Aan de slag met groen gas Informatie voor initiatiefnemers Het aantal biogasprojecten in ons land neemt gestaag toe. Daarbij wordt het opgewekte biogas vooral gebruikt voor de productie van elektriciteit. Maar er is een andere optie in opkomst: het ‘opwaarderen’ van biogas tot aardgaskwaliteit en levering aan het gasnet. Dit noemen we ‘groen gas’. Deze publicatie, speciaal bedoeld voor initiatiefnemers, beschrijft de eerste ervaringen op dit terrein en doet aanbevelingen voor een succesvolle projectaanpak. Introductie In Nederland bestaan inmiddels ruim honderd stortgas- en vergistingsinstallaties. Mede dankzij de Subsidieregeling Duurzame Energie (SDE) neemt dit aantal momenteel snel toe, vooral van covergistingsprojecten in de agrarische sector. Tot nu toe wordt biogas dat vrijkomt bij vergisting voornamelijk omgezet in duurzame elektriciteit, met behulp van een warmtekrachtinstallatie. Dit is een goede duurzame optie indien de warmte die hierbij vrijkomt nuttig kan worden aangewend. In de meeste gevallen kan echter maar een klein deel van de warmte worden benut, voor het in stand houden van het vergistingsproces en voor de verwarming van gebouwen in de winter. Hierdoor is het energetisch rendement van vergistingsprojecten relatief laag, vaak maar ongeveer 40 à 50 procent.
Nationaal beleid In Nederland is een groot productiepotentieel voor groen gas. Binnen enkele jaren kan hiermee de gasvoorziening van enkele honderdduizenden huishoudens worden verzorgd. Daarmee zou groen gas een forse bijdrage leveren aan de Nederlandse klimaatdoelen voor 2020. Dit kan bovendien op een manier die aansluit op de punten waarin Nederland van nature sterk is: gas en agro. De overheid ondersteunt de ontwikkeling van groen gas dan ook met subsidie, in het kader van de SDE-regeling.
Een veel hoger rendement (70 à 80 procent) is te bereiken door een groot deel van het biogas niet om te zetten in elektriciteit en warmte, maar in groen gas. Dit kan vervolgens worden geleverd aan het aardgasnet. Technisch is dit inmiddels goed mogelijk, door het biogas eerst ‘op te waarderen’. Economisch kan de productie van groen gas ook aantrekkelijk zijn, al is dit afhankelijk van de omstandigheden. De SDE-subsidie is in ieder geval zodanig van opzet, dat de productie van groen gas in principe evenveel kan opleveren per m3 biogas als de productie van duurzame elektriciteit.
Biomassa
Vergister
Biogas
Opwaarderen
Invoeding in aardgasnet
Deze brochure Over vergisting en omzetting van biogas in elektriciteit (met een wkk) is reeds veel informatie beschikbaar. Hiervoor verwijzen wij naar de website www.agentschapnl.nl. Informatie over groen gas is in mindere mate voorhanden. Daarom is de publicatie gemaakt die voor u ligt. Deze gaat specifiek in op de belangrijkste organisatorische en bedrijfseconomische aspecten van groengasprojecten. Hierbij zal ook aan de orde komen dat samenwerking met andere agrarische ondernemingen en derden interessant kan zijn. De inhoud van de publicatie is gebaseerd op gesprekken met kennisinstellingen, netbeheerders en enkele initiatiefnemers uit de agrarische sector met concrete plannen voor een groengasproject. Biogasleiding
1
Van idee tot realisatie Bij de meeste projecten start u met het maken van een concreet plan, waarna u de benodigde vergunningen aanvraagt en de financiering regelt. Bij een groengasproject werkt dit fundamenteel anders, omdat u altijd eerst moet onderzoeken of u het groene gas dat u wilt produceren wel aan het net mag leveren en onder welke voorwaarden. Hierna beschrijven we de belangrijkste stappen die u moet zetten om tot een geslaagd project te komen. Zorg in ieder geval voor voldoende voorbereidingstijd. Contact met de netwerkbeheerder Contact netwerkbeheerder
Projectontwerp
Businesscase
Vergunningen
Financiering en subsidie
Agrarische bedrijven liggen vaak in een gebied met een beperkte gasinfrastructuur. De capaciteit van het gasnet om groen gas op te nemen, is daar doorgaans gering. Dat geldt vooral in de zomer, wanneer er weinig gasafname is. Het is dus niet bij voorbaat zeker dat u groen gas kan en mag leveren aan het aardgasnet. Voordat u een concreet projectontwerp maakt, is het daarom aan te bevelen contact op te nemen met de beheerder van het gasnet in uw buurt. Meestal is dat de regionale netbeheerder. Soms ligt het landelijke netwerk bij u in de buurt; dan kunt u ook contact opnemen met Gas Transport Services (onderdeel van Gasunie). Als u precies wilt weten onder welke netbeheerder u valt, kunt u het digitale EAN Codeboek raadplegen. Adresgegevens van de Nederlandse gasnetbeheerders vindt u hier. Voordat u met uw netbeheerder in gesprek gaat, moet u wel globaal weten hoeveelheid groen gas u zou willen invoeden. Met uw netbeheerder bespreekt u twee onderwerpen: 1. De capaciteit van het gasnet Er bestaat geen wettelijke regeling om groen gas te mogen invoeden op het gasnet. Elk project vergt dus maatwerk. Bent u de enige initiatiefnemer bij u in de buurt met plannen op het gebied van groen gas, dan zal een regionale netbeheerder in de praktijk toestemming voor invoeding verlenen als u minder gas wilt leveren dan de minimumafname bij u in de buurt. Wilt u meer gas gaan leveren, dan is de netbeheerder wellicht bereid een oplossing daarvoor te creëren, bijvoorbeeld door dwarsverbindingen tussen verschillende onderdelen van het net aan te brengen, waardoor de netcapaciteit toeneemt. Ook is het mogelijk dat een netbeheerder bereid is voorzieningen te treffen om vanuit het regionale net door te leveren aan het landelijke gasnet van GTS. Wellicht wordt het in de toekomst zelfs mogelijk dat initiatiefnemers zelf rechtstreeks op dit net gaan invoeden. Het voordeel van het, direct of indirect, leveren aan het landelijke net is dat dit geen capaciteitsbeperkingen kent. Het nadeel is de dure aansluitvoorziening die nodig is, in verband met de benodigde
Proefopstelling biogasopwaardeerinstallatie van GTS in Nederweert
2
hoge druk in het landelijke gasnet. Vooralsnog zijn de kosten hiervan voor de initiatiefnemer, al is dit nog onderwerp van (landelijke) discussie. Eerste invoedingsproject op landelijk gasnet Afvalstoffenbedrijven ROVA en HVC gaan in Zwolle vanaf de zomer van 2010 groen gas invoeden op het net van Gas Transport Services (Gasunie). ROVA en HVC gaan het groene gas maken uit het gft-afval dat het bedrijf inzamelt bij burgers in de regio. Het grootste deel van het gas zal worden geleverd aan de deelnemende gemeenten. Daarnaast gaan vuilniswagens van ROVA op het groene gas rijden. Hiervoor is een tankstation ingericht bij het bedrijf Salland Olie in Zwolle. Verder werken mee aan het project netbeheerder Enexis en de provincie Overijssel.
Hebben meer partijen bij u in de buurt plannen op het gebied van groen gas, dan zal een netbeheerder naar de best mogelijke oplossing willen zoeken voor alle betrokkenen samen. Ook dan kan doorleveren aan het landelijke gasnet een optie zijn, maar dan zijn er vaak meer oplossingen. Zo zouden de verschillende initiatiefnemers ook hun plannen op elkaar kunnen afstemmen en afspraken kunnen maken, ook met de netbeheerder, wat er gebeurt op momenten dat er ‘te veel’ groen gas wordt aangeboden. Voor die momenten kan bijvoorbeeld worden besloten dat één van de partijen niet invoedt op het gasnet, maar het biogas omzet in elektriciteit. De netbeheerder bepaalt dan steeds de momenten waarop dit dient te gebeuren. Dit wordt ook wel ‘balanceren’ genoemd. Uiteraard moeten afspraken hierover contractueel worden vastgelegd. Weer een andere mogelijkheid is de aanleg van een ‘groengashub’: een collectieve gasleiding waaraan verschillende initiatiefnemers hun Het bedrijf BioGast en netbeheerder Stedin hebben samen biogas leveren, met aan het einde een centrale de Bio2Net ontwikkeld, een ‘poortwachter’ tussen een opwaarderingsinstallatie die invoedt op het productie-installatie voor groen gas en het gasnet gasnet. Een dergelijke hub kan grote kostenbesparingen opleveren, omdat collectief opwaarderen en invoeden veel efficiënter en dus goedkoper is dan individueel. Dat geldt zeker voor ‘kleinere’ groengasprojecten. Bovendien levert een hub meer zekerheid op over de opbrengst van het aangeleverd gas, omdat er nooit problemen zullen ontstaan met de invoeding. Dat is positief voor de businesscase. In het noorden van het land bestaan verschillende plannen voor groengashubs. De eerste wordt waarschijnlijk gerealiseerd in Noordoost Friesland (zie kader). Het initiatief voor een hub kan komen van de netbeheerder, samenwerkende boeren en/of private partijen. Groengashub Friesland In Noordoost Friesland ontwikkelen overheid en bedrijfsleven samen een groengashub. Deze zal bestaan uit een pijpleiding tussen Dokkum en Leeuwarden, waaraan boeren biogas kunnen leveren, en een biogas-opwaarderingsinstallatie in Leeuwarden. De initiatiefnemers van het project Biogasleiding Noordoost Friesland (BioNoF) zijn de Provincie Fryslân, de gemeente Leeuwarden, energiebedrijf Essent, de netwerkbedrijven Enexis en Stedin, Gasunie, bureau E Kwadraat advies en stichting Energy Valley. Als alles volgens plan verloopt, wordt BioNoF de eerste groengashub van ons land.
3
Bij alle projecten die willen invoeden op het regionale net, geldt overigens dat toestemming contractueel altijd zal worden gebonden aan het aanwezig blijven van grote afnemers in de nabijheid. De netbeheerder wil geen risico’s lopen door vraaguitval in de regio, waardoor het gasnet overbelast zou kunnen raken. 2. De eisen waaraan groen gas moet voldoen Zowel de regionale gasnetbeheerders als de landelijke netbeheerder, Gas Transport Services (onderdeel van Gasunie), hebben specificaties opgesteld voor de kwaliteit waaraan groen gas moet voldoen om op het gasnet te mogen worden ingevoed. Doel hiervan is gas te krijgen met dezelfde eigenschappen als die van aardgas. Tracht met uw netbeheerder een goede relatie op te bouwen. Dat bevordert het overleg over uw plannen, de bereidheid om daaraan mee te werken en de afspraken over monitoring van de groengaskwaliteit. Hoe meer vertrouwen er is tussen netbeheerder en invoeder, hoe minder controle nodig is. Projectontwerp Contact netwerkbeheerder
Projectontwerp
Businesscase
Vergunningen
Financiering en subsidie
Pas als u weet wat de concrete mogelijkheden zijn om groen gas in te voeden op het aardgasnet, kunt u ideeën uitwerken in een concreet projectontwerp. Een individueel project ziet er immers heel anders uit dan een collectief project, en een balanceringsproject weer heel anders dan een biogashub. Voor een groengas-projectontwerp zijn in ieder geval de volgende zaken van belang: 1. De aanleg van een leiding van de groengasinstallatie naar het gasnet Om groen gas te kunnen invoeden, is een pijpleiding nodig tussen de groengasinstallatie en het openbare gasnet. De lengte hiervan kan grote consequenties hebben voor de financiële haalbaarheid van een project. Een afstand van enkele kilometers is te overbruggen, mits er geen grote obstructies liggen zoals een snelweg, treinbaan of kanaal. Moet een gasleiding door grond van derden worden aangelegd, dan hebt u daarvoor toestemming nodig. Wellicht kunt u ook op dit punt samenwerken met andere initiatiefnemers. In ieder geval is elke netwerkkoppeling maatwerk. 2. Het opwaarderen van biogas tot aardgaskwaliteit Er bestaan verschillende technieken om te voldoen aan de specificaties die uw netbeheerder stelt aan groen gas. Hierbij gaat het met name om het ontzwavelen en drogen van het gas, gevolgd door het verwijderen van CO2, eventueel in combinatie met het verwijderen van micro-verontreinigingen. Het opwaarderen van gas tot aardgaskwaliteit gebeurt in Nederland al jaren bij vuilstorten (stortgas) en rioolwaterzuiveringsinstallaties (slibvergisting); in het buitenland gebeurt het ook al langer bij agrarische bedrijven. U hoeft het wiel dus niet opnieuw uit te vinden. Voor nadere informatie over technieken en leveranciers verwijzen we naar de brochure ‘Opwaarderen tot aardgaskwaliteit. Van biogas naar groen gas’ van AgentschapNL (voorheen: SenterNovem). Veel relevante Engelstalige informatie vindt u op www.iea-biogas.net. 3. Het op de juiste druk brengen van het gas De mate van compressie is afhankelijk van de net waarop men gaat invoeden. Op het lokale gasnet is de druk beduidend lager ( 8 bar) dan op het nationale net van Gasunie ( 40
4
bar). Hoe hoger de benodigde druk, hoe meer energie het op druk brengen kost en hoe duurder de compressorinstallatie is. 4. Odorisatie van het gas Uit veiligheidsoverwegingen moet een geur aan groen gas worden toegevoegd, net zoals dat aan aardgas gebeurt. Odorisatie maakt het mogelijk om al kleine concentraties gas in de lucht te ruiken, nog voordat explosiegevaar optreedt. 5. Procesmonitoring De netbeheerder zal u verplichten de levering van groen gas permanent te monitoren. Daarbij gaat het niet alleen om de kwantiteit, maar ook om de kwaliteit van het gas dat u invoedt. Overleg met uw netbeheerder over het hierbij in te zetten instrumentarium. In aanvulling hierop dient uw installatie te worden voorzien van een terugslagklep, die ervoor zorgt dat gas dat niet aan de gestelde specificaties voldoet, wordt teruggevoerd naar de opwerkingsinstallatie. Procesmonitoring groen gas
6. Onderhoud en storingsdienst Uiteraard is het belangrijk dat u in het projectontwerp rekening houdt met onderhoud en storingen. In dit verband zijn goede afspraken en contracten met uw leverancier en/of installateur van belang. Daarnaast dient er altijd – 24 uur per dag, zeven dagen per week – iemand in de buurt te zijn voor het oplossen van kleine en van grote technische problemen. Dit geldt overigens niet alleen voor het groengasdeel, maar voor uw complete vergistingsinstallatie, inclusief wkk en gasopwaarderingsunit. Een bijzondere combinatie: vergisting, wkk, groen gas en algen Een groengasproject biedt ruimte voor verdere innovatie. In Overijssel wil een agrarische onderneming bijvoorbeeld een combinatie maken van vergisting, wkk, groen gas en algenteelt. Hierbij wordt een deel van de warmte die vrijkomt bij de vergisting gebruikt voor de groei van algen, net als de CO2 die vrijkomt bij het opwerken van biogas naar groen gas. De geproduceerde algen kunnen vervolgens weer worden toegevoerd naar de vergister. Mogelijk kunnen ze ook worden verkocht voor andere doeleinden, als ‘groene grondstof’ voor bijvoorbeeld de chemische of farmaceutische industrie.
Onderzoek: biogas en waterstof Op Ameland voert netbeheerder Stedin een project uit waarin waterstof (H2) wordt ingevoed op het aardgasnet. Daarnaast wordt gedacht aan groengasprojecten. Als de invoeding van waterstof slaagt, komt een nieuwe optie in zicht: het toevoegen van waterstof aan biogas. Dat hoeft er wellicht geen CO2 meer uit biogas te worden gehaald om toch aan de vereiste specificaties van groen gas te voldoen. Dat zou groen gas een stukje rendabeler maken.
Businesscase Elke businesscase, en dus ook die voor groen gas, beschrijft de kosten en baten van een project.
5
Aan de kostenkant staan in ieder geval de investerings- en exploitatiekosten van installaties, apparatuur en leidingen voor het opwaarderen, comprimeren, odoriseren, monitoren, transporteren en invoeden. Daar komen de te voorziene kosten van onderhoud en reparaties bij. Enkele kanttekeningen: • De verschillende opwaarderingstechnieken voor groen gas brengen verschillende investerings- en exploitatiekosten met zich mee. Let wel goed op de effectiviteit en de betrouwbaarheid van de technologie die u kiest. • Maak uw project zo groot mogelijk. Met name opschaling van 250 naar 500 m3 per uur levert een groot kostenvoordeel op, omdat in deze range de kosten van opwaardering nauwelijks toenemen. Beneden de 500 m3 per uur is een groengasproject zelfs nauwelijks rendabel te maken. • Een pijpleiding tussen een groengasinstallatie en het gasnet kan worden aangelegd door de netbeheerder. Het kan echter geen kwaad om offertes aan te vragen bij marktpartijen die gecertificeerd zijn om gasleidingen aan te leggen. • Hou rekening met de aansluit- en gebruikskosten die uw netbeheerder in rekening brengt. Aan de opbrengstenkant van een groengasproject staan in de eerste plaats de opbrengsten uit de verkoop van het gas. De prijs die u hiervoor krijgt is de commodity-prijs, te vergelijken met die van aardgas. Begin 2010 lag deze rond de 20 cent/m3. Hierover kunt u, binnen geringe marges, onderhandelen. Belangrijk in dit verband is de leveringszekerheid die u denkt te kunnen bieden en de lengte van de contractduur. Het tweede onderdeel van de opbrengsten is de ‘groenwaarde’ van het gas dat u levert. Hiervoor kunt u ‘groencertificaten’ aanvragen bij de organisatie Vertogas. Deze certificaten zijn vrij verhandelbaar. Voor nadere informatie verwijzen wij naar www.vertogas.nl. De derde en belangrijkste opbrengstenpost, tot nu toe, is de SDE-subsidie. In de huidige situatie maakt de SDE-subsidie groengasprojecten rendabel. De SDE raamde de subsidie voor de productie van groen gas uit covergisting begin 2010 op circa 42,7 cent per m3. Zie verder www.senternovem.nl/sde/biomassa/. De SDE-regeling gaat ervan uit dat een groengasinstallatie twaalf jaar lang 8.000 productieuren per jaar kan maken. In uw businesscase moeten de investeringen en exploitatiekosten maximaal binnen deze termijn, maar liever eerder, worden terugverdiend. De businesscase moet uiteraard volledig worden toegespitst op uw eigen situatie. Bedenk wat uw plan uniek maakt, waardoor u een voorsprong neemt op de rest van de markt. Maak de berekeningen zelf, dan krijgt u het beste inzicht in de cijfers. Denk en vraag bij leveranciers op elk punt door. Bijvoorbeeld: hoe turn key is een investering werkelijk? Hou rekening met tegenvallers, maar ook met mogelijke uitbreidingsplannen in de toekomst (maar pas op: netcapaciteit is niet voor de toekomst te claimen!). Laat de technische en financiële uitgangspunten van uw businessplan toetsen door een onafhankelijke adviseur. Tot slot maakt u een liquiditeitsbegroting. Een vergistingsproject, al dan niet inclusief groengasinstallatie, vergt veel aanvangsinvesteringen die een aanslag kunnen doen op uw liquiditeit. Voor het maken van een liquiditeitsbegroting bestaan kant-en-klare spreadsheets. Vraag hierom bij uw bank. Een businesscase zonder subsidie? Groen gas kan ook worden ingezet in de mobiliteitssector. U ontvangt dan geen subsidie, maar mogelijk wel een goede prijs van leveranciers van transportbrandstoffen. Zij hebben namelijk de verplichting om een bepaald percentage duurzame brandstoffen te op de markt te brengen. Nu is dat 4 procent, oplopend naar 10 procent in 2020.
6
Vergunningen Contact netwerkbeheerder
Projectontwerp
Businesscase
Vergunningen
Financiering en subsidie
Als u weet hoe uw project eruit gaat zien, moet u zo snel mogelijk beginnen met het aanvragen van de benodigde vergunningen. De doorlooptijd hiervan kan immers lang zijn. Doorgaans is de gemeente de vergunningverlener. Voor de opwaardering van biogas en de invoeding van groen gas op het aardgasnet zijn geen specifieke vergunningen nodig, anders dan die u nodig hebt voor een vergistingsinstallatie met wkk. Het gaat om een bouw- en een milieuvergunning. Een bouwvergunning vergt wel vaak eerst aanpassing van het bestemmingsplan. Daarbij wordt gekeken naar de ruimtelijke inpassing van het project en mogelijke overlast voor omwonenden en de omgeving. Het gehele vergunningentraject, inclusief inspraak van omwonenden en juridische procedures, kan twee tot drie jaar duren. Tip: check dat! Ga in ieder geval zo spoedig mogelijk bij uw gemeente langs om dit te bespreken! Om het vergunningentraject zo soepel mogelijk te laten verlopen, wordt sowieso aanbevolen om een goede relatie met uw gemeente op te bouwen. Vooral gemeenteambtenaren op het gebied van milieu denken graag met u mee, omdat vergistingsprojecten bijdragen aan de lokale klimaatdoelstellingen. Zij kunnen u soms ook ondersteunen in het overleg met de afdeling ruimtelijke ordening over de aanpassing van het bestemmingsplan en de afgifte van een bouwvergunning. In aanvulling hierop kan het raadzaam zijn om een goede relatie op te bouwen met uw provincie. Ook die wil uw project graag ondersteunen vanuit de eigen klimaatdoelstellingen. Sommige provincies hebben subsidie beschikbaar voor vergistingsprojecten. In verband met het verkrijgen van de benodigde vergunningen is het, tot slot, van belang om een goede relatie op te bouwen met uw omgeving. Ga daarom met omwonenden in gesprek over uw project. En verander uw plannen niet voortdurend (dan weer groter – dan weer kleiner, of dan weer wkk alleen – dan weer wkk met groen gas, enzovoort). Dat wekt irritatie en weerstand op. Financiering en subsidie Contact netwerkbeheerder
Projectontwerp
Businesscase
Vergunningen
Financiering en subsidie
Het maken en invoeden van groen gas is bestaande technologie. Het moet daarom geen grote moeite kosten een lening te krijgen op basis van een goede businesscase. Maak desgewenst gebruik van partijen, zoals energiebedrijven en installatiebouwers, die financieel met u willen meedenken en -werken. Denk daarbij dan wel goed na over de wederzijdse voordelen en zorg dat één partij eindverantwoordelijk is. Gezien het cruciale belang van SDE-subsidie voor uw groengasproject, is het aan te bevelen om ook al in een vroeg stadium contact op te nemen met AgentschapNL over de haalbaarheid van uw project en de kans op subsidie. Tot nu toe waren de beschikbare subsidiebudgetten, voor zowel vergistings- als groengasprojecten, steeds al op de eerste dag van inschrijving uitgeput.
7
Meer informatie Voor meer informatie over groen gas kunt u contact opnemen met AgentschapNL, Bert van Asselt (adviseur bio-energie), tel. 088 – 602 24 14, mail
[email protected] of Mathieu Dumont (secretaris werkgroep Groen Gas), tel. 088 – 602 27 90, mail
[email protected]. Dank Deze brochure is ontstaan op basis van gesprekken met de volgende personen: Ad Backx, Suiker Unie Hans van den Boom, Rabobank Gert Bouwhuis, Bouwhuis Biovergisting Wim van Erp en Albert van der Molen, Stedin Bert Huisman, maatschap Huisman Douwe Koops, Enexis Hans de Laat, Kiwa Gas Technology Coert Peters, ROVA Biogasproject met groengasproductie (container midden foto) bij rioolwaterzuivering
8