Aanvraag Herstructureringsfonds WSW Vixia
1
INHOUD 1
Inleiding ........................................................................................................................................................ 4 1.1
Aanleiding ........................................................................................................................................... 4
1.2
De lokale context ................................................................................................................................. 5
1.3
Elementen ........................................................................................................................................... 6
2.
Noodzaak en ambitie herstructurering van VIXIA .................................................................................... 7
2.1
Visie op WWnV .................................................................................................................................... 7
Onze visie ..................................................................................................................................................... 7 Keuzes op basis van een evenwichtig doelgroepenbeleid ............................................................................. 8 Mensen in de WSW ...................................................................................................................................... 9 Activiteiten voor zorgklanten: versoberen dienstverlening en voorkomen isolementFout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Herbezinning op het re‐integratiebeleid ..................................................................................................... 10 Werk centraal ............................................................................................................................................. 10 2.2
Vertreksituatie VIXIA ......................................................................................................................... 11
Leer‐werkbedrijf ......................................................................................................................................... 11 Productie .................................................................................................................................................... 12 Openbare ruimte ........................................................................................................................................ 12 Dienstverlening ........................................................................................................................................... 12 Mensontwikkelbedrijf ................................................................................................................................. 12 Commerciële diensten ................................................................................................................................ 13 2.3 3
Toekomstscenario ( Noodzaak, ambitie en Doelen ) .......................................................................... 13 Transitieproces ……………… …………………………………………………………………………………………………………… …16
3.1 WSW ‐ oud en nieuw ................................................................................................................................ 16 Organisatie en sturing ................................................................................................................................. 18 Projectmatige aanpak ................................................................................................................................. 18 4 Maatregelen en tijdpad……………………………………………………………………………………………………………………20 4.1 Invalshoeken……………………………………………………………………………………………………………………………………………20 4.2 Maatregelen………………………………………………………………………………………………………………………………20 Invalshoek klanten……………………………………………………………………………….……………………………….………………………….20 Invalshoek overige kostenbesparende maatregelen…………………………………………………………………………………..21 Projectmanagement……………………………………………………………………………………………………………………………………… 22 Planning………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 22 5
Risico's ........................................................................................................................................................ 23
6
Herstructureringskosten en begroting ........................................................................................................ 24
2
6.1
Reguliere uitstroom WSW‐bestand ................................................................................................... 24
6.2
Extra inspanning uitstroom naar reguliere werkgever ....................................................................... 25
6.3
Extra inspanning van Binnen naar Buiten (WOL) ............................................................................... 25
6.4
Instroom Nieuw Beschut ................................................................................................................... 26
6.5
Overige maatregelen ......................................................................................................................... 26
6.6
Projectmanagement .......................................................................................................................... 26
6.7
Samengevat ....................................................................................................................................... 27
Bijlage 1. Kerngegevens ...................................................................................................................................... 28 Bijlage 2. Overzicht per doelgroep ...................................................................................................................... 29 Cofinanciering vanuit de gemeenten .......................................................................................................... 30
3
1
INLEIDING
1.1 AANLEIDING De Wet Werken naar Vermogen wordt naar “verwachting “ op 1 januari 2013 ingevoerd. Doel van de nieuwe wet is dat iedereen werkt naar zijn of haar eigen mogelijkheden, bij voorkeur bij een reguliere werkgever. Als iemand alleen in een beschutte omgeving kan werken, dan blijft instroom in de Wsw mogelijk. De Wet werken naar vermogen doet een beroep op de veranderkracht en het innovatief vermogen van gemeenten en hun WSW‐bedrijven. Om dit veranderproces te ondersteunen stelt het Rijk in de periode 2012‐2018 400 miljoen beschikbaar in een herstructureringsfaciliteit. Het doel hiervan is om de omslag richting een efficiëntere bedrijfsvoering van de Sociale werkvoorziening te ondersteunen (Bron: www.rijksoverheid.nl). De voorbereidingen voor deze aanvraag liepen via een aantal stappen. Allereerst is aan Deloitte Management Support B.V, (DMS) gevraagd een onderzoek uit te voeren naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde regionale arbeidsmarktbeleid. Bijzondere aandacht ging daarbij uit naar suggesties voor mogelijke en wenselijke interventies van structurele aard. Dit resulteerde o.a. tot de instelling van een regiegroep in WM‐ verband teneinde de executiekracht van het beleid te versterken. Volledigheidshalve wordt verwezen naar het ‘Rapport onderzoek regionaal arbeidsmarktbeleid’ (DMS, 1 april 2011). Ook werd aan Ernst & Young (E&Y) de opdracht verstrekt om mede op basis van een uit te voeren verdiepingsonderzoek ‘Turn Around Vixia’ enkele varianten te adviseren om de Wet Werken naar Vermogen uit te voeren. Daartoe werden door E&Y 4 governance structuren beschreven. Volledigheidshalve wordt verwezen naar het rapport ‘onderzoek “Turn Around Vixia’ (E&Y, 28 oktober 2011). Vervolgens werd aan IPR Normag gevraagd om via een vergelijkend onderzoek te komen tot een bedrijfsplan met betrekking tot het inrichten van een Regionaal Werk Bedrijf. Dit Regionaal Werk Bedrijf gaat werkzaamheden in de openbare ruimten uitvoeren voor de vier gemeenten in de Westelijke Mijnstreek middels een partnership met Vixia bv. De stuurgroep arbeidsmarktbeleid W.M. heeft tenslotte aan de hierboven genoemde regiegroep gevraagd om op basis van o.a. de door genoemde onderzoeken verkregen inzichten adviezen te verstrekken over de scenariokeuze, de toekomstige uitvoering van de WWnV en de WSW en de transitie van de WSW. Dit heeft geresulteerd in het rapport ‘Het roer om, volle kracht vooruit.Toekomstige invulling operationalisering regionaal arbeidsmarktbeleid en scenariokeuze voor de transitie van de WSW in de Westelijke Mijnstreek’ (regiegroep arbeidsmarktbeleid Westelijke Mijnstreek, 14 februari 2011) waarnaar volledigheidshalve wordt verwezen. Laatstgenoemd rapport vormt een belangrijke uitgangspositie voor de onderhavige aanvraag in het kader van de herstructureringsfaciliteit. Het opstellen van de herstructureringsaanvraag is in onze ogen een belangrijke, maar technische exercitie. Wij zien de aanvraag als een “met een begroting onderbouwd plan van aanpak om te komen tot verandering”. De ambitie en de maatregelen om daar te komen, zijn de basis voor de aanvraag. Voor de aanvraag is richting vereist, maar het is niet noodzakelijk om alle details uitgewerkt te hebben. De komende tijd wordt benut om strategische keuzes te maken. Die keuzes moeten een antwoord geven op de vraag: hoe ziet de toekomstige WSW eruit in de Westelijke Mijnstreek?
4
1.2 DE LOKALE CONTEXT Het hierboven genoemde rapport ‘Het roer om, volle kracht vooruit geeft richting aan de verdere uitwerking van het uitvoeringmodel WWNV en de nieuwe Wsw in de Westelijke Mijnstreek. Uitgangspunt is aansturing WWnV door de gemeenten, aansturing beschut werken via een GR en inkoop bij de gemeente Sittard‐Geleen van de uitvoering van de WWnV. We lichten dit onderstaand toe. In dit model bepalen de gemeenteraden van de Westelijke Mijnstreek het arbeidsmarktbeleid voor de regio. De vier colleges formuleren vanuit het arbeidsmarktbeleid hun inkoop/uitvoeringsopdracht. Een stuurgroep integreert e.e.a. tot het regionale beleid en baseert daarop het regionale uitvoeringsprogramma. Het college van de gemeente Sittard‐Geleen neemt bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de uitvoering. Vervolgens neemt de regiegroep (met executiekracht) verantwoordelijkheid voor de feitelijke uitvoering. In het model ontstaat beleidssturing vanuit de vier colleges in de Westelijke Mijnstreek. De colleges fungeren als opdrachtgever en ontvangen periodiek sturingsinformatie. De colleges houden in dit model ook hun budgetverantwoordelijkheid. Over de risico’s die kunnen optreden bij de uitvoering moeten heldere afspraken worden gemaakt (bijvoorbeeld ten aanzien van overschrijdingen in het Inkomensdeel). Het college van Sittard‐ Geleen fungeert als opdrachtnemer voor de uitvoering van de Wet Werken naar Vermogen. De directe sturing op de uitvoering bevordert de executiekracht van de uitvoering van het beleid. Daarmee ontstaat een uniforme werkwijze in de regio waarvan werkgevers en cliënten profijt hebben. In het rapport wordt verder een onderscheid gemaakt tussen cliënten die vallen onder de WWnV en cliënten die vallen onder de Wsw. De uitvoeringsverantwoordelijkheid voor de re‐integratie van de eerste categorie wordt overgenomen door de gemeente(n); de uitvoeringsverantwoordelijkheid voor de tweede categorie blijft bij het Wsw‐bedrijf. Deze verdeling en de impliciete definitie van “beschut werken” die hieraan ten grondslag liggen, behoeft, mede met het oog op de onderhavige aanvraag in het kader van de herstructureringsfaciliteit, nadere uitwerking. Als criterium voor de inzetbaarheid van de huidige Wsw‐ en toekomstige WwnV‐cliënten voor werk wordt de werkladderscan gehanteerd: een bruikbaar instrument, dat zowel de variabele “verdiencapaciteit” als de variabele “zelfstandigheid” van cliënten in beeld brengt, Dit instrument wordt landelijk veel gebruikt in Wsw‐ bedrijven om het niveau van de inzetbaarheid van cliënten te meten. Ook de benchmark‐gegevens van de koepelorganisatie Cedris zijn gebaseerd op de indeling van cliënten volgens de werkladderscan. Een indeling volgens beide variabelen van de scan levert het volgende beeld op:
regulier werk
beschut extern
werken met loondispensatie
beschut intern
+ zelfstandigheid ‐
+ verdien capaciteit ‐
De gemeenten nemen de uitvoeringsverantwoordelijkheid op zich voor de huidige en nieuwe cliënten die in staat zijn om met een ‘gewoon’ dienstverband bij een reguliere werkgever te werken (de ‘linkerkant van de tabel’). Vixia richt zich volledig op beschut (de ‘rechterkant van de tabel’). Hierbij wordt ‘beschut’ als volgt gedefinieerd: “het werken onder aansturing en begeleiding van werkleiding van het Wsw‐bedrijf. Het werk kan zowel intern beschut plaatsvinden als buiten de muren van het bedrijf. Werken op locatie (WOL) en groepsdetachering, voor zover onder leiding van het Wsw‐bedrijf, vallen dus ook onder beschutte arbeid” (bron: Kwaliteit beschutte arbeid in de sociale werkvoorziening” ‐ Ecorys, in opdracht van SBCM, 2009).Tegen deze achtergrond ziet VIXIA een herstructurering tegemoet.
5
1.3 ELEMENTEN Deze aanvraag bevat, naast de visie op de herstructurering SW, de volgende elementen: •
herstructureringsplan;
•
kerngegevens
Herstructureringsplan In dit herstructureringsplan vindt u een onderbouwing van de noodzaak tot herstructurering van de uitvoering van de Wsw door VIXIA in de betreffende gemeente(n) en een beschrijving van de ambitie van de betreffende gemeente(n) voor het (financiële) resultaat van het plan. De output van het plan is helder gedefinieerd in termen van concreet meetbare (financiële) resultaten. De resultaten zijn weergegeven in een tijdpad. Dit maakt duidelijk welke resultaten op welk moment moeten worden behaald; het beschrijft de gewenste resultaten in 2018 en de resultaten in de tussenliggende jaren. Daarbij is sprake van korte(re) termijndoelstellingen met een meer specifiek karakter en lange(re) termijndoelstellingen met een globaler karakter. Dit laat ook ruimte voor tussentijdse bijstellingen van het plan. Het plan bevat o.a.: •
Een onderbouwing van de noodzaak tot herstructurering van de uitvoering van de Wsw en een beschrijving van de ambitie (hoofdstuk 2).
•
Een beschrijving van het transitieproces: aansturing, escalatiemogelijkheden en overlegstructuur. Daarbij gaat het om de relatie tussen gemeenten en sociale werkvoorziening. Hieronder valt ook de verantwoordingsstructuur: wie monitort en stuurt bij (hoofdstuk 3).
•
Een beschrijving van de voorgenomen maatregelen en een onderbouwing van herstructureringskosten met het daarbij horende tijdpad (hoofdstuk 4).
•
Een beschrijving van de risico’s voor het realiseren van de doelstellingen en de beheersmaatregelen wanneer risico’s zich voordoen. Het gaat dan niet alleen om financiële risico’s maar bijvoorbeeld ook bestuurlijke risico’s (hoofdstuk 5).
•
Een begroting voor de herstructureringkosten. Deze begroting laat zien dat een extra toevoeging aan het fonds à € 100.000.000 noodzakelijk is (hoofdstuk 6).
Kerngegevens Ten behoeve van het volgen van de voortgang van de herstructurering, de vergelijkbaarheid daarvan tussen gemeenten en de tussentijdse evaluatie in 2014, zijn de gevraagde kwantitatieve gegevens weergegeven.
6
2. NOODZAAK EN AMBITIE HERSTRUCTURERING VAN VIXIA De noodzaak tot herstructurering van VIXIA is mede het gevolg van de komst van de WWnV (ook de dreigende exploitatietekorten geven reden tot herziening van de huidige situatie, maar dit valt buiten de scope van deze aanvraag). Daarom hebben wij eerst onze visie op de WWnV bepaald. Deze gaat verder dan alleen de visie op de toekomst van de WSW. Daarom geven wij, na de brede visie op de WWnV in de Westelijke Mijnstreek ook onze visie op de herstructurering van de Sociale Werkvoorziening in algemene zin en de noodzaak tot herstructurering van VIXIA om ook in de toekomst de dienstverlening aan de doelgroep goed vorm te kunnen geven en een financieel gezonde basis te behouden.
2.1 VISIE OP WWNV In deze paragraaf wordt een aantal (generieke) uitgangspunten beschreven die ten grondslag liggen aan het toekomstige (regionale) beleid voor de WWnV. Vertrekpunt daarbij is dat we door de toename van de doelgroep waarvoor de gemeenten in de Westelijke Mijnstreek verantwoordelijk worden met daarnaast de substantiële afname van de beschikbare middelen, we echt keuzes moeten maken over de inzet van activiteiten voor de verschillende doelgroepen.
ONZE VISIE We staan aan de vooravond van één van de grootste veranderingen op het werkterrein van sociale zaken, de invoering van de Wet Werken naar Vermogen en de herziening van de WSW in 2013. De WWNV voegt de uitvoering van de WWB, de WAJONG en de WSW samen tot de verantwoordelijkheid van gemeenten. Tegelijkertijd vinden forse bezuinigingen plaats. De Wet Werken naar Vermogen biedt de kansen om mensen te laten meedoen naar wat ze kunnen. Tegelijkertijd ontvangen we zoveel minder geld dat als we er niet in slagen een radicale omslag te maken in ons denken, ons doen en vooral onze resultaten, we financieel in een onhoudbare situatie terecht komen. Is die verandering erg? Nee, want de financiële toekomst, dwingt ons te doen wat ons nu te weinig lukt: cliënten in hun kracht zetten. Alleen als onze cliënten werken naar vermogen, lukt het ons uit te komen met het geld dat we overhouden. Het mes snijdt dus aan twee kanten, onze cliënt wordt er beter van en we buigen het tekort op de uitgaven van uitkeringen om. Meer resultaat met minder geld dus. Dat is niet alleen noodzaak, maar ook de uitdaging. De uitgangspunten voor onze werkwijze zijn: •
We organiseren een intensieve betrokkenheid van werkgevers We streven ernaar werkgevers structureel en vroeg in het proces te betrekken bij de plaatsing op de arbeidsmarkt. Hun commitment is noodzakelijk om te komen tot resultaten. Voor een effectieve samenwerking is het nodig om eerst goed na te gaan wat werkgevers nu precies van ons verwachten en wat we wel en niet bieden. Alleen dan kunnen we op resultaat gebaseerde afspraken maken.
•
We doen alleen iets als het nodig is We interveniëren alleen als dat strikt nodig is. Dat doen we uit de overtuiging dat het overgrote deel van de mensen op de arbeidsmarkt zelf zijn weg vindt. Interventies vertragen voor mensen die het zelf kunnen de uitstroom naar werk. Ook voor werkgevers geldt dat zij zelf het beste in staat zijn hun werknemers in hun kracht te zetten.
7
•
Eigen verantwoordelijkheid bij talentontwikkeling
Inwoners van de regio stimuleren we zo zelfstandig mogelijk mee te doen aan de samenleving. We gaan uit van de eigen verantwoordelijkheid. We verwachten dat iedereen zelf kansen pakt en talenten ontwikkelt. Dat is goed voor de mensen zelf en goed voor de regio. We bieden ondersteuning om mensen – die niet zelfredzaam zijn – zo snel mogelijk (terug) te brengen naar zelfstandigheid en we nemen geen taken blijvend over.
KEUZES OP BASIS VAN EEN EVENWICHTIG DOELGROEPENBELEID Voor de cliëntgroepen is een verschillende benadering nodig: •
Mensen die direct bemiddelbaar zijn We stimuleren burgers zo zelfstandig mogelijk mee te doen aan de samenleving. We gaan uit van de eigen verantwoordelijkheid. We verwachten dat iedereen zelf kansen pakt en talenten ontwikkelt. Dat doen we uit de overtuiging dat het overgrote deel van de mensen op de arbeidsmarkt zijn weg zelf vindt en zelfredzaamheid is. Interventies vertragen de uitstroom naar werk voor mensen die het zelf kunnen. En we doen het om praktische redenen. Informatietechnologie helpt mensen enorm om zelf de weg te vinden en maakt allerlei dure vormen van fysieke ondersteuning overbodig.
•
Mensen die we re‐integreren naar werk We willen dat voor onze cliënten werk centraal staat en zij ook zo snel mogelijk daadwerkelijk werken. Een termijn van 4‐6 weken na instroom is daarbij de maximumtermijn dat cliënten niet aan de slag zijn. Zo nodig kunnen we als onze cliënten eenmaal werken, nazorg bieden. Met andere woorden in onze nieuwe visie praten we niet meer over re‐integratie maar over direct werk.
•
Mensen met loondispensatie We erkennen dat er een groep (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten is, voor wie betaald werk geen reële optie is. Re‐integratie leidt voor deze groep niet tot uitstroom naar regulier werk. De Wet Werken naar Vermogen biedt de mogelijkheid om deze groep met loondispensatie te laten werken. Hiervan willen we volop gebruik maken.
Zo’n 40% van de nieuwe doelgroep is permanent aangewezen op ondersteuning door de overheid en komt als werknemers nooit helemaal “los” van de overheid. Het werken met loondispensatie en jobcarving is voor deze groep onontbeerlijk. De mate waarin we slagen om deze mensen te laten werken naar vermogen, bepaalt voor een groot gedeelte de financiële kansen en risico’s voor de gemeente op het gebied van werk en inkomen. De baanarrangementen kunnen worden gerekruteerd uit: •
Onderhoud openbaar groen, zo mogelijk uit te breiden naar wijkgericht werken en in combinatie met het parkmanagement en centrummanagement, het groenonderhoud op bedrijventerreinen (openbaar groen en private terreinen) en de uitvoering van “schoon, heel en veilig” in de centra en wijkwinkelcentra.
•
We onderzoeken welke diensten in het kader van de WMO verricht kunnen worden door WWB‐cliënten. Te denken valt aan huishoudelijke hulp, schoonmaak, was‐ en strijkservice of een boodschappenservice. Hierbij kan ook het aspect Social Return worden betrokken bij gecontracteerde of te contracteren partijen. Bij de uitbreiding van activiteiten van WWB‐ers willen we aansluiten bij bestaande uitvoeringsorganisaties.
•
Social return bij opdrachten aan derden
8
Mensen in de WSW In 2008 heeft Vixia alle Wsw‐cliënten “gemeten” volgens de werkladderscan . Op basis hiervan werden de cliënten ingedeeld in vier categorieën van inzetbaarheid. •
In staat om begeleid te werken ( BW ) bij een reguliere werkgever; regulier contract; begeleiding op afstand door een jobcoach.
•
In staat om te werken op basis van individuele detachering ( Deta ) bij een reguliere werkgever; contract blijft met Wsw‐bedrijf; begeleiding op afstand door een jobcoach.
•
In staat om beschut extern te werken in opdracht van een externe opdrachtgever; intensieve werkbegeleiding ter plaatse door het Wsw‐bedrijf; beperkte ontwikkeling “op de ladder” mogelijk.
•
Aangewezen op werken binnen de muren van het Wsw‐bedrijf; intensieve werkbegeleiding; hoogstens ontwikkeling “op de trede” nog mogelijk.
In het consequent doorvoeren van de redenering ‘beschut‐regulier’ nemen de gemeenten in het onderhavige model ook de uitvoeringsverantwoordelijkheid op zich voor de huidige Wsw‐cliënten die in staat zijn via een begeleid werken contract of op basis van individuele detachering vanuit het Wsw‐bedrijf bij een reguliere werkgever te werken ( BW/Deta ). Vixia specialiseert zich zodoende verder in het organiseren van werk voor de onderkant van de arbeidsmarkt en zorgt ervoor dat deze mensen blijven werken. Dit noemen we horizontale mensontwikkeling: “Horizontale ontwikkeling is een ontwikkeling die niet als doel heeft het werken buiten de SW te realiseren. Horizontale ontwikkeling kan bestaan uit het aanbieden van een andere taak of binnen dezelfde werkzaamheden licht gewijzigde taken uitvoeren. Een voorbeeld is een bedrijf dat zeer eenvoudig werk met enkelvoudige handelingen iets complexer maakt door meervoudige handelingen (2 of 3) gedurende het productieproces toe te voegen. Een ander voorbeeld van horizontale ontwikkeling is dat een medewerker een andere functie krijgt aangeboden van dezelfde complexiteit en op dezelfde plek op de werkladder, maar op een andere afdeling binnen de beschutte omgeving van het WSW‐bedrijf.” (definitie ‘horizontaal ontwikkelen’ in SBCM‐rapport ‘Kwaliteit beschutte arbeid in de Sociale Werkvoorziening’ (Rotterdam, 30 nov 2009). De kwaliteit van Sociale Zaken en het UWV is mensen te mobiliseren en toe te leiden naar werk (= verticale mensontwikkeling). Het gaat hier dus om regulier werk, al dan niet met loondispensatie, individuele detachering en begeleid werken vanuit WSW bij gewone werkgevers. Het verschil tussen horizontale en verticale mensontwikkeling is dat bij horizontale mensontwikkeling ervoor gezorgd wordt dat mensen aan de slag blijven. Het gaat in feite om de uitoefening van goed werkgeverschap. Dat dit bij deze kwetsbare groepen verder gaat, dan wat regulier gebruikelijk is, moge duidelijk zijn. Bij verticale mensontwikkeling gaat het erom dat mensen stappen maken in hun ontwikkeling naar een volgende stap in hun carrière (bijvoorbeeld van gesubsidieerd werk naar regulier werk). ( zie ook hoofdstuk 1.2 ) In de toekomst blijft in de WSW alleen beschut werken over. Van de huidige WSW‐ers is een deel aangewezen op beschut werk. Het andere deel willen we zoveel mogelijk detacheren/ begeleid laten werken.
9
HERBEZINNING OP HET RE‐INTEGRATIEBELEID De re‐integratie naar werk van onze cliënten is maar zeer beperkt succesvol gebleken. Aantoonbaar is dat landelijk 2 % van de werkzoekenden meer of sneller door middel van trajecten aan het werk komt, dan zonder traject. Bij mensen die direct aan de slag kunnen, werkt een traject zelfs averechts. De natuurlijke neiging van mensen is dat zij eerst het traject willen afmaken, voordat ze weer gaan werken. De fout die we zelf maken, is dat we tevreden zijn als de cliënt op traject zit. Hij is dan tenminste in beweging. De bedoeling van het traject dat de cliënt zo snel mogelijk aan het werk gaat, is steeds verder naar de achtergrond verdwenen. Het middel re‐integreren is tot doel geworden. En als een middel doel wordt, gaat het altijd mis. We moeten dus het doel, en dat is werk, centraal stellen! Als we kijken naar de inhoud van de trajecten bestaan deze vaak uit het vergroten van motivatie en het bijbrengen van basale werknemersvaardigheden en leren hoe je een baan zoekt en vindt. Vanuit de bril van wat nodig is op de arbeidsmarkt, versterkt deze vorm van trajecten de economie bepaald niet. Deze vraagt namelijk om een juiste werkhouding, ervaring en goed vakmanschap. En dat leer je het beste in de praktijk. Dat is de plek waar onze cliënt dan ook zo snel mogelijk moet zijn. Re‐integratiebureaus en met name opleidingen streven ernaar om uit mensen te halen wat erin zit. Daar is helemaal niets mis mee. Maar we moeten niet wachten om mensen aan de slag te laten gaan, totdat eruit gehaald is wat erin zit. Vanuit de optiek “een leven lang leren” verwacht de maatschappij dit nu van iedereen. Dus ook van mensen die werken. We willen dat voor onze cliënten werk centraal staat en zij ook zo snel mogelijk daadwerkelijk werken. Een termijn van 4‐6 weken na instroom is daarbij de maximumtermijn, die wij voor ogen hebben, dat cliënten niet aan de slag zijn. Zo nodig kunnen we als ze eenmaal werken, nazorg bieden. Met andere woorden in onze nieuwe visie praten we niet meer over re‐integratie maar over direct werk. Uiteraard vergt dit het nodige van onze werkgeversbenadering.
WERK CENTRAAL Wat we missen in onze instrumenten is een organisatie die fungeert als werkgenerator voor onze mensen die niet meteen aan de slag komen en die niet in staat zijn om zelf het minimumloon volledig te verdienen. Een organisatie die ervoor zorgt dat onze cliënten wel snel aan het werk zijn. Een organisatie die uitgaat van de kracht van mensen en erin gelooft dat mensen hun eigen verantwoordelijkheid (kunnen) dragen. En met zo’n organisatie gaat de Westelijke Mijnstreek snel van start! In de werkgeversbenadering speelt de samenwerking met publieke partijen (UWV, onderwijs, kenniscentra) een belangrijke rol. Nog belangrijker is uiteraard de samenwerking met werkgevers en andere private partijen. Ook willen we een marketingaanpak ontwikkelen om onze cliënten of groepen daarvan goed te positioneren op de arbeidsmarkt. Bij de werkgeversaanpak gaat het om het eenduidig acquireren van banen/werk, om de matching van mensen op banen/werk, en om de begeleiding en opleiding voor en/of na plaatsing (in samenspraak tussen publieke sector en de private). We willen hierbij aansluiten op de Brainportaanpak en het gedachtegoed van het Stedelijk Netwerk Zuid Limburg over het arbeidsmarktbeleid en de aanpak van de WWnV. De taakverdeling tussen Vixia en Sociale Zaken/UWV Werkbedrijf t.a.v. acquisitie van banen/werk en t.a.v. mensontwikkeling is dat Vixia zich verder toe legt op het binnen halen van werk en zorgt voor horizontale MO en het acquireren van werk in beschutte sfeer (zowel binnen als werk op locatie). Sociale zaken richt zich op verticale MO en op acquisitie van banen (regulier, 600‐banenplan/loondispensatiebanen, participatiehuis). Daarbij stemmen we (Vixia, Soza, UWV) periodiek af over de marktbewerking i.h.k.v. de werkgeversbenadering.
10
2.2 VERTREKSITUATIE VIXIA Vixia bv voert voor de Gemeenschappelijke regeling van de vier aangesloten gemeenten de Wet sociale werkvoorziening uit. Het betreft de gemeenten Beek, Schinnen, Stein en Sittard‐Geleen. Bij Vixia werken circa 100 overheidswerknemers. Zij richten zich op een brede doelgroep met een grote afstand tot de arbeidsmarkt: circa 1300 WSW‐medewerkers en, op dit moment, meer dan honderd cliënten vanuit een uitkeringssituatie. Hierbij gaat het om diagnostiek, training, activering, opleiding, het aanbieden van leerwerkplekken, begeleiding en – voor zover mogelijk – het toeleiden van de WSW‐medewerkers en cliënten naar een werkplek op de reguliere arbeidsmarkt. Het gaat om maatwerk, passend bij de individuele capaciteiten en mogelijkheden. Ten behoeve van de mensontwikkelingsactiviteiten beschikt Vixa over een eigen leerwerkbedrijf, waar tijdelijke leerwerkplekken worden aangeboden aan mensen die bepaalde vaardigheden of vakkennis leren alvorens zij bij een reguliere werkgever worden geplaatst. Vixia heeft beschutte werkplekken intern of extern, voor mensen die (blijvend) intensieve werkbegeleiding nodig hebben. Ook beschikt Vixia over een afdeling Commerciële diensten, die tot taak heeft om de vraag uit de arbeidsmarkt te matchen met de inzet van de WSW‐medewerkers en overige cliënten. Financial en Social Control ondersteunen en bewaken de bedrijfsvoeringprocessen. Vixia is gevestigd in Sittard‐Geleen. Een toenemend aantal medewerkers en cliënten is werkzaam bij externe opdrachtgevers.
LEER‐WERKBEDRIJF Het leer‐werkbedrijf is de infrastructuur van alle werkplekken. Ten gevolge van de visie op mensontwikkeling én de toenemende beperkingen van de nieuwe instroom in de afgelopen jaren, is werk meer georganiseerd als ontwikkelinstrument. Eerder was Vixia veel meer een bedrijf in de maakindustrie, met eigen producten. Vixia beschikt over drie businessunits; productie, openbare ruimte en dienstverlening.
11
PRODUCTIE Tot de unit productie horen alle werkzaamheden op het gebied van value added logistics. De focus ligt op het verrichten van eenvoudige werkzaamheden. Tegelijkertijd worden ook meer ingewikkelde werkzaamheden uitgevoerd door het proces op te delen in specifieke en eenvoudige deeltaken. Met het oog op de toekomstige opdracht en doelgroep zal deze aanpak zich verder dienen te professionaliseren. De unit zal een groot deel van de doelgroep ‘beschut intern’ blijven herbergen Op dit moment in afdelingen zoals kwasten, sanitair en confectie. Deze portfolio is toe aan nadere herziening, danwel ontwikkeling in relatie met de toekomstige opdracht van Vixia.
OPENBARE RUIMTE De unit openbare ruimte is ingericht als Werken op locatie. Traditioneel met het verkrijgen van bestekken uit aanbestedingen van de gemeenten. Zij leveren tot op heden het grootste volume werkopdrachten aan. Binnen de unit wordt in toenemende mate gewerkt in publiek ‐ private samenwerkingsverbanden. Hierin is een belangrijke kans voor de toekomst gelegen. De kenmerken van werken op locatie lenen zich immers uitstekend om de doelgroep naar vermogen in te zetten. De werkzaamheden kunnen opgesplitst worden in meer of minder eenvoudig, werkbegeleiding en/of werkvoorbereiding wordt geleverd door Vixia zelf. De opdrachtgevers worden hierdoor maximaal ontzorgt en het begrip Social Return kan succesvol ingevuld worden.
DIENSTVERLENING Deze unit bestaat uit schoonmaak, fietsherstel, Business Post en Design Tapijten. In de afgelopen jaren heeft op de ontwikkeling van deze units een belangrijke focus gelegen. Met de verwachting dat dienstverlening een kansrijke productmarkt combinatie zou vormen. Op dit moment zien we dat de wijze waarop dit georganiseerd is problemen oplevert aan de kant van nieuwe instroom. De invulling vraagt aan medewerkers een grote mate van zelfstandigheid en het vermogen om zelf werk te organiseren en controleren, waardoor invulling van nieuwe opdrachten bemoeilijkt wordt. Reden om ook hier in de komende jaren verdere samenwerking met publieke organisaties op te zoeken in de vorm van Werken op locatie.
MENSONTWIKKELBEDRIJF Deze afdeling ondersteunt de mensontwikkelactiviteiten van Vixia én van de deelnemende gemeenten voor WWB klanten. In afnemende mate worden er ook opdrachten uitgevoerd voor het UWV. De activiteiten van het mensontwikkelbedrijf bestaan uit uitvoering van diagnostiek, activering, trajectmanagement, vaardigheidstrainingen, loonwaardebepaling en jobcoaching. Vixia kreeg in 2007 de opdracht om zich verder te professionaliseren als breed mensontwikkelbedrijf. Het producten‐ en dienstenpakket en de werkprocessen werden verder ontwikkeld, geprofessionaliseerd en afgestemd op de vraag van de opdrachtgevers. Ook lag in de afgelopen jaren, voor de WSW doelgroep, de focus op ‘de beweging van binnen naar buiten’ nl. detachering en Begeleid werken. We zien hiertoe dat er in de beginjaren een flinke groei gerealiseerd is in aantallen, maar dat ten gevolge van beperkingen van de nieuwe instroom én de economische crisis stagnatie is opgetreden. Bovendien zien we dat er in toenemende mate concurrentie optrad tussen verschillende doelgroepen. Dit vraagt om verdere ontschotting van doelgroepen en middelen en niet in de laatste plaats een uniforme werkgeversbenadering. Kortom, thema’s die met de invoering van de Wet werken naar vermogen en de toekomstige rol en focus van Vixia, veel aandacht krijgen.
12
COMMERCIËLE DIENSTEN De afdeling commerciële diensten bestaat uit medewerkers verkoop binnendienst en accountmanagers. Ook hier heeft in de afgelopen jaren een nadere focus plaatsgevonden ten aanzien van het verwerven van opdrachten. Daar waar in het verleden het accent lag op het binnenhalen van werk, en het opstarten van nieuwe productielijnen, is in de afgelopen jaren met name ingezet op werken op locatie en detacheringen/Begeleid werken. De accountmanagers moesten zich steeds verder bekwamen in het ophalen en analyseren van de vragen uit de markt. En vervolgens in het adviseren in inrichting en organisatie van de opdracht (functiedifferentiatie en jobcarving) Naar de toekomst zal de uitvoering (en bezetting) ten aanzien van individueel detacheren en Begeleid werken verschuiven naar de gemeente.
2.3 TOEKOMSTSCENARIO ( NOODZAAK, AMBITIE EN DOELEN ) In dit hoofdstuk is in voorgaande paragraaf 2.1 Visie WWnV, het toekomstperspectief geduid voor de doelgroepen waarvoor de gemeenten vanaf 2013 verantwoording gaan dragen. Daaronder valt ook de huidige en de nieuwe WSW. In paragraaf 2.2 Vertreksituatie Vixia wordt de vertreksituatie van Vixia beschreven zoals deze op dit moment van kracht is. Vervolgens worden hieronder de maatregelen opgesomd die noodzakelijk zijn om vanuit het brede toekomstperspectief WWnV de specifieke rol ten aanzien van de doekgroep WSW toekomstbestendig in te vullen. In hoofdstuk 3 gaan wij nader in op het transitieproces. In hoofdstuk 4 worden deze maatregelen nader onderbouwd voor wat betreft de drie invalshoeken ( klanten, overige kosten besparende maatregelen en projectmanagement ) en worden de maatregelen uitgezet in de tijdlijn 2012 – 2018.
13
VIXIA heeft op dit moment een klantenbestand van ongeveer 1300 WSW‐ers (1081 SE). Dit aantal zal de komende jaren naar verwachting teruglopen naar 825 SE. In onderstaande tabel is het verloop van het bestand weergegeven, in de situatie zonder extra inspanningen, aangevuld met extra inspanningen gericht op het terugdringen van het bestand en aangevuld met de instroom van nieuwe cliënten met indicatie beschut. SW‐bestand bij aanvang jaar Werkvoorziening binnen (80%) Werkvoorziening buiten (20%)
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Cumulatief 1.081 1.070 1.037 976 939 895 858 223 865 856 830 780 751 716 687 216 214 207 195 188 179 172
Maatregelen / oorzaken krimp cliëntenbestand 1. Reguliere uitstroom WSW o.b.v natuurlijk verloop 11,06‐ 21,94‐ 42,73‐ 43,42‐ 51,10‐ 47,59‐ 42,89‐ 261‐ 2. Extra inspanning uitstroom reguliere werkgever
11‐ 28‐ 8‐ 8‐ 8‐ 8‐ 71‐
3. Extra inspanning uitstroom AWBZ/Zorg
‐
‐
‐
‐
4. Extra inspanning van binnen naar buiten
27‐ 22‐ 13‐ 8‐ ‐
‐
70‐
5. Instroom nieuw Beschut
‐
bestand WSW oud ultimo jaar
‐
‐
‐
9 15 15 19 18 76 ‐ 1.070 1.037 976 939 895 858 825 245
In bovenstaande tabel wordt inzichtelijk wat de effecten zijn per maatregel, per jaar en t.a.v. het totale volume WSW. Hierbij is het goed om onderstaande toelichting te geven zodat een adequaat beeld ontstaat omtrent het bestandsvolume waarvoor Vixia verantwoordelijk wordt in het kader van de herstructurering WSW: • Maatregel 1 heeft betrekking op het natuurlijk verloop van 261 SE over de periode 2012‐2018. Door dit natuurlijk verloop resteert ultimo 2018 nog 821 SE van de oude WSW‐doelgroep. Echter in combinatie met maatregel 5 nieuwe instroom beschut, stromen er ook nieuwe personen in met een indicatie WSW beschut. Dus is er ook een toename van 76 SE volgens de nieuwe WSW. Het eindtotaal wordt daarmee (821 SE + 76SE =) 897 SE. Netto is de afname van het WSW bestand over de totale periode (261 SE minus 76 SE=) 185 SE • Maatregel 2 heeft betrekking op de extra inspanning uitstroom naar regulier werk. Dat kan dan zijn in vorm van detachering dan wel Begeleid werken. Door inzet van deze maatregel zal het bestand waarvoor Vixia verantwoordelijk is ultimo 2018 825,44 SE bedragen, zijnde een afname van 71 SE. Zonder deze maatregel, maar wel inclusief nieuwe instroom, zou het bestand voor Vixia uitkomen op 896 SE (1081 minus 261 en plus 76 = 896) • Maatregel 3 valt buiten de scope van deze aanvraag. Deze wordt wel opgenomen met het oog op de toekomst waarbij gedacht wordt om dagbestedingsactiviteiten binnen het Leerwerkbedrijf te realiseren • Maatregel 4 heeft betrekking op de extra inspanning van binnen naar buiten in de vorm van WOL. Het aantal dat in tabel is opgenomen heeft geen invloed op het totale aantal SE waarvoor Vixia verantwoordelijk is, aangezien het een verschuiving betreft van beschut naar WOL. • Maatregel 5 laat de nieuwe instroom WSW‐beschut zien, op basis van de aanname dat van de uitstroom 1 op 3 kan instromen in Nieuw Beschut betekent dit een toename van het bestand met 76 SE ultimo 2018.
14
Schematisch kunnen we het verloop van het bestand als volgt globaal weergeven.
De maatregelen die door de lijn 'met beleid' worden weergegeven, zijn Reguliere uitstroom op basis van natuurlijk verloop ( Maatregel 1 ), Extra inspanning uitstroom richting reguliere werkgever ( maatregel 2 ) en Nieuwe instroom Beschut ( Maatregel 5 ). Maatregel 4, (van binnen naar buiten, WOL), draagt niet bij aan een afname van het WSW‐bestand en is dus ook niet meegenomen in deze grafiek. De maatregelen die leiden tot de genoemde afname, worden in hoofdstuk 4 uitgebreid benoemd. In dit stuk geven wij weer welk deel van onze ambitie wij kunnen realiseren binnen de scope van het HF.
15
3. TRANSITIEPROCES
3.1 WSW‐ OUD EN NIEUW VIXIA gaat voor de nieuwe WSW‐ ers werk organiseren in een beschutte omgeving. Hoe de doelgroep eruit komt te zien, is sterk afhankelijk van hoe de wetgever beschut werken definieert. Tegelijkertijd zijn nu bij VIXIA WSW‐ ers in dienst die vallen onder de oude regeling WSW. In deze paragraaf schilderen we het resultaat van een transitieperiode die gelijk loopt aan die van het herstructureringsfonds (6 jaar; tot en met 2018). We gaan in op: •
de verandering van de doelgroep en van de daarop afgestemde aard van de werkzaamheden van Vixia
•
de eventuele verandering van de infrastructuur van Vixia (samenstelling PMC‐ portfolio)
Vixia wordt verantwoordelijk voor de uitvoering van de WSW‐oud Beschut intern/extern en voor de begeleiding van WSW‐oud en ‐nieuw. Duidelijk is dat Vixia zich uiteindelijk gaat beperken tot horizontale mensontwikkeling. De uitvoering van de verticale mensontwikkeling van mensen die alsnog voor detachering of begeleid werken in aanmerking komen wordt uitgevoerd door Werktransfer/ Sociale Zaken. De huidige groep WSW‐ ers werkt: •
gedetacheerd of begeleid (ca. 200 mensen)
•
in PMC’s, zoals ORU, post en productie (ca. 500 mensen)
•
beschut volgens de huidige inzichten (ca 450 mensen).
Voor de transitie gaan we over tot afbouw van het bestand en in stand houden van de infrastructuur op een volume van 600‐900 werkplekken. De vrijkomende plekken benutten we om tijdelijke fricties bij werken met loondispensatie op te vangen. Dit maakt een geleidelijke overgang naar de nieuwe taakverdeling tussen Sociale Zaken en VIXIA mogelijk, gelijkopgaand met de afbouw van de WSW‐oud‐populatie. Zo voorkomen we niet alleen kapitaalvernietiging, maar wordt ook een zinvolle aanwending van geïnvesteerd vermogen mogelijk. We benutten de expertise en de infrastructuur van Vixia om beschut werk (binnen en op locatie) te acquireren, te organiseren en te begeleiden. We maken tevens gebruik van de expertise van de VIXIA –organisatie om een deel van de WWnV –ers te laten werken met loondispensatie. Tevens willen we hiermee de kwantitatieve en kwalitatieve bezetting van de PMC’s voor de toekomst waarborgen. De samenstelling en omvang doelgroep SW wijzigt immers drastisch.
16
Gebruik van de infrastructuur VIXIA voor Werken naar Vermogen: We hebben de bovenstaande visie ontwikkeld op basis van de uitgangspunten van de nieuwe WWNV en WSW.
WWNV
WSW De transitie in schema:
IST
VIXIA
SOLL
Detacheringen Begeleid werken
Detacheringen Begeleid werken
PMC’s ‐ ORU ‐Post ‐ Productie
Werken op locatie ‐WSW oud ‐ WWnV loondispensatieplek
Beschut
Beschut
17
De rode lijnen geven aan dat van de huidige WSW‐ers uit de PMC‐ structuur alsnog mensen gedetacheerd worden of begeleid gaan werken en van degenen die nu beschut werken er doorstromen naar Werken op locatie (WOL). Het betreft hier een mogelijke taakstelling vanuit uitvoeringsregie aan de PMC’s in het werkbedrijf‐beschut.
TRANSITIE WSW De groep WSW‐ ers die niet is aangewezen op beschut werk, moet zo snel mogelijk naar vermogen werken op de reguliere arbeidsmarkt (gedetacheerd, in begeleid werk) of werken op locatie. De infrastructuur van VIXIA wordt benut om doelgroepen uit de WWNV te laten werken.
ORGANISATIE EN STURING In de regio Westelijke Mijnstreek is de bestuurlijke aansturing op drie verschillende niveaus te duiden: •
Regionale stuurgroep Arbeidsmarktbeleid Westelijke Mijnstreek
•
Gemeenschappelijke Regeling Vixia
•
Regionale stuurgroep Openbare Ruimte
Op ambtelijk niveau zijn er meerdere projectgroepen en adviesgroepen ingesteld ter ondersteuning en advisering. Voor de aansturing van de uitvoering van het beleid is, mede op advies van DMS, een ambtelijke regiegroep ingesteld die, met mandaat van de vier gemeentesecretarissen, de verbindende schakel vormt tussen de verschillende uitvoeringspartijen en de in te zetten arbeidsmarktinstrumenten zodat op de verschillende uitvoeringsniveaus gestuurd kan worden op resultaten en middelen (mensen en financiën). De onderlinge samenhang tussen de implementatie van de WWNV, de oprichting van het Regionaal Werkbedrijf dat werk in het grijs en groen gaat bieden aan doelgroepen uit de onderkant van de arbeidsmarkt en de transitie van de WSW vraagt om nauwe afstemming. We leggen daarom een verbinding tussen de stuurgroep Openbare Ruimte, de stuurgroep Arbeidsmarktbeleid en de Gemeenschappelijke Regeling VIXIA. Dit komt neer op het instellen van een ambtelijke afstemmingsgroep bestaande uit de directeur Dienstverlening en Maatschappij en de directeur Omgeving en Economie van de gemeente Sittard‐Geleen en de directeur van VIXIA. Deze verbindingsgroep stelt integrale adviezen op aan de genoemde bestuurlijke gremia over de in de afzonderlijke lijnen ontwikkelde documenten en betrekt daartoe ad hoc leden uit de staande project‐ /werkgroep‐/regiegroep‐organisaties. Deze adviseert en bewaakt de afgestemde communicatie vanuit de projectorganisaties met gemeenteraden, raadscommissies en met stakeholders. De genoemde drie aspecten vragen om een projectmatige aanpak. De uiteindelijke transities worden door het verantwoordelijke management uitgerold.
PROJECTMATIGE AANPAK Het totale transitieplan gaat met name in op zaken als: •
Implementatiestrategie met aandacht voor plateauvorming, bewaking risico´s, benoeming van mijlpalen en planning
18
•
•
Personeel en HRM: -
aandacht voor de overgang van VIXIA‐ personeel van de oude naar de nieuwe situatie
-
de aandacht is gericht op rechtspositionele zorgvuldigheid ten opzichte van zittend personeel, bedrijfsmatige zekerheden voor de partij die personeel overneemt en voorkoming van onnodige frictiekosten
Financiën: zowel structurele exploitatiekosten in de eindsituatie als eenmalige frictiekosten als gevolg van de transitie.
19
4
MAATREGELEN EN TIJDPAD
4.1 INVALSHOEKEN Om de totale kosten te beheersen zijn meerdere invalshoeken mogelijk. Wij kiezen voor de volgende invalshoeken om overlap in de kosten te voorkomen: •
Klanten
•
Overige kostenbesparende maatregelen
•
Projectmanagement
Klanten
Overige kostenbesparende maatregelen
Projectmanagement
Reguliere uitstroom
Personeel
Controller
Uitstroom werkgever
Huisvesting
HR Adviseur
Extra inspanning van binnen naar buiten
Overige vaste lasten
Extern advies diversen
Inrichten nieuwe plekken beschut
Overige variabele kosten
In onze berekeningen gaan wij van het volgende uit: •
Dat door natuurlijk verloop bij zowel de niet‐gesubsidieerde BV‐medewerkers, als bij de WSW‐ medewerkers er op totaalniveau geen ‘scheefgroei’ ontstaat in de verhouding tussen beide medewerkersgroepen. Met andere woorden; natuurlijk verloop SW leidt niet tot boventalligheid BV. Elke uitstroom heeft effect op de huisvesting in de vorm van een bepaalde leegstand.
•
Elke uitstroom heeft effect op overige vaste en de variabele lasten die gerelateerd zijn aan de werkplekken voor de WSW‐er en voor de professional.
•
De bovenstaande kostensoorten, gerelateerd aan de uitstroom van klanten, nemen wij mee onder de invalshoek klanten.
•
Daarnaast is VIXIA ook genoodzaakt kostenbesparende maatregelen te nemen die indirect gerelateerd zijn aan de uitstroom. Het gaat hier om het sociaal plan, om het afstoten van vastgoed, om overige maatregelen en over het projectmanagement.
•
De nieuwe cliënten Beschut vragen om een ander soort begeleiding; naast de uitstroom van de huidige professionals, dienen er ook een aantal professionals met een ander profiel in te stromen.
We lichten de maatregelen in de volgende paragraaf toe.
20
4.2 MAATREGELEN
INVALSHOEK KLANTEN Ten aanzien van de toekomstige opdracht zal Vixia zich richten op de cliënten die volgens de werkladderscan zijn ingedeeld in Beschut intern/extern ( WOL, groepsdetachering ) De activiteiten tussen beschut werken tot en met werken op locatie is het domein van Vixia. De regie en uitvoering van de taken die te maken hebben met de treden individuele detachering en Begeleid werken worden ondergebracht bij de gemeente. Vixia zal in de komende jaren nog zorgen voor extra uitstroom van 71 medewerkers. Dat wil zeggen van ‘binnen’ Vixia naar detachering en/of begeleid werken. Dit betekent een taakstelling van circa 7%. VIXIA legt zich deze taakstelling op en zal een forse inspanning leveren op het aanleveren van deze kandidaten. Een tweede doelstelling vanuit de invalshoek klanten is de extra inspanning in de beweging van binnen naar buiten op het aspect ‘beschut’. De focus ligt hierbij op het verwerven van opdrachten waarbij de medewerkers extern gaan werken op locatie (WOL), zoals bijvoorbeeld het Regionaal Werk Bedrijf. De interne infrastructuur van (leer)werkplekken bij Vixia zal hierop worden aangepast. Een derde aspect betreft het fenomeen nieuwe instroom. Ervan uitgaande dat voor 3 uitgestroomde medewerkers 1 nieuwe mag instromen van de doelgroep nieuw WSW ( beschut), betekent dat we de werkplekken hierop specifiek moeten inrichten. De huidige inrichting van werkplekken in grote productiehallen is op termijn niet langer geschikt. Kleinere en meer prikkelarme werkruimtes zullen hiervoor in de plaats komen. Beperkingen in de scope van de aanvraag Ten aanzien van de huidige wachtlijst, met daarop ook klanten met ‘oude’WSW rechten, wordt geen actie ondernomen in het kader van de aanvraag Herstructureringsfonds. Vixia heeft op dit moment geen medewerkers die tot de ondergrens behoren. Ook andere consequenties op het gebied van dagbesteding, door wijzigingen in de WMO en AWBZ, worden in deze aanvraag niet meegenomen.
INVALSHOEK OVERIGE KOSTENBESPARENDE MAATREGELEN Het Mensontwikkelbedrijf zal worden afgebouwd. Immers, deze richt zich op individuele detachering en begeleid werken, wat over gaat naar de gemeenten. Bij het Mensontwikkelbedrijf werken 22,7 fte, waarvan 18,0 FTE BV‐ en 4,7 FTE WSW dienstverband heeft. Ten aanzien van de BV medewerkers geldt dat er een Sociaal Plan zal worden afgesloten. Voor de WSW‐medewerkers geldt dat ze ingezet zullen worden voor de horizontale ontwikkeling binnen Vixia bv. Hiervoor zal een sociaal plan worden afgesloten.
21
Initiatief KOM’MIT, het MVO‐platform van Vixia Tot nu toe is gebleken dat gewone werkgevers nog niet staan te springen om met de doelgroep van de WwnV/Wsw in zee te gaan. De uitvoeringsmodellen steunen echter zwaar op de bereidwilligheid en medewerking van Nederlandse ondernemers. Daarom heeft Vixia besloten om middels het initiatief KOM’MIT het vizier te richten op het bedrijfsleven met de bedoeling: •
Een wezenlijke bijdrage te leveren aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) van organisaties in de Westelijke Mijnstreek.
•
Kennis over en toepassing van MVO te bevorderen;
•
Een ontmoetingsplek en broedplaats aan te bieden voor het gezamenlijk ontwikkelen van MVO‐initiatieven.
Een en ander moet er uiteindelijk toe leiden dat er een structurele verbinding ontstaat met het bedrijfsleven waardoor structureel nieuw werk wordt gecreëerd voor de doelgroep (werkgeversarrangementen). Verder zal de duurzame herinrichting van de PMC portfolio ‘beschut’ resulteren in verkoop of staking van het bedrijfsonderdeel Tapijten. Dit leidt tot desinvestering (activa) die naar verwachting (op grond van de huidige economische constellatie) als last in de W&V‐rekening verwerkt zal worden. Tevens zal op grond van een agentuurovereenkomst een klantenvergoeding verschuldigd zijn.
PROJECTMANAGEMENT Om het geheel aan maatregelen rondom Wet werken naar vermogen te faciliteren, regisseren en monitoren wordt het projectmanagement ingevuld. Vanuit de gemeentelijke organisatie en Vixia zijn al diverse overlegstructuren ingeregeld en actief, zie hiertoe ook hoofdstuk 3. Specifiek in het kader van de herstructurering wordt een aanvraag gedaan voor: •
•
•
Extern advies; periodiek zal er vanuit externe expertise ondersteuning nodig zijn op de transitie van Vixia en de gevolgen daarvan. Op het gebied van huisvesting, inrichting en verdere aanpassingen van de organisatie. Controller; gedurende de transitieperiode is een controller belast met de financiële uitwerking en verantwoording van de budgetten die met alle maatregelen gemoeid zijn. HR functionaris; met de transitie is een enorme wijziging gemoeid op het gebied van de huidige personele bezetting. Hiertoe zal een Sociaal Plan moeten worden opgesteld. Functies zullen verdwijnen, specifieke taken worden zo mogelijk ge‐outsourced naar gemeenten en op een aantal taken worden nieuwe profielen opgesteld, afgestemd op de opdracht van Vixia. Hierop willen we een dedicated HR functionaris inzetten, teneinde deze veranderingen zorgzaam en volgens planning te laten verlopen
PLANNING 2011 & 2012
2013
2014
2015
Reguliere Uitstroom Extra uitstroom reguliere werkgever Van binnen naar buiten (WOL) Sociaal plan KOM'MIT Afstoten PMC Tapijt Projectmanagement Extern advies Controller HR‐functionaris
2016
2017
2018
22
5
RISICO'S
Met betrekking tot de onderhavige aanvraag wordt gewezen op de volgende risico’s. •
De WwnV is op 2 februari 2012 naar de Tweede Kamer gestuurd. Het wetsvoorstel is nog niet geaccordeerd. Belangrijk daarbij is dat er een Rondetafelgesprek komt in de Tweede Kamer, waarbij diverse partijen gehoord worden en hun visie kunnen geven op de nieuwe wet.
•
De beoogde uitstroom regulier/beschut extern wordt niet gerealiseerd als gevolg van ontbrekende bereidwilligheid bij werkgevers (een en ander in samenhang te bezien met de economische ontwikkelingen in de WM),
•
Het kabinet heeft 100 miljoen euro bespaard op de Regionale uitvoeringsdiensten en dit bedrag gereserveerd voor eventuele problemen bij de sociale werkvoorziening. In de onderhavige aanvraag wordt er vanuit gegaan dat die middelen ook daadwerkelijk beschikbaar komen.
•
De netto kosten van uitvoering beschut nemen fors toe waardoor de doelstellingen niet kunnen worden gefinancierd.
•
Met betrekking tot WSW‐ers die tewerkgesteld zijn bij andere schapsgemeenten geen plannen ontvangen. ( vice‐versa ).
23
6
HERSTRUCTURERINGSKOSTEN EN BEGROTING
6.1 REGULIERE UITSTROOM WSW‐BESTAND Zoals gezegd heeft de uitstroom van WSW‐ers invloed op de overhead. De verhouding tussen het aantal WSW‐ medewerkers klantenbestand en de stafmedewerkers verandert. Dit wordt deels gecompenseerd omdat het natuurlijk verloop van de staf gelijke tred houdt met de afname in het cliëntenbestand. In het herstructureringsplan gaan we ervan uit dat er geen frictie optreedt bij het begeleidend personeel omdat het natuurlijk verloop professionals gelijke tred houdt met het natuurlijk verloop in het WSW‐bestand. Wel houden wij rekening met frictie voor de overige kosten die samenhangen met het WSW‐bestand. Bedoeld wordt huisvesting en overige variabele en vaste lasten die te relateren zijn aan de WSW‐cliënt. Huisvesting Leegstand werkplekken SW‐ers gemiddeld per jaar Leegstand werkplekken professionals gemiddeld per jaar Leegstand totaal Herstructureringskosten huisvesting
2012 6 0 6 € 12.821
2013 11 1 12 € 38.254
2014 27 2 29 € 87.579
2015 43 4 47 € 162.012
2016 47 4 52 € 209.435
2017 49 4 54 € 223.972
2018 45 4 49 € 219.289
Overige vaste lasten Vrijvallende werkplekken Herstructureringskosten overige vaste lasten
6 12 29 47 52 54 49 € 6.028 € 17.985 € 41.175 € 76.169 € 98.465 € 105.299 € 103.098
Overige variabele kosten Vrijvallende werkplekken
6 12 29 47 52 54 49
Herstructureringskosten overige variabele kosten
€ 9.042 € 26.978 € 61.762 € 114.254 € 147.698 € 157.949 € 154.646
Totale herstructureringskosten t.g.v. reguliere uitstroom
€ 27.890 € 83.217 € 190.516 € 352.435 € 455.598 € 487.221 € 477.033
24
6.2 EXTRA INSPANNING UITSTROOM NAAR REGULIERE WERKGEVER Door extra in te zetten op uitstroom van personeel naar een werkplek bij een reguliere werkgever, ambieert Vixia een extra uitstroom van in totaal 71 SE te realiseren. Dit levert frictie op in het personeelsbestand, betekent extra leegstand en overige kosten. Personeel Uitstroom cumulatief (ultimo) Uitstroom cumulatief (gemiddeld in het jaar) Uitstroom gemiddeld per jaar Boventallig personeel (in f.t.e.'s) Herstructuringskosten personeel Huisvesting Leegstand werkplekken SW‐ers gemiddeld per jaar Leegstand werkplekken professionals gemiddeld per jaar Leegstand totaal Herstructureringskosten huisvesting
2. Extra inspanning uitstroom naar reguliere werkgever 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 ‐ 11 39 47 55 63 71 ‐ 5 25 43 51 59 67 ‐ 5 19 18 8 8 8 ‐
0,5 1,8 1,6 0,7 0,7 0,7 € 34.000 € 131.000 € 145.000 € 80.000 € 64.000 € 64.000
‐ ‐ ‐
5 0 6 € 13.000
19 2 21 € 58.000
18 2 20 € 87.000
8 1 9 € 61.000
8 1 9 € 38.000
8 1 9 € 38.000
Overige vaste lasten Vrijvallende werkplekken
‐
Herstructureringskosten overige vaste lasten
6 21 20 9 9 9 € 6.000 € 27.000 € 41.000 € 29.000 € 18.000 € 18.000
Overige variabele kosten Vrijvallende werkplekken
‐
Herstructureringskosten overige variabele kosten
6 21 20 9 9 9 € 9.000 € 41.000 € 61.000 € 43.000 € 27.000 € 27.000
Totale kosten t.g.v. extra inspanning uitstroom naar reguliere werkg.
€ 62.000 € 257.000 € 334.000 € 213.000 € 147.000 € 147.000
6.3 EXTRA INSPANNING VAN BINNEN NAAR BUITEN (WOL) Vixia wil mensen zoveel mogelijk in een normale setting laten deelnemen aan het arbeidsproces. Werken op Locatie (WOL) is hier een goed voorbeeld van. Deze maatregel heeft geen effect op het aantal WSW‐ers in het bestand van Vixia maar zorgt wel voor minder afstand tussen de WSW‐ers en de reguliere arbeidsmarkt. Vixia heeft de ambitie om in de periode 2012‐2018 te realiseren van 70 extra WSW‐ers een WOL‐arbeidsplaats krijgen. Personeel verplaatsing cumulatief verplaatsing gemiddeld cumulatief verplaatsing gemiddeld per jaar Herstructuringskosten personeel
4. Extra inspanning van binnen naar buiten 2012 2013 2014 ‐ 27 49 ‐ 14 38 ‐ 14 24 € 41.000 € 100.000
2015 62 55 17 € 114.000
2016 70 66 11 € 91.000
2017 70 70 4 € 51.000
2018 70 70 ‐ € 19.000
Huisvesting verplaatsing gemiddeld per jaar
‐
14 24 17 11 4 ‐ € 29.000 € 80.000 € 89.000 € 59.000 € 31.000 € 9.000
‐
14 24 17 11 4 ‐
Herstructureringskosten huisvesting Overige vaste lasten verplaatsing gemiddeld per jaar Herstructureringskosten overige vaste lasten
€ 27.000 € 49.000 € 35.000 € 21.000 € 8.000 € ‐
Overige variabele kosten verplaatsing gemiddeld per jaar Herstructureringskosten overige variabele kosten Totale herstructureringskosten t.g.v. binnen naar buiten
‐
14 24 17 11 4 ‐ € 5.000 € 9.000 € 6.000 € 4.000 € 2.000 € ‐ € 102.000 € 238.000 € 244.000 € 175.000 € 92.000 € 28.000
25
6.4 INSTROOM NIEUW BESCHUT In het kader van de WWnV wordt Vixia verantwoordelijk voor de invulling van Beschutte werkplekken. Alhoewel een deel van het huidige bestand al bestaat uit klanten die alleen op een beschutte werkplek kunnen functioneren, betekent de nieuwe instroom wel dat er verder geïnvesteerd moet worden in de expertise voor begeleiding van de nieuwe cliënten. Het gaat hier om meer agogische vaardigheden voor steeds complexere klantvragen. Daarnaast moeten er meer maatregelen worden genomen om geschikte fysieke werkplekken te creëren. Hierbij zal de focus liggen op kleinere, prikkelarme werkruimtes met veel begeleiding. Hetgeen een heroriëntatie en aanpassing op de huidige infrastructuur betekent. Personeel nieuwe plekken Beschut cumulatief nieuwe plekken Beschut gemiddeld cumulatief nieuwe plekken Beschut gemiddeld per jaar Herstructuringskosten personeel
5. Inrichten nieuwe plekken beschut 2012 2013 2014 ‐ ‐ 9 ‐ ‐ 5 ‐ ‐ 5 € ‐ € 20.481 € 54.615
2015 24 17 12 € 68.269
2016 39 32 15 € 77.371
2017 58 49 17 € 84.198
2018 76 67 19 € 40.961
Huisvesting nieuwe plekken Beschut gemiddeld per jaar Herstructureringskosten huisvesting
‐ € ‐
‐ 5 12 15 17 19 € 2.611 € 6.963 € 8.704 € 9.864 € 10.735 € 5.222
Overige vaste lasten nieuwe plekken Beschut gemiddeld per jaar
‐
‐
Herstructureringskosten overige vaste lasten
€ ‐
€ 1.125 € 3.000 € 3.750 € 4.250 € 4.625 € 2.250
5 12 15 17 19
Overige variabele kosten nieuwe plekken Beschut gemiddeld per jaar
‐
‐
Herstructureringskosten overige variabele kosten
€ ‐
€ 1.688 € 4.500 € 5.625 € 6.375 € 6.938 € 3.375
5 12 15 17 19
Totale herstructureringskosten t.g.v. nieuw beschut
€ ‐
€ 25.904 € 69.078 € 86.348 € 97.861 € 106.495 € 51.809
6.5 OVERIGE MAATREGELEN Overige maatregelen gericht op goede opstart, (advieskosten en opstart KOM'MIT € 375.625), herstructurering MO (personeel, € 1.398.825 totaal over de jaren) en afstoten PMC Tapijt (2014, € 1.043.784). Maatregel personeel huisvesting overige vaste lasten overige variabele kosten Totale herstructureringskosten overige maatregelen
6. Overige kostenbesparende maatregelen 2012 2013 2014 € ‐ € 462.082 € 325.680 € ‐ € ‐ € ‐ € ‐ € ‐ € 1.043.784 € 375.625 € ‐ € ‐ € 375.625 € 462.082 € 1.369.464
2015 € 296.245 € ‐ € ‐ € ‐ € 296.245
2016 € 153.384 € ‐ € ‐ € ‐ € 153.384
2017 € 129.894 € ‐ € ‐ € ‐ € 129.894
2018 € 31.540 € ‐ € ‐ € ‐ € 31.540
6.6 PROJECTMANAGEMENT Wij kiezen er bewust voor om niet alle kosten op te nemen die met projectmanagement samenvallen, zoals ook bijeenkomsten regiegroep etc. Alleen HR‐adviseur fulltime en controller fulltime vanwege grote gevolgen voor het personeel en de financiën die het HF met zich meebrengt.
Projectleider Personeelsadviseur Specialist huisvesting Controller Extern advies en diversen Totale herstructureringskosten t.g.v. projectmanagement
2012 € ‐ € 70.000 € ‐ € 89.000 € ‐ € 159.000
7. Projectmanagement 2013 2014 € ‐ € ‐ € 70.000 € 70.000 € ‐ € ‐ € 89.000 € 89.000 € ‐ € ‐ € 159.000 € 159.000
26
2015 € ‐ € 70.000 € ‐ € 89.000 € ‐ € 159.000
2016 € ‐ € 70.000 € ‐ € 89.000 € ‐ € 159.000
2017 € ‐ € 70.000 € ‐ € 89.000 € ‐ € 159.000
2018 € ‐ € 70.000 € ‐ € 89.000 € ‐ € 159.000
6.7 SAMENGEVAT Vixia benoemt geen 'onderkant' bij het WSW‐bestand en daarom worden er ook geen maatregelen genomen die zijn gericht op extra uitstroom aan de onderzijde richting AWBZ/Zorg. Samen met de overige maatregelen, gericht op de bedrijfsvoering (Sociaal Plan, afstoten vastgoed etc.) en het projectmanagement komen de totale kosten voor de Herstructurering Vixia uit op € 8, 48miljoen.
1. Reguliere uitstroom WSW 2. Extra inspanning uitstroom reguliere werkgever 3. Extra inspanning uitstroom AWBZ/Zorg 4. Extra inspanning van binnen naar buiten 5. Instroom nieuw Beschut 6. Overige kostenbesparende maatregelen 7. Projectmanagement Totaaltelling 1 t/m 7
Totale kosten voor maatregelen 1 t/m 7 2012 2013 2014 2015 € 27.890 € 83.217 € 190.516 € 352.435 € ‐ € 62.000 € 257.000 € 334.000 € ‐ € ‐ € ‐ € ‐ € ‐ € 102.000 € 238.000 € 244.000 € ‐ € 25.904 € 69.078 € 86.348 € 375.625 € 462.082 € 1.369.464 € 296.245 € 159.000 € 159.000 € 159.000 € 159.000 562.515 894.203 2.283.058 1.472.027
2016 € 455.598 € 213.000 € ‐ € 175.000 € 97.861 € 153.384 € 159.000 1.253.843
2017 € 487.221 € 147.000 € ‐ € 92.000 € 106.495 € 129.894 € 159.000 1.121.610
2018 € 477.033 € 147.000 € ‐ € 28.000 € 51.809 € 31.540 € 159.000 894.381
Totaal € 2.073.909 € 1.160.000 € ‐ € 879.000 € 437.494 € 2.818.234 € 1.113.000 8.481.637
Maatregel 3 ( Extra inspanning uitstroom AWBZ/Zorg) valt buiten de scope van deze aanvraag. Wordt wel opgenomen met het oog op de toekomst waarbij gedacht wordt om dagbestedingsactiviteiten binnen Leerwerkbedrijf te realiseren Onderstaande grafiek schetst de kosten per maatregel.
27
BIJLAGE 1. KERNGEGEVENS Overzicht indicatoren voor herstructureringsplan
Aantal WSW- ers eind 2011 % binnen % buiten Bruto jaarsalaris Huisvestingskosten Overige vaste kosten Overige variabele kosten
Bedragen in € x 1.000 Kosten per arbeidsjaar Opbrengsten per arbeidsjaar Huidig exploitatieresultaat per arbeidsjaar
Verwachte ontwikkelingen exploitatieresultaat zonder maatregelen per arbeidsjaar Doelstelling exploitatieresultaat (zonder externe dekking) per arbeidsjaar Bijdragen uit ontschot budget per arbeidsjaar Gemeentelijke bijdrage per arbeidsjaar Gemiddelde loonkosten per arbeidsjaar Loonkosten directe ongesubsidieerde professionals per arbeidsjaar (inclusief ingehuurd personeel) Loonkosten indirecte ongesubsidieerde professionals per arbeidsjaar (inclusief ingehuurd personeel) Aan SW toe te rekenen materiële kosten per arbeidsjaar Aantal arbeidsjaren Aantal personen met advies begeleid werken
2011
2011 1.081 80 20 € 28.961 € 2.127 € 1.000 € 1.500
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
14
10,7
10,8
10,9
11
11,2
11
-3,7
-4,7
-5,4
-7,2
-8,6
-8,5
-9,0
-3,9
-4,7
-5,1
-6,2
-6,7
-6,1
-5,8
€ 25759
€ 24768
€ 23200
€ 22050
€ 22050
€ 22050
€ 22050
3,7
4,7
5,4
7,2
8,6
8,5
9,0
0,81
0,95
0,27
0,28
0,30
0,32
0,33
0,34
5,74
4,90
4,33
4,56
4,71
4,91
4,98
4,72
6,7
5,7
5,6
5,6
5,6
5,6
5,8
1081
1070
1048
995
932
888
847
815
174 met dienstverband
174 met dienstverband
174 met dienstverband
174 met dienstverband
174 met dienstverband
174 met dienstverband
174 met dienstverband
174 met dienstverband
74 van wachtlijst
74 van wachtlijst
74 van wachtlijst
74 van wachtlijst
74 van wachtlijst
74 van wachtlijst
74 van wachtlijst
74 van wachtlijst
0 na aftrek gem. bijdr à 4,2 Mio
28,9
Aantal personen dat begeleid werkt Aantal personen dat beschut werkt Aantal personen dat op detacheringbasis werkt
28
BIJLAGE 2. OVERZICHT PER DOELGROEP Doelgroep 1. Beschrijving Definitie Onderscheidende kenmerken/ karakteristieken van doelgroep Omvang 2011 Omvang 2020
WSW “oud” en nieuwe instroom WSW volgens Wwnv Relatief hoge leeftijd, in categorie 36 % ouder dan 54 en 35% ouder dan 45 jaar Beginstand 2011: 1120,45 SE, gemiddelde 2011: 1109,40 SE 825 SE ( 2018) ( beginstand – natuurlijk verloop + instroom nieuw)
2. Beleid Beleid nu Landelijk beleid WWnV Locale beleidsvrijheid WWnV Locale beleidsdoelstellingen WWnV
3. Dienstverlening Dienstverlening/ product nu Intensiteit begeleiding nu Dienstverlening/ product WWnV Intensiteit begeleiding WWnV 4. Processen Proces van instroom, doorstroom en uitstroom nu Proces van instroom, doorstroom en uitstroom WWnV
5. Uitvoering Benodigde competenties nu
Benodigde competenties WWnV
Instroom volgens taakstelling en uitstroom, SW bedrijf verantwoordelijk voor totale proces van instroom t/m uitstroom SW organisatie: WSW oud en instroom nieuwe WSW: 1:3 beschut Aandachtpunt: wel/geen extra actie op wachtlijst! Instroom 1:3 beschut, beschut ‘binnen’en buiten’( WOL) door SW bedrijf uitgevoerd; categorie die voor deta en BW in aanmerking komt wordt niet uitgevoerd door SW bedrijf
Diagnose, activering, praktijkopleiden, plaatsing, nazorg volgens werkladder van beschut t/m BW Individueel afgestemd Afgestemd op het individuele vermogen van de deelnemer, alleen ondersteuning waar nodig Begeleiding wordt intensiever, naarmate instroom op beschut toeneemt.
Totale proces diagnose, leer-werkplek, bemiddeling, plaatsing, nazorg wordt uitgevoerd door SW bedrijf Diagnose plaatsing op leer-werkplek, begeleiding op de werkplek; doorstroom naar deta en BW wordt buiten SW bedrijf belegd. Zie ook notitie: Roer om, volle kracht vooruit, januari 2012. Vaardigheden op het gebied van diagnostiek, trajectmanagement, jobcoaching en voor werkleiding tevens kennis van bedrijfskundige processen en HRM Acquisitie, jobhunting, jobcarving, jobcoaching, loonwaardebepaling, nazorg Voor werkleiding behalve coaching, HRM ook een belangrijk accent op agogische vaardigheden
6. Kosten Dienstverlening + apparaatskosten nu Dienstverlening + apparaatskosten WWnV
29
COFINANCIERING VANUIT DE GEMEENTEN De cofinanciering is als volgt vormgegeven: Het budget van het HF is € 500.000.000, ‐ (uitgaande van een ophoging met € 100.000.000, ‐). Hieruit volgt dat het totale trekkingsrecht HF voor Vixia € 5.950.000, ‐ is. Als we kijken naar de totale herstructureringsbegroting, staan daar de volgende posten: Maatregel
Kosten 2012‐2018
1. Reguliere uitstroom WSW
€ 2.073.909
2. Extra inspanning uitstroom reguliere werkgever
€ 1.160.000
3. Extra inspanning uitstroom AWBZ/Zorg
€ ‐
4. Extra inspanning van binnen naar buiten
€ 879.000
5. Instroom nieuw Beschut
€ 437.494
6. Overige kostenbesparende maatregelen
€ 2.818.234
7. Projectmanagement
€ 1.113.000
Totaal
€ 8.481.637
Bijdrage vanuit het HF: • •
Maatregelen 1 t/m 5, totaal € 4.550.403, ‐ Een deel van maatregel 6, te weten de uitvoering van het sociaal plan MO, totaal € 1.398.825, ‐
Totaal komt dit uit op een bedrag van € 5.949.228, ‐ wat € 772, ‐ onder het beschikbare budget vanuit het HF blijft. Cofinanciering: De cofinanciering vanuit de gemeenten bestaat uit de volgende posten: • • •
•
Inzet van een HR‐functionaris, (fulltime), totaal € 490.000, ‐ Inzet van een controller (fulltime), totaal € 623.000, ‐ Out of pocket kosten voor de opstart van Kom'Mit, onderzoeken en extern advies in aanloop naar de herstructurering (o.a. Turnaround), totaal € 375.625, ‐ De afschrijving van de PMC Tapijt op basis van machines, voorraden en 2 FTE boventallig personeel. De kosten hiervoor komen uit op € 1.043.784, ‐ Gezamenlijk komt de cofinanciering daarmee uit op een bedrag van € 2.532.409, ‐
De cofinanciering vanuit de gemeenten houdt niet hetzelfde kasritme aan als het HF doet. Aangezien een flink aantal out‐of‐pocket kosten al zijn gemaakt, komt de nadruk van de gemeentelijke cofinanciering te liggen in 2012.
30