Van heropleving naar nieuwe welvaart ? Turnhout, 24 februari 2014
Marcia DE WACHTER
I. De wereldeconomie: groeivertraging in opkomende landen II. Het eurogebied: bescheiden en ongelijkmatig herstel III. De Belgische economie: heropleving
IV. Naar nieuwe welvaart ?
3
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
I. De wereldeconomie: groeivertraging in opkomende landen
4
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Bbp in de voornaamste economieën1 (veranderingspercentages naar volume t.o.v. het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld) p.m. bijdrage tot de groei van het mondiale bbp1 2011
2012
2013
2007
2012
1,7
1,4
1,3
0,7
56,1
50,4
1,8 -0,4 1,6 1,1
2,8 1,4 -0,7 0,3
1,9 1,7 -0,4 1,3
0,4 0,1 -0,1 0,0
21,5 6,3 15,7 3,3
19,5 5,5 13,5 2,8
Opkomende landen waarvan: Centraal- en Oost-Europa Opkomende landen van Azië waarvan: China Latijns-Amerika en Caraïben
6,2
4,9
4,7
2,3
43,9
49,6
5,4 7,8 9,3 4,6
1,4 6,4 7,7 3,0
2,5 6,5 7,7 2,6
0,1 1,6 1,1 0,2
3,5 19,7 10,8 8,4
3,4 25,0 14,7 8,7
Wereld¹ Wereld ongerekend eurogebied
3,9 4,3
3,1 3,7
3,0 3,5
3,0 3,1
100,0 84,3
100,0 86,5
p.m. Wereldhandel 2
6,1
2,7
2,7
Geavanceerde landen waarvan: Verenigde Staten Japan Eurogebied Verenigd Koninkrijk
2013
p.m. aandeel van het mondiale bbp1
Bronnen: EC, IMF, OESO. 1 Voor de regio's buiten het eurogebied wordt het bbp berekend volgens de definities van het IMF en op basis van de koopkrachtpariteiten. 2 Gemiddelde van de in- en uitvoer van goederen en diensten.
5
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Rendement van overheidsobligaties op 10 jaar
Wisselkoersen van enkele belangrijke opkomende landen t.o.v. de Amerikaanse dollar
(in %)
(indexcijfers 1 mei 2013 = 100)
6
105
5
100
4
95
3
90
2
85
1
80
0
75 2008
2009
2010
Verenigde Staten
2011
2012
Duitsland
2013 Japan
Brazilië
China
India
Indonesië
Bron: Thomson Reuters Datastream.
6
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Groeivertraging in de opkomende economieën (veranderingspercentages van het bbp naar volume t.o.v. het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld) 10 9 8 7 6 5 4 3
2 1 2018
2016
2014
2012
2010
2008
2006
2004
2002
2000
1998
1996
1994
1992
1990
1988
1986
1984
1982
1980
0
Opkomende economieën IMF-projecties oktober 2013 IMF-projecties oktober 2012 IMF-projecties oktober 2011 Decenniumgemiddelde Bron: IMF.
7
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Prijzen van basisproducten (maandgegevens; Amerikaanse dollar; indexcijfers 2010 = 100, tenzij anders vermeld) 160 140 120 100 80 60 40 20 0
Niet-energetische grondstoffen
Ruwe aardolie van het Brent-type¹
Bronnen: HWWI, Thomson Reuters Datastream. 1 Prijs per vat.
8
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
II. Het eurogebied: bescheiden en ongelijkmatig herstel
9
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Belangrijkste beleidsrentetarieven (procenten) 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Verenigde Staten¹
Eurogebied
Japan¹
Verenigd Koninkrijk
China
Bronnen: Bank of England, Bank of Japan, People's Bank of China, Federal Reserve, ECB. 1 Voor de beleidsrentetarieven wordt de lijn gesplitst als de centrale bank zich een band tot doel heeft gesteld, waarvan het plafond wordt aangeduid door een fijnere lijn in dezelfde kleur.
10
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Rendementsecarts van de staatsleningen op 10 jaar (t.o.v. de Duitse Bund, in %) 20
50
18 16
40
14 12
30
10 8
20
6 4
10
2 0
0
Portugal
Ierland
Italië
Spanje
Griekenland (rechterschaal)
Bron: Thomson Reuters Datastream.
11
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Activa op de balans van de centrale banken (maandgemiddelden, indexcijfers 2007=100) 500 450
400 350 300 250 200 150 100 50 0 Verenigde Staten
Eurogebied
Japan
Verenigd Koninkrijk
Bronnen: Bank of England, Bank of Japan, People's Bank of China, Federal Reserve, ECB.
12
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Het herstel is bescheiden en ongelijkmatig gespreid over de Europese landen (voorspelling voor de groei van het reële bbp, veranderingspercentage op jaarbasis)
1,3
1.7
0.3
2,4
2,2
Verenigd Koninkrijk
2,5
-1,0
Ierland
1,2
0,2
Nederland
Eurogebied 1,1
1,1
0,2
1,7
1,4
0,5
0,2
0,9
0,0
1,9
1,4
1,9
EU
Duitsland
België
-0,4
1,7
1,7
Frankrijk 2013
-1,8
0,8
0,7
1,5 0,5
2014 2015
Portugal
Bronnen: EC-vooruitzichten (november 2013), NBB.
13
1,1
1,2
1,7 -1,8
2,9
Italië
-3,9
0,6
-1,3
-8,7
Spanje
Cyprus
-4,0
Griekenland Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Bbp en belangrijkste macro-economische indicatoren in de landen van het eurogebied in 20131 (volumegegevens, veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld) Bbp in volume
Werkgelegenheid
Werkloosheidsgraad2
Werkloosheidsgraad bij jongeren3
Inflatie
Duitsland Oostenrijk Ierland België Frankrijk Finland Nederland Spanje Italië Portugal Griekenland ... Cyprus ...
0,5 0,4 0,3 0,2 0,2 -0,6 -1,0 -1,3 -1,8 -1,8 -4,0
0,5 0,5 1,2 -0,2 -0,2 -0,6 -1,2 -3,6 -1,6 -3,9 -3,5
5,4 5,1 13,3 8,5 11,0 8,2 7,0 26,6 12,2 17,4 27,0
7,5 8,6 24,8 22,8 25,6 19,6 11,6 57,7 41,7 36,8 59,2
1,6 2,1 0,5 1,2 1,0 2,2 2,6 1,5 1,3 0,4 -0,9
-8,7
-7,8
16,7
40,0
0,4
Eurogebied
-0,4
-0,9
12,2
24,2
1,4
Bron: EC. 1 De landen van het eurogebied zijn gerangschikt volgens de grootte van hun bbp in 2013. 2 Verhouding tussen het aantal werklozen en de beroepsbevolking, in %. 3 De werkloosheidsgraad bij jongeren drukt het aantal werkloze jongeren tussen 15 en 24 jaar, uit in verhouding tot de beroepsbevolking van dezelfde leeftijd. Gegevens met betrekking tot november 2013, of de laatste beschikbare gegevens.
14
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
De landen met omvangrijke tekorten op hun lopende rekening vóór de crisis, boekten aanzienlijke vooruitgang Lopende rekening van de betalingsbalans (jaargegevens, in € miljard)
400 300 200 100 0 -100 -200 -300
2008 IE
EL
2009 ES
PT
2010 CY
IT
2011 FR
DE
2012 NL
Andere
2013 p.m. EA
Bron: EC.
15
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Werkloosheidsverloop: samenstelling naar duur (procentpunten van de beroepsbevolking tenzij anders vermeld) 30
Griekenland
25
25
20
20
15
15
10
10
5
5
0
0 2006
20
Spanje
30
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Portugal
2006
15
10
10
5
5
0
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Ierland
20
15
2007
0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2006
2007
Werkloosheid met een duur van maximum één jaar Werkloosheid met een duur tussen één en twee jaar Werkloosheid gedurende meer dan twee jaar p.m. Werkloosheidgraad (% van de beroepsbevolking) Bron: EC.
16
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Verloop van de bevolking en de bevolking op arbeidsleeftijd (veranderingspercentages t.o.v. het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar) 3
Griekenland
3
2
2
1
1
1
0
0
-1
-1
-2
-2 2007
3
Ierland
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Portugal
2007
3
2
2
1
1
0
0
-1
-1
-2
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2009
2010
2011
2012
2013
Spanje
-2 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2007
2008
Bevolking op arbeidsleeftijd (15 tot 64 jaar) Bevolking
Bron: EC. 1 Breuk in de reeksen
17
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Verloop van de investeringen (Bruto vaste kapitaalvorming naar volume, miljarden €) 300
Spanje
40
250
Portugal
35
52 % 200
30
150
25
100
20
50
15 1995
50
46 %
1997
1999
2001
2003
2005
2007
2009
2011
2013
Ierland
1995
70
45
1997
1999
2001
2003
2005
2007
2009
2011
2013
Griekenland
60
40 50
35
67 %1
66 %
30
40
25 30
20 15
20
10 10 5 0
0 1995
1997
1999
2001
2003
2005
2007
2009
2011
2013
Bruto vaste kapitaalvorming
1995
1997
1999
2001
2003
2005
2007
2009
2011
2013
Pre-crisis trend (1995 - 2007)
Bron: eigen berekeningen op basis van Eurostatgegevens. 1 Afwijking van trend 2000-2007
18
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Begrotingsconsolidatie: sedert 2010 geleverde en tot de middellangetermijndoelstellingen geplande structurele inspanningen
Uiterste jaar voor de correctie van het buitensporig tekort
Geen EDP
2013 2014 2015 Na 2013 tot de middellangetermijndoelstelling³ 2010-2013² Nominaal tekort in 2013 4
Griekenland
Spanje
Cyprus
Portugal
Frankrijk
Ierland
Nederland
België
Italië
Duitsland
(verandering van het structureel saldo1, in procentpunt bbp, tenzij anders vermeld) 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 -2 -4
2016
Bronnen: EC, ECB. 1 Het structureel saldo stemt overeen met het financieringssaldo van de overheid, gezuiverd voor conjunctuurinvloeden en tijdelijke maatregelen. 2 Berekend aan de hand van de najaarsprognoses 2013 van de EC. 3 Volgens de stabiliteitsprogramma's van 2013. 4 In % bbp.
19
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Schuld van de niet-financiële private sector en de overheid¹ ²(in % bbp) 450 400 350 300 250 200 150 100 50
IE Overheid
CY
PT
Niet financiële vennootschappen
EL
ES NL Huishoudens
IT
2013
2007
2013
2007
2013
2007
2013
2007
2013
2007
2013
2007
2013
2007
2013
2007
0
BE
Piek van de schuld van de private sector
Bronnen: EC, ECB. 1 Geconsolideerde schuld in het vierde kwartaal van 2007 en in het tweede kwartaal van 2013. 2 De landen zijn gerangschikt op basis van hun totale schuld in het tweede kwartaal van 2013.
20
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
III. De Belgische economie: heropleving
21
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
De bedrijvigheid in België bereikte opnieuw het peil van vóór de crisis Evolutie van het bbp (indexcijfers, piek vóór de recessie van 2008 = 100, voor seizoen- en kalenderinvloeden gezuiverde gegevens naar volume) 103 DE 102 BE 101 100 99 98 97 96 95 94 93 2008 België
2009 Eurogebied
2010
2011 Duitsland
2012 Frankrijk
2013 Nederland
Bronnen: EC, INR.
22
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Voornaamste macro-economische resultaten voor België (veranderingspercentages, tenzij anders vermeld) 2011
Bbp waarvan Particuliere consumptie Overheidsconsumptie Investeringen Voorraadwijziging1 Netto-uitvoer1 Uitvoer Invoer Binnenlandse werkgelegenheid2 (verandering in duizenden personen) Werkloosheidsgraad2 (in % van de beroepsbevolking) Beschikbaar inkomen, in reële termen Spaarquote (in % van het beschikbaar inkomen)
Inflatie Uurloonkosten in de private sector Financieringssaldo van de overheid (in % bbp) Overheidsschuld (in % bbp)
2012
2013 r
1,8
-0,1
0,2
0,2 0,7 4,1 0,9 -0,3 6,4 6,9
-0,3 1,4 -2,0 -0,4 0,5 1,8 1,3
0,6 0,7 -2,4 -0,5 0,6 2,0 1,3
63
9
-11
7,2
7,6
8,5
-0,9 14,1
1,2 15,2
0,3 15,0
3,4 2,4
2,6 3,7
1,2 2,2
-3,7 98,0
-4,0 99,8
-2,7 99,7
Bronnen: EC, ADSEI, INR, NBB. 1 Bijdragen aan de verandering van het bbp. 2 Jaargemiddelde.
23
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
De inflatie is teruggelopen Inflatie (HICP) 6
(veranderingspercentages t.o.v. de overeenstemmende maand van het voorgaande jaar)
5 4 3 2
1 0 -1 -2 2008
2009 België
2010
2011
Drie belangrijkste buurlanden
2012
2013
p.m. Eurogebied
Bron: EC.
24
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Bijdrage van de belangrijkste componenten tot het inflatieverschil t.o.v. de 3 buurlanden (in procentpunt) 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0 -0,5 -1,0 -1,5 -2,0
3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0 -0,5 -1,0 -1,5 -2,0 Niet-energetische industriële goederen en diensten Bewerkte levensmiddelen Niet bewerkte levensmiddelen Aardolieproducten Gas en elektriciteit
Totaal Bronnen: EC, NBB.
25
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Uit- en invoer van goederen en diensten naar volume (voor seizoen- en kalenderinvloeden gezuiverde gegevens; veranderingspercentages t.o.v. het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld) 20 15 10 5 0 -5 -10 -15 -20
2 1 0 -1 -2 -3 2008
2009
2010
2011
2012
2013 r
Belgische uitvoermarkten
Uitvoer van goederen en diensten
Invoer van goederen en diensten
Marktaandelen (jaarveranderingen, in %)
Bronnen: ECB, INR, NBB.
26
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Volume van goederen en diensten (jaargemiddelden)
Jaarsaldo 2005 – 2007
Groei van uitvoermarkten (1)
Marktaandeel op uitvoermarkten (2)
Effectieve uitvoer (3) = (1) + (2)
6,7
- 2,1
4,6
Geografische en productenhandicap
0,4 Jaarsaldo 2008 - 2012
1,7
- 0,3
1,4
Bronnen: EC, OESO.
27
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Saldo van de lopende rekening met de rest van de wereld (in % bbp, gegevens van de betalingsbalans) 8 6 4 2
0 -2 -4 -6 1995
1997
Goederen
1999 Diensten
2001
2003
Inkomsten
2005
2007
2009
Lopende overdrachten
2011
2013r
Lopend saldo
Bronnen: INR, NBB.
28
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Relatief belang in productiekosten 2005 (1)
Relatieve kostenstijging 2011 – 2012 (t.o.v. ‘05) (2)
Relatief kostenbelang 2011 – 2012 (3) = (1) x (2)
Verschil in relatief belang
Energie
4,9
1,54
7,6
+ 2,7
Lonen
38,0
1,024
39,9
+ 1,0 + 3,7
Saldi lopende betalingsbalans (in % bbp) Jaargemiddelde
29
Goederen en diensten
Inkomens
Lopende overdrachten Totaal
Beleggingen en investeringen
Arbeid
Overheid
Andere
1997 – 1999
+ 4,3
+ 1,4
+ 1,2
- 1,3
- 0,4
+ 5,2
2011 – 2012
- 0,9
- 0,1
+ 1,3
- 1,4
- 0,5
- 1,6
Verschil
- 5,2
- 1,5
+ 0,1
- 0,1
- 0,1
- 6,8
Energie
Reisverkeer
Andere goederen en diensten
1997 – 1999
- 2,1
- 1,4
+ 7,8
2011 – 2012
- 4,5
- 1,4
+ 5,0
Verschil
- 2,4
/
-2,8
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Loonkostenhandicap 30
Loonkosten per eenheid product in de Belgische bedrijvensector
Niveau van de uurloonkosten in de bedrijvensectoren in 2012
(verschil in procenten t.o.v. de drie belangrijkste buurlanden, gecumuleerd sinds 1996)
(in €)
45
25
40
20
35
15
30
10
25
5
20
0
15
-5
10
-10
5
-15 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2013K3
Arbeidsproductiviteit per uur² Uurloonkosten¹ Drie belangrijkste buurlanden Duitsland Frankrijk Nederland Overige landen van het eurogebied
Bron: EC. 1 Een positief teken impliceert dat de loonkosten per eenheid product en de uurloonkosten in België sneller toenemen dan gemiddeld in de drie belangrijkste buurlanden. 2 Een positief teken impliceert dat de arbeidsproductiviteit in België trager toeneemt dan gemiddeld in de drie belangrijkste buurlanden.
30
0 EA
BE FR LU NL DE FI AT IE IT ES EL CY SI PT MT
Nettoloon³ Belastingen en sociale bijdragen (werknemersen werkgeversbijdragen)4
3 4
Loonkosten min geraamde fiscale en parafiscale lasten. Raming uitgevoerd door het impliciete belastingtarief op arbeid (werkgevers- en werknemersbijdragen voor de sociale zekerheid en personenbelasting ) in 2011 toe te passen op de uurloonkosten in 2012. Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Overheidsmaatregelen en competitiviteitspact Impact Voor 2013 en 2014 bevriezing van de lonen boven indexering en baremastijgingen
0,9 pct.
2.
Maatregelen die de stijging van het indexcijfer matigen
0,4 pct.
3.
Vermindering van de patronale bijdragen aan de sociale zekerheid 1,0 pct.
4.
Loonsubsidies uitsluitend ter verbetering van de internationale concurrentiekracht (via vermindering bedrijfsvoorheffing)
1.
Loonkloof private sector met 3 buurlanden in 20131
1
31
1,8 pct. 4,1 pct.
4,8 pct. van de loonsom private sector
Bron: CRB. Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Evolutie van de werkgelegenheid 2007 - 2012 België
3 voornaamste handelspartners
Marktsector (excl. dienstencheques)
+ 0,1 %
+ 0,8 %
Dienstencheques
+ 1,7 %
/
Overheidsdiensten en non-profit (excl. dienstencheques)
+ 2,1 %
+ 1,5 %
+ 3,8 %
+ 1,5 %
+ 3,9 %
+ 2,3%
Subtotaal Totaal
32
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Werkgelegenheidsgraad
(in % bevolking tussen 20 – 64 jaar)
2004
2008
2013
Verschil 2004 – 2013
p.m. Vlaanderen 2013
65,6
68,0
67,3
+ 1,7
72,0
Vrouwen
57,2
61,3
62,1
+ 4,9
67,1
Mannen
73,8
74,7
72,4
- 1,4
76,8
van 20 tot 29 jaar
62,7
64,5
58,1
- 4,6
65,0
van 30 tot 54 jaar
77,2
80,5
79,8
+ 2,6
85,2
van 55 tot 64 jaar
30,0
34,5
41,7
+ 11,7
43,0
Vlaanderen
69,7
72,3
72,0
+ 2,3
Wallonië
60,3
62,8
62,3
+ 2,0
Brussel
58,6
60,2
56,8
- 1,8
HO
82,5
83,0
80,9
- 1,6
83,1
HS
67,8
70,1
68,9
+ 1,1
74,0
LS
48,5
49,1
47,1
- 1,4
52,1
BE
66,9
69,1
68,8
+ 1,9
72,9
EU
59,5
65,4
63,7
+ 4,2
69,3
OV
36,2
42,1
40,3
+ 4,1
47,0
Totaal Naar geslacht
Naar leeftijd
Naar gewest
Naar scholingsgraad
Naar nationaliteit
33
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Werkloosheidsgraad per provincie in België (in % van de beroepsbevolking van 20 tot 64 jaar, gemiddelde van de eerste drie kwartalen van 2013)
5,9
3,8
3,8
5,4 5,2 7,1 11,0 13,1
19,1 5 % of minder Meer dan 5 tot 8 % Meer dan 8 tot 11 % Meer dan 11 tot 14 % Meer dan 14 %
11,0
8,1
Bron: ADSEI.
34
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Daling van het overheidstekort, ondanks een zwakke economische groei Het financieringssaldo van de overheid (in % bbp) 2008
2009
2010
2011
2012
2013
-1,0
-5,6
-3,7
-3,7
-4,0
-2,7 r
Stabiliteitsprogramma (april 2013)
-3,9
-2,5
-2,0
-0,5
0,4
p.m. idem, structureel saldo
-2,9
-1,8
-1,2
0,0
0,75
-2,7
-2,1
Realisaties
2014 2015
2016
Doelstellingen
Beslissing van de Ecofin-Raad (juni 2013)
Middellangetermijndoelstelling
Bronnen: EC, FOD Financiën, INR, NBB.
35
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Overheidsrekeningen1 (in % bbp)
2000
2008
2009
2010
2011
2012
2013r
Ontvangsten
49,0
48,7
48,1
48,7
49,9
51,0
51,5
Uitgaven
49,0
49,7
53,7
52,4
53,3
54,9
54,2
42,5
45,9
50,0
49,1
50,0
51,6
51,1
Rentelasten
6,6
3,8
3,6
3,4
3,3
3,4
3,2
p.m. Primair saldo
6,5
2,8
-1,9
-0,4
-0,4
-0,6
0,5
Financieringssaldo
0,0
-1,0
-5,6
-3,7
-3,7
-4,0
-2,7
Primaire uitgaven
Bronnen: INR, NBB. 1 Volgens de methodologie die wordt gebruikt in het kader van de EDP.
36
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Primaire uitgaven van de overheid en bbp (veranderingspercentages naar volume t.o.v. het voorgaande jaar) 5 4 3
2 1 0 -1 -2 -3 2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
Gecorrigeerde primaire uitgaven¹
2010
2011
2012
2013 r
Bbp²
Bronnen: INR, NBB. 1 Primaire uitgaven gedefleerd aan de hand van de bbp-deflator en gecorrigeerd voor de invloed van conjuncturele, niet-recurrente of budgettair neutrale factoren, alsook voor het indexeringseffect. Dit laatste effect vloeit voort uit het verschil tussen, enerzijds, de effectieve indexering van de bezoldigingen van het overheidspersoneel en de sociale uitkeringen en, anderzijds, het verloop van de bbp-deflator. 2 Voor kalenderinvloeden gezuiverde gegevens.
37
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Geconsolideerde brutoschuld van de overheid in België en in het eurogebied (in % bbp) 110
105 100 95 90 85 80 75
70 65 60 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 r Eurogebied
België
Bronnen: EC, INR, NBB.
38
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
De lage rente en de zwakke bedrijvigheid drukken de rentabiliteit van de banken, en nopen hen tot een rigoureus kostenbeheer Kosten/inkomstenratio van de Europese banksectoren 80
(gegevens op geconsolideerde basis, gemiddelden 2010 - eerste helft van 2013)
70
Gewogen gemiddelde voor de EU
60 50 40 30 20
0
NL DE BE FR AT IT UK DK EL IE PT LV SI HU SE CY SK LT RO PL FI BG LU ES CZ EE MT
10
Bron: ECB.
39
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
De verzekeringsondernemingen kampen met de daling van de levensverzekeringspremies en de lage rentetarieven Verloop van de levensverzekeringspremie-inkomsten (gegevens op sociale basis, in € miljard, tenzij anders vermeld) 30 25 20 15 10 5
Tak 21 (individuele) Tak 23 (individuele) Totaal
9M2013
9M2012
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
0
Tak 21 (groepsverzekering) Overige takken
Bron: NBB.
40
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Het verstrekken van nieuwe kredieten vertraagde, als gevolg van een zwakke vraag Niet-financiële ondernemingen 20
Hypothecaire kredieten
(veranderingspercentages op jaarbasis)
15
4
20
3
15
2
10
1
5
0
0
-1
-5
10 5 0 -5 -10
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 België
Nettostromen (in € miljard) (linkerschaal)
Eurogebied
Groeipercentages op jaarbasis (in %) (rechterschaal)
Bronnen: ECB, NBB.
41
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
De particulieren behielden een sterke voorkeur voor liquiditeit, maar begonnen zich deels op risicovollere beleggingen te richten Vorming van financiële activa door de particulieren 50
(in € miljard)
50
40
40
30
30
20
20
10
10
0
0
-10
-10
-20
-20 2006
2007
2008
2009
2010
Biljetten, munten en deposito's Tak 21-verzekeringsproducten¹ Aandelen en andere participaties Overige²
2011
2012
2012 2013 eerste 9 maanden Vastrentende effecten Deelbewijzen van ICB's Tak 23-verzekeringsproducten¹ Totaal
Bron: NBB. 1 Deze rubrieken omvatten voornamelijk de nettorechten van de huishoudens op de technische voorzieningen van levensverzekeringen en op de pensioenfondsen of de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening. 2 Deze rubriek omvat, voor zover ze konden worden opgetekend, de handelskredieten en verschillende activa op de overheid en de financiële instellingen.
42
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
De Belgische economie heeft de crisis beter doorstaan dan de meeste EU-landen dankzij doelgerichte maatregelen en de werking van de sociale zekerheid
• • • •
• • •
43
het overheidstekort werd teruggebracht tot 2,7 %
de schuldgraad bleef onder de 100 % bbp pensioen- en arbeidsmarkthervormingen zijn aangevat eerste maatregelen zijn genomen om de mededinging in de netwerkindustrieën te verscherpen
een competitiviteitspact verlies uit aandelen is afgeremd een nieuwe bankwet zal aan de hervormingen van de financiële sector gestalte geven
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Grote verwezenlijkingen 1.
De economie draait
2.
Budget op koers
3.
Zuurstof aan de ondernemingen: • • • •
4.
Koopkracht aan de burgers: • •
44
competitiviteitspact roerende voorheffing index mechanisme energiekosten
prijsverlagingen 1800 bruto: € 300 extra
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
IV. Naar nieuwe welvaart ?
45
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Sleutelaggregaten van de overheidsfinanciën (in % bbp)
54
Primaire uitgaven
1
Financieringssaldo
120
0
52
Overheidsschuld
110
-1
50 +8,6
100
-2
48 -3 46
90
-4
44
80
-5
België
2013e
2010
2005
60 2000
2013e
2010
2005
70
2000
2013e
-7
2010
40 2005
-6 2000
42
Eurogebied
Bronnen: EC, INR, NBB.
46
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Indicator van budgettaire houdbaarheid S21 en begrotingskosten van de vergrijzing (in procentpunt bbp) 12 10 8 6 4 2 0
-2 -4 LU
CY
SI
BE
SK
NL
MT
FI
ES
AT
FR
DE
EE
LV
IT
Indicator van budgettaire houdbaarheid S2 waarvan: effect van de begrotingskosten van de vergrijzing Bron: EC (Fiscal Sustainability Report 2012). ¹ Deze indicator meet de inspanning inzake structureel primair saldo die nodig is om de intertemporele budgetbeperking onbeperkt in de tijd na te leven, gelet op de toekomstige uitgaven in verband met de vergrijzing.
47
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Overheidsuitgaven (2013r, in % bbp) 60
50
40
30
20
10
0
SK LV EE
IE
LU MT ES DE CY PT EA
Primaire uitgaven
SI
NL
IT
AT BE FR
FI
EL
Rentelasten
Bronnen: EC, NBB.
48
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Overheidsuitgaven per categorie (2013r, in % bbp)
Bezoldigingen Intermediair verbruik
Sociale uitkeringen Subsidies Overige lopende uitgaven Investeringen Overige kapitaaluitgaven 0
5
België
10
15
20
25
30
Eurogebied
Bronnen: EC, NBB.
49
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Gezondheidszorg 8 7 6 5 4 3 2 1 0 -1 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 r Groei op jaarbasis Gemiddelde groei 2000-2012 p.m. Gemiddelde bbp-groei naar volume 2000-2012
Bronnen: Begrotingsdocumenten, INR, RVP, NBB.
50
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Pensioenen 6
1.950.000
5
1.900.000 1.850.000
4
1.800.000 3 1.750.000 2
1.700.000
1
1.650.000
0
1.600.000 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 r Jaarlijkse groei (linkerschaal) Gemiddelde groei 2000-2012 (linkerschaal) p.m. Begunstigden (in duizenden personen) (rechterschaal)
Bronnen: Begrotingsdocumenten, INR, RVP, NBB.
51
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Structurele ontvangsten en uitgaven1 van de gezamenlijke overheid en trendmatig bbp (aan de hand van de bbp-deflator gedefleerde gegevens, indices 2000 = 100) 150 140 130 120 110 100 90 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013r
Ontvangsten Primaire uitgaven Trendmatig bbp Trendmatig bbp van voor de crisis (met gemiddelde groei van 2% na 2007) Bronnen: INR, NBB. 1 Gecorrigeerd voor conjuncturele, niet-recurrente of budgettair neutrale factoren en indexeringseffecten.
52
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
De arbeidsparticipatie moet worden verhoogd voor bepaalde bevolkingsgroepen Werkgelegenheidsgraad (in % van de bevolking tussen 20 en 64 jaar)
Totaal p.m. EU Naar geslacht Vrouwen Mannen Naar scholingsniveau Laaggeschoolden2 Naar leeftijd Van 20 tot 29 jaar Van 55 tot 64 jaar Naar nationaliteit Andere EU-staatsburgers Niet EU-staatsburgers Naar gewest Brussel Vlaanderen Wallonië
2000
20131
Doelstellingen Europa 2020
65,8 66,5
67,3 68,3
73,2 75,0
56,0 75,5
62,1 72,4
69,1
50,5
47,1
66,0 26,3
58,1 41,7
50,0
61,0 36,1
63,7 40,3
< 16,5 3
59,7 69,4 61,1
56,8 72,0 62,3
76,0
Bronnen: EC, ADSEI. 1 Gemiddelde van de eerste drie kwartalen van 2013. 2 Hooguit een diploma van lager secundair onderwijs. 3 Het verschil tussen de Belgen en de niet EU-staatsburgers moet minder dan 16,5 procentpunt bedragen.
53
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Uittredingen uit de arbeidsmarkt van personen van 50 tot 64 jaar1 (in procenten van de overeenstemmende bevolking) 70 60 50 Invaliditeit
40 Voltijds tijdskrediet en volledige loopbaanonderbreking
30
Oudere niet-werkzoekende werkloze
20
Werkloosheid met bedrijfstoeslag (niet-werkzoekend)
10
Pensioenen
50-54 jaar
55-59 jaar
2013
2000
2013
2000
2013
2000
0
60-64 jaar
Bronnen: ADSEI-FPB, PDOS, RIZIV, RVA, RVP. 1 Geraamde totalen, verkregen door de combinatie van gegevens die niet noodzakelijk dezelfde periode of momentopname betreffen. Voor 2000, waarvoor bij de pensioenen geen gegevens voorhanden zijn om de dubbeltellingen bij de gemengde loopbanen private/overheidssector uit te sluiten, werd de hypothese gehanteerd dat het aandeel gemengde loopbanen in het totale aantal pensioenen hetzelfde was als in 2013.
54
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Werkgelegenheidsgraad van 55-64 jarigen1 en loonspanning2 50-59j./30-39j.werknemers 140
PT
130 Loonspanning2 50-59j./30-39j.
IT
120
BE
LU
ES
FR
IE
AT DE DK
110 NL
SE
FI
100 UK
90 30
40 50 60 Werkgelegenheidsgraad van de 55 – 64 jarigen1
70
Bron: Eurostat (SES (nijverheid en diensten, ondernemingen van 10 werknemers of meer) en EAK, 2010). 1 Verhouding tussen het aantal werkende 55-64-jarigen en de totale bevolking in die leeftijdscategorie, in procenten. 2 Verhouding tussen het gemiddelde maandloon van de 50-59-jarigen met dat van de 30-39-jarige werknemers, indexcijfers waarbij het niveau van deze laatste gelijkgesteld wordt aan 100.
55
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Loonspanning volgens leeftijd (in %, t.o.v. het gemiddelde uurloon in de leeftijdsgroep jonger dan 30 jaar, 2010) 200 FR
190 180
DE NL
170
BE
160
DK
150 140
FI
130 120
110 100 90 <30 jaar BE
30-39 jaar DK
40-49 jaar DE
50-59 jaar FR
NL
>59 jaar FI
Bron: EC (SES (nijverheid en diensten, ondernemingen van 10 werknemers of meer)).
56
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Gemiddelde scores per leeftijd volgens het statuut inzake werkgelegenheid
Bron: Mazzona en Peracchi (2012), op basis van de SHARE-gegevens.
57
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Innoveren en ondernemen, om duurzaam een meer dynamische economie te creëren en zich in de wereldeconomie te integreren Indicatoren inzake het niet-prijsconcurrentievermogen (verschillen in % tussen België en het referentiegebied; gemiddelde van de laatste drie gekende gegevens) Infrastructuur Kwaliteit van de handels- en transportinfrastructuur Toegang van de huishoudens tot het internet
R&D en innovatie Gediplomeerden hoger onderwijs wetenschappelijke of technische richting Uitgaven voor R&D p.m. Gefinancierd door de overheid Prestaties op het vlak van innovatie (het Innovation Union Scoreboard) Ondernemingen die hun processen innoveren Omzet van nieuwe producten
Ondernemerschap Ondervraagden die binnen de 3 jaar een onderneming willen oprichten Ondervraagden die een onderneming oprichten of die dat recent deden Bureaucratische belemmeringen bij de ondernemingsactiviteiten Percentage van ondernemingen die e-Procurement gebruiken Toegang tot krediet voor kmo's
Risicokapitaal: investeringen in % bbp¹
-40
België ten opzichte van de EU
-20
0
20
40
60
80
België ten opzichte van de drie buurlanden
Bronnen: EC, Wereldbank, Global Entrepreneurship Monitor, IMD Competitiveness Yearbook, ECB. 1 Gegevens voor België, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Nederland, Oostenrijk, Portugal en Spanje.
58
Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014
Aanbevelingen 1.
59
Het overheidsbeslag in stap brengen met de belangrijkste handelspartners via : •
verdere pensioenhervorming
•
beheersing gezondheids- en zorguitgaven
•
incorporatie van subsidies aan ondernemingen in hun lastenverlaging
2.
Arbeidsparticipatie bevorderen o.m. door 50+ en jongerenbanenpact
3.
Loon- en energiekosten in stap houden met de belangrijkste handelspartners
4.
Een groei- en arbeidsvriendelijke, faire fiscale hervorming
5.
Een administratieve lastenverlichting
6.
Verdere uitbouw van de kenniseconomie als basis van nieuwe welvaart middels : •
duurzame inzet op innovatie en productiviteitsverbetering
•
aanmoedigen van ondernemerschap
•
kwaliteitsvol levenslang leren
•
stabiele financiële intermediatie Jaarverslag 2013_Turnhout 24 februari 2014