Relatietijdschrift #17_ september 2013
Zuiderpark _ 2/3
Werelds eten Spruitjes en boerenkool zijn nog steeds niet uit de gratie. En er komen steeds meer ‘vergeten groenten’ terug op de kaart. Maar in een stad met zo’n 170 nationaliteiten zijn we ook dol op eten uit andere werelddelen. Fotograaf Rene Castelijn levert daarvan het bewijs. Hij maakte deze foto op het Metropolis Festival. Kans gemist? Op het tot 27 oktober gehouden World Food Festival kunnen smulpapen alsnog proeven van wat de Rotterdamse ‘wereldpot’ schaft.
inhoud
Achtergrond
14/17
34/35 Stad_RTM Veiliger De V van Veilig gezamenlijk geschreven
RTM #17_ september 2013
38/43
Terwijl het stationsgebied de eindstreep nadert, stapelen de op stapel staande ontwikkelingen in de Stadshavens zich op. We maken een tussenstop in de nieuwe Pauluskerk en fietsen langs de blaffende honden naar een bijzonder groen gebied net buiten Rotterdam. We inspecteren grote schepen, werpen een blik op ‘andere’ sporten en lopen binnen bij de ombudsman… Of moeten we in dit geval ‘ombudsvrouw’ zeggen? Veel leesplezier gewenst!
Stadstrip
Havengebied_Achtergrond Stadshavens geven zich bloot
44/47
10/13
Meent_Portret Anne Mieke Zwaneveld ‘Ik deel niet alleen klappen uit’
8/9 ‘Een gebied dat zeker het verkennen waard is’
Stad_RotterdamLab Over blaffende honden…
20/21
‘Elke hygiënist z’n specialiteit’
50 Hillegondastraat_Gastcolumn Ankie Wessels ‘Ze noemen me de stadsjutter van Rotterdam’
GGD-INSPECTEURS MAKEN ‘SCHOON SCHIP’
Stationsplein_Bouwen aan RTM Stationsgebied nadert eindstreep
24 uur…
24/25
48/49 ‘Behandel anderen zoals u behandeld wilt worden’
Weena_RTM Onderneemt Gemeentelijk vastgoed zoekt kopers
28/29 Wij zijn Rotterdammers! Ad van Dijk_ Schietbaan Europoort Jeroen Verheul_Aldeia Capoeira
30/31 Stad_Leven in RTM Dieren in stadsdienst NATUUR OM DE HOEK
MOOIE MENSEN IN DE MARGE
Column Yvonne Nesselaar
De agenda van... Een kleurrijke show met Nederlandse en buitenlandse militaire muziek en optredens. Dat is de Nationale Taptoe. Met dit spektakel wil de Nederlandse Krijgsmacht zich aan een breed publiek presenteren. Dit jaar is de taptoe te zien van 26 tot en met 29 september in Ahoy. Hans van den Bos is een van de organisatoren. 2 juli_10.00 uur Naar 2014: De taptoe van dit jaar moet nog plaatsvinden, maar we zijn al bezig met het evenement van volgend jaar. Met het organisatiecomité bepalen we het thema van 2014: 200 jaar koninkrijk en Koninklijke Landmacht. En bespreken we het programma.
Zilverkracht op komst
‘Onderweg naar huis na een prachtige avond North Sea Jazz, raakten we niet uitgepraat over de oude knarren in de muziekbusiness. Onder de noemer ‘de duvel is oud’ blijven zij gewoon doen wat ze leuk vinden: muziek maken. ‘Hoe zie jij dat nou voor je, als wij later oud zijn?’, vroeg de concertvriendin toen we op een terras nog even zaten na te kletsen met een biertje. ‘Is Rotterdam dan nog wel een stad voor ons?’ Ik moest eerst een beetje grinniken om de vraag, want we zijn allebei al aardig onderweg naar dat ‘later’. Maar het werd een lang en serieus gesprek over de ouderen die er aan komen, opgegroeid in de tijd van Provo en hippies en van demonstraties tegen kruisraketten.’ ‘We kwamen op prachtige plannen: terug naar de commune met woongemeenschappen voor oudere Rotterdammers en overal in de stad stevige openluchtconcerten. Geen zeemansliedjes of schlagers, maar een lekkere Pink Floyd- of Santana-coverband. Van de maaltijdservice willen we roti’s, spekkoek en baklava. Geen bloemkool met een papje en rijstebrij. En we blijven doen wat we leuk vinden: werken.’ ‘Het is nog maar de vraag of de politiek en de ouderenzorg zich voldoende realiseren dat er een andere generatie ouderen op komst is. Vaak goed opgeleid, actief op internet, reislustig en niet zelden met een leuk spaarpotje. We zijn in elk geval op de goede weg nu er in de stad alles op alles wordt gezet om de grootste wens van iedere oudere die ik ken, te vervullen: zo lang mogelijk lekker in je eigen huis blijven wonen. Met waar nodig een beetje burenhulp, maar dat lijkt mij in Rotterdam niet zo’n probleem.’
11 juli_11.30 uur Buitenland: Ik onderhoud de contacten met de buitenlandse militaire orkesten die meedoen aan de taptoe. Het Ministerie van Defensie vraagt eerst officieel de deelname aan. Daarna ben ik samen met de artistiek leider van de taptoe het aanspreekpunt voor deelnemende orkesten. 6 augustus_ 14.00 uur Speciale act: Overleg met medewerkers van Circus Rotjeknor. Zij zijn dit jaar de speciale act. Ik spreek nog een keer met hen door wat ze precies gaan doen en we bekijken of alle benodigde techniek in orde is. Ook alle praktische zaken, van kleedkamers tot tijdstippen, komen aan bod. 14 augustus_ 19.30 uur Productievergadering: Eén keer per maand bespreken we met het organisatiecomité hoe alles verloopt. De artistiek leider van de taptoe, Arnold Span, vertelt over de muziek en acts. Ik praat iedereen bij over de techniek en andere lopende zaken. 15 augustus_ 12.00 uur Vliegtuig: De taptoe is echt een show met mooie verlichting, decors en vuurwerk. Dit jaar hebben we een historische openingsscène met een vliegtuig. Een decorbouwer bouwt vliegtuig ‘De Brik’ na. Ik neem een kijkje en ben onder de indruk van zijn werk. Hans van den Bos is luitenant-kolonel (buiten dienst) bij de Koninklijke Luchtmacht. Hij is zijn hele militaire carrière betrokken geweest bij de taptoe. Nu richt de amateurmuzikant zich meer op de organisatie en is onder andere verantwoordelijk voor belichting en geluid. ‘De taptoe is meer dan alleen muziek. Het is een prachtige show met traditie, historie en cultuur.’
6/7 Groei mee met rotterdam.nl Museum Boijmans van Beuningen, Dierenbescherming Rotterdam, Plaswijckpark en Diergaarde Blijdorp. Net als een aantal andere Rotterdamse organisaties en partijen maken zij inmiddels deel uit van rotterdam.nl. Doel is dit aantal verder te laten groeien. De cityportal oftewel rotterdam.nl wordt wel eens direct geassocieerd met puur gemeentelijke zaken. ‘Begrijpelijk maar niet terecht’, vertelt Petra Berrevoets, hoofdredacteur media. ‘Rotterdam.nl is wel van de gemeente en bevat informatie over bijvoorbeeld openingstijden van stadswinkels, aanvragen van paspoorten en bekendmakingen. Maar je vindt er evenveel info over wat er speelt in de stad zélf. Denk aan evenementen, adressen
van sportvoorzieningen en tips voor een echt Rotterdams dagje uit.’ De cityportal is vanaf haar oorsprong bedoeld voor veel meer dan alleen gemeentelijke informatie. Berrevoets: ‘Uitgangspunt was én is, dat de site niet enkel de hal van het stadhuis weerspiegelt, maar de stad als geheel. Juist dat uitgangspunt zijn we meer en meer aan het uitbouwen. En daarom vragen we dan ook steeds meer partners zich bij rotterdam.nl aan te sluiten.’ Belangrijk: dat aansluiten kost in principe niets. ‘De eindredacteuren binnen onze gemeente bouwen de content in overleg met de betreffende partner. Dat doen ze binnen de bestaande digitale omgeving van rotter-
dam.nl’, legt de hoofdredacteur uit. ‘Veel van die informatie linkt direct door naar de website van de partner zelf.’ Rotterdam.nl ontvangt gemiddeld zo’n 500.000 bezoekers per maand. En de portal doet het resultaatsgewijs goed binnen de online zoekmachines. ‘Voor partners levert dit extra verkeer op naar hun eigen websites. En tegelijkertijd vinden de bezoekers van rotterdam.nl steeds meer en completere informatie over de stad op de portal terug.’ Meer weten over aansluiten bij rotterdam.nl? Stuur dan een mail naar hoofdredacteur Petra Berrevoets.
[email protected]
Rotterdam in Beeld Een object waarop je kunt skaten en biken, maar dat ook als kunstwerk interessant is. Dat was de opdracht van ontwerpwedstrijd Reclaiming the Street, die Showroom MAMA in 2010 uitschreef. De Indiase Martand Khosla sleepte met zijn ontwerp Twist & Shout de prijs in de wacht. Twist & Shout is gekozen uit meer dan 85 ingezonden ontwerpen van studenten, kunstenaars, skateboarders en ontwerpers van over de hele wereld, die affiniteit hebben met de skateboardcultuur. Khosla’s ontwerp bestaat uit een gedraaide strook, die niet alleen lijkt op een wokkel, maar ook al die bijnaam heeft. kerkvloer
Yvonne Nesselaar is specialist in zorgcommunicatie en maker van VitamineR, het wekelijkse gezondheidsprogramma van Radio Rijnmond. Daarnaast werkt zij mee aan patiënttevredenheidsonderzoeken in diverse zorginstellingen en treedt zij op als dagvoorzitter en gespreksleider.
nationaletaptoe.nl
De vorm is afgeleid van de bewegingen van skateboarders. De draaiing is zo ontworpen dat het voor skateboarders een uitdaging is er overheen te skaten. Het skatebare kunstwerk aan de voet van de Erasmusbrug, is gemaakt van een gedraaid metalen geraamte bedekt met gerecycled hout,
afkomstig uit een oude kerkvloer. Het vormt niet alleen een mooie aanvulling op de bestaande skatevoorzieningen in de Maasstad, maar Twist & Shout is ook een aanwinst voor de Rotterdamse kunstcollectie in de openbare ruimte. rotterdam.nl/kunstencultuur
Voor kunst en cultuur in de stad vormt de gemeente Rotterdam het beleid en zorgt voor de uitvoering. De gemeente stelt zowel structurele subsidies beschikbaar als subsidies voor de uitvoering van eenmalige projecten. showroommama.nl
Stad
RotterdamLab _ 8/9
Over het ‘blafverbod’ doen wilde verhalen de ronde. Honden zouden beboet worden, baasjes reageren verbolgen. In deze RotterdamLab tekst en uitleg vanuit de gemeente en hondenschool Martin Gaus in Rotterdam. De stelling? Een blafverbod is niet zo absurd als het misschien klinkt.
Over blaffende. honden…. christina van beek
Christina van Beek Instructeur / kynologisch gedragstherapeut Martin Gaus Hondenschool Rotterdam
‘Het woord ‘blafverbod’ stuit me tegen de borst. Blaffen is natuurlijk gedrag. Dat kun je een dier niet verbieden. Bovendien: een hond blaft nooit zomaar.’ ‘Honden bewaken hun territorium en slaan daarom aan. Of zijn gewend eisend te blaffen, om daarmee iets gedaan te krijgen. Ze blaffen uit verveling, want ook een buurman die vervolgens briesend over de schutting hangt, is voor hen een vorm van aandacht. Sommige honden doen het uit onzekerheid of angst en eenzaamheid kan ook een factor zijn. Als een hond niet leert dat zijn baas na elke werkdag sowieso thuiskomt, kunnen honden zichzelf aanleren net zo lang te blaffen totdat de voor-
deur opengaat. Simpelweg omdat zij ‘thuiskomen’ aan ‘als ik maar lang genoeg blaf’ hebben verbonden.’ REDEN INZIEN
‘Honden zijn meesters in leggen van eigen verbanden. Een eigenaar heeft dus een ongelofelijk grote vinger in de pap in het sturen op gewenst én ongewenst gedrag, mits hij of zij inziet waar dit gedrag vandaan komt. Want als een eigenaar boos wordt op een hond die uit angst tekeer gaat, wordt die angst bij het dier alleen maar nóg groter. En als een baas een blaffende hond steeds zijn zin blijft geven om het blaffen maar te stoppen, werkt hij dit gedrag juist meer in de hand.’ ‘Wanneer de baas zijn of haar gewoonten verandert, volgt verandering bij de hond vaak
vanzelf. Gewoonten doorbreken doe je niet alleen. Wij bieden, als een van de gecertificeerde hondenscholen in Nederland, cursussen en persoonlijke begeleiding. We geven professionele hulp bij het inzicht krijgen in hondengedrag en zoeken naar de reden achter bijvoorbeeld structureel blaffen. Zo ondersteunen we baas én hond in gedragsverandering en pak je – in tegenstelling tot een boete – het probleem bij de bron aan.’ gedragscursus
‘Ik zou pleiten voor het verplicht volgen van een gedragscursus, in plaats van óf naast een boete uitdelen. Want bij enkel beboeten kan een baas blijven doen wat hij of zij doet en zal het gedrag van de hond niet snel veranderen.’ martingausrotterdam.nl
heleen lobbe
Heleen Lobbe Coördinator regelgeving Gemeente Rotterdam
‘Wat ik meteen wil onderstrepen, is dat absoluut geen sprake is van het lukraak boetes uitdelen. Zeker niet aan honden zelf als ze buiten blaffen, wat in sommige media werd gesuggereerd. Maar ook niet zomaar aan hun baasjes. Het gebeurt alleen als blaffende honden structurele en zeer ernstige overlast veroorzaken.’
De politie gaat de situatie eerst zelf bekijken, om te constateren of een melding gegrond is. Is dat zo, dan volgt een gesprek met de hondeneigenaar. Het zoeken van een oplossing is het doel daarvan. Helpt dit niet, dan krijgt de eigenaar een waarschuwing. Als hij of zij vervolgens nalaat het gedrag van de hond of honden blijvend te veranderen, kan een boete van 130 euro –dus niet de 2250 euro die eerder door sommigen werd genoemd— worden opgelegd.’ serieus probleem
HELE DAG GEBLAF
‘Rotterdammers wonen veelal dicht op elkaar. Stel: in het appartement boven je blaffen de hele dag vijf honden, terwijl je bovenburen aan het werk zijn. Wat doe je dan? Meldingen over dit soort overlastsituaties komen met enige regelmaat binnen bij gemeente en politie.
‘In 2012 kwamen 276 meldingen van overlast van blaffende honden binnen. Dat geeft aan dat het een serieus probleem vormt. In twintig gevallen werd vervolgens een boete opgelegd waarna overlast vaak ophield. Waar dit niet gebeurde, zijn honden bijvoorbeeld herplaatst in een omgeving die beter bij ze past.’
‘Als gemeente willen we ieders belang zo goed mogelijk dienen. Dus zorgen we aan de ene kant voor voldoende losloopgebieden en hondenuitlaatplaatsen. Maar bij excessieve overlast moeten we er ook voor onze bewoners zijn. Daarom staat het blafverbod net als in andere grote steden, al sinds jaar en dag in onze gemeentelijke regelgeving, oftewel APV.’ ‘Na de overgang op een landelijk model, waar dit verbod niet standaard in is opgenomen, verdween het korte tijd uit onze regels. We hebben het nu opnieuw in de APV opgenomen. Een leefbare stad voor iedereen: voor honden, hun baasjes en voor hun buren, is hierbij ons allerbelangrijkste uitgangspunt.’
rotterdam.nl
Hof van Delfland
Stadstrip _ 10/11
Grazende koeien en wuivende grashalmen. Langsrazend verkeer op de A13 en binnenvaartschepen die flinke boeggolven veroorzaken in de Schie. Het groengebied tussen Rotterdam, Den Haag, Delft, Zoetermeer en het Westland is een bijzondere mix van landschap, parken, natuur en dorpen. Dé gelegenheid voor de twee miljoen inwoners in de regio om vlakbij huis of werk de benen te strekken. RTM springt samen met Hans Bor van programmabureau Hof van Delfland op de fiets.
Natuur om. de hoek.
2
GELEGALISEERD FIETSPAD
1
BELANGRIJKE BOEREN
Hans Bor Programmamanager Hof van Delfland
Piepende rails en het signaal dat aangeeft dat de deuren gaan sluiten. De tocht begint bij metrostation Meijersplein. ‘We fietsen een deel van de historische route’, vertelt Bor. ‘Deze is afgelopen juli geopend en onderdeel van onze aanpak om het gebied op een leuke manier te verkennen en beter toegankelijk te maken voor recreanten.’ Het landschap gaat al snel over in platteland met aan weerskanten weilanden en sloten. ‘Boeren zijn belangrijk. Zij zorgen met hun weilanden voor een groot deel voor het groene en open landschap en het beheer ervan.’ In de verte verrijst een nieuwbouwwijk, waarvoor nieuwe wegen worden aangelegd. Een apart gezicht, omdat er een fietspad langsloopt dat eindigt in het niets. Bor: ‘Je ziet hier meteen waarom samenwerking zo belangrijk is: fietspaden en groen gaan vaak over gemeentegrenzen heen.’
Een echtpaar vindt het tijd voor pauze. Samen nemen zij het langschap in zich op. Achter hen grazen koeien en schapen. Voor zich strekt de Ackerdijkse polder zich uit met daarachter de skyline van Rotterdam. ‘Toch bijzonder dat je op sommige stukken helemaal niet het gevoel hebt dat je tussen twee steden fietst, maar dan een bocht doorgaat en er ineens een skyline opdoemt.’ Een koekoek laat van zich horen, vast op zoek naar een nest om in te pikken. De Ackerdijkse Plassen is een van de belangrijkste vogelgebieden van Nederland. In de verte stijgt een groep ganzen op. Gakkend vliegen zij over.
Waterlelies die uit een schilderij van Monet lijken te komen. Waterkippen die met elkaar de strijd aangaan om het beste riet voor hun nest. Rivier de Zweth doorbreekt de weilanden. Een charmante ophaalbrug verbindt de beide oevers en ‘danst’ onder het gewicht van passanten. Een hardloper verlaat het schelpenpaadje dat langs de vaart loopt. ‘Dit paadje wordt ook veel door fietsers gebruikt, omdat het rechtstreeks uitkomt bij de onderdoorgang van de A13. Het was geen echt fietspad, maar nu staat er zelfs een routebordje van het fietsknooppunten netwerk bij.’ De samenwerkende partijen in het programma Hof van Delfland leggen geen nieuwe infrastructuur aan, maar maken zo veel mogelijk bestaande fiets- en wandelpaden beter toegankelijk door bijvoorbeeld bewegwijzering.
3
even pauze
Hof van Delfland
Stadstrip _ 12/13
DE INNERLIJKE MENS
4
hengelen
Twee mannen gooien hun hengel uit in een prachtige vaart. Het uitzicht biedt een weiland met koeien. Geduldig wachten de vissers tot ze beet hebben. Achter hen fietsen een paar dames langs. Op het oog een idyllisch plaatje, maar het is er allesbehalve rustig. Op nog geen twintig meter afstand raast het verkeer over de A13. Bor: ‘De snelweg maakt het moeilijk voor recreanten om ongehinderd lange afstanden af te leggen, zonder een half uur langs de A13 te moeten fietsen om een onderdoorgang te vinden. Door samen te werken met onder meer Rijkswaterstaat en gemeenten, proberen wij oplossingen voor deze obstakels te vinden. En waar al tunnels zijn, willen we zorgen dat deze goed te vinden zijn.’
5
6
Verderop loopt de Schie, een drukke waterweg met veel binnenvaartschepen. De Kandelaarbrug zorgt ervoor dat fietsers het kanaal eenvoudig over kunnen steken. Plons!, daar springt een jongen van een jaar of twaalf in het water. Zwemmen is verboden, maar daar trekt de plaatselijke jeugd zich niets van aan.
Een omweg over smalle plattelandswegen met geknotte wilgen. Langs de gefietste route zijn weinig horecagelegenheden te vinden, al zijn er boeren die langs de weg hun producten aanbieden. Voor de dikkere portemonnee is aan het riviertje de Zweth een lunch- of dineradres te vinden. Sterrenrestaurant De Zwethheul is hier gevestigd. Vervolgens komt Uitspanning Vlietzicht in zicht. Een fietsclub uit Perth geeft de benen wat rust. Een Nederlandse dame woont al dertig jaar in Australië, maar komt op vakantie in haar thuisland. ‘Maar’, zo zegt ze. ‘Nederland is te koud en te nat om ooit nog terug te keren.’ Het restaurant kijkt uit op de Vlietlanden, een bijzonder natuurgebied. ‘Het is nooit ingepolderd’, vertelt Bor. ‘Dit komt bijna niet voor in Nederland. Het veen is daardoor niet ingeklonken en ligt hoger dan de omringende polders.’ Een zeilbootje vaart tegen de wind in en moet steeds overstag om vooruit te komen. Erlangs wil een motorboot. Bijna komt het tot een aanvaring, wat handgebaren en gemopper tot gevolg heeft. Het terras van Vlietzicht kijkt geamuseerd toe.
plons!
hofvandelfland.nl
Waalhaven
14/15
GGD-inspecteurs . maken ‘schoon schip’ . Een knalgele veiligheidshelm en een nóg geler veiligheidshesje met daarop duidelijk het logo van de GGD Rotterdam-Rijnmond. Technisch hygiënist Mariëlle Dirven stapt aan boord van de Taklift 6. Pal naast de loopplank staat een bord: ‘Safety First’. Goede hygiëne draagt bij aan veiligheid, en laat dat nu precies Mariëlles reden zijn om het dek van dit indrukwekkende schip op te stappen...
Waalhaven
16/17 Z
e is een van de drie technisch hygiënisten die voor de GGD werken. Gemiddeld twee dagen in de week is Mariëlle Dirven in de Rotterdamse haven te vinden om schepen te inspecteren. Elk schip moet verplicht door middel van een ‘ship sanitation cerificaat’ kunnen aantonen, dat het goed zit met de hygiëne aan boord. Als dit zo is, krijgen kapiteins het certificaat. Bij kleine zaken die ontbreken of nog niet in orde zijn, krijgen ze dit officiële document vaak in combinatie met verbeterpunten. Het certificaat moet elk half jaar opnieuw worden toegekend. Dat kan in elke grote haven, zoals Rotterdam. De Taklift 6, een zogeheten ‘drijvende bok’ van Boskalis/Smit Salvage is aan haar halfjaarlijkse inspectie toe.
DE PAPIEREN DOOR
Dirven is aan tafel geschoven. De eetzaal ligt diep in ‘de boks’ buik. Er is net gestofzuigd. Stoelen worden van tafels gehaald. Op de achtergrond de constante en karakteristieke brom van scheepsmotoren. Af en toe klinkt een zware dreun vanaf het dek. Vuistdikke kabels worden gehaspeld. Het klinkt door tot in de kleinste hoekjes. Een foto aan de muur laat zien waar de Taklift 6 toe in staat is. Met zusterschip Taklift 7 langszij, tillen ze samen de bovenste van een tien stuks tellende stapel gloednieuwe binnenvaartschepen uit China op, alsof het luciferhoutjes zijn. Kapitein Leon van Leeuwen stapt binnen met een flinke stapel mappen onder zijn arm. De inspectieronde van Dirven begint met het
doornemen van de papieren. Garbage Disposal Record, Safety Certificates, een Cleaning Log, en nog veel meer. Als de papierwinkel is doorgewerkt en de koffie op is, komen Dirven en Van Leeuwen overeind… SCHEEPSSUPERMARKT
Een temperatuurmeter onder het warme water uit een kraan en een keuring van de keuken. Een kort bezoekje aan de vries- en koelcel, rondje door de slaapvertrekken en grondige blik in de voorraadkast – of ‘scheepssupermarkt’ zoals kapitein Van Leeuwen het noemt. Van een snelle zeepdispensertest naar een medicijnkast-check in de ziekenboeg, tot inspectie van de combiketel en het waterbehandelingssysteem. ‘Ik kijk naar
allerlei aspecten van hygiëne’, legt Dirven uit. ‘Goede hygiëne maakt het risico op infectieziekten door bijvoorbeeld bacteriën en virussen veel kleiner. En gedegen waterbeheer beperkt de kans op verontreinigd water. Want daar kun je flink ziek van worden. Natuurlijk belangrijk voor de mensen op het schip zélf. Daarnaast varen deze schepen de hele wereld over. Des te belangrijker dat ze geen ziekteverwekkers meedragen naar een volgende haven.’ Ze werpt een korte goedkeurende blik op de waarschuwingen op de binnenkant van alle wc-deuren: ‘Don’t forget to wash your hands!’ Niet alleen op schepen is gedegen hygiëne essentieel. Dirvens werkweek bestaat ook uit inspecteren van tattoo- en piercingshops. Een vak apart? ‘Nee hoor, voor mij niet echt’, lacht ze.
Nadia Alami Shopmanager Queen of Rings
Leon van Leeuwen Kapitein Taklift 6 Boskalis/Smit Salvage
‘Voor een tattoo- en piercingshop is een hygiënecertificaat heel belangrijk. Klanten willen ervan uit kunnen gaan dat wij hygiënisch werken. De controleur kijkt vooral naar hoe we omgaan met het afval, zoals naalden. En of we de gereedschappen achteraf steriliseren. De hygiëne is niet alleen voor klanten belangrijk, ook voor onszelf. De controles houden ons scherp op de voorschriften. Of we wel eens iets hebben moeten verbeteren? Ja. De sieraadjes zijn steriel verpakt. Wij drukten die altijd door, maar de controleur vertelde dat wij de verpakken open moeten scheuren. Anders kan het zo zijn dat we de sieraden toch aanraken en ze niet meer steriel zijn. Daar hadden we zelf niet bij stilgestaan, dus zo zie je dat zo’n inspectie echt nuttig is.’
‘Het toegekend krijgen van een sanitation certificaat is natuurlijk een formaliteit. Maar buiten dat, zie ik ook de andere kant. Het is namelijk tegelijkertijd in ons eigen belang. Het gaat om de bescherming en gezondheid van iedereen die op dit schip werkt. Als je weken achter elkaar op zee bent, is het een rustig idee te weten dat alles schoon en veilig is. En dat dit elk half jaar weer opnieuw grondig wordt gecontroleerd. Ook persoonlijk vind ik het belangrijk dat alles netjes en verzorgd blijft. Dat zit nu eenmaal in me. En dat hoop ik over te brengen op het team. Je doet het immers allemaal samen. Als er iets niet goed is, bijvoorbeeld een koelkast die ineens stuk gaat, dan doet ons bedrijf daar bovendien niet moeilijk over en laat gewoon een nieuwe installeren. Alles bij elkaar opgeteld, zorgen we er zo met z’n allen voor dat dit schip, ondanks dat ze misschien niet meer de allerjongste is, wel meer dan prima en veilig blijft functioneren.’
Waalhaven
18/19
Erik de Jonge Arts afdeling infectieziekten GGD Rotterdam-Rijnmond
Joke Donkervoort Technisch hygiënist GGD Rotterdam-Rijnmond
‘Wij werken samen met de technisch hygiënist als een melding wordt gedaan van een legionella-infectie bij een patiënt. Een van onze verpleegkundigen neemt bij de patiënt of een contactpersoon een vragenlijst af om te ontdekken waar de besmetting is ontstaan. Legionellabacteriën verspreiden zich door kleine waterdruppeltjes in de lucht. Zij kunnen onder bepaalde omstandigheden groeien in watersystemen zoals zwembaden, sauna’s, douches en fonteinen. De technisch hygiënist van de GGD Rotterdam-Rijnmond doet naar aanleiding van het interview met de patiënt onderzoek om de bron te ontdekken. Daarna worden maatregelen genomen om de bacteriën te bestrijden. Bijvoorbeeld door de waterleiding door te laten spoelen met heet water. De technisch hygiënist is ook betrokken bij het handhaven van het beleid dat zich richt op goed onderhoud van watersystemen. Want het voorkomen van besmettingen is natuurlijk beter dan bestrijden.’
‘Ik controleer onder andere seks- en verblijfsinrichtingen. Een seksclub moet een vergunning hebben. Om die vergunning te krijgen en houden, controleren wij hoe het met de hygiëne is gesteld. Niet de persoonlijke hygiëne, maar ik bekijk onder andere of er voldoende toiletten zijn en of men zich er kan wassen. En of er goed schoongemaakt wordt. 99 van de 100 clubeigenaren zijn positief over onze komst. Het betekent voor hen –als ze zich aan de hygiënevoorschriften houden– dat ze hun vergunning houden en hun club dus in business blijft. Een verblijfsinrichting is bijvoorbeeld een opvang voor dak- en thuislozen. De controle van verblijfsinrichtingen is op vrijwillige basis en gebeurt in het kader van de Wet Publieke Gezondheid. Dit gebeurt één keer per twee jaar. Hier komen veel kwetsbare mensen. Onze controle van de hygiëne hier, heeft vooral als doel het risico op verspreiding van infectieziekten zo klein mogelijk te houden.’
‘Al komen er wel andere aspecten bij kijken.’ Dirven doelt daarmee bijvoorbeeld op of de juiste handschoenen aanwezig zijn en of er tijdens het zetten van de tatoeage hygiënisch wordt gewerkt. Maar ook of de stoel afwasbaar is, er geen verdoving wordt gebruikt en er een gecertificeerde naaldencontainer aanwezig is. En belangrijk: of de inktcupjes niet worden bijgevuld. Want dat kan besmetting van inkt in het flesje veroorzaken. Het zetten van een tatoeage of piercing is een huidpenetrerende handeling. Gebruik van steriele naalden, tangen en inkt kunnen letterlijk van levensbelang zijn. Dirven: ‘Bovendien, degene die de tattoo of piercing zet, is meestal niet medisch geschoold. Om de speciale vergunning voor een tattoo- en piercingstudio te krijgen, moet de eigenaar dus logischerwijs aan strenge regels voldoen.’ EIGEN SPECIALITEIT
Een ander onderdeel van Dirvens werk vormt woningonderzoek. ‘Bijvoorbeeld als een bewoner astmatisch is en beweert dat de klachten verergeren door thuis te zijn. ‘Zo nodig
inspecteer ik de woning om te bekijken of dit klopt, of dat er toch iets anders aan de hand is.’ Ze vertelt over bewoners die alle ramen en deuren té potdicht houden en mensen die eigenlijk aandacht vragen voor een veel dieper liggend probleem. Uiteraard wordt in zulke gevallen gerapporteerd aan nodige hulpinstanties. Tot slot heeft Dirven zich gespecialiseerd in legionella. ‘Iemand kan ziek worden van het inademen van verneveld water dat legionellabacteriën bevat. Ik ga over de technische aspecten en beoordeel bij een locatie of er knelpunten zijn, waardoor legionella in het water zou kunnen groeien. En bespreek vaak samen met andere toezichthouders zoals de Inspectie Leefomgeving, welke maatregelen noodzakelijk zijn.’ Juist bij legionella is samenwerking erg belangrijk. ‘Als er echt mensen ziek worden, trek ik onder meer nauw op met onze afdeling Infectieziekte. Samen proberen we de mogelijke bronnen te achterhalen om meer ziektegevallen te voorkomen. Dirvens collegatechnisch hygiënisten controleren bovendien seksinrichtingen en verblijfsinrichtingen. ‘Zo
heeft elke hygiënist zijn of haar specialiteit, aldus Dirven, terwijl ze door een grote metalen scheepsdeuropening stapt. Het hoofd machinekamer komt al aanlopen. Een smeerbeoliede hand gaat nonchalant door grijzend haar. Dirven stelt hem vragen boven het harde gebrom van de motoren uit. De hoofdmachinist in knaloranje overall antwoordt vriendelijk en beslist. Ook hier is alles in orde. Na een gezonde klim van precies 76 treden bereiken kapitein en hygiënist de brug van de Taklift 6. Twee mannen in even zo knaloranje tenue verwisselen er spiegels. Gehelmd, met veiligheidslaarzen en veilig achter een hoge balustrade, hangen ze de nieuwe uit de kluiten gewassen ‘spionnen’ rond de glazen pui van de scheepsbrug op. Dat ze dit werk metershoog boven het dek uitvoeren, lijkt ze geen moment te storen.
kaart. Senegal, Singapore… Grote vaart uit verre oorden. ‘Het verschilt per schip hoe het met hygiëne is gesteld’, bevestigt Dirven. ‘In Noorwegen zijn de regels nog strikter dan bij ons en is alles in veel gevallen in orde. In andere landen ligt het hygiëneniveau juist lager. Ik sprak eens een Chinese kapitein die niet begreep waarom ik bleef doorvragen naar ontbrekende handzeep in de keuken. En me uiteindelijk schouderophalend de fles met afwasmiddel toestopte.’ Ondanks haar respectabele leeftijd –Taklift 6 komt uit bouwjaar 1975— is ze op hygiënegebied tiptop in orde. Mariëlle Dirven haalt de laptop uit haar tas. Het benodigde certificaat rolt ter plekke uit de printer. Getekend en gestempeld neemt kapitein Leon van Leeuwen het officiële document in ontvangst. Zijn ‘schone schip’ mag het komend halfjaar weer goedgekeurd de zee op.
VAART UIT VERRE OORDEN
Kapitein Van Leeuwen klikt op een computerscherm. Andere schepen verschijnen als verzameling rode blokjes op de digitale haven-
ggdrotterdamrijnmond.nl
Stationsplein
Bouwen aan RTM _ 20/21
‘Het is licht en ruim, veel winkels. Het is heel wat beter zo’, vertelt een reizigster uit Twente, terwijl ze via de poortjes de stationshal van Rotterdam Centraal in schiet. ‘Sorry, ik moet weer verder.’ Ze is niet de enige. Duizenden mensen reizen dagelijks via de nieuwe OV-terminal, verrezen uit het bouwgeweld. Op het voorplein gaat het werk nog even door.
ting krijgt op de garage van het Schouwburgplein, nadert de eindstreep. IN MEEUWENVORM
‘Petje af’, vindt Jesse Van Elsberg tijdens de tour door het stationsgebied. Hij is projectleider buitenruimte Rotterdam Centraal. Ruim baan voor de voetganger rondom het station. Daar ligt zijn opgave. ‘Zie je het rode natuursteen in de hal? Dit loopt buiten door in een ‘rode loper’, een breed wandelgebied van het voorplein aan de Weenakant tot aan het Kruisplein. Je wandelt zo de binnenstad in. Langs de rode loper komen platanen in grote bakken. De bomen worden op de stadskwekerij in een speciale Y-vorm gekweekt. Die zogeheten ‘meeuwenvorm’ zag je ook op het oude station van Van Ravesteyn, in de perronkappen bijvoorbeeld. Ook de vlaggenmasten van vroeger staan straks weer op de wandelboulevard. Nog meer van die knipogen naar vroeger.’
Stadsionsgebied nadert eindstreep Rotterdam Centraal en eindfase worden voorzichtig in één adem genoemd. Al is de officiële opening in maart 2014, de terminal is al volop in gebruik. Via de winkelpassage stromen voetgangers van en naar de sporen. ‘Jarenlang persten reizigers zich door een smalle passage. Moet je nu zien: drie keer zo breed en al die winkels. Alsof het altijd zo is geweest’, aldus Freek Meijer, projectmanager Rotterdam Centraal bij de gemeente. SPECULAASJES
‘Let eens op de details’, geeft hij aan als we tussen de reizigers in de hal staan. ‘Je kent de Speculaasjes? Hij bedoelt de beelden van het oude station, die nu bij de ingangen van de vernieuwde fiets- en voetgangerstunnel staan. ‘De speculaasjesvorm zie je bovendien terug in de betonranden in de hal. Een knipoog naar het verleden. Net als de kenmerkende oude stationletters van ‘Centraal Station’ op de glazen pui en de oude stationsklok. Nieuw is een groot ledscherm, een geschenk van Havenbedrijf Rotterdam. Daar komen havenbeelden op voorbij en die van grote evenementen zoals het jazzfestival.’ ‘Dit is het mooiste plekje’, vindt Meijer. Vanaf perron 1 krijg je een totaalplaatje van de centrale hal. ‘Een levendige passage in een ruimtelijke hal met een bijzonder lijnenspel van de houten afwerking. Echt Rotterdams. Een prachtig overdekte buitenruimte eigenlijk.’ Onderweg
naar buiten staat de projectmanager even stil bij een lichte ruimte met loketten waar wat mensen wachten. ‘Hier zitten het Grenswisselkantoor, NS, RET en Hispeed samen in een ruimte. Het heeft de nodige energie gekost om dat voor elkaar te boksen. Ook geven RET, NS en VVV straks informatie vanuit een centraal servicepunt in de hal. Wel zo handig voor de reizigers toch?’ Het resultaat mag er zijn, vindt Meijer als hij buiten vanaf de Weenakant naar het fonkelende stationsdak staart. ‘Het gedeukte maakt het levendig. Al verschillen de meningen er wel over.’ Het omvangrijke project beheerst vanaf de start, inmiddels dus al tien jaar, zijn werkterrein. Een lastig afscheid zo met de afronding in zicht? ‘Opstarten is makkelijker dan straks overdragen aan de eigenaar’, geeft hij toe. ‘Voor mijn pensioen ga ik zo’n klus in ieder geval niet meer klaren. Openbaar vervoer, taxi’s, treinen en auto’s moeten elkaar op één plek vinden. Gigantisch.’ De terminal is zo goed als af, net als de Weenatunnel die het autoverkeer langs het station leidt. Maar er wordt nog flink getimmerd. Achter het Groothandelsgebouw bijvoorbeeld, waar in de Conradstraat pal naast de terminal een buseiland komt. Op het voorplein zijn werkzaamheden aan de toegang tot het nieuwe metrostation en de ingang van de kleurrijke fietskelder. Een kelder goed voor 5.200 fietsen. Deze gaat binnenkort open. Ook de Kruispleingarage, de diepste van Nederland, die ondergronds aanslui-
De buitenruimteklus reikt verder dan de directe omgeving van het station en is ‘opgerekt’ tot de contouren van Rotterdam Central District: de ontwikkeling van een 24uurs economie voor het Weenagebied. Een omgeving die zo is ingericht dat werknemers na het werk meteen richting theater, restaurant of supermarkt kunnen. ‘We haken aan op ontwikkellocaties als het Schieblock en het Weenapoint waar kantoren, appartementen en allerlei andere voorzieningen komen. De Conradstraat krijgt een boost en ook de Delftsestraat verandert in een echte stadsstraat.’ jesse van elsberg en freek meijer UIT ELKAAR
Aan de noordkant van het station wordt de lommerrijke sfeer van de oude wijk en fraaie Provenierssingel doorgezet. Bij deze uitgang huist De Broodjeszaak. ‘We hebben nu twee zaken hier in de hal. Het zijn mooie winkels hoor’, vertelt werkneemster Melanie. ‘Een minpuntje: je moet als reiziger helemaal naar de uitgangen van de hal om je OV-chipkaart op te laden of een kaartje te kopen. De automaten staan ver uit elkaar.’ Ze ziet de ondergrondse fietsenstalling wel zitten. ‘Ben je vroeg, dan kun je je fiets wel kwijt. Anders mag je van geluk spreken dat je een plekje vindt. Ik merk wel dat het door alle veranderingen een stuk drukker is. In de zaak dus ook en dat is vooral erg gezellig.’
rotterdm.nl/rotterdamcentraal rotterdm.nl/centraldistrict
Stad
Bouwen aan RTM _ 22/23 geprojecteerd
Schoolvoorbeeld van zelfbouw Wonen in een schoolgebouw; dat klinkt misschien als iets voor krakers? Nee hoor! In Rotterdam kan het als mede-eigenaar. Aan de Duytstraat in Delfshaven worden twaalf klaslokalen omgebouwd tot unieke woningen met plafonds van maar liefst 4,5 meter hoog. Wonen op niet zo voor de hand liggende plekken is hip. Dit blijkt wel uit de grote belangstelling tijdens de open dagen van de eerste zelfbouwschool in Rotterdam. Gemeentelijk projectmanager Arienne de Muynck merkt veel belangstelling uit verschillende hoeken. ‘Jong, oud, starter, doorstromer, alleenstaanden, stellen en gezinnen kwamen op de zelfbouwschool af. Velen vonden het gebouw uit 1929 erg aantrekkelijk
vanwege het mooie, karakteristieke trappenhuis, de bijzondere details in de gangen en de hoogte van de lokalen. Zo’n gebouw biedt mogelijkheden om woningen te creëren, waar ruimte is voor bijzondere woonwensen en gemeenschappelijke functies. Denk bijvoorbeeld aan een collectieve tuin op het zeshonderd vierkante meter tellende schoolplein.’ Wat geïnteresseerden ook aanspreekt is de gezamenlijke aanpak. Met collectief particulier opdrachtgeverschap vindt de transformatie van school naar woningen plaats. De kopers krijgen bij het ontwikkelen van hun plan begeleiding van een vergunningencoach van de gemeente. En van adviseurs van Urbannerdam, een bureau
dat corporaties, overheden, bewonersorganisaties en kopersverenigingen adviseert en begeleidt bij onder meer projectontwikkeling. De Muynck: ‘Voor de Duystraatschool schreven zich enthousiaste mensen in, die alle graag langere tijd in dit gebouw willen wonen. Ze richten nu een kopersvereniging op, met wie wij een ontwikkelovereenkomst afsluiten. Onder begeleiding verdeelt de groep het schoolgebouw over de inschrijvers. Dat is een leuke en uitdagende puzzel van verschillende woonwensen.’ De gemeente wil meer scholen te koop te zetten als zelfbouwproject. Houd de website in de gaten voor het aanbod. rotterdam.nl/zelfbouw
Rust op steenworp van de stad Veel grote bouwprojecten in Nederland vallen stil. Maar in Park 16Hoven wordt rustig verder gebouwd. Gerard de Jong en Joke Weber - de Jong, bewoners van het eerste uur, weten wel waarom juist dit project zo succesvol is. Het jonge architectenstel woont op het Noordereiland. Met een kind en een tweede in aantocht is het tijd voor een groter huis. Met achtertuin uiteraard. Een zoektocht begint. Binnen Rotterdam, maar ook buiten de stad. Niets voldoet. De Jong: ‘Van bestaande bouw maakten we de omslag naar nieuwbouw. Ons oog viel op Park 16Hoven.’ Het stel betrekt in 2007 als tweede gezin hun nieuwe woning. ‘Een keuze waar we tot op de
dag van vandaag geen spijt van hebben’, vertelt De Jong. Als een van de eersten wonen op een bouwterrein, betekent pionieren. Om het gevoel midden in een bouwput te wonen tegen te gaan, zijn er binnen het park verschillende activiteiten. Die helpen nieuwe bewoners zich zo snel mogelijk thuis te laten voelen. Zo is er een mobiele plantenkas en
een familielounge waar bewoners elkaar kunnen treffen. Park 16Hoven kenmerkt zich door jonge gezinnen die kiezen voor rust en toch dichtbij de stad willen wonen. Voor het architectenstel en de kinderen Lucas en Lisa is het daarom gezellig vertoeven. Volgens De Jong is de sociale cohesie in de wijk groot. ‘Op het Noordereiland bleef het vaak bij een kort praatje met de buren. Hier gaan we goed met ze om. Er is een straatbarbecue en kerstborrel. Kinderen spelen samen op straat en dat maakt dat ook de ouders elkaar weten te vinden.’ ‘Dat is wellicht onderdeel van het succes hier’, licht De Jong toe. ‘Er zijn altijd nieuwe gezinnen die meer ruimte zoeken.’ Dan is Park 16Hoven ideaal. ‘Hier sta ik in mijn rustige achtertuin met uitzicht op de skyline van Rotterdam. Als je deze wijk zou moeten omschrijven in een paar woorden: ‘Lekker buiten in Rotterdam’.’ info
Aan haar noordkant bouwt Rotterdam zes nieuwe buurten onder de naam Park 16Hoven. Deze nieuwe wijk biedt ruimte aan 1.600 woningen en 4.000 mensen. Het project kent een groot aantal voorzieningen zoals scholen, winkelcentra, sportaccomodaties en natuurlijk het park zelf. De woningen varieren van eensgezinswoningen tot vrijstaande villa’s maar biedt toekomstige bewoners ook de ruimte om op een kavel zelf aan de slag te gaan. park16hoven.nl
Klaar voor de bouw… start! De tijd die de gemeente nodig heeft om een bouwproject groen licht te geven, wordt teruggebracht van 2,5 jaar naar zes maanden. Hoe? Door een nieuwe aanpak die de gemeente samen met partners uit de bouwsector heeft ontwikkeld. Het geheim van de nieuwe aanpak is organisatie van een goede samenwerking tussen alle betrokken afdelingen van de gemeente en natuurlijk de bouwers, investeerders en ontwikkelaars. Harm Noordhof is als ontwikkelmanager bij maatschappelijke vastgoedonderneming Havensteder nauw bij de aanpak betrokken: ‘We stemmen al in de voorfase veel eerder en goed met elkaar af. In plaats van een vergunning te weigeren aan een afgerond projectplan, adviseert de gemeente nu al tijdens de ontwerpfase. De gemeente gaat dus van een controlerende naar een adviserende rol. Ik vind het best bijzonder dat wij als marktpartij mee mogen doen met dit veranderingsproces.’ Toch lag die samenwerking niet voor de hand. ‘De bouwwereld is een dramatisch harde wereld’, verzucht
André Klouwen, manager Ketenintegratie van bouw- en ontwikkelbedrijf Dura Vermeer. Noordhof beaamt dat. ‘Door beter samen te werken, kunnen we processen versnellen en verbeteren en maak je gebruik van elkaars expertise. Vroeger was hiervoor te weinig vertrouwen. We hebben lang gewerkt in een soort strijdcultuur. Nu zoeken we naar het gemeenschappelijke belang in plaats van je gelijk te willen halen.’ Ron Voskuilen, directeur stadsontwikkeling binnen de gemeente Rotterdam is trots op de nieuwe aanpak. ‘Door met meerdere disciplines al tijdens het ontwerpproces samen te werken, worden fouten voorkomen. Dat scheelt tijd en geld.’ In de proef waarin de nieuwe werkwijze is uitgeprobeerd, werd tien weken winst geboekt voor iedereen. De aannemer was eerder klaar, bewoners betrokken eerder hun nieuwe woning en er was binnen het budget gebouwd. Dat het proces wordt verkort, is dus op vele vlakken veel waard.
Weena
RTM onderneemt _ 24/25
’We kunnen met tevredenheid terugkijken’
Dennis Damink, portefeuillemanager commercieel vastgoed bij de gemeente: ‘Voorheen stonden alleen panden op de site die leeg waren en die we actief te koop of te huur aanboden via een makelaar. Nu vind je er al het vastgoed dat verkocht kan worden. Ook de kantoor- en bedrijfspanden die op dit moment nog verhuurd worden.’
Henk de kok en dennis damink
De gemeente wil zo veel mogelijk van haar commerciële vastgoed verkopen. Daarom is de website van de gemeentelijke stadsmakelaar vernieuwd. Wie interesse heeft, kan zich eenvoudig melden.
Gemeentelijk vastgoed zoekt kopers
De gemeente heeft twee soorten vastgoed: maatschappelijk en commercieel. Tot het maatschappelijk vastgoed behoren gebouwen en objecten die de gemeente zelf gebruikt voor maatschappelijke doelstellingen, zoals sporthallen en schoolgebouwen. Dit vastgoed wil Rotterdam behouden en kostendekkend verhuren. Commercieel vastgoed vormt alle objecten die de gemeente in bezit heeft maar niet zelf gebruikt. Dat kunnen kantoren zijn, bedrijfsruimtes, woningen en niet meer in gebruik zijnde scholen, maar ook stukken grond. Rotterdam heeft deze objecten meestal gekocht om beleid te kunnen realiseren, zoals de aanleg van wegen, gebiedsontwikkeling of veiligere wijken. De gemeente kocht dan bijvoorbeeld een pand op waar drugsoverlast was, en zorgde dat er weer een nette huurder in kwam. WINST DOOR MOGELIJK VERLIES
De gemeente heeft dit vastgoed veelal jaren in haar bezit. Waarom dan juist nu verkopen, in een tijd dat het relatief weinig oplevert? Damink: ‘Het beheren van commercieel vastgoed is geen kerntaak van de gemeente, maar legt wel beslag op mensen en middelen. Op dit moment is er financiële noodzaak om het rendement van de commerciële portefeuille te verbeteren. Bij panden met hoge exploitatielasten (zoals een hoge rente of hoge onderhoudskosten) is verkoop vaak de beste optie. Zelfs als dat met verlies is. En een wijk kan er van opknappen, bijvoorbeeld met klushuizen. Wij verkopen die panden voor een lage prijs, maar met een herstelverplichting. De bewoners vinden het leuk, zij gaan zelf klussen en de wijk wordt er beter van.’ MARKT- VERSUS BOEKWAARDE
Om hoeveel geld gaat het? Als Rotterdam in één keer al het vastgoed zou verkopen, zijn we dan uit de crisis? Damink: ‘Nee, zeker niet! Dat wordt wel eens gedacht maar dat is een misverstand. Tegenover elk pand staat een lening die moet worden afgelost. De boekwaarde is 2 á 2,5 miljard euro, voor het maatschappelijk en commercieel vastgoed bij elkaar. Bij elkaar opgeteld hebben we het dan
Ruud van Berkel van Habejo Holding heeft Miniworld Rotterdam (voorheen Railz) gekocht van de gemeente. ‘Wij zijn grootaandeelaanhouder van Miniworld. Nu de gemeente het commerciële vastgoed wil verkopen, hebben we die gelegenheid aangegrepen het pand te kopen. Wij denken dat wij als commerciële verhuurder beter aan de belangen van huurder Miniworld Rotterdam tegemoet kunnen komen. Bijvoorbeeld in geval van urgente onderhoudskwesties, zoals lekkages in de publieksruimtes, kunnen wij veel sneller handelen dan de gemeente. De gemeente heeft altijd lange beslistrajecten, dat merk je ook bij de koop zelf. Bij ons verliep het overleg zeer constructief. Ik denk dat beide partijen met tevredenheid kunnen terugkijken.’
momenteel over ongeveer 3.000 objecten. De boekwaarde is dus de schuld die we voor deze objecten hebben. De marktwaarde is de prijs waarvoor we het verkopen. Of die boven of onder de boekwaarde uitkomt is per pand verschillend. Daarom is het moeilijk te zeggen wat de totale marktwaarde is. We laten momenteel de hele portefeuille waarderen.’ BIJZONDERE PANDEN
Intussen is Henk de Kok aangeschoven. Hij is assetmanager commercieel vastgoed. Heeft hij nog bijzondere panden in de verkoop? ‘De gemeente heeft hele mooie objecten in portefeuille. Bijvoorbeeld restaurant De Tuin aan de Plaszoom. De huurder, het restaurant dus, blijft erin, dus het pand is vooral interessant voor beleggers. En boerderijtjes aan de linker Bergse Rottekade. Dat zijn bijzondere objecten met veel grond eromheen. Verder verkopen we regelmatig objecten aan de huurders, zoals Miniworld Rotterdam aan het Weena.’ TRANSPARANT EN TE TOETSEN
Is er verschil in het kopen bij de gemeente in vergelijking met andere partijen? Damink: ‘Het verschil is dat wij transparant zijn en geen onderscheid maken. Als particuliere partij mag je zelf bepalen aan wie je je pand verkoopt en voor welke prijs, desnoods voor de helft van de waarde. Wij mogen dat niet van het college van B en W. Als overheid hanteren we voor iedereen dezelfde regels. We verkopen in principe niet onder de taxatieprijs en sluiten niemand op voorhand uit. Wel laten we de zogeheten Bibob-toets doen naar mogelijke criminele handelingen in het verleden. En we proberen vooraf duidelijkheid te krijgen of de potentiële koper de financiering rond kan krijgen. Maar alles is transparant en toetsbaar.’ stadsmakelaar-rotterdam.nl
Stad
RTM onderneemt _ 26/27
Eén servicepunt voor Rijnmondse werkgevers verkoopmedewerkers. Daarna gaan we kijken hoe we vraag en aanbod op elkaar kunnen laten aansluiten. Bijvoorbeeld in het geval van een werkgever die lassers nodig heeft. Er zijn niet zo veel werkzoekende lassers, maar wel werkzoekenden die met de juiste begeleiding lasser zouden kunnen wórden. Wij kunnen die werkgever dan ondersteunen bij het ontwikkelen van een goed leer-werktraject. Verder geven we werkgevers advies over zaken als subsidie- en werknemersregelingen, maatschappelijk verantwoord ondernemen en natuurlijk Social Return.’ Dit laatste houdt in dat een bedrijf alleen opdrachten voor bijvoorbeeld de gemeente Rotterdam kan doen, als het een percentage van de opdrachtsom besteedt aan langdurig werkzoekenden. ton van der leck
Werkgevers kunnen met al hun personeelsvragen terecht bij WerkgeversServicepunt Rijnmond. Niet alleen voor werving en selectie, ook voor informatie en advies over subsidieregelingen, maatschappelijk verantwoord ondernemen en de invulling van de Social Return-voorwaarde én voor het uitbesteden van werk. Het WerkgeversServicepunt Rijnmond, afgekort WSPR is een samenwerkingsverband tussen UWV, gemeenten, sociale werkbedrijven, onderwijsinstellingen en kenniscentra uit de regio Rijnmond. Het doel? Om zo veel mogelijk mensen uit de regio Rijnmond duurzaam aan de slag te krijgen en te houden. Daarbij gaat het vooral om werkzoe-
kenden die nu van een gemeentelijke uitkering moeten rondkomen, en mensen met een arbeidshandicap. ‘Daarom zijn werkgevers uit de regio onze belangrijkste partner’, zegt Ton van der Leck, manager van het WSPR. ‘Zij hebben immers de banen, die werkzoekenden een zelfstandige toekomst kunnen bieden. Daarom is de vraag van werkgevers en hun behoefte aan ondersteuning voor ons leidend.’ Van der Leck vervolgt: ‘Het begint met een goede arbeidsmarktanalyse. Waar zijn de vacatures die interessant zijn met het oog op onze doelgroepen? Momenteel is dat vooral binnen de thuiszorg en de installatietechniek. Ook zijn er vacatures voor lassers en
Het WSPR geeft niet alleen advies. ‘Wij kunnen werkgevers ook letterlijk werk uit handen nemen,’ vertelt Van der Leck. ‘Zij kunnen (delen van) het productieproces of de opdrachtenportefeuille via ons uitbesteden, bijvoorbeeld in het geval van seizoenspieken of onvoorziene werkzaamheden. Omdat wij intensief samenwerken met sociale werkbedrijven uit de regio Rijnmond kunnen wij vooral eenvoudige werkzaamheden snel uitbesteden, zoals confectiewerk, assemblage, montageopdrachten en inpakwerk.’
geprojecteerd Parkeergarage op afroep Een parkeerplaats vinden op de Wilheminapier kan lastig zijn. Het aantal plekken is beperkt en met de lopende bouwprojecten, komt op termijn het parkeren op straat in de knel. De gemeente lost dit probleem op met een verplaatsbare parkeergarage, die plaats biedt aan 270 bolides.
De innovatieve parkeergarage telt drie verdiepingen, is volledig demontabel en kan eenvoudig worden verbreed, verhoogd of juist verkleind. De parkeertoren staat er nu nog niet, maar is op afroep beschikbaar. Wat dat inhoudt? Dat de garage pas wordt neergezet op het moment dat er daadwerkelijk te weinig parkeerplekken op straat dreigen. Leverancier Park4all bouwt de toren dan in minder dan negen weken op. De gemeente schat in dat dit tussen nu en drie jaar nodig zal zijn. Wethouder Baljeu ziet in de parkeergarage een slimme oplossing: ‘Met de tijdelijke garage kunnen we de parkeercapaciteit op de Wilhelminapier op niveau houden tijdens
geprojecteerd
Het WerkgeversServicepunt Rijnmond behoort tot een netwerk van één landelijk en vijfendertig regionale WerkgeversServicepunten. Meer info op de website. wsprijnmond.nl
Geen inkoop zonder ordernummer De gemeente zet alle zeilen bij voor de overgang naar één centrale administratie. Al betreft het hier een interne operatie, ook leveranciers merken verandering. De boodschap: zorg altijd voor een inkoopordernummer om betaling van een factuur gladjes te laten verlopen. De gemeente maakt de stap naar één centrale administratie om het huishoudboekje overzichtelijker te maken en facturen sneller af te kunnen handelen. Wat dat voor leveranciers betekent? Kregen zij eerst telefonisch, per e-mail of op andere manieren opdrachten door, nu is een inkoopordernum-
mer verplicht voor de afhandeling van de factuur. Leveranciers ontvangen dit inkoopordernummer bij een opdracht, zodat zij dit op de nota kunnen vermelden.
Leveranciers met vragen over facturen of die willen weten hoe het met een betaling staat, kunnen contact opnemen met de gemeente via onderstaand telefoonnummer.
Ontbreekt een inkoopordernummer, dan kan dat gevolgen hebben voor de doorlooptijd en verwerking van een rekening. Deze wordt niet betaald of blijft steken in het systeem, waardoor leveranciers soms op hun geld moeten wachten. Om te voorkomen dat facturen gaan dwalen of te lang blijven liggen, is het advies aan leveranciers dan ook: zorg dat je naast de opdracht altijd een inkoopordernummer krijgt. Dat versoepelt het proces.
Het centrale factuuradres: Gemeente Rotterdam, naam aanvrager en organisatieonderdeel (cluster), Postbus 33100, 3005 EC Rotterdam. De factuur kan ook in pdf-formaat naar onderstaand mailadres worden verzonden.
[email protected]
park4all.com
lopende bouwprojecten. We investeren in een garage die we in vijf jaar kostendekkend kunnen exploiteren. Op elk moment kan worden besloten of de garage op een andere plek wordt ingezet of dat we hem weer terugverkopen aan de leverancier.’ Volgens Marco Huibrechtse, algemeen directeur van Park4all, maakt de gemeente Rotterdam maximaal gebruik van de mogelijkheden die het systeem biedt: ‘Juist in een dynamische omgeving als de Wilhelminapier is het belangrijk dat je heel snel kunt inspelen op de veranderende parkeerbehoefte. Ons systeem ademt volledig mee met de vraag. Neemt die toe, dan kun je er eenvoudig een extra verdieping bovenop zetten.’ Besluit de gemeente om de parkeergarage te laten plaatsen, dan krijgt deze een plek tussen het World Port Center en de Cruise Terminal. De tarieven van de garage zijn gelijk aan die van parkeren op straat op de Wilhelminapier. De bovenste verdieping is bestemd voor abonnementhouders van Las Palmas.
Stad
Wij zijn Rotterdammers! _ 28/29 ‘Je schiet niet op echte duiven hoor’
‘Capoeira kent net als het leven een dialoog’
Ad van Dijk Directeur en oprichter Schietbaan Europoort
Jeroen Verheul (bijnaam Rouxinol) Professor (leraar) Aldeia Capoeira
Rotterdam is een echte sportstad. Als thuishaven van verschillende grote sportclubs en grote sportevenementen. En van wat minder veelgehoorde sporten. Kleiduivenschieten op de Schietbaan Europoort Rotterdam is daar een van. In Rotterdam beoefenen ongeveer 200 mensen deze sport in competitieverband.
Sommige sporten zijn meer dan alleen een sport, ze zijn een manier van leven. Zo ook capoeira. Deze honderden jaren oude Afro-Braziliaanse krijgskunst, combineert vechtsport, acrobatiek, dans en muziek. Rotterdam is al bijna twintig jaar ‘besmet’ met het capoeira-virus en een paar honderd mensen zijn inmiddels binnen deze sport actief.
ZIJN ER VOOROORDELEN OVER KLEIDUIF SCHIETEN?
JEROEN VERHEUL OF ROUXINOL?
‘Sommige mensen die voor het eerst kennismaken met deze Olympische sport, denken dat ze gaan schieten op een echte duif. Ver voor mijn tijd werden inderdaad echte duiven losgelaten, maar dat is nu niet meer het geval. Het enige dat de kleiduif gemeen heeft met een échte vogel, is dat ze beiden door de lucht vliegen.’
‘Mijn echte naam is Jeroen Verheul. In de capoeira-wereld is een bijnaam heel normaal. Deze vertelt iets over de persoon die de sport beoefent. Toen ik met capoeira begon, voelde ik me niet alleen aangetrokken tot de sport, maar ook tot de bijbehorende muziek. Rouxinol is een Braziliaanse zangvogel, een soort nachtegaal.’
WELKE ROTTERDAMMERS BEOEFENEN DEZE SPORT?
WAAR STAAT ALDEIA CAPOEIRA VOOR?
‘De leeftijd varieert van vijfentwintig tot tachtig jaar. Daarvan is tweederde man. Kleiduivenschieten is een wat duurdere sport. Je hebt naast een goede uitrusting ook personeel, machines en een geschikte accommodatie nodig. Nederland kent maar een of twee topschutters. De vijftien competitiebanen liggen ver uit elkaar. Ook door het vele reizen is het een dure sport.’
‘De naam betekent nederzetting ofwel dorp. We voelen ons ook een nederzetting. Studenten en leraren zijn een hechte groep. Daarnaast is het ook een acroniem, alle letters in Aldeia staan voor iets. Vrij vertaald: kunst, gevecht, dansen, sportelement, instrument en blijdschap.’
WAT MAAKT het ZO AANSPREKEND?
‘Het is een pure teamsport met veel actie. Kogelschieten is bijvoorbeeld veel statischer. De kleiduif heeft bij aanvang een snelheid van 120 kilometer per uur. En binnen zestig meter ligt hij al weer op de grond. Na vijfentwintig à dertig meter móet je geschoten hebben. Dat vergt een gigantische reactiesnelheid. Schutters moeten minimaal achttien keer per jaar schieten om hun vergunning te behouden. Binnen de competitie ligt de gemiddelde score op 92 keer raak op honderd kleiduiven die de lucht in gaan.’ ‘In wedstrijdverband is het de truc om de schutter van de wijs te brengen. Een seconde verminderde concentratie betekent namelijk missen. Dan krijg je inderdaad wel een opmerkingen in de trant van ‘je hebt wapperende broekspijpen, ben je nerveus?’ Dat is voor ons de gekkigheid die erbij hoort.’ schietbaan.com
SPORT ALS FILOSOFIE OF FILOSOFIE als SPORT?
‘Sport als filosofie. Het kent allereerst een sportelement. De fysieke training is voor veel mensen het belangrijkst. Maar die andere elementen zijn onlosmakelijk aan het beoefenen van capoeira verbonden. Je leert bijvoorbeeld muziek maken waarmee je energie doorgeeft. Het geluid zorgt ervoor dat je boven jezelf uitstijgt. Dat is echt uniek voor deze sport.’ ‘Naast muziek en de daaruit vloeiende interactie bestaat er ook een spelelement. De uitdaging is niet om iemand zo snel mogelijk uit te schakelen, zoals bij veel vechtsporten wel het geval is. Het spél telt. Daar word je mede op beoordeeld. Eigenlijk is het een dialoog van lichaam, vraag en antwoord, een parallel met het leven. Maar wel een dialoog met een vechtsportelement. Het is en blijft een vechtkunst. Die verscheidenheid in kunsten die samenkomen, is ook de reden waarom mensen zich tot capoeira aangetrokken voelen.’
aldeiacapoeira.com
Stad
Leven in RTM _ 30/31
Veel mensen zetten zich beroepsmatig of vrijwillig in voor een leefbare, groene stad. Misschien niet altijd even zichtbaar; ook bepaalde diersoorten dragen hun steentje bij. Schapen, fretten en bijen hebben een nuttige rol bij het onderhouden en bevorderen van onze Rotterdams natuur.
Dieren in stadsdienst ’Geniale grasmaaiers’
‘Bij voor biodiversiteit’
Marjolein Zwijnenburg is een van de vijf schaapsherders die met haar herdershond en kudde milieuvriendelijke grasmaaiers langs dijken en stadparken in Rotterdam trekt. In opdracht van de gemeente houden zij het gras kort.
De stad is tegenwoordig een prima omgeving om bijen te houden. Beter zelfs dan het platteland. Rotterdam vormt dan ook het werkterrein van de bijenvolken van stadsimker Abderrahim Bouna.
‘Grazen is een natuurlijk proces. Schapen zijn kieskeurig en eten vooral gras. De kruiden en bloemen laten ze staan. Ook verspreiden ze via hun vacht en mest allerlei zaden. Dat is goed voor de biodiversiteit.’ vertelt Zwijnenburg. Ook de bewoners vinden de schapen duidelijk reuzeleuk. ‘Laatst stond ik met de kudde op de Mathenesserdijk. Daar wonen veel kinderen. Ieder dag kwamen ze kijken. Eerst vinden ze de schapen eng en stinken. Maar voor je het weet lopen ze ertussen om ze te aaien.’ Schapen hebben nog meer voordelen. Ze gebruiken geen benzine, hebben maar weinig onderhoud nodig en ze planten zichzelf voort. Zwijnenburg: ‘Alle schapen in de kuddes zijn dames. In de zomer komt de ram erbij. Vanaf 1 januari is het lammertijd en breekt voor ons een drukke periode aan. De rammetjes gaan gelijk naar de slacht. Een deel van de ooitjes wordt verkocht en een deel gebruiken we om de oude schapen in de kuddes te vervangen.’
‘De biodiversiteit in de stad is tegenwoordig groter dan die op het platteland.’, vertelt Bouna. ‘Daar wordt veel gif gebruikt en zie je grote lappen grond met dezelfde gewassen. Logisch dus dat je steeds meer stadimkers ziet.’ Bouna is een onafhankelijke ondernemer die op verschillende locaties in de stad bijenkasten heeft staan. Op volkstuinen, bij stadlandbouw Uit Eigen Stad, op educatieve tuin De Enk en zelfs in enkele particuliere tuinen. In elke kast woont een bijenvolk van 20.000 tot 50.000 bijen. GOEDE ZORGEN
Het werk van een imker bestaat uit zorgen dat de bijen het zo goed mogelijk naar hun zin hebben. ‘Ik zorg dat hun behuizing optimaal is en houd de ontwikkeling van het volk in de gaten. In ruil voor die goede zorgen geven ze mij hun honing. Per jaar produceert een bijenvolk ongeveer 25 kilo honing. Die honing verkoop ik via de website stadsimker.nl’
geen appels, peren, en tomaten. Bijen zijn dus essentieel bij de voortplanting van gewassen. En zo bevorderen ze de biodiversiteit in de stad nog verder.’
‘Fretten op konijnenjacht’ Op begraafplaats Crooswijk geven konijnen flinke overlast. Ze graven holen en eten van de bloemen op de graven. De gemeente zet fretten in om de konijnen te vangen. Boswachters Frits Groen en Bert Pellegrom leggen uit hoe dat gaat.
‘Eerst sluiten we een konijnengang aan alle kanten af met kooitjes of netten’, vertelt boswachter Pellegrom. ‘Vervolgens zetten we een fret in het hol. Die jaagt de konijnen de kooitjes in en wij kunnen ze dan gemakkelijk pakken.’ NIET ZIELIG
Nee hoor, dat is niet zielig vinden beide boswachters. Boswachter Groen: ‘Konijnen hebben een hoge aaibaarheidsfactor. Maar ze richten ook veel schade aan. Zodra mensen hinder van ze ondervinden, willen ze dat we ingrijpen. Het fretteren is een de van weinige manieren die humaan én toegestaan is. De Flora- en Faunawet verbiedt het gebruik van gif en klemmen want die zijn erg dieronvriendelijk.’ De fretten doen hun werk ook op andere plaatsen in de stad. Bijvoorbeeld in het Oude Westen waar konijnen onder garageboxen graven en hele bomen van hun bast ontdoen. En in het hertenkamp in Pernis en het park bij de Euromast. Pellegrom: ‘We gaan regelmatig met de fretten op pad om de konijnenpopulaties op verschillende locaties in de stad onder controle te houden.’
VEEL BEKIJKS
voortgeplant
fred de fret
Moeten de schapen naar een andere wei in dezelfde wijk, dan gaat Zwijnenburg gewoon te voet. Herdershond Fly is daarbij onmisbaar. Hij zorgt ervoor dat de kudde bij elkaar blijft en dat er geen schapen weglopen. ‘Om de overlast te beperken, nemen we zoveel mogelijk het fietspad. Dat geeft een beetje overlast maar vooral veel bekijks.’
Hoe zat het ook alweer met de productie van die honing? Bouna legt het nog eens uit. ‘Van de nectar in de bloemen maken bijen honing. Tijdens het verzamelen brengen ze de mannelijke delen van een bloem op het vrouwelijke deel; de zogenoemde bestuiving. Dankzij die bestuiving kan bevruchting plaatsvinden. En zonder bevruchting
De fretten zijn eigendom van boswachter Groen. Hij heeft er acht. ‘Ze heten allemaal Fred want luisteren doen ze toch niet’, lacht hij. Een speciale opleiding hebben de fretten niet genoten. ‘Jagen doen ze van nature. Je moet ze wel handtam maken en houden, door ze iedere dag even op te pakken. Anders bijten ze in je vingers.’
Stad
Leven in RTM _ 32/33 geprojecteerd
Gekapt met die vergunning Is een boom ziek of geeft hij heel veel overlast? Particulieren die een boom in eigen tuin willen kappen, hebben daar sinds 1 juli geen vergunning meer voor nodig. Bedrijven, verenigingen, stichtingen, woningcorporaties en de gemeente zélf, moeten nog wel een vergunning aanvragen. Als een Rotterdammer als particulier voorheen een vergunning aanvroeg, werd deze eigenlijk nooit geweigerd. Daarom heeft de gemeente besloten deze particuliere vergunning te schrappen. De verwachting is echter niet dat Rotterdammers nu massaal naar de zaag grijpen. De meeste particulieren die een boom in de tuin hebben, genieten daarvan. Daar komt bij: de voordelen van bomen in de stad zijn groot. ‘Met het warme weer van afgelopen zomer zijn we dankbaar dat er genoeg bomen in de
buurt zijn’, zegt Ronald Loch, adviseur bomen bij de gemeente Rotterdam. ‘Ze geven verkoeling door hun bladerdek en door verdamping van water. Dat scheelt al snel een paar graden.’ Het grootste voordeel is volgens Loch dat mensen zich prettiger voelen in een groenere stad. ‘Dat is wetenschappelijk bewezen. Het blijkt ook dat mensen die in een ziekenhuis op groen uitkijken, sneller genezen.’
Loch is een echte bomenliefhebber. ‘Bomen moeten we zo goed en zo lang mogelijk voor de stad behouden.’ Hoe voorkom je dat je een boom moet kappen? Het begint al bij het begin. Plant een boom niet te dicht tegen een woning aan en laat je goed voorlichten. Plant de juiste boom op de juiste plaats. ‘En die ene keer per jaar de dakgoot schoonmaken, weegt echt wel op tegen alle voordelen die een boom je biedt.’
Bomen in de tuin kunnen bovendien bepalend zijn voor de waarde van een huis; het scheelt al snel duizenden euro’s. ‘Nu particulieren geen vergunning meer hoeven aan te vragen, hoop ik niet dat ze makkelijker een boom kappen. Dankzij de bomen hebben bewoners vogels en nuttige insecten zoals bijen en vlinders in de tuin.’
Voor zakelijke particulieren (o.a. bedrijven, stichtingen, verenigingen) zijn de regels zelfs nog iets aangescherpt. Een Omgevingsvergunning (werkzaamheden kappen) is nodig voor bomen met een stamomtrek vanaf vijftig centimeter, gemeten op 1.30 meter hoogte. Het aanvragen van een vergunning kost 735 euro, ongeacht het aantal te kappen bomen.
rotterdam.nl/omgevingsvergunning
Gluren bij buren in loft en kluskot
mark slegers en siemen cox
Subtropische RotterZwam…?
Ontdek de verschillende woonmogelijkheden en beleef de stad van wijk tot wijk. Ook dit jaar is oktober weer omgedoopt tot woonmaand en zetten verschillende Rotterdammers hun deuren open.
De RotterZwam is een prachtige, roze oesterzwam. Deze zwammen groeien in de catacomben van het leegstaande zwemparadijs Tropicana, waar Siemen Cox en Mark Slegers ze verwennen met koffiedik en stro.
Op zoek naar een riante gezinswoning of juist naar een compacte studentenkamer? Rotterdam is van alle woonmarkten thuis. Doe inspiratie op en bekijk in oktober het aanbod én gluur met toestemming bij de buren naar binnen. Dit jaar is er speciale aandacht voor zelfbouw en duurzaamheid. De verscheidenheid in Rotterdam is groot. Zowel in winkels, restaurants en allerlei andere voorzieningen, als in wijken en woningaanbod. De stad laat graag de keur aan mogelijkheden zien. ‘Het totaalplaatje is echt bijzonder’, vertelt Petra Eielts (informatiecentrum Rotterdam.info). ‘Het aanbod is heel divers en interessant voor verschillende leefstijlen. Zeker voor studenten, gezinnen en hoogopgeleiden is er veel keus.’ De thema’s van de woonmaand passen goed bij deze groepen: kindvriendelijk, design & architectuur en culinair. Het laatste thema sluit weer mooi aan bij het World Food Festival (zie ook de beeldspread op pagina 2/3, red). Andere onderdelen van de woonmaand zijn de woonbeurs en de kavelmarkt.
Tropicana, welke Rotterdammer kent het niet? Al drie jaar ligt het subtropische zwembad aan de Maasboulevard er verlaten bij. Maar dat duurt niet lang meer. De plannen om er een stadskas van te maken, nemen steeds concretere vormen aan. Zo heeft restaurant Picknick het oude buitenbad omgetoverd tot het ‘coolste’ zomerterras van de stad. En zijn duurzaam ondernemers Cox en Slegers in de kelder – waar ooit de beautysalon huisde – druk met oesterzwammen in de weer.
Het programmaonderdeel ‘Gluren bij de Buren’ blijkt altijd weer een succes. Verschillende Rotterdammers stellen hun huis open, zodat nieuwsgierigen ongegeneerd over de drempel kunnen wandelen en interieurs kunnen bewonderen. Het is ook een mooi
moment om de bewoners uit te horen over de wijk en het huis waarin ze wonen. Of het nu een loft is in een oude pakhuis of een gezinswoning in een nieuwbouwwijk. rotterdam.info
‘We hebben helaas net geoogst’, zegt Cox als hij de deur van een kleedkamer opent. ‘Omdat we een echt vers product willen leveren, bezorgen we de paddenstoelen op de oogstdag.’ Aan de ijzeren kledingrekken hangen nu alleen een soort worsten. Het zijn zakken met het zogeheten substraat (voedingsbodem, red.)
facebook.com/TropicanaPaddenstoelen
waarop de paddenstoelen groeien. Ze zijn bevestigd aan de rode plastic zwembadhangers. ‘We proberen alles wat we hier aantreffen te hergebruiken’, legt Cox uit. Hij loopt naar een andere ruimte waar een kliko met snoer eraan staat. ‘Dit is onze zelfgemaakte hooistomer. Hierin wordt het hooi gepasteuriseerd dat we voor het substraat gebruiken. En in die snelkookpannen steriliseren we koffiedik.’ De roze oesterzwam groeit dus op afval? Cox knikt. ‘Op koffiedik en stro. Dat betrekken we van lokale ondernemers. Koffiebar Lebkov produceert elke dag negentien kilogram koffiedik. Ze verzamelen het in emmers en die ik haal ik met mijn bakfiets op.’ Als het substraat ‘op’ is, wordt het gecomposteerd tot bodemverbeteraar. Zo maken ze van afval dus twee nieuwe producten. En dat is volgens Cox geen recyclen, maar ‘upcyclen’. ‘We willen de RotterZwam nu zo snel mogelijk op de kaart krijgen’, besluit Cox. ‘Niet alleen bij restaurants, maar ook bij particulieren en biologische winkels. Want hij hoort natuurlijk gewoon op je bord.’
Stad
RTM veiliger _ 34/35
Binnen de Buurt Bestuurt-aanpak bepalen inwoners samen met professionals de speerpunten in een wijk als het gaat om schoon, heel en veilig. Een goed voorbeeld van hoe de gemeentelijke Directie Veiligheid met Project V haar nieuwe veiligheidsbeleid vorm wil geven voor Rotterdam. Niet van achter een bureau, maar samen met bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. Verbinden, vertrouwen en veiligheid staan daarbij centraal. Het is oktober 2012. Het meerjarenplan Veiligheid loopt op zijn einde. Vanuit de gemeentelijke Directie Veiligheid besluit men de vorming van een nieuw plan op een andere manier aan te pakken. ‘We zijn te rade te gaan bij de inwoners, ondernemers, partners en maatschappelijke organisaties in de stad’, vertelt projectleider Suzanne Dalman, coördinator team Strategie bij de Directie. ‘Wat vinden zij belangrijk? Welke speerpunten schetsen zij voor de komende jaren?’ Het resulteert in een groot aantal gesprekken. IN SAMENSPRAAK
henk van mourik en Yaasier bhageloe
De V van Veilig gezamenlijk geschreven Deze ochtend lopen Henk van Mourik en Yaasier Bhageloe door de straat. De twee actieve Buurt Bestuurt-leden checken regelmatig op onder meer grote bergen grofvuil. Wanneer die te lang blijven liggen, kunnen ze gevaar opleveren voor bijvoorbeeld spelende kinderen. Maar er ook aan bijdragen dat bewoners zich minder veilig voélen.
Veiligheid is een breed begrip. Alle input, suggesties, open aanmerkingen vanuit die gesprekken, zijn gebundeld. Dalman legt uit dat er acht veiligheidsthema’s zijn opgesteld, die omschrijven wat al die Rotterdammers en partners gemiddeld onder veiligheid verstaan. ‘Die thema’s zijn Veilig in de buurt, Jeugd, Levendige stad, Fysieke Veiligheid, Persoonsgerichte aanpak, High Impact Crimes, Ondermijning samenleving en tenslotte, Risicogroepen.’ Aan deze acht thema’s wordt verder gewerkt binnen vier uitgangspunten. De projectleider licht ze stapsgewijs toe: ‘De eerste is dat, bij alles wat we doen, de Rotterdammer centraal staat. Op de tweede plaats moet de basisveiligheid gewoon op orde zijn. Als derde willen we samen met de Rotterdammer, kijken hoe we de regels goed kunnen naleven, zonder meteen te handhaven. Als laatste uitgangspunt willen we slimmer en effectiever werken. Bijvoorbeeld door de inzet van innovatieve technologische hulpmiddelen, zoals melden van straatvuil en andere overlast via een mobiele telefoon.’ ‘Bij ieder thema kijken we hoe de vier uitgangspunten van toepassing zijn’, vervolgt Dalman. ‘Om zo uiteindelijk twee belangrijke ambities te realiseren. Namelijk het huidige veiligheidsniveau behouden en waar nodig versterken. En de veiligheidsbeleving vergroten. We willen een aantrekkelijke stad waar het goed wonen, werken en recreëren is. Veiligheid is daarvoor een belangrijke randvoorwaarde.’ RECHTSTREEKS VOELBAAR
Het grijpt allemaal in elkaar volgens Dalman. ‘Een high impact crime zoals een roofoveral vindt plaats in een buurt. Degene die de overval pleegt kan bekend zijn bij de professionals van de persoonsgerichte aanpak. Risicogroepen zijn misschien in bepaalde wijken te vinden. Minder zichtbare criminaliteit, die onze samenleving wel onder-
mijnt, zoals vastgoedfraude, kan rechtstreeks voelbaar zijn onder de Rotterdammers. Kortom als we werken aan de acht thema’s met de vier uitgangspunten voor ogen, dan komen we in Rotterdam een stuk verder en realiseren we de twee ambities.’ Daarbij wordt steeds de verbinding gelegd met andere programma’s binnen de gemeente Rotterdam. Zoals Rotterdammergericht Werken en Burgerparticipatie. ‘Daarom is dit niet alleen het verhaal van de Directie Veiligheid, maar van heel de gemeente.’ De gekozen aanpak van Project V vergt vertrouwen en vraagt om loslaten. Dalman: ‘Veiligheid maken we samen met en voor de Rotterdammers, waarbij we vertrouwen op de kracht van de samenleving zelf. Dat doen we op verschillende manieren: door goed te luisteren naar wat Rotterdammers belangrijk vinden, door het ondersteunen van initiatieven van Rotterdammers en door Rotterdammers invloed te geven in wat er moet worden aangepakt. Denk inderdaad aan Buurt Bestuurt waar buurtbewoners samen met professionals bepalen wat de speerpunten in de buurt zijn en aangeven waaraan politie en Stadsbeheer een deel van hun uren moeten besteden.’ IN VERTROUWEN
Een ambtenaar die niet langer bepaalt, maar ondersteunt. Het vraagt loslaten van oude modellen. De projectleider vult aan dat het niet alleen om vertrouwen gaat met betrekking tot de uitkomsten van alle bijeenkomsten, maar ook in het proces zelf. ‘We zijn begonnen zonder vast recept. Daarbij komt dat de deelgemeenten in 2014 ophouden te bestaan. Er komen nieuwe gebiedscommissies, waarvan we nog niet precies weten hoe ze gaan werken, maar die wel een belangrijke rol vervullen bij het werken aan de veiligheid in de buurt of wijk. Door constant de Rotterdammer centraal te stellen en af te stemmen of we op de goede weg zijn, moet het allemaal goed komen.’ Dat afstemmen met de Rotterdammers gebeurt ook in september tijdens een grote bijeenkomst. Dalman: ‘Na alle interviews en wijkgesprekken gaan we op 24 september nog een keer met alle betrokkenen om tafel. We willen toetsen of iedereen zich herkent in het beleid voor de komende jaren. Zijn alle suggesties, meningen en op- en aanmerkingen goed verwerkt?’ Als dat het geval is en de gemeenteraad kan zich vinden in de uitgangspunten, thema’s en aanpak, dan staat het beleid voor de komende jaren. ‘En dan begint het eigenlijk pas’, zegt Dalman. ‘Dan gaan we met elkaar aan de slag. Bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties uit de buurt zullen dan, met de verschillende onderdelen van de gemeente, met elkaar samenwerken. We zullen met beperkte middelen, slimme constructies en innovatieve manieren van werken optimaal resultaat met elkaar moeten halen. In verbinding en vertrouwen met elkaar samenwerken aan veiligheid. Project V, dus!’ rotterdam.nl/veilig
Stad
RTM veiliger _ 36/37 geprojecteerd
‘Tot in de vezels van een buurt’ ‘Wie zou hier nou wonen?’ Michiel van der Pols probeert door gerafelde gordijnen naar binnen te kijken. Een kaal peertje verlicht de bedompte ruimte. ‘Doodzonde’, verzucht de stadsmarinier. Hij kijkt naar andere verwaarloosde huizenblokken in de Bospolderse buurt: ‘Deze straat is toe aan intensief beheer.’ En dat gaat gebeuren, want sinds kort is een wijkregisseur in Bospolder-Oost aan de slag. Bij intensief beheer voert deze wijkregisseur een team aan met een straatcoach en mensen van Stadstoezicht en de politie. Zij
kennen de buurt én de bewoners door en door. Van der Pols: ‘We zijn dagelijks in de wijk te vinden en kruipen in de vezels van de buurt. Door er veel te zijn, zie je waar het misgaat en kun je problemen als illegale bewoning, zwerfvuil en drugsoverlast gericht aanpakken.’ Kruipen in de buurtvezels. Een aanpak die overwaaide vanuit de Tarwewijk, waar opknapplannen voor de Mijnkintbuurt door geldgebrek niet doorgingen. ‘Niets doen was geen optie’, aldus de stadsmarinier. ‘Met intensief beheer zijn we drugsproblemen en
woonoverlast te lijf gegaan. Het gaat nu op alle fronten beter.’ Met deze ervaring op zak, rolt Van der Pols intensief beheer nu uit in Delfshaven. In de Grote Visserijstraat bijvoorbeeld. Hier zijn al enkele panden waar illegale activiteiten zich opeenhoopten, aangepakt. Dat er nog werk aan de winkel is, bewijst een ander huizenblok in de straat. De voordeuren zijn kaal en de meeste kozijnen verrot. ‘De woningen zijn oud, klein en dus goedkoop. Het is vervallen en wordt waarschijnlijk illegaal bewoond. Wijkregisseur Paul de Vries heeft de eigenaar flink ‘gestalkt’ om te komen kijken. Hij zei meteen: ‘Dit kan zo écht niet’ en gaat het aanpakken.’ ‘Ook zij zijn goed bezig’, vervolgt Van der Pols, wijzend op huizen in de steigers. ‘Goed contact met eigenaren is cruciaal om de wijk te verbeteren.’ Hij werpt een blik in het kantoor van wijkregisseur De Vries aan de Grote Visserijstraat. De wijkregisseur is net in gesprek met een pandeigenaar. Een van de huurders blijkt overlast te veroorzaken. ‘Ik wil het oplossen’, gebaart de huizenbezitter. ‘Ze kijken samen naar mogelijkheden’, licht Van der Pols toe. ‘Nu we ook de straat dagelijks schoonhouden en fietswrakken verwijderen, is de aanblik beter. We geven niet altijd het goede voorbeeld hoor.’ Hij beent naar een bouwvallig pand met scheurvorming en vergaan metselwerk. ‘Twaalf jaar geleden aangekocht door de gemeente. Nooit iets aan gedaan.’ Gelukkig komt ook daar binnenkort verandering in.
Nieuwe app ‘in de lucht’ Even buiten een heerlijk luchtje scheppen. Of toch niet? Luchtverontreiniging kan roet in het eten gooien. De nieuwe app ‘luchtkwaliteit’ van onder andere de Milieudienst Rijnmond, biedt uitkomst. De applicatie geeft smartphonegebruikers inzicht in de actuele luchtkwaliteit en luchtverontreiniging van onder meer het Rijnmondgebied. Via de app vind je de concentraties van fijn stof, ozon en stikstofdioxide op 75 Nederlandse meetstations. Ook de concentraties van gisteren en een verwachting voor morgen zijn beschikbaar.
ven hoe het staat met de luchtkwaliteit. ‘Handig voor bijvoorbeeld mensen met luchtwegklachten, voor ouderen en voor sporters’, vindt André Snijder, bureau Lucht van de Milieudienst Rijnmond (DCMR). De stipjes staan voor bepaalde meetpunten. Niet iedereen kan dus de resultaten bij hem of haar in de straat bekijken. ‘Maar de omgeving geeft een goede indicatie’, legt Snijder uit. Om gebruikers te wijzen op hoge waarden luchtverontreinigende stoffen, heeft de app een alarmsysteem. ‘Wil je de deur uit maar heb je luchtwegklachten, dan vertelt de app je hoe het ervoor staat’, vertelt Snijder.
Op een kaart is met gekleurde stipjes van lichtblauw (goed) naar rood (slecht) aangege-
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), de GGD Amsterdam en de
DCMR beheren ieder een eigen luchtkwaliteitmeetnet. ‘Met dit initiatief willen we informatie vanuit deze verschillende meetnetten voor alle geïnteresseerden op een gemakkelijke manier beschikbaar stellen’, legt Snijder uit. De app ‘luchtkwaliteit’ is beschikbaar voor iPhone en iPad in de iTunes store. En voor Android smartphones bij Google Play. De zoekfunctie: ‘Luchtkwaliteit’ en ‘DCMR’. Voor andere smartphones is een webbased versie beschikbaar via onderstaande website.
luchtkwaliteitmetingen.nl
Vliegende start voor je carrière Motivatie, zelfstandigheid, discipline en verantwoordelijkheid. De ingrediënten van project Startbaan. Het resultaat? Een diploma basisvaardigheden luchtvaartmedewerker. Voor 22 jongeren is dit een steuntje in de rug voor een goede start op de arbeidsmarkt. Rotterdam The Hague Airport is het toneel voor het scholings- en werkgelegenheidsproject Startbaan. ‘Met dit project willen we jongeren motiveren en stimuleren om iets moois van hun leven te maken en hen daarbij een duwtje in de juiste richting geven’, vertelt Metin Celik, projectleider vanuit de Rotterdamse politie. Om kandidaten te werven, heeft in diverse media een oproep gestaan. Ook wijkagenten en jeugdcoördinatoren hebben gezocht naar mogelijke deelnemers. ‘Zij kunnen goed inschatten welke jongeren in aanmerking komen. Bij de werving van kandidaten hebben we niet gelet op ervaring en diploma’s. Vooral motivatie stond centraal.’ De 22 geselecteerde jongeren mogen geen strafblad hebben en volgen de opleiding van 16 september tot en met 11 oktober. ‘Het is hard werken. Ze beginnen iedere
projectstartbaan.nl
werkdag om zeven uur en ze krijgen geen cent betaald. Daar heb je een gezonde dosis discipline voor nodig’, laat Celik weten. De jongeren kunnen certificaten behalen voor twaalf modules. Van luchtvaartspecifieke trainingen, bijvoorbeeld basisvaardigheden vliegtuig parkeren, vliegtuigcatering en luchtvaartbeveiliging, tot het bijspijkeren van algemene vaardigheden als bedrijfshulpverlening en computer- en sollicitatietraining. ‘De jongeren kunnen iedere week certificaten behalen. Daarvoor hebben we bewust gekozen, zodat ze van hun inspanningen snel resultaat zien. Zo krijgen ze vertrouwen in hun handelen en mogelijkheden.’ Als de kandidaten slagen, mogen ze op 1 november hun diploma in ontvangst nemen. In dit project staan zelfstandigheid en verantwoordelijkheid centraal. De gemeente Rotterdam begeleidt de deelnemers verder naar een passende baan of vervolgopleiding. Het project Startbaan is een samenwerkingsverband tussen de Politie Eenheid Rotterdam, Rotterdam The Hague Airport en gemeente Rotterdam.
Havengebied
38/39
Stadshavens . geven zich bloot .
Futuristische drijvende woningen, hoogstaand specialistisch onderwijs en ondernemers met lef. Er is al veel gerealiseerd, maar er staat nog heel wat op stapel. De Rotterdamse Stadshavens gaan een spannende toekomst tegemoet.
Havengebied
40/41 W
ie Rotterdam zegt, zegt vaak ook de haven. Maar de Maasstad is inmiddels heel veel meer dan een havenstad. De zware havenactiviteiten zijn verplaats naar Maasvlakte 1 en 2. En dat biedt onvermoede mogelijkheden voor de havengebieden in de stad: Rijn-Maashaven, Merwe-Vierhavens, WaalEemhaven en RDM-Heijplaat. IN DE AANBIEDING
In Stadshavens zijn al heel wat bijzondere en vernieuwende ontwikkelingen gerealiseerd. En dat zet zich de komende jaren gestaag voort. De Rijnhaven staat aan de vooravond van een bijzondere gebiedsontwikkeling. De voormalige haven tussen de Wilhelminapier en Katendrecht heeft maar liefst 21 hectare
in de ‘aanbieding’ voor innovatieve ideeën. Volgens het programma Stadshavens Rotterdam moet dit een plek worden om te wonen, werken en recreëren. En de ontwikkelingen moeten een meerwaarde leveren voor de omliggende wijken. De aanbesteding voor dit gebied gebeurt op een ontraditionele manier. Het programma voor de Rijnhaven staat namelijk nog niet vast. De gemeente geeft enkel de randvoorwaarden voor de te realiseren maatschappelijke baten aan. ‘We vertellen niet meer hoe marktpartijen het moeten doen’, zegt Luuk Prevaes, programmadirecteur Stadshavens Rotterdam vanuit de gemeente. ‘We roepen marktpartijen – ook internationaal – op met ideeën te komen. Te laten zien wat die voor Rotterdam betekenen en hoe die plannen zichzelf terugverdienen.’
MAKELEN EN SCHAKELEN
Rotterdam wil zich met de ontwikkelingen in de Rijnhaven internationaal verder op de kaart zetten. Prevaes: ‘We zijn uniek in zowel de vorm van aanbesteden als de grootte van de oppervlakte.’ De oproep van de gemeente aan marktpartijen om met goede innovatieve ideeën te komen, heeft resultaat. Het programmabureau heeft al heel wat reacties binnen, ook uit onverwachte hoek. Namen noemt de programmadirecteur niet. ‘Dat kan de suggestie wekken dat de gemeente bepaalde partijen voortrekt en dat is zeker niet het geval. We willen bovendien juist zo veel mogelijk verschillende ideeën ontvangen.’ Partijen kunnen tot het najaar hun visie presenteren. Kleinere partijen kunnen zich aansluiten bij een consortium. ‘Ik hoop dat er veel con-
sortia komen, zodat we veel keus hebben’, benadrukt Prevaes. ‘Wij nemen wel de rol op ons om te bekijken of we partijen kunnen koppelen. Makelen en schakelen noem ik het. Dat is nieuwe rol van de gemeente.’ Uit de verschillende ideeën kiest een jury een top drie en uiteindelijk valt de keus voor één partij in het najaar van 2014. MARITIEME BOULEVARD
Katendrecht timmert ook flink aan de weg. Het is inmiddels een zeer gewaardeerd gebieden om te wonen, werken en recreëren. En dat is precies wat de visie op het gebied is. Het programma voor de Waal-Eemhaven is een heel andere. Deze haven blijft een maritieme plek met moderne logistiek, geavan-
Arzu Ayikgezmez Architect Charlois aan het Water
Ebami Tom Architect / initiator Made in 4 Havens
‘Het project Charlois aan het Water richt zich op de toekomst van de Maashavenkades. Bewoners vroegen ons een jaar geleden mee te denken over de leegstand van de vuilverbrander aan de Brielselaan. Dat was het startpunt om de hele kade erbij te betrekken en die opnieuw tot leven te wekken. Charlois aan het Water is een initiatief van Vitibuck Architects, G-Routes en het Rotterdams Wijktheater. We hebben onderzoek gedaan naar de ruimtelijke potentie van de strip langs de Maashaven. Daaruit kwamen drie thema’s naar voren: toerisme en recreatie, economie en onderwijs. En tijdelijk gebruik en publieke ruimte. We hebben meerdere evenementen georganiseerd op locatie; van workshops in het pand van Meneba tot theatervoorstellingen met bewoners. De komende tijd gaan we alle initiatieven in kaart brengen. Die proberen we aan elkaar te koppelen, zodat de kracht van dit gebied zichtbaar wordt. Ook zijn we bezig met een informatiecentrum, waar bewoners en ondernemers terecht kunnen met hun ideeën, initiatieven en vragen.’
‘Met Made in 4 Havens willen we lokaal design uit het Vierhavensgebied zichtbaar maken en designers verbinden om de gebiedsontwikkeling aan te jagen. Rotterdam is een stad van ambachten, dus uitermate geschikt voor de maakindustrie. Ons gebiedspromotieplatform is een vervolg op mijn afstudeerproject ‘Broedplaats Rotterdam’. Het is mooi om te zien dat de Made in 4 Havens-community steeds verder uitbreidt op social media en fysiek met enthousiaste deelnemers en liefhebbers. En ik ben blij dat programmabureau Stadshavens onze eerste opdrachtgever was voor een ruimtelijke ingreep. We hebben het gevelontwerp gecoördineerd voor het kantoor hier in Vierhavens. Hoe ik dit platform over vijf jaar zie? Dan organiseren we in ieder geval één keer in de twee jaar een gebiedsbreed Design festival met bijzondere, lokaal geproduceerde ontwerpen. De aantrekkingskracht van het festival zou juist internationaal moeten zijn. In december organiseren we de Made in 4 Havens fair, met onder andere design meubels, verlichting en sieraden.’
luuk prevaes
Havengebied
42/43
Jeroen Over de Vest Directeur Centrale Prefrabicage Cofely West Industrie
Marc Schellekens Oprichter LabHotel
‘Stadshavens is voor ons een historische locatie. Het bedrijf vestigde zich in 1942 op Rotterdam-Zuid en na allerlei naamsveranderingen hebben we hier nog steeds een vestiging. Sterker nog; Cofely West Industrie heeft geïnvesteerd in nieuwbouw en wij werken sinds december in een gloednieuw kantoorpand aan de Willingestraat. Wat wij doen? Cofely is een technologische partner die samen met haar klanten naar duurzame mogelijkheden zoekt. Voor elke industriële klant die een vraag heeft, zoeken we een antwoord. Van het ontwerpen en bouwen van een tankterminal tot groot onderhoud aan raffinaderijen. Om tot duurzame oplossingen te komen, gaan we samenwerkingsverbanden aan met kleine innovatieve start ups. Ook zoeken we samenwerking met kennisinstituten, hogescholen, universiteiten en de havens van Amsterdam, Antwerpen, Vlissingen, Terneuzen, Gent en Zeebrugge. Stadshavens is voor ons een aantrekkelijk vestigingsklimaat, vanwege de arbeidsmarkt en de scholen. Daar komen de goede ontsluiting en representatieve ligging bij. De ontwikkelingen in Stadshavens juichen we toe en we dragen graag ons steentje bij aan het verbeteren van de leefomgeving, het onderwijs en de werkgelegenheid.’
‘In het LabHotel in de Rotterdam Science Tower kunnen onderzoekers een laboratorium huren zonder vast te zitten aan een jarenlang huurcontact. Zij kunnen zo op een betaalbare en toegankelijke manier onderzoek doen naar bijvoorbeeld geneesmiddelen of medische hulpmiddelen. Het idee is eigenlijk al van vijftien jaar geleden. Toen zag ik allerlei startende bedrijven worstelen met geschikte ruimte. De vastgoedmarkt zat toen ook heel anders in elkaar. Een laboratorium moest je voor minimaal vijf jaar huren en dat is voor veel starters onmogelijk. Het idee is niet helemaal nieuw. De Erasmus Universiteit heeft de zogeheten incubators, maar die kun je alleen huren als de universiteit participant is. En als je dan iets ontdekt, is het patent automatisch voor de universiteit. Het LabHotel biedt de ruimte om vrij te kunnen ondernemen. We bieden de laboratoria leeg aan, maar we kunnen ze ook helemaal naar wens inrichten. Het risico blijft dus alleen beperkt tot de kosten voor de huurperiode. Met andere woorden: de investering is overzichtelijk en haalbaar.’
ceerde distributieparken en een schone omgeving. De Waal-Eemhaven zet in op de positie van grootste zogeheten short sea hub van Europa. Coasters (schepen met minder containers dan deep sea schepen) gaan richting Scandinavië en de Middelandse Zee met producten zoals fruit. Met name Waalhaven Oost en Zuid vormen een perfecte locatie: een goede bereikbaarheid én een potentiële arbeidsmarkt in de directe omgeving. Het Havenbedrijf investeert bovendien flink in de buitenruimte. Met als resultaat onder andere een mooie maritieme boulevard in Waalhaven Oost. Aan deze boulevard vestigen zich kantoren van maritieme dienstverleners en technologische bedrijven. Prevaes heeft zijn leven lang al voor Rotterdam en het Rotterdamse gebied – zoals hij het zelf noemt – gewerkt. Wat is voor hem de grootste uitdaging aan Stadshavens Rotterdam? ‘Wat ik heel spannend vind, is hoe we met weinig middelen de technische innovatie van de grond kunnen krijgen. En hoe we de kwaliteit van het gebied echt bloot kunnen leggen.’ Tijdelijke initiatieven zoals de exposi-
tie AVL-Mundo en de voedseltuin in Vierhavens kunnen echt verschil maken. In MerweVierhavens zijn heel wat creatieve pioniers neergestreken. Onder de naam Marconi Freezone bieden havenloodsen er tijdelijk ruimte aan ateliers, tentoonstellingsruimte, experimentele maakindustrie en horeca. Waar ‘Made in 4 Havens’ zich richt op lokaal design met internationale allure, biedt ‘Uit Je Eigen Stad’ zelfverbouwde groente en fruit. Voor de langere termijn is dit gebied bestemd voor bedrijvigheid op het snijvlak van kennis en kunde in Clean Tech, Medical en Food en woonmilieus op en aan het water. Een ontwikkeling die volgens Prevaes leidt tot sociale, culturele en economische meerwaarde voor stad en regio. WATERTRAPPELEN
Dankzij het kilometerlange Dakpark kunnen bewoners uit de wijk Bospolder-Tussendijken nu makkelijk de oversteek maken naar het Vierhavengebied. En dat niet alleen. In het park kunnen zij wandelen, picknicken en spelen op de watertrap. Het Dakpark is het
grootste publieke park op een particulier gebouw in Europa. Daar komt bij dat bewoners, ondernemers en gemeente gezamenlijk het beheer en onderhoud voor hun rekening nemen. Een stuk verderop op de kop van de Keilehaven komt een aantrekkelijke openbare ruimte. Van daaruit vertrekt op termijn bijvoorbeeld de waterbus; een snel vervoermiddel naar Rotterdam-Zuid en het RDM-terrein. En naar het Rotterdamse dorp Heijplaat, ook een heel ander oud-havengebied. Heijplaat werd ooit gebouwd voor de werknemers van de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij. Nu wordt het dorp nieuw leven ingeblazen door toonaangevend onderwijs op de RDM-campus. De afkorting staat voor Research, Design and Manufacturing. Daarnaast neemt de maritieme (maak)industrie een prominente plek in op dit terrein. Bij museumminnend publiek is de Onderzeebootloods inmiddels wel bekend. Het is een van de initiatieven van het Havenbedrijf Rotterdam om een breed publiek in contact te brengen met de haven. In de enorme loods waren tot nu toe tentoonstellingen te zien van vooraan-
staande kunstenaars als Atelier Van Lieshout, Elmgreen & Dragset en Sarkis. NIET ZIEN AANKOMEN
Tot slot nemen we een kijkje in de toekomst. Hoe zien Stadshavens er volgens de programmadirecteur over 25 jaar uit? ‘Dan zijn de Rijn- en Maashaven echt onderdeel van de stad en staan de gebieden niet meer met de ruggen tegen elkaar. Merwe-Vierhavens heeft een metamorfose ondergaan; van vervallen en verlaten tot een mooie plek om te wonen, werken en recreëren. Wellicht heeft Waalhaven een extra verbinding voor langzaam verkeer bij de Sluisjesdijk. En transport over het water…’, Prevaes denkt na en schudt zijn hoofd. ‘Eigenlijk heb ik geen vast beeld. Ik wil dan nog steeds verrast worden door elke keer weer meer nieuwe initiatieven. Als ik over 25 jaar om me heen kijk en denk: dit had ik echt niet zien aankomen, dan is het goed.’
stadshavensrotterdam.nl
Meent
‘Ik deel niet alleen. klappen uit’. Rotterdam is haar geboortestad en ze zou nergens anders ombudsman willen zijn. Als luis in de pels van het college van burgemeester en wethouders onderzoekt Anne Mieke Zwaneveld of de gemeente op een behoorlijke manier omgaat met Rotterdammers. En dat is haar op het lijf geschreven.
44/45
Meent
46/47
A
nne Mieke Zwaneveld is net terug op kantoor van het ochtendspreekuur in de gemeente Vlaardingen. Ze haalt een verpakte koek uit haar tas en excuseert zich dat ze even iets moet eten. ‘Net niet genoeg ontbeten’, bekent ze lachend. Op haar werkkamer, die uitkijkt over de Meent, staat een grote vaas met verse, goudgele zonnebloemen. ‘Mooi hè. Die heb ik gisteren even snel op de markt gekocht.’
ben ik als ombudsman niet. Ik geef alleen een oordeel. De officier van justitie is de aanklager, alhoewel daar wel elementen inzitten die ik herken. Want op een bepaalde manier kaart ik wel onderwerpen aan waarover mensen verontwaardigd zijn. Dus eigenlijk zit het een beetje tussen rechter en officier in. En dat ben ik allebei geweest.’
Sinds maart 2010 is Zwaneveld de gemeentelijke ombudsman van Rotterdam en een aantal andere gemeenten in het Rijnmondgebied. Ze is niet de enige vrouwelijke ombudsman. Wordt het geen tijd voor de titel ombudsvrouw? ‘Laat ik met de wet beginnen. Die kent alleen het woord ombudsman. Ik ben dus mevrouw de ombudsman. Soms maak ik er een grapje over, want tot nu toe was ik officier van justitie, meester in de rechten, raadsheer en nu dus ombudsman. Familieleden zeggen wel eens plagend ‘je was vroeger zo’n leuk meisje, wat is er misgegaan?’ Maar ik heb er geen problemen mee. Het woord stamt uit het Zweeds, waarin het vertegenwoordiger betekent.’
In het jaarverslag 2012 besluit ze haar voorwoord met de conclusie dat communicatie begint met luisteren. Ze denkt even na over de vraag hoe goed de gemeente naar haar burgers luistert en zegt dan resoluut: ‘Niet goed genoeg. De goeden natuurlijk niet te na gesproken, maar ik zie dat er nog heel veel vanuit het zenden wordt gedacht en veel minder vanuit het ontvangen. Natuurlijk moeten er dingen centraal door de overheid bedacht worden, maar mensen willen toch vooral worden gezien en gehoord. En dat staat haaks op de realiteit; waarin de gemeente streeft naar zo min mogelijk contact met burgers. Ook wordt steeds vaker naar internet verwezen. Voor hele hordes mensen levert dat geen problemen op, maar er is een groep die daar niet mee uit de voeten kan. Zeker als het om persoonlijke problemen gaat. Mijn motto is dan ook dat er meer geluisterd moet worden.’
IN DE RECHTERROL
Op de vraag of ze als kind al een belangenbehartiger was, antwoordt ze: ‘Absoluut. Ik was een verbaal begaafd kind en altijd van alles aan het regelen voor klasgenootjes. Toen we op de lagere school les over politiek kregen, hielden we ‘verkiezingen’. Die won ik. Gewoon omdat ik het juiste verhaal naar voren kon brengen. Maar ik wist toen absoluut nog niet wat ik wilde worden. En politieke ambities heb ik ondanks die overwinning nooit gehad.’ Zwaneveld studeerde Nederlands Recht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en werkte jarenlang als officier van justitie in Rotterdam. Vanaf 2006 was ze vicepresident strafrecht bij de rechtbank Rotterdam. Welke rol past het beste bij een ombudsman: die van rechter, officier van justitie of advocaat? ‘De rechter’, antwoordt ze in eerste instantie overtuigd en begint het hardop te beredeneren. ‘De advocaat is de belangenbehartiger en dat
‘Ik ben toch een beetje een luis in de pels’ rig, te afgewogen… Maar ja, het zit ook niet in me om knalhard te zijn.’
BETER LUISTEREN
Als ombudsman levert Zwaneveld een actieve bijdrage aan het oplossen van klachten van burgers, ondernemers en maatschappelijk organisaties, die vinden dat het mis is bij de gemeente. Door bemiddeling en door te toetsen of de gemeente zich al dan niet behoorlijk heeft gedragen, probeert ze het vertrouwen in de overheid te herstellen. ‘Ik kan wel leven met het idee dat ik altijd op iemands tenen trap hoor’, reageert Zwaneveld. ‘Ik ben toch een beetje de luis in de pels, dat is mijn rol.’ Ze citeert een president van de Hoge Raad die ooit eens zei dat rechters de moed moeten hebben om te mishagen. ‘Dit is geen vak voor bange mensen.’ Durf je alles te zeggen? ‘Ja, maar ik denk wel na over of het bijdraagt aan wat ik wil bereiken. Ik wil dingen beter maken en niet alleen maar klappen uitdelen. Maar ik wil ook niet te wollig zijn. Hoe hard breng je een boodschap? Dat vind ik wel een dilemma. Soms schiet ik nog wel eens in de ‘rechterstand’. Te keu-
BUITEN BEELD BLIJVEN
Als Zwaneveld op een feestje iemand hoort klagen over de gemeente, gaat ze daar op dat moment niet op in. ‘Maar ik zeg wel dat ze bij me langs kunnen komen tijdens kantoortijden.’ Hoor je veel? Ze lacht. ‘Natuurlijk. Ik ben zelf ook burger, ik maak ook dingen mee. Maar ik probeer zoveel mogelijk buiten beeld te blijven.’ Wat als je een boete krijgt voor verkeerd aangeboden huisvuil, terwijl je zeker weet dat jij die vuilniszak daar niet hebt neergezet? ‘Oh, die betaal ik’, antwoord de vrouwelijke ombudsman. ‘Glazen huis… Ik wil iedere schijn vermijden dat ik mijn functie gebruik voor privédoeleinden. Kijk, ik ben niet heilig hè, ik loop ook door het rode licht en krijg parkeerboetes. Maar ik betaal alles en dat geeft rust. Want als mijn persoon onderwerp van gesprek wordt, is dat slecht voor mijn werk.’ De gemeentelijke ombudsman wordt door de gemeenteraad benoemt voor een periode van zes jaar. Ze is nu op de helft. ‘Ik maak het zeker vol’, beaamt Zwaneveld. ‘De wet heeft een regeling waarin ze me alleen kunnen ontslaan als ik persoonlijk failliet ga, in de gevangenis terechtkom of in een psychiatrisch ziekenhuis wordt opgenomen. Dat ga ik alle drie proberen te vermijden. Kijk, als de gemeenteraad zegt dat ze geen vertrouwen meer in me heeft, is het wat anders. Dan stap ik natuurlijk op. Wat ik hierna ga doen? Geen idee. Echt niet. Daar ga ik in de tweede helft van 2015 pas eens over nadenken.’ Ze loopt nog even mee naar de lift. Op de gang vertelt ze hoe blij ze is met hun nieuwe kantoor in het Minervahuis. ‘Het is een mooi pand dat helemaal bij ons past. Niet te chique en middenin de stad.’ ombudsmanrotterdam.nl
Mauritsweg
24 uur... _ 48/49
Mooie mensen in de marge Het hoort bij een grote stad. Mensen die aan de rand van de samenleving leven. Gelukkig heeft Rotterdam de Pauluskerk. Een diaconaal centrum waar vluchtelingen, verslaafden, eenzamen en uitgeprocedeerde asielzoekers gezien én gehoord worden.
De vier computers waarop bezoekers een half uur gratis mogen internetten, zijn gelijk bezet. Koster Yonas houdt een oogje in het zeil en zorgt dat iedereen aan de beurt komt. MET BALIEFUNCTIE
zegt hij vanuit de grond van zijn hart. ‘Natuurlijk gaan de hopeloze situaties waarin deze mensen verkeren, mij vaak aan ’t hart. Maar die proberen we samen op te lossen. En’, zegt hij lachend, ‘ik ben in mijn leven nog nooit zo vaak geknuffeld als hier.’
oogje in het zeil
Til heeft baliedienst. ‘Bijzonder hè, een kerk met een baliefunctie?’, zegt ze stralend. ‘Ik doe het nog niet zo lang, maar het is mooi en confronterend tegelijk.’ Boven haar hoofd staat in grote zilveren letters ‘Overwin het kwade door het goede’. Het is de tekst die ook op de gevel van de oude Pauluskerk stond. Een Congolese jongeman roffelt met zijn vingers op de balie. ‘Ik kom post halen’, zegt hij in gebrekkig Nederlands. Til trekt een metalen ladekast open, zoekt onder de M en geeft hem twee enveloppen. ‘We zijn ook postadres voor mensen die nog geen eigen woonruimte hebben.’
11.54 uur De Pauluskerk staat open voor iedereen, maar vooral voor mensen in de marge. In de winter komen er tussen de 1.500 en 1.700 mensen per week. ’s Zomers zijn dat er een stuk minder. ‘Deze kerk beweegt mee met wat er in de stad gebeurt’, aldus Couvée. ‘Vroeger waren we vooral een opvang voor heroïneverslaafden en dak- en thuislozen. Maar dankzij het geslaagde beleid van de gemeente, zijn die er nauwelijks meer. Nu komen hier vooral vluchtelingen en mensen zonder verblijfsvergunning.’
09.00 uur ‘Goedemorgen allemaal’, vrijwilligster Til houdt de deur open en laat de bezoekers binnen. De meesten lopen direct de trap op naar de ontmoetingsruimte. Daar staan koffie, thee en belegde broodjes klaar. Al snel is het een geroezemoes van jewelste en komen er flarden van Franse, Nederlandse, Engelse en Arabische gesprekken voorbij.
11.02 uur Dominee Dick Couvée heeft amper een voet over de drempel van zijn kerk gezet en iedereen heeft hem nodig. ‘Dominee? Dominee!’, klinkt het van alle kanten. Pas in zijn werkkamer keert de rust weder. Vijf jaar is hij nu dominee en directeur van de kerk. ‘Dit is de mooiste werkplek van Rotterdam’,
Bed, bad en brood. De kerk zorgt voor de eerste noodopvang. Daarna wordt gekeken of er andere instellingen zijn waar mensen terechtkunnen. ‘We zijn allemaal een kind van God, ongeacht je status’, zegt Couvée. Hij pakt de bijbel en leest een zin voor uit de bergrede. ‘Behandel anderen zoals u door
08.15 uur De koperen gevel van de nieuwe Pauluskerk schittert in de zon. Het is al warm. Op de stoep drentelt een groepje mensen heen en weer. Ze staan in schril contrast met de strakke pakken die met een iPhone aan het oor, haastig op weg zijn naar hun werk. Het groepje mensen heeft geen vergadering of functioneringsgesprek. Ze hebben alle tijd van de wereld en wachten gelaten tot de deur opengaat.
BED, BAD, BROOD
hen behandeld wilt worden’. Dat is precies wat ze in de Pauluskerk doen. 13.00 uur In de ontmoetingsruimte wordt het steeds drukker. Om half twee worden de nummertjes uitgedeeld voor het spreekuur met maatschappelijk- en vluchtelingenwerk. Zodra koster Yonas begint, zwermt iedereen om hem heen. ‘Here’, ‘Me please’, roepen ze met uitgestrekte arm. Yonas probeert het zo eerlijk mogelijk te doen. Degene die het vroegst waren, krijgen als eerste een nummertje. ‘Wait, wait!’, roept hij naar al te opdringerige armen. NET KAFKA
14.29 uur Sjanie draait vandaag vluchtelingenspreekuur en roept de volgende wachtende binnen. ‘Bonjour Mussa’, zegt ze in haar beste Frans tegen de 28-jarige man uit Niger. Mussa wil terug naar zijn geboorteland en wacht al een jaar op antwoord van de ambassade. Hij komt elke week informeren hoe het ervoor staat. Vandaag wil hij een kennis in Niger bellen, die geprobeerd heeft papieren voor hem te regelen. Sjanie toets het telefoonnummer in en geeft hem de hoorn. Teleurgesteld hangt hij even later op.
Hij moet zelf naar Niger komen voor die papieren. Sjanie wijst naar haar voorhoofd. ‘Hij mag z’n land helemaal niet in! Het is toch net Kafka…’ Ze pakt haar geldkistje en haalt er vijftig euro uit. Nadat Mussa heeft getekend, geeft ze hem zijn leefgeld voor vijf weken. GOUDEN KRUISJE
16.00 uur Een vrouw met een zware stem trekt de aandacht. Slavka komt uit Servië en is tijdens de oorlog in Nederland terechtgekomen. Ze heeft na veertien jaar nog steeds geen verblijfsvergunning. ‘Ik was voor dood op een stapel lichamen gegooid’, vertelt ze terwijl ze aan het gouden kruisje om haar nek frummelt. ‘Mijn gezicht was helemaal kapot doordat soldaten er met de kolf van hun geweer op gebeukt hadden. Toen ik hier aankwam, wist ik niet meer wie ik was. God houdt me op de been.’ Ze lacht en ziet er ineens veel vrouwelijker uit. ‘Mijn gezicht en lijf zijn dan wel kapot, maar mijn hart niet.’ 17.30 uur Twee keer in de week houdt de kerk ‘open eethuis’. Iedereen kan aanschuiven voor een gezonde, warme maaltijd. De lange tafels zijn allemaal bezet. Ongeduldig
wachten 57 eters op wat hen zo wordt voorgeschoteld. Jassen, petjes, mutsen; alles blijft aan. Als de vrijwilligers klaar zijn met uitserveren, wordt het steeds stiller in de kerk. Vrijwilliger Ton eet ook een hapje mee. Twee keer in de week geeft hij Nederlandse les. ‘Het is een les van anderhalf uur en meestal heb ik een groepje van negen mensen. Niet iedereen komt trouw elke week en het is soms lastig afspraken maken. In het begin zei ik nog wel eens ‘je moet thuis wel goed oefenen’. Stom natuurlijk, want de meesten hebben geen thuis.’ WARME WORST
20.30 uur In de ontmoetingsruimte is nog een handjevol mensen aan het schaken, tafelvoetballen en internetten. De warme worsten die een ondernemer van de Kruiskade heeft gebracht, vinden gretig aftrek. De meeste bezoekers zijn al naar de nachtopvang of andere slaapadressen toe. Voor het handjevol ‘plakkers’ is het om negen uur ook tijd om op te stappen. ‘See you tomorrow’, roepen ze naar koster Yonas. pauluskerkrotterdam.nl
Hillegondastraat
Colofon RTM is het relatietijdschrift van de gemeente Rotterdam, gericht aan iedereen die vanuit professie of passie betrokken is bij het wel en wee van de stad en haar inwoners. RTM werpt een blik op de toekomst en legt verbanden tussen het gemeentelijke beleid en voor wie dit bedoeld is RTM verschijnt vier maal per jaar. Abonnementen zijn gratis. Stuur hiervoor uw adres- gegevens naar: infoRTM@sdr. rotterdam.nl RTM online: rotterdam.nl/rtm
Gastcolumn Ankie Wessels
Hoofdredactie: Petra Berrevoets (gemeente Rotterdam) Eindredactie: Afke Vermeer (gemeente Rotterdam)
Ankie Wessels (52) maakt designproducten van afvalmateriaal. Eerst als hobby, vanaf 2007 bedrijfsmatig met Rubbish Design. Daarnaast werkt ze twee dagen als jobcoach van licht verstandelijk gehandicapten, en een dag als persoonsgebonden budget-coach. Rubbish Design maakt producten voor de verkoop en geeft workshops.
Beeldredactie: Marjanne Wondergem & Miranda Spek (gemeente Rotterdam) Redactie: Petra van Arum, Annette Hage, Lotte Hoek, Marcel Jongmans, Annemarie Los, Sonja Mallan, Claudie Post, Marianne Post, Marjon van Schie, Miranda Spek, Marjanne Wondergem (gemeente Rotterdam) en Yvonne Nesselaar (vaste columniste)
Stadsjutter van Rotterdam ‘Een paar weken geleden was ik bij een metaalverwerkingsbedrijf. Ik zag meteen zóveel materiaal waar je iets moois van kan maken. Ze noemen mij niet voor niets de ‘Stadsjutter’. Geplette olievaten, die prachtig zouden zijn als lijst voor mooie, grote foto’s. Stukken aluminium waar je leuke lampenkappen van kunt maken. Ook als ik op straat loop zie ik genoeg materiaal dat een tweede leven zou kunnen krijgen. ‘Upcyclen’ noem je dat. Waar je bij recyclen meestal veel energie nodig hebt om van oud materiaal nieuwe producten te maken, is het bij ‘upcyclen’ relatief simpel om materiaal een tweede, hele andere functie te geven. Zo gebruik ik oude Illy koffieblikken om lampen in allerlei soorten en maten te maken. Lege wasmiddelflessen bewerk ik zo, dat er mooie vazen uit tevoorschijn komen.’ ‘Upcyclen of recyclen, het zit dicht bij elkaar. Het gaat mij erom dat we niet zoveel weggooien. Dat heb ik altijd zonde gevonden. Ik heb ontdekt dat het heel leuk is om oude spullen op te knappen. Dat er mooie vormen zijn waar je iets van kan maken, zoals die wasmiddelflessen. Maar écht duurzaam wordt het natuurlijk pas als we niet meer zoveel plastic wegwerpspul zouden gebruiken.’
Fotografie: Hannah Anthonysz (Cover, P 6/7, 22, 26, 28/29, 31, 32, 34/35, 38/39, 40/41, 42/43), Rene Castelijn (P 2/3, 40/41), John Vane (Cover, P 10/11, 12/13, 20/21, 24/25, 27, 33, 37, 46/46, 50), Levien Willemse (P 6, 8/9, 14/15, 16/17, 18/19, 23, 31, 36, 48/49) Met dank aan: Peter den Bok, Marian ’t Jong, Michelle Visser en Ellen Stuit (gemeente Rotterdam), en natuurlijk alle geinterviewden. Oorspronkelijk ontwerp: Lava
‘Nieuwe producten ontwerpen en maken is leuk. Maar mijn echte kick haal ik uit de combinatie met het sociale. Daarom ga ik nu samenwerken met een dagactiviteitencentrum van Pameijer. Mensen met een verstandelijke of psychische beperking gaan mijn vazen en lampen maken. Het centrum is er blij mee, want zo hebben ze een leuke opdracht voor de dagbesteding, ze kunnen er iets mee verdienen en ze hoeven niet zelf een afzetmarkt te zoeken. En ik ben er blij mee, omdat ik meer tijd krijg voor het maken van nieuwe ontwerpen. Een echte win-winsituatie dus. Pas heb ik als start al een workshop gegeven
bij Meneer van Houten, onderdeel van Pameijer. Het was zó leuk! Ik hoop dat er meer activiteitencentra volgen. Maar daarvoor heb ik wel meer afval nodig. Dus: gebruikt u regelmatig plastic wegwerpflessen of mooie koffieblikken, en voelt u zich daar lichtjes schuldig over? Daar heb ik de oplossing voor. Breng het materiaal naar één van de verzamelpunten van Rubbish Design en het krijgt een mooi tweede leven. Zelfs bij de productie wordt er al plezier aan beleefd.’ rubbishdesign.nl
Opmaak: Trichis communicatie en ontwerp, Rotterdam Druk: Veenman+, Rotterdam
ebami tom