LB 34-35
4.1 Op ontdekkingsreis > Kijk naar afbeelding 1. 1
Welke zinnen horen bij de jongens? O Ons schip is een zeilschip. O Wij varen mee voor ons plezier. O Wij werken op het schip. O Wij varen langs allerlei bekende landen. O We zien onbekende vogels.
> Lees Uit het dagboek van Vasco da Gama. 2
Wat heeft Vasco da Gama meegenomen om te ruilen? Kleur die producten groen. Wat wil hij graag hebben? Kleur die producten geel.
© Noordhoff Uitgevers bv
3
Waarvoor gebruiken mensen nu specerijen? Trek daar een lijn heen. kruidnagel peper kaneel gember nootmuskaat
als bolletje op kaas op bloemkool in rode kool om vlees pittig te maken in de zelfgemaakte appelmoes
28
218218_WB5_Tijd.indd
28
22-09-2010
08:11:56
LB 36-37
4.2 Kooplieden en schilders > Kijk naar afbeelding 1 in je boek. 1
Schrijf twee dingen op waaraan je ziet dat Hugo een rijke koopman is. 1 2
> Lees Hugo wil een schilderij. 2
a Eén schilderij komt beslist niet uit de tijd van Hugo. Zet daar een kruisje bij.
3
© Noordhoff Uitgevers bv
b Waaraan zie je dat?
Schrijf onder elk schilderij bij vraag 2 hoe het heet. Kies uit: portret - landschap - stilleven - zeegezicht - modern schilderij
29
218218_WB5_Tijd.indd
29
22-09-2010
08:12:01
> Lees In het atelier van Rembrandt. Lees ook Veel geld. 4
Welk portret van vraag 2 maakt Rembrandt in opdracht? Kleur een rode rand om dat schilderij.
5
a Zet een kring om de letters bij waar of niet waar. Rijke mensen laten zichzelf vaak schilderen. Rembrandt schildert veel portretten. Hij doet dat niet voor geld. Rembrandt schildert nooit gewone mensen. Een schilderij van vroeger lijkt op een foto.
waar
niet waar
NA CH ER KE HT
DA GW TW AC RS
b Zet de letters met een kring achter elkaar. Je leest de naam van een beroemd schilderij van Rembrandt. Het heet de
Wat hoort niet op dit schilderij thuis? Zet daar een kring om.
7
a Wat hangt er bij jou thuis aan de muur? Schrijf drie voorwerpen op.
© Noordhoff Uitgevers bv
6
30
218218_WB5_Tijd.indd
1 2 3 b Welke van die voorwerpen hingen vroeger ook bij rijke mensen aan de muur? Zet daar een streep onder.
30
22-09-2010
08:12:03
LB 38-39
4.3 De wetten van de stad > Lees De rakker doet zijn werk. 1
Vul de woorden in die ontbreken. Kies uit: straf - stadsbestuur - regels - iedereen Wetten zijn een soort Ze gelden voor De wetten zijn gemaakt door het Wie zich niet aan de wet houdt, krijgt
2
a Wat mocht er vroeger niet in de stad? O stelen O brood verkopen O vloeken O kwaad worden O vuur maken O spugen op straat O iemand doden O brand stichten b Wat vind jij dat er nu nog steeds niet mag? Kleur die bolletjes rood.
3
Wat vind jij? Zet achter elke zin: waar of niet waar. Overal gelden regels. Spelen zonder regels is leuker. Regels beschermen de mensen. Regels hebben eigenlijk geen zin.
> Lees Aan de schandpaal. 4
Vul in wat de mensen denken
© Noordhoff Uitgevers bv
of roepen.
31
218218_WB5_Tijd.indd
31
22-09-2010
08:12:04
> Lees Straffen. 5
a Welke straf zie je op elke tekening? Trek lijnen.
gevangenis
b Welke straffen zijn van vroeger? Kleur die kaartjes rood.
6
In elk rijtje staat een woord dat er niet in thuis hoort. Streep dat woord door.
© Noordhoff Uitgevers bv
rakker schepenen schout dief
7
macht wet stelen regels
gevangenis herberg galg schandpaal
a Noem één regel waar jij je op school aan moet houden.
b Vind jij dat jij je altijd aan die regel moet houden? Waarom?
32
218218_WB5_Tijd.indd
32
22-09-2010
08:12:08
LB 40-41
4.4 Rijke en arme mensen > Lees Johanna zoekt een bellenmeisje. 1
a Wie zie je hier? Kleur Johanna geel. Kleur het keukenmeisje rood. Kleur de wasvrouw groen. Kleur alles waaraan je ziet dat Johanna rijk is, blauw.
b Wie staat er op het schilderij?
2
Schrijf achter elke zin wie het zegt: Johanna of Anna. Personeel doet het werk voor mij. Ik heb een groot huis. Ik slaap op zolder. Ik ontvang bezoek.
> Lees Trijntje wordt bellenmeisje. 3
Vul de woorden in die ontbreken. Kies uit: schoenen - lantaarnopsteker - steegje - arm - kelder © Noordhoff Uitgevers bv
Trijntje woont in een Haar huis staat in een donker Iedereen die daar woont is Haar vader werkt als Op straat lopen kinderen zonder
33
218218_WB5_Tijd.indd
33
22-09-2010
08:12:09
4
a In de woordzoeker staan zeven woorden uit de les. Streep ze door.
g
g
r
a
c
h
t
e
n
h
u
i
s
o
z
o
l
d
e
r
u
d
k
e
l
d
e
r
e
o
l
i
e
l
a
n
t
a
a
r
n
n
s
c
h
o
r
t
e
e
k
e
u
k
e
n
u
b
e
l
l
e
n
m
e
i
s
j
e
w
b Zet de letters die je overhoudt achter elkaar. Je leest hoe die tijd heette:
5
Zet een kruisje bij vroeger of nu. vroeger
nu
Bij rijke mensen werken dienstmeisjes. Overal is straatverlichting. Als je geen werk hebt, krijg je geld om van te leven. Soms woont een gezin in een kelder. Kleine kinderen poepen en plassen op straat. Huisvuil wordt opgehaald.
Links zie je het grachtenhuis van Johanna. Nu woont er een modern gezin. Waaraan zie je dat? Zet er een kruisje door.
© Noordhoff Uitgevers bv
6
34
218218_WB5_Tijd.indd
34
22-09-2010
08:12:11