Leerlingen in de opleidingskolom 2012/2013 Ontwikkelingen in het vmbo, mbo en hbo voor de sectoren van Savantis
Statistisch jaaroverzicht deel 3
Datum:
September 2013
Auteur:
Sanne Saalbrink
Colofon Savantis is een kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven voor de sectoren Schilderen en Onderhoud; Afbouw; Reclame, Presentatie en Communicatie; en Schoonmaak en Glazenwassen. In haar register van erkende leerbedrijven zijn ruim 11.000 bedrijven opgenomen, waar meer dan 9.500 leerlingen en stagiairs uit het middelbaar beroepsonderwijs het praktijkdeel van hun opleiding volgen. Savantis onderhoudt 22 ministerieel erkende kwalificatiedossiers, samen goed voor 61 uitstromen. Ook ontwikkelt en organiseert Savantis praktijk- en theorietrainingen, met jaarlijks 3.500 deelnemers. Ontwikkeling en productie: Savantis Postbus 76 2740 AB Waddinxveen T 0182-64 11 11
[email protected] www.savantis.nl © Savantis, Vakcentrum Afbouw en Onderhoud, Presentatie en Communicatie, Waddinxveen, oktober 2013
Alle rechten voorbehouden.
OO2013-0382
bladzijde 2
datum: 18-12-2013
Inhoudsopgave 1.
Inleiding 1.1 Leeswijzer
5 5
2.
Vmbo en het voortgezet onderwijs 2.1 Voortgezet onderwijs 2.2 Vmbo 2.3 Vmbo-bouwtechniek en vmbo-bouwbreed 2.4 VM2 en de doorstroom vmbo-mbo
6 6 7 9 12
3.
Ontwikkelingen in het mbo voor de sectoren van Savantis
14
4.
Associate degree en het hbo 4.1 Associate degree 4.2 Hbo 4.3 Doorstroom mbo-hbo
16 16 17 19
Bijlage I
OO2013-0382
24
bladzijde 3
datum: 18-12-2013
1.
Inleiding Savantis werkt als kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven voor de sectoren Schilderen en Onderhoud, Afbouw, Reclame, Presentatie en Communicatie en Schoonmaak en Glazenwassen. Dit rapport informeert u over de ontwikkeling van het aantal leerlingen en de doorstroom in de opleidingskolom: vmbo, mbo, Associate degree (ad) (hbo) en hbo. De cijfers zijn gebaseerd op de officiële jaarlijkse cijfers zoals die door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) zijn vastgesteld per 1 oktober 2012. In dit deel 3 van het Statistisch Jaaroverzicht van Savantis worden de ontwikkelingen in de leerlingaantallen en doorstroom in het beroepsonderwijs beschreven. Naast de ontwikkelingen in het mbo worden hier de relevante ontwikkelingen in het vmbo, het hbo en de doorstroom uiteengezet. De cijfers over het aantal leerlingen in het mbo per sector zijn in de eerste rapportage (Ontwikkeling aantal leerlingen 2012-2013) gepresenteerd en op de website van Savantis gepubliceerd. Deel 2 van het Statistisch Jaaroverzicht (Gediplomeerden in de sectoren van Savantis 2013) informeert over de ontwikkelingen van het aantal gediplomeerden in de vier sectoren van Savantis.
1.1
Leeswijzer
In het eerste hoofdstuk staat het vmbo en het voortgezet onderwijs centraal. Speciale aandacht in dit hoofdstuk is er voor leerlingen in bouwtechnische vmbo-opleidingen. Hoofdstuk twee behandelt op hoofdlijnen de ontwikkeling van het aantal leerlingen in het mbo. Meer informatie hierover is te vinden in een eerdere publicatie van Savantis 1. Het afsluitende hoofdstuk drie gaat over de ontwikkelingen binnen de Associate degree-opleidingen (hbo) en het hbo.
1
Deze publicatie heet ‘Ontwikkeling aantal leerlingen 2012/2013’ en is beschikbaar via www.savantis.nl
OO2013-0382
bladzijde 5
datum: 18-12-2013
2.
Vmbo en het voortgezet onderwijs 2.1
Voortgezet onderwijs
Het voortgezet onderwijs in Nederland telt ruim 960.000 leerlingen. Onderstaande tabel laat de ontwikkeling van het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs zien. Tabel 1 Ontwikkeling van het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs 2007/'08
2008/'09
2009/'10
2010/'11
2011/'12*
2012/’13*
Algemene leerjaren 1-2-3
390.017
385.408
387.600
393.354
401.503
409.838
Vmbo leerjaar 3-4
217.460
212.213
207.523
203.681
203.930
208.098
Havo leerjaar 3-5
145.291
145.617
149.403
151.193
152.899
153.350
Vwo leerjaar 3-6
161.290
164.446
163.659
164.687
163.810
162.137
Totaal vmbo/havo/vwo
914.058
907.684
908.185
912.915
922.142
933.423
Praktijkonderwijs
27.078
26.876
26.758
26.619
26.807
27.676
Totaal leerlingen
941.136
934.560
934.943
939.534
948.949
961.099
Bron: CBS, 24-5-2013, *voorlopige cijfers
Na een daling van het aantal leerlingen in het derde en vierde leerjaar van het vmbo in de periode van 2007-2011 is er na een lichte groei in 2011/2012 sprake van een substantiële groei in 2012/2013 (2%). Figuur 1 Ontwikkelingen van het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs per schooljaar, 2004/2005-2012/2013 Vwo leerjaar 3-6 250000
225572
226182
Havo leerjaar 3-5 223368
217460
Vmbo leerjaar 3-4
Praktijkonderwijs
212213
207523
203681
203930
208098
161290
164446
163659
164687
163810
162137
200000
150000
142566
149673
155935
145291
145617
151193
152899
153350
132555
141824
149403
137215
26437
27295
27528
27078
26876
26758
26619
26807
27676
2004/'05
2005/'06
2006/'07
2007/'08
2008/'09
2009/'10
2010/'11
2011/'12
2012/'13
100000
50000
0
OO2013-0382
bladzijde 6
datum: 18-12-2013
Figuur 1 laat zien dat de verdeling van het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs de afgelopen twee jaar vrij stabiel is gebleven in vergelijking van de voorgaande jaren.
2.2
Vmbo
Het vmbo is een belangrijk leverancier voor de instroom van leerlingen in de mbo-opleidingen van Savantis. Naast leerlingen van het vmbo kiezen ook enkele havisten voor een mboopleiding. Na twee jaar algemene basisvorming kiezen leerlingen in het vmbo voor een bepaalde sector en leerweg. Een sector bereidt vmbo-leerlingen voor op hun vervolgopleiding en het werk dat ze na hun opleiding kunnen doen. Het vmbo kent vier sectoren: economie, landbouw, techniek en zorg & welzijn. Binnen een sector kunnen studenten een specialisatie kiezen. Binnen de vier sectoren zijn er verschillende richtingen. Binnen de sector techniek kunnen leerlingen bijvoorbeeld kiezen voor bouw, metaal of elektrotechniek. Vmbo's kunnen ook intersectorale programma's aanbieden, met combinaties van programma's of afdelingen uit de andere sectoren. Leerlingen kunnen uit vier leerwegen kiezen. Een leerweg in het vmbo is een manier van leren die het beste bij de leerling past: theoretisch of praktisch. De basisberoepsgerichte leerweg sluit alleen aan op mbo-opleidingen op niveau 2. Deze leerweg kunnen leerlingen kiezen als ze heel praktisch ingesteld zijn. De overige drie leerwegen sluiten aan op mbo-opleidingen op niveau 3 en 4. De gemengde leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg bereiden leerlingen voor op een meer specifieke beroepsopleiding. Leerlingen kunnen de gemengde leerweg kiezen als ze weinig moeite hebben met studeren en zich willen voorbereiden op bepaalde beroepsopleidingen. De kaderberoepsgerichte leerweg is voor leerlingen die het liefst kennis opdoen in de praktijk. Leerlingen die de theoretische leerweg volgen, worden algemeen opgeleid; zij kiezen geen sector. Over het algemeen kiezen leerlingen de theoretische leerweg als ze weinig moeite hebben met studeren en nog geen specifieke beroepsopleiding willen kiezen. In bijlage 1 is een doorstroomschema vmbo weergegeven.
OO2013-0382
bladzijde 7
datum: 18-12-2013
Figuur 2 Vmbo leerlingen leerjaar 3 en 4 per sector 2012/2013.
Vmbo leerlingen per sector
Theoretische leerweg 40%
Landbouw 7%
Economie 12%
Techniek 13%
Intersectoraal 13%
Zorg & Welzijn 15%
Bron: DUO, peildatum 1 oktober 2012.
De volgende tabellen laten de ontwikkeling van het aantal leerlingen per sector en leerweg zien. Tabel 2 Ontwikkeling aantal vmbo-leerlingen, leerjaar 3 en 4, per sector, 2007/20082012/2013 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 Economie
36.077
34.007
33.453
33.994
34.429
25.535
Landbouw
18.392
18.281
17.306
16.341
15.772
15.182
Techniek
37.357
36.025
34.355
31.564
29.964
26.035
Zorg & Welzijn
40.570
37.145
34.282
32.240
31.297
30.073
Intersectoraal
5.975
9.172
11.064
12.543
13.885
27.366
N.v.t.2
79.089
77.583
77.063
76.999
78.583
81.620
Totaal
217.460
212.213
207.523
203.681
203.930
205.811
Bron: DUO, peildatum 1 oktober 2012.
Het aantal vmbo-leerlingen in het derde en vierde leerjaar is tussen 2007/2008 en 2011/2012 met ruim zes procent afgenomen. In het schooljaar 2012/2013 is er voor het eerst weer een stijging waarneembaar ten opzichte van de twee voorgaande jaren. De daling van het aantal leerlingen dat koos voor de sector techniek zet zich wel door en is sinds 2007 met dertig procent afgenomen. Ook in de andere sectoren is er de afgelopen jaren sprake van een daling van het aantal leerlingen. Daarentegen is het aantal leerlingen dat kiest voor Intersectoraal toegenomen.
2
Deze leerlingen volgen de theoretische leerweg en kiezen geen sector.
OO2013-0382
bladzijde 8
datum: 18-12-2013
Tabel 3 Ontwikkeling aantal vmbo-leerlingen, leerjaar 3 en 4, per leerweg, 2007/20082012/2013 2007/’08 2008/’09 2009/’10 2010/’11 2011/’12 2012/13 Basisberoepsgerichte leerweg
55.328
51.882
49.164
46.594
44.551
41.639
Kaderberoepsgerichte leerweg
59.027
58.052
56.542
55.373
55.524
56.217
Gemengde leerweg
24.016
24.696
24.754
24.715
25.272
26.335
Theoretische leerweg
79.089
77.583
77.063
76.999
78.583
81.620
Totaal
217.460
212.213
207.523
203.681
203.930 205.811
Bron: DUO, peildatum 1 oktober 2012
De daling van het aantal leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg zet zich door en is tussen 2007/2008 en 2012/2013 met bijna vijfentwintig procent afgenomen. Leerlingen in de sector techniek volgen vaker de basisberoepsgerichte leerweg. De afname van leerlingen vmbo in de sector techniek is het grootst in deze basisberoepsgerichte leerweg. Het aantal leerlingen dat een basisberoepsgerichte leerweg in de sector techniek volgt is tussen 2007/2008 en 2011/2013 met 39% afgenomen. Tabel 4 Ontwikkeling van het aantal vmbo-leerlingen in de sector techniek, leerjaar 3 en 4, naar leerweg, 2007/2008-2012/2013 2007/’08
2008/’09
2009/’10 2010/’11
2011/’12
2012/’13
Basisberoepsgerichte leerweg
17.273
16.247
15.152
13.543
12.272
10.469
Kaderberoepsgerichte leerweg
15.661
15.479
15.021
14.309
13.940
12.349
Gemengde leerweg
4.423
4.299
4.182
3.712
3.752
3.217
Techniek totaal
37.357
36.025
34.355
31.564
29.964
26.035
Bron: DUO, peildatum 1 oktober 2012
2.3
Vmbo-bouwtechniek en vmbo-bouwbreed
In de vorige paragraaf is te zien dat het aantal vmbo-leerlingen in de techniek terugloopt. De teruggang van het aantal leerlingen dat kiest voor een basisberoepsgerichte leerweg in de sector techniek springt daarbij in het oog. Savantis werkt voor meerdere sectoren. Voor de sector Schilderen en Onderhoud en Afbouw is met name de ontwikkeling van vmbobouwtechniek en vmbo-bouwbreed van belang. Daarom wordt in deze paragraaf hier uitgebreid bij stilgestaan. Leerlingen in de sectoren Schilderen en Onderhoud en Afbouw hebben diverse vooropleidingen. Een belangrijk deel is echter nog steeds afkomstig van vmbo-bouwtechniek en vmbo-bouwbreed. Onderstaande tabel laat de ontwikkeling van het aantal leerlingen vmbobouwtechniek en vmbo-bouwbreed zien.
OO2013-0382
bladzijde 9
datum: 18-12-2013
Tabel 5 Ontwikkeling aantal vmbo-leerlingen Bouwtechniek en Bouwbreed, leerjaar 3 en 4, 2007/2008-2012/2013
Bouwtechniek Bouwbreed Subtotaal
8.585 2.100 10.685
7.806 1.948 9.754
6.925 1.682 8.607
5.840 1.553 7.393
4.934 1.522 6.456
4.146 1.544 5.690
Ontwikkeling 07/08-12/13 52% 26% 47%
Totaal sector techniek
37.357
36.025
34.355
31.564
29.964
26.035
30%
2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013
Bron: DUO, peildatum 1 oktober 2012
Het aantal leerlingen dat kiest voor bouwtechniek of bouwbreed is sinds schooljaar 2007/2008 sterk afgenomen. De afname in de bouwgerelateerde vooropleidingen is groter dan de afname in het geheel van de sector techniek. Ten opzichte van vorig schooljaar is het aantal leerlingen dat voor vmbo-bouwbreed heeft gekozen iets gestegen.
OO2013-0382
bladzijde 10
datum: 18-12-2013
Figuur 3 Ontwikkeling aantal vmbo-leerlingen bouwtechniek en bouwbreed, leerjaar 3 en 4, 2007/2008-2012/2013 Bouwtechniek 12.000
Bouwbreed
Subtotaal
10.685 9.754
10.000
8.607
8.585 7.806 8.000
7.393
6.925
6.456 5.840
5.690
6.000
4.934 4.146
4.000 2.100
1.948
2007/2008
2008/2009
2.000
1.682
1.553
1.522
1.544
2009/2010
2010/2011
2011/2012
2012/2013
0 Bron: DUO, peildatum 1 oktober 2012
In de volgende tabel wordt de ontwikkeling van het aantal leerlingen bouwtechniek en bouwbreed weergeven per provincie. Tevens staat het aantal onderwijsinstellingen dat een van deze richtingen aanbiedt vermeld. Tabel 6 Ontwikkeling aantal vmbo-leerlingen bouwtechniek en bouwbreed naar provincie en het aantal onderwijsinstellingen dat bouwtechniek en/of bouwbreed aanbiedt. Leerlingen bouwtechniek en Onderwijsinstellingen Provincie bouwbreed bouwtechniek en/of bouwbreed 2007/’08
2012/’13
Ontw.(%)
2007/’08
2012/’13
Ontw.(n)
Drenthe
322
192
-40%
9
8
-1
Flevoland
257
110
-57%
7
6
-1
Friesland
515
197
-62%
14
11
-3
Gelderland
1.532
838
-45%
32
25
-7
Groningen
402
234
-42%
9
6
-3
Limburg
605
283
-53%
20
12
-8
Noord-Brabant
2.076
1.239
-40%
32
24
-8
Noord-Holland
1.416
785
-45%
28
18
-10
Overijssel
988
559
-43%
19
19
0
Utrecht
326
122
-63%
9
5
-4
Zeeland
288
196
-32%
9
6
-3
Zuid-Holland
1.958
935
-52%
40
25
-15
Totaal
10.685
5.690
-47%
228
165
-63
Bron: DUO, peildatum 1 oktober 2012
OO2013-0382
bladzijde 11
datum: 18-12-2013
De afname van het aantal leerlingen sinds 2007/2008 per provincie varieert van 32 procent in Zeeland tot 63 procent in de provincie Utrecht. Sinds 2007/2008 zijn er 63 onderwijsinstellingen die geen vmbo bouwtechniek of bouwbreed meer aanbieden (-28%). Dit zijn er 18 minder dan het voorgaande schooljaar (-10%). Er lijkt geen direct verband te zijn tussen de afname van het aantal onderwijsinstellingen in een regio en de afname van het aantal leerlingen in die regio.
2.4
VM2 en de doorstroom vmbo-mbo
VM2 Het verminderen van voortijdige schoolverlaters is al enige jaren een van de speerpunten van het Nederlandse onderwijsbeleid. Een goede doorstroom van het vmbo naar het mbo is daarbij erg belangrijk. In dat kader is op 1 augustus 2008 het experiment VM2 gestart. Hierbij wordt de vmbobasisberoepsgerichte leerweg samengevoegd met een mbo-opleiding op niveau 2. Enkele duizenden leerlingen nemen deel aan dit experiment. Door deze integratie wordt beoogd de schooluitval van leerlingen te verminderen. In het schooljaar 2008–2009 zijn de eerste scholen gestart met een eerste cohort VM2. Het tweede cohort startte in schooljaar 2009–2010. Sinds het schooljaar 2010–2011 zijn er voor de deelnemende VM2 scholen zogenaamde ‘borgingscohorten’3. Het laatste borgingscohort VM2 is op 1 augustus 2013 gestart en loopt tot uiterlijk mei 2017, waarop het VM2 experiment eindigt. Op dit moment volgen circa 3 000 leerlingen nog een VM2 traject.4 Het expertisecentrum beroepsonderwijs (ECBO) voert sinds de start van VM2 de monitor uit. De monitor brengt de ontwikkeling binnen VM2 in beeld. De tussentijdse rapportages van ECBO:, doen verslag van het experiment: “het aantal voortijdig schoolverlaters binnen de VM2 experimenten is lager dan in de landelijke vergelijkingscohorten en de voorgaande cohorten op de VM2-scholen.” 5 De samenwerking tussen het vmbo en het mbo is van belang bij het uitvoeren van het traject en een “VM2 experiment meer kans van slagen heeft wanneer er op de werkvloer intensief wordt samengewerkt tussen vmbo- en mbo-docenten.” Uit de monitor blijkt dat de samenwerking tussen vmbo en mbo niet altijd zonder problemen verloopt. Daarom benoemt de monitor de samenwerking en de leerlingaantallen een aandachtspunt. Het inrichten 3
De experimentscholen die aan het eerste en/of tweede cohort en/of het borgingscohort 2010 deelnemen, hebben investeringen gedaan voor de ontwikkeling van de VM2-experimenten. Met het borgingscohort 2010 wordt gedoeld op het cohort leerlingen, dat met ingang van 1 augustus 2010 is begonnen met de leergang VM2 onder de voorwaarden zoals vastgelegd in de ‘Regeling van 2 juni 2010, houdende wijziging van de Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang vmbo- mbo2 2008-2013 in verband met onder meer de borging van het experiment vmbo-mbo2’ (Stcrt. 2010, 10869). Vanaf 1 augustus 2011 wordt – mede gezien de investeringen – aan scholen en instellingen die aan deze cohorten deelnemen, de mogelijkheid geboden om met de leergang door te gaan, binnen de voorwaarden van het borgingscohort 2010. Het hoofddoel van het borgingscohort 2011 is hetzelfde als dat van de vorige cohorten van het experiment, namelijk het terugdringen van de voortijdige schooluitval door het inrichten van efficiënte leerwegen vmbombo2. Met de mogelijkheid om de resultaten van de voorgaande cohorten te wordt de continuïteit binnen het tijdelijke experiment verzekerd voor de reeds deelnemende VM2- scholen en instellingen. Bron: Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van…, nr. BVE/Stelsel/287115, houdende wijziging van de Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang vmbo-mbo2 2008–2013 in verband met de borging van het experiment vmbo-mbo2 (Borgingscohort VM2 2011), p.3) 4 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Rijksbegroting 2014, pagina 16. 5 ECBO, Samenwerken aan VM2, Eindrapportage schooljaar 2010/2011 en Op weg naar succes . Kwantitatieve rapportage VM2-experimenten schooljaar 2011-2012.
OO2013-0382
bladzijde 12
datum: 18-12-2013
van een doorlopende leerlijn vmbo-mbo op de werkvloer heeft nogal wat voeten in de aarde. Het leidt er dus niet automatisch toe dat de instroom in mbo-opleidingen wordt verhoogd.6 Het afsluitende onderzoek wordt afgerond in 2013 met een samenvatting van de uitkomsten van de VM2-monitor 2008–2012.7 Doorstroom vmbo-mbo Het Basisregister Onderwijs Nummer (BRON) maakt het mogelijk leerlingen in hun onderwijsloopbaan te volgen. De afgelopen jaren is de beschikbare informatie over leerlingen(stromen) toegenomen. Ook over de doorstroom van het vmbo naar het mbo zijn steeds meer gegevens beschikbaar. De meest recente dataset die beschikbaar is gesteld door DUO betreft de directe doorstroom van leerlingen die in 2011/2012 een vmbo-opleiding volgden (peildatum 1 oktober 2011) en in 2012/2013 een mbo-opleiding volgen (peildatum 1 oktober 2012). Deze dataset geeft geen compleet beeld van de instroom in het mbo. Instromers die niet direct vanuit het vmbo doorstromen worden niet meegeteld (o.a. zij-instromers vanuit de arbeidsmarkt, mbo-leerlingen die aan een nieuwe opleiding beginnen). Het benoemen van doorstroompercentages kan daarmee voor verwarring zorgen. Daarom wordt volstaan met het samenvatten van de belangrijkste bevindingen. Voor de sector Schoonmaak en Glazenwassen zijn nog geen gegevens bekend. De belangrijkste reden is dat de meeste leerlingen ingeschreven staan op de algemene crebo van Arbeidsmarkgekwalificeerd assistent of via zijinstroom in de opleidingen instromen. De doorstroom van vmbo-leerlingen voor de andere sectoren kan als volgt kort worden samengevat. Schilderen en Onderhoud, Afbouw De meerderheid van de vmbo-leerlingen die direct kiezen voor de opleiding medewerker schilderen heeft vaak vmbo- bouwtechniek of vmbo bouwbreed als vooropleiding. 8 Ook leerlingen die kiezen voor de opleiding medewerker stukadoren hebben vaak vmbobouwtechniek of vmbo bouwbreed als vooropleiding gevolgd door de vooropleiding techniek breed. De totale jaarlijkse instroom in mbo-opleidingen in de sectoren Schilderen en Onderhoud en Afbouw ligt een stuk hoger dan de doorstroom die in beeld kan worden gebracht via de bovengenoemde data. Wel is duidelijk dat vmbo-bouwtechniek en vmbo-bouwbreed nog steeds belangrijke bronnen van instroom zijn. RPC Een groot deel van de vmbo-leerlingen die direct kiezen voor een RPC-opleiding hebben de theoretische leerweg gevolgd. Veel leerlingen hebben dus een ‘algemene’ vooropleiding. Ook komt zes procent van de leerlingen die een RPC opleiding volgt van de havo. 9 Leerlingen die worden opgeleid tot Signmaker hebben wat vaker een technische vmbo-opleiding gevolgd (grafische techniek en techniekbreed). Ook komt een deel van deze leerlingen van vmbo handel en administratie en vmbo handel en verkoop uit de sector economie en 14 procent heeft havo gedaan.
6
ECBO, Samenwerken aan VM2, Eindrapportage schooljaar 2010/2011 en Op weg naar succes . Kwantitatieve rapportage VM2-experimenten schooljaar 2011-2012. 7 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Rijksbegroting 2014, pagina 16. 8 Op de derde plaatst staan leerlingen van de theoretische leerweg. 9 Bron, DUO leerlingaantallen mbo, vooropleiding, peildatum 1 oktober 2012
OO2013-0382
bladzijde 13
datum: 18-12-2013
3.
Ontwikkelingen in het mbo voor de sectoren van Savantis Dit hoofdstuk behandelt op hoofdlijnen de ontwikkeling van het aantal leerlingen in het mbo. Meer informatie hierover is te vinden in een eerdere publicatie van Savantis. 10 In schooljaar 2012/2013 volgen ruim 506.000 leerlingen een mbo-opleiding.11 Onderstaande tabel laat de ontwikkeling van het aantal leerlingen in de kwalificaties van Savantis zien. Tabel 7 Ontwikkeling aantal leerlingen Savantis per sector, 2007/2008-2012/201312 2007/08
2008/09
2009/10
2010/11
2011/12
2012/13
verschil t.o.v. 2011/12
4.020
4.109
3.931
3.924
3.887
3.590
-8%
937
992
786
684
659
518
-21%
3.480
3.677
4.460
4.871
4.849
5.155
6%
Schoonmaak en Glazenwassen14
31
79
325
621
624
527
-16%
Totaal Savantis
8.468
8.857
9.502
10.100
10.019
9.790
-2%
Schilderen en Onderhoud Afbouw Reclame, Presentatie en Communicatie13
Bron: DUO, peildatum 1 oktober 2012
Binnen de sector Schilderen en Onderhoud is het aantal leerlingen na een aantal jaren van redelijke stabiliteit met 8 procent gedaald. Het grootste aantal leerlingen volgt de opleiding medewerker schilderen op niveau 2 (c.a. 1.400). Het aantal BOL-leerlingen is opnieuw licht gestegen ten opzichte van vorig jaar. Na een aantal jaren van stijging in het aantal leerlingen in de sector Afbouw tussen 2007 en 2009, is het leerlingenaantal als gevolg van de economische crisis met ruim een vijfde teruggelopen ten opzichte van vorig schooljaar. De stijging van het aantal BOL-leerlingen op niveau 2 Medewerker stukadoren van de afgelopen jaren heeft zich niet doorgezet in 2012. In de sector Reclame, Presentatie en Communicatie heeft de stijging van het aantal leerlingen van de afgelopen jaren zich verder doorgezet. Met name het aantal leerlingen Vormgeving Ruimtelijke Presentatie en Communicatie is gegroeid. Het aantal leerlingen Mediavormgever en het aantal leerlingen dat een opleiding in de Sign volgt is met ongeveer 10 procent gestegen. In de sector Schoonmaak en Glazenwassen is het aantal leerlingen de vijf jaar tot en met 2011/2012 toegenomen. Dit schooljaar staan er minder leerlingen ingeschreven dan in Deze publicatie heet ‘Ontwikkeling aantal leerlingen 2012/2013’ en is te vinden via www.savantis.nl Bron: DUO, voorlopige cijfers 2012/2013, peildatum 1 oktober 2012. 12 Het aantal leerlingen in de kwalificatie Middenkaderfunctionaris Afbouw en Onderhoud is op basis van het relatiebeheersysteem van Savantis verdeeld tussen Schilderen en Onderhoud en Afbouw 13 Exclusief leerlingen gedeelde kwalificaties 14 Inclusief AKA-leerlingen schoonmaak op basis van het relatiebeheersysteem van Savantis. Cijfers tot en met 2011/2012 op basis van het relatiebeheersysteem van Savantis 24-1-13 10 11
OO2013-0382
bladzijde 14
datum: 18-12-2013
2011/2012.15 Er zijn ruim 300 leerlingen die op niveau 1 de opleiding Arbeidsmarkt gekwalificeerd assistent volgen en hun beroepspraktijkvorming verrichten bij een schoonmaakbedrijf of die de opleiding tot Assistent Schoonmaak volgen. Daarnaast zijn er bijna 100 leerlingen die een opleiding volgen op niveau 2. In onderstaande figuur is de ontwikkeling van het aantal leerlingen vanaf 2007 grafisch weergegeven. Figuur 4 Ontwikkeling aantal leerlingen Savantis per sector, 2007/2008-2012/2013 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0 2007/08
2008/09
2009/10
2010/11
2011/12
2012/13
Schilderen en Onderhoud
Afbouw
Reclame, Presentatie en Communicatie
Schoonmaak en Glazenwassen
Bron: DUO, peildatum 1 oktober 2012
15
Een deel van deze verschillen kunnen worden veroorzaakt doordat er in voorgaande jaren verschillende bronnen zijn gebruikt.
OO2013-0382
bladzijde 15
datum: 18-12-2013
4.
Associate degree en het hbo 4.1
Associate degree
Sinds 2006 bestaat het Associate degree (Ad). Dit is een opleiding van twee jaar binnen het hoger beroepsonderwijs. Associate degree is op te vatten als een verkorte hbo-studie. Na afronding van de Associate degree (hbo) kan de student ervoor kiezen de volledige hbobachelor af te ronden. Het aantal studenten dat een Ad-opleiding volgt is nog beperkt. Ruim 2300 studenten volgen in schooljaar 2012/2013 een Ad-opleiding. Dit komt overeen met ongeveer 1% van het totaal aantal studenten in het hbo. Tabel 8 Ontwikkeling aantal inschrijvingen Ad-opleidingen (hbo) die aansluiten bij de sectoren van Savantis, 2007/2008-2011/2012 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 Ad Arts & Crafts
-
-
-
-
16
28
Ad Bouwkunde
6
13
16
14
8
4
Ad Crossmediale Communicatie
11
100
200
162
164
155
Ad Industrieel Product Ontwerpen
2
11
11
17
23
8
Ad Interieurvormgever
7
19
16
7
9
5
-
-
-
2
2
-
-
-
6
27
5
7
26
143
249
229
227
207
Ad Onderwijsondersteuner Bouwkunde I en II Ad Onderwijsondersteuner Bouwtechniek I en II Eindtotaal
Bron: DUO Inschrijvingen Hbo, peildatum 1 oktober 2012
Het Associate degree (hbo) is nog volop in ontwikkeling. Branche-organisaties spelen in samenwerking met onderwijsinstellingen een belangrijke rol in het realiseren van het opleidingsaanbod. Zo investeren OnderhoudNL en Noa in de Ad-opleiding tot onderwijsondersteuner. CBW-Mitex werkt samen met het Hout- en Meubileringscollege en Artez voor de Ad-opleiding Interieurvormgever. Deze opleiding is voor een aantal kwalificaties van Savantis een passende vervolgopleiding.
OO2013-0382
bladzijde 16
datum: 18-12-2013
4.2
Hbo
Het hoger beroepsonderwijs in Nederland heeft een sterke groei doorgemaakt. In 2012/2013 volgen 421.088 studenten een hbo-opleiding16. Net als in het mbo bestaan er veel verschillende soorten opleidingen. Onderstaande tabel biedt een verkort overzicht van de ontwikkelingen in een aantal specifieke hbo-opleidingen. Tabel 9 Ontwikkeling aantal leerlingen hbo-opleidingen die aansluiten bij de sectoren van Savantis, 2007/2008-2011/2012 2007/’08
2008/’09
2009/’10
2010/’11
2011/’12
2012/’13
Bouwkunde
5.967
6.292
6.471
6.347
6.178
5.881
Bouwtechnische Bedrijfskunde
1.004
1.099
1.125
1.172
1.213
1.103
198
218
277
349
336
331
191
153
146
138
131
127
119
84
100
100
102
111
Vormgeving
6.376
6.588
6.855
6.791
6.730
6.635
Autonome Beeldende Kunst
2.478
2.490
2.458
2.366
2.298
2.147
Industrieel Product Ontwerpen
1.319
1.312
1.335
1.429
1.527
1.647
Kunst en Techniek
1.338
1.395
1.401
1.498
1.473
1.445
Kunst en Economie
594
627
690
699
757
801
Game Architecture and Design
191
214
344
447
524
673
Communicatie Communication and Multimedia Design Media en Entertainment Management
10.517
10.754
11.439
12.125
12.504
12.561
4.125
4.586
5.476
5.844
6.264
6.757
3.883
4.241
5.327
5.582
5.476
5.306
Media, Informatie en communicatie
2.750
3.190
3.002
3.243
3.676
3.781
Communicatiesystemen
2.057
2.129
2.110
2.148
2.149
2.066
404
327
263
230
219
246
Bacheloropleidingen Bouwgerelateerd
Bouwmanagement en Vastgoed Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in bouwtechniek I en II Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in bouwkunde I en II Vormgeving, kunst
Media en communicatie
Mediatechnologie
Bron: DUO Inschrijvingen Hbo, peildatum 1 oktober 2012
De hbo-opleiding tot leraar bouwkunde of bouwtechniek kent een terugloop van studenten. In onderstaande figuur is de ontwikkeling van het aantal hbo studenten dat een bouwgerelateerde 16
DUO Ingeschrevenen Hbo, peildatum 1 oktober 2012
OO2013-0382
bladzijde 17
datum: 18-12-2013
opleiding volgt grafisch weergegeven. De studenten van de opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in bouwtechniek I en II en Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in bouwkunde I en II zijn hier samengevoegd. Figuur 5 Ontwikkeling aantal bouwgerelateerde hbo bachelor studenten 2007/20082011/2012 9.000 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 2007/’08
2008/’09
2009/’10
2010/’11
2011/’12
2012/’13
Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad* Bouwmanagement en Vastgoed Bouwtechnische Bedrijfskunde Bouwkunde Bron: DUO Inschrijvingen Hbo, peildatum 1 oktober 2012
Opleidingen op het gebied van vormgeving, media en communicatie zijn populair bij studenten. Met name ontwerp en design opleidingen hebben een toename van het aantal studenten gezien vanaf schooljaar 2007/2008. In onderstaande figuur is de ontwikkeling van het aantal hbo bachelor studenten in de richting vormgeving en kunst weergegeven. Figuur 6 Ontwikkeling aantal hbo bachelor studenten vormgeving en kunst 2007/20082011/2012 14.000 12.000 Game Architecture and Design
10.000
Kunst en Economie
8.000
Kunst en Techniek 6.000
Industrieel Product Ontwerpen
4.000
Autonome Beeldende Kunst Vormgeving
2.000 0 2007/’08
2008/’09
2009/’10
2010/’11
2011/’12
2012/’13
Bron: DUO Inschrijvingen Hbo, peildatum 1 oktober 2012
OO2013-0382
bladzijde 18
datum: 18-12-2013
Het aantal studenten dat een hbo opleiding in de vormgeving en kunst volgt is de afgelopen jaren langzaam toegenomen. De opleidingen Game Architecture en Design en Industrieel Product Ontwerpen zijn het meest gegroeid in vergelijking met het schooljaar 2007/2008. Onderstaande figuur laat zien dat de opleidingen op het gebied van media en communicatie vanaf 2007/2008 een flinke toename van het aantal studenten heeft gezien. De grootste toename van het aantal studenten heeft plaatsgevonden bij de opleiding Communication and Multimedia Design. Figuur 7 Ontwikkeling aantal hbo bachelor studenten media en communicatie 2007/20082011/2012 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 2007/’08
2008/’09
2009/’10
2010/’11
2011/’12
2012/’13
Communicatie
Communication and Multimedia Design
Media en Entertainment Management
Media, Informatie en communicatie
Communicatiesystemen
Mediatechnologie
Bron: DUO Inschrijvingen Hbo, peildatum 1 oktober 2012
4.3
Doorstroom mbo-hbo
In deze paragraaf wordt per sector de doorstroom mbo-hbo besproken. Deze gegevens zijn gebaseerd op twee databestanden van DUO. Ten eerste gaat het om studenten die in de jaren 2006 t/m 2011 aan een hbo-opleiding zijn begonnen en in het jaar daarvoor een mbo-opleiding volgden. Van de sector Schoonmaak en Glazenwassen zijn nog geen leerlingen doorgestroomd naar het hbo, omdat de opleiding ambulant objectleider op niveau 4 pas sinds kort bestaat. Het tweede bestand is meer up to date maar geeft geen inzicht in welke opleiding de leerling op het hbo is gaan volgen na de diplomering. Het gaat om gediplomeerden die in het schooljaar 20112012 (meet periode = 1 oktober 2011 t/m 30 september 2012) hun diploma haalden en daarvan is per 1 oktober 2012 bepaald of een vervolg opleiding in het mbo, hbo of vo (dat laatste komt bijna niet voor) of beschikbaar zijn gekomen voor de arbeidsmarkt. Schilderen en Onderhoud Via twee opleidingen kunnen leerlingen doorstromen naar het hbo: Middenkaderfunctionaris afbouw en onderhoud en Specialist schilderen.
OO2013-0382
bladzijde 19
datum: 18-12-2013
Bij de leerlingen Middenkaderfunctionaris afbouw en onderhoud is een groot verschil tussen BOL en BBL waarneembaar. Van de leerlingen die de opleiding Uitvoerder Afbouw en Onderhoud volgen via de BBL-leerweg stroomt een heel beperkt gedeelte door; gemiddeld 3%. Voor BOL-leerlingen ligt dit veel hoger. Dit valt te verklaren door het verschil in inrichting van de twee leerwegen. Onderstaande tabel laat de doorstroompercentages zien van BOL en BBL leerlingen samen. Tabel 10 Doorstroom mbo-hbo voor de opleiding middenkaderfunctionaris afbouw en onderhoud 2011-2012 mboInschrijving % Mbo-opleiding gediplomeerden hbo 2012 doorstroom 2011/2012 Middenkaderfunctionaris afbouw en onderhoud 34 5 15% (Calculator/onderhoudsspecialist) Middenkaderfunctionaris afbouw en onderhoud 98 36 37% (Kleur- en interieuradvies) Middenkaderfunctionaris afbouw en onderhoud 48 1 2% (ondernemer) Middenkaderfunctionaris afbouw en onderhoud 56 23 41% (Projectleider) Uitvoerder Afbouw en Onderhoud
32
0
0%
Totaal
268
65
24%
Bron: DUO, peildatum 1 oktober 2012
Bijna een kwart van de gediplomeerden Middenkaderfunctionaris Afbouw en Onderhoud is in 2012 doorgestroomd naar het hbo. Bij een meting van een jaar eerder was dit nog 32 procent. Na hun mbo-opleiding kiezen leerlingen voor diverse hbo-opleidingen. De meeste leerlingen kiezen voor een hbo opleiding Vormgeving. Tabel 11 laat zien welke opleidingen dit zijn voor de leerlingen in 2011. Tabel 11 Doorstroom mbo-hbo voor de opleiding middenkaderfunctionaris afbouw en onderhoud naar hbo-vervolgopleiding, 2009-2010, (aandeel BBL-leerlingen, n=5) Hbo-opleiding
Aantal (n)
Percentage (%)
Vormgeving
24
29%
Bouwkunde
6
7%
Communicatie
5
6%
Ad onderwijsondersteuner bouwtechniek I en II
4
5%
Industrieel product ontwerpen
4
5%
Lifestyle
4
5%
Vastgoed en makelaardij
4
5%
Overig
31
38%
Totaal
82
100%
Bron: DUO, peildatum 1 oktober 2011
OO2013-0382
bladzijde 20
datum: 18-12-2013
De meeste mbo-gediplomeerden van de opleiding middenkaderfunctionaris afbouw en onderhoud stromen door naar de hbo-opleiding vormgeving. De doorstroom naar deze opleiding vindt vooral plaats vanuit de uitstromen Projectleider (n=14) en in mindere mate vanuit Kleur- en interieuradvies (n=10). De Ad opleiding onderwijsondersteuner bouwtechniek I en II is populair bij BBL-leerlingen die doorstromen (n=4). Van de mbo-leerlingen die de opleiding Specialist schilderen hebben gevolgd in 2011/2012 stroomt zo’n 32 procent door naar een hbo opleiding (zie tabel 12). Bij een vorige meting was dit nog 25 procent. De meest populaire vervolgopleidingen bij leerlingen zijn de opleiding vormgeving en (docent) beeldende kunst. Tabel 12 Doorstroom mbo-hbo voor de opleiding Specialist schilderen mboInschrijving Uitstromen gediplomeerden hbo 2012 2011/2012 Restauratieschilder Specialist schilderen (Specialist decoratie en restauratie) Specialist schilderen (Specialist interieur en decoratie) Totaal
% Doorstroom
6
0
0%
74
26
35%
1
0
0%
81
26
32%
Bron: DUO, peildatum 1 oktober 2012
Afbouw In de sector Afbouw kunnen leerlingen van de opleiding Restauratiestukadoor doorstromen naar het hbo. Deze doorstroom heeft nog niet rechtstreeks plaatsgevonden. De opleiding Middenkaderfunctionaris Afbouw en Onderhoud wordt gedeeld met de sector Schilderen. Gegevens over deze doorstroom staan bij de sector Schilderen vermeld. Reclame, Presentatie en Communicatie De sector RPC kent zes kwalificatiedossiers. De kwalificatiedossiers DTP-er en Tentoonstellingsbouwer hebben geen niveau 4 kwalificatie waardoor het voor leerlingen niet mogelijk is om een opleiding op niveau 4 te volgen en van daaruit door te stromen naar het hbo.17 Het is wel mogelijk om door te stromen naar het hbo via een niveau 4 kwalificatie van een ander kwalificatiedossier zoals Vormgeving ruimtelijk presentatie en communicatie en Mediavormgever. De opleiding Signspecialist op niveau 4 is pas sinds kort toegevoegd aan de kwalificatie Signmaker. Er is daarom nog maar één leerling doorgestroomd naar het hbo (11% van de gediplomeerden in 2011/12). De volgende tabel laat de doorstroom zien van het mbo naar het hbo voor de kwalificaties Vormgeving ruimtelijke presentatie en Communicatie, AV-productie en Mediavormgever. Voor AV-productie en Mediavormgever, kwalificatiedossiers die gedeeld worden met andere kenniscentra, wordt de totale doorstroom en de doorstroom vanuit de Savantis uitstromen weergegeven.
17
In de praktijk komt dit een enkele keer wel voor.
OO2013-0382
bladzijde 21
datum: 18-12-2013
Tabel 13 Doorstroom mbo-hbo voor de kwalificaties Vormgeving ruimtelijke presentatie en Communicatie, AV-productie en Mediavormgever mboInschrijving % gediplomeerden hbo 2012 Doorstroom 2011/2012 Vormgeving ruimtelijke presentatie 282 168 44% en Communicatie 17 4 24% AV-productie (Savantis) AV-productie (totaal) Mediavormgever (Savantis)
497
109
22%
308
156
51%
Mediavormgever (totaal)
2059
909
44%
Bron: DUO, peildatum 1 oktober 2012
Van de gediplomeerden van de opleiding mediavormgever van Savantis stroomt ongeveer de helft door naar een opleiding in het hbo. Voor de totale opleiding Mediavormgever ligt dit percentage lager (44%, bij een vorige meting was dit nog 48%). Van de opleiding AV-productie stroomt ongeveer een kwart door naar een hbo opleiding na diplomering, bij een eerdere meting lag dit aandeel nog op ruim een derde deel (36%). Bij de Savantis leerlingen RPC is de hbo opleiding vormgeving na diplomering het populairst. De doorstroom van mbo leerlingen Vormgeving Ruimtelijke Presentatie en Communicatie naar de verschillende hbo opleidingen is weergegeven in tabel 14 (zie volgende pagina). Tabel 14 Doorstroom mbo-hbo van leerlingen Vormgeving ruimtelijke presentatie en Communicatie naar hbo-vervolgopleiding, 2009-2010. Hbo-opleiding
Aantal (n)
Percentage (%)
Vormgeving
85
45%
Technische commerciële confectiekunde
14
7%
Communicatie
10
5%
Docent beeldende kunst en vormgeving
7
4%
Autonome beeldende kunst
5
3%
Commerciële economie
5
3%
Creatieve therapie
4
2%
Cultureel erfgoed
4
2%
Kunst en economie
4
2%
Opleiding tot leraar basisonderwijs
4
2%
Vrijetijdsmanagement
4
2%
Overig
44
23%
Totaal
190
100%
Bron: DUO, peildatum 1 oktober 2011
Populaire vervolgopleidingen van leerlingen AV-productie zijn: vormgeving, communication and multimedia design, media en entertainment management, communicatie.
OO2013-0382
bladzijde 22
datum: 18-12-2013
Leerlingen Mediavormgever (zie tabel 15) lijken wat betreft de keuze voor hun vervolgopleiding wel wat op de leerlingen AV-productie. Tabel 15 Doorstroom mbo-hbo van leerlingen Mediavormgever naar hbovervolgopleiding, 2009-2010 Hbo-opleiding Vormgeving
Aantal 283
Percentage (%) 32%
Communication and multimedia design
207
23%
Kunst en techniek
42
5%
Communicatie
40
4%
Communicatiesystemen
27
3%
Autonome beeldende kunst
26
3%
Media, informatie en communicatie
25
3%
Docent beeldende kunst en vormgeving
19
2%
Informatica
17
2%
Game architecture and design
12
1%
Hbo-ict
11
1%
Maatschappelijk werk en dienstverlening
10
1%
Media en entertainment management
10
1%
Overig
165
18%
Totaal
894
100%
Bron: DUO, peildatum 1 oktober 2011
OO2013-0382
bladzijde 23
datum: 18-12-2013
Bijlage I Figuur B1. Overzicht vmbo en doorstroom naar mbo
18
Bron: Ministerie van OCW, Doorstroomatlas vmbo. De onderwijsloopbanen van vmbo’ers in kaart gebracht, 2012.
18
Overzicht vmbo: onderbouw, leerwegen en vervolgopleidingen. Leerlingen zonder vmbo-diplioma stromen in het mbo door naar niveau 1 of 2.
OO2013-0382
bladzijde 24
datum: 18-12-2013