaal abonnement Fietsvergoeding: € 0,15 per kilometer CAO 2009-2010 Koopkracht Ecocheques: € 125 eenmalig in 2009, € 250 jaarlijks vanaf 2010 Brugpensioen Brugpensioen 58 jaar: van 1/01/09 tot 31/12/11 Brugpensioen lange loopbaan 56 jaar: van 1/01/09 tot 31/12/10
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
41
2. Syndicaal beleid - sectoraal
Woon-werkverkeer Tussenkomst privévoertuig: 75% sociaal abonnement vanaf 4 km. Fietsvergoeding:€ 0,15 per kilometer
PC 321
CAO 2007-2008 Brugpensioen Brugpensioen 58 jaar: van 1/01/08 tot 31/12/09 Brugpensioen lange loopbaan 56 jaar: van 1/01/08 tot 31/12/09 Woon-werkverkeer Tussenkomst privévoertuig berekend op basis van NMBS barema vanaf 4 km Fietsvergoeding:€ 0,10 per km CAO 2009-2010 Koopkracht Ecocheques: € 125 eenmalig in 2009, € 250 jaarlijks vanaf 2010 Brugpensioen Brugpensioen 58 jaar: van 1/01/10 tot 31/12/11 Brugpensioen lange loopbaar 56 jaar: van 1/01/10 tot 31/12/10 Woon-werkverkeer Tussenkomst privévoertuig: 60% sociaal abonnement Fietsvergoeding:€ 0,10 per km
PC 322
CAO 2009-2010 Koopkracht Ecocheques: dezelfde modaliteiten als bij de gebruiker Brugpensioen PC 322.01: Brugpensioen 58 jaar: van 1/7/09 tot 30/6/11 Woon-werkverkeer Wordt berekend naargelang de afstand. Bedragen zelf bepaald door de sector
42
PC 323
CAO 2007-2008 Koopkracht Vanaf 1/10/2007: 0,5% verhoging op effectieve uitbetaalde lonen en op de minimumlonen voor zowel bedienden, arbeiders en conciërges. Brugpensioen Brugpensioen 58 jaar: van 1/01/08 tot 31/12/10 Brugpensioen lange loopbaan 56 jaar: van 1/01/08 tot 31/12/09
Woon-werkverkeer Gebruik gemeenschappelijk openbaar vervoer: 1/01/2007: 80% tussenkomst 1/01/2008: 90% tussenkomst Elk ander vervoersmiddel (afstand groter of gelijk aan 3 km): 50% van de prijs van een treinkaart 2de klasse CAO 2009-2010 Koopkracht Vanaf 1/10/2009: 0,5% verhoging op effectieve uitbetaalde lonen voor zowel bedienden, arbeiders en conciërges. Brugpensioen Brugpensioen 58 jaar: van 1/1/08 tot 31/12/10 Brugpensioen 56 jaar nacht: van 1/1/09 tot 31/12/09 Woon-werkverkeer Gebruik gemeenschappelijk openbaar vervoer: 100% tussenkomst vanaf 1/01/2009 Elk ander vervoersmiddel (afstand groter of gelijk aan 3 km): 50% van de prijs van een treinkaart 2de klasse
PC 333
CAO 2009-2010 Koopkracht 2009: € 100 (werkgeverskost) 2010: € 200 (werkgeverskost) Kan onder de vorm van MC, ecocheques, enz
PC 336
CAO 2009-2010 Koopkracht Per 1/12/10: verhoging van de lonen met 1% voor ondernemingen zonder indexsysteem met max. € 25.
PC 223
Het PC voor de sportbeoefenaars is een buitenbeentje in vergelijking met de andere PC’s. Men maakt hier geen afspraken over brugpensioen, tijdskrediet en opleiding. De gemaakte afspraken in de sector van de sport gaan in eerste instantie over de vormvereisten van een sportcontract. Men stelt dat het loon van de sporters moet bestaan uit volgende elementen: het vaste bruto maandsalaris, wedstrijdpremies, andere contractuele vergoedingen, contractuele voordelen in natura (oa. Beschikken over een woning, voertuig, enz) en eventuele werkgeversbijdragen in het pensioenfonds.
2.4. Industrie 2.4.1. Beschrijving De sector Industrie is de derde grootste sector met ongeveer 15% van de werknemers uit de diverse BBTK-sectoren. Naar indeling in paritaire comités is het een sterk gevarieerde sector. Naargelang van het paritair comité zijn de belangrijkste subsectoren de scheikunde (PC 207),
de metaalverwerkende nijverheid (PC 209) en de voedingsnijverheid (PP 220). Tewerkstelling industrie, voor de bedienden in de 3de trimester van 2009:
Sector Voedingsindustrie
PC 220
Mannen 14.565
Vrouwen 9.802
Totaal 24.367
Kleding- en textielindustrie
214
2.645
2.183
4.828
215
1.885
3.573
5.458
221
822
264
1.086
222
1.488
1.063
2.551
203
137
40
177
204
51
7
58
324
42
58
100
Chemie en petroleum
207
44.347
29.306
73.653
211
3.608
1.618
5.226
Metaalindustrie
209
51.130
16.978
68.108
210
4.271
1.028
5.299
224
2.015
672
2.687
130
8.476
2.511
10.987
Papier- en kartonnijverheid Steen- en glasindustrie
Drukkerijen Bron: RSZ.
2.4.1.1. Drukkerijen en Grafische Nijverheid (PC 130) De sector van de Drukkerijen en Grafische Nijverheid (PC 130 voor de arbeiders en PC 218 voor de bedienden) omvat alle activiteiten die verband houden met de productie en reproductie van drukwerk. In deze sector vind je niet alleen drukkerijen maar ook ondernemingen die in het eigenlijke drukproces voor of na de drukkerijen werkzaam zijn: pre-press, uitgeverijen, boekbinderijen... Het gaat in ons land om meer dan 6.050 bedrijven die samen haast 20.000 mensen tewerkstellen. In de sector zijn vooral KMO’s actief: 95% van de bedrijven tellen minder dan 50 werknemers en in
meer dan 75% zijn zelfs minder dan 10 mensen werkzaam. Samen vertegenwoordigen ze 0,21% van het totale aantal ondernemingen. Vooral in het Vlaams Gewest tellen we het grootst aantal directe banen in de grafische sector (10.786), gevolgd door het Waals Gewest (2.912) en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (2.299). In de sector van de Pers (PC 130 voor de arbeiders en PC 218 voor de bedienden) zijn de journalisten en de werknemers van de dagbladen, weekbladen en andere tijdschriften ondergebracht.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
43
2. Syndicaal beleid - sectoraal
2.4.1.2. Scheikunde (PC 207) De sector van de chemische industrie en de life sciences is een zeer heterogene sector met talrijke facetten. De sector omvat een groot aantal uiteenlopende activiteiten zoals de organische en anorganische basischemie, de farmaceutische producten, de biotechnologie, de producten voor de landbouw, verven, lijmen, vernis en inkt, zepen, detergenten en cosmetica, de verwerking van kunststoffen en rubber, en diverse andere scheikundige producten. In de afgelopen twintig jaar heeft de geneesmiddelenindustrie een sterke ontwikkeling gekend, zowel in Vlaanderen als in Wallonië. Volgens Essenscia, de werkgeversorganisatie van de chimie en de life sciences, tellen de ondernemingen in deze sector van de chemie en de life sciences om en bij de 100.000 directe arbeidsplaatsen, dit is 16% van de volledige werkgelegenheid in de be- en verwerkende nijverheid. Bovendien zorgt deze activiteit voor zowat 150.000 indirecte banen in andere takken van de Belgische economie.
2.4.1.3. Metaalverwerkende nijverheid (PC 209) De financiële en economische crisis sloeg hard toe in de sector. Begin 2009 daalde de activiteit in de sector met nagenoeg 20%. Volgens Agoria moest bijna de helft van zijn leden tijdelijke werkloosheid invoeren.
2.4.1.4. Voedingsnijverheid (PC 220)
44
De voedingsnijverheid is een van de belangrijkste sectoren qua tewerkstelling. Met 85.432 werknemers, dit is 15,5% van de totale werkgelegenheid in de industriële sector, is de voedingsnijverheid een van de grootste werkgevers van het land. Voorts is het zo dat, daar waar 76,6% van de ondernemingen minder dan 10 werknemers tewerkstellen, de ondernemingen met meer dan 50 werknemers goed zijn voor nagenoeg 60% van de tewerkstelling.
2.4.2. CAO 2007-2008 en CAO 2009-2010 2.4.2.1. Voor de arbeiders in de sector van de drukkerijen of grafische nijverheid (uitgezonderd Belgische dagbladen) CAO 2007-2008:
Koopkracht De effectieve basislonen worden op 1 januari 2008 verhoogd met 0,50%. Brugpensioenstelsels Het brugpensioen op 58 jaar en het brugpensioen op 56 jaar na 20 jaar nachtarbeid worden verlengd tot 30/06/2009. Werknemers kunnen in de brugpensioenstelsels instappen indien zij voldaan hebben aan de voorwaarden. De sector schrijft zich ook in het brugpensioenstelsel van 56 jaar met een 40-jarige beroepsloopbaan. Vervoerkosten Vanaf 1 juni 2007 komt de werkgever tussen voor een bedrag van € 0,415 per effectieve arbeidsdag voor werknemers die verblijven binnen een straal van 5 km en die gebruik maken van een privé of openbaar transportmiddel, uitgezonderd de trein, om een effectieve afstand af te leggen van minstens 3 km. Vanaf 1 juni 2007 wordt aan de werknemer die verblijft buiten een straal van ten minste 3 km en gebruik maakt van de fiets als transportmiddel, een bedrag van € 0,085 toegekend (heen en terug) per effectieve gepresteerde werkdag. Syndicale premie De syndicale premie wordt opgetrokken naar € 128. Invoering nieuwe functieclassificatie Indien men er tijdens de duur van deze conventie niet in slaagt om de nieuwe functieclassificatie in te voeren, dan wordt op 1 april 2008 een bijdrage van 5% van het bruto basissalaris van elke werknemer gestort om de oprichting van een syteem van aanvullend pensioen mogelijk te maken.
2de pensioenpijler Vanaf 1 januari 2009 zal een recurrente patronale bijdrage van 0,25% van het bruto basis uursalaris van elke werknemer ingehouden worden voor de financiering van een 2de pijler. Anciënniteitsverlof Er wordt een 3de dag anciënniteit toegekend aan werknemers die een anciënniteit van minstens 25 jaar hebben in dezelfde onderneming. Tijdskrediet De werknemers van 55 jaar en ouder kunnen hun algemeen recht op 1/5de tijdskrediet uitoefenen.
CAO 2009-2010
Koopkracht Samen met de uitbetaling van de eindejaarspremie 2009 werd aan iedere werknemer ecocheques uitgereikt met een waarde van € 70. Dit is een éénmalige (en dus niet-recurrente) maatregel. 2de pensioenpijler Vanaf 1 januari 2009 stort de werkgever € 136 per werknemer in het sectoraal pensioenstelsel. Maaltijdcheques Op 1 januari 2010 worden maaltijdcheques ingevoerd met een patronale waarden van € 0,5. De ondernemingen die al maaltijdcheques ingevoerd hadden, verhogen op datum van 1 januari deze maaltijdcheques met € 0,5. Brugpensioen De CAO die het recht op uitkering ontleent op het sectoraal brugpensioen op 58 jaar wordt verlengd tot 30/06/2011 en de CAO betreffende het brugpensioenregime op 56 jaar voor werknemers die aan de voorwaarden van nachtarbeid voldoen wordt verlengd tot 31/12/2010. Deze rechten worden geopend mits er voldaan is aan de voorwaarden (leeftijden en anciënniteitsvoorwaarden) voorzien in het uitzonderlijk interprofessioneel akkoord 2009-2010. Vervoerskosten Wanneer een werknemer buiten of op een straal van 5 km woont en gebruik maakt van een privé transportmiddel wordt de dagelijkse tussenkomst van de werkgever voortaan berekend conform een tabel die opgenomen is in de bijlage van de CAO 19. De in de CAO 19 opgenomen tabel geeft bedragen weer op maandbasis, dus worden deze gedeeld door 21 om de dagelijkse tussenkomst van de werkgever te berekenen.
2.4.2.2. Voor de arbeiders tewerkgesteld in de sector van de dagbladpers CAO 2007-2008
Koopkracht De reële lonen worden verhoogd met 0,75% op 1 januari 2008. Brugpensioen De sectorale voorwaarden voor brugpensioen vanaf 58 jaar worden verlengd voor zover de anciënniteitsvoorwaarden (zijnde voor mannen 35 jaar loopbaanjaren en voor vrouwen 30 jaar loopbaan) nageleefd worden. Dit geldt ook voor de verlenging van de voorwaarden voor brugpensioen op 56 jaar indien de werknemer bewijs kan leveren van een loopbaan van 33 jaar waarvan 20 jaar nachtarbeid of in een ploegenstelsel met nachtshifts. Vervoerskosten Werknemers die binnen een straal van 5 km wonen en die een eigen of openbaar (uitgezonderd trein) vervoersmiddel gebruiken om ten minste 3 km af te leggen, ontvangen € 0,415 per effectieve werkdag. Nieuwe functieclassificatie Vanaf 1 oktober 2007 zal de nieuwe functieclassifcatie in de bedrijven worden ingevoerd. Doordat de invoering van de nieuwe functieclassificatie een vertraging van 1 jaar opliep, heeft men bij wijze van compensatie een premie toegekend van € 25 bruto per gewerkte maand tussen 1 januari 2006 en 30 september 2007. 2de pensioenpijler Vanaf 1 januari 2009 zal een recurrente patronale bijdrage van 0,25% van het bruto basis uursalaris van elke werknemer ingehouden worden voor de financiering van een 2de pijler. Syndicale premie de syndicale premie wordt opgetrokken naar € 128.
CAO 2009-2010
Koopkracht Vanaf 1 juni 2009 wordt het bestaande bedrag inzake maaltijdscheques verhoogd met € 1. Op ondernemingsvlak kan men deze koopkrachtverhoging omzetten in een gelijkwaardig voordeel (€ 110 vanaf 1 juni 2009, verhoogd tot € 220 vanaf 1 januari 2010). Maaltijdvergoeding De maaltijdvergoeding wordt verhoogd naar € 4,13.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
45
2. Syndicaal beleid - sectoraal
Functieclassificatie Op 1 december 2010 wordt het doelbarema geïmplementeerd. Vervoerskosten Vanaf 1 februari 2009 bedraagt de werkgeverstussenkomst in het woon-werkverkeer 75% voor wat betreft het openbaar vervoer en het behoud van 60% voor wat betreft het privévervoer. Wanneer een werknemer buiten of op een straal van 5 km woont en gebruik maakt van een privé transportmiddel is de tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten woon-werk, conform de tabel die opgenomen is in de bijlage van CAO 19, gelijk aan de tussenkomst ten belope van gemiddeld 60% in de prijs van het sociale abonnement, hetzij, per arbeidsdag, aan 1/21ste van de maandelijkse bijdrage. De bedragen worden vanaf 1 januari 2011 geïndexeerd. Brugpensioen Het conventioneel brugpensioen op 58 jaar en het halftijds brugpensioen worden verlengd tot 30/06/2011. Het conventioneel brugpensioen op 56 jaar ( met inbegrip de mogelijkheid op brugpensioen vanaf 56 jaar na 40 jaar loopbaan) worden verlengd tot 31/12/2010. Deze rechten worden geopend mits de werknemers voldoen aan de voorwaarden betreffende leeftijd en anciënniteitsvoorwaarden voorzien in het IPA 2009-2010.
Anciënniteitsverlof Vanaf 1 januari 2008 voor de ondernemingen waar de gemiddelde arbeidsduur 38 uur op jaarbasis bedraagt en voor zover ze op dat vlak geen gunstiger regeling toepassen: 1 dag anciënniteitverlof voor bedienden met ten minste 20 jaar anciënniteit in de onderneming 2 dagen anciënniteitverlof voor bedienden met ten minste 25 jaar anciënniteit in de onderneming Eindejaarspremie - handelsvertegenwoordiger Vanaf het kalenderjaar 2008 verhoging van de specifieke grens van € 1.875 tot € 2.000 voor de handelsvertegenwoordigers voor wat de berekening van de eindejaarspremie betreft. Syndicale vorming Verhoging van de drempel van 250 tot 300 afgevaardigden (effectieve leden of plaatsvervangers in de OR, het CPBW en de VA) voor de deelname aan vormingscursussen georganiseerd door de vakbondsorganisaties ten belope van maximum 12 dagen over een periode van twee jaar. De financiële reserve ter financiering van de syndicale vorming wordt van € 125.000 naar € 137.500 per kalenderjaar gebracht.
2.4.2.3. Chemie (PC 207) CAO 2007-2008
Koopkracht Verhoging van de minimumbarema’s met € 11 bruto op 1 april 2007 en € 10 bruto op 1 januari 2008. Verhoging van de maandwedde van de ingeschaalde bedienden met € 16,50 bruto ten laatste op 1 januari 2008.
46
Opleiding Verlenging tot 31 december 2008 van het « Fonds voor de beroepsopleiding van de bedienden uit de chemische nijverheid » dat ten doel heeft opleidingsinitiatieven te bevorderen. Brugpensioen Op 55 jaar halftijds (tegen de wettelijke voorwaarden): verlenging tot 31 december 2008. Op 56 jaar (33 jaar loopbaan, 20 jaar nachtarbeid): verlenging tot 31 december 2008. Op 58 jaar: verlenging tot 31 december 2008.
Opeenvolgende contracten van bepaalde duur Als de totale duurtijd van de opeenvolgende contracten van bepaalde duur minstens gelijk is aan 6 of 12 maanden, komen er geen nieuwe proefperiodes en blijft de anciënniteit behouden als de bediende aangeworven wordt met een contract van onbepaalde duur na een contract van bepaalde duur, voor dezelfde functie en zonder onderbreking van meer dan 4 weken.
CAO 2009-2010
Koopkracht Verhoging van de minimumbarema’s met € 5,2 en € 12,13 bruto op 1 januari 2010. Voor ondernemingen die geen CAO over koopkrachtverbetering gesloten hebben, toekenning
op 1 januari 2010 van ecocheques ter waarde van € 250 aan elke ingeschaalde bediende. Idem voor de deeltijds werkende bedienden. Voor werkgevers die op 1 oktober 2010 geen pensioenplan hebben of een pensioenplan dat onder het sectoraal pensioenplan ligt, invoering van een sectoraal pensioenplan op 1 januari 2011, met een instapbedrag van minimum € 250 per bediende. Voor ondernemingen die eenmalig ecocheques toegekend hebben en het sectoraal pensioenplan toepassen, wordt vanaf 2011 per bediende € 250 besteed aan het sectoraal pensioenplan. Aanwerving van uitzendkrachten en proefperiode Als een uitzendwerknemer aangeworven wordt in eenzelfde functie als die welke hij gedurende ten minste zes maanden uitgeoefend heeft, zonder onderbreking van langer van vier opeenvolgende weken, zal in de arbeidsovereenkomst geen enkele proefperiode meer voorzien worden. Eindejaarspremie Handelsvertegenwoordiger: vanaf het kalenderjaar 2010 verhoging van de specifieke grens van € 2.000 tot € 2.100 voor de berekening van de eindejaarspremie. Vervoerskosten Aanpassing van de sectorale CAO op basis van de interprofessionele CAO nr. 19 (onder meer verhoging van de maximumbijdrage van de werkgever in het abonnement voor trein, tram, bus of metro tot 75%). Brugpensioen Op 55 jaar halftijds (tegen de wettelijke voorwaarden): verlenging tot 31 december 2010. Op 56 jaar (33 jaar loopbaan, waarvan 20 jaar nachtarbeid en minstens 5 jaar anciënniteit in de onderneming): verlenging tot 31 december 2010. Op 56 jaar (40 jaar loopbaan): invoering van een nieuwe regeling voor de periode van 1 januari 2009 tot 31 maart 2010. Op 58 jaar: verlenging van 1 januari 2009 tot 31 maart 2011. Syndicale vorming Verhoging van de drempel van 300 tot 400 afgevaardigden (effectieve leden of plaatsvervangers in de OR, het CPBW en de VA) voor de deelname aan vormingscursussen georganiseerd door de vakbondsorganisaties ten belope van maximum 12 dagen over een periode van twee jaar. De financiële reserve ter financiering van de syndicale vorming wordt van € 137.500 op € 150.000 per kalenderjaar gebracht.
Opleiding Verlenging tot 31 december 2010 van het « Fonds voor de beroepsopleiding van de bedienden uit de chemische nijverheid ». De bijdrage van de werkgevers uit de sector wordt van 0,10 op 0,20% van de bruto loonmassa van de bedienden gebracht. Ervaringsgebonden barema Vervanging voor onbepaalde duur van de leeftijdsgebonden barema’s door ervaringsgebonden barema’s met een ruime gelijkstellingsregeling vanaf 1 januari 2010.
2.4.2.4. Metaal (PC 209) CAO 2007-2008
Koopkracht In de ondernemingen zonder loonbarema’s of die de sectorbarema’s toepassen, komt er per 1 juli 2007 een enveloppe van 0,7% voor een loonsverhoging waarvan de modaliteiten op ondernemingsvlak geregeld moeten worden. Per 1 januari 2008 komt er een verhoging van het aanvullend pensioen met 0,1% en op 1 oktober een saldomechanisme van 0,4%. In de ondernemingen met loonbarema’s komt er per 1 juli 2007 een enveloppe van 0,7% voor een loonsverhoging waarvan de modaliteiten op ondernemingsvlak geregeld moeten worden. Per 1 januari 2008 komt er een verhoging van het aanvullend pensioen met 0,1% en op 1 oktober een saldomechanisme van 0,25%. Functieclassificatie Oprichting van een werkgroep vanaf september 2007 met als opdracht de huidige functieclassificatie te vervangen door een analytische functieclassificatie. Opleiding Verhoging van de uren opleiding met 0,15% in 2007 en 0,15% in 2008. Verhoging van de werkgeversbijdragen voor vorming/opleiding. Het forfaitaire bedrag van € 32,50 voor het jaar 2007 wordt opgetrokken tot € 34 voor het jaar 2008. Invoering in elke onderneming van een opleidingscv vanaf 1 januari 2008. Verplichting voor ondernemingen met een OR of een CPBW om vanaf 1 januari 2008 elk jaar tegen 31 maart of uiterlijk 3 maanden na het boekhoudjaar een opleidingsplan op te stellen.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
47
2. Syndicaal beleid - sectoraal
Brugpensioen Op 55 jaar halftijds (tegen de wettelijke voorwaarden): invoering tot 31 december 2008. Op 56 jaar (33 jaar loopbaan, 20 jaar nachtarbeid): verlenging tot 31 december 2008. Op 58 jaar: verlenging tot 30 juni 2008. Vervoerskosten Optrekking van de loongrens voor privévervoer tot € 3.400 vanaf 1 januari 2008. Berekening van de fietsvergoeding op basis van de NMBS-tabellen vanaf 1 juli 2007. Aanvullend pensioen Verhoging van het extralegaal pensioen met 0,1% als de onderneming onder het aanvullend pensioenplan van de sector of een andere erkende regeling van opting out valt. Voor de andere ondernemingen kan 0,75% in een ander voordeel omgezet worden in het kader van de onderhandelingen over koopkracht. Werkzekerheid De werkgever mag niet overgaan tot meervoudig ontslag voordat hij alle werkgelegenheidsbehoudende maatregelen uitgeput heeft. In geval van onvoorziene economische en/of financiële omstandigheden wordt op bedrijfsvlak in een overlegprocedure voorzien. Tevens wordt bij nietnaleving van de overlegprocedure in een financiële sanctie van € 1.870 per werknemer voorzien. Syndicale premie Verhoging van de werkgeversbijdrage voor 2007 en 2008. Contracten van bepaalde duur en uitzendovereenkomsten Vanaf 1 september 2009 tellen, bij toekenning van een overeenkomst van onbepaalde duur, de arbeidsprestaties in het kader van contracten van bepaalde duur en van uitzendovereenkomsten die ingegaan zijn na 1 januari 2007, mee voor de berekening van de anciënniteit en de proefperiode.
48
CAO 2009-2010
Koopkracht € 125 in de vorm van ecocheques op 1 oktober 2009 en € 250 op 1 oktober 2010. Vanaf 1 januari 2011, gaan de € 250 naar rato van 0,67% naar het sectorale pensioenfonds. Vrijheid van onderhandelen op ondernemingsvlak tot 15 september 2010. Tijdelijke werknemers: meer rechten Het recht op opleiding wordt na 1 jaar gelijkgesteld met dat van een voltijds werknemer. Het recht op outplacement is identiek aan dat van de werknemers met een overeenkomst van
onbepaalde duur. Geen nieuwe proefperiode als aan de werknemer een overeenkomst van onbepaalde duur aangeboden wordt nadat hij gedurende minstens zes maanden als tijdelijke tewerkgesteld was. Brugpensioen Vanaf 55 jaar halftijds (tegen de wettelijke voorwaarden): verlenging van 1 januari 2009 tot 31 december 2010. Op 56 jaar (33 jaar loopbaan, 20 jaar nachtarbeid): verlenging van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010. Op 56 jaar (40 jaar loopbaan): verlenging vol gens de in het IPA opgenomen voorwaarden. Op 58 jaar: verlenging van 1 juli 2009 tot 31 juni 2011. Opleiding Verhoging van het aantal opleidingsuren met 0,10% in 2009 en in 2010. Van alle jaarlijks gewerkte uren moet 1.40% aan opleiding besteed worden. Verhoging van de werkgeversbijdragen voor opleiding. Integrale tenlastename van de opleidingskosten. Vervoerskosten Optrekking van de loongrens voor privévervoer tot € 3.734 vanaf 1 januari 2010. Anticrisismaatregelen Sectoraal akkoord tot 30 juni 2010 Volledige of gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst: toeslag van € 9,4 per dag + € 0,94 per schijf van € 50 en per schorsingsdag dat het maandloon hoger ligt dan € 2.206,46. Het totaal bedrag mag echter nooit hoger zijn dan het normale bruto maandloon. Proportionele berekening voor deeltijdse werknemers. Er zijn gelijkstellingen voorzien voor het behoud van de voltijdse rechten (jaarlijkse vakantie, eindejaarspremie). Er is ook voorzien in een opvolgingsprocedure van de maatregelen samen met de vakbondsafvaardiging. Ervaringsgebonden barema Vervanging van de leeftijdsgebonden barema’s door ervaringsgebonden barema’s met een ruime gelijkstellingsregeling vanaf 1 januari 2010.
2.4.2.5. Staalnijverheid (PC 210)
Tenuitvoerlegging van een opleidingscv op
CAO 2007-2008
Klein verlet Het verlof bij het overlijden van een kind van de werknemer of zijn echtgeno(o)t(e) wordt van 3 op 5 dagen gebracht. Het verlof bij het overlijden van de echtgeno(o) t(e) van de werknemer wordt van 3 op 5 dagen gebracht.
Brugpensioen Op 56 jaar (33 jaar loopbaan, 20 jaar nachtarbeid): verlenging van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008 Op 56 jaar (40 jaar loopbaan): invoering van 1 januari 2008 tot 31 december 2008 Op 58 jaar: verlenging van 1 juli 2007 tot 31 december 2010. Tijdskrediet Verlenging van de maximumduur van het recht tot 5 jaar voor een volledige schorsing van de arbeidsprestaties en tot 4 jaar voor een halftijdse vermindering van de arbeidsprestaties. Opleiding Verhoging van de opleidingsuitgaven met 0,10% in 2007 en in 2008. Paritaire opvolging en evaluatie van de opleidingsinspanningen door middel van een sectorale enquête. Opstellen van een opleidingsplan op onderne mingsvlak. Vervoerskosten Volledige terugbetaling van de abonnementen op het openbaar vervoer voor het woon-werkverkeer, zonder toepassing van een loongrens.
CAO 2009-2010
Brugpensioen Op 56 jaar (33 jaar loopbaan, 20 jaar nachtarbeid): verlenging van 1 januari 2009 tot 31 december 2010. Op 56 jaar (40 jaar loopbaan): verlenging van 1 januari 2009 tot 31 december 2010. Op 58 jaar: verlenging van 1 januari 2011 tot 30 juni 2011. Tijdskrediet Verlenging van de maximumduur van het recht tot 5 jaar voor een halftijdse vermindering van de arbeidsprestaties. Opleiding Verhoging met 5% van het deelnemingspercentage aan de opleidingsmaatregelen in 2009 en 2010. Paritaire opvolging en evaluatie van de opleidingsinspanningen door middel van een sectorale enquête. Opstellen van een opleidingsplan op onderne mingsvlak.
sectoraal vlak.
Vervoerskosten Volledige terugbetaling van de abonnementen op het openbaar vervoer voor het woon-werkverkeer, zonder toepassing van een loongrens.
2.4.2.6. Petroleum (PC 211) CAO 2007-2008
Koopkracht Verhoging op 1 januari 2007 van het maandloon met 1,50% met een minimumbedrag van € 39 en op 1 januari 2008 met 1,50% met een minimumbedrag van € 40. Diverse premies Globaal bedrag van de Operationele Raffinaderij Premie (ORP): € 1.200 voor 2007 en € 1.200 voor 2008. Verhoging van de ochtend- en de namiddagploegentoeslag met 0,50%. Verhoging van de shiftvergoeding tot 19,74% voor het drieploegenstelsel en tot 9,50% voor het tweeploegenstelsel. Analytische functieclassificatie Oprichting van een paritaire werkgroep met het oog op de invoering van een sectorale analytische functieclassificatie. Brugpensioen Wat de aanvullende brugpensioenvergoeding betreft ontvangen de bedienden 70% van het verschil tussen het nettoloon en de werkloosheidsvergoeding in de ondernemingen waar er geen bedrijfsakkoord bestaat. Op 56 jaar (33 jaar loopbaan, 20 jaar nachtar-
beid): verlenging tot 30 juni 2009. Voor deze maatregel is het akkoord van de werkgever en de werknemer vereist. Op 56 jaar (40 jaar loopbaan): invoering vanaf 1 januari 2008. Op 58 jaar: verlenging tot 30 juni 2009. Halftijds vanaf 55 jaar: om ernstige medische of familiale/sociale redenen, verlenging tot 30 juni 2009.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
49
2. Syndicaal beleid - sectoraal
Syndicale premie Verhoging van de financiële reserve tot € 225.000. De syndicale premie wordt opgetrokken tot € 124/jaar voor de actieve werknemers en tot € 104/jaar voor de bruggepensioneerden. Opleiding Verhoging met 0,20% van de totale loonmassa bestemd voor opleiding. Opvolging en evaluatie van de opleidingsinspanningen door de OR of, bij ontstentenis ervan, de VA. Ondersteuning van internationale vakbondsprojecten 0,05% van de FBZ-bijdrage (Fonds Bestaanszekerheid - 0,20% van de loonmassa) is bestemd voor samenwerkingsprojecten. Arbeidsongevallen Verhoging van de berekeningsbasis tot 90% van het normale brutoloon voor alle werknemers op het moment van het arbeidsongeval. Ook voor de gevallen van volledige invaliditeit wordt het onbegrensde loon als berekeningsbasis genomen.
CAO 2009-2010
Koopkracht Verhoging bediendebarema’s met 0,0717% op 1 januari 2009 en met 0,1972% op 1 januari 2010. Verhoging van het maandloon met € 12,35 op 1 januari 2009 en op 1 januari 2010. Raffinaderijpremie: invoering voor de raffinaderijwerknemers die deze uurpremie nog niet hebben en verhoging ervan met € 0,23/uur op 1 januari 2009 voor deze die deze premie wel hebben. Shiftvergoeding op 1 januari 2010: 23,39%.
50
Brugpensioen Op 56 jaar (33 jaar loopbaan, 20 jaar nachtarbeid): verlenging van 1 juli 2009 tot 31 december 2010. Op 56 jaar (40 jaar loopbaan): verlenging tot 31 december 2010. Op 58 jaar: verlenging van 1 juli 2009 tot 30 juni 2011. Halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar: zonder opgave van reden, verlenging van 1 juli 2009 tot 31 december 2010. Tijdskrediet Optrekking van de drempel tot 7%, waarvan 1% uitsluitend bestemd is voor het tijdskrediet van werknemers van 50 jaar en ouder. Syndicale premie Verhoging van de financiële reserve tot € 234.000. De syndicale premie wordt opgetrokken tot
€ 129/jaar voor de actieve werknemers en tot € 108/jaar voor de bruggepensioneerden. Opleiding Bijkomende jaarlijkse inspanningen om het opleidingsniveau te verhogen met 0,1% van de globale loonmassa in vergelijking met het vorige jaar. Ondersteuning van internationale vakbondsprojecten Behoud van de bijdrage van 0,05% voor ontwikkelingshulp. Ervaringsgebonden barema Vervanging van de leeftijdsgebonden barema’s door ervaringsgebonden barema’s met een ruime gelijkstellingsregeling vanaf 1 januari 2009. Deze CAO loopt tot 31 december 2010.
2.4.2.7. Textiel (PC 214) CAO 2007-2008
Koopkracht Eenmalige premie van € 70 bruto te betalen samen met het loon van januari 2008. Proportioneel voor deeltijdse bedienden. Verlenging tewerkstelling Ontslagen bedienden moeten binnen de drie maanden na de beëindiging van de overeenkomst vervangen worden. Verlenging tot 31 december 2008. Tijdskrediet Verlenging van de maximumduur van het recht in de sector tot 5 jaar. Opleiding Werkgeversbijdrage van 0,30% van het volledige loon van de bedienden aan het Fonds voor Bestaanszekerheid van de sector (waarvan 0,20% voor de vormingsinspanningen ten behoeve van kansengroepen). Brugpensioen Halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar: verlenging van 1 januari 2007 tot 31 december 2008. Op 56 jaar (33 jaar loopbaan, 20 jaar nachtarbeid): verlenging van 1 januari 2007 tot 31 december 2008. Op 56 jaar (40 jaar loopbaan): invoering van 1 januari 2008 tot 31 december 2009. Op 58 jaar: verlenging van 1 juli 2007 tot 30 juni 2009.
Werkgeversbijdragen Solidarisering van de aanvullende vergoeding en de bijzondere werkgeversbijdragen voor nieuwe begunstigden vanaf 1 juli 2007. De werkgever betaalt de aanvullende vergoeding, maar kan de terugbetaling ervan aan het Fonds voor Bestaanszekerheid vragen.
Anticrisismaatregelen: Sectoraal akkoord tot 30 juni 2010. Toeslag van de werkgever van € 9,40/dag. Proportioneel voor de deeltijdse werknemers. Gelijkstellingen zijn voorzien voor het behoud van de voltijdse rechten (jaarlijkse vakantie, eindejaarspremie, …).
Vervoerskosten Het woon-werktraject met de fiets afleggen gedurende een ononderbroken periode van ten minste drie maanden en gedurende minstens 50% van de dagen van de maand geeft recht op een fietsvergoeding van € 0,15 per kilometer (beperkt tot 20 km per dag).
Ervaringsgebonden barema Vervanging van de leeftijdsgebonden barema’s door ervaringsgebonden barema’s met een ruime gelijkstellingsregeling voor een onbepaalde duur vanaf 1 oktober 2009.
Anciënniteitsverlof Verlenging van de bestaande maatregelen voor onbepaalde duur.
CAO 2009-2010
Tijdskrediet Verlenging bestaande sectorale maatregelen. Opleiding Verlenging van de bestaande maatregelen (werkgeversbijdrage van 0,30% op het volledige bediendeloon). Brugpensioen Halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar: verlenging van 1 januari 2009 tot 31 december 2010. Op 56 jaar (33 jaar loopbaan, 20 jaar nachtarbeid): verlenging van 1 januari 2009 tot 31 december 2010. Op 56 jaar (40 jaar loopbaan): verlenging van 1 juli 2009 tot 31 december 2010. Op 58 jaar: verlenging van 1 juli 2009 tot 30 juni 2011. Anciënniteitsverlof Behoud van de anciënniteit voor het verwerven van het anciënniteitsverlof voor bedienden die ontslagen worden in het kader van een meervoudig ontslag om economische redenen. Vervoerskosten Voor verplaatsingen met het gemeenschappelijk vervoer: invoering van de derdebetalersregeling (80% ten laste van de werkgever, 20% ten laste van de Staat). Voor woon-werkverplaatsingen met de fiets stijgt de fietsvergoeding van € 0,15 tot € 0,20 per kilometer en wordt de daggrens van 20 km afgeschaft.
2.4.2.8. Voedingsnijverheid (PC 220) CAO 2007-2008
Brugpensioen Op 56 jaar (33 jaar loopbaan, 20 jaar nachtarbeid): verlenging tot 31 december 2008. Op 56 jaar (40 jaar loopbaan): invoering vanaf 1 januari 2008 tot 31 december 2009. Op 58 jaar: verlenging tot 31 december 2009. Opleiding Vanaf 1 januari 2008, verhoging van het beroepsopleidingsvolume t.o.v. het totale arbeidstijdvolume van 0,70% tot 0,90%. Loonindexering Vanaf 1 januari 2008, vervanging van het loonindexeringssysteem op basis van een spilindex van 2% door een jaarlijkse indexering op 1 januari van elk jaar. Tijdskrediet Vanaf 1 januari 2008 wordt de door de sector betaalde aanvullende vergoeding voor de werknemers van ouder dan 55 jaar opgetrokken tot € 82 in het kader van het halftijds tijdskrediet of in het kader van de overstap van een 4/5e tijdskrediet naar een halftijds tijdskrediet vanaf 55 jaar. Syndicale premie Verhoging naar € 128 op 1 januari 2008.
CAO 2009-2010
Koopkracht Voor 2009 een ecocheque van € 125 betaalbaar vóór 31 januari 2010. Voor 2010, een ecocheque van € 250 betaalbaar vóór 31 december 2010. Vanaf 1 januari 2011 recht op een recurrent voordeel van € 250/jaar.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
51
2. Syndicaal beleid - sectoraal
Brugpensioen Op 56 jaar (33 jaar loopbaan, 20 jaar nachtarbeid): verlenging van 1 januari 2009 tot 31 december 2010. Op 56 jaar (40 jaar loopbaan): verlenging tot 31 december 2010. Op 58 jaar: verlenging van 1 januari 2010 tot 31 december 2011. Loonindexering Toepassing van een uitzonderlijke tussentijdse indexering van 0,50% op 1 juli 2010 als de gezondheidsindex tussen december 2009 en mei 2010 met meer dan 2% stijgt. Eindejaarspremie Gelijkstelling van de periodes afwezigheid wegens profylactisch verlof. Opleiding De minimum opleidingsinspanning wordt op 1% van de arbeidstijd in de onderneming gebracht in 2009 en op 1,1% in 2010. De opleidingsplannen zullen in de OR of samen met de VA onderzocht. Loopbaanbarema Vervanging van de leeftijdsgebonden barema’s door loopbaanbarema’s met een ruime gelijkstellingsregeling vanaf 1 juni 2009 voor een onbepaalde duur. Verhoging sectoraal barema +1,35% op 1 juni 2010.
2.4.2.9. Papiernijverheid (PC 221)
regeling vanaf 1 januari 2008 tot 31 december 2008
CAO 2009-2010
Koopkracht Maximumenveloppe van € 125 voor 2009 en € 250 voor 2010, te onderhandelen op ondernemingsvlak. Indexering Als de gemiddelde jaarinflatie de 5% overschrijdt, kunnen de sociale partners een indexering toepassen vier maanden na de laatste indexering (in plaats van zes). Syndicale premie Wordt gebracht van € 95 op € 98 vanaf 2009 en op € 100 in 2010. Opleiding Verlenging van de inspanning op het vlak van de voortgezette opleiding met 0,40% van de brutolonen vanaf 2009. Het deelnemerspercentage wordt met 5% per jaar opgetrokken. Vervoerskosten Verlenging tot 31 december 2010 van de terugbetaling van de vervoerskosten ten belope van 80% op basis van de treinkaart. Brugpensioen Op 56 jaar (33 jaar loopbaan, 20 jaar nachtarbeid): verlenging van 1 januari 2009 tot 31 december 2010. Op 56 jaar (40 jaar loopbaan): verlenging van 1 januari 2009 tot 31 december 2010.
CAO 2007-2008
Anticrisismaatregelen Gelijkaardige bezoldigingsvoorwaarden als de economisch werkloze arbeiders en behoud van de voltijdse rechten. Het akkoord geldt tot 30 juni 2010.
Vervoerskosten Verlenging tot 31 december 2008 van de terugbetaling van de vervoerskosten ten belope van 80% op basis van de treinkaart.
2.4.2.10. Papier- en kartonbewerking (PC 222)
Opleiding Verhoging van de sectorale inspanning van 0,20% van de brutolonen tot 0,30% in 2007 en 0,40% in 2008.
Koopkracht Op 1 oktober 2007 verhoging van de reële lonen met 0,2%.
Indexering Vanaf 1 januari 2009 vervanging van het loonindexeringssysteem op basis van een spilindex van 1,5% door een halfjaarlijkse indexering op 1 januari en 1 juli van elk jaar.
52
Op 56 jaar (40 jaar loopbaan): invoering van de
Brugpensioen Op 56 jaar (33 jaar loopbaan, 20 jaar nachtarbeid): verlenging tot 31 december 2008
CAO 2007-2008
Brugpensioen Op 56 jaar (33 jaar loopbaan, 20 jaar nachtarbeid): verlenging tot 31 december 2008.
Op 56 jaar (40 jaar loopbaan): invoering van de
Ervaringsgebonden barema Vervanging van de leeftijdsgebonden barema’s door ervaringsgebonden barema’s met een ruime gelijkstellingsregeling vanaf 1 januari 2009. Deze overeenkomst geldt tot 31 januari 2011.
Indexering Vanaf 1 januari 2008, vervanging van het loonindexeringssysteem op basis van een spilindex van 1,5% door een halfjaarlijkse indexering op 1 januari en 1 juli van elk jaar.
2.4.2.11. Non-ferrometalen (PC 224)
regeling vanaf 1 januari 2008 tot 31 december 2009. Op 58 jaar loopbaanvoorwaarde van 35 jaar voor mannen en 30 jaar voor vrouwen: verlenging tot 31 december 2008.
Opleiding Opleidingsvergoeding van € 28 in 2007 en € 30 in 2008 betaald door het Sociaal Fonds met het oog op de bevordering van de individuele opleiding. Verhoging van de opleidingsinspanning van 0,5% van de reële arbeidstijd tot 0,6% in 2007 en 0,7% in 2008. Anciënniteitverlof Eén dag anciënniteitverlof na een loopbaan van 15 jaar in de onderneming.
CAO 2009-2010
Koopkracht In de ondernemingen die geen maaltijdcheques geven, toekenning vanaf 1 juni 2009 van maaltijdcheques ter waarde van € 1,59 per gewerkte dag (werkgeversaandeel € 0,50). Vanaf 1 januari 2010 wordt het werkgeversaandeel met € 0,50 verhoogd (waarde € 2,09). Proportioneel voor de deeltijdse werknemers. De maaltijdcheques zijn eveneens verschuldigd voor het presteren van overuren. Brugpensioen Op 56 jaar (33 jaar loopbaan, 20 jaar nachtarbeid): verlenging tot 31 december 2011. Op 56 jaar (40 jaar loopbaan): verlenging tot 31 december 2011. Op 58 jaar: verlenging van 1 januari 2009 tot 31 december 2011. Anticrisismaatregelen Sectoraal akkoord tot 30 juni 2010. Toeslag van € 5,21 per dag voor de eerste twee weken van een periode van volledige schorsing in de regeling van de tijdelijke werkloosheid. Het dagbedrag wordt gebracht op € 6,79 voor de 3e en de 4e week van elke ononderbroken periode van volledige schorsing. Gelijkstellingen zijn voorzien voor het behoud van de voltijdse rechten. Er moet een informatieprocedure met de overlegorganen gevolgd worden. Gunstiger ondernemingsregelingen hebben voorrang.
CAO 2007-2008: geen sectoraal akkoord
Brugpensioen Halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar: verlenging tot 31 december 2008. Op 56 jaar (33 jaar loopbaan, 20 jaar nachtarbeid): verlenging tot 31 december 2009. Op 58 jaar: verlenging tot 31 december 2008.
CAO 2009-2010
Koopkracht Voor 2009, toekenning van een ecocheque van € 125 in oktober 2009 of verhoging van de maaltijdcheque met € 1/dag vanaf 1 juli 2009 of een hospitalisatieverzekering of een bijdrage voor het pensioenplan voor een werkgeverskost van € 125. Voor 2010 en de volgende jaren, toekenning van een ecocheque van € 125 in april 2010 en in oktober 2010 of een hospitalisatieverzekering of een bijdrage voor het pensioenplan voor een werkgeverskost van € 250. Brugpensioen Halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar: verlenging tot 31 december 2010. Op 56 jaar (33 jaar loopbaan, 20 jaar nachtarbeid): verlenging van 1 januari 2010 tot 31 december 2010. Op 58 jaar: verlenging van 1 januari 2009 tot 30 juni 2011. Tijdskrediet Verlenging van de bestaande maatregelen tot 30 juni 2010. Werkzekerheid Herinvoering van een clausule werkzekerheid. Opleiding Uitwerking van een opleidingscv (suppletief sectoraal model) en invoering in de ondernemingen op 1 januari 2010. Verlenging van de werkgeversbijdrage van 0,10% van de brutolonen. Ervaringsgebonden barema Vervanging van de leeftijdsgebonden barema’s door ervaringsgebonden barema’s met een ruime gelijkstellingsregeling vanaf 1 januari 2010.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
53
2. Syndicaal beleid - sectoraal
2.5. Financiën 2.5.1. Evoluties binnen de sector financiën 2.5.1.1. Beschrijving Sector De sector financiën is een economische entiteit die wordt aangestuurd door een aantal belangrijke spelers uit de bankwereld en uit de verzekeringswereld. Deze bedrijven zijn internationale groepen waarvan de hoofdzetel zich meestal niet (meer) in België bevindt. Deze groepen zijn internationaal georganiseerd, met vestigingen in verschillende landen binnen en buiten Europa. Op het niveau van de sector wordt in deze Paritaire Comités onderhandeld over de loon- en arbeidsvoorwaarden van ongeveer 120.000 werknemers. Twee belangrijke patronale organisaties die bij de onderhandelingen aan tafel zitten zijn: “Assuralia” dat werkgevers van de verzekeringen groepeert en “Febelfin” dat de banken groepeert. De sector financiën verzamelt een aantal PC’s: Verzekeringen PC 306 en verzekeringsagentschappen Makelarij
54
PC 307 Maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie PC 308 Beursagentschappen PC 309 Banken (kredietinstellingen) PC 310 Openbare kredietinstellingen PC 325 Notarisbedienden PC 216
Er is internationale regelgeving betreffende de producten die deze instellingen kunnen ontwikkelen en verkopen. Binnen Europa is dit o.a. geregeld in de Bazel II akkoorden. Deze Bazel II akkoorden van 2004 traden in werking in 2007 en flexibiliseerden de financiële markten. Er is toezicht op de solvabiliteit en reserves van de kredietinstellingen en de verzekeringsmaatschappijen. Op Belgisch niveau werd dit toezicht voor de kredietinstellingen en voor de verzekeringen gedaan door de Commissie voor het Bank, Financie- en Assurantiewezen (CBFA).
In september 2009 heeft de Europese Commissie beslist om het toezicht op de financiële sector te versterken. Het doel is daarbij de financiële stabiliteit in gans Europa op duurzame wijze te versterken, te garanderen dat overal in Europa dezelfde technische basisregels consequent worden toegepast en gehandhaafd en de aanwezige systeemrisico’s in een vroeg stadium te onderkennen. Het doel is ervoor te zorgen dat veel efficiënter kan worden samengewerkt in noodsituaties en bij het oplossen van meningsverschillen tussen toezichthouders. Twee belangrijke wettelijke regelingen zijn op Belgisch niveau in uitvoering: De rol van de 2 toezichthouders op de finan-
ciële instellingen nl. de Nationale bank van België (NBB) en de Commissie voor het Bank, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) De greep die de overheid heeft op financiële instellingen in geval dat deze (terug) in moeilijkheden zouden komen en de financiële stabiliteit in gevaar zouden brengen Wat het toezichthouderschap betreft wordt er in twee fasen gewerkt: Er wordt op korte termijn een instantie opgericht die de controle kan uitoefenen: het comité voor systeemrisico’s en systeemrelevante financiële instellingen (CSRSFI). Op iets langere termijn wordt de NBB belast met het prudentieel toezicht en dus met de controle op de “gezondheid” van de financiële instellingen. De CBFA van haar kant wordt belast met de controle op de financiële producten en de bescherming van de consument. Wat de greep van de overheid op de financiële instellingen betreft gaat het over twee mogelijke ingrepen: de schorsing van bepaalde activiteiten van
financiële instellingen (voor de banken stonden in de bankwet reeds dergelijke ingrepen ingeschreven) buitengewone voorrechten voor de overheid om het recht te bekomen om activa of passiva van een financiële instelling of aandelen van een financiële instelling over te dragen, te verkopen of in te brengen naar een andere instelling (zodat de instelling weer “gezond” wordt)
2.5.1.2. Tewerkstelling in de sector De tewerkstelling voor de ganse financiële sector is over de periode 2006 tot 2009 gedaald met een 3000 eenheden. De daling is te wijten aan de daling van de tewerkstelling in de sector banken. Sector
2006
2009
pc 216
6.422
6.548
pc 306
24.961
24.669
pc 307
11.042
11.524
pc 308
4.272
4.216
pc 309
1.191
1.299
pc 310
65.689
62.470
pc 325
2.953
3.041
TOTAAL
116.530
113.767
In de financiële sector werken meer vrouwen dan mannen. Er zijn 53 procent vrouwelijke werknemers of 59.190 en er zijn 47 procent mannelijke werknemers of 53.626. In de banksector zijn er meer vrouwen dan mannen tewerkgesteld. In de verzekeringsector zijn er meer mannen dan vrouwen werkzaam. Dit gemiddelde zegt niets over de verdeling van vrouwen en mannen naargelang het functieniveau. We weten uit andere studies (bijvoorbeeld over de loonkloof) dat vrouwen zich minder in de hogere functies bevinden.
RSZ (2006: 2de kwartaal; 2009: 3 de kwartaal)
De tewerkstelling in voltijdse equivalenten ligt lager dan deze in koppen. Voor het totaal is er 13% minder tewerkstelling, voor de vrouwen is er in het totaal 18% minder en voor de mannen 6%. Deze cijfers duiden aan in hoeverre deeltijds werken en tijdskrediet een invloed hebben op het volume van de tewerkstelling. Het toont ook aan in hoeverre deeltijds werken en tijdskrediet is doorgedrongen bij de vrouwelijke en de mannelijke arbeiders en bedienden.
Vrouwen
Koppen
VTE
%
59.190
48.728,18
82%
Sector
Vrouwen
Mannen
PC 216
5.232
1.316
PC 306
12.837
11.673
PC 307
7.448
3.458
PC 308
2.176
1.998
PC 309
497
784
PC 310
29.777
32.580
PC 325
1.223
1.817
TOTAAL
59.190
53.626
RSZ
2.5.1.3. Structuur van de Sector Aantal werkgevers
Hier beschrijven we de werkgevers binnen België volgens het aantal juridische entiteiten. Daarnaast is er nog een beschrijving mogelijk volgens economische groepen.
Mannen
53.626
50.154,37
94%
Sector
2006
2009
Totaal
113.767
98.882,55
87%
PC 216
1.233
1.220
RSZ (2009: 3 de kwartaal)
PC 306
161
147
In de sector zijn nog een beperkt aantal werknemers met een contract van arbeider: 951 of minder dan 1 procent. Het overgrote aantal werknemers zijn bedienden: 112.816.
PC 307
3.189
3.251
PC 308
152
124
PC 309
37
30
PC 310
86
87
PC 325
7
8
TOTAAL
4.865
4.867
Sector
Arbeiders
Bedienden
PC 216
0
6.548
PC 306
159
24.510
RSZ (2006: 2de kwartaal; 2009: 3 de kwartaal)
PC 307
618
10.906
PC 308
42
4.174
PC 309
18
1.281
PC 310
113
62.357
PC 325
1
3.040
TOTAAL
951
112.816
We merken dat zich in de sector verzekeringen (PC 306) een zekere concentratie heeft voorgedaan. De sector verzekeringen organiseert zijn verkoop voor een groot stuk via makelaars en aparte agentschappen. Er zijn hier een aantal grotere spelers maar ook veel kleine. Dit is te merken aan het aantal werkgevers dat ressorteert onder het
RSZ
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
55
2. Syndicaal beleid - sectoraal
paritair comité van de makelarij en verzekeringsagentschappen (PC 307). In de sector banken is het aantal juridische entiteiten ongeveer het zelfde gebleven. De organisatie van de verkoop van bankproducten wordt soms losgekoppeld (outsourcing) van de bank. Deze aparte bankagentschappen worden ondergebracht onder het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor Bedienden (ANPCB nr. 218). Ook andere meer technische activiteiten (zoals back-office en ICT activiteiten) worden op die manier losgekoppeld. Het gaat over ongeveer 4.113 ondernemingen en 28.021 bedienden in het jaar 2008. In het jaar 2003 ging het over 2.371 ondernemingen en 13.673 bedienden (cijfers volgens cevora).
niet de bedoeling om hier een volledige financiële analyse te geven maar enkele belangrijke vaststellingen te doen. Het zijn niet de loonkosten die oorzaak zijn van het debâcle in de sector.Uit de cijfers met betrekking tot de banksector blijkt dat het bankproduct (= toegevoegde waarde) is toegenomen van 10,91 miljard in 1993 tot 19,6 miljard in 2007, terwijl de kosten voor verloning geëvolueerd zijn van 4,3 miljard naar 5,5 miljard. Dit betekent dat het aandeel van de verloning is gedaald van 39% naar 28%. In de verzekeringen is het bedrijfsresultaat afhankelijk van een 4-tal factoren: het technisch resultaat, het resultaat van financiële beleggingen, het herverzekeringsresultaat en de kosten. Het technisch resultaat is de ontvangen premies (incasso), min de voorziene schade-uitkeringen en reserveringen. Dit is het eigenlijke verzekeringswerk. Het incasso is gestegen van 11,75 miljard in 1996 naar 33,22 miljard in 2007. De personeelskosten plus commissielonen evolueerden over dezelfde periode van ongeveer 24% van dat incasso naar ongeveer 14% van het incasso. De oorzaak van het debâcle ligt in de marktwaarde van de beleggingen. De solvabiliteit van financiële instellingen werd onmiddellijk in vraag gesteld. De economische situatie van bedrijven wordt niet op het einde van het jaar bekeken maar dag op dag. Dit gebeurt omdat beleggen ook steeds meer op korte termijn gebeurt. Daarom werd naast de officiële boekhouding een dagdagelijkse boekhouding, de International Financial Reporting Standards (IFRS), die de marktwaarde van de gewone en afgeleide producten registreert, ingevoerd. Het vertrouwen van de spaarders, de beleggers en de financiële instellingen zelf, kreeg een enorme deuk, gezien er zowat overal toxische financiële producten aanwezig waren. De financiële instellingen konden niet meer onderling lenen. Er was dus een acuut gebrek aan liquide middelen.
56
Economische situatie
De economische situatie van de bedrijven uit de financiële sector staat niet los van de totale economie. Deze bedrijven vormen geen aparte entiteiten zoals veel beleggers dachten. Het is
De Belgische overheid is tussengekomen via het participatiefonds met leningen voor ongeveer 25 miljard. Uit de jaarrekening van diverse banken en verzekeringsmaatschappijen blijkt dat hun beleggingen in waarde dalen en dat waardeverminderingen op de beleggingen worden geboekt.
De reactie van de ondernemingen tegenover het personeel laat niet op zich wachten. Herstructureringen volgen elkaar met hoge snelheid op. Inhoud van CAO’s over loon- en arbeidsvoorwaarden worden in vraag gesteld. Bedrijfsonderhandelingen worden moeilijker en moeilijker. Syndicale antwoorden vinden is, ook in de financiële sector, de grote uitdaging
2.5.2. De grote uitdagingen en de syndicale actie 2.5.2.1. Flexibilisering van de verloning en de strijd voor sectorale barema’s en sectorale analytische functieclassificaties In verschillende sectoren kwam het baremasysteem onder druk te staan. De werkgevers zijn vragende partij om de verloning te variabiliseren en te individualiseren. De criteria voor loonsystemen mogen ook niet “discriminerend” zijn volgens juridische normen. Het criterium leeftijd wordt als discriminerend beschouwd. Bij de notarisbedienden is er sinds 2005 een sectoraal verloningssysteem dat gebaseerd is op functieniveaus. Voor andere sectoren (Verzekeringen, Makelarij en verzekeringsagentschappen, Maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, Beursagentschappen, Banken) werd een nieuw sectoraal loonsysteem overlegd dat ervaring als criterium heeft om de lonen te laten evolueren. Een ganse lijst met gelijkstellingen zoals werkervaring, studies, ziekte en invaliditeit, werkloosheid, …. zijn opgenomen. Bij de openbare kredietinstellingen worden de loonsystemen op ondernemingsniveau geregeld. Een sectoraal baremasysteem staat of valt met een sectorale analytische functieclassificatie, want de functie bepaalt het startpunt van een barema. Een analytische functieclassificatie moet aansluiten bij de realiteit van de bedrijfsorganisatie om werkbaar te zijn. Opbouw van nieuwe en actualisering van bestaande sectorale analytische functieclassificatiesystemen moeten uitgevoerd worden.
In de sectoren werd werk gemaakt om een sectorale analytische functieclassificatie ingang te doen vinden. Dit betekent een akkoord bekomen onder sociale partners over het principe en het uitwerken van een systeem. De huidige stand van zaken is: Verzekeringen: het systeem is af maar moet
nog worden geïmplementeerd. Makelarij en verzekeringsagentschappen: de studie is gestart. Spaarbanken: een actualisering wordt aangevat. Banken: de studie is gestart voor de 4 categorieën van uitvoerende bedienden. De sectorale functieclassificatie voor de kaderleden wordt nadien aangepakt Notarisbedienden: het systeem is af en is geïmplementeerd
Deze sectorale functieclassificatie is het “referentiekader” voor de opmaak van functieclassificaties en inschalen van de bedienden op niveau van de onderneming.
2.5.2.2. Koopkracht De onderhandelingen voor sectorale CAO’s 2007-2008 botsten op een zeer stug patronaat. Dit ondanks de hoge inkomsten en winsten in de sectoren banken en verzekeringen. De banken maakten samen 11,5 miljard winst in 2006.Hoge tot superhoge dividenden werden uitgekeerd aan de aandeelhouders. De werkgevers uit de verzekeringen kwamen, ondanks stijgende premieinkomsten (incasso), met een verlanglijstje om loon te verminderen en te flexibiliseren.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
57
2. Syndicaal beleid - sectoraal
Wat werd er gerealiseerd inzake koopkracht voor 2007–2008 voor de verschillende sectoren ? Verzekeringen: Verhoging van de reële lonen
met 1%. Twee eenmalige premies van € 150. Makelarij en verzekeringsagentschappen: Een eenmalige premie van € 150. Een volledige 13de maand als eindejaarspremie. Maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie: Verhoging van de sectorbarema’s met € 20. Een toekenning van € 20 voor de werknemers die minder dan € 20 boven het sectorbarema zitten. Twee eenmalige premies van € 200 voor werknemers die de andere koopkrachtverhoging niet krijgen. Beursagentschappen: Werknemers die betaald worden aan de sectorale loonschaal krijgen een verhoging van € 20. Twee eenmalige premies van € 200 voor werknemers die de andere koopkrachtverhoging niet krijgen. Banken (kredietinstellingen) 310: Verhoging van de sectorbarema’s met € 20. Een toekenning van € 20 voor de werknemers die minder dan € 20 boven het sectorbarema zitten. Twee eenmalige premies van € 200 voor werknemers die de andere koopkrachtverhoging niet krijgen. Openbare kredietinstellingen: Twee eenmalige premies van € 250. Notarisbedienden: Verhoging van de reële lonen met 0,5%. Een jaarlijkse premie van € 150.
Het uitzonderlijk Interprofessioneel Akkoord voor 2009-2010 van 22 december 2008 zette een kader uit voor de sectorale onderhandelingen. In de financiële sectoren werden de onderhandelingen nog bemoeilijkt door de financiële crisis.
58
In de verschillende sectoren werd een overeenkomst gemaakt om de € 125 netto in 2009 en de € 250 netto in 2010 te bekomen. Er werd onderhandeld dat er in twee keer een uitkering gebeurde van deze bedragen onder de vorm van ecocheques. De bedragen worden geproratiseerd volgens arbeidsduur. Er is ook voorzien dat in de ondernemingen een gelijkwaardig voordeel kon worden onderhandeld. De indexsystemen, die allen vastgelegd zijn in sectorale CAO’s, werden gevrijwaard. De meeste indexsystemen sluiten nauw aan bij de prijsevolutie. De prijzen van de consumptiegoederen en diensten stegen zeer snel in 2007-2008. In de sector van de verzekeringen die vanaf 2008 een jaarlijkse indexering voorziet, werd een compensatie-CAO afgesloten.
2.5.2.3. Werkzekerheid: de belangrijkste bekommernis Het behoud van de tewerkstelling is in de verschillende financiële sectoren de belangrijkste syndicale eis. In de paritaire comités wordt het volume en de kwaliteit van de tewerkstelling op de voet gevolgd. Er zijn procedures afgesproken om het overleg rond eventuele collectieve ontslagen te omkaderen. Het doel van deze procedures is om de tewerkstelling van het personeel te vrijwaren door allerhande maatregelen: aanwerving van nieuw personeel voor de getroffen functies stopzetten, overplaatsing tussen diensten, opleiding, oplossingen om “naakte” ontslagen te vermijden. De werkgevers uit de meeste sectoren dienen ook een strikte informatieprocedure na te leven, tijdens dewelke geen ontslagen mogen vallen. Als er toch ontslagen vallen is er een extra schadevergoeding voorzien. Daarnaast is er in de meeste sectoren een procedure in geval van individueel ontslag. Het gaat hier zowel om ontslagen wegens economische redenen als om ontslagen wegens functioneringsproblemen. De werknemer moet de redenen meegedeeld krijgen, er is het recht om zich te laten bijstaan door de syndicaal afgevaardigde,
de mogelijkheid om zich bij te scholen of om te scholen. Als de werkgever deze procedures niet naleeft is er een extra schadevergoeding voorzien.
De vakbonden van de financiële sector zijn verenigd in UNI Finance. Deze internationale vakbond coördineert de syndicale actie. BBTK Financiën is een van de belangrijkste leden van deze vakbond. BBTK Financiën speelt een zeer belangrijke syndicale rol in UNI Financiën. Wij organiseren naast het netwerk Zone 4 (België, Nederland, Frankrijk, Luxemburg en Monaco) en vullen mandaten in bij het UNI Europa en UNI World steering-comité. Een belangrijk aspect is de Europese sociale dialoog. Binnen de bank- en verzekeringssector is de Europese sociale dialoog uitgebouwd. Wij hebben als BBTK het mandaat van woordvoerder in de Europese sociale dialoog voor de banksector.
2.5.2.4. Opleiding: een permanente zorg Om de werknemers gelijke kansen te bieden op werk of op promotie zijn vorming en opleiding de middelen bij uitstek. De sectoren en de functies zijn steeds weer aan verandering onderhevig. In alle sectoren is er een recht op volgen van opleiding tijdens de werkuren ingeschreven. In verschillende sectoren is een sectoraal paritair vormingsfonds opgericht dat cursussen organiseert waar de werknemers zich kunnen op inschrijven. Verzekeringen: FOPAS Makelarij en verzekeringsagentschappen:
CEPOM Maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie: EPOS Beursvennootschappen: STARTFIN Banken: ELAN+ Er zijn in alle sectoren sectorale CAO’s afgesloten voor de risicogroepen. In de banksector zijn er ook reeds jarenlang bedrijfs-CAO’s (voor 2009 gaat het over 13 banken).
2.5.2.5. Internationalisering en Europa De financiële wereld is georganiseerd in economische groepen. Deze groepen zijn internationaal gestructureerd, met vestigingen in verschillende landen binnen en buiten Europa.
Informatie en consultatie bestaat op Europees niveau via de Europese Ondernemingsraden. Vanaf de eerste installatie van EOR’s speelde BBTK een voortrekkersrol. De internationale contacten met syndicalisten uit andere landen maken het mogelijk om achtergrondinformatie te krijgen en, zo mogelijk, solidair standpunten in te nemen. We denken hierbij aan de fusie van BNP Paribas met Fortis, het syndicale werk om de Turkse vakbond te betrekken bij de EOR binnen Dexia, het opzetten van sociale dialoog in o.a. Polen in KBC. BBTK Financiën zorgt dat de vertegenwoordigers in deze EOR’s de nodige opleiding en ondersteuning krijgen. Een groot aantal delegees uit de financiën waren aanwezig op de studiedag van 19 maart 2010 over de nieuwe Europese richtlijn m.b.t. de EOR’s.
2.5.2.6. De werknemers in de sector onder vuur Het is uiteraard belangrijk dat delegees uit de bedrijven begeleiding en ondersteuning krijgen van de vakbondssecretarissen. Gezien de specifieke situatie van geografische spreiding over gans België worden een héél groot aantal bedrijven Federaal gecoördineerd. Federaal worden interzetels georganiseerd voor BNP ParibasFortis, KBC, Dexia, ING, AXA, AG Insurance, Delta Loyd Bank, … Kleinere entiteiten worden meer regionaal gecoördineerd. Regionaal worden ook militantenwerkingen uitgebouwd waar militanten uit alle financiële sectoren elkaar ontmoeten. Een belangrijk syndicaal aandachtspunt was de verloning in de bedrijven. De patroons nemen iedere kans te baat om de lonen te variabiliseren
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
59
2. Syndicaal beleid - sectoraal
en te indvidualiseren. Méér en méér dreigen we geconfronteerd te worden met bedrijfsgebonden loonsystemen die verder afglijden van het sectoraal referentiebarema. Als BBTK staan wij voor een loon waar het overgrote deel vast loon is en een véél kleiner deel variabel. Met onze Europese campagne “sales and advice” als uitgangspunt werken wij loonsystemen bij CAO uit die zo min mogelijk rekening houden met te behalen targets. BBTK delegaties hebben via sociaal overleg nieuwe systemen uitgebouwd. Denken we hierbij maar aan de nieuwe verloningssystemen bij Fortis en ING. De uitdagingen zijn immens groot en we bekomen niet altijd ons vooruitgeschoven einddoel. Aan het personeel om, na ruime consultatie, te oordelen of wij als vakorganisatie de CAO’s kunnen ondertekenen. En dan was (is) er de financiële crisis. De beleggingen van de financiële ondernemingen waren zeer risicovol geweest. De marktwaarde daalde. De waardeverminderingen op de beleggingen dienden ingeschreven in de resultaten. De personeelskosten werden geviseerd als aanpassingsvariabele om de kosten te drukken. Herstructureringen werden aangekondigd in verschillende ondernemingen. De BBTK ging telkens de strijd aan om ontslagen te vermijden en sociale regelingen te onderhandelen. We denken hierbij aan de verschillende opeenvolgende herstructureringen bij Dexia (met de aankondiging voor een nieuwe herstructurering voor september 2010), maar ook herstructureringdossiers bij Citibank, KBC, Euler-Hermes,… Daarnaast zijn er ook de dossiers die een nieuwe vestigingsplaats inhouden wat voor het personeel dan weer andere uitdagingen met zich meebrengt: Allianz, ABN-AMRO, … Wij eisen daarom het behoud van een regionale tewerkstelling. Fusies worden een probleem, denken we maar aan ING Insurance met Vivium wat ook een grote uitdaging was voor BBTK.
60
En tot slot moeten we meer en meer rekening houden met Europse richtlijnen en opgelegde maatstaven. In dit segment zijn Ethias, ING, KBC en Dexia de uitschieters. Niet alle dossiers zijn reeds ten volle uitgevoerd. Voor de lopende syndicale werking in de financiële sector is er up to date informatie beschikbaar. De publicatie “Je Rechten, gids over de rechten van de bedienden in de sector financiën” werd in
2008 opnieuw uitgegeven en on line gezet op de BBTK website. In 2010 reeds werd deze publicatie geactualiseerd met de CAO’s voor de periode 2009-2010. Deze nieuwe versie is nu online te raadplegen. Naar aanleiding van syndicale acties in de bedrijven werden persberichten opgesteld om het grote publiek te informeren en aldus de strijd te ondersteunen.
2.5.2.7. De “financiële” crisis en de werknemers van de sector financiën. Het verslag over de sector financiën handelt over de syndicale werking – op sector en ondernemingsniveau – van deze sector; in de paritaire comités, in de ondernemingsraden in de comités voor preventie en bescherming op het werk, van de syndicaal afgevaardigden. Toch kunnen we niet om de “financiële” crisis heen. Omdat de crisis gevolgen heeft voor het resultaat van de sector en dat de werkgevers crisissen maar al te graag afwentelen op de werknemers. Omdat de werknemers uit de sector niet de organisator zijn van de ontwikkeling en verkoop van allerhande beleggingen; ze zijn er eerder het slachtoffer van. De vakbonden uit de sector financiën organiseerden op 24 maart 2009 een meeting in gemeenschappelijk front. De baselines waren: de werknemers mogen niet het slachtoffer worden van deze crisis. Het was ook een oproep aan het gezond verstand bij de organisatie van krediet en verzekering. Deze meeting lanceerde een “Charter voor een nieuwe financiële toekomst”. Welke toekomst? Een toekomst die: Veilig is in zijn werkgelegenheid Transparant en eerlijk is voor het cliënteel Ethisch is in zijn winst Duurzaam is in zijn beleid. Sociaal is in zijn overleg Die kan groeien op eigen kracht Die maatschappelijk geëngageerd is. Die een meerwaarde biedt voor lokale economieën. Met een venster op de wereld Die rendabel is, in een gezond evenwicht tussen personeel, klanten en aandeelhouders
Telkens de G20 samen komt stellen we dat er concrete maatregelen zouden moeten genomen worden om de producten en de transacties te reguleren. Regulering zou rust kunnen brengen onder de financiële ondernemingen door een duidelijk speelveld af te bakenen. Nu spelen ze een gevaarlijk spel.
Uni Finance komt uiteraard ook op voor verbetering van de rechten van de werknemers in de financiële sector
Dat de financiële wereld dreigt in zijn “oude vormen en gedachten” te vervallen wordt steeds opnieuw aangeklaagd. Geen business as usual! Op 19 april 2010 werd een actie georganiseerd voor de deuren van het Berlaymontgebouw, zetel van de Europese Commissie, in Brussel, voorafgegaan door een actie georganiseerd in Frankfurt voor de ingang van de Europese Centrale Bank.
Uni Finance komt op voor betere regulering en controle van de financiële markten: Oprichting van een controle instantie van de
financiële markten, zowel op nationaal als op Europees niveau. De risico-transacties moeten gedekt zijn met meer eigen vermogen. Verbod van financiële producten die hoofdzakelijk gericht zijn op speculatie en verwerking van alle operaties op aandelen binnen de officiële beurzen. Goedkeuring van nieuwe financiële producten door een controle-organisme. Oprichting van een onafhankelijk en publiek rating-agentschap. Invoering van een belasting op de financiële transacties.
Geen objectieven of doelstellingen verbonden
aan de verkoop van bepaalde producten. Halt aan de overdreven verkoopsdoelstellingen. Waardering van het werk (zowel individueel als in teamverband) in plaats van buitensporige en systematische controles. Meer tijd en personeel om de cliënt te adviseren. Betere kennis en regelmatige vorming van de bankbedienden, zodat ze in staat zijn op kwalitatief advies te verstrekken. Passende en vaste maandlonen – het maandloon mag niet afhangen van de verkoop van bepaalde producten.
Op het laatste ABVV congres in juni 2010 werd een tussenkomt gedaan namens BBTK Financiën om in alle duidelijkheid te schetsen dat de werknemers, bedienden en kaderleden al jaren lang lijden onder druk staan binnen de bedrijven om als maar meer commercieel te werken. Dit gaat gepaard met hoge werkdruk, flexibele verloning, lange dagen, ... De werknemers zijn niet de oorzaak van deze crisis!
61
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
62
3. Syndicaal beleid - internationaal
3.1. Internationaal vakbondsnetwerk Een wereld die globaliseert en waar de beslissingen steeds meer internationaal worden genomen. De delokalisatiepolitiek van multinationals die onze loon- en arbeidsvoorwaarden zwaar onder druk zetten. En een Europa dat een strakke liberaal-economische lijn aanhoudt. We hebben dus een internationaal en Europees syndicalisme nodig om tegenmacht te creëren. Europese en internationale vraagstukken winnen dan ook meer en meer aan belang op alle niveaus van de syndicale agenda. De BBTK wil ook mee helpen om vakbondswerk op een internationaal niveau te tillen. Om die ambitie waar te maken, werken we als centrale mee aan een internationaal vakbondsnetwerk. BBTK is actief aangesloten bij diverse mondiale vakbonden in functie van de sector die deze vakbonden vertegenwoordigen zoals diensten, transport, voeding, metaal, staal, chemie, social profit, … Zij zijn voor hun sector vooral actief op het naleven van algemene arbeidsrechten, onderhandelingen met multinationals over gedragscodes, lobbyen bij internationale instanties zoals IAO (Internationale Arbeidsorganisatie)... De dienstverlenende sectoren (handel, financiën, telecom, ICT, ...) zijn gegroepeerd in UNI. BBTK heeft een zetel in het Management Committee, het Europees Uitvoerend Comité en in het Wereld Uitvoerend Comité. Deelname aan internationale activiteiten geeft een ruimere kijk op gebeurtenissen en tendenzen. Ze bevorderen ook het contact tussen vakbonds-
mensen uit verschillende landen en continenten. Dat syndicaal netwerk met secretarissen en militanten uit andere landen helpt om bijvoorbeeld informatie te krijgen over bepaalde bedrijven en thema’s of grensoverschrijdend samen te werken. Ten slotte is aanwezigheid op internationale activiteiten ook belangrijk om BBTK meer bekend te maken binnen de internationale vakbondswerking. Zo kan de centrale zwaarder wegen op de internationale agenda. Een actief lidmaatschap vergt natuurlijk ook een goede voorbereiding in onze eigen centrale. Na deelname aan een internationale activiteit is uiteraard ook een goede terugkoppeling nodig. Dit alles moet de betrokkenheid van militanten en medewerkers verhogen en er voor zorgen dat we een goede inbreng doen.
3.2. Congressen van de federaties Tijdens de periode van het activiteitenverslag congresseerden verschillende federaties waarbij BBTK aangesloten is. Onder het motto “Together we can!” zette UNIEuropa in Athene thema’s op de agenda als de solidariteit met Chinese werknemers, de beperking van de openingsuren van winkels in Europa en een betere samenwerking tussen de diverse UNI-sectoren. EMF, de federatie voor de metaalsector, koppelde de rol van de vakbonden in een sociaal Europa aan concrete actieplannen voor de diverse sectorale en thematische EMF-werkgroepen.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
63
3. Syndicaal beleid -internationaal
“Global unity, global equality” was de slagzin op het congres van ICEM, de internationale vakbondsfederatie voor onder meer de chemie en de mijnsector. Tijdens een voorafgaande conferentie over uitzendwerk, riepen de deelnemers ICEM op om hun strijd tegen de slechte arbeidsomstandigheden in die sector verder te zetten. Met de slogan “Power through organizing” legde het IUF-congres de nadruk op concrete rekruteringscampagnes. IUF is de wereldwijde federatie voor de voedselnijverheid. Het congres lanceerde o.a. een oproep aan Coca Cola om het recht op vakbondsvertegenwoordiging en collectief onderhandelen te respecteren – ook bij herstructureringen. Ook hier stonden precaire tewerkstellingsvormen (outsourcing, tijdelijke contracten, uitzendarbeid, …) op de agenda en werd gepleit voor versterkte vakbondswerking rond deze thema’s.
3.3. Andere internationale actie De BBTK zette samen met het ABVV zijn werkzaamheden op het vlak van samenwerking met syndicale organisaties in Afrika, Oost-Europa en India voort. Hij neemt geregeld ook rechtstreeks deel aan de internationale actualiteit door projecten en specifieke campagnes zoals de Schone Klerencampagne te steunen. Of door deel te nemen aan het Wereld Sociaal Forum (WSF) dat ontstond als reactie tegen de economische wereldtop van Davos waar elk jaar duizenden “globale leiders” van het kapitalisme hun opwachting maken. In 2009 deed het WSF Belem (Brazilië) aan in aanwezigheid van André Langenus, Federaal Secretaris van BBTK.
3.4. Concrete opvolging van dossiers 3.4.1. Een wijdverspreide crisis De achtergrond waartegen de syndicale actie zich afspeelde tijdens de periode van het activiteitenverslag, was deze van één van de grootste crisissen die we wereldwijd kenden. In 2007 werd de internationale economie door elkaar geschud door de subprime crisis op de markt van de woonleningen in de Verenigde Staten. De crisis is een uitvloeisel van het casinokapitalisme en legde de ontsporing van de deregulering bloot. Maar ze is vooral het resultaat van ongelijkheid van inkomens, overproductie en het kunstmatig in stand houden van koopkracht. De gevolgen waren er dan ook niet naar: een drievoudige crisis op de financiële markten, de voedingsmarkten en de energiemarkten. De BBTK volgde de crisis in zijn internationale en Europese dimensie op door binnen het kader van UNI-Financiën de acties ter hervorming van de regulering van de financiële markten te steunen. Maar ook door bijvoorbeeld het ABVV Federaal in de werkgroep Europese cel mee te helpen bij de voorbereiding van de G20 (dat zijn topbijeenkomsten met de 20 belangrijkste economieën ter wereld) van de wereldregeringsleiders hierover.
3.4.2. Over Bolkestein en liberalisering van diensten BBTK heeft de discussie rond de Bolkesteinrichtlijn van in het begin nabij gevolgd en nam deel aan de Euromanifestaties die werden georganiseerd om onze vakbondseisen kracht bij te zetten.
64
Meer informatie met betrekking tot de internationale activiteiten van de BBTK zijn terug te vinden op www.bbtk.org, in het internationale luik van de website.
Ter herinnering. De Bolkesteinrichtlijn, zo genoemd naar zijn initiatiefnemer Frits Bolkestein, lokte heel wat polemiek uit omwille van het zogenaamde “land van oorsprong”- beginsel. Volgens dit beginsel zou een dienstverlener enkel de regelgeving van zijn eigen land moeten volgen. Een reëel risico op sociale dumping dus. Bovendien bevatte het lijstje van diensten - waarop de richtlijn van toepassing was - niet alleen puur
commerciële diensten, maar ook de gevoelige gemeenschapsvoorzieningen zoals gezondheidszorg en sociale diensten (thuiszorg, kinderopvang en sociale huisvesting). Na heel wat weerwerk, waaronder ook van de vakbonden, werd de richtlijn geamendeerd in het Europees parlement en kon één en ander gecorrigeerd worden. Waakzaamheid blijft geboden. Het proces van de omzetting van de richtlijn is nog niet helemaal ten einde en rond de noties niet-economische diensten van algemeen belang, diensten van algemeen economisch belang en de sociale diensten van algemeen belang blijft nog steeds de nodige verwarring bestaan. Gelet op de inzet en de eventuele gevolgen naar de social profit, zal BBTK dit dossier ook in de toekomst nauw blijven opvolgen.
3.4.3. De Europese richtlijn uitzendarbeid: waakzaamheid geboden Eind 2008 werd de Europese richtlijn uitzendarbeid door het Europees Parlement goedgekeurd. De goedkeuring kwam er na 20 jaar blokkages hierover. De richtlijn bekrachtigt het beginsel van de gelijkheid van behandeling tussen uitzendkrachten en arbeidskrachten van de “gebruiker”, dat is de onderneming die de interimwerknemers inhuurt. De Europese tekst verleent echter veel ruimte voor de omzetting in nationaal recht (na raadpleging van de sociale partners) en ook m.b.t. het non-discriminatie beginsel. Dit zal dan ook de inzet zijn van de discussies in de Nationale Arbeidsraad: als de uitzendkantoren hun zin krijgen, zou het toepassingsveld voor uitzendarbeid uitgebreid worden, wat onvermijdelijk zal leiden tot een precarisering van de werkgelegenheid. BBTK volgde dit dossier op vanuit UNI-Europa en zal ook de discussies in de Nationale Arbeidsraad volgen.
3.4.4. De Europese richtlijn over de arbeidstijd (voorlopig) mislukt Na 5 jaar onderhandelen eindigde de herziening van de arbeidstijdrichtlijn in 2009 op een mislukking. Volgens de Commissie zouden een twintigtal landen de huidige richtlijn arbeidstijd overtreden op het vlak van de wachttijd in de ziekenhuissector. Voor ons land zou de situatie van de artsen in opleiding niet in overeenstemming zijn met de richtlijn in het licht van de arresten van het Europees Hof van Justitie waarin gesteld wordt dat de wachttijd ter plaatse met inbegrip van de niet actieve periode, als arbeidstijd beschouwd moet worden. Het Europees Parlement en de Raad raakten het niet eens over de zogenaamde opt-out (individuele afwijkingen op de 48 u per week). Het woord is nu aan de Commissie om een nieuwe tekst op te stellen. Wordt vervolgd dus.
3.4.5. Europese Ondernemingsraden op de kaart Uit een onderzoek blijkt dat van de 2.264 multinationals die onder de richtlijn Europese Ondernemingsraad vallen, slechts 938 een EOR hebben. Ook blijkt dat de mate waarin de militanten op de hoogte worden gebracht en het soort informatie dat ze krijgen, beperkt is. BBTK heeft dan ook blijven aandacht besteden aan de verbetering van de werking van EOR en nieuwe oprichtingen. Zo organiseerden we begin 2010 nog een informatiesessie voor onze afgevaardigden in de EOR over de nieuwe richtlijn Europese Ondernemingsraden die over twee jaar in voege zal treden. Langzamerhand worden onze inspanningen op dat vlak beloond. We zullen hier verder blijven aan werken want de Europese Ondernemingsraad blijft een hefboom om de directie te bewegen tot verbeteringen van o.a. goede afspraken rond herstructureringen, veiligheid en gezondheid, vormingsbeleid en gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Ook vanuit UNI-Europa werkt BBTK aan het thema van de Europese Ondernemingsraden. Samen met de andere leden wordt momenteel gewerkt aan een eigen actieplan hieromtrent.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
65
3. Syndicaal beleid -internationaal
3.4.6. De Lissabon strategieën en de strategie Europa 2020
3.4.7. Het Europees Hof van Justitie : interne markt krijgt voorrang
Europa komt uit 10 jaar strategie van Lissabon. Ambitie was in 2010 te komen tot volledige tewerkstelling. Maar vooral van Europa de meest competitieve economie ter wereld te maken. Iets wat de BBTK altijd gehekeld heeft.
Vier arresten van het Hof van Justitie klonken als een donderslag bij heldere hemel in het sociale landschap: de arresten Rüffert, Viking, Laval en Luxemburg die de werknemersrechten beïnvloeden en de regels van de interne markt laten voorgaan op het sociale recht, het sociaal overleg en algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten. Een kaakslag voor “Sociaal Europa”.
De Europese Commissie kwam nu naar buiten met een nieuwe strategie die ze de strategie 2020 doopte. Groei, groei en nog eens groei is het leidmotief geworden. De grote afwezigen zijn de kwaliteit van die groei en de sociale cohesie. Bovendien herbevestigt de Commissie een aantal dossiers die nefaste gevolgen kunnen hebben op sociaal vlak (flexicurity, better regulation enz.) en kondigt een aantal andere maatregelen aan die al even gevaarlijk zijn (modernisering van de socialezekerheidsdiensten, evaluatie van de relevantie en de levensvatbaarheid van socialezekerheidsen pensioenstelsels,…). Gezien het belang van de toekomstige strategie EU 2020 die de bakens zal uitzetten voor de werking van de EU en van de Lidstaten voor de komende 10 jaar, zal het BBTK niet nalaten deze materie verder te volgen en tussen te komen waar nodig.
66
BBTK volgde dit dossier op vanuit UNI-Europa. Deze werkt met name aan een rapport dat de concrete gevolgen van deze rechtspraak in elk van de Europese landen in kaart moet brengen. En ook bij het ABVV kwam de discussie en analyses van deze arresten ruim aan bod in de werkgroep Syndicale Vrijheden.
4. Internationale projecten
4.1. Inleiding BBTK heeft twee grote internationale projecten: UNICOME in India en UNI AFRIKA in de Engelstalige landen van Afrika. Deze projecten lopen ook in samenwerking met UNI Global Union (wereldvakbond voor diensten) en zij hebben zowel in India als in Afrika ondersteunende werkingen.
bonden. Historisch hebben de Indiase vakbonden zich altijd aangesloten bij politieke partijen. Bij de opsplitsing van de politieke partijen werden ook de vakbonden opgesplitst. De Indiase wet bevat een sterke bescherming van de rechten van werknemers, maar geeft vakbonden beperkte toegang tot de werkplek.
De BBTK projecten lopen ook in samenwerking met de Internationale dienst van het ABVV (ISVI) en met het DGOS (Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking). Deze laatste dienst houdt zich bezig met de verschillende aspecten van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. DGOS valt rechtstreeks onder de bevoegdheid van de minister van Ontwikkelingssamenwerking. Het is een gedeelde financiering, 2/3de DGOS en 1/3de BBTK. BBTK stort zijn bijdrage aan de projecten in het solidariteitsfonds van het ABVV.
4.2.1.2. India: handelssector
4.2. Project UNICOME
De Indiase detailhandel is de 5de grootste in de wereld en is in India een van de snelst groeiende industrieën.
4.2.1. India
Door het steeds populairder worden van de sector, evolueert de sector ook van een “nietgeorganiseerde” status naar een steeds meer georganiseerde sector. De detailhandel verwacht een jaarlijkse groei van 25 tot 30% door de stijgende vraag.
4.2.1.1. India: economisch en syndicaal India is een van de snelst groeiende economieën in de wereld. Deze groei komt echter voornamelijk de hogere klassen ten goede. Het overgrote deel van de Indiase bevolking (70%) profiteert hier niet van. In India is 92% van de beroepsbevolking werkzaam in de “niet-georganiseerde sector”. Deze mensen hebben geen wettelijke bescherming op het gebied van sociale zekerheid, gezondheid en veiligheid. In de georganiseerde sectoren van de Indiase industrie zijn werknemers goed verenigd in de vak-
Volgens de 8ste jaarlijkse Global Retail Development Index (GRDI) van AT Kearney is de detailhandel in India de meest veelbelovende opkomende markt voor investeringen. In 2007 heeft de detailhandel in India een aandeel van 8-10% in het BBP (bruto binnenlands product) van het land. In 2009 steeg dit naar 12%, men verwacht voor 2010 een stijging naar 22%. Men verwacht dat tegen 2010 dat de georganiseerde sector 20% van het totale marktaandeel zal innemen tegen 7,5% in 2007. De groei van de handel in de Indiase markt kent een dubbele oorzaak:
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
67
4. Internationale projecten
Aan de ene kant de enorme (en jonge) Indiase
bevolking: de middenklasse telt al meer dan 300 miljoen leden. Sommigen verwachten zelfs dat dit aantal zal verdubbelen tegen 2011, wat van het land de grootste consumentenmarkt ter wereld zou maken Aan de andere kant heb je veranderingen in het bestedingspatroon van de Indiase consument: de nieuwe generatie heeft een voorkeur voor luxe-producten, die ze nu kunnen betalen, dankzij de stijging van het inkomen De groei van het toepassingsgebied in de Indiase retailmarkt is vooral te wijten aan de verandering in het consumentengedrag. De nieuwe generatie Indiërs hebben de voorkeur voor luxe goederen, die nu binnen het bereik van het gezinsbudget zijn, door de sterke stijging van het gezinsinkomen. De groei van de detailhandel is vooral terug te vinden in Mumbai, Delhi, Pune, Akmedabad, Hyderabad, Kolkata en Chennai.
4.2.1.3. Grote spelers op de markt van de retailhandel in India Pantaloon is een van de grootste retailers in India met meer dan 450 winkels in het land. Het hoofdkantoor is gevestigd in Mumbai en heeft meer dan 4,6 millions m² oppervlakte in retail. In 2010 verwacht men dat dit oppervlakte zal stijgen naar 30 miljoen. In 2001 lanceerde Pantaloon zijn eerste hypermarkt “Big Bazaar”. De TATA-groep is ook belangrijke speler in de retail in India, de dochteronderneming Trent heeft Westside en Star India Bazaar onder haar vleugels. In 2005 verwierf de onderneming ook Landmark. Trent bezit meer dan 3,7 miljoen m² winkelruimte in India.
68
RPG-groep is een van de eerste nieuwkomers in de Indiase retailmarkt. Het zetten zijn eerste stappen in voedsel en kruidenierswaren detailhandel met de winkels Foodworld. Later opende men ook apotheken en schoonheidsverzorgingswinkels. Relianse is ook een grote speler in de Indiase detailhandel. Er zijn meer dan 300 Relianse Freshwinkels en Reliance mart. AV Birla Group heeft een sterke aanwezigheid in de Indiase detailhandel. Merken zoals Louis Philippe, Allen Solly, Van Heusen, en Peter Engeland zijn zeer populair. Ook de Duitse groep Metro heeft al vestigingen in India. Carrefour staat op het punt er te openen. Andere ketens zoals Wal-Mart, GAP, Tesco, JC Penney, H&M… verhogen hun investeringen en betrokkenheid in het land.
4.2.1.4. Indeling in de georganiseerde detailhandel Tegen 2011 zal India bijkomend 280 hypermarkten, 3.200 supermarkten, 400 warenhuizen en ongeveer 1.200 mega specialiteiten winkels tellen. De detailhandel in India valt uiteen in: High street shops High street shops in India zijn gevarieerd en versnipperd. Zij verkopen producten die belangrijk zijn voor een bepaald gebied. High street winkels in dopen bieden boodschappen en producten die voorzien in het dagelijks gebruik. Deze producten zijn meestal merkloos en goedkopen in prijs en van een mindere kwaliteit. High street winkels in dorpen en steden zijn meer georganiseerd. Supermarkten Supermarkten vind je voornamelijk in de stedelijke en semi-stedelijke gebieden. De meeste van
deze supermarkten verkopen merkproducten van zowel de binnenlandse en internationale fabrikanten. Hypermarkten De hypermarkten zijn voornamelijk geconcentreerd in de stedelijke gebieden. Hypermarkten vind je vooral in Delhi, Noida, Gurgaon, Hyderabad, Bangalore, Ahmedabad, Chandigarh. Winkelcentra De opkomst van winkelcentra is de nieuwste trend. Winkelen is niet langer beperkt tot het louter aankopen van produkten, men gaat eerst etalages verkennen vooraleer over te gaan tot de aankoop. Deze vorm van winkelen is in India zeer populair omdat het tegemoet komt aan de behoefte van comfort en geschiktheid . Het opnemen van voorzieningen zoals restaurants, parkeerterreinen maakt dat meer en meer mensen afzakken naar de winkelcentra’s. Winkelcentra’s worden beschouwd als uitgaansplekken voor families.
4.2.1.5. Uitdagingen van de Indiase georganiseerde detailhandel De grootste uitdaging voor de georganiseerde detailhandel is het tekort aan winkelruimte. Door de verhoogde vraag naar vastgoed gaan de vastgoedprijzen ook de hoogte in. Het vinden van getrainde medewerkers en deze houden is niet evident. Voor buitenlandse reuzen is het niet eenvoudig om toegang te krijgen tot de Indiase markt door specifieke beperkingen in de Indiase wetgeving.
gekeurd en een bestuur, met algemeen secretaris en voorzitter, verkozen. UNICOME is in eerste fase van het project gevestigd in Delhi, Hyderabad en Bangalore. Later wordt er een uitbreiding naar Mumbai en Calcutta voorzien. Niets voor niets zijn deze steden de places to be voor de handelssector. Het project voorziet per stad twee voltijdse organisers (vakbondssecretarissen) die zich uitsluitend bezighouden met bedrijfsbezoeken en het detecteren van activists (te vergelijken met onze delegees). Jaarlijks wordt er een evaluatie gemaakt en nieuwe targets bepaald voor het volgende werkjaar. In het eerste jaar (2009) lag de klemtoon vooral op het aanwerven en opleiden van de organisers. Voor 2010 ligt de nadruk op het rekruteren van leden en voeren van campagnes. Tegen het einde van het project moet UNICOME al een stuk geëvolueerd zijn naar de richting van een zelfstandige vakbond voor de werknemers voor de handelssector.
4.2.2.1. Organigram van UNICOME
4.2.2. UNICOME Een vakbond oprichten in India is geen sinecure, vooral niet in de handel. BBTK ondersteunt sinds twee jaren UNICOME als beginnende vakbond in de handelssector. Het eerste officiële UNICOMEmoment vond plaats op 16 februari 2010, op het officiëel oprichtingscongres van UNICOME. Het bracht een 30-tal “activisten”, de “organisers” en verantwoordelijken van UNI en UNIDOC (centra die alle aangesloten vakbonden bij UNI ondersteunen) samen. Een uitgebreide BBTK-delegatie was ook aanwezig. Een charter van de handelswerknemers werd besproken en goedgekeurd. Dat zal dienen als leidraad doorheen de werking van UNICOME. Verder werden de statuten goed-
Gaurav Arora
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
Nationale coördinator project: Gaurav Arora Voorzitter: Ramen Pandey Ondervoorzitter: Amit Singh Ondervoorzitter: Rawinder Reddy Algemeen secretaris: HG Somshekhar Financieel secretaris: Siddaraju Auditeur: Manoj Kumar Organisers: Delhi: Deepak, Tabassum Bangalore: Ananth (halftijds), Khushla
(halftijds), Sindhu (halftijds), Rajesh (halftijds) Hyderabad: Bhavana, Harika
69
4. Internationale projecten
4.3. Project UNI Afrika 4.3.1. Aids in Afrika, een kort overzicht Afrika is een continent dat jammer genoeg vaak negatief in het daglicht komt te staan: vele onstabiele regeringen waar corruptie hoogtij viert, volkerenmoorden, hongersnood… Daarbij dreigt de AIDS-problematiek naar de achtergrond te verdwijnen. Een problematiek die nochtans nog nooit zo aanwezig geweest in het dagdagelijkse Afrikaans leven. Deze epidemie spaart niemand en raakt alle aspecten van de samenleving: de gezondheidszorg, de huishoudens, de scholen, het economische leven, maar ook de arbeidsvloer. Aantal gevallen: 2008 Mensen met HIV/AIDS wereldwijd
Schatting
(in miljoenen)
33,4
…waarvan volwassenen
31,3
…waarvan vrouwen
15,7
… waarvan kinderen
2,1
Nieuwe besmettingen
2,7
…waarvan kinderen
0,43
AIDS-doden
2,0
…waarvan kinderen
0,28
Bron: UNAIDS, November 2009
Meer dan 25 miljoen mensen zijn sinds 1981 gestorven aan AIDS. In Afrika leven er 14 miljoen AIDS-wezen. Eind 2008 waren 50% van alle volwassenen die leven met HIV-besmetting wereldwijd, vrouwelijk. Tijdens 2008:
70
waren meer dan 2,7 miljoen volwassenen en
kinderen besmet met HIV, waarvan 1,9 miljoen in sub-sahara Afrika. 2 miljoen mensen zijn overleden aan het AIDSvirus, ondanks de recent verbeterde toegang tot antiretrovirale behandelingen, 1,4 miljoen, in Sub-Sahara Afrika alleen!
Louise Plaatjes
4.3.2. UNI Afrika Het project UNI Afrika is een ruim samenwerkingsverband met maar liefst 21 vakbonden in 5 Afrikaanse landen; zijnde Zuid Afrika, Kenia, Malawi, Zambia en Zimbabwe. Het project beoogt een sensibiliseringscampagne over de AIDS-problematiek op poten te zetten in deze vijf Engelstalige landen, met de hulp van de lokale vakbonden: In Zuid Afrika: SACCAWU (South African Commercial Catering Allied Workers Union), CWU (Communication Workers Union), SASBO ( South African Society of Bank Officials), SATAWU (South African Transport and Allied Workers Union), CEPPWAU (Chemical, Energy, Paper, Printing, Wood and Allied Workers Union) In Kenya: BIFU (Banking insurance finance union), KUPRIPUPA (Kupripupa workers), COWU (Communication workers union), KUCFAW (Kenya Union Of Commercial Food and Allied Workers) In Malawi: TGLSSWU (Textile, Garment, Leather and Security Services Workers Union), CIAWU (Commercial Industrial and allied workers Union), COWUMA ( Communication Workers Union of Malawi) In Zambia: NUCW (National Union of Communications workers, Zambia), NUCIW (National Union of Commercial and Industrial workers), ZAGRAWU (Zambia Graphical and Allied workers Union), ZUFIAW (Zambia Union of Financial Institutions and allied workers), ZUSAW (Zambia Union Of Security officers and allied workers)
In Zimbabwe: CASWUZ (Communication Allied Services Workers Union Zimbabwe), CWUZ (Commercial Workers Union of Zimbabwe), ZGWU (Zimbabwe Graphical Workers Union),ZIBAWU (Zimbabwe banks and Allied Workers Union) De vakbondsorganisaties hebben zich allemaal in dit project ingeschreven. Een project van deze omvang beheren is geen evidentie, maar de coördinatrice van het project, Louise Plaatjes van de Zuid-Afrikaanse vakbond SASBO, is niet onder de indruk en gaat er voor de volle 100% voor.
2009 stond in het teken van het inzamelen van informatie in de 5 landen en het opstellen van een handleiding over de aanpak van het project, zodat in alle landen dezelfde handelswijze gehanteerd wordt (zeker op vlak van rapportering en financiering). Er zijn 21 trainers (1 per deelnemende vakbond en minimum 2 per land) aangesteld. In 2010 zal het project voelbaar worden op de werkvloer. Dit jaar worden de delegees in de geviseerde bedrijven (Barclays/Absa, G4, Shop Rite, Standard Bank) getraind in het aanpakken van discriminaties ten aanzien van werknemers met HIV-AIDS besmetting. Men wilt op deze manier 1.600 werknemers en hun familie bereiken. Voor 2011 voorziet men een uitbreiding naar minimum 7 bedrijven en wilt men 2.800 werknemers en hun families bereiken.
71
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
72
5. Intersectorale groepen
5.1. Kaderleden Het federaal comité kaderleden kwam 4 keer samen sinds het congres van mei 2006. Op deze vergaderingen – die tijdens de werkuren doorgingen - werd aandacht besteed aan onze vertegenwoordiging en specifieke problemen voor kaderleden in de bedrijven en de sectoren. Het is niet altijd even evident om kaderleden tijdens de werkuren samen te brengen. In de periode voor 2006 werd geprobeerd dit ’s avonds te doen, ook al met wisselend – en veeleer matig –succes. In de toekomst moet op zoek worden gegaan naar andere communicatiemethoden om kaderleden in discussie te laten gaan rond gemeenschappelijke punten. In september 2010 werd op een federaal comité een campagne gestart rond toepassing van sociale wetgeving en collectieve arbeidsovereenkomsten op kaderleden. Het is de bedoeling om op basis van een ruime informatie- en sensibiliseringscampagne werk te maken van aanpassing van de wetgeving en op korte termijn (sectoronderhandelingen 2011-2012) van uitbreiding toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomsten op kaderleden. Het is duidelijk dat kaderleden (te) veel uren presteren en hiervoor niet altijd navenant verloond worden. Hiertoe maken werkgevers handig gebruik van de bestaande wetgeving om grote groepen bedienden uit te sluiten van de toepassing van de wet op de arbeidsduur. Voor de BBTK zijn de zaken duidelijk: alleen een beperkte groep van leidinggevenden (vergelijkbaar met deze categorie bij de sociale verkiezingen) kan zich maar beroepen op de wettelijke afwijking terzake: het KB van 1965 met de lijst van leidinggevend- en vertrouwenspersoneel dient hiertoe aangeen cht e r past te worden. de n ver ede
ten
ch e r e j
Wij zijn er ons echter ook van bewust dat hiertoe de politieke krachtsverhoudingen moeten veranderen. Dit noodzaakt informatie, sensibilisering en zeker ook actie. Dit zal de inzet zijn van de net gelanceerde campagne. In vele collectieve arbeidsoveenkomsten, vnl in de industriële sectoren, worden “kaderleden” uitgesloten van de toepassing van de CAO’s. Hiertoe worden verschillende terminologieën gehanteerd: de CAO is alleen van toepassing op de gebaremiseerden of baremiseerbaren, functies die niet in de sectorclassificatie zitten worden uitgesloten, CAO’s alleen van toepassing op “uitvoerende” functies enz. Soms heeft de uitsluiting alleen betrekking op de arbeids- en loonsvoorwaarden, soms ook op de syndicale afvaardiging. Het wezen hier ook duidelijk dat dit niet meer van deze tijd kan zijn. Ten andere meer en meer bedienden worden in hun bedrijf gecatalogeerd als kaderlid zodat soms tot een meerderheid van de bedienden uitgesloten wordt van het toepassingsgebied van de sectorovereenkomsten. Wij bereiden met de in september gestarte campagne de sector-onderhandelingen van begin 2011 voor om de uitbreiding van het toepassingsgebied van de CAO’s tot alle bedienden te eisen.
5.2. BBTK-vrouwencommissie Naast een 8-tal vergaderingen van de BBTK vrouwencommissie hebben wij, binnen een genderaanpak, ervoor gekozen om onze vrouwelijke militanten maximaal in te schakelen in de besluitvorming binnen onze centrale. Binnen deze context hebben de vrouwelijke militanten maximaal deelgenomen aan de discussies binnen BBTK en ABVV rond de pensioenconferentie in het algemeen en het pensioendossier in het bijzonder. In het kader van de Internationale Vrouwendag van 8 maart 2007 werd in Gemeenschappelijk Vakbondsfront, de folder “gelijkheid, geen woorden maar daden !” massaal verspreid. Het betrof een lijst van maatregelen waar de syndicale on-
rl so gid ade de k van
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
73
5. Intersectorale groepen
derhandelaars in de sectoren en ondernemingen konden werken aan “meer gelijke kansen voor vrouwen en mannen”. In het kader van Internationale Vrouwendag van 8 maart 2009 hebben we de Focus “10 onderhandelingsinstrumenten voor meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen” verspreid, met extra aandacht in onze nieuwsbrief en andere publicaties.
Samenwerken met anderen Als vrouwelijke BBTK-militanten is het uiterst belangrijk ons in te zetten binnen andere syndicale structuren. Zo werken wij constructief mee aan de Brusselse en Waalse ABVV/FGTB vrouwencommissie en de Vlaamse vrouwencommissie. Wij zijn vertegenwoordigd in de Federale Vrouwencommissie ABVV/FGTB en in de Federale gendercommissie. We hebben ons maximaal ingezet in de verschillende Equal Pay Day ABVV acties op regionaal en federaal vlak in 2007, 2008, 2009 en 2010. Daarnaast hebben ook andere BBTK-kernen specifieke acties gepland, we denken hier aan de militantengroep van de Nationale Bank, de BBTK kern in KBC Leuven, …. We waren massaal aanwezig op de “informatie en sensibiliseringsdag voor gelijkheid V/M : ABVV delegees gezocht en gevonden !” op 23 september 2008 in Brussel. We hebben concreet gewerkt in de workshops rond de ABVV beleidsaanpak, onderhandelingstechnieken, netwerken,syndicale instrumenten en standpuntbepaling zoals in het dossier “combinatie arbeid-gezin-privé”.
74
We namen deel aan ontmoetingsavonden. We denken hier in eerste instantie aan de avond “Generaties van feministen : vrouwensolidariteit en de staking van FN Herstal tot vandaag” ingericht door ABVV Vrouwencommissie van Brussel op 4 december 2007. De BBTK vrouwen zijn ook internationaal actief binnen UNI Europa en Uni Worldwide. We hebben er ook mandaten, meer bepaald in het UNI
vrouwennetwerk Zone 4, het UNI Europa Vrouwencomité, de jaarlijkse UNI Europa Vrouwenconferentie en de 4 jaarlijkse UNI Worldconferentie. Vanuit ons mandaat in het UNI vrouwennetwerk Zone 4 hebben wij op dinsdag 1 juni 2010 een conferentie georganiseerd in Brussel rond “Gelijkheid, missie niet volbracht” waar we naast de uiteenzetting van Margaret Maruani, sociologe in werkgroepen gewerkt hebben rond “onze eisen voor een proactief Europa inzake gelijkheid van mannen en vrouwen” aan de vooravond van het Belgisch Europees voorzitterschap. In september werd onze eisenbundel toegelicht.
5.3. Gepensioneerden en bruggepensioneerden Ons federaal comité gepensioneerden/bruggepensioneerden kwam 8 maal samen sinds ons statutair congres van mei 2006. Op deze bijeenkomsten werd telkens een stand van zaken opgemaakt van de evolutie van de wetgeving, werd over actuele dossiers gedebatteerd en werden voorbereidende discussies gehouden in het kader van standpuntbepalingen in de statutaire instanties. Bij een aantal vergaderingen werd het nuttige aan het aangename gekoppeld: in de voormiddag ging de inhoudelijke vergadering door terwijl na een lunch ’s namiddags een uitstap werd voorzien. Zo werd o.a. een geleid bezoek gebracht aan Brugge, Brussel en Liège-Val St Lambert. Er kan zeker nog verbetering aangebracht worden aan de formule maar de werking van het federaal comité van de gepensioneerden en bruggepensioneerden is goed bezig.
5.4. Jongeren
5.4.2. Interprofessionele werking
De BBTK Jongeren waren de voorbije jaren op vele vlakken actief, zoals hieronder duidelijk wordt. Al deze intiatieven leidden tot een grote dynamiek met meer leden en jongerendelegees die nog moet versterkt worden in de toekomst. Ze milderden ongetwijfeld ook de trend van verminderde interesse vanwege jongeren voor de vakbond, zoals bleek uit de tegenvallende opkomst van jonge werknemers voor de sociale verkiezingen van 2008. In het licht van de sociale verkiezingen van 2012 moet onderzocht worden hoe de jongeren meer kunnen betrokken worden in de sociale overlegorganen.
Verder participeerden de BBTK Jongeren ook met veel enthousiasme in de interprofessionele werking, zoals de ABVV Jongerencommissie en “Working Class Heroes”, het netwerk van jonge delegees.
5.4.1. Communicatie naar jongeren toe
De betrokkenheid van BBTK Jongeren bij UNI Global Union, de wereldvakbond voor bedienden en kaderleden, leidde in 2008 tot een mandaat voor BBTK in de UNI Youth Steering Group.
De Expresso Jongeren werd gepubliceerd in
aanloop naar de sociale verkiezingen van 2008. Deze editie, die zich specifiek richtte naar jonge werknemers en werkzoekenden, kende veel succes. Ze werd verdeeld op een kleine dertigduizend exemplaren en via de website van BBTK. Gemaakt door en voor jongeren, behandelde deze speciale Expresso thema’s zoals Arbeidsovereenkomsten, Jeugdvakantie, ABVV-jongerenwerking, Facebookgroep en Pensioenrechten. De campagne “Vind je BBTK-delegee” func tioneerde als eerste test van moderne 500 concepten om jongeren te bereiken. Via affiches en te winnen cinematickets vind werden jongeren aangemoedigd om je contact te leggen met hun delegees. bbtk ee ! g In een tweede fase gingen de deledele gees op pad om jongeren proactief te benaderen. Honderden jongeren werden op die manier bereikt. De aanpak moet zeker nog verbeterd worden, maar de resultaten tonen wel aan dat delegees die actief aan de slag gingen gemakkelijk contacten met jongeren konden leggen en een aantal van hen voor BBTK-lidmaatschap overtuigen. BIOSCOOPTICKETS TE WINNEN
tickets
coop
aak en m
kans
ee bios op tw
ulier eform in vind je
elnam
Het de
ure broch n. onze re jonge bij bbtk r ernaa Vraag afdeling. of legee
je de ak op afspra diger: /jongeren eenvou .org Of nog www.bbtk 2010 30 april trijd loopt
tot
weds
en
ook op
jongeren
unes.indd
affiche_je
1
9 12:32:47
12/14/200
PM
5.4.3. Internationale jongerenwerking Op internationaal gebied deden de BBTK-jongeren ervaring op in evenementen zoals het Europees Sociaal Forum (Athene 2006 en Malmö 2008), waar solidariteit over de landsgrenzen steevast centraal staat.
Op het UNI Youth Committee van 2008 kreeg BBTK Jongeren meteen ruime steun voor haar moties met betrekking tot : Gratis onderwijs Minimumlonen Milieu & Economie
In september 2009 vond in de lokalen van BBTK Federaal de allereerste UNI Youth Zone 4-bijeenkomst plaats : 35 jongeren uit Frankrijk, Nederland, Luxemburg en België brainstormden er over de manieren waarop jonge werknemers kunnen bereikt en georganiseerd worden. Begin 2010 wierp BBTK Jongeren zich, samen met LBC-NVK, op als organisator van het tweejaarlijkse UNI Youth Seminar. 150 deelnemers uit heel Europa verzamelden zich in Antwerpen en bespraken er thema’s zoals waardig werk, een duurzaam economisch model en het recht op onderwijs. In het kader van de actualiteit rond Opel brachten de Belgische en buitenlandse deelnemers een geslaagd solidariteitsbezoek aan de getroffen fabriek. Tenslotte namen in een tiental BBTKJongeren deel aan de jaarlijkse UNI Youth Summer School. Tijdens deze intensieve vorming leren de jonge delegees in een internationale context onderhandelen, presentaties geven, congressen voorbereiden enz. Maar ontdekken ze ook vooral de grote diversiteit aan vakbondsculturen- en gebruiken die we in Europa kennen…
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
75
76
6. Structuur en werking
6.1. Werking federaal secretariaat 6.1.1. Inleiding De nota over de structuur en werking van BBTK op federaal vlak van 10/3/2006 - die de werking voor de periode 2006-2010 vastlegde - werd op het federaal uitvoerend comité van 13/11/2009 opnieuw bekrachtigd voor de komende werkperiode 2010-2014. Het in 2006 verkozen federaal secretariaat onderging geen wijzigingen sindsdien. Het federaal secretariaat functioneerde op basis van de sectorale taakverdeling in bijlage en de in bijvoegde tabel vermelde mandaten op interprofessioneel en intersectoraal niveau.
instanties uitgezonderd in art. 25 : dit artikel maakt deel uit van het hoofdstuk “federaal comité” en stelt : “Voor principiële aangelegenheden of kwesties m.b.t. het algemeen beleid kunnen de afgevaardigden vergaderen per groep van afdelingen zoals bepaald bij art.18 § 3 om hun houding te bepalen.” In de statuten wordt niet gepreciseerd wat de taakverdeling is tussen de leden van het federaal secretariaat. Art. 18 stelt dat de voorzitter, of in zijn afwezigheid een lid van het federaal secretariaat, alle instanties van BBTK voorzit. Hierin worden ook bevoegdheden voor de intersectorale taken, inclusief het dagelijks, administratief en financieel beheer bepaald : de voorzitter is hier de verantwoordelijke.
Protocol BBTK 8/2/2002
Dit protocol zegt het volgende over bevoegdheden van het federaal secretariaat BBTK.
6.1.2. Structuur en werking federaal secretariaat Nota goedgekeurd door het federaal uitvoerend comite van 10/3/2006 en opnieuw bekrachtigd door het federaal uitvoerend comite van 13/11/2009.
federaal secretariaat nota 2/10/2001 De nota van 2 oktober 2001, bekrachtigd door het FUC in het kader van het statutair congres van oktober 2001, blijft van toepassing. Naast de procedure voor de verkiezing van het federaal secretariaat wordt hier ook het volgende gesteld: “Het federaal secretariaat functioneert als een collectief, o.a. wat betreft het vormingsbudget, de financiering van de nationale informatica, alsmede de algemene taken op intersectoraal niveau”.
statuten BBTK
Er wordt alleen maar verwezen naar federale
De statuten van BBTK situeren zich binnen een
Interprofessionele instanties: regionale en gemeenschapsbevoegdheden
De centrale speelt haar rol binnen de interprofessionele intergewestelijken. De groep van Vlaamse en Waalse afdelingen en Brussel-Halle-Vilvoorde bepalen zelf hoe : de aanduiding van de vertegenwoordigers van BBTK in de instanties van de intergewestelijken gebeurt dus door de respectievelijke Vlaams-Waalse groepen/B-H-V. Ook het woordvoerderschap in deze instanties wordt op dezelfde manier ingevuld.
Bevoegdheid federaal secretariaat
Het federaal secretariaat is bevoegd voor alle professionele en interprofessionele materies in het kader van syndicale instanties op sectoraal en intersectoraal vlak. Materies waarvoor uitsluitend het federaal secretariaat bevoegd is Wet van 1968 betreffende paritaire comités en CAO’s Arbeidsrecht Sociale zekerheid
federale logica.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
77
6. Structuur en werking
Gewest- en gemeenschapsmateries op bedrijfs- en sectoraal vlak Bevoegdheid federaal secretariaat Consultatie mogelijk op gewestelijk en/of communautair vlak
Structuren en werking in de toekomst Er is geen wijziging van statuten/structuren (uitgezonderd wat betreft financiële controle/ verantwoordelijkheden), van het protocol van 8/2/2002 of van de nota van 2/10/2001 voorzien. De core business van onze centrale is de sectorwerking die federaal is en moet blijven. Tegenmacht i.f.v. regionale/communautaire bevoegdheden kan en dient te gebeuren via de interprofessionele intergewestelijken. Zoals hierboven aangegeven, bestaan daartoe de nodige kanalen en hebben de 3 “regionale” geledingen van BBTK (groep van Waalse en Vlaamse afdelingen en B-H-V) elk op hun manier hieraan invulling gegeven of kunnen dit doen. Misschien zou het zinvol zijn om de benaming “groep” van Vlaamse en Waalse afdelingen te wijzigen, gewoon omdat die benaming zo moeilijk in de mond ligt en er geen intergewestelijken zijn. Maar dit is een louter linguïstieke wijziging.
Concreet
78
door de ondervoorzitter. Naar de pers toe is de voorzitter woordvoerder voor Nederlandstalige media en de ondervoorzitter voor Franstalige media. De rol van de leden van het federaal secretariaat, in de BBTK, in de groep van Waalse, Vlaamse afdelingen en B-H-V en in het ABVV, in de Vlaamse, Waalse en Brusselse intergewestelijken, wordt door elk van deze instanties ingevuld. Zij kunnen evenwel niet de functies van voorzitter, ondervoorzitter, secretaris, adjunct-secretaris van deze instanties uitoefenen. Zij kunnen deelnemen aan de vergaderingen van het Bureau van deze instanties; hun voornaamste opdracht bestaat in de informatie, opvolging van informatie, verslaggeving, o.m. over de standpunten van BBTK Federaal. Het dagelijks, financieel en administratief beheer wordt gezamenlijk verzekerd door de voorzitter en de ondervoorzitter ; de uiteindelijke beslissing en dus de eindverantwoordelijkheid worden gedragen door de voorzitter. Het gezamenlijke beheer impliceert informatie en discussie met de ondervoorzitter vóór de beslissing. Het federaal secretariaat zal in elk geval betrokken worden bij het dagelijks beheer.
6.1.3. Verkiezing federaal secretariaat
Volgende principes kunnen verder als uitgangspunten gehanteerd worden, in het licht van bovenstaande analyse en vaststellingen:
Uittreksel van de nota van 2 oktober 2001 voor het uitvoerend comité over de verkiezing van het federaal secretariaat tijdens het statutair congres.
De statutaire instanties bepalen de politieke
“Wanneer één van de federale secretarissen uittredend is, gebeurt zijn vervanging op voorstel van de groep van Vlaamse afdelingen, de groep van Waalse afdelingen en de Brusselse afdeling, naargelang het uittredend lid werd voorgedragen door de groep van Vlaamse afdelingen, de Brusselse afdeling of de groep van Waalse afdelingen. Dit is de procedure van het peterschap die slechts wordt toegepast als er iemand uittredend is.”
beleidslijnen : congres, federaal comité, federaal uitvoerend comité, federaal secretariaat. De dossiers van syndicaal beleid worden gezamenlijk beheerd door de voorzitter en de ondervoorzitter. Ze verdelen onder elkaar de behandeling en opvolging van de dossiers, met name i.f.v. de uitgeoefende mandaten (NAR, globaal beheer, Centrale Raad voor Bedrijfsleven, internationaal). De BBTK-vertegenwoordiging in het federaal bureau, in de COFI en in de vergadering van voorzitters en ondervoorzitters wordt verzekerd door de voorzitter en de ondervoorzitter. Punctueel kunnen andere leden van het federaal secretariaat, als gevolg van een beslissing van het federaal secretariaat, taken van politieke vertegenwoordiging toegewezen krijgen. De voorzitter is politiek woordvoerder intern/ extern; op federaal vlak wordt hij bijgestaan
“Het federaal secretariaat functioneert als een gemeenschap, onder meer voor wat het budget voor de vorming en de financiële steun van de nationale informatica betreft, alsook voor de algemene taken op intersectoraal vlak. Artikel 22 van de statuten preciseert dat de vernieuwing van het federaal secretariaat geen kwestie van personen is, maar van de goedkeuring van de activiteiten.
In dit kader is het noodzakelijk om, op verzoek van één of meerdere afdelingen, over te gaan tot een tussentijdse evaluatie of van één of meerdere sectoren op het uitvoerend comité.
oproep tot kandidaten en het nationaal secretariaat wordt globaal herverkozen. De stemmen kunnen worden uitgebracht door de groep van Vlaamse afdelingen, de groep van Waalse afdelingen en de afdeling Brussel.”
Tijdens elk congres zijn de leden van het federaal secretariaat herverkiesbaar; er is geen formele
6.1.4. Taakverdeling Sector Handel
Vlamingen J. De Weghe
Walen M. Delmée
Brusselaars
C. Roufosse Financiën
P. Desmet
C. Roufosse
J-M Cappoen
Industrie
P. Desmet
C. Roufosse
J-M Cappoen
J-P Boninsegnia
I. Gaillaert
Diverse diensten
E. De Deyn
J-P Boninsegna
J-M Cappoen
Social-Profit
A. Langenus
Chr. Masai
6.1.5. Interprofessionele en intersectorale mandaten Mandaten Voorzitter
Erwin DE DEYN
Ondervoorzitster
Myriam Delmée
Algemeen secretaris
Jean-Michel CAPPOEN
Federaal ABVV Bureau/COFI/VZ-OVZ
Erwin DE DEYN – Myriam Delmée
Sociale Commissie
Myriam Delmée
Nationale Arbeidsraad
Myriam Delmée
Centrale Raad voor het Bedrijfsleven
Erwin DE DEYN
Globaal Beheerscomité Sociale Zekerheid
Myriam Delmée
Algemene raad RIZIV
Myriam Delmée
Hoge raad veiligheid en gezondheid
Myriam Delmée
Uitvoerend Comité UNI Europa
Erwin DE DEYN
Internationale Relaties UNI – UC wereld
Erwin DE DEYN
Nationaal Comité Kaderleden
Erwin DE DEYN – Myriam Delmée
Comité van de Gepensioneerden en Bruggepensioneerden
Erwin DE DEYN – Myriam Delmée
Jongeren
Erwin DE DEYN – Myriam Delmée
Nationale Vrouwencommissie
Myriam Delmée – Pia DESMET – Ilse GALLIAERT
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
79
6. Structuur en werking
6.1.6. Samenstelling federaal uitvoerend comité Afdelingen Arlon
Congres 2006 Christian GENTGEN
Juli 2010 Christian GENTGEN
Brabant W
Jean-Richard Degroote
Jean-Richard Degroote
Charleroi
Marcel BIERLAIRE
Rudy PIRQUET
La Louvière
Manuel MORAIS
Manuel MORAIS
Liège
Camille DELVAUX
Egidio DI PANFILO
Mons
Patrick SALVI
Patrick SALVI
Namur
Anne DEMELENNE
Raymonde LE LEPVRIER
Wallonie Picarde
Régine VERSTRAETEN
Jean PEETERS
Verviers
Marc LINCE
Marc LINCE
BHV
Jean-Marie FRISSEN
Hendrik VERMEERSCH
Aalst
Johan DUMORTIER
Johan DUMORTIER
Antwerpen
Marianne GESTELS
Marianne GESTELS
Brugge
Dorinne CORDY
Dorinne CORDY
Gent
Patrick VAN DRIESSCHE
Paul DEBOOSER
Hasselt
Ludo KRIEKELS
Ludo KRIEKELS
Kortrijk
Ludwig VANDERMEIREN
Ludwig VANDERMEIREN
Leuven
Roger VAN VLASSELAER
Roger VAN VLASSELAER
Mechelen
Marc VERBOOM
Marc VERBOOM
Oostende-R-I
Freddy VANDERSTEENE
Freddy VANDERSTEENE
St. Niklaas
Bert DUELLAERT
Bart LEYBAERT
Turnhout
Stan HENS
Stan HENS
BBTK Federaal
Erwin DE DEYN
Erwin DE DEYN
Myriam DELMEE
Myriam DELMEE
Jean-Michel CAPPOEN
Jean-Michel CAPPOEN
Ilse GALLIAERT
Ilse GALLIAERT
André LANGENUS
André LANGENUS
Pia DESMET
Pia DESMET
Jean-Pierre BONINSEGNA
Jean-Pierre BONINSEGNA
Jan DE WEGHE
Jan DE WEGHE
Christian MASAI
Christian MASAI
Claude ROUFOSSE
Claude ROUFOSSE
Jacqueline Orval
Mariet Vanderstukken
Anita Van Hoof
Anita Van Hoof
Gudrun Eerdekens
Gudrun Eerdekens
80
Vrouwen
6.2. Organigram BBTK BBTK federaal telt op dit ogenblik, naast de 10 federale secretarissen, 53 vaste medewerkers. Voor de ontwikkeling van gespecialiseerde software (oa in het kader van het ledenbeheer) wordt regelmatig beroep gedaan op een extern consultancy-bedrijf. In functie van afwezigheden van kortere of langere duur worden interim- of vervangingscontracten op strikt beperkte wijze ingezet. Ter vergelijking: in 2006 stelde BBTK federaal, naast de 10 federale secretarissen, 47 vaste medewerkers tewerk, hetgeen een aangroei betekent van 13%. Deze aangroei is terug te vinden in het IT-departement (+1), communicatiedienst (+3) en de support-diensten (+2). De verdere ontwikkeling van deze diensten beantwoordt aan de doelstellingen geformuleerd op het statutair congres van mei 2006. In volgende hoofdstukken worden de activiteiten van de communicatiedienst, het IT-departement, de vormingsdienst en de support-diensten uitgebreid behandeld. Van de andere diensten kunnen hun activiteiten als volgt worden omschreven:
eigenlijke kuiswerk, staat het onderhoudspersoneel verder ook in voor de logistieke ondersteuning (koffie-frisdrank, soms ook catering) van de talrijke vergaderingen in onze 5 vergaderzalen. Expeditie & receptie: telefooncentrale, receptie en dispatching van goederen (vnl brochures), post, drukken van pamfletten, omzendschrijvens en documenten, logistieke ondersteuning bij acties. Administratief secretariaat: administratieve medewerkers van de federale secretarissen voor opvolging vergaderingen, communicatie enz.
6.2.2. Boekhouding diensthoofd: Denise Cordemans
Inning en verwerking bijdrageafdrachten, fac-
turatie in/out, syndicale premies enz. Het diensthoofd staat de afdelingen ook bij in hun boekhouding en staat in voor de statutaire controles op afdelingen voor de financiële commissie.
6.2.3. Vertaaldienst diensthoofd: Johan Pielat
6.2.1. Administratie
Vertaaldienst staat in voor vertaling van tek-
diensthoofd: Yvette Lecomte
Onderhoud en conciërge: de conciërge betreft
ons gebouw in de Cellebroerstraat. Naast het
sten en voor het tolken van vergaderingen. Gezien het aantal vergaderingen in onze 5 vergaderzalen (en soms ook buitenshuis) doen wij stelselmatig ook beroep op free-lance tolken.
81
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
6. Structuur en werking
82
7. COMMUNICATIEDIENST
7.1. Inleiding Sinds het laatste congres werd de communicatiedienst van de BBTK Federaal sterk uitgebouwd, zowel wat het aantal medewerkers, het toevertrouwde takenpakket als de gevoerde acties betreft. De evoluties van de afgelopen jaren vinden hun oorsprong in de resoluties die op het congres van 2006 door de militanten werden goedgekeurd. 1.1. Scholingsniveau: “Deze vaststellingen moeten er ons toe leiden specifieke aandacht - in functie van dit doelpubliek - te besteden aan onze communicatie, zowel inhoudelijk als wat betreft de communicatiemodi.” 3.2 Intersectoraal: “In de toekomst moet onze werking nog professioneler worden. Wat communicatie betreft, zouden we verder op alle niveau’s onze efficiëntie moeten verbeteren.” Het voorgevoel van de congresdeelnemers in 2006 bleek terecht: de digitale revolutie is blijven voortduren. Internet is bij bedienden één van de meest gehanteerde communicatie-instrumenten geworden: 67% van de Belgische gezinnen beschikten in
2009 over een internettoegang tegenover 54% in 2006 (2009, FOD Economie). 87% van de werknemers gebruiken Internet dagelijks of minstens één keer per week (2007, FOD Economie).
Daarnaast speelt de wereld van de media waarin we dagelijks ondergedompeld worden steeds korter op de bal, wordt die alsmaar beter aangepast aan de gebruiker, weet die meer dan ooit te verleiden. Op ons computerscherm, op televisie, op de radio, in onze krant en in ons tijdschrift zijn we gewoon geraakt aan een bepaalde mate van
professionalisme. Of de informatie nu van een grote commerciële tv-zender, van een HR-bedrijf of van je vakbond komt, iedereen wil ze duidelijk, beknopt en goed gepresenteerd krijgen. Die veeleisendheid streven wij van bij het begin van onze opdracht na, met als voornaamste doelstelling de boodschap van de BBTK voor iedereen zo zichtbaar en begrijpelijk mogelijk te maken.
7.1.1. Wat is communicatie en... wat doen wij? Communiceren is een containerbegrip. Dat betekent dat je een hele boel betekenissen aan de term kan koppelen. Bij bijna alles hoort communicatie, dus kan je ook over heel wat “communiceren”. En bovendien hoeft dat zelfs niet met woorden gebeuren, via beelden communiceer je ook. Veel werk voor een communicatiedienst in een organisatie zoals de onze. In dit activiteitenverslag maken we een kort overzichtje van de communicatie waarmee we ons de voorbije jaren hebben bezig gehouden. En blikken we vooruit op de volgende vier jaren. We onderscheiden verschillende soorten communicatie; dat doen we onder meer aan de hand van de dragers waarmee die communicatie wordt verspreid, het doelpubliek en de inhoud. We beperken ons hierbij bewust tot de producten van de communicatiedienst van BBTK federaal. Dat betekent niet dat we er niet bewust van zijn dat er buiten onze dienst ook heel wat waardevolle pamfletten en andere informatiedragers verspreiden. Ook de BBTK-afdelingen zijn vaak erg actieve communicatoren.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
83
7. COMMUNICATIEDIENST
7.1.2. Communiceren doe je niet in een vacuüm Iedereen communiceert. En dat gebeurt in een context, die ideologisch geladen is, in aanwezigheid van andere spelers. We zijn als BBTK actief in een heel divers landschap van informatieverschaffing. Als we onze propaganda-activiteiten zuiver beschouwen als een verlengstuk van onze politiek-syndicale activiteiten, strijden we om lezers met de andere (bediendevakbonden) en zelfs centrales. De BBTK kiest echter voor een ruimere visie. Op onze website moet dit het meest tot uiting komen: die site moet een referentie durven worden voor werknemers die op zoek zijn naar sectorale informatie over de rechten van de bedienden. En dat is niet enkel belangrijk omdat we samen met andere vakbonden in dezelfde vijver vissen om nieuwe leden aan te sluiten. Dat is ook zo omdat steeds meer andere spelers actief worden op het terrein waar wij tot voor kort een relatief monopolie genoten: de werknemers rechtstreeks te informeren over hun rechten en plichten op de werkvloer. Een aantal spelers uit de human resources sfeer, daarbij ondersteund door
gratis papieren publicaties en nieuwsbrieven, ontplooien zich precies op dit informatieveld. Daarbij lijken ze zich (voorlopig) vooral op de hoger geschoolde bediende te richten. Buiten de klassieke informatieverstrekking rond de rechten waarop bedienden aanspraak kunnen maken blijft het ook de bedoeling om een ideologische boodschap uit te dragen. Die dimensie moet dan ook -onderhuids of expliciet- aanwezig zijn in onze communicatie. Een component die zeker nu aan belang wint: de financiële crisis heeft heel wat mensen opnieuw vatbaar gemaakt voor kritiek op wat vanaf begin jaren negentig slechts moeilijk in vraag kon worden gesteld: het promaat van de vrije markt. Dat betekent niet dat die ideeënstrijd bij voorbaat gewonnen is, of dat we moeten vervallen in een eenzijdig politiek discours. Het komt er voor ons op aan om beide facetten met elkaar te verzoenen: we moeten én op een moderne manier onze leden de informatie geven waar ze recht op hebben én een duidelijk ideologisch kader bieden. Op de volgende bladzijden vindt u de manier waarop de BBTK-communicatiedienst dit wil waarmaken.
7.2. Organisatie van de communicatiedienst Fee
Voorzitter Voorzitter
84 10
Vragen Vragen Federaal Federaal Secretariaat Secretariaat Gewestelijke Gewestelijke afdelingen afdelingen
Feedback
Werking communicatiedienst
dba
Feedback
ck
Content
Studio
· Informatie verzamelen · Redactie Vertaaldienst Vertaaldienst · Vulgarisatie · Coordinatie inhoud met experten, vormingsmedewerkers en FS’en. · Analyse & advies communicatie · Conceptualisatie multimedia lan atiep ienst · Voorbereiden d munic - Com tie van de inhoud Studio a nis Orga · Conceptualisatie web toepassingen
· Grafische conceptualisatie en beeldvorming · Lay-out · Conceptualisatie web toepassingen · Opvolging productie en coordinatie leveranciers · Conceptualisatie en productie multimedia (beelden, films, montages, fotobank) · Nazicht facturen leveranciers · Impact analyse
Persrelaties
Leveranciers Leveranciers
Eindgebruiker Eindgebruiker
7.3. Balans 2006-2010
7.3.1.2. Fototheek: aanleg databank
In de afgelopen vier jaar werden heel wat projecten gelanceerd: een nieuwe website, een nieuw grafisch charter, nieuwe publicaties, nieuwe tools, een nieuwe manier van werken. We moesten immers alle aspecten van communicatie tegelijk uitbouwen. Sommige elementen functioneren nu al enkele jaren in de praktijk (visuele identiteit, gedrukte communicatie, ...), andere zijn “Work in progress” (online communicatie, ...), nog andere bevinden zich nog maar in de projectfase. Je leest alles in het communicatieplan 2010-2014 (§ 7.4). Maar voor alle duidelijkheid overlopen we in het volgende hoofdstuk alle initiatieven die tussen 2006-2010 werden gevoerd.
In november 2008 heeft de BBTK een beeldbank aangelegd die vooral bestemd was voor de tekeningen van Kroll (momenteel zijn de tekeningen van 2007 tot 2010 beschikbaar), maar ook enkele foto’s waarvan de BBTK Federaal de rechten heeft verworven. Elke PC van het Clara-netwerk kan die databank raadplegen via het adres http://beeldenbank.clara.net
7.3.1. Visuele identiteit Tot de zomer van 2007 bestond er geen eenvormige grafische stijl binnen de organisatie. Er was dus nood aan een duidelijk en samenhangend imago voor al onze communicatie, dat onze waarden van verdediging van de werknemersrechten, van solidariteit maar ook van moderniteit uitdroeg. Daartoe werd enkele maanden vóór de sociale verkiezingen van 2008, nl. in september 2007, de huisstijl ingevoerd.
7.3.1.1. Housestyle De huisstijl BBTK bevat volgende elementen: het nieuwe logo met al zijn sectorale en ge-
westelijke afgeleide vormen een hele reeks elementen die de visuele basisidentiteit van de BBTK vormen (typografieën, kleurenpalet, terugkerende grafische aspecten zoals de omgevouwde hoek, lijsten, …) Templates van documenten (pamfletten, brieven, enveloppes, mailhandtekening, webpagina’s, brochures, propagandamateriaal, …) Al die elementen zijn gebundeld in één document dat voor alle afdelingen geldt, nl. het grafisch charter. Dat grafisch charter en de templates van documenten werden gepubliceerd via het BBTKIntranet maar ook op een dvd ten behoeve van de afgevaardigden en militanten in het kader van de sociale verkiezingen 2008.
De grootste technische vooruitgang van die fototheek is dat er voortaan kan worden gezocht op sleutelwoord: vakantie, sociale verkiezingen, CPBW, enz. De illustraties werden ook volgens sector ingedeeld zodat de gebruikers de specifieke tekeningen kunnen terugvinden voor de Handel, de Social Profit, … Die BBTK-beeldbank wordt sinds januari 2010 aangevuld met een Flick’r-account (website waarop je je eigen databank van foto’s kan beheren – http://www.flickr.com/photos/setca_bbtk) waarmee iedereen eender wanneer toegang kan krijgen tot de foto’s van acties die door de BBTK Federaal of de militanten zijn genomen.
7.3.2. Online Begin 2007: de (toenmalige) website was het enige online communicatie-instrument waarover de BBTK Federaal beschikte. Ondanks het feit dat de BBTK één van de eerste vakbonden was met een eigen website op Internet (in 1999), was die site 8 jaar later vanuit grafisch oogpunt totaal verouderd. Er waren ook ernstige technische problemen om de site vlot bij te werken en dagelijks te beheren, maar ook de zoekmotor en de indexering liepen mank. De inhoud daarentegen was goed gestoffeerd, moeilijk bereikbaar (weinig geïndexeerde teksten en content, veel pdf’s, heel zelden teksten die speciaal voor het web waren aangemaakt) maar toch de moeite waard om mee verder te werken.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
85
7. COMMUNICATIEDIENST
Er werd besloten om een echte online-communicatie rond 3 assen op te bouwen:
heel vlot videocontent invoegen en enquêtes of andere vragenlijsten hosten.
een volledige herwerking van de website,
De conceptualisering van de nieuwe website werd intern uitgewerkt vanaf midden 2007: overzicht van de disfuncties van de oude site, herziening van de structuur, nieuwe functionaliteiten en nieuwe grafische vormgeving, afgestemd op de Huisstijl. Op basis daarvan heeft de informaticadienst de architectuur van de website ontwikkeld met een voorkeur voor CMS SharePoint van Microsoft (voor meer info, zie § 8.5.2).
rond een nieuwe technologie voor content management (CMS) die intern door de informaticadienst werd opgezet en autonoom en flexibel door de communicatiedienst werd bijgehouden de verzending van een tweewekelijkse newsletter over de actualiteit van de BBTK evenals content die exclusief op bbtk.org wordt gepubliceerd en bestemd is voor leden en iedereen die zich op de newsletter abonneert zorgen dat de BBTK aanwezig is op online sociale netwerken (facebook, netlog, twitter, wikipedia, ...)
7.3.2.1. Website De nieuwe site kwam in februari 2008 online. Hij is opgebouwd rond 6 buttons: Home, Sectoren, News, Downloads, Mijn Rechten, Internationaal. Naast die basisbuttons komen voor speciale gelegenheden nog extra buttons als « sociale verkiezingen », « congres », enz. Bepaalde links of functionaliteiten kun je vanop elke pagina gebruiken: online lidmaatschap (gemiddeld zo’n 10 per dag), contact met de afdelingen, abonnement op de newsletter, zoekmodule, links, virtuele persruimte, … Tevens kunnen we zo
Alles wat de communicatiedienst produceert, staat op de website. Publicaties, persberichten en artikels voor De Nieuwe Werker worden stelselmatig op bbtk.org gepost. Daarnaast heerst er ook een trend om speciale webcontent aan te maken: de rubriek Mijn Rechten online, video’s en foto’s, de opvolging van de indexeringen en de syndicale premies, brandend actuele artikels die niet via DNW kunnen worden gepubliceerd gezien de tragere verschijning, ... Uiteraard worden ook de geïntegreerde campagnes (zie 7.3.5. ) in webversie verspreid.
Gemiddeld aantal bezoekers per dag 2500 2000 1500 1000 500 0
7.3.2.2. Newsletter
86
De BBTK-newsletter werd voor het eerst gelanceerd in november 2008 en vervult drie centrale doelstellingen: nieuwe leden aantrekken door de werknemers
relevante informatie aan te bieden, hen de deskundigheid, de waarden en de dynamische ingesteldheid van onze vakbond tonen leden aan ons binden door hen regelmatig afspraak te geven waaruit de toegevoegde waarde van lidmaatschap blijkt, zelfs buiten probleemsituaties om
meer zichtbaarheid geven aan de standpunten
en publicaties van de BBTK
De newsletter bevat vooral inhoud die al bestaat op andere dragers (DNW, website, Je Rechten, Expresso, …). Die wordt voorgesteld aan de hand van een titel, een korte inleiding en een illustratie. De titels en verwijzingen zijn klikbaar en sturen de bezoeker door naar bbtk.org. Een klik brengt je meteen naar de juiste pagina op de website.
Het aantal abonnees op de newsletter is sinds de invoering ervan stevig blijven stijgen. De afdelingen hebben bijzondere inspanningen geleverd om nieuwe e-mailadressen in te zamelen. Dit zal nog des te belangrijker blijken vermits sommige geplande projecten een rijkgevulde databank van up-to-date e-mailadressen vereisen (zie § 7.4.2.2).
7.3.2.3. Sociale netwerken Wanneer Internet goed gebruikt wordt, is het een uitermate sociaal instrument waarmee informatie massaal kan worden verspreid tegen een minimale kost en als snellere oplossing dan de traditionele media. In die nieuwe configuratie van Internet zijn het niet meer de organisaties zelf die de content aanmaken, maar wel degelijk de gebruikers. Gedaan met het communicatiemodel dat verdeeld is tussen een zender die spreekt en een ontvanger die luistert: vandaag neemt communicatie de vorm aan van een netwerk waar iedereen zowel zender als ontvanger kan zijn. Communicatie wordt dus gedecentraliseerd. De BBTK kon die evolutie niet links laten liggen. We hebben in dat kader besloten om ervoor te zorgen dat de BBTK op die netwerken aanwezig was, bijv. door de groepen BBTK en SETCa aan te maken
De newsletter had interessante gevolgen: Het aantal bezoeken aan de website is sinds de
verzendingen toegenomen: het is niet meer de surfer die naar de website gaat maar de website die in de mailbox van de surfer terechtkomt. Zo is hij op de hoogte van de laatste nieuwtjes. De databank van e-mailadressen is gevoelig groter geworden waardoor de newsletter voortaan kan worden gebruikt als instrument voor massale mobilisering, bijv. bij acties.
op Facebook en daar regelmatig info op te publiceren door een kanaal te openen op Youtube waarop de video’s van de BBTK verschijnen door een account te openen op Flick’r en daar alle foto’s van acties op te plaatsen De militanten worden geregeld verzocht om actief deel te nemen aan de BBTK-acties op die netwerken. Ook alle initiatieven van militanten om ze op bedrijfs- of sectorvlak te gebruiken worden ondersteund.
7.3.3. Print
50000 45000 40000 35000 30000 25000 20000 15000 10000 5000 06/2010
05/2010
04/2010
03/2010
02/2010
01/2010
12/2009
11/2009
10/2009
09/2009
08/2009
07/2009
06/2009
05/2009
04/2009
03/2009
02/2009
0
De BBTK heeft altijd al heel veel, erg complete en redactioneel hoogwaardige publicaties gehad. De voorbije jaren werd evenwel een inspanning geleverd om de inhoud van bepaalde publicaties voor het “grote publiek” toegankelijker te maken (in het bijzonder voor de Expresso’s en de BBTKpagina’s in DNW).
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
87
7. COMMUNICATIEDIENST
7.3.3.1. BBTK-publicaties De publicaties eigen aan de BBTK zijn de afgelopen 3 jaar sterk geëvolueerd:
heeft de organisatie toegelaten haar publicaties sneller en korter op de bal te verspreiden, een goede opvolging van de inhoud en de vorm van de communicatie te verzekeren en de productiekosten volledig te beheersen.
de titels van de sectorale publicaties werden
Lijst van publicaties 2006-2010
eenvormig gemaakt: elke sector beschikte over “zijn” titel, zijn eigen visuele identiteit (“De Schakel” voor de Handel, “Etc.” voor de Social Profit, ...). er werden nieuwe brochures aangemaakt voor nieuwe doelgroepen (bijv. publicaties speciaal bestemd voor militanten) of met andere communicatiedoelstellingen (bijv. een praktische fiche om de leden te helpen bij het invullen van bepaalde documenten). Dat vertaalt zich in de invoering van diverse reeksen publicaties met een verschillende identiteit: naast de traditionele Expresso (beknopte info voor het grote publiek) en Je Rechten, Memo (praktische fiches), Focus (brede info voor militanten, afgevaardigden en geïnteresseerden). meer interne/professionele aanmaak van brochures en dat van de eindredactie tot de druk. Sinds 2007 (en de uitbreiding van het communicatieteam) worden de vulgarisering, eindredactie en lay-out van de publicaties verzekerd door de communicatiedienst, op professionele en autonome wijze, zonder een beroep te doen op een extern communicatiebureau. Dat internaliseringsproces
88
Algemeen 2008 Expresso “Septemberdossiers” : koopkracht – interprofessioneel akkoord – debat “arbeiders-bedienden” 2008 Expresso “Nieuw bonusstelsel: niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen” 2008 Focus Brugpensioen 2008 Je rechten Algemeen (+ update 2010) 2009 Expresso Ecocheques 2009 Expresso Crisismaatregelen 2009 Memo Bedrijf in faling 2009 Memo Crisismaatregelen 2010 Expresso Crisismaatregelen : Verlenging … en agendas, kalenders, affiches en wenskaarten 2008-2009-2010-2011 Doelgroepen Jongeren 2010 Brochure De vakbond, iets voor mij ? 2008 Expresso Jongeren Kaderleden 2008 Expresso Sociale Verkiezingen 2008 Je rechten Kaderleden (+ update 2010)
Vrouwen 2009 Focus Vrouwen “10 onderhandelingsinstrumenten voor meer gelijkheid” Handel 2007 Expresso Kandidaat voor de sociale verkiezingen ? 2007 Expresso Carrefour 2007 Expresso CAO 2007-2008 PC 202, 311 & 312 2007 Expresso CAO 2007-2008 PC 201 & 202.01 2007 Expresso Di 2007 Expresso Zelfstandig kleinhandel 2008 Expresso “Vakantiepremie” 2008 Onthaalfolder Colruyt 2008 Je Rechten Handel (+ update 2010) 2008 Info Handel : Paritaire Comités, maak je keuze! 2009 Expresso Eisenbundel 2009-2010 2009 Expresso CAO 2009-2010 2010 Expresso Carrefour Reddingsplan Industrie 2007 Expresso Metaal CAO 2007-2008 2008 Expresso Metaal “De leeftijdsbarema’s, indexering van de nettolonen, All-inakkoorden, …” 2009 Expresso Metaal CAO 2009-2010 2008 Je Rechten Industrie (+ update 2010) Financiën 2007 Expresso CAO 2007-2008 2009 Expresso PC 310 CAO 2009-2010 2009 Expresso PC 307 CAO 2009-2010 2008 Je Rechten Financiën (+ update 2010) Logistiek 2007 Expresso Eisenbundel 2007-2008 2009 Expresso Eisenbundel 2009-2010 2007 Expresso CCT 2007-2008 2009 Expresso CAO 2009-2010 2008 Je Rechten Logistiek (+ update 2010) 2008 Je Rechten Luchtvaardigheid ANPCB 2006 Expresso opleidingen 2006-2007 2007 Expresso CAO 2007-2008 2008 Brochure « Oprichting en vernieuwing van een syndicale afvaardiging binnen het ANPCB” 2008 Expresso Mobiliteit 2008 Je Rechten ANPCB (+ update 2010) 2009 Expresso Eisenbundel 2009-2010 2009 Expresso CAO 2009-2010
2009 Expresso opleidingen 2009 Focus Nieuwe functieclassificatie
Social Profit 2007 Brochure “Goed om te weten als je in een ROB-RVT werkt » 2007 Brochure « Vakbondsafgevaardigde worden... Waarom ik niet ?» ROB-RVT 2008 Je Rechten Social Profit (Federale versie, Vlaamse sectoren, Brussel, Franstalige gemeenschap, Wallonië) Infocom 2007 CAO’s bundel 2007-2008 2007 Expresso CAO 2007-2008 2009 Expresso Audiovisuele PC 227 Nieuw in 2009 2008 Je Rechten Diverse diensten (+ update 2010) Diverse diensten 2008 Je Rechten Diverse diensten (+ update 2010)
7.3.3.2. De Nieuwe Werker De aanpak van de BBTK-bladzijden in De Nieuwe Werker is de voorbije jaren subtiel en toch op interessante wijze geëvolueerd. De komst van de newsletter heeft veel veranderd. De teksten van DNW worden geschreven één
à twee weken vóór ze in de postbus van de leden terechtkomen. Doorgaans bevatten ze dus informatie die twee weken “oud” is en niet echt meer actueel genoemd kan worden. Via de newsletter kunnen we echter de teksten bijna meteen na opstelling uitsturen, wat het actuele karakter dus ten goede komt. In DNW behandelen we onderwerpen meer zoals in een tijdschrift, dat minder actualiteitsgebonden is en waar we eerder een analyse maken. De plaats voor BBTK-materiaal in DNW is beperkt, in tegenstelling tot de ruimte op de website of in de newsletter; steeds vaker geven we in DNW een voorsmaakje en nodigen we de lezers uit om verder te lezen op de website, om over aanvullende informatie te beschikken, om meer foto’s of video’s te bekijken, enz. In die optiek worden de loonindexeringen, die enorm veel ruimte innamen, enkel nog aangekondigd in DNW en stelselmatig integraal gepubliceerd op de website en in de newsletter.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
89
7. COMMUNICATIEDIENST
Ook het aantal en de kwaliteit van de illus-
gegeven door ze binnen een ruimere context van public relations te situeren. Hoofddoelstellingen waren:
traties op de BBTK-bladzijden is verhoogd. Enerzijds gebruiken we ze al om de website te illustreren en hergebruiken we ze voor DNW, anderzijds is de afdrukkwaliteit van DNW de laatste jaren zeer positief geëvolueerd.
een hoogwaardig persbestand aanleggen: vol-
ledig, goed gedocumenteerd en up-to-date rechtstreekse relaties met journalisten opbouwen de persberichten formaliseren, zowel qua redactionele stijl als qua presentatie de vakbondsverantwoordelijken van de BBTK adviseren in hun communicatie met de pers voor een betere impact
7.3.4. Persbetrekkingen Vóór 2006-2007 waren de persbetrekkingen één van de meest uitgewerkte communicatiedomeinen binnen de Persdienst, de huidige Communicatiedienst. Hieraan werd een nieuwe impuls
7.3.4.1. Persberichten (statistieken) Sector
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
algemeen
3
6
6
5
3
20
5
financiën
6
17
0
2
22
18
2
social profit
7
17
6
2
11
9
4
handel
1
2
3
3
18
4
7
diverse diensten
1
3
0
1
0
1
0
industrie
0
3
2
2
1
4
0
anpcb
0
5
0
1
1
8
1
logistiek
0
0
0
1
0
0
0
infocom
1
0
0
0
2
7
0
Totaal
19
53
17
17
58
71
19
Opmerking : voor 2010 zijn enkel de eerste drie maanden opgenomen.
7.3.4.2. Persconferenties
90
De communicatiedienst heeft een stramien uitgewerkt voor de organisatie van een persconferentie. We beschikken nu over een standaard draaiboek (specifieke checklist met alle punten die moeten worden voorzien/uitgevoerd). Persconferenties moeten soms op heel korte termijn worden georganiseerd: met dit stramien kan alles dus snel en optimaal worden voorbereid. Op het netwerk is standaard materiaal beschikbaar dat naargelang van het thema ingevuld kan worden (template voor uitnodigingen, persdossiers, PowerPointpresentaties, bewegwijzering, naambordjes, enz.) Vóór 2007 waren persconferenties eerder
zeldzaam en leverden ze maar weinig return op. Sinds de invoering van deze methodologie konden al verschillende ontmoetingen worden georganiseerd. De journalisten gingen met veel belangstelling in op onze diverse uitnodigingen. Toch zijn we er in het algemeen van overtuigd dat een een “klassieke” persconferentie een steeds minder efficiënte manier is om de aandacht van de pers te pakken te krijgen. Liever dan een persconferentie werken we met “persmomenten”, gekoppeld aan een actie. Een succesvolle of originele actie vormt op zich een nieuwsitem, waarop journalisten wel afkomen. Voor statische persconferenties gebeurt dat steeds minder. Dat
heeft te maken met de verandering in de aard van het journalistieke werk (meer gericht op de vorm dan op de inhoud), maar we merken ook dat het economische oorzaken heeft. Journalisten moeten zich namelijk steeds meer verantwoorden voor de kosten van het zich verplaatsen naar een persconferentie. Daarom is een persconferentie slechts nog in zeer specifieke gevallen het aangewezen middel om persaandacht te genereren.
7.3.4.3. Impact in de pers Sinds 2007 is de BBTK begonnen met de aanleg van een echte media-databank. Dat persbestand is vandaag nagenoeg compleet. We hebben de gewoonte aangenomen om op regelmatige basis met bepaalde journalisten te werken, hetgeen toelaat om de relaties te verbeteren en dus de informatiedoorstroming ten goede komt. Vroeger werden de persberichten uitgestuurd naar het agentschap Belga dat ze dan zelf naar bepaalde journalisten doorzond. Haast alles was dus bij hen gecentraliseerd en uiteindelijk hadden we geen duidelijk beeld van de daadwerkelijke bestemmelingen van die verstuurde berichten. De huidige persbetrekkingen zijn veel directer en productiever. Sinds er aan de uitbouw van de persbetrekkingen werd gewerkt, merken we dat de impact van onze communicatie en het imago van de BBTK via de media verbeteren. Onze persberichten worden heel vaak overgenomen en verspreid in de berichten en artikels van de journalisten. We krijgen meer media-aandacht dan vroeger (tv-uitzendingen, interviews, artikels, enz.). Sommige journalisten nemen geregeld met ons
contact op om een specifieke syndicale mening te kennen, om interviews met onze woordvoerders te organiseren, om verduidelijking bij een of ander onderwerp te krijgen, enz. Dat gebeurt ook steeds meer voor dossier met een meer interprofessionele inslag, waarvoor we samenwerken met de persdienst van het federaal ABVV. In 90% van de gevallen worden onze berichten inhoudelijk haast letterlijk overgenomen en via de pers verspreid. Onze formuleringen en titels worden soms zelfs woordelijk overgenomen bij de headliners van het tv-journaal of als titel van een artikel. Bepaalde teksten uit onze newsletter worden soms zelfs identiek weergegeven. Dat is een bijkomende stap die we daar zetten, want dat betekent dat zelfs de verzending van niet meer dan ruwe info, zonder lay-out of specifieke communicatie naar de pers, belangstelling voor de BBTK wekt en nieuwswaarde schept. De meest recente persconferenties kenden ook een groot succes en de journalisten waren massaal aanwezig. Mirakels bestaan echter niet: het belangrijkste van een goed persbericht of persmoment is dat er wel degelijk “nieuws” te rapen valt. Soms moet er ook zuinig worden omgesprongen met persberichten, precies om de geloofwaardigheid van de BBTK als actor in de media niet te ondergraven.
7.3.4.4. Steun aan persbetrekkingen van gewestelijke afdelingen In bepaalde gevoelige dossiers of wanneer de draagwijdte nationaal is, gebeurt het dat gewestelijke bestendigen een beroep moeten doen op de databank “Federale pers”. In dat geval biedt de communicatiedienst niet enkel aan om de persberichten te versturen, maar ook om steun te verlenen bij de opstelling ervan, om tips te geven bij de perscontacten en bij de organisatie van persmomenten en/of -conferenties, een nationaal persoverzicht over de impact van die acties, …
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
91
7. COMMUNICATIEDIENST
7.3.5. Gerichte geïntegreerde campagnes
Lijst van geïntegreerde campagnes 2006-2010
Bij gerichte campagnes ontwikkelt de communicatiedienst zowel de “klassieke” propagandadragers (affiche, folder, ...) als aanvullende “tools” (website, Facebook-groep, video, wedstrijd, “speciale uitgave” van newsletter, persbericht en/of -conferentie, evenement, petitie, enquête, enz.). Sterke punten van de geïntegreerde campagnes:
2007: Insourcing Outsourcing
één enkele boodschap die op alle dragers
terugkomt in een duidelijke, logisch doorlopende visuele stijl die voor het grote publiek en de pers gemakkelijk herkenbaar is met praktische “tools” voor de afgevaardigden (korte handleiding met doelstellingen van de campagne, de centrale boodschap die moet worden overgebracht, instrumenten om bepaalde campagne-elementen te personaliseren voor een bedrijf of een sector, ...) kostenbeheersing: het publiceren van advertenties in kranten of op tv impliceert een grote kost. Door gebruik te maken van aanvullende communicatiekanalen (website, Facebook, video, wedstrijd, newsletter, persbericht en/ of -conferentie, evenement, enz.) brengen we onze boodschap op een andere maar daarom niet minder doeltreffende manier over (want veel beter gericht naar de betrokkenen).
92
2008: Sociale verkiezingen Carrefour Blauwe Toren Stakingsrecht 2009: Je contract in gevaar Meeting financiën Call Center - “need more hands” 2010: Jongeren Je verdient het beste
7.4. Communicatieplan 2010 - 2014 7.4.1. Visuele identiteit Na 3 jaar zijn de basisconcepten van de Huisstijl volledig geïntegreerd in de communicatietools van de BBTK. De communicatiedienst zal het grafisch charter verder blijven ontwikkelen door de uitwerking van aanvullende toepassingen en dragers alsook van enkele varianten. Zodoende kan, met respect voor onze basisprincipes, een zekere visuele repetitiviteit van de boodschap van de BBTK worden vermeden en blijft de sterke impact hiervan op de beoogde doelgroep behouden. Die nieuwe toepassingen zullen indien nodig in het grafisch charter worden geïntegreerd. De communicatiedienst zal tevens materiaal blijven aanleveren in de BBTK-beeldbank (zie 7.3.1.3.) en de Flick’r-account opdat de afdelingen en de militanten kunnen beschikken over alle grafische elementen nodig voor hun publicaties.
7.4.2. Online 7.4.2.1. Website Hoe positioneert onze site zich tot de sites van de “concurrentie”? Dat hangt af van het antwoord op de vraag wie die concurrentie precies wel mag zijn... Onze website is namelijk actief in een heel divers landschap van informatieverschaffing. Als we onze website puur beschouwen als een verlengstuk van onze politiek-syndicale activiteiten, strijden we om bezoekers met de sites van de andere (bediendevakbonden) en zelfs centrales. De BBTK kiest echter voor een ruimere visie voor zijn webstek: een site die de referentie wordt voor werknemers die op zoek zijn naar sectorale informatie over de rechten van de bedienden. Mensen hebben steeds meer de verwachting dat ze informatie online zullen vinden en het moet de ambitie zijn van een vakbond om deze ook te kunnen geven over de onderwerpen die ons en onze leden aangaan. Die informatie, die publiek is, ontsluit zich trouwens hoe langer hoe meer
via overheidswebsites. Er is ook de opkomst van sites uit de “Human Resources” sfeer die, daarbij ondersteund door papieren publicaties en nieuwsbrieven, zich precies op dit informatieveld ontplooien. Ook zij geven informatie mee over de rechten van de werknemers, maar doen dit vanuit een volledig ander denkkader. Ze doen daarbij ook vaak beroep op de kennis van sociale secretariaten en advocatenkantoren die voor werkgevers actief zijn. We gaan er als communicatiedienst van uit dat het belang van het zich via internet informeren op termijn enkel aan belang kan winnen. Daarbij gaan we uit van de kracht van onze (sectorale) Je Rechten-publicaties. Voorlopig zijn die op onze site integraal terug te vinden, maar de bedoeling is om dit op termijn beter te ontsluiten. Een bezoeker moet op zijn vraag een juist antwoord kunnen terugvinden, zonder teveel stappen te doorlopen. Daarom proberen we: Via de nieuwsbrief aparte antwoorden te des-
tilleren op concrete vragen. Telkens wordt een nieuwe webpagina aangemaakt. Zo snijden we ondertussen al meer dan vijftig aparte vragen aan. Op termijn moeten deze antwoorden ook zoveel mogelijk sectoraal gediversifieerd worden. Een aanzet daartoe bestaat nu op onze pagina’s over de indexeringen en syndicale premies. Berekeningsmodules in onze website te voorzien. De Je Rechten-brochures wordt geschreven door stafmedewerkers, die heel wat sectorale kennis in huis hebben. Op lange termijn moet het de bedoeling zijn om, met hun medewerking, van onze site een “levende” kennisdatabase te maken, in plaats van om de zoveel tijd de volledige brochures te updaten. Dat alles gebeurt in een context waarin we voldoende verwijzen naar het belang van het lidmaatschap en de juridische diensten van de BBTK. Om dit verder aan te moedigen, plannen we een deel van onze website af te sluiten, namelijk de toegang tot onze sectorale brochures. Een gelijkaardige tendens vindt je ook op andere sites terug. Op dit moment is de evaluatie van deze operatie nog niet afgerond. Het kan daarbij uiteraard niet de bedoeling zijn om bezoekers af te stoten, of te verliezen aan andere, niet afgesloten webstekken.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
93
7. COMMUNICATIEDIENST
Het afgesloten gedeelte van de website zal op termijn echter ook andere mogelijkheden bieden. Zoals reeds aangestipt in het activiteitenverslag van de IT-dienst, zal het lid voortaan ook via de website wijzigingen kunnen melden in bijvoorbeeld woonadres. Het laat ook toe om voor bepaalde specifieke groepen, bijvoorbeeld BBTKmilitanten, webpagina’s te voorzien met inhoud en materiaal dat enkel voor hen beschikbaar is.
7.4.2.2. Newsletter De huidige formule van de newsletter lijkt goed te werken. Bepaalde interessante functionaliteiten kunnen nog verkend worden, met name de inhoudelijke personalisering van de mail naargelang van de sector en/of de regio waarin de ontvanger van de mail werkt. Uiteraard is die evolutie pas mogelijk als men over een voldoende grote en volledige databank beschikt. Volgens ons heeft de newsletter nog een groeipotentieel van 200%. Onze doelstelling is om tegen eind 2011 minstens 60.000 abonnees te halen, en daarna een groei van 5.000 e-mails per jaar. Die inzameling van e-mailadressen is geleidelijk aan bezig, nu de gewestelijke afdelingen die gegevens in de geconsolideerde databank Neruda ingeven (voir § 8.7.1). Met de personalisering van de newsletter zouden we eind 2011 moeten kunnen beginnen, waarom niet in het kader van de campagne voor de sociale verkiezingen?
94
Momenteel wordt onderzocht of er “tools” kunnen worden voorzien voor afgevaardigden die in hun bedrijf een eigen BBTK-afvaardigingssite willen aanmaken. Dat systeem zou dan eigenlijk een beperkte versie, op bedrijfsschaal, zijn van een sociaal netwerk om informatie, verslagen van vergaderingen en belangrijke documenten uit te wisselen, om newsletters voor de leden in het bedrijf op te stellen, om nieuwtjes voor de personeelsleden te verspreiden... We zullen de vragen en behoeften van de militanten omtrent die “tools” evalueren en zien of het opportuun is om dat in de toekomst op poten te zetten.
7.4.3. Print De verbetering van de gedrukte dragers, waarop de communicatiedienst zich sinds 2007 heel specifiek heeft toegespitst, lijkt duidelijk zijn vruchten af te werpen, zowel in de BBTK-publicaties als op de BBTK-bladzijden in DNW. Met behoud van een didactische toon en een verzorgde en samenhangende lay-out streven we in de toekomst naar méér complementariteit tussen gedrukte BBTK-publicaties en website. Dat kan zich bijvoorbeeld concreet vertalen in meer uitgewerkte info op de website voor een thema dat in de brochure beknopt aan bod komt, of een formulier waarvan sprake in de brochure dat men op bbtk.org kan terugvinden, ...
7.4.2.3. Sociale netwerken
7.4.4. Persbetrekkingen
Het is vandaag niet eenvoudig om de toekomst van de sociale netwerken binnen 2, 3, 4 jaar te voorspellen: op het web evolueert alles zo snel! Zeker is evenwel dat we de actualiteit van dat medium aandachtig zullen blijven volgen. In de tussentijd blijven we Facebook, Youtube, Netlog, Flick’r,… gebruiken in het kader van de geïntegreerde campagnes. We geloven dat dit in de toekomst een belangrijke manier zal blijven om aan communicatie te doen en we daar als organisatie in de toekomst bewust(er) mee moeten bezig zijn. We zullen overigens onze steun verlenen aan initiatieven van afgevaardigden die met deze “tools” willen werken.
Cyberjournalistiek is dé nieuwe trend. Het biedt journalisten de mogelijkheid om hun werk in real-time (snel en efficiënt) aan te passen. Zij handelen als doorwinterde surfers, kunnen veel opzoekingswerk op websites verrichten, stellen snel teksten op. Ze werken in de schaduw, achter hun scherm. Het laat aan de andere kant ook aan niet-professionelen toe om zich ook als “journalisten” te gedragen. Belangrijk is om de band met die nieuwe journalisten te blijven onderhouden door op de internetgolf mee te surfen en in te spelen op het gebruiksgemak. We kunnen ook overwegen om bepaalde zelf aangemaakte dragers aan de pers te verschaffen.
In de toekomst plannen we het uitsturen van onze persberichten te automatiseren, met een open inschrijving op onze website, naar analogie met onze nieuwsbrief.
7.4.5. Gerichte geïntegreerde campagnes De geïntegreerde campagnes functioneren goed tot zeer goed: ze versterken de visibiliteit van de BBTK en wijzen op een sterk, geëngageerd imago. Eén welbepaalde afspraak is duidelijk: de sociale verkiezingen van 2012. Daarna bekijken we de toekomstperspectieven van de geïntegreerde campagnes en de toekomstige ontwikkelingen die we kunnen aanreiken.
7.4.5.1. Sociale verkiezingen 2012 Totnogtoe was het propagandamateriaal in het kader van de campagne “sociale verkiezingen” enkel op dvd beschikbaar. We hebben ingezien dat dit soort drager enkele problemen opleverde aangezien niet iedereen die kon lezen of gebruiken. Voor de sociale verkiezingen van 2012 zullen we ervoor zorgen dat het materiaal integraal online beschikbaar is. We zullen ook rekening houden met de voorstellen die na de vorige sociale verkiezingen werden geformuleerd en zullen tegelijk ook de positieve ervaringen uit de geïntegreerde campagnes van de periode 2008-2011 verwerken. Nieuwe suggesties zijn uiteraard altijd welkom vóór het begin van de campagne en dat ter attentie van de communicatiedienst. Ook andere opties worden nog onderzocht in het kader van de aanstaande sociale verkiezingen: ondersteuning van propaganda op bedrijfsniveau (zie § 7.4.6.2), invoering van een zone voor “afgevaardigden” op bbtk.org (zie § 7.4.2.1) of de mogelijkheid om mini-sociale netwerken voor de bedrijfsafvaardigingen op te richten (zie § 7.4.2.3).
7.4.5.2. Andere acties Nog een trend die momenteel bij het grote publiek veel weerga kent en van zich doet spreken: de flashmob (Engels voor “bliksembijeenkomst”) waarbij duizenden mensen anoniem op een open-
bare plaats samenkomen, er een welbepaalde actie rond een specifiek thema ondernemen en even snel weer uiteengaan. Indrukwekkend daaromtrent is dat de informatie en de organisatie van dat soort evenement haast uitsluitend via het web circuleert en dat dat tóch werkt. Bovendien kunnen die ontmoetingen echt wel een grote omvang aannemen. Mensen komen anoniem samen, op een welbepaalde plaats, op een welbepaald tijdstip, met een welbepaald doel. De symboliek daarrond is heel sterk. Naargelang van de actualiteit van het moment en om “een slag te slaan” zouden we kunnen overwegen om gelijkaardige acties te organiseren met onze leden en militanten. Zo kunnen we onszelf in de ogen van de publieke opinie en van de overheid op een andere manier manifesteren. Meesurfen op een trend en tegelijk vernieuwend zijn, zo doen we van onszelf spreken en kunnen we onze eisen doordrukken. Nu al houden we mailings via de regelmatige verzending van onze newsletter. Waarom zouden we ook niet denken aan “sms-mailings” om mensen voor een welbepaald evenement (meeting, betoging) uit te nodigen of om hen te sensibiliseren voor bepaalde cruciale thema’s (bijv.: “Je contract is in gevaar! Surf naar www.bbtk.org/jecontractingevaar voor meer info”)
7.4.6. Varia 7.4.6.1. Plan voor crisiscommunicatie Bepaalde aspecten van vakbondscommunicatie met betrekking tot bedrijven vallen typisch onder crisiscommunicatie: een onvoorzien evenement met grote weerklank in de media moet ondanks de urgentie aangepakt worden. Sommige “tools” werden al uitgewerkt (bijv. het stramien om snel en efficiënt een persconferentie te organiseren, zie § 7.3.4.2), sommige opties blijven nog open om met onze communicatie nog “korter op de bal” te spelen: een databank met contactgegevens van be-
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
stendigen en militanten, geordend per bedrijf, die voor de communicatiedienst bereikbaar zijn in gevallen van nood
95
7. COMMUNICATIEDIENST
een
gestructureerd “plan” voor crisiscommunicatie: “wie wanneer en volgens welke procedure contacteren” opleidingen voor de vakbondsverantwoordelijken die dat wensen om optimaal met de media om te gaan in geval van aankondigingen van herstructureringsplannen, enz doorspelen van informatie aan sleutelpersonen zodat op die evenementen kan worden vooruitgelopen Er moet absoluut tijd in die projecten worden geïnvesteerd. De BBTK tracht bijna dagelijks zijn boodschap in de media en bij het grote publiek over te brengen. Het zou jammer zijn om die grote afspraken, waarop men van onze vakbond een snelle reactie verwacht, te missen.
96
8. Informatica
8.1. Inleiding De BBTK informaticadienst werd in 1989 opgericht met als doel de informatica in te voeren in alle entiteiten van de organisatie. Waar de automatisering in die beginjaren zuiver door de technologie gedreven werd (schrijfmachines vervangen door Pc’s en printers), transformeert zich dit de laatste jaren steeds meer naar een model dat eerder vertrekt vanuit de behoeften aan informatie, het kapitaal van onze vakbond. Daarbij begint men in alle geledingen van de BBTK het belang van de informatie die uit onze ruwe data te halen is, steeds meer naar waarde te schatten. Vooral de beheersinformatie die uit de ruwe data kan gedestlleerd worden om er op een proactieve manier de koers van de vakbondswerking op alle niveaus mee te bepalen, illustreert deze evolutie. Ook de onstuitbare opmars van “organisatie georiënteerde diensten” naar eerder “leden (klant?) georiënteerde diensten” heeft zich ingezet. Deze evolutie is vooral goed zichtbaar bij alle mogelijke vormen van communicatie (vb. websites). De aard van de informatica en de informaticadienst en de rol die deze in het geheel van de processen van de BBTK spelen, zijn door de gewijzigde en toegenomen noden en behoeften de voorbije vier jaar grondig veranderd. Een nog verder doorgedreven professionalisering was aan de orde waarbij de interne IT processen grondig geanalyseerd, gedocumenteerd en verbeterd werden. Er werden instrumenten gecreëerd, geïnspireerd op gekende “best practices” uit de IT sector, om aan de eindeloze instroom van taken, vragen en problemen, een onderbouwde en billijke prioriteit van uitvoering te kunnen toekennen. De organisatiekritische processen van de BBTK werden zo goed mogelijk in kaart gebracht en gedocumenteerd. Er werden ernstige inspanningen geleverd om de balans tussen reactieve en proactieve acties van de informaticadienst nog
meer in de proactieve richting te laten overhellen. De interne automatisering in de dienst werd verder uitgewerkt. Risicoanalyses werden uitgevoerd (o.a. op zoveel mogelijk niveaus van de infrastructuur en de systeemsoftware). Vangnetten voor grote en kleine rampen werden ingebouwd. Meetsystemen werden ingevoerd om zowel de interne performantie van de informaticadienst als de kwaliteit van de geleverde diensten te meten. Dit allemaal met als doel de dienstverlening aan de afnemers van IT-diensten bij de BBTK te verbeteren. Ondanks de vaststelling dat BBTK zich binnen de vakbondswereld, op het vlak van informatica, tot de koplopers mag rekenen, is de uitbouw van een informatica op maat die ten dienste staat van de vakbondswerking, verre van af. De complexiteit van de steeds talrijker noden, systemen en oplossingen nemen exponentieel toe. Ook de verwachtingen over de snelheid waarmee nieuwe oplossingen gevonden,uitgewerkt en ingevoerd worden is de laatste jaren fors toegenomen. Daarbij kampt de informaticadienst dikwijls met vaag geformuleerde behoeften omdat veel van de werkprocessen van de organisatie niet formeel gekend en gedocumenteerd zijn. Deze processen kunnen immers pas met succes efficiënter gemaakt en geautomatiseerd worden indien ze grondig gekend zijn. Het op termijn invoeren van een dienst voor “business analyses” zoals bij sommige concurrenten kan dit oplossen en zou de slaagkans van de informaticaprojecten ernstig verhogen. De federale informaticadienst van BBTK blijft de ingeslagen weg van doorgedreven professionalisering aanhouden om zich in de toekomst nog beter te kunnen richten op de doelstellingen van de organisatie.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
97
8. Informatica
8.2. Mission statement van de federale informaticadienst Een “mission statement” voor een dienst binnen een organisatie is het vastleggen van doelstellingen, normen en richting. Het is een charter dat deel uitmaakt van de algemene blauwdruk voor het realiseren van de objectieven van de organisatie zelf. De mission statement van de BBTK-informaticadienst werd opgesteld met aandacht voor volgende zes criteria: geloofwaardig, haalbaar, herkenbaar, meetbaar, toegekend en aanpasbaar. De informaticadienst levert het volledige gamma aan IT diensten aan het BBTK bestuur, de verschillende diensten van BBTK Federaal, de afdelingen, de informaticagebruikers en in beperkte mate (indirect via de afdelingen), aan de militanten. Dit gaat van alle aspecten van ondersteuning (helpdesk), architectuur en onderhoud van de IT infrastructuur, beheer van alle BBTK data, over software ontwikkeling tot het organiseren van IT opleidingen voor gebruikers, management en informatici. Een aantal technische taken die buiten het normale domein van de informatica liggen (vb begeleiden van bouwwerken en verbouwingen) worden voor wat de technische aspecten betreft, ook aan de informaticadienst toevertrouwd.
Federaal Secretariaat
8.3. Beleidsbepaling en beslissingstructuur federale informaticadienst De grote lijnen voor het informaticabeleid worden door het Federaal Secretariaat uitgestippeld, dat deze voorlegt aan het Federaal Uitvoerend Comité. De informaticadienst krijgt haar (grote) opdrachten van en rapporteert rechtstreeks aan de Federale Voorzitter, die voor informatica bij de BBTK, de politiek verantwoordelijke is. Het dagelijks beheer van de dienst wordt verzekerd door de IT-verantwoordelijke.
8.4. Organigram federale informaticadienst Momenteel (mei 2010) werken tien voltijdse informatici, en één stagiair voor de federale informaticadienst. Zes daarvan zijn in loondienst bij BBTK Federaal. Eén is een zelfstandige infrastructuurconsulent die twee dagen per week voor BBTK werkt. Twee software ontwikkelaars en een analist zijn eveneens externe consultants. BBTK heeft de laatste jaren erg geïnvesteerd in “in huis” ontwikkelde software en daarom werken vijf mensen voltijds in de ontwikkelingsafdeling van de informaticadienst.
Federale Voorzitter
Federaal Uitvoerend Comité
Federale informaticadienst
98 beheer architectuur dienst
telecom beheer
PC & printer beheer
server beheer
infrastructuur
security
dispatch & installaties support niv 1
helpdesk
support niv 2
software ontwikkeling
web & intranet
Windows
De helpdesk wordt bemand door drie personen in een beurtrolsysteem, waarbij de dispatching (telefoon en e-mail) en eerstelijnssupport permanent door één persoon verzekerd wordt. De tweede persoon neemt dan de tweedelijnsondersteuning (zware problemen) voor zijn rekening. De derde persoon van dit team werkt in infrastructuur, systeemadministratie of beheert aankopen, herstellingen en de inventaris van het hard- en softwarepark. De zelfstandige consultant is tevens de architect van alle informatica-infrastructuur bij BBTK en staat ook in voor het onderhoud van de servers van het BBTK datacenter in de Hoogstraat en alle afdelingservers. Deze persoon neemt ook het grootste deel van alle telecom- en beveiligingsaspecten voor zijn rekening. Sinds 2003 levert de BBTK informaticadienst een stageplaats van telkens een jaar voor een Afrikaanse student van de Belgian Campus, een IT instituut, uit Zuid-Afrika. De betreffende stagiair wordt opgeleid in de infrastructuurspecialisatie van geautomatiseerde installaties van Windows Pc’s en dito toepassingen. De stageformule is zo opgezet dat beide partijen, BBTK en de stagiair, er voordeel bij hebben.
8.5. Infrastructuur: uitbouwen en onderhouden van hard- en softwarepark 8.5.1. Datacenter en afdelingservers De servers van het BBTK datacenter in de hoogstraat en de afdelingen worden op vijf jaar afgeschreven. Vòòr 2008 waren er 74 servers in bedrijf bij BBTK waarvan 40 in de afdelingen. In februari 2008 werden alle servers vervangen. Door het toepassen van virtualisering van de serversoftware kon het aantal fysieke servers in het datacenter teruggebracht worden tot veertien en tweeëntwintig in de afdelingen. Minder dan de helft dus tov. de vorige generatie wat zich ook vertaald in sterk toegenomen bedrijfszekerheid en afgenomen hardwareonderhoud en -pannes. Momenteel is de gemiddelde beschikbaarheid, sinds februari 2008, 99,98%. Ook het voorheen exorbitante electriciteitsverbruik in het datacenter is door het geringer aantal en energiezuiniger machines ernstig teruggedrongen.
99
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
8. Informatica
De opslagcapaciteit van het BBTK datacenter bedraagt momenteel twaalf TerraBytes, waarvan vandaag (mei 2010) een tachtig procent in gebruik is. BBTK zet immers geen beperkingen op de omvang van de mailboxen en daardoor zijn de gestockeerde volumes erg omvangrijk. Sinds 2007 is BBTK overgeschakeld op een gecentraliseerd back-up systeem van alle data. Dat houdt in dat alle gegevens van alle afdelingen en federaal in het datacenter gemaakt worden. Daarmee werd de slaagkans van de dagelijkse back-ups van ongeveer 65 procent verhoogd naar 96 procent. Ook de frequentie werd verhoogd naar meerdere keren per dag wat de risico’s op dataverlies aanzienlijk verminderd en het modulair, snel terughalen van verkeerdelijk gewiste of gewijzigde gegevens ten goede komt. Het datacenter in de hoogstraat 42 wordt om economische en technische redenen gedeeld met de informaticadiensten van ABVV federaal, Waalse Intergewestelijke en Vlaams ABVV. Een beveiligde verbinding met de netwerken van deze organisaties, is in die omstandigheden dan ook technisch een eenvoudige zaak.
8.5.2. Beveiliging van de BBTK informatica-infrastructuur In 2009 werd een nieuwe firewall ingevoerd die het BBTK netwerk beschermd tegen malafide toegangen en software (virussen, spyware, physing, spam,…) van buiten. Het gaat hierbij over het internet en andere gekoppelde netwerken. Door van de beveiliging op de BBTK IT infrastructuur een topprioriteit te maken is het BBTK netwerk de laatste 11 jaar geen enkele keer onbeschikbaar geweest. Het rigoureuze zerotolerantie beleid op het vlak van beveiliging is hier uiteraard niet vreemd aan.
100
8.5.3. Verdere automatisering van de installaties van de BBTK PC’s en servers De geautomatiseerde (software) installatie van PC’s en servers (MS Windows, toepassingen en gebruikersconfiguratie) werd in de voorbije jaren verder uitgebouwd. Daarbij werd de mogelijkheid toegevoegd om ook volledige installaties van op
afstand uit te voeren in de afdelingen. Het PC park van de BBTK komt overeen met het totaal aantal gebruikers en in mei 2010 staat de teller op 328.
8.5.4. Snelle depananges door infrastructuurstock De informaticadienst houdt van een beperkt aantal toestellen (Pc’s, laptops, printers, servers, smartphones, ...) steeds een voorraad in stock. Op die manier kunnen gebruikers op organisatiekritische functies, in geval van pannes snel geholpen worden.
8.5.5. Teleworkinginstallaties In de voorbije vier jaar is het aantal teleworking installaties bij secretarissen en personeel van BBTK toegenomen tot 106 sites. Van elke site is de permanente beveiligde toegang tot de het BBTK netwerk gegarandeerd. Daarmee is het totaal aantal geografische sites waar toegang tot de BBTK informatica mogelijk is, uitgebreid tot 131 sites met de afdelingen inbegrepen.
8.5.6. Universele toegang tot de BBTK mailboxen Sinds 2006 werden een dienstverlening uitgebouwd die het voor personeel mogelijk maakt om toegang te hebben tot hun BBTK mailbox van op gelijk welke PC, buiten het netwerk van de organisatie en dit op eender welke locatie ter wereld waar een internet connectie aanwezig is.
8.5.7. Smartphones en PDA’s Met de gestructureerde invoering van centraal beheerde PDA’s en smartphones (mobiele telefoons met mail en internettoegang) werd begonnen vanaf februari 2006. Vandaag gaat het over een park van meer dan 120 toestellen waarmee vrijwel elke secretaris van BBTK, over permanente toegang tot de eigen mailbox en het internet beschikt. Dit is een domein waar duidelijk aangetoond kan worden dat uniformisering loont.
8.6. IT Helpdesk De informaticahelpdesk is het meest “publieke” deel van de informaticadienst. Het is de frontlijn waar aanvragen, vragen, problemen en projecten binnen komen.
8.6.1. Werkmethode Om de steeds toenemende vraag naar diensten, met een beperkt aantal mensen op een adequate manier te kunnen blijven verwerken, werden de laatste jaren gesofistikeerde managementmethodes ingevoerd. Het belangrijkste instrument is hierbij de manier waarop aan een bepaalde taak een prioriteit wordt toegekend. Het gaat daarbij vooral over door gebruikers gesignaleerde of door de informaticadienst zelf vastgestelde problemen. Bij het toekennen van een prioriteit is het belangrijkste kriterium het inschatten van de impact op de werking van de organisatie. Noch first come, first served of last come first served houden rekening met het feit dat bepaalde jobs of problemen belangrijker zijn dan andere. Deze lineaire methoden houden ook geen rekening dat, met het oog op het realiseren van de doelen van de organisatie op bepaalde momenten en in een bepaalde conrext, sommige functies (gebruikers) belangrijker zijn dan andere. Er was dus nood aan complexe stroomdiagrammen, waarmee door de eerste lijns helpdesk op een vrij eenduidige manier kan berekend worden wat eerst behandeld wordt. Het systeem wordt nu reeds een achttal jaar gebruikt en het wordt nog steeds regelmatig bijgewerkt.De interne evaluatie ervan is vrij positief maar betere communicatie aan de afnemers wordt voor de komende jaren als actiepunt genoteerd.
8.6.2. Interventies op afstand De informaticadiensthelpdesk probeert zoveel mogelijk werken uit te voeren zonder in de afdelingen of bij de teleworker ter plaatse te komen. De technologiën die dat mogelijk maken zijn de laatste jaren ernstig verbeterd. Nietemin wordt er vastgesteld dat het noodzakelijk blijft dat medewerkers van infrastructuur of helpdesk regelmatig de afdeling bezoeken.
8.6.3. Invoering nieuwe huisstijl De IT helpdesk is naast de communicatiedienst een belangrijke facilitator voor het gebruik van de in de 2007 ingevoerde nieuwe huisstijl. Het gaat hierbij over het maken van templates voor de MS Office producten en de verspreiding er van.
8.7. Softwareontwikkeling 8.7.1. Neruda beheerspakket De laatste vier jaar stonden volledig in het teken van de ontwikkeling van het beheerspakket “Neruda” en de ontwikkeling van de Federale websites. Door middel van het pakket “Neruda” worden de meeste aspecten van de syndicale werking beheerd: leden- en bijdragebeheer, beheer van syndicale premies, beheer van juridische dossiers (in de ruimste betekenis), beheer van militanten, administratie van vormingsessies, beheer van vergaderingen, beheer van bedrijven en mandaten. Op stapel staan nog uitgebreide rapporteringen, statistieken en “digital dashboards”. Ook gepland is het uitbreiden van de bedrijvenmodule met een extensief luik voor het beheer van alle aspecten van de sociale verkiezingen, gekoppeld aan de databanken van het FOD Werk en de Kruispuntbank Ondernemingen. Het ontwikkelen van het programma “Neruda” en de invoering er van in de organisatie heeft op zijn minst drie historische verdiensten. Ten eerste: de doorgedreven formalisering van een groot aantal processen, waarvan de kennis en
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
101
8. Informatica
documentatie in het verleden vaag bleven en daardoor moeilijk of niet te automatiseren waren. Ten tweede kon door uniformisering van de manier van werken op alle niveaus, voor het eerst in de geschiedenis van BBTK, een geconsolideerde ledendatabase samengesteld worden. De voordelen van zo’n database zijn legio: de beslissers van BBTK kunnen eindelijk beleidsmatig op elk willekeurig moment beschikken over ledenprofileringen (wie zijn onze leden, hoelang blijven ze lid, in welke sectoren,…) en allerlei andere statistieken. De architectuur van het systeem laat toe dit soort statistieken op ieder moment te maken voor de volledige organisatie of voor één of meerdere afdelingen en dit zonder tussenkomst van informatici. Een derde verdienste van het Nerudaproject is de decennia lang gevraagde koppeling met de leden- en werkloosheidsdatabases van de respectievelijke ABVV gewesten. Vandaag is die koppeling een feit maar de investering in het opkuisen van gegevens die de respectievelijke afdelingen in aanvang moeten doen is groot. Het einddoel waarbij een lid zich zal aanbieden bij ABVV in gebouw A en een half uur later bij BBTK in gebouw B en dat deze laatste over de bijgewerkte informatie in de ledenfiche zal beschikken, komt in zicht. Daarnaast kunnen nog allerlei afgeleide baten van het Nerudaproject opgenoemd worden: het transparanter maken van het beheer van
geïnde bijdragen, syndicale premies en de geldstromen die deze veroorzaken Efficiënter beheer van syndicale premies vanuit de federale boekhouding, vooral op het vlak van afrekeningen en controles bij audits door de respectievelijke sociale fondsen van de paritaire comités
Het verder automatiseren van de administratie
van de militantenvorming (educatief en syndicaal verlof) en van het beheer van vergaderingen en de afrekening van kosten Het gestructureerd bijhouden van problemen en juridische dossiers van leden door de juridische diensten in de afdelingen. Het maken van statistieken over de aard van de problemen waarmee onze leden geconfronteerd worden. Het ultieme doel is hier de problemen die leden ondervinden bij een bepaald bedrijf afdelingoverstijgend in beeld te brengen. De koppeling van de ledendatabases aan de federale websites waarbij op termijn het lid de opgeslagen informatie die BBTK over haar bijhoudt kan raadplegen. Daardoor wordt het ook mogelijk om op korte termijn leden hun gewijzigde gegevens (adresverandering, wijzing bedrijf,…) door te laten geven via de website. Het raadplegen van ledengegevens over de af delingsgrenzen heen, voorlopig geregeld door een protocol van het Federaal Uitvoerend Comité Neruda zal in de komende tijd nog uitgebreid worden met een gesofistikeerde module voor het beheer van alle aspecten van de sociale verkiezingen. Deze nieuwe module moet klaar zijn vóór het begin van de volgende campagne sociale verkiezingen. Daartoe wordt de huidige bedrijvenmodule in Neruda herzien en gekoppeld aan de Kruispuntbank Ondernemingen (KBO) en de databank van het FOD Werk (FW). Koppeling aan de KBO zal toelaten om alle sociale zetels en sites van bedrijven uniek te identificeren over de afdelingsgrenzen heen. Het zal ook mogelijk maken de steeds wijzigende bedrijfsstructuur beter in kaart te brengen.
8.7.2. Ontwikkeling van de federale websites 102
In februari 2008 werden de nieuwe federale websites (www.setca.org – www.bbtk.org) online gebracht. Vormelijk helemaal herwerkt in de nieuwe BBTK huisstijl, maar in de achtergrond gebouwd op Microsoft SharePoint technologie met een krachtig “content management” systeem. De informaticadienst zorgde hier voor de architectuur, hosting en de programmatie van verschillende onderdelen zoals het inschrijven van nieuwe leden en het intekenen voor de BBTK newsletter.
In 2010 werden de federale websites voorzien van afgeschermde zones waarin de verschillende doelpublieken (leden, militanten, personeel) specifieke content kunnen opvragen die voor niet-leden ontoegankelijk is. De websites werden daartoe gekoppeld aan het geconsolideerde ledenbestand.
8.7.3. Beheer van productie, distributie, archivering en opzoeken van BBTK documenten BBTK produceert jaarlijks een enorme hoeveelheid documenten die, al dan niet gebundeld met bestanden van buiten de organisatie, verspreid worden naar de afdelingen en vandaaruit naar de militanten in de bedrijven. Het BBTK intranet zorgt er voor dat dit op een gestructureerde manier verloopt. De huidige versie van intranet waarbij distributie, archivering en opzoeken verzorgd worden dateert echter van 2003. In 2009 werd in afwachting van de ontwikkeling van een volledig nieuw intranet, een nieuwe modulaire zoekmotor ontwikkeld die toelaat om het BBTK archief op een meer accurate manier te ontsluiten. Vermits de basis van het intranet gebaseerd is op relatief oude technologie zal die in de komende periode nog volledig vervangen moeten worden. Dit zal toelaten om meer soorten bestanden, andere dan BBTK omzendschrijvens, te ontsluiten voor de verschillende interne doelpublieken. Het zal ook toelaten om de bestanden en gegevens telkens op andere manieren te groeperen in functie van het doelpubliek. Bij die ontwikkeling zal vanzelfsprekend gebruik gemaakt worden van dezelfde technologie als deze die voor de externe federale websites werd ingezet (MS SharePoint).
8.8. Stand van zaken kennis personeel BBTK en opleidingen 8.8.1. BBTK personeel afdelingen en federaal Goede kennis van informaticatoepassingen wordt steeds meer een criterium bij aanwerving van personeel bij BBTK. Het behoort sinds een paar jaar tot het dienstenpakket dat de informaticadienst aanbiedt, om op het onderdeel informaticatoepassingen (MS Office,…) bij personeelselectie, de nodige kennis en hulp te leveren voor afdelingen en de federale entiteit. Uit de statistieken van de IT helpdesk kan afgeleid worden dat er bij de BBTK eindgebruikers op het vlak van kennis van informaticatoepassingen nog heel wat potentieel onbenut blijft. Enkel voor het pakket Neruda werd voor het volledig personeelsbestand in intensieve opleiding geïnvesteerd. Voor MS Office werd in 2007 voor een beperkt aantal gebruikers van de afdelingen, naar aanleiding van de campagne sociale verkiezingen, een cursus georganiseerd. De bij BBTK geplande invoering van Windows 7 en MS Office 10 begin 2011 zal een goede gelegenheid zijn om een aantal diepgaande cursussen te organiseren voor het BBTK personeel.
8.8.2. IT personeel De behoeften aan en het dagelijks gebruik van informatica en informaticatoepassingen van BBTK groeien in snel tempo. Daarnaast neemt de complexiteit van de technologie bijna exponentieel toe. Permanente opleiding voor het IT personeel is om die redenen de beste garantie voor continuïteit van een goede dienstverlening. Voor het software ontwikkelingsteam werden in de voorbije vier jaar regelmatig een aantal externe cursussen georganiseerd.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
103
104
9. Vorming
9.1. Het vormingsbeleid De BBTK-vormingsdienst werd opgericht in 1989. Hiermee konden de uiteenlopende vomingsinitiatieven die in de diverse sectoren reeds bestonden gestructureerd worden en kon men er de andere sectoren, waar nog geen vorming werd gegeven, bij betrekken. De vormingslijnen van BBTK worden federaal en intersectoraal vastgelegd. De vorming bestaat sinds de sociale verkiezingen van 1991 uit twee grote pakketten: een basisprogramma voor delegees die voor de eerste keer een mandaat opnemen en een voortgezet programma voor ervaren delegees. De vorming wordt gepland volgens vormingscycli die lopen van sociale verkiezing tot sociale verkiezing; dus van 2004 tot 2008 en van 2008 tot 2012. Voor de basisvorming is dit een samenhangend totaalpakket dat wordt georganiseerd met de onderwerpen die nodig zijn om het syndicaal werk van BBTK op ondernemingsniveau te ontwikkelen. Voor de voortgezette vorming wordt gekozen voor thema’s die de BBTK werking versterken. Dit zijn enerzijds thema’s die de BBTK standpunten onderbouwen met syndicale analyse van (actuele) sociale problemen. (bijv. einde loopbaan, Sociale Zekerheid, loonvorming, statuut arbeiders - bedienden enz.) Dit zijn anderzijds thema’s die de BBTK delegees handvatten aanbieden om hun syndicaal werk verder te verbeteren. (bijv. tewerkstellingsinformatie, welzijn op het werk enz.) De syndicale vorming moet de delegees versterken bij het syndicaal redeneren en bij het innemen van syndicale standpunten. Ze vertrekt vanuit kritische instelling tegenover het kapitalisme en liberalisme. Ze werkt mee aan de opbouw van een socialistisch maatschappijproject. De beleidslijnen van de BBTK vorming komen tot stand op basis van een voorstel opgemaakt door de werkgroep vorming die bestaat uit secretarissen van de afdelingen BBTK, de federaal secretarissen en de vormingswerkers. Deze beleidslijnen worden definitief beslist door het
Federaal Uitvoerend Comité, bestaande uit alle afdelingen BBTK en de Federaal Secretarissen. Voor de nieuwe cyclus 2008 tot 2012 werd de beleidslijn goedgekeurd op 6 juni 2008. Het globale vormingsbeleid en de activiteiten die er uit voortvloeien wordt ook voorgelegd op de statutaire congressen van BBTK. Dit gebeurde de laatste keer in mei 2006.
9.2. De vormingsinhoud en vormingsmethode De syndicale vorming van BBTK koppelt de ervaringen van delegees op het terrein aan de socialistisch syndicale maatschappijvisie. De syndicale vorming van BBTK geeft richting aan het syndicaal handelen en ontwikkelt hiervoor strategische vaardigheden bij de delegees. De eigenheid van de syndicale vorming van BBTK kunnen we als volgt omschrijven: Het is een ervaringsgerichte vorming. De vor-
ming sluit aan bij ervaringen waarmee BBTK delegees worden geconfronteerd. Dit zijn de problemen van van arbeiders, bedienden en kaderleden op het terrein. De contacten tussen delegees van verschillende sectoren in één vormingsituatie creëren ook eenheid, solidariteit en kameraadschap. Het is een socialistisch syndicale vorming. Het is belangrijk om delegees een syndicaal denkkader aan te bieden en kritisch denken te bevorderen. De leergesprekken in de vorming maken het mogelijk dat elke deelnemer betrokken is bij de syndicale analyse van het kapitalisme. Het is een geëngageerde vorming. De delegees leren de stellingnames van BBTK kennen en dragen. Dit vraagt een confrontatie met het liberale eenheidsdenken en een argumentatie van de syndicale standpunten. Het is een vorming die activeert. Durven handelen leert men al doende. De nodige vaardigheden kan men best leren door zelf in een vormingsgroep te kunnen oefenen en feed-back te krijgen.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
105
9. Vorming
Een eerste grote doelstelling van de vorming is verbetering van het syndicaal werk op het terrein. De competenties van de delegees zijn geen doel op zich. De syndicale aanpak is even belangrijk. De individuele competenties moeten binnen een collectieve syndicale aanpak worden aangewend. Deze aanpak omvat: omschrijving van problemen van de werknemers, syndicale analyse van de problemen, syndicale standpunten bepalen en een strategie ontwikkelen. De vier elementen van een syndicale aanpak. Een tweede grote doelstelling is de ondersteuning van de syndicale actie op sectoraal en federaal niveau. De patronale tendens om het overleg naar ondenemings- en individueel niveau terug te brengen moet doorbroken worden. De samenhang van de problemen van de werknemers op
2004 NAJAAR
9.3. Het globale overzicht van de vorming van BBTK De volgende twee tabellen geven voor de cyclussen 2004 – 2008 en 2008 - 2012 een overzicht van de onderwerpen van de vorming. Enerzijds is er de basisvorming en anderzijds de voortgezette vorming. De planning staat naast de syndicale kalender. Het aantal dagen vorming per onderwerp wordt weergegeven.
Actualiteit IPA Bijzonder voor de sector Social Profit: einde van de sectorale onderhandelingen voor het budgetconclaaf
2005 VOORJAAR
Sectorale Onderhandelingen
2005 NAJAAR
Basisvorming 16 dagen
3 dagen syndicaal werk
Voortgezette vorming 12 dagen
3 dagen arbeidsduur
1 / 2* dagen IPA / professionele vorming
Bijzonder voor de sector Social Profit: sectorale onderhandelingen gemeenschappen en gewesten
3 / 2** dagen CAO’s / CAO’s
2006 VOORJAAR
Congres BBTK Congres ABVV
3 dagen communicatie
2006 NAJAAR
Congressen Sectoren BBTK IPA
3 dagen contracten
2007 VOORJAAR
Sectorale Onderhandelingen
3 dagen generatie pact + IPA
2007 NAJAAR
1 dag herstructureringen
3 dagen zich profileren als BBTK delegee
106
het terrein met de sectorale onderhandelingen en federale campagnes van BBTK moet duidelijk gemaakt worden.
2008 VOORJAAR
Sociale Verkiezingen
1 dag sectorale propaganda
*: thema IPA werd dan als minder belangrijk beschouwd voor de social-profit en vervangen door thema professionele vorming (organisatie: 2 ipv 1 dag) **: ook voor de social-profit het thema sectorale CAO’s (organisatie: geen 3 maar 2 dagen)
2008 NAJAAR
Actualiteit IPA
Basisvorming 16 dagen
Voortgezette vorming 12 dagen
3 dagen communicatie
1 dag Denkdag: flexicurity
3 dagen syndicaal werk
2009 VOORJAAR
Sectorale Onderhandelingen
2009 NAJAAR
3 dagen Tewerkstellingsinformatie / Welzijn
2010 VOORJAAR
Congres BBTK Congres ABVV
3 dagen contracten
2010 NAJAAR
Congres BBTK IPA
3 dagen arbeidsduur
1 dag Denkdag: management
2011 VOORJAAR
Sectorale Onderhandelingen
3 dagen Onderhandelen / EFI
2011 NAJAAR
3 dagen zich profileren als BBTK delegee
2012 VOORJAAR
Sociale Verkiezingen
1 dag sectorale propaganda
107
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
9. Vorming
9.4. De basisvorming cyclus 2004-2008 en cyclus 2008-2012
De inhoud wordt uiteraard aangepast aan de actualiteit. De methode wordt, jaar na jaar, nog meer gericht op de praktijk van de delegees. De volgende tabel geeft een overzicht van het programma van de basisvorming en het aantal dagen vorming per deelnemer.
9.4.1. Programma basisvorming
De cyclus basisvorming omvat 4 blokken van 3 dagen die een samenhangend programma vormen. De inschrijvingen die bij het begin van de cyclus van 4 jaar wordt georganiseerd, gebeuren daarom voor de 4 blokken samen.
Onderwerpen en aantal dagen
Het programma van de basisvorming is vrij gelijklopend gedurende de verschillende vormingscycli, omdat dit de onderwerpen zijn, nodig om het syndicaal werk van BBTK op ondernemingsniveau te ontwikkelen.
3 dagen
3 dagen
Syndicaal werk en overlegorganen
Taken delegee en syndicale communicatie
Bevoegdheden van overlegorganen: OR, CPBW, SA
Verschillende soorten communicatie
Syndicale aanpak van problemen op de werkvloer Volledige en duidelijke informatie met verwijzing naar wetgeving Samen oefenen en discussiëren over praktijksituaties
Communicatie met werknemers, met werkgever, in het syndicale team Hoe kunnen we het personeel informeren zowel mondeling als schriftelijk ? Hoe kunnen we op assertieve wijze een tussenkomst doen in OR, CPBW, SA ?
Structuur van de vakbond
Hoe kunnen we met andere afgevaardigden goede en duidelijke afspraken maken ?
3 dagen
3 dagen
Contracten en verloning
Organisatie werk en arbeidsduur & arbeidstijd
Soorten arbeidsovereenkomsten Bescherming van werknemers door bediendestatuut Samenstelling van het loon Indexering en koopkracht
108
Er wordt geopteerd om de 4 blokken zo snel mogelijk na de sociale verkiezingen te laten plaatsvinden. De planning loopt niet over 4 jaar
Praktische oefeningen i.v.m. contracten Nakijken van loonfiche en berekening van het loon Vakbondsgeschiedenis : realisaties van de syndicale actie
Arbeidsduur en arbeidstijd op mensenmaat Arbeidswetgeving &arbeidsreglement Planning van arbeidstijd in verschillende soorten ondernemingen nakijken Controle van overwerk vanuit verschillende praktijksituaties Patronale belangen flexibilisering <-> syndicale standpunten arbeidsorganisatie Vakbondsgeschiedenis : syndicale actie en sociaal economische situatie
maar over 2,5 jaar, die van start gaan na de sociale verkiezingen. (zie tabellen “planning”). Dit gebeurt om delegees -die mogelijks alleen zijn- zo snel mogelijk te ondersteunen.
De basisvorming wordt intersectoraal georganiseerd. Dit maakt de uitwisseling van ervaringen mogelijk. Enerzijds is er oog voor de verscheidenheid aan problemen, anderzijds aandacht voor de gemeenschappelijke strijdpunten.
aantal vormingswerkers (7 in het totaal; 4 FR en 3 NL), betekent dit dat de planning van de basisvorming een groter aantal weken van de jaarkalender in beslag neemt. Dit betekent minder ruimte voor andere vormingsinitiatieven, zoals voortgezette vorming. Dit betekent ook dat de eerst geplande deelnemersgroep in september aanvangt met de basisvorming en de laatst geplande pas aanvangt in januari van het jaar nadien. (Deze grote spreiding in de kalender wordt ondervangen voor de nieuwe delegees zonder gestructureerde BBTK werking in de onderneming. Dit gebeurt door speciale vorming voor deze delegees onmiddellijk na de sociale verkiezingen, dus in de maand juni. Er is ook een voorbereiding van kandidaat delegees voor de sociale verkiezingen in april-mei).
9.4.2. Deelnemers basisvorming
Met deze quota wordt rekening gehouden om de planning van de vorming (data en plaatsen) op te maken.
Elk blok omvat 3 dagen. Dit beantwoordt aan een pedagogische voorwaarde die nodig is om actief met een groep te kunnen werken. Drie opeenvolgende dagen is een goede periode om een vormingsproces te organiseren.
Doelpubliek / bereik: quota, inschrijvingen, deelname
De basisvorming richt zich tot de BBTK delegees die voor de eerste keer een mandaat opnemen en nog geen basisvorming hebben gevolgd. Er zijn steeds meer mandaten voor BBTK door de toename van de bediendetewerkstelling en het goede resultaat van BBTK bij de mandaatverdeling (sociale verkiezing, aanduiding syndicaal afgevaardigden). Veel van deze mandaten worden ingenomen door nieuwe delegees.
De volgende tabel geeft een overzicht van de quota voor de inschrijving van de basisvorming in 2004 en in 2008 en van het aantal vormings-
Er is een keuze gemaakt bij het beleidsplan van de vorming BBTK 2008-2012 om de quota voor de inschrijving van de basisvorming te verhogen in vergelijking met 2004-2008. Het aantal vormingsgroepen nam dus evenredig toe. Gelet op het Groepen 2008 Quota 2008 Groepen 2004 groepen voor de planning van de basisvorming in 2004 en in 2008. 2 60 3
Afdeling
Quota 2004
Aalst
50
Antwerpen
150
180
6
9
Brugge
25
50
1
2
Brussel-Halle-Vilvoorde
175
150
7
7
Gent
50
60
2
3
Hasselt
50
70
2
3
Kortrijk
25
50
1
2
Leuven
50
60
2
3
Mechelen
50
60
2
3
Oostende
50
60
2
3
Sint-Niklaas
25
25
1
1
Turnhout
50
60
2
3
Totaal
750
885
30
42
Basisvorming NL (quota en groepen)
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
109
9. Vorming
Afdeling
Quota 2004
Quota 2008
Groepen 2004
Groepen 2008
Arlon
25
30
1
1
Bruxelles-Hal- Vilvorde
275
330
11
16
Charleroi
125
150
5
7
La Louvière
75
90
3
4
Liège
125
150
5
7
Mons
75
90
3
4
Namur
75
90
3
4
Nivelles
75
90
3
4
Wallonie Picarde
75 + 25
120
3+1
6
Verviers
50
60
2
3
Totaal
1.000
1.200
40
56
Basisvorming FR (quota en groepen)
Tijdens een vormingscyclus merken we dat er een percentage aanwezigen is dat evolueert naarmate de vormingscyclus verder loopt. We merken dat deze daling - van ongeveer 75%, over 65% naar ongeveer 60% - voor elke vormingscyclus op een zelfde manier optreedt. De oorzaken kunnen zeer divers zijn: de delegee is niet meer in de onderneming, de delegee zet zich minder in voor het syndicaal werk, de delegee wordt onder druk gezet door de werkgever, het uit te voeren werk gaat voor op de vorming en redenen i.v.m. de vorming zelf, enz. De volgende tabel geeft een overzicht van de inschrijvingen, de aanwezigheden in aantallen en de aanwezigheden in procenten,
CYCLUS 2004 - 2008
CYCLUS 2008 - 2012
110
CYCLUS 2004 - 2008
CYCLUS 2008 - 2012
telkens voor de vormingscyclus 2004-2008 en de vormingscyclus 2008-2012.
9.4.3. Enkele vaststellingen i.v.m. de basisvorming Er worden door de vormingswerkers evaluaties gemaakt over de bereikte resultaten en de gebruikte methodes. Hier volgen enkele belangrijke vaststellingen die te maken hebben met de eigenheid van vorming:
Basisvorming NL najaar 2004
Quota 750
Inschrijvingen 971
Aantal aanwezigen 722
% aanwezigen 75%
voorjaar 2005
750
977
626
64%
voorjaar 2006
750
873
504
58%
najaar 2006
750
828
504
61%
najaar 2008
885
1021
755
74%
voorjaar 2009
885
991
673
68%
voorjaar 2010
885
954
619
65%
Basisvorming FR
najaar 2004
Quota 1000
Inschrijvingen 1205
Aantal aanwezigen
voorjaar 2005
1000
1175
909
% aanwezigen 75%
785
67%
voorjaar 2006
1000
1192
696
58%
najaar 2006
1000
1225
689
56%
najaar 2008
1200
1374
808
59 %
voorjaar 2009
1200
1263
761
60%
voorjaar 2010*
1200
1171
686
59%
*: aan Franstalige kant moeten nog 4 basisvormingen loon en arbeidsovereenkomsten doorgaan in september 2010. De cijfers voor het voorjaar 2010 zijn een inschatting.
Het is belangrijk om samen met de deelnemers
problemen syndicaal te analyseren, zodat de standpunten van de vakbond beter begrepen en gedragen worden. De publicaties van de vakbond moeten we toelichten en laten verwoorden door de deelnemers, want dit verhoogt de bruikbaarheid. Zelf een probleem aanpakken en het syndicaal werk organiseren moet centraal staan. Er moet telkens tijd en ruimte zijn om communicaties en tussenkomsten, voor te bereiden en in te oefenen. De deelnemers worden systematisch, zowel mondeling als schriftelijk, naar hun appreciatie van de vorming gevraagd. Hier volgen enkele veel terugkerende opmerkingen: Eindelijk een syndicale analyse, die is niet in de
pers terug te vinden… Nu leer ik informatie verzamelen en gebrui ken… Nog meer praktijk uitwerken, ondersteuning is nodig… Kon zelf meedoen, was actieve vorming… Het is belangrijk om rekening te houden met evaluaties en appreciaties om de vorming voor de delegees nog te versterken. Dit betekent voor de basisvorming dat het accent het beste gelegd wordt op volgende invalshoeken: syndicaal werk structureren en praktisch kunnen oefenen.
9.5. De voortgezette vorming 2004-2008 / 2008-2012 9.5.1. Programma voortgezette vorming Onderwerpen en aantal dagen
Voor de cyclus 2004 – 2008 werden twee paden bewandeld Vorming die aansluit bij de lopende campagnes
van de BBTK Vorming die technisch-syndicale bagage biedt om syndicaal werk te doen De verschillende onderwerpen waren: (voor de planning verwijzen we naar de schema’s) Enerzijds een dag vorming rond “het IPA 2005-
2006” (voor de marktsectoren) en anderzijds twee dagen vorming rond de professionele vorming (voor de social-profit sectoren)
Vorming over “de sectorale CAO’s en het syndi-
caal werk” (voor de markt-sectoren 3 dagen en voor de social-profit sectoren 2 dagen) Voor de SEL was er in die periode vorming over “reglementering in het vrij onderwijs” en “werken in een syndicaal team” Een uitgebreide vorming over “het generatie pact en het IPA 2007-2008”: over de achtergrond van het generatiepact en de syndicale visie, de nieuwe regeling rond einde-loopbaan, met aandacht voor gelijkgestelde periodes in het kader van brugpensioen en daarnaast ook de uitdagingen rond het IPA en de toepassing ervan op sectoraal- en bedrijfsniveau. Een dag vorming over “herstructureringen”: de procedure bij collectief ontslag en de regeling brugpensioen en de tewerkstellingscellen Voor de cyclus 2008 – 2012 werden werd gekozen voor volgende invulling: (voor de planning verwijzen we naar de schema’s). Enerzijds technischsyndicale bagage die delegees nodig heben om hun syndicaal werk te kunnen doen (thema’s): Tewerkstellingsinformatie: het wettelijk kader,
leren werken met ratio’s, de verschillende soorten contracten en de kwaliteit van onze tewerkstelling, het volume aan tewerkstelling, de bijdrage-verminderingen voor de werkgever omzetten in werk (reeds doorgegaan) Welzijn op het werk: de risico-analyse, het globaal preventieplan en het jaarlijks actieplan, hoe wordt een risico-analyse opgemaakt met speciale aandacht voor de psycho-sociale werkdruk, een syndicale analyse maken, voorstellen doen en strategie bepalen (reeds doorgegaan) Syndicaal Onderhandelen: samen opstellen van een onderhandelingsplan met doelstellingen en argumentatie, onderhandelen vanuit belangen van de werknemers tegenover de belangen van de werkgever, oefenen in soepel en krachtig onderhandelen met de werkgever, resultaat van onderhandelingen vastleggen in een (CAO)tekst (moet nog plaats vinden) De economische en financiële informatie: welke syndicale vragen kunnen we stellen over de economische en financiële situatie, wat laat een balans en een resultaatrekening zien en wat niet, de voornaamste ratio’s i.v.m. de economische en financiële informatie, met aandacht voor belangrijke thema’s: personeelskost, bijdragevermindering, notionele interest enz., welke opmerkingen en tussenkomsten die je kan doen over de jaarrekening van jouw onderneming (moet nog plaats vinden)
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
111
9. Vorming
Anderzijds informatieoverdracht met een stukje analyse en vraagstelling over syndicale uitdagingen (denkdagen): De economische crisis en flexicurity: over de
oorzaken van de crisis, de voorstellen van het ABVV, de toenemende flexibilisering die als economisch-sociaal model via Europese regelgeving wordt binnen gebracht, het flexicuritymodel dat we verwerpen (reeds doorgegaan) Nieuwe management-technieken: flexibilisering van de arbeid is een doel van de werkgevers, het management moet deze flexibilisering laten aanvaarden door de werknemers, hiervoor worden allerlei management-technieken gebruikt (moet nog plaats vinden)
9.5.2. Deelnemers voortgezette vorming Doelpubliek / bereik : quota, inschrijvingen, deelname
De voortgezette vorming is voorbehouden aan ervaren delegees die reeds de basisvorming hebben gevolgd. Voor de voortgezette vorming cyclus 2004 – 2008 waren geen quota voor de vormingen van 2005 bepaald. Voor de vormingen van 2007 oriënteerden we ons naar het aantal inschrijvingen van de vorige sessies. Voor de voortgezette vorming cyclus 2008 – 2012 werden wel quota bepaald. De reden is dat het aantal weken dat beschikbaar is om voortgezette vorming te geven beperkt is omdat de planning van de basisvorming een groter aantal weken van de jaarkalender in beslag neemt. De quota zijn voor de 4 themavormingen: tewerkstellingsinformatie, welzijn op het werk, syndicaal onderhandelen en economische en financiële informatie zijn voor de cyclus 2008 – 2012: 240 deelnemers per themavorming aan Frans-
112
talige kant, is een totaal van 960 deelnemers 180 deelnemer per themavorming aan Nederlandstalige kant, is een totaal van 720 deelnemers Deze themavormingen worden zoveel mogelijk in de afdelingen georganiseerd. De quota zijn voor de 2 denkdagen: economische crisis & flexicurity en nieuwe managementtechnieken zijn voor de cyclus 2008 – 2012:
538 deelnemers per denkdag aan Franstalige
kant. 480 deelnemer per denkdag aan Nederlandstalige kant Deze denkdagen die een telkens een 6-tal keer doorgaan, worden per provincie en voor BrusselHalle-Vilvoorde georganiseerd. De volgende tabel geeft een overzicht van de inschrijvingen, de aanwezigheden in aantallen en de aanwezigheden in %, telkens voor de vormingscyclus 2004-2008 en de vormingscyclus 2008-2012.
9.5.3. Enkele vaststellingen i.v.m. de voortgezette vorming Per voortgezette vorming, die sinds vorige congresperiode (dus sinds 2006) werd georganiseerd, worden enkele vaststellingen geformuleerd die te maken hebben met de eigenheid van de vorming.
9.5.3.1. Over de vorming “Generatiepact & IPA” Om de standpunten van de vakbond te ondersteunen is het belangrijk dat argumentatie wordt opgebouwd samen met de delegees. Er is nood aan gerichte achtergrond informatie om de publicaties van de vakbond ook mondeling te kunnen toelichten op de werkvloer.
CYCLUS 2004 - 2008
CYCLUS 2008 - 2012
CYCLUS 2004 - 2008
CYCLUS 2008 - 2012
Inschrijvingen 803
Aantal aanwezigen 571
% aanwezigen 71%
najaar 2005 CAO’s en Syndicaal Werk
827
525
64%
voorjaar 2007 Generatiepact & IPA
612
490
80%
najaar 2007 Herstructureringen
612
337
55%
voorjaar 2009 DENKDAG flexicurity
434
280
65%
najaar 2009 tewerkstellingsinformatie
256
162
63%
najaar 2009 welzijn op het werk
262
164
63%
Inschrijvingen 1169
Aantal aanwezigen 764
% aanwezigen 65%
najaar 2005 CAO’s en Syndicaal Werk
1179
675
57%
voorjaar 2007 Generatiepact & IPA
887
639
72%
najaar 2007 Herstructureringen
883
488
55%
voorjaar 2009 DENKDAG flexicurity
599
294
49%
najaar 2009 tewerkstellingsinformatie
273
179
66%
najaar 2009 welzijn op het werk
313
187
60%
Voorgezette vorming NL voorjaar 2005 IPA & Sectorale Onderhandelingen
Voorgezette vorming FR voorjaar 2005 IPA & Sectorale Onderhandelingen
9.5.3.2. Over de vorming “Herstructureringen” De verschillende fasen van een herstructurering duidelijk maken en de momenten van syndicale actie aangeven is geslaagd. Deze problematiek sluit aan bij delegees uit bedrijven die in deze situatie zitten en minder bij andere.
9.5.3.3. Over de denkdag “economische crisis en flexicurity” Een duidelijke uitleg met een syndicale analyse van de economische-financiële crisis geeft een
ander denkkader dan het “liberale eenheidsdenken”. De denkdag maakte het mogelijk om grondige uiteenzettingen te geven en voor een stukje te integreren. Het zou interessant zijn om deze vorming verder uit te werken.
9.5.3.4. Over de themavorming “tewerkstellingsinformatie” Het is nodig om in vorming actief met de instrumenten tewerkstellings-informatie te werken, opdat delegees die ook zouden beginnen gebruiken. Deze instrumenten vragen dat er over langere termijn actief mee wordt gewerkt in de ondernemingen en dus is er ondersteuning nodig.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
113
9. Vorming
9.5.3.5. Over de themavorming “welzijn op het werk” Hier blijkt dat het belangrijk is om eerst problemen van de werknemers op een syndicale manier te analyseren en dan na te gaan of de wetgeving gebruikt kan worden om de werknemersproblemen aan te pakken. De methodes van de werkgever en de preventiediensten om de werknemers problemen in kaart te brengen werden kritisch doorgelicht. Deze vaststellingen geven aan dat twee soorten thema’s nodig zijn in de vorming voor van de versterking van BBTK : thema’s die de BBTK standpunten onderbouwen met syndicale analyse van (actuele) sociale problemen thema’s die de BBTK delegees handvatten aanbieden om hun syndicaal werk verder te verbeteren
9.6. De vorming Sociale Verkiezingen 2004-2008 / 2008-2012 9.6.1. Programma Onderwerpen en aantal dagen
Gelet op de eigenheid van de syndicale vorming werd voor de sociale verkiezingen van 2008 gekozen om de communicatieve vaardigheden van de delegees te trainen in functie van de sociale verkiezingen.
114
Uit evaluatie van vorige vormingen bleek: “Er is zeer veel behoefte en noodzaak om delegees te leren de vakbond BBTK aan te prijzen aan kiezers en kandidaten. Leren overtuigen en argumenteren is dus belangrijk. Het kunnen en durven aanspreken van werknemers is hiervoor de beste manier.” Daarom werden er driedaagse vormingen georganiseerd met als doel: “zich meer en beter profileren als BBTK”. Dit betekent: het nut van hun eigen syndicaal werk kunnen aantonen, standpunten van BBTK kunnen uitleggen en aanprijzen, werk-
nemers kunnen aanspreken om mee te werken en zich kandidaat te stellen, enz. Uit evaluatie bleek ook “dat er door BBTK federaal en sectoraal veel degelijk propagandamateriaal wordt gemaakt, dat te weinig wordt benut” Daarom werden ook eendaagse vormingen georganiseerd met als doel: “omgaan met de propagandamiddelen”. Hier werden de syndicale verwezenlijkingen gebruikt om actief te overtuigen. Er werd ook vorming georganiseerd voor kandidaten / nieuwe verkozenen in bedrijven zonder syndicale structuur van BBTK. Dit gebeurt gedurende twee dagen vanaf de start van de bescherming tot voor de sociale verkiezingen. En gedurende twee dagen zo snel mogelijk na de sociale verkiezingen Er was ook een aanbod naar de afdelingen BBTK om technische vorming te organiseren over de procedure en over de kiesverrichtingen bij de sociale verkiezingen.
9.6.2. Deelnemers vorming Sociale Verkiezingen De driedaagse vorming “zich meer en beter profileren als BBTK” en de eendaagse vorming “omgaan met de propagandamiddelen”. Werden georganiseerd voor zowel de deelnemers aan de basisvorming als de deelnemers aan de voortgezette vorming. De volgende tabel geeft een overzicht van de inschrijvingen, de aanwezigheden in aantallen en de aanwezigheden in procenten, voor de verschillende vormingen:
% Aantal aanwezigen aanwezigen Driedaagse vorming sociale verkiezingen “zich meer en beter profileren als BBTK” Inschrijvingen
NL
974
709
73%
FR
1396
946
68%
Eéndaagse vorming sociale verkiezingen “omgaan met de propagandamiddelen” NL
954
558
59%
FR
1489
802
54%
9.6.3. Enkele vaststellingen i.v.m. de vorming sociale verkiezingen Over de driedaagse vorming sociale verkiezingen “zich meer en beter profileren als BBTK”: Leren gebruiken opbouwen en gebruiken van
argumenten Een actieve en dynamiserende vorming
Over de eendaagse vorming sociale verkiezingen “omgaan met de propagandamiddelen”: De verwezenlijkingen van de vakbond werden
centraal gesteld. De campagne en de vorming moeten op mekaar zijn afgestemd. De technische vorming over de procedure en over de kiesverrichtingen blijft beter ook een aanbod van BBTK vorming, gelet op de categorieën bedienden en kaderleden in de sociale verkiezingen. De vorming voor kandidaten / nieuwe verkozenen in bedrijven zonder syndicale structuur van BBTK is belangrijk. Dit is een van de eerste contacten van deze delegees met de BBTK werking. Er moeten op die momenten posities worden ingenomen in de onderneming in relatie tot de werknemers en de werkgever. Er zijn ook formele beslissingen met gevolgen voor later: huishoudelijk reglementen e.d.
en 3 Nederlandstalige vormings-werkers: Rik Vancoillie (coördinator) Eric Vandepoele Francis Van Tolhuysen Een degelijke kennis van de BBTK visie en standpunten draagt bij tot de eigenheid van de BBTK vorming. Bij de vorming van delegees blijven syndicaal redeneren en actieve communicatie de twee belangrijkste opdrachten en dus is er constante bijscholing van de vormingswerkers vereist, alsook deelname aan de activiteiten van BBTK.
9.7.2. Het secretariaat Het secretariaat van de vormingsdienst wordt gedaan door Linda Van Eyken, zowel voor de Franstalige als Nederlandstalige deelnemers. De dagdagelijkse contacten met de afdelingen over praktische organisatie van de vorming voor de deelnemers nemen het grootste deel van de tijd in beslag. Daarnaast wordt momenteel de databank van deelnemers aan vorming op punt gezet in samenwerking met de informaticadienst. Het administratieve werk wordt gedaan in nauwe samenwerking met de coördinatie van de vorming.
9.7.3. De vormingsanimatoren
9.7. De evolutie van de vormingsdienst
Momenteel zijn er een 30-tal animatoren aan Franstalige kant en een 25-tal animatoren aan Nederlandstalige kant.
9.7.1. De vormingswerkers De vormingsdienst bestaat uit: 4 Franstalige vormingswerkers: Martine Kellen (coördinator) Michel Brouette Fabienne de Lelys Drossia Bouras (sinds begin 2010, gelet op tijdskrediet, van 4 vte naar 3,6 vte)
De syndicale ervaring van de animatoren is belangrijk. Ze zijn een klankbord bij de voorbereiding van vormingsscenario’s. Hun ervaring als delegee moet aangewend worden op een manier die de leergierigheid van de deelnemers opwekt. De pedagogische kwaliteiten zijn nodig naast het delegee zijn. Tijdens het vormingsprogramma dat door de vormingswerker wordt gegeven zijn er ook leermomenten (bijv. groepswerk) die door animatoren worden begeleid. De animatoren die de BBTK visie kennen en uitdragen zijn een stimulans voor de uitbouw van syndicaal werk. Duidelijk maken dat een syndicale aanpak mogelijk is draagt bij tot een vorming die activeert.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
115
9. Vorming
9.8. Evaluaties en conclusies De vraag naar vorming stijgt alsmaar gedurende jaren. Bij de vorige sociale verkiezingen heeft de BBTK 7.500 mandaten bekomen, OR en CPBW opgeteld, waarbij zowel nieuwe als ervaren delegees. Om de delegees bij te staan in het syndicaal werk is de vorming van de delegees een essentieel beleidsdoel voor de BBTK. In tegenstelling tot andere centrales, heeft BBTK er niet voor gekozen om te werken met een beperkte en specifieke groep van delegees. De BBTK acht het nodig een maximum aan delegees te vormen en op te volgen gedurende verschillende jaren. In 2010 hebben meer dan 2000 nieuwe delegees de mogelijkheid om aan de basisvorming deel te nemen. Deze basisvorming wordt gegeven in de afdeling, inter-sectoraal, met groepen van
116
maximum 25 ingeschrevenen, om kwalitatieve vorming en uitwisseling mogelijk te maken. In de basisvorming wordt het accent gelegd op de structurering van het syndicaal werk en op concrete opdrachten op basis van de realiteit op het terrein. Voor de vorming van de ervaren delegees zijn twee soorten vorming nodig om het syndicaal werk te versterken: vormingen die de standpunten van BBTK on-
dersteunen met een syndicale analyse vormingen die de delegees handvaten geven bij de uitvoering van hun mandaat Voor de vorming sociale verkiezingen zijn volgende elementen zeer belangrijk: samen opbouwen en oefenen van argumenten
om te overtuigen de door BBTK opgestelde propaganda toelichten en leren gebruiken
10. Supportdiensten
10.1. Inleiding
10.3. Internationale / Europese cel
In andere centrales wordt hiervoor meestal de term “studiedienst” gebruikt. Wij hebben geopteerd voor de term support omdat door de medewerkers van deze dienst veel meer wordt gedaan dan “studiewerk”. Het gaat wel degelijk om ondersteunende dienstverlening voor de leden van het federaal secretariaat, afdelingen, militanten en leden. De supportdiensten zijn onderverdeeld in een aantal “cellen” die elk bevoegd zijn voor een bepaald terrein, alhoewel dit niet betekent dat de medewerkers elk in hun eigen “vakgebied” blijven zitten. Wisselwerking tussen de verschillende cellen is daarom heel belangrijk.
Eén van onze juristen volgt ook specifiek de internationale- en Europese dossiers op interprofessioneel vlak op ter ondersteuning van de voorzitter die hiervoor politiek bevoegd is. De sectorale medewerkers (zie punt 10.5) doen dit voor de sectorale dossiers op Europees- en internationaal vlak. Dit werk bestaat uit opvolging van de regelgeving op internationaal- en Europees vlak, het opstellen van beleidsvoorbereidende- en beleidsuitvoerende nota’s alsook representatie op vergaderingen binnen het ABVV en bij onze Europese- en wereldfederaties.
10.2. Juridische cel
10.4. Cel internationele projecten Zie hoofdstuk 4.
De juridische cel bestaat uit twee juristen. Wat betreft de puur juridische dienstverlening wordt zeker niet aan individuele dienstverlening gedaan. Dit komt toe aan de afdelingen. Naar de afdelingen wordt wel algemeen/collectieve informatie gegeven die de individuele dienstverlening in de afdelingen ten goede kan komen. Het gaat hier over het realiseren van opzoekwerk in wetgeving en rechtspraak/jurisprudentie die in de vorm van adviezen voor afdelingen worden uitgewerkt. Meestal gebeurt dit op vraag van de secretarissen of diensten sociaal recht van de afdelingen. De juridische cel staat ook in voor politieke ondersteuning van de leden van het federaal secretariaat. Dit kan betrekking hebben op interprofessionele dossier maar op sectorale dossiers. Hiertoe worden beleidsvoorbereidende- en beleidsuitvoerende nota’s opgesteld. De leden van de juridische cel vertegenwoordigen BBTK ook in tal van organen, zowel binnen het ABVV als er buiten.
10.5. Cel sectorale ondersteuning Elke sectorblok heeft nu medewerkers die de verantwoordelijke federale secretarissen ondersteunen. Voor bepaalde dossiers en bedrijven bieden zij ook de nodige dienstverlening aan afdelingssecretarissen en militanten. De sectormedewerkers staan in voor opvolging van het beleid in de sector, ook op internationaalen Europees vlak. Zij doen representatief werk, maken beleidsvoorbereidende- en uitvoerende nota’s, staan in voor teksten van publicaties enz.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
117
10. Supportdiensten
10.6. Cel economische dienstverlening Deze cel, die nog volop in ontwikkeling is, bestaat uit twee sectorale medewerkers die instaan voor analyse jaarrekeningen, opvolging economische dossiers en representatie. En dit ten behoeve van de leden van het federaal secretariaat en de nationale bedrijfscoördinatoren.
10.7. Cel regionale bevoegdheden Ten behoeve van de drie regio’s en de federale voorzitter en ondervoorzitter zijn twee sectorale medewerkers ook gedeeltelijk gedetacheerd voor opvolging van dossiers die behoren tot de geregionaliseerde- en/of gecommunautariseerde materies.
10.8. Functieclassificatie Deze cel bestond de laatste vier jaar uit één man, maar wordt nu aangevuld met twee sectorale medewerkers zodat de actieradius kan uitgebreid worden in de toekomst.
10.8.1. Situatie protocol Het protocol wordt steeds meer de leidraad voor functieclassificatieprojecten.
118
Vanaf begin jaren ‘90 werd door de bediendevakbonden, waaronder BBTK-SETCa, en de diverse consultants die over een analytisch classificatiesysteem beschikken, een uniforme protocolovereenkomst afgesloten. Deze beschrijft hoe en op welke manier het beste in de bedrijven een functieclassificatieproject wordt opgezet. Deze protocoltekst is voor alle consultants dezelfde, zodat er geen concurrentie onder elkaar kan ontstaan op basis van dit samenwerkingsverband met de vakbonden. Het protocol is belangrijk omdat het een aantal belangrijke principes vooropstelt, zoals daar zijn: De garantie dat de functiebeschrijvingen met
inspraak van de functiehouders worden opgesteld en door hen goedgekeurd.
De garantie dat BBTK-SETCa classificatiedes-
kundigen op de hoogte zijn van het wegingssysteem en ook kunnen nagaan of dit degelijk is opgebouwd. De toegang tot de wegingen van de diverse deskundigen en de functiebeschrijvingen als vakbond. Het garandeert inspraak in het uiteindelijk te kiezen classificatiemodel.
Het protocol werd bij de beginfase ondertekend door een 9 bedrijven die over een analytisch functieclassificatiesysteem beschikken: Acerta, Berenschot, Hay, Hudson (vroegere De Witte & Morel), Marleen Lembourg Advisie, Optimor, SD Workx, Towers Watson (vroegere Watson Wyatt), Ook de kleinere consultant OK Consult sloot aan bij het protocol naar aanleiding van een concreet project in een onderneming. De interesse voor het protocol komt van verschillende partijen, ook andere consultants informeren zich. Zo lopen er voorzichtige gesprekken met Mercer, Quotis en Randstad om tot een protocoltekst te komen. Maar om diverse redenen (consultant zelf is geen vragende partij of vakbonden willen eerst meer informatie over het systeem) zijn deze besprekingen nog niet afgerond in een concreet protocol. Het protocol kent in elk geval één grote meerwaarde. Het werd in het kader van het Europese EVA-project, dat voor het Instituut voor gelijke kansen van de federale overheid diverse programma’s ontwikkelde rond gelijke behandeling van mannen en vrouwen, als een “best practice” hernomen om tot een gedragen classificatie in de onderneming te komen. Dat argument kan gebruikt worden bij het overtuigen van werkgevers om de werkwijze van het protocol te volgen. De zwakke plek van het protocol blijft in dit kader immers steeds dat ze is afgesloten tussen de bediendenvakbonden en de consultantancybedrijven en niet met de werkgevers. Sommige werkgevers maken daar soms –tegen de wil van de consultants en de vakbonden– gebruik van om het protocol als niet bindend te beschouwen. De ervaring en het regelmatige overleg tussen de ondertekenaars van het protocol en de vakbonden leerde dat een protocoltekst van 11 bladzijden bij een offerte rond functieclassificatie nogal afschrikkend werkt. Het wordt geïnterpreteerd als een aanwijzing van een zware en logge procedure.
Om dit te voorkomen hebben de bediendenvakbonden met de consultants een A4-samenvatting van het protocol gemaakt met de te ondernemen stappen. Dit maakt de opstapdrempel lager, maar deze doet uiteindelijk geen afbreuk aan de volledige protocoltekst die bij de detailbespreking van de offerte als basis geldt.
10.8.2. Nieuwe sectoren met een afgewerkte analytische classificatie Deze congresperiode was bijzonder vruchtbaar om verschillende sectorclassificaties af te ronden. U vindt hierbij een overzicht van de diverse paritaire comités waar er een nieuwe analytische functieclassificatie werd afgesloten.
10.8.2.1. PC 218 Het PC 218 heeft na een lange lijdensweg uiteindelijk een nieuwe analytische classificatie via het ORBA-systeem. In totaal werden 69 referentiefuncties gekozen voor deze vrij uitgebreide sector die beschreven en gewogen werden. Bedrijfsfuncties kunnen nu vergeleken worden met deze referentiefuncties en vervolgens in een vier klassenmodel ingedeeld worden. Als vakbonden hebben we lang aangedrongen op een zes klassenmodel, maar uiteindelijk leek dit niet haalbaar. Bij eventuele betwistingen is voorzien dat er op paritair niveau een toezichtcommissie is die de classificatie kan opvolgen.
tieniveaumatrix als hulpmiddel voor een correcte inschaling.
10.8.2.3. PC130 Voor de arbeiders van de dagbladsector werd er net zoals bij de vorige twee paritaire comités met de ORBA-methode van het bureau Optimor een functieclassificatie uitgewerkt. Hier bestaan er eveneens een aantal voorbeeld- of referentiefuncties en een beroepsprocedure. Deze beroepsprocedure werd sinds de invoering in 2009 in twee bedrijven effectief toegepast.
10.8.2.4. PC 306 In de sector van de verzekeringen koos men voor een analytische classificatie via het system Compass 5+1 ontwikkeld door de firma Hudson. Hier werd gewerkt met een korf van 68 referentiefuncties. Groot nadeel tot nu toe is dat er geen duidelijke regels rond de invoering van de functieclassificatie in de bedrijven zijn, wat het moeilijk maakt in de bedrijven. Er bestaat bovendien in deze sector nog geen afspraken rond onderhoud en beroep tegen de functieclassificatie. In de komende periode zal er moeten gewerkt worden om ook daar (net zoals in de sectoren PC 227, PC 226 en 130 dagbladen) te voorzien in een degelijke procedure.
10.8.2.5. PC 209
Een functieniveaumatrix is als hulpmiddel voor het indelen in de correcte klasse ontwikkeld.
De meest recente nieuwe classificatie voor toepassing van het minimumbarema is deze van de metaalverwerkende nijverheid.
10.8.2.2. PC 227
Hier werd gewerkt met het systeem van CSB, waarvan de werkgeversorganisaite Agoria, systeembeheerder is voor België. Deze functieclassificatie op sectorvlak dient enkel om de link te maken met het minimumbarema.
Ook in het PC 227, een paritair comité die zich afgesplitst heeft van het van PC 218, is er een analytische classificatie opgezet met 54 voorbeeldfuncties in een zesklassenmodel. Hier is bovendien voorzien in een goed uitgewerkte inschalings- en beroepsprocedure, waarbij vergelijkend kan ingeschaald worden en betwistingen kunnen worden behandeld via de voorzitter van het Paritair Comité. Ook hier bestaat een func-
Een meerwaarde is echter dat de protocolafspraken zoals ze gelden in het nationale protocol ook gelden en in de CAO uitgeschreven zijn voor bedrijven die op lokaal vlak de CSB-methode gaan toepassen. Indien men wil afwijken op plaatselijk vlak van de CSB-methode moet men over een paritair akkoord beschikken.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
119
10. Supportdiensten
10.8.3. Sectoren waar een actualisatie naar een analytische classficatie loopt 10.8.3.1. PC 220 In het PC 220, de sector van de voeding is nota bene de eerste met een analytische ORBA-classificatie, werden dit jaar een vijftal nieuwe functies aan de classificatie toegevoegd en gewogen en ingedeeld in de bestaande analytische classificatie. Op die manier is deze classificatie opnieuw geactualiseerd en mee met zijn tijd. Een noodzakelijkheid, om niet met een verouderde classificatie opgezadeld te zitten.
10.8.3.2. PC 226 In het PC 226 is ook een oefening gebeurd rond een actualisatie van de bestaande classificatie. Vanuit zowel werkgevers- als werknemerszijde werden de laatste jaren nogal wat problemen gemeld rond de toepassing van de classificatie. Onder andere de uitbreiding van het paritair comité met het luik logistiek zou een actualisatie verantwoorden. Via een technische werkgroep werd de noodzaak onderzocht, maar kwam men tot de conclusie dat vooral onwetendheid rond de indeling aan de basis lag. Een onderhoud op grote schaal van de classificatie drong zich niet op.
120
Er werd wel gewerkt aan een nieuwe visuele voorstelling van alle functies binnen de classificatie, zodat gemakkelijker kan ingedeeld worden los van de economische tak binnen de sector. De bedoeling is ook om duidelijker in beeld te brengen wat de leidinggevende functies zijn. Bovendien werd door de technische werkgroep een opleidingspakket ontwikkeld dat kan gebruikt worden om militanten en werkgevers te vormen rond hoe men met de sectorclassificatie wordt omgegaan. Dit moet de vragen verduidelijken.
10.8.3.3. PC 219 In het paritair comité van de erkende controlemechanismen loopt de oefening via een paritaire technische werkgroep om tot een analytische classificatie te komen. De specificiteit van de sector maakt het echter bijzonder moeilijk om de diverse functies duidelijk te omschrijven en te wegen. Binnen het technisch overleg wordt nu al ruim een jaar een uitweg gezocht om dit binnen een sectorclassificatie op te lossen.
10.8.3.4. PC 330 In deze sector lopen reeds een 6-tal jaar de besprekingen rond een integrale classificatie. Daarvoor werd een Instituut Functieclassificatie door de sector IF-IC genaamd, opgericht. Het wordt paritair beheerd. Dit instituut beschrijft alle functies in de sector en weegt ze. Vervolgens worden ze in een 22 klassenmodel ingedeeld. Momenteel is een testfase rond de implementatie achter de rug. Daaruit bleek dat diverse functies nog omschreven en gewogen moeten worden, omdat ze momenteel geen referenties hadden binnen de bestaande sector. Deze oefening is nu zo goed als achter de rug en we wachten op een finale goedkeuring van de classificatie.
10.8.3.5. PC 211 In dit PC werd tijdens de voorbije congresperiode heel wat energie gestoken in het ontwikkelen in een eigen systeem voor de sector. De technische werkgroep stelde echter vast dat een zuivere actualisatie van de verouderde classificatie niet voldoende zal zijn. Ook de ontwikkeling van een eenvoudig vergelijkend systeem is niet in staat de toets met de realiteit te doorstaan. Als BBTK hebben we steeds gepleit om in deze sector ook een analytische classificatie te ontwerpen, maar de besprekingen zijn vast gelopen. Het zal in de komende jaren syndicaal nodig zijn om op dat vlak de zaken terug te activeren.
10.8.3.6. PC 310 Binnen de sector van de banken waren besprekingen om een classificatieproject op te starten met HUDSON. Daartoe was ook al een stappenplan bekend, zoals we dit ook gebruikten om in andere sectoren tot een analytische classificatie te komen. De financiële crisis en de problemen waar de diverse banken mee te maken hadden zorgden er echter voor dat dit project voorlopig geen prioriteit meer kreeg. Het project raakte dan ook nooit echt van de grond.
10.8.3.7. PC 207 Ook in de sector van de chemie zijn er plannen om de huidige functieclassificatie te actualiseren en te komen tot een analytische functieclassificatie met het ORBA-systeem. Momenteel zitten we daar in de opstartfase van de bespreking rond de methodologie en werkwijze die zal gevolgd worden. Het project vordert echter zeer moeizaam en ook hier is de eindmeet nog niet in zicht.
10.8.4. Bedrijven Ook bedrijfsclassificaties trachten we vanuit BBTK federaal in maximale mate ook bedrijfsprojecten rond functieclassificatie te ondersteunen. Het hoeft geen betoog dat het onmogelijk is over gans het land in alle bedrijven alle projecten en vergaderingen rond die projecten effectief bij te wonen. Vanuit BBTK-SETCa hebben we dan ook de voorbije congresperiode de filosofie gehanteerd dat we werkten volgens voglende prioriteiten rangorde: Opvolgen van projecten rond sectorclassifica-
ties Zo snel mogelijk afhandelen van externe beroepsprocedures op individuele bedrijven waar er een expertenrol is weggelegd voor BBTK-SETCa Opvolgen van ondernemingen waarbij BBTKSETCa een nationale coördinatierol op zich neemt (wegens de verschillende vestigingen over het land verspreid) Opvolgen van individuele ondernemingen
Dit principe heeft goed gewerkt en slechts zelden hebben wij, indien wij tijdig op de hoogte waren van initiatieven, onze afgevaardigden en secretarissen die met functieclassificatie in de bedrijven bezig waren moeten in de kou laten staan. Sinds het vorige congres waren we in de volgende bedrijven actief: ABVV Kempen, Acerta, AG Insurance, AGC, AIB Vinçotte, Air Products, Ajinomoto, Aleris, AlkenMaes, Aquafin, Areva, Atlas Copco, Attentia, Aurubis, AWDC-HRD, BASF, Baxter, BN Bombardier, Brico, CAF-DCF, Campine, Carglass, Carmeuse, Catala, Cegelec, Centexbel, Centr’Habitat, Ceva Logistics, Chiyoda, CMA-CGM, Coca Cola, Cofidis, Concentra, Cordon Pharma, Crown SPB, Cytec, DDH Logistic, De Ster, DELA, Delhaize, Deliva, Devoteam, Dexia (bedienden, kader, DTS, Lease, SCRL, woonkredieten), Ducoire, Duferco Glabecq, Dymo, Ecolab, Eismann, Estee Lauder, Euler Hermes, Europacollege, FGTB Bruxelles, FGTB Charleroi, Fidea, Fond du Logement, Fondsen Bouw, Fujifilm, GC Europe, GLS Belgium, GTB Vlaanderen, Holcim, IKEA, Imtech, ING, ING Data Services, ING Technics, Innogenetics, ITUC, Jetair, Keuhne Nagels Logistics, Konica Minolta, Kraft, Levanto, Makro, Mars, Match, Mercator Press, Mercator verzekeringen, Nestle Waters, New Poney Express, Nyrstar, Oiltanking, Partena, Philips, Proximus, Puratos, Randstad Professionals, RTLTVI, Sabam, Sanofi Aventis, Sanoma Magazines, Scania, Sea Ro, Sidmar, Socialistische mutualiteit De Voorzorg Antwerpen, Syral, Teraicro, Techteam, Terumo Europe, Tessenderlo Chemie, TestAankoop, Total Petrochemicals Feluy, Umicore, Unicef, United Anodisers, UPS, Vandemoortele, Vink, Vito, Vivium, VPK Ouderghem, KUL, VVSG, WEB, Wolters Kluwer Uit de praktijk blijkt (behalve bij de heel grote en ingewikkelde processen) dat het belangrijk is dat de functieclassificatie-expert van BBTK-federaal aanwezig is. Dat geldt zowel bij de opmaak van het protocol, die werkwijze om tot een goeie classificatie te komen in de onderneming vastlegt als bij de uiteindelijke bespreking van het voorstel van de klassenmodellen. Uiteraard is de expert van BBTK-SETCa-federaal ook betrokken bij eventuele externe beroepsprocedures in deze bedrijven.
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
121
10. Supportdiensten
10.8.5. De uitbreiding van de dienstverlening rond functieclassificatie vanuit BBTKfederaal De voorbije congresperiode is het werk rond functieclassificatieprojecten in volume zeker niet afgenomen. De afschaffing van leeftijdsbarema’s en de overgang naar een nieuw loonbaremasysteem, heeft in veel gevallen geleid tot de noodzaak om tot een analytische classificatie te komen. Daar waar Wallonië steeds een lagere graad van classificatieprojecten heeft gekend, zeker op het vlak van bedrijfsniveau, merken we dat ook daar meer en meer classificatieprojecten worden opgestart. Dit is vooral een evolutie van de laatste twee jaar. Tot voor kort hebben wij als BBTK-federaal slechts 1 full-time ingezet op classificatieprojecten. Dit maakt dat de agenda van deze persoon heel zwaar werd belast en het niet altijd mogelijk was op alle vragen in te gaan. Hoewel we er vrij goed in slaagden alle projecten te blijven ondersteu-
122
nen drong een versterking van de dienst zich op. In dat kader hebben wij, ter ondersteuning van onze full-time functieclassificatie-expert, ook een extra Franstalig personeelslid van BBTK-federaal gevormd in de meest courante functieclassificatiesystemen. Op die manier kunnen we tegemoet komen aan de toenemende trend van functieclassificatieprojecten in Wallonië. Nuttig, indien onze vaste expert de vraag niet kan bijhouden. De oplijsting van de functieclassficatieprojecten in de diverse ondernemingen leert dat er heel wat projecten lopen in de sector van de Financiën (banken en verzekeringsmaatschappijen). BBTK-SETCa Federaal is recent overgegaan tot aanwerving van een inhoudelijk medewerker ter ondersteuning van de federale secretarissen die deze sectoren opvolgen. Ook hij zal opgeleiding genieten in de functieclassificatiesystemen die in de financiële sectoren gangbaar zijn en op die manier ook hier extra ondersteuning kunnen bieden indien dit noodzakelijk is. Op die manier gaan we als BBTK ons in de komende congresperiode nog meer op dit belangrijk onderwerp van functieclassificatie kunnen toeleggen en hopelijk tot eerlijke verloningssystemen kunnen komen in zoveel mogelijk bedrijven.
11. Sociale verkiezingen 2008
11.1. Sociale verkiezingen: BBTK gaat vooruit! De BBTK scoorde goed tijdens de sociale verkiezingen van 2008, net als de rest van het ABVV. Voor alle Ondernemingsraden (OR) en Comités voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) samen ging de BBTK vooruit. Dat betekent dus een trendbreuk: na meer dan 20 jaar relatieve achteruitgang voor het ABVV (zij het dat dit minder gold voor de BBTK), stelt de BBTK vast dat daar nu een einde aan gekomen is. Onze overwinning is dubbel. De BBTK heeft niet alleen het sleeteffect kunnen stoppen, maar heeft gelukkig ook nieuwe kiezers en nieuwe afgevaardigden bijgewonnen. Uit de cijfers blijkt duidelijk dat het percentage van het aantal zetels stijgt. In het totaal telt de BBTK nu bijna 8500 afgevaardigden. Dat komt ongeveer neer op 30%. In de OR’s zitten we met 29,78% net onder die grens (maar we behalen 32,65% van de stemmen). Dat is een zetelwinst die vooral ten koste gaat van de kleinere lijsten (met name van kaderleden die op NCK- of huislijsten opkwamen). Voor de CPBW-mandaten stijgt het percentage stemmen met 0,14 om uit te komen op 33,69%.
11.2. Concrete winst De afstand tussen rood en groen wordt dus kleiner. Let wel dat het aantal afgevaardigden niet alles zegt. Aangezien het aantal bedrijven waar verkiezingen plaatsvonden in 2008 veel hoger lag dan in 2004, betekent het op zichzelf niets als een vakbond zegt dat hij “meer mandaten dan ooit” heeft veroverd.
Want dan zou iedereen gewonnen hebben. Het zijn vooral de uitslagen bij de kaderleden en de jongeren waar de overwinning van de BBTK aan te danken is. Voor de toekomst is dat bijzonder hoopvol. Een sectorale analyse leggen soms grotere verschuivingen bloot.
11.3. Vooruitgang in 4 sectoren Handel: De BBTK verstevigt zijn absolute meerderheid. We waren al de grootste in tal van winkelketens en zijn dat nu bijvoorbeeld ook - voor het eerst! - bij Colruyt geworden. Logistiek en industrie: In aantal stemmen en zetels gaat de BBTK stevig vooruit in de sector van de logistiek, al is die vooruitgang duidelijker merkbaar in de ondernemingsraden. In aantal stemmen komt de positie van de grootste bediendevakbond in zicht. In de industrie is de vooruitgang van BBTK is niet uitgesproken. Enkel in de ondernemingsraden is er een vooruitgang in het aantal stemmen. Paritair Comité 218 (ANPCB) en de sectoren informatie en communicatie: er is een lichte terugval voor onze OR-kandidaten, maar voor de CPBW’s, die nu in meer ondernemingen geïnstalleerd kunnen worden, gaat de BBTK vooruit. Alleen in de sector financiën verliezen wij. Social Profit: hier is de winst van BBTK het grootst. Het aantal werknemers in deze sector blijft sterk stijgen. En dat geldt ook voor het aantal socialistische afgevaardigden: + 2,95% in de CPBW’s en + 2,35% in de ondernemingsraden (onderwijsinstellingen niet meegerekend).
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
123
11. Sociale verkiezingen 2008
OR, alle sectoren, alle kiescolleges Stemmen (in aantal)
Stemmen (in %) 60
2004
2008
Zetels (in %) 60
10000
50
10810 11128
12000
0
2004
6,1 6,6
20
243 170
2000
34,1 34,7
30
223 187
4000
40
1149 1289
6000
6429 6787
8000
2008
57,3 56,9
Zetels (in aantal)
1,1 0,5
0
1,3 0,9
9,5 9,7
10
1,4 1,1
2004
20
8392 4055
0
30
35,8 36,1
40
10408 8441
100000
52,3 52,5
50
72183 73833
200000
272840 274820
300000
1,2 1,0
398393 399225
400000
10 0
2008
2004
2008
OR, BBTK Stemmen (in aantal)
53,6 54,6
2004
2008
1,8 0,9
242 170
223 187
791 889
0
59,6 59,9
70 60 50 40 30 20 10 0
29,5 29,8
6878 7249 3407 3602
4000 2000
2008
Zetels (in %)
8000 6000
2,1 1,4
2004
2008
2,2 1,8
0
1,9 1,6
10
Zetels (in aantal)
124
9,8 10,1
8371 4055
20
6,9 7,4
2004
10390 8441
0
30
32,6 32,7
40
45813 46507
50000
151779 151142
200000
100000
50
249815 252735
250000
150000
Stemmen (in %) 60
2004
2008
CPBW, alle sectoren, alle kiescolleges
9,9
6,2
0
0
2004
2004
2008
Zetels (in aantal)
2008
Zetels (in %) 59,5
60,0
16212
50
1521
1684
20
34,3
30
34,2
40
9349
15616
60
8894
18000 16000 14000 12000 10000 8000 6000 4000 2000 0
10,5
10
9,9
36,6
20
36,3
30
5,8
100000
84226
40 84315
312531
200000
310528
300000
10,7
50
456876
60
400000
459603
500000
53,5
Stemmen (in %) 53,8
Stemmen (in aantal)
10 0
2004
2008
2004
2008
CPBW, BBTK Stemmen (in aantal)
20
33,7
30
33,6
52791
53786
10 0
0
2004
2008
Zetels (in %)
0
2004
2008
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
125
2004
2008
6,9
30,3
1025
2000
5000
4000
4712
6000
70 60 50 40 30 20 10 0
30,4
8000
1138
9753
10000
10341
12000
63,0
Zetels (in aantal)
2008
6,6
2004
62,8
50000
40
170126
100000
169473
150000
55,9
50
200000
281986
250000
281842
60 55,8
Stemmen (in %)
300000
11. Sociale verkiezingen 2008
OR, sector Handel Stemmen (in %)
30
481 359
2 15
5000 0
2004
6,2 6,6
20
3311 3513
10000
10 0
2008
2004
50
389 408
40
44,3 44,1
60
400
434 464
500
30
200
2004
10 0
2004
2008
1,9 1,0
3 0
17 9
35 45
0
0,3 0,0
20
100
4,0 4,9
300
2008
Zetels (in %) 49,4 50,1
Zetels (in aantal)
0,9 0,7
40
22442 22386
15000
0,0 0,0
50
20000
41,9 41,7
60
25000
27294 27375
30000
51,0 51,0
Stemmen (in aantal)
2008
CPBW, sector Handel Stemmen (in aantal)
6,4
6,7
3,9
2004
2008
693
669
40 30
44,0
50
52,0
60
800
819
1000
20 53
200 0
62
879
2008
Zetels (in %) 54,9
Zetels (in aantal)
126
41,8
2004
400
41,9
10 0
0
600
43,3
20
3,3
5000
3584
30 3480
10000
51,5
40
22486
15000
23505
50
20000
27653
25000
27307
60 50,3
Stemmen (in %)
30000
10 0
2004
2008
2004
2008
OR, sector ANPCB + Infocom Stemmen (in aantal)
Stemmen (in %)
40000
60
2004
0
2008
2004
Zetels (in aantal)
2008
Zetels (in %) 60 51,7 53,7
2004
10,0 11,4
10
1,5 1,4
38 37
103 56
256 300
20
32,8 31,4
40
4,0 2,1
1329 1418
50 30
843 828
1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0
3,8 1,6
10
1,5 1,2
2948 1154
0
20
11,9 12,7
30
33,8 33,7
40
1175 897
10000
49,0 50,8
37853 37459
50
9163 9390
20000
26047 24828
30000
0
2008
2004
2008
CPBW, sector ANPCB + Infocom Stemmen (in aantal)
10
0
0
2004
2004
2008
Zetels (in aantal)
13,6
127
11,1
33,8
20
33,3
347
385
30 10 0
0
2004
2008
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
2004
2008
11,8
55,6
1780
1743
40
1103
1045
50
54,5
60
1500
500
2008
Zetels (in %)
2000
1000
13,2
20
10000
34,8
30
35,6
11454
11423
40
29250
20000
30351
30000
51,6
50
43368
40000
43640
60 51,2
Stemmen (in %)
50000
11. Sociale verkiezingen 2008
OR, sector Financiën Stemmen (in aantal)
Stemmen (in %)
40000
60
10 0
2008
2004
Zetels (in aantal)
2008
Zetels (in %) 60 48,6 49,3
50
2004
10
1,6 1,3
12 8
7 18
20
32,5 31,6
123 96
30
16,3 15,1
40
0,9 2,8
366 314 245 201
400 350 300 250 200 150 100 50 0
0,3 0,1
4,6 3,8
206 51
3442 2211
20
30,5 28,8
30
18,6 18,1
40
0
2004
46,0 49,3
50
13881 10519
10000
22739 16752
20000
34272 28666
30000
0
2008
2004
2008
CPBW, sector Financiën Stemmen (in aantal)
2008
2004
50
31,8
20
33,0
30 129
163
417
255
323
40
52,1
60
500 494
600 400
2008
Zetels (in %) 50,4
Zetels (in aantal)
128
100
19,3
0
2004
200
16,1
10
0
300
20,5
20
16,6
30
50,8
48,1
40 29,9
11635
15882
50
31,4
10000
17996
20000
24274
30000
Stemmen (in %) 60
30628
37185
40000
10 0
0
2004
2008
2004
2008
OR, sector Industrie Stemmen (in %)
3983 1904
0
2004
8,1 8,4
20
32,3 32,8
30
4448 3461
10000
40
7957 7617
20000
31656 29923
30000
10
4,1 2,1
50
40000
4,5 3,8
60
50000 49860 48254
60000
50,9 52,9
Stemmen (in aantal)
0
2004
2008
Zetels (in aantal)
2008
Zetels (in %) 40
2004
0
2008
2004
3,5 2,4
6,5 6,7
10
4,9 3,9
0
92 63
128 103
170 176
20
28,7 28,5
30 754 745
500
50
1481 1531
1000
56,4 58,5
60 1500
2008
CPBW, sector Industrie Stemmen (in aantal)
10 0
0
2004
2008
Zetels (in %)
0
2004
2008
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
129
2004
2008
7,2
6,8
32,4
209
195
941
941
1000
70 60 50 40 30 20 10 0
32,7
1740
1500
1754
2000
60,5
Zetels (in aantal)
2008
60,4
2004
500
9,2
9,3
20
35,4
9520
10000
9081
30
35,6
40
35111
20000
36362
30000
55,5
50
40000
55076
50000
56340
60 55,1
Stemmen (in %)
60000
11. Sociale verkiezingen 2008
OR, sector Logistiek Stemmen (in aantal)
Stemmen (in %)
8000
0
2008
2004
Zetels (in %) 60
250
50 201 242
300
20
2004
10
0,8 0,2
0
1 1
3 1
50
9,0 11,7
30
38,3 39,2
195
40
35 58
100
149
150
2008
51,7 48,7
Zetels (in aantal) 200
1,0 0,1
0,3 0,1
10
0
2008
2004
0,3 0,2
2004
14,4 17,0
20
39 10
0
46,0 42,4
30
38,3 40,5
40
147 12
6597 7034
2000
50
2068 2816
4000
5492 6724
6000
60
2008
CPBW, sector Logistiek Stemmen (in aantal)
2000 0
2004
2004
16,9
2008
Zetels (in %)
10 0
2004
2008
2004
2008
12,1
37,1
20
7,8
71
38
217
30
36,5
40
50,8
55,7
50
297
270
60
177
350 300 250 200 150 100 50 0
44,4
14,4
2008
Zetels (in aantal)
130
47,3
38,7
3113
8195
7658
2333
4000
7142
6000
6216
8000
50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
38,4
Stemmen (in %)
10000
OR, sector Social Profit
2004
2008
2008
2004
0,4 0,3
4,1 4,4
80 70 60 50 40 30 20 10 0
22,2 25,1
8 8
1541 1754 2004
5 4
0
86 110
500
469 629
1000
0,3 0,2
Zetels (in %)
2000 1500
2008
73,1 70,0
Zetels (in aantal)
0,2 0,2
6,4 7,6
70,9 67,4 22,3 24,6
248 220
80 70 60 50 40 30 20 10 0
0,2 0,2
2004
169 169
5823 7808
20343 25188
70000 60000 50000 40000 30000 20000 10000 0
Stemmen (in %)
64706 69061
Stemmen (in aantal)
2008
CPBW, sector Social Profit Stemmen (in aantal)
0
2004
2008
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
7,0
131
3,9 2004
2008
3,9
72,8 26,3
140
111
935
671
1000
80 70 60 50 40 30 20 10 0
23,4
2089
2478
2500
500
2008
Zetels (in %)
3000
1500
6,2 2004
Zetels (in aantal) 2000
67,2
25,8
2008
69,7
2004
23,3
0
8177
15000
30153
30000
24279
45000
6476
60000
78594
73592
75000
80 70 60 50 40 30 20 10 0
70,5
Stemmen (in %)
90000
132
12. LEDENEVOLUTIE en –SAMENSTELLING
Ons ledenaantal kent een bestendige stijging sinds ons laatste congres. Wij zijn ook verheugd dat de grootste stijging terug te vinden is langs de kant van de actieven. Over het jaar 2009 telde BBTK bijna 390000 leden waarvan 61% actieven. Tav van 2005 betekent dit een stijging met ongeveer 9% of gemiddeld 2,25% per jaar. Binnen het ABVV vertegenwoordigen wij iets meer dan 26% van de leden. 62% van onze leden zijn vrouwen. Daartegenover staat dat “slechts” 44% van onze militanten vrouwen zijn. Ongeveer 46% van onze leden zijn jonger dan 40 jaar; als men hier de leeftijdscategorie tussen 40 en 50 jaar bijtelt komt men al aan 70%. Bij de grafiek “leden per economische sector” dient een belangrijke kanttekening te worden gemaakt: een 40% van onze leden kunnen wij niet in een of ander sectorblok plaatsen. Dit heeft vnl. te maken met het feit dat er voor de werkzoekenden, gepensioneerden enz. geen opgave van een paritair comité is terug te vinden in onze databank. Anderzijds zijn er ook leden die hun PC niet opgeven omdat zij het niet kennen of niet relevant vinden. Via koppeling met externe databanken moet het in de toekomst mogelijk zijn hier meer duidelijkheid te creëren. De in de grafiek opgenomen aandelen per sectorblok zijn dus aangemaakt zonder rekening te houden met de “onbekenden” of “niet-ingevulden”. Een goeie 30% van onze leden vindt men terug in de sector-
blok “diverse diensten”, waarvan het ANPCB en de logistiek de belangrijkste zijn. Volgt de handel met een goeie 26%, de social-profit met 22%, industrie met 14,5% en tenslotte de financiën. Hou hierbij ook rekening dat sommige bedrijven die men bij de financiën kan rekenen ook terug te vinden zijn in de “diverse diensten” via het ANPCB. Brussel-Halle-Vilvoorde is de grootste afdeling met 23% van het totaal. Volgen dan Liège, Antwerpen en Charleroi. Sinds een aantal jaren kunnen bedienden lid worden via onze website. Het aantal inschrijvingen via internet is in stijgende lijn. In 2009 registreerden wij bijna 1900 nieuwe leden via internet ten aanzien van een kleine 1000 over 2008. Belangrijk ook is de vaststelling dat wij van meer dan 95% van onze leden beschikken over het nationaal rijksregisternummer. Voor een aantal applicaties en herkenningen is dit essentieel. Meer dan 60% van onze leden betalen hun bijdrage via BBTK-domiciliëring en een 30% doet dit via het ABVV. Een kleine 10% betaalt nog aan kassa enz… Interessante grafiek betreft het aantal leden dat recht heeft op een syndicale premie. Dit bedraagt in totaal 30%. In de industrie gaat het over 63% van de leden tot 12,5% in de diverse diensten met de andere sectoren er tussenin.
133
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
134
0,7%
0%
onbekend
-30
Totaal
30-39
40-49
Vrouwen 2002 2003
50-59
2004
Actief 2005 2006
60-64
Mannen
2007 2008
65+
2,0%
20% 2001
2,9%
Totaal 2000
0,9%
1999
3,5%
3,6%
1998
7,0%
11,6%
19,8%
1997
23,8%
1996
14,9%
25% 26,0%
1995
8,8%
9,0%
15% 17,0%
1994
8,2%
5%
6,1%
10%
13,7%
19,8%
1993
0,4%
1992
0,3%
151682
150250
152119
151576
237994
230771
222245
217127
209822
200664
193906
189828
177700
147364
141049
131174
122249
118176
389676
381020
374364
368702
357186
341713
325080
312077
295876
280730
257939
245876
239636
234221
224686
212377
207530
192484
166704
159029
150028
143983
114026
98910
95849
95653
144221
138978
130322
129784
118904
90000
85708
82055
77747
73579
12. LEDENEVOLUTIE en –SAMENSTELLING
Evolutie ledenaantal
2009
Niet actief
Leden per leeftijd en geslacht
30%
Leden
Mannen 38% Vrouwen 62%
Militanten
Vrouwen 44% Mannen 56%
135
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
12. LEDENEVOLUTIE en –SAMENSTELLING
Leden per economische sector
Social Profit 21,8%
Diverse diensten 30,4%
Industrie 14,5% Financiën 7,1% Handel 26,3%
136
4,5 1,2 1,6
2,7
4,1
4,0
3,5
2,6
4,6 2,9
1,5
3,8 2,2
1,7
1,7
3,3
3,6
7,8
9,7
10,1
22,8
Leden per afdeling
2008 (915)
20 31
11 18
14 31
122 8 11
101
66
45
29 56
20 43
100
59 82
46
35 54
10 29
18 14
102 48 58
55
24 63
7 11
12 28
79
17 42
224
290
671
Inschrijvingen via internet (aantal)
2009 (1891)
Betalingsvorm
9,31%
via domiciliëring BBTK via ABVV
29,98%
andere
60,71%
137
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
12. LEDENEVOLUTIE en –SAMENSTELLING
12,59%
19,33%
40,29%
44,24%
63,12%
Leden die een syndicale premie ontvangen, per sector
Diverse diensten Services divers
Financiën Finances
Handel Commerce
Industrie
Social profit Non marchand
Rijksregisternummer
4,7%
Bekend Onbekend
138
95,3%
13. Administratief - financieel verslag
13.1. Financiële ratio’s
13.1.2. Uitgaven
De hierna volgende grafieken geven de belangrijkste ratio’s en evoluties sinds 2006 weer voor de financiële kerncijfers van BBTK-federaal.
Uitgaven 2009 Diversen 5,13% Afschrijvingen en voorzieningen 5,05%
13.1.1. Opbrengsten
Diverse goederen en diensten 21,62%
Opbrengsten 2009 Interesten 1,35%
13.1.3. Evolutie opbrengsten-uitgaven Cashflow 250% 225,3%
79% van de federale inkomsten bestaan uit administratieve bijdragen, de door de afdelingen aan BBTK-federaal betaalde afdrachten op basis van het aantal leden. Een 17% komt van de vormingsfondsen die vnl op sectoraal vlak worden onderhandeld en die vastliggen in de collectieve arbeidsovereenkomsten. Deze worden gebruikt voor het dragen van een gedeelte van de organisatiekosten voor de vorming en de lonen van de vormingswerkers. Het saldo valt ten laste van de algemene middelen van BBTK. De andere inkomsten vertegenwoordigen een miniem gedeelte van het geheel en bestaan uit interesten op geldbeleggingen en toegestane leningen aan afdelingen, recuperatie beheerskosten bij de sectorfondsen en diversen.
Personeelskosten zijn goed voor een aandeel van 68%. Verder zijn er de diverse werkingskosten voor 22% en afschrijvingen en voorzieningen en diversen.
200% 150% 100% 50%
2006
2007
84,4%
Administratieve bijdragen 78,92%
Personeelskosten 68,20%
102,7%
Recup beheerskosten fondsen Vormings- 1,74% fondsen 17,26%
100,0%
Diversen 0,73%
0% 2008
2009
In deze grafiek wordt de evolutie van het resultaat + afschrijvingen/voorzieningen hernomen over de voorbije congresperiode (referentie 2006 = 100). De evolutie van deze “cash-flow” is stijgend. Iets lager in 2008, gezien extra uitgaven voor de sociale verkiezingen en dan weer drastisch hoger in 2009 gezien de extra aangelegde voorzieningen voor toekomstige syndicale uitgaven (congres, sociale verkiezingen, propaganda enz.).
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
139
13. Administratief - financieel verslag
13.2. Controle afdelingen
13.1.4 Activa-Passiva Activa 2009 Materiële vaste activa3,25% Vorderingen > 1J 17,37%
Financiële vaste activa 0,62%
Vorderingen < 1J 23,34%
Tijdens deze controles werden de volgende zaken nagekeken: Het respecteren van de sociale en fiscale ver-
Beleggingen en liquiditeiten 55,42%
plichtingen. Het bijhouden van de boekhouding op basis van het minimum genormaliseerd rekeningstelsel. De naleving van de statutaire en conventionele bepalingen inzake geldstromen.
Passiva 2009
Eigen vermogen 67,84%
Schulden < 1J 12.93%
Wij kunnen bevestigen dat alle afdelingen voldoen aan de opgelegde verplichtingen, waar nodig werden er nog enkele kleinigheden bijgestuurd. Tevens kregen een aantal afdelingen een RSZ controle, gedurende deze controles werden er geen anomalieën vastgesteld.
Schulden > 1J 1,72%
Regularisatie 17,52%
Deze balkgrafiek geeft de grote onderdelen aan van de samenstelling van de activa en passiva. De verhouding tussen eigen middelen en schulden is meer dan positief en ook onze liquiditeitsratio is meer dan gunstig.
140
In uitvoering van de bijlagen van artikel 6bis van de BBTK statuten, en artikel 44/57 van de ABVV statuten kunnen wij meedelen dat alle gewestelijke afdelingen gecontroleerd werden.
13.3. Voogdij B-H-V Sinds eind 2006 oefent het federaal secretariaat een administratief-/financiële voogdij uit over de afdeling Brussel-Halle-Vilvoorde en dit op basis van een beslissing door het uitvoerend comité van de afdeling BHV van 21/12/2006, ten gevolge van ontslag van de voorzitter van de afdeling.
Lijst van de gebruikte afkortingen
ABVV
Algemeen Belgisch Vakverbond
EDPBW
Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk
ACV
Algemeen Christelijk Vakverbond
Agoria
Sectorfederatie voor de technologische industrie
ELAN+
Opleidingscentrum banksector
EOR
Europese ondernemingsraad
ANPCB
Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor Bedienden
EPOS
Paritair opleidingsfonds voor de ‘risicogroepen’ van de spaarbanken
Assuralia
Beroepsvereniging van verzekeringsondernemingen
Essenscia Belgische koepelorganisatie van de chemie en de life sciences
BNP
Bruto Nationaal Product
FBZ
Fonds Bestaanszekerheid
CAO
Collectieve arbeidsovereenkomst
Febelfin
CBFA
Commissie voor het bank-, financieen assurantiewezen
Belgische federatie van de financiële sector
Fedis
CEPOM
Opleidingscentrum voor de makelaars en het verzekeringswezen
Belgische federatie van de distributiesector
FEM
CEVORA
Opleidingscentrum van het ANPCB
Fédération Européenne du métal (Engelse benaming: EMF, European Metalworkers’ Federation)
CMS
Content Management System
FOPAS
CNE
Centre Nationale des Employés: de Franstalige bediendecentrale van het ACV
Fonds voor de bevordering van de werkgelegenheid en de opleiding in de verzekeringssector
FS
Federaal Secretariaat
COFI
Financiële commissie van het ABVV
FUC
CPBW
Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk
Federaal Uitvoerend Comité van BBTK
GESCO
Gesubsidieerde contractuelen
CSB
Functieclassificatiemethode
GGMMI
Gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen
GRDI
Global Retail Development Index: index van marktontwikkeling van de detailhandel wereldwijd
HIV
Human Immunodeficiency Virus, het virus dat AIDS veroorzaakt
ICEM
Internationale vakbondsfederatie voor de chemische en mijnsector
ICT
Informatie- en communicatietechnologie
CSI / ITUC Confédération Syndicale Internationale (Engelse benaming: International Trade Union Confederation) CSRSFI
Comité voor Systeemrisico’s en Systeemrelevante Financiële Instellingen
DGOS
Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
141
Lijst van de gebruikte afkortingen
IFRS
International Financial Reporting Standards: internationale normen om financiële informatie te rapporteren
ILO
International Labour Organization (OIT, organisation internationale du travail in het Frans)
IPA
Interprofessioneel akkoord
ISVI
Internationaal syndicaal vormingsinstituut (ABVV)
IUF
Wereldwijde vakbondsfederatie voor voedselnijverheid
KB
Koninklijk Besluit
KMO
Kleine of Middelgrote Onderneming
LBC-NVK Landelijke Bediendencentrale – Nationaal Verbond voor Kaderpersoneel NAR
Nationale Arbeidsraad
NGO
Niet-gouvernementele organisatie
Opleidings-cv Een overzicht van de uitgeoefende functies en gevolgde opleidingen van elke werknemer, bijgehouden door de werkgever
142
OR
Ondernemingsraad
ORBA
Methode om tot een functieclassificatie te komen
PC
Paritair Comité
PDA
Personal Digital Assistent: draagbaar toestel met alle GSM-functies, maar ook computerfuncties als mail…
PSC
Paritair Subcomité
RSZ
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid
STARTFIN Vormingsinitiatief beursvennootschappen TBE
Technische Bedrijfseenheid
UNAIDS
Programma van de Verenigde Naties dat de strijd tegen AIDS voert
UNI
UNI Global Union: wereldwijde dienstenvakbond
UNICOME Nieuwe Indiase handelsvakbond, ondersteund door BBTK VA
Vakbondsafvaardiging (ook vaak SA, Syndicale Afvaardiging)
VAP-dagen Vrijstelling Arbeidsprestaties (“VAP dagen” of “Rimpeldagen”) VIA
Vlaams Interprofessioneel akkoord
VTE
Voltijds equivalent
WSF
Wereld Sociaal Forum
IN MEMORIAM
Thibaut DE PROOST
François DETHIER
143
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
144
145
BBTK ACTIVITEITENVERSLAG 2006-2010
146