- KRONIEK De afgelopen tijd hebben wij in veel wes terse landen, en helaas ook in Neder land, een toename van Jodenhaat moe ten constateren. Zoals zo vaak in de tragische geschiedenis van het antisemi tisme het geval was, is er ook nu weer sprake van een combinatie van sociale en religieuze argumenten. Dit keer wordt de directe aanleiding gevormd door het conflict tussen Israël en de Palestijnen. Elk weldenkend mens zal het er over eens zijn dat Jodenhaat absoluut ver werpelijk is en bovendien niets bijdraagt aan de oplossing van welk probleem dan ook, zeker niet aan dat tussen Israël en de Palestijnen. Maar wat kun je doen om die haat tegen te gaan? Wat kun je als kerken, minderheden in onze samenle ving, doen om dit rampzalige proces te stoppen? Inderdaad, de tijd dat kerken een in vloedrijke factor waren in de samenle ving - met vaak uiterst negatieve gevol gen voor de Joden (!)- is voorbij. Naar mijn mening kunnen en moeten christe nen een aantal dingen desondanks wél doen. Allereerst, met name ook gezamenlijk via officiële instanties en woordvoer ders, zich resoluut uitspreken tegen elke vorm van Jodenhaat. Het is verheugend dat de rooms-katholieke Bisschoppen conferentie dit onlangs heeft gedaan (zie www.kri-web.nl). Veel Joden blijken dit als steun in de rug hebben ervaren en wij mogen hopen dat het een aantal christenen alerter heeft gemaakt. Ten tweede, de verleiding is voor ieder een groot om zich tot simpele visies op het Israëlisch-Palestijns conflict te laten verleiden. Laat iedereen die meent er iets over te moeten zeggen, zich op zijn minst in de situatie verdiepen en oog hebben voor de slachtoffers van de oor log in Gaza én voor het feit dat Israëli’s in veiligheid willen leven. Tenslotte, laten christenen in liturgie en catechese, gespitst blijven op het gevaar van anti-Joodse interpretaties van Bijbel, liturgie en theologie. In het verleden hebben die maar al te vaak als olie op het vuur van maatschappelijke conflic ten gewerkt. Laat dat in ieder geval niet opnieuw gebeuren. GERARD ROUWHORST Voorzitter van de Katholieke Raad voor Kerk en Jodendom
Informatiebulletin van de Katholieke Raad voor Kerk en Jodendom www.kri-web.nl
Heeft de dialoog nog zin?
Najaar 2014. Nederland is bezig de balans terug te vinden. In een paar maanden tijd is er een andere mondiaal machtsevenwicht ontstaan, dat ook de Joods-christelijke dialoog in Nederland raakt. Een agressieve ‘islamitische staat’ vlakbij Israël, gewelddadige conflicten in en rond Gaza, en in ons land openlijk anti-Joodse demonstraties, hebben oude wonden geopend. Niet alleen bij moslimjongeren, maar ook onder autochtonen wordt overal in Europa een toenemende antisemiti sche onderstroom gevoeld. Denkers als Frank Furedi en David Suurland attenderen op de tactieken van deze groepen: toenemende gelijkschakeling zionisme en Jodendom, complottheo rieën tegen Israël, soms ook tegen de westerse beschaving als geheel. Daar staan we nu, met ons goede gedrag... Als generatie van de dialoog, als KRI, die ruim zestig jaar geleden beloofde zich in te zetten voor een betere relatie tussen Joden en christe nen. De meesten van ons hebben nooit iets anders meegemaakt dan vrede. En we hebben altijd geloofd dat dialoog een weg was tot bestendiging daarvan. Vooroordelen, onbekendheid die onbemind maakt, verstoorde verhou dingen en onver draagzaamheid kon den worden omgevormd tot vrede. Maar wat als de situatie nu ingrijpend zou veranderen? Als het er echt op aankomt, hebben we dan iets aan die interreligieuze dialoog gehad? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat die dan alsnog een beschavende en vrede bevorderende kracht blijft? We legden deze vragen voor aan vier prominenten in de wereld van de Joods-Christelijke dialoog in Neder land: Rachel Reedijk, Leo Mock, bis schop Herman Woorts en Pieter Dronkers uit Nes Ammim. Al eerder hadden we in Groningen een dialoog
Foto: Tiny Kouters
JODENHAAT
3/2014
bijgewoond van een pas opgerichte Joods-christelijke groep, die goed liet zien hoeveel tijdens zo’n gesprek te leren valt. Pasklare antwoorden zijn er niet. Wel constructieve gedachten. De bis schoppen reageerden snel - nog geen week na de demonstraties in Den Haag - met een onomwonden afwij zing. Rachel Reedijk ging in op de vraag wat de verworvenheden van de Joodschristelijke dialoog voor een Joodsislamitische dialoog betekenen. Leo Mock wijst erop dat de echte dialoog zich in het dagelijks leven afspeelt en dat verdraagzaamheid ook daar moet beginnen. Pieter Dronkers, in het brandpunt van de conflicten, sluit daar min of meer op aan: juist nu moeten we doorgaan met elkaar ontmoeten, dwars door alle pijn en alle haat heen. REDACTIE KRI KRONIEK
DIALOOG 2014
Herman Woorts
Aartsbisdom Utrecht
Band Kerk-Jodendom onopgeefbaar
2
In onze Nederlandse samenleving alsook daar buiten is er – als gevolg van de oorlog tussen Isra ël en Hamas – een toena me van uitingen van haat tegen Joden. De roomskatholieke bisschoppen van Nederland, die haat tegen Joden categorisch verwerpen, zien zich ver plicht om opnieuw krach tig elke vorm van antise mitisme te veroordelen. Het mag niet zo zijn dat mensen die (al vele eeuwen) onvervreemdbaar deel uitma ken van onze samenleving zich onveilig en ongewenst voe len. De onvoorstelbare en ten hemel schreiende tragedie van de Holocaust tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft meer dan duidelijk gemaakt waartoe haat tegen Joden kan leiden. Voor ons als christenen geldt bovendien dat Joden onze oudere broers en zussen zijn in het geloof in de ene God, Vader en Schepper van alle mensen. De band die wij als Kerk hebben met Joden en het Jodendom is onverbrekelijk
en onopgeefbaar. Onze Heer Jezus Christus was een Jood en uit het Joodse volk komen wij christenen voort. Paus Franciscus heeft onlangs niet voor niets gezegd: “Je kunt geen echte christen zijn zonder je Joodse wortels te erken nen” (interview met de Spaanse krant ‘La Vanguardia’). Wij erkennen het recht van zowel Joden als Palestijnen om veilig en in vrede te kunnen leven in een eigen staat. De huidige oorlog tussen Hamas en Israël en het IsraëlischPalestijnse conflict zijn zeer complexe kwesties. Voor een duurzame vrede zien wij het als noodzakelijk dat die Joden en Palestijnen die elkaar bestrijden of als vijanden zien, de strijd beëindigen en met elkaar gaan samenwerken aan de opbouw van landen die vreedzaam met elkaar kunnen leven, tot zegen van de komende generaties en heel de wereld. Wij bidden om de vrede voor het Heilig Land, het Midden-Oosten en heel onze wereld. Tevens bidden wij dat ieder mens zich veilig en gewenst mag weten zowel in ons land als in alle andere landen. Immers, allen – Joden, christenen, moslims en alle mensen – zijn Gods schepselen, door Hem uit liefde tot leven geroepen om met elkaar te leven als Zijn kinderen. (Verklaring van de rooms-katholieke bisschoppen van Nederland, 30 juli 2014. Mgr. Woorts is bisschop-referent voor de relatie RK Kerk-Jodendom)
Rachel Reedijk
www.nieuwwij.nl
Het beste uit twee werelden Typerend voor reacties van Marokkaanse Neder landers op de Gaza- oorlog is dat de emoties vaak omgekeerd evenre dig lopen aan kennis. Wat niet erg helpt, is de cate gorische weigering zich te verdiepen in de joodse kant van het verhaal. Mede daardoor is men niet op de hoogte met de ontstaansgeschiedenis van het zionisme, het streven naar een eigen land dat opkwam uit teleurstelling over het Euro pese inburgeringsproject. De wens om zich te kunnen ves tigen in een land met een joodse signatuur ontstond mede onder invloed van het ontstaan van natiestaten in Europa. De discussie over nationale identiteit wordt tot op de dag van van-daag gevoerd, al dan niet in de gedaante van afsplit sing, zoals veel Schotten onlangs overwogen. Israël werd de laatste maanden een pars pro toto voor alles wat verderfelijk is. Ik was diep geschokt door het heftige antizionisme onder hoog opgeleide Marokkanen dat zich, niet altijd weloverwogen maar wel in zijn uitwerking, tegen de Joden richtte. In sociaaleconomisch opzicht is hun inte
gratie geslaagd, velen hebben prima banen en participeren tot en met hoge functies in de politiek. Uit levensbeschou welijk oogpunt echter lijkt de succesvolle migrant te wor stelen met zijn nieuwe identiteit. Wat zich manifesteert, is een negatieve identiteit: wie of waar wil ik niet zijn. Wij praten niet met zionisten. Men trekt zich terug in wat Mary Douglas een enclave-cultuur noemde, maar dan in een moderne Facebook-variant. In de Marokkaanse moskeeën is men zich zeer bewust van deze gevaren. Joods-islamitische dialoog is van het grootste belang. De Joods-christelijke dialoog kan daarbij een belangrijke rol vervullen. Zo kent de Sjaärgroep van het OJEC een verfrissende hermeneutische ruimte. Naar moderne maatstaven is het dhimma-principe niet echt democratisch. Toen de Nazi’s van de Marokkaanse koning eisten dat hij zijn Joden uitleverde, nam hij hen echter op grond van deze traditie in bescherming. Joods-christelijke dialoog kan dienen als een hermeneu tisch model, de Joods-islamitische geschiedenis houdt ons een pluralistisch model voor. Die twee werelden moeten we bundelen. Als eerste agendapunt stel ik het thema iden titeit voor: hoe te leven in een vijandige wereld op basis van een positieve identiteit.
DIALOOG 2014
Pieter Dronkers
Eind oktober organiseren Nes Ammim en een aantal part ners in Israël een dialoogseminar voor Joodse en christe lijke religie- en theologiestudenten. Het organisatieproces startte anderhalf jaar geleden, maar deze zomer vroegen we ons af of we het project niet in de ijskast moesten zet ten. Vlak na het laatste Gaza-bestand sprak ik erover met een Palestijns-christelijke vriendin. Zij had inderdaad haar twij fels: als deelnemer zou zij het moeilijk vinden om nu met Joden in dezelfde conferentieruimte te zitten. Niet alleen uit woede, maar ook uit angst: angst dat de, in alle kampen aanwezige, haat zich ook op haar zou kunnen richten. Angst is inderdaad geen goede basis voor gesprek. Een vruchtbare dialoog is alleen mogelijk op basis van zelfver trouwen en geloof in eigen kracht. Wat mij opvalt is dat juist waar mensen intensief samenle ven, zij zich erg bewust worden van hun eigen cultuur en overtuigingen. Herontdekking van je eigenheid blijkt een fase in de dialoog: voor het vervolg van het dialoogproces is dan wel het vertrouwen nodig dat die nu scherper gede finieerde identiteit gerespecteerd en erkend zal worden.
Alleen als dat basale ver trouwen er is, dan durven mensen ook de vervolg stap te zetten en de zwar te kanten van hun eigen traditie onder ogen te zien. Het Palestijns-christelijke deel van de partners waarmee Nes Ammim de conferentie organiseert, had een andere invals hoek dan mijn vriendin. Zij waren ervan overtuigd dat zij juist nu het gesprek moesten opzoeken om niet terug te vallen in het antisemitisme dat zo diep geworteld is in de christelijke traditie. Juist nu moeten we elkaar niet uit het oog te verliezen. Daarom gaat dit dialoogseminar door. Zolang het gesprek maar niet met angst in de benen, vanuit schuldgevoel of met een beschuldigende vinger wordt gevoerd, maar vanuit erkenning van gelijkwaardigheid, van uit zelfbewustzijn, en vanuit een gedeeld verantwoordelijk heidsgevoel voor een rechtvaardiger wereld. Meer over het dialoogseminar op galileeseminar.org.
www.nieuwwij.nl
Juist nu het gesprek opzoeken!
3
Leo Mock
We moeten oppassen voor het ‘doemdenken’, alsof de wereld op instorten staat, we in spannende tijden leven, er nu écht iets fundamenteels gebeurd is, een onomkeerbaar proces is ingezet. Prediker zei al: “Zeg niet: Hoe komt het, dat de vroegere tijden beter waren dan deze? Want niet uit wijsheid vraagt u hier naar.” (Pred. 7:10). Ook in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw waren er allerlei ‘spannende ontwikkelingen’: van Angola, Mozambi que, Cambodja en Vietnam, tot de ANC, de RAF, De Rode Brigades, en de PLO. In eigen land hadden we aan linker zijde de militante krakers- en milieubeweging, en ter rech terzijde de VNU, Centrumpartij en neo-nazi’s. Ook etni sche spanningen waren er - denk aan de Molukkers, maar ook de Surinamers en Antillianen; allemaal kinderen van ons beladen koloniale verleden. Tolerantie en verdraagzaamheid zijn niet vanzelfsprekend; juist wanneer het schuurt is grote innerlijke inspanning ver eist om de vrede te bewaren. Een vrede waarin we het soms hartstochtelijk oneens zijn, maar afzien van geweld in
welke vorm ook. Religi euze dialoog kan hier een rol in spelen, maar het echte gesprek speelt zich af in het dagelijkse leven: op straat, in de winkel, op school, in het verkeer. Daar moet het allereerst gebeuren in de ontmoe ting, in de meest fysieke zin van het woord. Door elkaar te groeten in plaats van gedachteloos voorbij lopen, of je terugtrekken in je eigen bekende territoria (Ruth 2:4 - En zie, Boaz kwam uit Betlechem en hij zei tot de maaiers: De Eeuwige zij met u! En zij zeiden tot hem: De Eeuwige zegene u!). Want elke zuivere daad brengt het Koninkrijk Gods / de Messiaanse Wereld een stap dichter bij.
www.amphorabooks.nl
Verdraagzaamheid is niet vanzelfsprekend
DIALOOG 2014
Diepgravers met hart en handen
Een gesprek op niveau in Groningen
4
VRIJE, ASSOCIATIEVE OPBOUW 23 juni 2014. Nederland voetbalt. Oranjevolk verdringt zich bij cafés met mega-beeldschermen en soms weer kaatst een juichsalvo, als geraas van vallend grind, tegen de gevels. We staan kennelijk voor. De Islamitische Staat bestaat nog niet, die zal later in diezelfde week worden uitgeroepen, de oorlog in Gaza moet nog beginnen, de pas sagiers van de MH17 verheugen zich op hun reis. Het lijkt nog een zomer als alle andere zomers. In het Rabbinaatshuis in de Folkingestraat is een tiental mensen bijeen. Ze komen uit Joodse groepen - de Progres sief Joodse Gemeente Noord-Nederland (PJG NN), de Nederlands-Israëlitische Gemeente Groningen (NIGG), en de stichting die de synagoge beheert (SFS). Anderen beho ren tot katholieke of protestantse gemeenschappen in de noordelijke provincies. Ontwikkelde diepgravers zijn het, soms al vele jaren met de Bijbel bezig, nooit bang geweest om over grenzen te stappen - maar tegelijkertijd zijn het gewone mensen, met hart en handen bezig met hun geloof. Mannen en vrouwen. Leeftijd dertig tot zeventig. Er is geen duidelijke gespreksleider. Het gesprek heeft een vrije, asso ciatieve opbouw. Arthur van Essen, bestuurslid van de KRI, heeft vorig jaar het initiatief genomen voor deze ontmoe tingen. Sindsdien zijn ze al meermalen bijeen gekomen. Aanleiding is steeds een Bijbelpassage of een hoofdstuk uit een boek. Ditmaal is gekozen voor Pinchas Lapide, Hij preekte in hun synagogen2 . Er is een thema: ‘goed en kwaad’. DE EERSTGEBORENE Voorlopig moet het dagthema even wachten, want het gesprek van vorige keer is nog niet afgerond. Rami van der Molen - schrijver van een woordenboek en een concordan tie op alle bekende oud-Egyptische grafteksten - heeft nog even iets nagezocht. Het onderwerp was toen ‘Eerstgebo ren Zoon van God.’ Van der Molen vertelt over een preBijbels goddelijk recht op eerstgeborenen, waarvan nog sporen bestaan in de alleroudste religieuze teksten. De Bijbeltekst ‘Wat als eerste de moederschoot verlaat, is van Mij’3 is zo’n spoor. ‘Vandaar dat het huwelijk zo’n loodzwa re sacrale lading had,’ zegt Van der Molen. ‘God zelf was, als scheppend principe - het Woord - aanwezig tijdens de eer ste huwelijksnacht en het eerste kind was van Hem!’ Zie ook de tiende van de Egyptische plagen; God nam terug wat Hem toebehoorde. En het offer van Isaac door Abra ham. God verschafte een ram - een beeld van de gehoorn de Godheid? - in plaats van Abraham’s kind. Omringende culturen brachten toen nog kinderoffers. Ook in het Chris tendom kent nog zulke sporen. ‘Waarom was de maagde lijkheid van Maria zo belangrijk? Jezus was echt de eerste zoon, er was geen misgeboorte aan Hem voorafgegaan. De Zoon van God, naar oude traditie.’
www.focusgroningen.nl
Dialoog ... mooi woord. Je associeert het met vrede en ontwikkeling. Dia-logein - ‘spreken door’. Raymond Panikkar1 maakte een vergelijking met samen kijken door een venster. Het venster was de dialoog; hoe helderder het was - dus hoe minder je ervan zag - hoe beter je je beperkte menselijke perspectief kon doorbreken. En door te luisteren naar de ander kon je nog meer leren. Verschillen van inzicht waren dus eigenlijk een zegen, in plaats van een bron voor conflicten. Maar is zoiets praktisch wel realiseerbaar, zonder machtsspelletjes en zonder dat het gesprek als een nachtkaars uitgaat? Ja, nou en of! Een impressie van een bijzondere avond in Groningen.
Het Rabbinaatshuis in Groningen De anderen luisteren geboeid. ‘Eén ding begrijp ik niet’, zegt Frits Grünewald (NIGG). ‘Wat bedoel je met God die als Woord aanwezig is tijdens de huwelijksnacht?’ Van der Molen: ‘Het Woord was synoniem aan Schepping in de oude culturen.’ Rob Vleesblok, NIGG, voegt toe: ‘Er was een mystieke relatie tussen het lichamelijke en het godde lijke, maar die was veel directer dan wij ons nu kunnen voorstellen. De afstand God-mens was heel klein.’ Van der Molen: ‘Ook als mens moest je oppassen met wat je uit sprak. Je kon scheppen, maar vervloeken. En noemen - van een kwade macht - kon oproepen zijn.’ LIBERAAL, ORTHODOX EN DE MESSIAS Er ontspint zich een gesprek over het verschil tussen orthodox en liberaal Jodendom. Als Arthur van Essen opmerkt dat Christus een wetsgetrouwe Jood was en dat christenen dit meer kunnen betrekken bij hun christologie, vraagt Frits Grünewald aan Lex van der Star (LJG NN): ‘Klopt het, dat het liberale Jodendom minder op de Messias gericht is en meer op de mens?’ Van der Star: ‘Liberalen zijn veel bezig met actief herstel van de wereld, Tikkoen Olam. De mens moet daaraan actief werken.’ Marcel Wichgers (SFS) valt hem bij: ‘Door Tikkoen Olam maak je de paden van de Messias recht, zodat Hij kan komen. Volgens ortho doxe Joden is het de man die komt die actief is, niet de mens.’ OVER HET KWAAD EN DE TROOST Het thema ‘goed en kwaad’ roept een gedachtewisseling op over biecht, verzoening en vergeving. Frits Grünewald: Het beeld dat ik van de biecht heb, is dat het kwaad aan het licht wordt gebracht, als het ware ‘oplicht’ en dan wordt weg genomen. Dat gebeurt ook op Yom Kippoer.’ Arthur van Essen: ‘In het Jodendom is er ook veel nadruk op tesjoeva,
DIALOOG 2014
dat niet-Joodse christenen zich niet hoefden te laten besnij den en de voedselwetten niet hoefden te volgen. ‘Dat kan dan maar één gevolg hebben gehad,’ zegt Frits Grünewald. ‘Ze stelden als groep dat de Halacha niet meer nodig was. Dat betekende dat ze zichzelf buiten de Joodse gemeen schap sloten.’ Dit gegeven leggen we naast de geschiedenis van het Romeinse keizerrijk. Joden aanbaden één God en hoefden niet te offeren aan de keizer - een privilege waar voor ooit een zeer hoge prijs aan mensenlevens was betaald. Niet-Joden moesten dat wel, dus christenen ook. Deze zullen hebben geweigerd, want ook zij aanbaden één God. Gevolg: problemen met Rome. Daar was in 54 Nero aangetreden. Gevolg: wreedheden tegen de christenen (voor zover bekend niet tegen de Joden). De Joden hadden zich aan hun principes gehouden en aan hun afspraken met Rome. Maar voor de christenen kan dit alles heel goed heb ben gevoeld als verraad, een begrip dat ze nog tweeduizend jaar aan het Jodendom bleven verbinden. Was het eerste antisemitisme in aanleg haat-liefde, de pijn van iemand die zich verstoten voelt? 5
BESCHAVING Na afloop verspreiden de deelnemers aan de dialoog zich snel. Als ik terugfiets door een uitbundig feestende oranje menigte - Nederland heeft gewonnen - denk ik terug aan de ontdekking van de pijn van verstoting. Dialoog kan, behalve denkbeelden uitwisselen over religieuze tradities, dus ook een manier zijn om emoties te determineren, die
HET GOEDE: EEN WEG VAN VERTROUWEN Herma Lof-ten Klooster (PKN-gemeente de Fontein) door breekt de wat pessimistische glijvlucht waarin het gesprek dreigt te belanden door een appèl op geloof en vertrouwen: ‘Zou het niet ook kunnen dat God evenveel lijdt onder het kwaad als wij? Dat je tot God kunt wenden en dan voelen dat je daar niet alleen in staat?’ Hilda van Schalkwijk (pastor te Zuidhorn): ‘Denk bijvoorbeeld Psalm 22, waar iemand met gebalde vuisten op de deur bonst, schreeuwend om God, en dan midden in die psalm is er een kentering, de ervaring dat God er is. Precies in de diepste ellende. Juist daar, in die schreeuw, vindt de ontmoeting met God plaats.’ Lex van der Star: In de Psal men, en ook Job, Prediker, Jona, vind je vaak uitdrukkingen van twijfel aan God.’ Hilda van Schalkewijk: ‘En bij Johannes de Doper: ‘bent U het, of moeten we een ander verwachten?’ Kun je zeggen dat twijfel van nature hoort bij geloof in God?’ Verschillen Dialoog kan ook de pijn van vroegere conflicten wegnemen de stemmen bevestigen dit. Anne Hilhorst: ‘Je zou kunnen denken aan een vorm van geloven waarin je niet zegt ‘God is alles’, maar eerder ‘wat het gevolg zijn van vroegere botsingen tussen culturen. Kan er ook gebeurt - nooit zonder God. De weg die je met God ze ook zorgen dat die oude conflicten ‘oplichten’ als je ze gaat is nooit een weg van zekerheden. Maar je gaat met bespreekbaar maakt, zoals bij de biecht en in de weken God een weg van vertrouwen.’ voor Jom Kippoer? In dat geval zou ze inderdaad onver wacht zinvol kunnen zijn, mocht de beschaving zoals we die WAAROM ONTSTOND HET CHRISTENDOM? nu kennen plotseling op zwart gaan. Rob Vleesblok wil nog even terug naar een onderwerp dat Arthur van Essen noemde: Jezus als wetsgetrouwe Jood. ALETTE WARRINGA ‘Als hij dan zo’n goede Jood was,’ merkt hij op, ‘hoe komt het dan dat zó’n radicale wending aan het Jodendom is Noten gegeven dat er een hele nieuwe godsdienst ontstond? Joden 1 Raimond Panikkar: hindoestaans-katholiek denker. zijn het structureel oneens, het kan fel toegaan bij geloofs 2 Hij preekte in hun synagogen. gesprekken, maar tot zo’n permanente breuk heeft dat 3 Zie o.m. Ex. 13:2, 13:12 en 34.19 verder nooit geleid. Waarom toen wel? Zorgvuldig leggen we gegevens bijeen. We beginnen bij het Apostelcongres, waar Jacobus, Paulus en Petrus besloten
www.kuleuven.nl
inkeer. Dat je je van tevoren actief moet opstellen en ande ren moet vragen of je hen ooit hebt gekwetst. Dat wordt in het katholicisme nog wel eens vergeten.’ Anne (protes tant opgevoed, nu katholiek) vertelt dat ze vroeger dacht dat katholieken het maar gemakkelijk hadden. Biechten, schietgebedje, klaar. Leo Omlo, katholiek van jongsaf, ver zekert haar dat dit niet zo eenvoudig is als het misschien lijkt. ‘Ik heb ontzettend veel gebiecht vroeger, maar de zonde bleef daarna wel degelijk nog op je drukken.’ Een van de moeilijkste vragen is voor iedereen, waarom God het kwaad toelaat. Het Jodendom heeft daarop nog minder pasklare antwoorden dan het christendom. Rami van der Molen: ‘Sommige ultra-orthodoxe stromingen zien letterlijk alles wat in de wereld gebeurt als Gods wil. Ram pen zijn een verdiende straf voor zondige mensen, tot aan de sjoa toe.’ Lex van der Star, die kort geleden werd gecon fronteerd met zinloos geweld, vertelt hoe opstandig hij was: ‘Ik zag dit als totale terugtrekking van God uit de wereld. Ik ben er nooit in geslaagd om een verklaring te vinden voor rampen die mensen treffen.’ Frits Grünewald: ‘Zo’n ervaring is voor niet-orthodoxe mensen soms een reden om niet langer te geloven. Juist tegenover onver klaarbaar en redeloos verdriet kun je als orthodox heel sterk in je geloof staan.’
Mozes tussen hemel en aarde Afgelopen zomer was ik in Jeruzalem voor een studieseminar onder leiding van Douwe van der Sluis. Het onderwerp: Mozes. Het is misschien wat ironisch dat we juist de persoon van Mozes bestudeerden, die zelf nooit voet heeft gezet in het beloofde land. Toch is Mozes in een stad als Jeruzalem nooit ver weg.
www.wikimedia.com
6
Je kunt er niet rondlopen zonder zijn naam op allerlei plaat sen tegen te komen. De Israëlische schrijver S.Y. Agnon wist dat in zijn boek Tmol Sjilsjom met humor te verwoor den: ‘Iedere plaats in Jeruzalem heet Mosje, ofwel Ohel Mosje, of Zichron Mosje, of Yamin Mosje, of Mizkeret Mosje. Als je naar één van deze plaatsen wilt gaan, vergeet je welk woord er ook alweer precies bij Mosje hoorde, en je loopt van Mosje tot Mosje en komt niet bij de Mosje die je zocht.’ Toch heeft Mozes zijn sporen in Jeruzalem nage laten. In de weken dat wij er waren speelde hij bovendien steeds een belangrijke rol in de parasja van de week, het gedeelte dat op zaterdag in de synagoge wordt gelezen. Doordeweeks bestudeerden we dit gedeelte dagelijks uit voerig in tweetallen. Het waren hoofdstukken uit Numeri, waarin de bijzondere positie van Mozes voortdurend zorgt voor spanningen tussen hem en het volk. Deze passages, en ook de rabbijnse tradities over Mozes die we bespraken, riepen de nodige vragen op: Wat is precies Mozes’ positie? Waaraan moet hij voldoen als leider van het volk? Zijn er bijzondere kwaliteiten nodig om Tora te ontvangen?
Yemin Moshe, een van de vele straten en buurten in Jeruzalem die naar Mozes zijn vernoemd. VRAGEN BIJ MOZES’ POSITIE Van de positie van Mozes leveren de gedeelten uit Numeri een interessant beeld op. Mozes staat als leider tussen God en het volk in. In Numeri 14 zien we bijvoorbeeld hoe hij voor het volk pleit als het opnieuw in opstand is gekomen. God overweegt het volk in zijn geheel uit te roeien, maar Mozes weet Hem te vermurwen. Uiteindelijk schenkt God vergeving. De generatie van opstandigen zal weliswaar in de woestijn omkomen, maar hun kinderen zullen het land bezitten. Mozes heeft met zijn pleidooi dus invloed op de daden van God. Maar de communicatie werkt ook de ande re kant op: het is via Mozes dat God de gemeenschap laat weten hoe deze dient te handelen. Mozes neemt daarmee een bijzondere positie in.
Dat blijft niet onopgemerkt en wekt zelfs jaloezie op. In Numeri 16 komt Korach samen met Datan en Abiram, On en nog tweehonderdvijftig andere leiders van de gemeen schap tegen Mozes en Aäron in opstand. Korach en zijn aanhangers zijn het niet eens met de bijzondere positie die zij bekleden. Álle leden van de gemeenschap zijn immers heilig; waarom zouden Mozes en Aäron zich boven de rest verheffen? In eerste instantie klinkt dit als een roep om democratie. Mozes suggereert echter dat Korach niet zozeer uit is op gelijkheid, maar een ander motief heeft voor zijn opstand: hij zou op het priesterschap azen. Datan en Abiram hebben weer andere beweegredenen voor hun protest. Ze stellen dat Mozes hen uit een land van melk en honing heeft geleid om hen te laten sterven in de woestijn - en nu wil hij ook nog over hen heersen? Bovendien heeft Mozes hun niet eens een erfdeel gegeven. Het is duidelijk: Datan en Abiram hebben geen vertrouwen meer in Mozes’ rechtvaardigheid en bekwaamheid als leider. Ze gebruiken provocatieve taal, zeker omdat ze hier Egypte en niet Kanaän identificeren als het land van melk en honing. Mozes voelt zich gekrenkt en heeft het idee dat zijn integri teit in twijfel wordt getrokken. Hij doet een beroep op God: als de Eeuwige hem heeft gestuurd, dan zullen de opstandigen geen natuurlijke dood sterven… Zo geschiedt. Datan en Abiram worden door de aarde verzwolgen en dalen levend af in het dodenrijk. Na deze afschrikwekkende gebeurtenis komen ook de andere opstandelingen op een gruwelijke manier aan hun einde. Het wordt duidelijk dat Mozes inderdaad door God is aangewezen. Dat lijkt een hem in een machtspositie te plaatsen. Toch zitten er ook aan het leiderschap van Mozes en Aäron grenzen. Dit blijkt wanneer het volk zich na de dood van Mirjam opnieuw tegen hen keert - nu omdat er geen water meer is. God gebiedt Mozes en Aäron om met de staf naar de rots te gaan en ertegen te spreken, zodat er water uit zal komen. Maar in plaats van tegen de rots te spreken, slaat Mozes tweemaal op de rots. Er komt inderdaad water uit, en het volk is gered. Mozes en Aäron komen er echter minder goed vanaf. Omdat ze Gods heiligheid niet hebben laten zien, zullen ze de gemeenschap niet naar het land Kanaän brengen. Was het eerder het volk dat verschillende keren tegen hun positie in opstand kwam, nu is het God zelf die grenzen stelt aan hun leiderschap. Waarom heeft het slaan op de rots zulke ingrijpende gevol gen? Dr. Avivah Zornberg, één de lectoren tijdens het seminar, had daar een interessante visie op. Mozes verliest zijn zelfbeheersing wanneer hij tweemaal op de rots slaat; iets wat een leider nooit mag gebeuren. Zijn leiderschap wordt daarom aan banden gelegd. RELIGIEUZE LEIDER PAR EXCELLENCE Mozes’ positie als leider is in de bijbelse verhalen dus niet onomstreden. Waarom wordt juist hij uitgekozen? In Exo dus Rabba 2,2 vinden we een verhaal dat doet denken aan een gelijkenis van Jezus. Mozes is herder over het kleinvee van Jetro als er op een dag één jong ontsnapt. Hij rent het
www.wikimedia.com
7
Mozes deelde de wet met het volk. Was hij daarom een goede leider? Karolingische illuminatie, ca. 840.
Een ander verhaal over de kwaliteiten van Mozes komen we tegen in traktaat Sjabbat van de Babylonische Talmoed. Wanneer Mozes afdaalt nadat hij Tora heeft ontvangen, vraagt Satan aan God waar de Tora gebleven is. God ant woordt hem dat Hij de Tora aan de aarde heeft gegeven. Satan zoekt overal, op de aarde, in de diepten van de zee, maar nergens vindt hij wat hij zoekt. ‘Ga naar de zoon van Amram’, zegt God tegen hem. Satan haast zich dus naar Mozes en vraagt hem waar de Tora is. Mozes antwoordt: ‘Wat ben ik, dat de Heilige mij zijn Tora zou geven?’ Nu mengt God zelf zich in het gesprek en roept Mozes tot verantwoording: ‘Mozes, je bent een leugenaar?!’ Maar Mozes antwoordt: ‘Heer van de Wereld, U hebt een ver borgen geschenk waarin u zich dagelijks verheugt, zou ik al dat goeds dan voor mezelf houden?’ Het is vanwege Mozes’
nederigheid dat de Tora voortaan zal worden aangeduid met zijn naam, als ‘de wet van Mozes’. Het mooie is, dat dit verhaal niet alleen iets vertelt over de kwaliteiten van Mozes, maar ook over de aard van Tora. Tora komt hier in beeld als een geschenk dat je niet zomaar voor jezelf kunt houden. Mozes wordt daarmee in een traditieketen geplaatst: het is belangrijk dat hij het geschenk deelt met
www.stichtingpardes.nl
achterna, totdat ze bij een schaduwrijke plaats komen. Daar stopt het kleintje om te drinken uit een waterplas. Zodra Mozes dat ziet, zegt hij: “Ik wist niet dat je wegrende omdat je uitgeput was door de dorst.” Hij zet het kleintje op zijn schouders en gaat terug. Naar aanleiding van zijn handelen spreekt God als volgt tot Mozes: “Jij hebt de barmhartigheid om kleinvee van vlees en bloed te hoeden. Bij jouw leven, je zult herder zijn over mijn kleinvee!” Dit verhaal is een mooi voorbeeld van wat Peter Lehnhardt die we tijdens het seminar meermaals mochten ontmoeten - karakteriseert als een story in between. Het slaat als het ware een brug tussen de bijbelse voorstelling en de rabbijnse voorstelling van Mozes. Mozes kan volgens de rabbijnen natuurlijk niet zómaar een herder zijn geweest, hij was een ‘goede herder’. In het verhaal treedt een dramatic crossroad op: er ontsnapt één jong uit de kudde. Alle ogen zijn gericht op Mozes. Wat doet hij? Mozes laat zijn kudde in de steek en gaat het ene jong achterna. Wanneer hij het vindt bij een waterplas, toont hij barmhartigheid. In plaats van boos te worden op het kleintje, neemt hij als leider zelf de verantwoordelijk heid op zich.
Mozes slaat water uit de rots.
anderen, dat hij doorgeeft wat hij zelf heeft ontvangen. Mozes bezit niet alleen de kwaliteiten om een leider te zijn, hij is ook een leraar die de ontvangen traditie doorgeeft. Dat maakt hem tot een rolmodel voor religieus leiderschap.
8
TUSSEN HEMEL EN AARDE Tijdens het seminar kwamen we een aantal wonderlijke verhalen over Mozes tegen, waarin hij soms bijna goddelij ke, of in ieder geval bovenmenselijke trekken aanneemt. In Deuteronomium Rabba 11,10 verklaart Mozes dat hij besneden ter wereld kwam en al direct na zijn geboorte kon lopen en praten. Ook was hij niet afhankelijk van moe dermelk en als klap op de vuurpijl profeteerde hij al toen hij pas drie maanden oud was. Toch zijn er ook andere gelui den. Midrasj Petirat Mosje zet bijvoorbeeld de spanning tussen Mozes’ bijzondere positie enerzijds en zijn mense lijkheid anderzijds haarscherp neer. Wanneer God Mozes vertelt dat zijn einde nabij is, begint de laatste zijn zaak te bepleiten: ‘Heer van de Wereld, na al mijn afmattende werk zegt U tegen mij dat ik moet sterven?! “Ik zal niet sterven maar leven” (Ps. 118:17).’ Gods reactie is helder: tot hier en niet verder. Mozes geeft het echter niet zomaar op. Hij bestookt God met vragen. Wat is de zonde die hij heeft begaan, dat hij nu moet sterven? Heeft hij niet een bijzondere positie? Hij is tenslotte opgestegen naar de hemel, sprak met God van aangezicht tot aangezicht en ontving uit diens eigen hand Tora! Maar uiteindelijk moet
ook Mozes eraan geloven. Voor hem geen uitzondering als het gaat om de dood. Al sterft Mozes dan niet helemaal een gewone dood; hij sterft al pi Hashem. Deze uitdrukking is ontleend aan Deut. 34:4 en wordt normaal gesproken ver taald als: ‘zoals God dat gezegd had.’ De midrasj vat de zin echter uiterst letterlijk op en komt daarmee tot een bij zondere uitleg van het vers: Mozes sterft ‘door de mond van God’. Oftewel, God neemt zijn ziel weg met een kus… De spanning die in het laatste verhaal zo scherp wordt neergezet, komt in de literatuur over Mozes eigenlijk steeds naar voren. In Numeri wordt zijn bijzondere positie aan de ene kant door God bevestigd, maar tegelijkertijd ook begrensd. In die zin staat hij tussen God en het volk in. Ook in de rabbijnse bronnen beweegt Mozes zich tussen hemel en aarde. Hij stijgt op om Tora te ontvangen, maar daalt ook weer af om het geschenk door te geven. Misschien het wel bij uitstek die spanning, die beweging, die het bezig zijn met Tora kenmerkt. Wanneer we ons met elkaar over die oude teksten buigen, kan het zelfs gebeuren dat er een klein wonder plaatsvindt. En dat iemand als Mozes opnieuw tot leven komt in een stad waar hij nooit voet heeft gezet. ESTHER VAN EENENNAAM (Esther van Eenennaam heeft het bachelor Theologie behaald en zich verdiept in Rabbijns en Bijbels Hebreeuws)
Interconfessionele studie- en ontmoetingsdag
‘Prent het uw kinderen in’ Het Overlegorgaan van Joden en Christenen (OJEC) wil tijdens een studiedag voor rabbijnen, predikanten, priesters en kerkelijk werkers op 27 oktober 2014 ruimte geven aan onderlinge ontmoeting en bezinning, rond het thema: ‘DE OVERDRACHT VAN RELIGIEUZE TRADITIES IS EEN VERANTWOORDELIJKHEID VOOR ZOWEL JODEN ALS CHRISTENEN.’
Dagvoorzitter is prof. dr. Dineke Houtman. Sprekers zijn o.m. Pieter Goedendorp (voorzitter OJEC), Pinchas Toledano (opperrabbijn Portugees Israëlitische Gemeente), Erik Renkema (docent levensbeschouwelijke vorming en promovendusonderzoeker), Henny van het Hoofd (afd. Onderwijs van het NIK) en Herman Woorts (bisschop-referent Kerk en Jodendom). Datum en plaats: Maandag 27 oktober 2014, 10.30-16.00 uur. De Nieuwe Poort, Claude Debussylaan 2, 1082 MD Amsterdam-Zuid. Kosten deelname (incl. lunch): € 25,-. Betaling vóór 20 oktober 2014, via IBAN nr. NL10 INGB 00052.89.250 t.n.v. Stichting OJEC te Enschede, o.v.v. studiedag 27 oktober. Aanmelden met naam, (e-mail)adres, telefoonnummer, functie in kerk/synagoge, wensen voor kosher eten en diëten vóór 18 oktober 2014. Aanmelden is noodzakelijk. Adres:
[email protected], telefoon 06-53 998 400 (Golstraat 23, 7411 BN Deventer).
De stichting LEV is een organisatie die de studie van bijbel en joodse traditie wil bevorderen. Zie ook www.stichtinglev.nl.
Koning David: mythisch of levensecht? Zowel in Jodendom als in christendom is koning David de voorloper en het model van de komende, rechtvaardige Messias. Een van de meest gezongen liedjes nu in Israël is: ‘David, Koning van Israël, hij leeft en bestaat’! De voorstelling van de grote koning David, die Goliath ver sloeg, Jeruzalem veroverde, zanger, en dichter van psalmen was, leeft voort in ontelbare verhalen, liederen en verbeel dingen. In afbeeldingen vanaf de oudheid tot op de moder ne schilderijen als die van Chagall zien we hem als de koning met een harp in de hand. Hij is bijna tijdloos geworden: als de mythische Orpheus naar wie de wilde dieren aandachtig luisteren. Ook de muziek van David doet het kwaad wijken: ‘en David nam de harp en hij speelde met zijn hand en het luchtte Saul op en het ging hem goed en de kwade geest week van hem’ (I Sam. 16,23). TEGENSTEMMEN Al die verheven beelden laten onverlet dat er ook andere verhalen over David in de Bijbel staan. Zo is de geschiede nis van David, Bathseba en Uria (2Sam. 11), waarin David letterlijk over lijken gaat om zijn eigen wil door te zetten, in tegenspraak met het ideaal beeld over David. We zien al in de Bijbel zelf dat deze paradox vragen oproept. In het boek Kronieken wordt een gemakkelijke oplossing geko zen: men laat de aanstootgevende verhalen eenvoudig weg. In Psalm 51,2 wordt het motief van de spijt van David sterk benadrukt: ‘Een psalm van David, … Toen de profeet Nathan tot hem was gekomen, nadat hij tot Bathseba was ingegaan. Wees mij genadig, o God die liefde bent; U grenzeloze barm hartigheid, wis uit wat ik heb gedaan.’ LATERE TRADITIES Latere tradities hebben negatieve of al te menselijke verha len over Koning David naar de achtergrond geplaatst. Zozeer, dat in de Talmoed wordt gezegd:
9
Rav zei: ‘Een mens moet zich nooit blootstellen aan verlei ding. En David, de koning van Israël deed dit wel en hij struikelde. David zei tot God: “Heer der wereld, waarom zegt men [aan het begin van het achttiengebed] God van Abraham, God van Izaäk en God van Jakob en niet God van David? […]” Hij zei tot David: “Zij waren bestand tegen de verleiding maar jij kunt dat niet…” [in de geschiedenis van Bathseba]. (Babylonische Talmoed, Sanhedrin 107a).
In alles handelde David, zegt deze uitleg, op de juiste wijze. En al lijkt het zo in de tekst dat hij gezondigd had, hij deed het niet!
DAVID ALS VOORBEELD Waarom wordt toch vastgehouden aan het negatieve gedrag van David zoals Rav doet en wordt David niet hele maal ‘witgewassen’ zoals Rabbi Jonathan deed? Een moge lijk antwoord op die vraag vinden we in een rabbijnse over levering (b.Avoda Zara 4b-5a) die we hier parafraseren. De vraag wordt opgeworpen hoe het bestaat dat David tot overspel in staat is geweest. Als antwoord wordt gegeven: David heeft een zonde begaan en is tot berouw gekomen; daardoor kan hij als voorbeeld gelden voor een ieder die een zonde heeft begaan. Want als zelfs de grote David berouw kan hebben, hoeveel te meer dan kunnen gewone stervelingen tot omkeer komen! Over David wordt dan gezegd: hij heeft het juk van de omkeer hoog opgeheven! Zo blijft koning David levensecht en kan toch het grote voor beeld zijn als voorloper en model voor de komende Messias.
Niet iedereen is er van overtuigd dat David helemaal niet gezondigd had:
DOUWE VAN DER SLUIS (voor meer, zie LEV-Cahier 9, David - stichtingLEV.nl)
Rabbi Sjemoe’el bar Nachmani zei dat Rabbi Jonathan zei: ‘Een ieder die beweert dat David zondigde, vergist zich alleen maar! Omdat er geschreven staat: “David gedroeg zich op al zijn wegen verstandig, en de Eeuwige was met hem”(1Sam. 18,14). Zou het dan mogelijk zijn dat David zondigde en dat de Goddelijke aanwezigheid met hem was?? Maar hoe moet ik dan het vers verstaan waar staat: “Waar om heb jij [David] het woord van de Eeuwige veracht door slecht te doen in Zijn ogen?” (2Sam 12,9). Dat is zo te begrijpen: David probeerde het te doen, maar hij deed het niet! (Babylonische Talmoed, Sjabbat 56a).’
Theo de Kruijf
Zijn betekenis voor de relatie Kerk en Joden Op woensdag 25 juni 2014 overleed prof. dr. Theo C. de Kruijff. Hij was van 1972 tot 1978 voorzitter van de KRI. Met niet aflatende ijver heeft hij zich ingespannen voor verbetering van de relatie tussen de Katholieke Kerk en de Joden.
VOORAAN IN DE G ELEDEREN Theo is geboren in Frankfurt am Main, 6 april 1928. Hij inte resseerde zich voor Kerk en pastoraat, bezocht het Klein Seminarie Apeldoorn en studeerde filosofie en theologieaan het Groot Seminarie Rijsenburg te Driebergen. Na zijn priesterwijding op 25 juli 1954 kreeg hij de opdracht exegese
David Flusser, een van de hoogleraren die mede dankzij De Kruijf naar Nederland kwamen.
: www.bible-light.com
AP
10
te studeren in Rome en in Jeruza lem aan de Ecôle Biblique. Hij maakte van dicht bij mee hoe de Kerk worstelde met de relatie tot de Joden en zag hoe de ver houding tussen Israëli’s en Pales tijnen zich verhardde. Dit leidde bij hem tot reflectie over ver werking van het verleden, maar ook tot uitgesproken ideeën over het contact tussen Joden en de Kerk in het heden. Binnen de kortste tijd stond Theo vooraan in de gelederen als het ging om activiteiten of initiatieven tot bezinning hierover. De studenten op het Seminarie Rijsenburg, waar Theo in 1961 was benoemd Theo de Kruijf (derde van links) tijdens een Joods-christelijk seminar in Rijsenburg (1964). tot professor in de Bijbelweten schappen, voelden zijn drang tot een nieuwe visie en tot beleving van de H. Schrift in relatie met de Als hoogleraar Exegese van het Nieuwe Testament raakte politieke, maatschappelijke en theologische ontwikkelingen. hij steeds meer doordrongen van de actualiteit van deze Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog was er van relatie, wat bleek uit zijn wetenschappelijk werk, maar ook kerkelijke zijde in oecumenisch verband een proces van bij contact met studenten. Ook in interkerkelijk verband bezinning op gang gekomen, waarin men begon na te den lag die verbetering van de betrekkingen na aan het hart. ken over wat de Joden was en werd aangedaan. Langzamer Het was de tweede helft van de vorige eeuw, de periode na hand begon men zich de factoren, gevoelens en ideologieën de oprichting van de staat Israël, waarin reacties op de sjoa bewust te worden die antisemitisme konden genereren of op gang kwamen en spanningen in het Midden Oosten toe aanwakkeren. Dat bewustwordingsproces speelde zich in namen, vooral tijdens de Zesdaagse Oorlog 1967 en de Jom verschillende milieus af, ook in kerkelijke verbanden en Kippoer Oorlog 1973. Spanningen, die de aandacht gericht onder theologen. Van katholieke zijde kreeg het geleidelijk hielden op het Joodse volk. De reactie van de kerken was aan meer aandacht, hoewel de eerlijkheid gebiedt te zeggen van cruciaal belang, vooral vanwege mogelijke politieke dat vaak van protestantse zijde het voortouw genomen effecten in het Midden-Oosten. Oecumenische ontmoetin werd. Theo was betrokken bij een aantal initiatieven op dit gen werden belangrijker en aan die gesprekken namen terrein. steeds vaker Joodse gemeenschappen deel. Toon Ramse laar, oprichter van de KRI, was bij die gesprekken een bewogen inspirator. Hij werd gesteund door Mirjam Rookmaaker-van Leer, door Cees Rijk en vele anderen van Joodse en van kerkelijke zijde. Gaandeweg groeide de kennis van de Joodse traditie onder meer in ‘leerhuizen’ en aan theologische opleidingen. Er k wamen bijeenkomsten in studiecentra, seminaries en vormingsinstituten, mede gedragen door de International Council of Christians and Jews. Theo de Kruijf was daarbij, hij gaf lezingen, hij organiseerde ze of hij zat ze voor.
stichting Pardes
VERDIEPING EN VERHELDERING In 1972 volgde hij Toon Ramselaar op als voorzitter van de Katholieke Raad voor Israël (KRI). Hij zocht contact met de protestantse Raad voor Kerk en Israël, waar hij ds Sam Gerssen leerde kennen. Samen met hem gaf hij het tijd schrift Ter Herkenning uit, een samenvoeging van de bladen ‘Christus en Israël’ ( opgericht door Ramselaar) en ‘Kerk en Israël’ van protestantse zijde. Het Interkerkelijk Con tact Israël (ICI), waarin Theo en Sam Gerssen ook samen werkten, bevorderde seminars, studiereizen, naar Israël. Theo was direct betrokken bij de Leerhuisbeweging. Hij onderhield voortdurend contacten met de professoren die deze beweging begeleidden en die zowel van de protes tantse faculteiten als van de seminaries Warmond en
Theo de Kruijf ijsenburg afkomstig waren. Hun onderlinge contact R steeds meer aangevuld en verrijkt door inbreng van Joodse zijde - verdiepte de discussies en dwong tot verheldering van de stellingnames. Daarbij stonden de sjoa, de oprich ting van de Staat Israël, de theologische reflectie op de gebeurtenissen aldaar, en de geschiedenis van het belijden van de kerken steeds centraal. Men zocht naar een nieuwe wijze van denken en theologi seren. Er kwamen nieuwe vragen op. Hoe verhouden wij ons tot de Joden? Hoe denken de Joden over zichzelf en over de kerk? Hoe zien zij haar houding ten opzichte van de Joden door de eeuwen heen? De verbreding van kennis hierover werd sterk gestimuleerd door de uitgave van de reeks Phoenix pockets, die als titel hadden ‘Zoals gezegd is over’ en waarin Bijbelse thema’s zowel vanuit Joods als vanuit christelijk perspectief werden belicht. Theo was één van de redacteuren van de deeltjes, die op het Nieuwe Testament en het vroege christendom betrekking hadden. In 1967 werd Theo aangesteld tot Hoogleraar exegese Nieuwe Testament aan de Katholieke Theologische Hoge school Utrecht (KThU) en vanaf 1971 aan de Rijksuniversi teit Utrecht. Van bijzondere betekenis is dat Theo zich heeft ingespannen ook Joodse leraren te betrekken bij de opleiding van pastores. Hij zette zich ervoor in dat Jehuda Aschkenasy een leerstoel kreeg aan de theologische facul teiten, de KTHA (Amsterdam) en de KTHU, iets wat van doorslaggevende waarde is geweest. De studenten k wamen zo direct in gesprek met de Joodse traditie. Menige student heeft daar een voor haar/zijn leven bepalende vorming gekregen. Prof. David Flusser en prof. Shmuel Safrai uit Israël werden uitgenodigd voor gastcolleges. Dat gebeurde
ook aan de theologische faculteit van de Nijmeegse univer siteit. Er ging een nieuwe wereld open en een nieuwe wijze van theologiseren brak door. TEGENWIND Gemakkelijk was dit alles niet. Er was tegenwind. Dat had ook Toon Ramselaar vanaf het eerste begin ondervonden. Het verzet kwam voort uit de traditionele afstandelijke houding ten opzichte van de Joden, die vooral in de roomskatholieke wereld overheerste, Die ging vaak met al of niet uitgesproken afwijzing gepaard. Joden, zo stelde men, had den geen deel aan de weg van het universele heil, die met de komst van Christus begonnen was. Zij werden als te ‘particulier’ beschouwd en behorend tot de ‘verleden tijd’. Er deden zich felle discussies voor, onder meer tij dens het Nederlands Pastoraal Concilie waar Theo de Kruijf woordvoeder was. ‘Kunnen wij wel of niet spreken over het “Joodse volk”?’, was een van de discussievragen. Met andere woorden, kan of moet er een Joodse Staat Israël zijn?’ Felle discussies wer den ook gevoerd met de Pax Christi-beweging vaak onder leiding van prominent KRI-lid Arie Kuiper, redacteur van De Tijd. Ondanks de verklaring van Vaticanum II Nostra Aetate bleef vooralsnog erkenning door het Vaticaan van de staat Israël uit. Het antijudaisme en antisemitis me bleken diepe wortels te hebben, zoals werd blootgelegd in het boek ‘De catechese der vergui zing’ van de hand van Jules Isaac. Deze Joodse schrij ver uit Frankrijk geeft daarin een onthullende ana lyse van de vernederende houding waarmee de Kerk eeuwenlang de Joden had bejegend. In de jaren ‘60 speelde bovendien toenemende onrust over het lot van de Palestijnen een rol, zowel in de politiek ter linker- als ter rechterzijde en ook in de kerken. De vraag doemde op of bij het contact met de Joden nu om een politieke, dan wel om een theologische kwestie ging. BLIJVENDE AANDACHT Theo de Kruijf verstond de kunst om op intelligente en invoelende wijze in deze wereld van tegenstellingen te ope reren. Dankzij de medewerking van mannen als Arie Kui per, Ad Bredero en vele anderen bleef het mogelijk een koers te varen die uiteindelijk zou bijdragen tot erkenning van de Staat Israël en tot blijvende aandacht voor de actu ele band met het Jodendom en de Joden. Steeds heeft Theo zijn studenten daarin betrokken en hen kunnen motiveren tot studie, tot ‘lernen’. Eén van hen, Marcel Poorthuis, lid van de KRI, heeft die lerende ont moeting met de Joden door studie en publicaties met kracht voortgezet. Langs vele wegen heeft de inzet van Theo voor goede relatie met de Joden zich ontwikkeld tot verdieping en verrijking van het kerkelijk leven. De KRI zal dit geestelijk erfgoed moeten doorgeven o.a. door de ondersteuning van de initiatieven van de bisschop pen zoals de Dag van het Jodendom, ieder jaar op 17 janu ari, door publicaties in de bisdombladen, in de opleidingen tot pastoraat en door leerhuizen over Kerk en Jodendom. Mede dankzij Theo de Kruijf en zijn volhardende ijver is dit proces op gang gekomen.
FRANS ZWARTS, BESTUURSLID KRI
11
- KRI A C H T E R
Joodse feest- en gedenkdagen 2014 (5775) 3 oktober Jom Kippoer (Grote Verzoendag) 9/10 oktober Soekot (Loofhuttenfeest)
12
16 oktober Sjemini Atseret (Slotfeest) 17 oktober Simchat Tora (Vreugde der Wet) 17-24 december Chanoeka (Inwijdingsfeest)
Activiteiten en mededelingen 27 oktober Studiedag OJEC Zie pag. 8 van dit nummer. Tot en met 11 januari 2015 Masterpieces from the Howard Greenberg Collection Zo’n honderdvijftig schitterende foto’s uit de privécollectie van deze New Yorkse galerie houder, van o.m. Henri Cartier-Bresson, Edward Steichen, Robert Frank, Walker Evans en Dorothea Lange, maar ook topstukken van minder bekende fotografen als Consuelo Kanaga en Jerome Liebling. Plaats: Joods Historisch Museum, Nw Amstelstraat 1, Amsterdam. Tijd: dagelijks, 11.00 - 17.00 uur. Entree: € 12,- p.p. In verband met Rosj Hasjana is het museum gesloten op donderdag 25 en vrijdag 26 september! 15 januari 2015 Bijeenkomst Dag van het Jodendom & 50 jaar Nostra aetate De Dag van het Jodendom staat komend jaar in het teken van 50 jaar Nostra aetate, de verklaring van Vaticanum II die de relatie met het Jodendom ingrijpend veranderde. Het jubileumjaar wordt gestart met een feestelijke bijeenkomst in de sjoel en de gemeenschaps ruimte van de Liberaal-Joodse Gemeente Rotterdam. Plaats: Sjoel en gemeenschapsruimte Liberaal Joodse Gemeente Rotterdam Datum: donderdag 15 januari 2015 Tijd: 15.00 - 17.30 uur (indicatie) Verder informatie over inhoud en aanmelding verschijnt binnenkort op www.kri-web.nl en www.dagvanhetjodendom.nl
Hete zomer Zelden een zomer meegemaakt waarin de wereld zo leek te veranderen: vlucht MH17 van Amsterdam naar Kuala Lumpur wordt neergehaald in Oost-Oekraïne, er is opnieuw oorlog tussen Israël en Hamas, IS loopt vanuit Syrië grote delen van Irak onder de voet. In Den Haag klinkt ‘Mawt al Yehud’ (Dood aan de Joden!), in Amster dam roept rapper Appa: ‘Fuck de Talmoed!’ Of de mensen in Gaza met deze uitingen van antisemitisme veel opschie ten is de vraag. Voor een aantal van onze landgenoten voelt het in ieder geval prettig, het verbaal opsteken van een dikke vinger: lekker schelden op de Joden. Overigens: dat antisemitisme altijd een aanleiding nodig heeft is een misverstand. Dat ondervond ik tijdens een taalcursus in Heidelberg. Nadat ik een in België wonende deelneemster had verteld over mijn werk in Nederland, merkte zij op dat de Universiteit van Brussel beheerst werd door Joden. Je mocht dat natuurlijk niet zeggen, zei ze, maar het was wel zo. Ik was sprakeloos. Even stil was ik een week later op de eeuwenoude Joodse begraafplaats van de stad Worms, met Speyer en Mainz ooit bloeiende centra van Joods leven en leren in Duits land. Op Heiliger Sand staat de tijd stil, of beter gezegd: lijkt hij afwezig. Het is een plaats die je aangrijpt. Net als de stenen resten van de gemeenschappen die leefden in deze streek: de rituele baden van Speyer en Worms, hun mid deleeuwse sjoels (of wat daar nog van rest). Het zijn stille plekken geworden, die net zo druk zouden moeten zijn als de straten vijftig meter verderop. We weten hoe het komt dat dat niet zo is: door eeuwenlang lekker schelden op de Joden. ‘Mawt al Yehud’ en ‘Fuck de Talmoed’ - maar dan in andere tijden en andere talen. Was het allemaal ellende, deze zomer? Nee, toch niet. Bij het welkomstdiner in Heidelberg zat een Saoedische cursist, een bereisde medewerker van een internationaal bedrijf (‘We moeten wel naar het buitenland om te ade men, bij ons is het zo benauwd’) aan tafel met een Ameri kaanse Jood. Wat regeringen pogen te verhinderen, gebeurt toch, bij toeval: een ontmoeting van mens tot mens. En dat stemt hoopvol.
Colofon ‘KRONIEK’ is een uitgave van de Katholieke Raad voor Kerk en Jodendom - het Katholieke adviesorgaan voor de relatie met het Jodendom - en verschijnt viermaal per jaar. Het Informatiebulletin wordt toegestuurd aan alle betrokkenen bij het werk van de Katholieke Raad voor Israël en aan iedereen met belangstelling voor de christelijkJoodse betrekkingen in Nederland en daarbuiten. ‘KRONIEK’ informeert over de activiteiten van de KRI, brengt nieuws over de binnen- en buitenlandse betrekkingen tussen christenen en Joden en laat opiniemakers uit de Joodse en Katholieke gemeenschap aan het woord. ‘KRONIEK’ is daarom een must voor iedereen die kiest voor de ontmoeting met het levende Jodendom. Abonnement: Voor een jaarabonnement van ‘KRONIEK’ geldt als richtprijs € 17,50 per jaar.
TINEKE DE LANGE
Redactie: Ton Crijnen Tineke de Lange Eric Ottenheijm Alette Warringa
deCoeur
Redactie-adres: KRI, Postbus 13049 3507 LA Utrecht’, tel.: 030 - 232 69 25 e-mail:
[email protected] ISSN 1877-1351
KRI
Administratie: Kattenbroekerweg 2, 3813 EA Amersfoort, tel.: 033 - 475 37 44 Betalingen: Giro NL39INGB0007916652 (BIC = INGBNL2A), tnv financiële admin. Kroniek, Zeist