ECABO arbeidsmarktonderzoek
kengetallen vmbo – mbo – Ad – hbo
Odile Sondermeijer april 2011
1 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
Inhoud
blz.
Inleiding
3
Samenvatting
4
1
Het voortgezet onderwijs
5
1.1
Het vmbo
5
1.2
Leerlingen vmbo sector economie
6
1.3
Diploma’s in het vmbo
7
1.4
Van vmbo naar vervolgopleiding
7
1.5
Doorstroom van vmbo naar havo
8
1.6
Doorstroom van vmbo naar mbo
8
2
Instroom mbo opleidingen ECABO
10
3
Deelnemers mbo en ECABO
11
3.1
Verdeling deelnemers naar leerweg en niveau
11
4
Gediplomeerden van ECABO opleidingen
12
5
Doorstroom van mbo naar hbo
13
5.1
Keuze hbo vervolgopleiding
16
6
De Ad
17
6.1
Instromers in de Ad opleidingen
17
6.2
Gediplomeerden van Ad-opleidingen
19
7
Hbo
20
7.1
Studenten in het hbo
20
7.2
Instroom hbo opleidingen ECABO domein
21
8
Diplomarendement in het heo
22
Bijlage
2 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
Inleiding De instroom, doorstroom en uitstroom van vmbo, mbo, Ad en hbo in het ECABO domein zijn de onderwerpen van deze rapportage. De hoofdstukken geven antwoord op o.a. de volgende vragen: Met welke groepen deelnemers heeft het vmbo, mbo, de Ad en het hbo in het ECABO domein te maken? Hoeveel gediplomeerden stromen jaarlijks vanuit deze opleidingen in op de arbeidsmarkt? Hoe is de doorstroom tussen de verschillende opleidingen? Het eerste hoofdstuk gaat in op het voortgezet onderwijs. Aan bod komen de verdeling van leerlingen tussen vmbo, havo en vwo, en de relevante stromen van vmbo naar mbo en van vmbo naar havo. Het mbo is het onderwerp in de hoofdstukken 2, 3 en 4. Het betreft hier de ontwikkeling van deelnemersaantallen en het aantal behaalde diploma’s. De doorstroom naar het hbo wordt besproken in hoofdstuk 5. Instroom en diploma’s aan de hbo- en Ad-opleidingen in het ECABO domein worden gepresenteerd in de hoofdstukken 6 en 7. Het laatste hoofdstuk vergelijkt het rendement in het hbo van studenten die afkomstig zijn van de havo met het rendement van studenten met een vooropleiding in het mbo. In de bijlage is een selectie van tabellen opgenomen waarop de figuren in dit rapport zijn gebaseerd.
3 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
Samenvatting vmbo 1
In het schooljaar 2009 - 2010 volgt 22% van de leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs een opleiding aan het vmbo. Dit zijn er 207.500. Hiervan volgt ruim een derde (37%) de theoretische leerweg. De grootste sector in het vmbo is de sector zorg en welzijn (34.500 leerlingen), daarna volgt de sector economie met 34.000 leerlingen. In het schooljaar 2008 – 2009 behalen 14.200 leerlingen in de sector economie een diploma. Steeds meer jongeren schrijven zich - na diplomering - in voor een vervolgopleiding. Driekwart van hen kiest voor een BOL opleiding in het mbo, een vijfde deel voor de havo. Ook het aandeel doorstromers naar de havo stijgt. mbo In totaal zijn er in het schooljaar 2010 – 2011 ruim 85.667 deelnemers aan ECABOopleidingen. Ruim de helft van hen heeft een diploma van het vmbo. In vergelijking met het gehele mbo heeft ECABO meer deelnemers in de opleidingen op niveau 4 en minder op niveau 3. De kwalificatierichting ICT heeft verreweg de meeste deelnemers (20.340), daarna volgen Financiële Beroepen en Commercieel (beide ongeveer 14.500 deelnemers). Het aantal deelnemers Bank- en verzekeringswezen is ten opzichte van het vorige jaar sterk gedaald. Ruim 30.000 leerlingen halen in 2010 een diploma. Vanaf 2008 stijgt het aantal gediplomeerden. Vooral het aantal gediplomeerden van de opleidingen op niveau 3 neemt toe. 57% van de gediplomeerden van niveau 4 opleidingen ECABO stroomt door naar het hbo. Ad Er zijn dertien Ad opleidingen in het verlengde van ECABO-opleidingen. In totaal hebben zich bijna 500 studenten ingeschreven aan deze Ad’s. Het zijn opleidingen met relatief weinig studenten. In het schooljaar 2010-2011 heeft de Ad Small business en retail management de meeste nieuwe instromers. Daarna volgen de Ad’s Accountancy, Personeel en arbeid en Eventmanager. Ruim de helft van de instromers heeft een diploma van een mbo opleiding in de sector economie. Eén op de zes komt van de havo. hbo Het aantal studenten in het hbo stijgt nog steeds. In 2010 – 2011 volgen 417.000 studenten een opleiding in het hbo. Het hoger economisch onderwijs is met 40.000 studenten verreweg de grootste sector. Ook hier is er jaar op jaar een toenemend aantal studenten. Van de nieuwe instroom in het heo heeft 30 procent een mbo opleiding gevolgd en 44 procent is in het bezit van een havo diploma. De bachelor Commerciële economie heeft met een jaarlijks instroom van 6.000 studenten het grootste aantal studenten. Per opleiding verschilt het diplomarendement, gezien de vooropleiding van de student. Bij twaalf van de zestien hbo opleidingen in het ECABO-domein is het rendement onder mbo gediplomeerden hoger dan onder de havo-gediplomeerden.
1
Cijfers van 2010-2011 zijn nog niet beschikbaar
4 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
1.
Het voortgezet onderwijs
In het schooljaar 2009 - 2010 bezoeken 935.400 leerlingen het voortgezet onderwijs. Dit aantal is licht gestegen ten opzichte van het vorige schooljaar. Figuur 1.1 Verdeling leerlingen voortgezet onderwijs, 2009-10 18% algemeen leerjaar 41%
praktijkonderwijs vmbo
16%
havo vwo 22%
3%
Bron: CBS, 2011
In totaal zitten er in de eerste leerjaren van het voortgezet onderwijs bijna 400.000 leerlingen. Na de eerste twee of drie jaren maken leerlingen de keus voor een vervolgopleiding havo, vwo of vmbo. De meeste leerlingen zitten in het derde of vierde jaar van het vmbo (207.500), gevolgd door het vwo (164.000 leerlingen) en de havo (149.000 leerlingen). In het schooljaar 2009 – 20010 volgen 27.000 leerlingen praktijkonderwijs.
1.1
Het vmbo
Als onderwijsvorm bestaat het vmbo nu ruim tien jaar. De vierjarige opleiding is gesplitst in een onderen bovenbouw. De scheiding is na het tweede leerjaar. Vmbo-leerlingen kiezen aan het einde van dit tweede leerjaar voor een leerweg en een sector. Er zijn vier leerwegen: de basisberoepsgerichte leerweg de kaderberoepsgerichte leerweg de gemengde leerweg de theoretische leerweg Elke leerweg biedt andere doorstroommogelijkheden naar het mbo. Als algemene regel geldt dat de basisberoepsgerichte leerweg opleidt op naar mbo-opleidingen op niveau 2 en de overige leerwegen leerlingen voorbereiden op mbo-opleidingen op niveau 3 en 4. Behalve een leerweg kiezen vmbo leerlingen ook voor één van de vier sectoren: techniek, economie, zorg & welzijn en landbouw. Binnen de theoretische leerweg is het niet verplicht om voor een sector te kiezen.
5 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
Figuur 1.2 Vmbo leerlingen naar leerweg, 2009 - 2010 theoretische leerweg
24% 37%
27%
12%
gemengde leerweg kaderberoepsgerichte leerweg basisberoepsgerichte leerweg
Bron: CBS, 2011
Ruim een derde van de leerlingen kiest voor de theoretische leerweg. Samen met de leerlingen van de gemengde leerweg zijn zij na diplomering gekwalificeerd voor de mbo-niveaus 3 en 4. Het aandeel van de kader- en basisberoepsgerichte leerwegen is ongeveer gelijk, rond een kwart van het totale aantal.
1.2
Leerlingen vmbo sector economie
In de bovenbouw van het vmbo kiezen leerlingen ook een sector. Dit geldt niet voor de leerlingen die de theoretische leerweg volgen. Figuur 1.3 Leerlingen vmbo naar sector en leerweg, 2009-2010 20.000 15.000 gemengde lw
10.000
kaderberoepsger lw 5.000
basisberoepsger lw
0 economie
techniek zorg en welz landbouw combinatie
Bron: CBS, 2011
Omdat leerlingen in de theoretische leerweg niet in deze grafiek zijn opgenomen, heeft de kaderberoepsgerichte leerweg hier het grootste aantal leerlingen. In totaal volgen 34.000 leerlingen in het vmbo in de bovenbouw een opleiding in de sector economie. In de sector zorg en welzijn zijn dit er 34.500 en in de techniek 34.300. De sector landbouw heeft minder leerlingen, in totaal bijna 11.000. In vergelijking met de autochtone meisjes, kiezen de niet-westers allochtone meisjes ruim twee keer zo vaak voor economie. Bij de jongens is dit verschil bijna even groot. Voor niet-westerse jongens is economie de meest gekozen sector in het vmbo. Autochtone jongens kiezen vaker voor techniek, autochtone meisjes voor zorg en welzijn.
6 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
Diploma’s in het vmbo
1.3
In het schooljaar 2008 – 2009 halen 171.000 leerlingen een diploma in het voortgezet onderwijs, 34.000 vwo-ers en 41.000 havisten. In dat schooljaar heeft het vmbo 96.400 gediplomeerden. In de sector economie halen 14.200 leerlingen het vmbo diploma. Ruim de helft van hen doet dat aan de kaderberoepsgerichte leerweg (7.400) en 33 procent aan de basisberoepsgerichte leerweg. In dit jaar halen 41.000 leerlingen een diploma van de theoretische leerweg van het vmbo. De sector met de meeste gediplomeerden is zorg en welzijn. Figuur 1.4 Vo- en vmbo-diploma’s naar niveau en sector, 2008 - 2009
vo diploma's
vmbo diploma's vmbo excl tl
19% 32%
economie
15% 44%
techniek
theoretische leerweg
16%
havo
24% 25%
vwo
8%
17%
zorg en welzijn landbouw theoretische leerweg
Bron: Cfi, 2011.
1.4
Van vmbo naar vervolgopleiding
Steeds meer jongeren schrijven zich na het halen van een vmbo-diploma in voor een vervolgopleiding. Dat blijkt uit cijfers van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Eind 2007 zijn ruim 7.000 jongeren (van de 109.000 vmbo-ers die eindexamen hebben gedaan) die in het schooljaar 2006-2007 geslaagd waren voor het vmbo, maar zich op dat moment niet voor een vervolgopleidingen inschrijven. In 2008 is deze groep fors kleiner; 4.250 vmbo-geslaagden (van de 100.000 vmbo-examenkandidaten) schrijven zich niet in. Drie kwart van de gediplomeerde vmbo-ers kiest voor een bol opleiding in het mbo. En één op de vijf gediplomeerden uit de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg vervolgt de opleiding aan een mbo bbl opleiding. Bij de gemengde en theoretische leerweg is dit een aanmerkelijk kleiner aandeel (4 procent).
7 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
1.5
Doorstroom van vmbo naar havo
Jarenlang was sprake van een dalende trend in de belangstelling van mavo- dan wel vmbo- leerlingen (gl/tl) voor de havo. Schommelt in 2004 het instroompercentage rond de 15 procent, in 2008 gaat 21 procent van de gediplomeerde vmbo-ers naar de havo. In absolute aantallen gaat het om een stijging 2 van zo’n 6.000 leerlingen (in 2004) naar ruim 9.000 (in 2008) . Er gaan iets meer jongens dan meisjes naar de havo. De verschillen zijn klein, maar systematisch en kunnen te maken hebben met verschillen in eerdere schoolkeuzes en door verschillen in de ontwikkeling van de beroepsinteresse tussen jongens en meisjes. Meiden weten eind vmbo beter wat ze willen worden, zodat ze eerder een mbo-opleiding zullen kiezen. Er gaan verhoudingsgewijs meer niet-westerse allochtone leerlingen vanuit het vmbo naar de havo dan autochtone leerlingen (in 2008 25 versus 20 procent). Al met al zien we dat de belangstelling van vmbo-ers voor de havo duidelijk stijgt en dat deze belangstelling bij allochtone leerlingen groter is dan bij de autochtone leerlingen. Uiteindelijk gaat het bij schoolsucces natuurlijk om de vraag hoeveel procent het havo diploma haalt (in 2 of 3 jaar). In totaal haalt zo’n 86 à 87 procent van de leerlingen die in havo 4 instromen het diploma. De meesten doen dat in 2 jaar (circa 66 procent), een minderheid (20 procent) haalt het diploma in 3 jaar. Meisjes doen het weer beter dan jongens, autochtone leerlingen weer beter dan allochtone leerlingen. Instromers uit havo 3 zijn succesvoller dan gediplomeerde vmbo-ers. In totaal haalt 86 procent van de groep havisten het havo-diploma, tegenover 74 procent van de vmbo-ers.
1.6
Doorstroom van vmbo naar mbo
De linker figuur toont de verdeling van de instroom van de vmbo-verlaters die zich in 2009 – 2010 hebben ingeschreven in het mbo. De meeste vmbo-verlaters (37 procent) schrijven zich in voor een mbo-opleiding economie. Slechts 6 procent kiest voor een mbo-opleiding in de landbouw. Figuur 1.5 Doorstroom van vmbo naar mbo 2008 – 2009 / 2009 - 2010 30%
37%
mbo economie
32%
38%
vmbo economie vmbo landbouw
mbo landbouw
vmbo techniek
mbo techniek
vmbo zorg en welzijn
6% 27%
6%
mbo zorg
4%
12%
vmbo combinatie
8% vmbo tl
Bron: Cfi, 2009. Bron: CBS, 2011
De rechter figuur laat de verdeling zien van de instroom van vmbo-leerlingen in de mbo opleidingen economie (hierbij zitten ook de opleidingen van Kenniscentrum Handel, Kenwerk en SVO. De grootste groep instromers is afkomstig van het vmbo-t. Daarna volgen de leerlingen van de vmbo opleidingen in de sector economie (gemengde leerweg, basis- en kaderberoepsgericht). 2
Een stukje van de Nederlandse droom: doorstroom van vmbo naar havo, Wil van Esch en Jan Neuvel, juni 2009.
8 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
Figuur 1.6 toont de verdeling van de vmbo-gediplomeerden naar sector van de instromers in de ECABO opleidingen naar kwalificatierichting. Het aandeel vmbo-t gediplomeerden is groot onder de instromers van de opleidingen in de kwalificatierichting Commercieel, Bank- en verzekeringswezen en Juridisch. Bij Secretariële Beroepen is dit aandeel klein. Bij de richtingen Financiële en Secretariële beroepen is het aandeel gediplomeerden vmbo economie het grootst. Figuur 1.6 Doorstroom gediplomeerden vmbo naar ECABO richting, 2009 - 2010 100 90 80 70
vmbo combinatie
60
vmbo landbouw
50
vmbo zorg enwelzijn
40
vmbo techniek
30
vmbo economie
20
vmbo-t
10 0 sec
fb
com
b&v
ict
jur
o&v
totaal
Bron: www.basisgegevensonderwijs.nl
9 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
2
Instroom mbo opleidingen ECABO
In het schooljaar 2010 – 2011 zijn er, exclusief de AKA opleidingen 85.667 deelnemers ingeschreven voor een opleiding in het ECABO segment. In het vorig schooljaar waren dat er 87.141. Figuur 2.1 Instroom ECABO naar vooropleiding, 2010 - 2011 basisond basisivorming
basisond 2% 1% 16%
2%1% 9% 6%
vmbo
23%
vmboexcl t 15%
10%
mbo
vmbo t mbo 1-2
havo
mbo 3-4
rest
havo 27%
58%
31%
rest
Bron: Cfi, 2009. Bron: DUO, 2011
In het schooljaar 2009 – 2010 starten bijna 50.000 deelnemers met een ECABO opleiding. Bijna een kwart van hen (23 procent) stroomt ongediplomeerd, met alleen basisonderwijs in. Ruim de helft is in het bezit van een vmbo-diploma en één op de zes komt van een andere mbo-opleiding. De vooropleiding van de deelnemers verschilt per mbo-niveau.
niveau 1
141
31
3
9
niveau 2
7.036
9.551
1547
2.496
niveau 3
4.240
6.629
4651
niveau 4
8.274
9.791
19.691
26.002
totaal
totaal
andere vooropleiding
havo
mbo 3 of 4
mbo 1 of 2
vmbo t
vmbo (excl t)
ongediplomeerd
Tabel 2.1 Deelnemers ECABO mbo-niveau en vooropleiding, 2010 - 2011
1
1
186
337
186
92
21.245
3.664
807
492
217
20.700
16.150
2.326
3.639
1.410
206
41.796
22.351
8.495
4.783
2.089
516
83.927
*gele arcering: significante oververtegenwoordiging Bron: DUO 2011, bewerking ECABO, 2011
Gediplomeerden van het vmbo-t gaan vooral naar mbo-opleidingen op niveau 4. De gediplomeerden van de overige vmbo-opleidingen gaan vooral naar de mbo-opleidingen op niveau 2.
10 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
3
Deelnemers mbo en ECABO
In het schooljaar 2010 - 2011 heeft het mbo 525.000 deelnemers. In onderstaande figuren is de verdeling naar leerweg en niveau gegeven voor het gehele mbo en voor ECABO.
3.1
Verdeling deelnemers naar leerweg en niveau
Figuur 3.1 Verdeling deelnemers ECABO en mbo naar leerweg, 2010 - 2011 ECABO mbo
bbl bol 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Bron: DUO, 2011
Figuur 3.2 Verdeling deelnemers ECABO en mbo naar niveau, 2010 - 2011 niveau1 mbo
niveau 2 0%
20%
40%
60%
80%
100%
niveau 3
Bron: DUO, 2011
Bij ECABO zijn minder deelnemers in de bbl, minder in de niveau 3 en meer op niveau 4 opleidingen dan in het gehele mbo. Figuur 3.3 Verdeling deelnemers ECAO naar kwalificatierichting en niveau, 2010 - 2011 11.000 10.000 9.000 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0
niveau 1 niveau 2 niveau 3 niveau 4
sec
fb
com
b&v
ict
jur
o&v
idv
Bron: DUO, 2011
De kwalificatierichting ICT heeft met 20.341 verreweg de meeste deelnemers. Daarna volgen Financiële beroepen en Commercieel (ongeveer 14.500 deelnemers). IDV heeft 140 deelnemers en Bank- en verzekeringswezen 2.893. Ten opzichte van 2009 – 2010 is het aantal deelnemers bij de kwalificatierichting Bank- en verzekeringswezen sterk gedaald.
11 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
4
Gediplomeerden van ECABO opleidingen
In 2010 halen ruim 30.000 leerlingen een mbo diploma van een ECABO opleiding. Dit totale aantal is vanaf 2008 gestegen. Het aantal gediplomeerden op niveau 3 is in de periode vanaf 2005 gestegen met 32 procent, die op niveau 4 met 22 procent. Het aantal gediplomeerden op niveau 1 is afgenomen tot 156 in 2010. Figuur 4.1 Aantal diploma’s ECABO 2005 – 2010 15.000 12.000 niveau 1
9.000
niveau 2
6.000
niveau 3
3.000
niveau 4
0 2005
2006
2007
2008
2009
2010
Bron: DUO, 2011.
Figuur 4.2 Aantal diploma’s naar kwalificatierichting, 2005 – 2010 6.000 sec 5.000
fb
4.000
com
3.000
b&v ict
2.000
jur
1.000
o&v idv
0 2005
2006
2007
2008
2009
2010
Bron: DUO, 2011.
In 2008 is er een daling opgetreden in het aantal diploma’s. De sterkste stijging doet zich in 2010 ten opzichte van 2008 voor bij de kwalificatierichtingen Bank- en verzekeringswezen (62 procent) en Commercieel (52 procent). Bij Informatiedienstverlening is het aantal gediplomeerden relatief gering, ook hier is dit aantal gestegen in 2010 (80) ten opzichte van het voorgaande jaar (49).
12 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
5
Doorstroom van mbo naar hbo
In 2010 heeft Bureau Toppen Onderzoek & Beleid net als in voorgaande jaren onderzoek uitgevoerd naar de bestemming van mbo-verlaters. Het tijdstip van onderzoek is een half jaar na het behalen van het diploma. In 2009 hebben 6 van de 10 mbo-gediplomeerden op het tijdstip van ondervraging een baan. Eén op de acht combineert werk en opleiding en bijna een kwart (22 procent) volgt een opleiding. Van de ECABO mbo-verlaters volgt 34 procent een opleiding en is 45 procent aan het werk. Op het moment van onderzoek is 8 procent (nog) werkloos. Na een afname van dit werkloosheidspercentage (tot 3 procent in 2007) is dit in de jaren na 2007 opgelopen. Op landelijk niveau is het werkloosheidpercentage in de laatste meting opgelopen en bedraagt 6 procent. Ten opzichte van de metingen in vorige jaren is er een daling van het aandeel gediplomeerde mboverlaters dat werk combineert met een opleiding, zowel bij ECABO als in het totale mbo. Het aandeel mbo-verlaters dat een half jaar na diplomering werkt, is bij ECABO gedaald en bij mbo totaal licht gestegen. Figuur 5.1 Bestemming mbo-verlaters mbo totaal, vanaf 2004 70 60 50
werk
40
werk/opleiding
30
opleiding
20
werkloos
10
anders
0 2004
2005
2006
2007
2008
2009
Bron: Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO, 2007 – 2009, Toppen Onderzoek & Beleid BV, 2010
Figuur 5.2 Bestemming mbo-verlaters ECABO, vanaf 2004 70 60 50
werk
40
werk/opleiding
30
opleiding
20
werkloos
10
anders
0 2004
2005
2006
2007
2008
2009
Bron: Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO, 2007 – 2009, Toppen Onderzoek & Beleid BV, 2010
De volgende figuur toont de bestemming van gediplomeerden die het mbo hebben verlaten. Opleiding in de categorieën ‘opleiding’ en ‘opleiding en werk’ betreft hier dus een opleiding buiten het mbo.
13 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
Figuur 5.3 Bestemming van de ECABO mbo-verlaters naar kwalificatierichting 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 sec
fb
com
b&v
ict
jur
o&v
ECABO
werk werk en opleiding opleiding
mbo totaal
Bron: Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO, 2007 – 2009, Toppen Onderzoek & Beleid BV, 2010
Uit bovenstaande figuur blijkt het volgende: -
Een relatief groot deel van de gediplomeerde mbo-verlaters van de kwalificatierichtingen Orde en veiligheid en Secretariële beroepen gaat werken (resp. 80 procent en 59 procent).
-
Ongeveer de helft van gediplomeerden van de richtingen Bank- en verzekeringswezen (45 procent), Commercieel (45 procent) en Juridisch (55 procent) kiest na diplomering voor een fulltime vervolgopleiding. Het gemiddelde voor ECABO is 34 procent.
-
Het grootste aandeel werkloze gediplomeerden is aangetroffen onder gediplomeerden Orde en veiligheid (11 procent) en Secretariële beroepen 10 procent). Daarna volgen ICT (9 procent) en Financiële beroepen (9 procent). Het gemiddelde voor ECABO is 8 procent, voor mbo totaal is dit 6 procent.
14 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
Na het behalen van het diploma op niveau 4 is het mogelijk door te stromen naar het hbo. Figuur 5.4 Doorstroom naar het hbo naar kwalificatierichting ECABO, 2008 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
doorstroom hbo
sec
fb
com
b&v
ict
jur
Bron: Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO, 2007 – 2009, Toppen Onderzoek & Beleid BV, 2010
Het aandeel ECABO gediplomeerden van opleidingen op niveau 4 dat doorstroomt naar een hbo opleiding is 57 procent. Voor mbo totaal is dit 45 procent. Bij vergelijking van de ECABO richtingen blijkt dat dit aandeel het hoogst is bij Commercieel. Daarna volgen Juridisch en Financiële beroepen.
15 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
5.1
Keuze hbo vervolgopleiding
In de bijlage is een overzicht opgenomen van de keuze van gediplomeerden ECABO in het schooljaar 3 2007 – 2008 voor de twee à drie meest gekozen hbo vervolgopleidingen. Deze gediplomeerden hebben zich in het schooljaar 2008 – 2009 ingeschreven voor de betreffende hbo-opleiding. De meest eenduidige keuzes voor een vervolgopleiding zijn gemaakt door gediplomeerden van de volgende opleidingen: -
Administratief juridisch medewerker: 44 procent van de gediplomeerden die hun opleiding vervolgen in het hbo kiest voor de opleiding Hbo-rechten. Applicatie-ontwikkelaar: het meest favoriet is de hoger beroepsopleiding Informatica (37 procent van de gediplomeerden die hun opleiding in het hbo vervolgen). Administrateur: een derde van de gediplomeerden vervolgt de opleiding met Commerciële economie. Commercieel medewerker marketing en communicatie: 27 procent kiest voor de opleiding Commerciële economie. Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen: 23 procent gaat verder in het hoger onderwijs met de opleiding Financial services management.
Een uiteenlopende keuze wordt gemaakt door gediplomeerden van de opleiding Directiesecretaresse / managementassistent. Diverse opleidingen in het hbo liggen in het verlengde van deze mbo opleiding. Bijna één vijfde van hen kiest voor de opleiding Personeel en arbeid. Daarna zijn de meest genoemde keuzes de bachelor Management, economie en recht en Communicatie.
3
Meest recente gegevens
16 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
6
De Ad
Er bestaat sinds het studiejaar 2006-2007 een nieuw type hoger onderwijs, een tweejarige studie met een eigen wettelijke graad: de Associate degree (Ad). De Ad is vooral bedoeld voor werkenden die weer een studie willen oppakken en voor degenen die na hun mbo-4-opleiding best nog willen doorstuderen, maar niet voor een vierjarige hbo-bacheloropleiding willen kiezen.
6.1
Instroom en deelnemers van Ad-opleidingen in het ECABO domein
Er zijn 13 Ad opleidingen direct in het verlengde van de ECABO kwalificatierichtingen. Onderstaande figuur toont de instroom per inschrijvingsjaar per Ad opleiding. In totaal zijn er 483 studenten die zich hebben ingeschreven voor een Ad opleiding in het ECABO domein in het studiejaar 2010/11. Bij negen van de dertien opleidingen hebben zich in dit jaar minder dan 50 studenten aangemeld. De Ad Small business en retail management heeft de grootste nieuwe instroom met 169 studenten. Daarna volgt de Ad Accountancy met 85 nieuwe studenten. Figuur 6.1 Instroom aan Ad opleidingen vanaf 2006/07 250 200 150 100 2006/07 50
2007/08 2008/09 Small business en retail mgmt
Personeel en arbeid
Marketing management
IT service mnanagement
Intercedent
Informatiedienstverl en -mgmt
Financiele dienstverlening
Eventmanager
Crossmediale communicatie
Bedrijfskundige informatica
Bedrijfseconomie
Assistent marketeer
Accountancy
0
2009/10 2010/11
Bron: Hbo-raad, 2011
17 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
De meeste instromers, acht van de tien, aan een Ad opleiding in het ECABO segment zijn afkomstig van het mbo opleidingen economie. In totaal heeft 61 procent een mbo-opleiding economie gevolgd. Figuur 6.2 Instromers Ad naar vooropleiding, 2010 - 2011 Accountancy Assistent marketeer Bedijfskundige informatica Bedrijfseconomie Crossmediale communicatie mbo economie
Eventmanager Financiele dienstverlening
mbo rest
Informatiedienstverlening en -…
havo
Intercedent
anders
It service management Marketing management Personeel en arbeid Small business en retail management 0%
20%
40%
60%
80%
100%
*Van 136 instromers van de Ad Accountancy in 2009 – 2009 is de vooropleiding onbekend Bron: HBO-raad, 2011
Figuur 6.3 Deelnemers Ad opleidingen* naar leeftijd, 2009 – 2010 en 2010 - 2011 Accountancy Assistent marketeer Crossmediale communicatie
<25 jr
Eventmanager
25-30 jr >30 jr
Personeel en arbeid Small business en retail management 0
50 100 150 200 250 300 350 400 450
* In deze figuur zijn de Ad opleidingen met meer dan 100 instromers opgenomen Bron: HBO-raad, 2011
De meeste deelnemers (62 procent) in de Ad opleidingen zijn jonger dan 25 jaar. Het aantal ouderen onder de deelnemers van de Personeel en arbeid en Small business en retail management is groot. Bij de Ad Eventmanager en Crossmediale communicatie is er een groot aandeel jongeren.
18 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
6.2
Gediplomeerden van Ad opleidingen in het ECABO domein
In 2009 – 2010 zijn er in totaal 455 gediplomeerden aan de Ad opleidingen in het ECABO domein. Het jaar ervoor waren dat er 431. De meeste gediplomeerden hebben een diploma voor de Ad Small business en retail management, daarna voor de Ad opleidingen Personeel en arbeid en Accountancy. De meeste Ad opleidingen hebben slechts enkele gediplomeerden. Figuur 6.4 Diploma’s aan Ad opleidingen vanaf 2006/07 200 150 100 50
2006/07 2007/08 Small business en retail mgmt
Personeel en arbeid
Marketing management
IT service management
Intercedent
Informatiedienstverl en mgmt
Financiele dienstverlening
Eventmanager
Crossmediale communicatie
Bedrijfskundige informatica
Assistent marketeer
Accountancy
0
2008/09 2009/10
Bron: Hbo-raad, 2011
Er zijn geen gegevens over de doorstroom van gediplomeerden van Ad opleidingen naar het hbo.
19 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
7 Hbo 7.1
Studenten in het hbo
In het studiejaar 2010 – 2011 volgen 417.000 studenten een opleiding in het hbo. Ten opzichte van het jaar daarvoor betekent dit een stijging van bijna 15.000 studenten, wat overeenkomt met 3,7 procent. Van alle opleidingsrichtingen is het hoger economisch onderwijs (heo) met 40 procent veruit de grootste sector binnen hbo. Daarna volgen de pedagogische sector (hpo) en de technische sector (htno) met ongeveer 15 procent. Het hao, de agrarische sector, is de kleinste met 2 procent van het aantal studenten. Figuur 7.1 Studenten hbo per sector en jaar, vanaf 2004 (x1.000) 2010
hao
2009
heo
2008
hgzo
2007 2006
hpo
2005
hsao
2004
htno 0
50
100
150
200
250
300
350
400
450
kuo
Bron: HBO-raad, 2011
In totaal zijn in 2010 - 2011 ruim 104.000 nieuwe studenten ingestroomd in het hbo. Vier van de tien hebben havo gevolgd als vooropleiding. Zes procent is afkomstig van een andere hbo opleiding en bijna drie van de tien zijn in het bezit van een diploma van het mbo. Het aandeel mbo-ers is gestegen in de afgelopen jaren. In 2001 was dit nog 24 procent. Figuur 7.2 Instroom heo naar vooropleiding, 2009 - 2010 11% 4% 1%
havo mbo
9%
44%
vwo hoger onderwijs onbekend overig
30%
Bron: HBO-raad, 2011
In het heo is het aandeel havisten groter dan bij het hbo totaal. Hier heeft 44 procent van de instromers een havo diploma (hbo 40 procent). Deze groei gaat volledig ten koste van het aandeel hoers, de instroom van deze groep bedraagt in het heo 1 procent, in het gehele hbo 6 procent. Het aandeel mbo-ers is gelijk, nl 30 procent.
20 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
7.2
Instroom hbo-opleidingen in het ECABO domein
Van de hbo-opleidingen in het ECABO-domein heeft de bachelor Commerciële economie de meeste instromers, rond de 6.000 per jaar. Bij de meeste opleidingen is de instroom van nieuwe studenten gedurende de laatste jaren gestegen. Figuur 7.3 Instroom hbo-opleidingen ECABO-domein, vanaf 2006 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2006
2.000
2007
1.000
2008 vastgoed en makelaardij
sociaal-juridische dvl
small business en retail mgmt
personeel en arbeid
office management
integrale veiligheid
informatiedienstverl en -mgmt
informatica
hbo - rechten
fiscale economie
financial services management
comm. and multimedia dsgn
communicatie
commerciele economie
bedrijfseconomie
accountancy
0
2009 2010
Bron: HBO-Raad, 2011
21 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
8
Diplomarendement in het heo
Jaarlijks presenteert de HBO-raad het rendement van opleidingen. Ruim de helft van de heo-studenten (52 procent), haalt binnen vijf studiejaren een bachelorsdiploma. Gemiddeld, voor het hele hbo, is dit 57 procent. Na acht studiejaren is dit aandeel vergroot tot 65 procent. Het gemiddelde voor het hele hbo is dan 69 procent. Tabel 8.1 Rendement na vijf jaar opleiding
mbo
havo
totaal
Accountancy
38%
46%
46%
Bedrijfseconomie
44%
48%
50%
Commerciële economie
49%
46%
50%
Communicatie
54%
53%
55%
Communication and multimedia design
50%
40%
44%
Financial services management
56%
57%
57%
Fiscale economie
54%
44%
51%
Hbo - rechten
40%
41%
41%
Informatica
59%
47%
53%
Informatiedienstverlening en -management
73%
59%
61%
Integrale veiligheid
58%
50%
54%
Office management (4-jarig)
73%
50%
71%
Personeel en arbeid
55%
52%
55%
Small business en retail management
43%
44%
45%
Sociaal-juridische dienstverlening
47%
53%
51%
Vastgoed en makelaardij
39%
32%
41%
hbo totaal
56%
51%
57%
Bron: HBO-raad, 2011 * deze kolom geeft het rendement van studenten met een havo / mbo vooropleiding van de betreffende opleiding
Per opleiding verschilt het diplomarendement, gezien de vooropleiding van de student. Bij de opleidingen Bedrijfskundige informatica, Commerciële economie, Communicatie, Communication and multimediadesign, Fiscale economie, Informatica, Informatiedienstverlening en –management, Integrale veiligheid, Office management, personeel en arbeid, en Vastgoed en makelaardij is het rendement onder mbo-opgeleiden hoger dan onder havisten.
22 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
Bijlage
Lijst met tabellen
Tabel 1
Deelname vmbo naar leerweg en sector, 2009 – 2010
Tabel 2
Diploma’s vmbo naar leerweg en sector , 2007 – 2008
Tabel 3
Meest gekozen hbo vervolgopleiding in het jaar na diplomering opleidingen ECABO, 2007
Tabel 4
Instroom Ad, vanaf 2006
Tabel 5
Diploma’s Ad, vanaf 2006
Tabel 6
Doorstroom mbo-verlaters niveau 4 naar het hbo, 2009
Tabel 7
Deelname hbo naar sector, vanaf 2004
Tabel 8
Instroom hbo-opleidingen ECABO domein, vanaf 2006
23 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
Tabel 1 Deelname vmbo naar leerweg en sector, 2009 - 2010 theoretische leerweg
gemengde leerweg
kaderberoepsgerichte leerweg
basisberoepsgerichte leerweg*
totaal
economie
n.v.t.
6.364
16.097
11.582
34.043
techniek
n.v.t.
4.211
15.028
15.185
34424
zorg en welzijn
n.v.t.
4.793
16.007
13.737
34537
landbouw
n.v.t.
3.523
6.419
7.313
17255
combinatie
n.v.t.
5.967
3.203
1.736
10906
77.011
24.858
57.754
49.553
208.176
sector*
totaal Bron: CBS, 2011
*bij de basisberoepsgerichte leerweg worden ook de leerwerktrajecten en assistentenopleidingen geteld. In de sector economie zijn er 370 leerlingen in een leerwerktraject en 300 leerlingen die een assistentenopleiding volgen.
Tabel 2 Diploma’s vmbo naar leerweg en sector, 2007-2008 sector
theoretische leerweg
economie
14.170
techniek
14.980
zorg en welzijn
16.000
landbouw
8.000
theoretische leerweg
41.000
totaal
94.000
Bron: CBS, 2011
24 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
Tabel 3 Meest gekozen hbo vervolgopleiding in het jaar na diplomering opleiding ECABO, 2009 mbo opleiding 2007 - 2008 Administrateur
Assistent accountant
Salarisadministrateur
Administratief juridisch medewerker
Applicatie-ontwikkelaar
Commercieel medewerker bank- en verzekeringen
Commercieel medewerker marketing en communicatie
Directiesecretaresse / management assistent
ICT beheerder
Netwerkbeheerder
n
meest gekozen hbo opleiding 2008 - 2009
%
Bedrijfseconomie
33
Accountancy
28
Bedrijfseconomie
62
Accountancy
23
Accountancy
41
Bedrijfseconomie
23
Hbo - rechten
44
Sociaal juridische opleiding
13
Opl. voor management, economie en recht
7
Informatica
37
Technische informatica
16
Bedrijfskundige informatica
13
Financial services management
23
Opl. voor management, economie en recht
14
Commerciële economie
10
Commerciële economie
27
Communicatie
12
Opl. voor management, economie en recht
7
Personeel en arbeid
18
Opl. voor economie, management en recht
10
Communicatie
8
Facility management
7
Informatica
29
Bedrijfskundige informatica
24
Technische informatica
9
Informatica
27
Technische informatica
22
Bedrijfskundige informatica
12
Netwerk infrastructuur design
11
1.144
13
22
557
150
473
1.134
470
730
129
25 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
Vervolg tabel 3 mbo opleiding 2007 - 2008
Juridisch medewerker - sociale zekerheid
Juridisch medewerker – arbeidsvoorziening en personeelswerk
Juridisch medewerker – openbaar bestuur
Juridisch medewerker – zakelijke dienstverlening
n
301
meest gekozen hbo opleiding 2008 - 2009
%
Maatschappelijk werk en dienstverlening
20
Sociaal juridische dienstverlening
20
Hbo - rechten
16
Personeel en arbeid
35
Hbo - rechten
14
Maatschappelijk werk en dienstverlening
10
Sociaal juridische dienstverlening
10
Hbo - rechten
31
Bedrijfseconomie
13
Bestuurskunde / overheidsmanagement
13
Hbo - rechten
47
Sociaal juridische dienstverlening
13
Opl. voor management, economie en recht
8
232
32
81
Bron: Pilot landelijke doorstroomkaart 2009.
26 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
Tabel 4 Instroom Ad, vanaf 2006 Ad opleiding
2006- 07
2007-08
2008-09
2009 - 10
2010-11
Assistent marketeer
-
48
26
27
34
Accountancy
4
52
209
89
85
Bedrijfseconomie
-
-
-
-
3
Bedrijfskundige informatica
-
3
7
13
4
Crossmediale communicatie
-
2
41
68
41
Eventmanager
-
73
55
53
54
Financiele dienstverlening
-
28
16
13
14
Informatiedienstverl en -mgmt
1
3
6
2
9
Intercedent
-
2
1
5
1
IT service management
-
7
6
4
3
Marketing management
-
5
11
10
11
Personeel en arbeid
42
57
69
51
55
Small business en retail mgmt
43
112
154
136
169
Bron: HBO-raad, 2011
Tabel 5 Diploma’s Ad, vanaf 2006 Ad opleiding
2006- 07
2007-08
2008-09
2009 - 10
2010-11
Assistent marketeer
2
21
Accountancy
8
13
8
6
Crossmediale communicatie
3
3
Eventmanager
2
39
Financiele dienstverlening
34
40
13
150
62
60
129
155
IT service management
11
24
Marketing management
2
1
Bedrijfskundige informatica
1
Informatiedienstverl en -mgmt Intercedent
1
Personeel en arbeid
48
76
84
Small business en retail mgmt
10
6
7
Bron: HBO Raad, 2011
27 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
Tabel 6 Doorstroom mbo-verlaters niveau 4 naar het hbo, 2009 doorstroom naar het hbo % Secretariële beroepen
34
Financiële beroepen
59
Commercieel
69
Bank- en verzekeringswezen
52
ICT
55
Juridisch
66
ECABO
57
mbo totaal
45
Bron: : Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO 2006 – 2008, Toppen Onderzoek & Beleid BV, 2010
28 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo
Tabel 7 Deelname hbo naar sector, vanaf 2004 sector
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
landbouw
8.569
8.424
8.150
7.863
7.909
8.432
8.837
economie
133.436
138.155
143.487
148.821
153.962
161.523
166.733
gezondheidszorg
28.320
30.128
31.430
32.387
34.369
35.773
37.805
pedagogisch
66.157
67.364
66.773
64.100
61.629
63.443
64.465
sociaal-agogisch
33.516
35.804
38.997
42.344
44.732
48.677
51.700
techniek
57.646
57.809
57.973
58.891
60.315
64.228
66.132
kunst
19.191
19.339
20.046
20.529
20.917
21.331
21.385
totaal
346.835
357.023
366.856
374.935
383.833
403.407
417.057
Bron: HBO-raad, 2011
Tabel 8 Instroom hbo-opleidingen ECABO-domein, vanaf 2006 sector
2006
2007
2008
2009
2010
accountancy
1.561
1.746
1.864
2.054
1.970
bedrijfseconomie
2.793
2.934
3.163
3.613
3.530
commerciële economie
5.588
6.036
5.631
6.187
5.995
communicatie
2.751
2.702
2.979
3.557
3.586
communication and multimedia design
960
1.153
1.301
1.821
1.704
financial services management
540
590
553
640
586
fiscale economie
232
265
359
273
295
hbo - rechten
2.653
3.441
3.298
3.589
3.986
informatica
1.705
1.543
1.574
1.896
2.023
informatiedienstverlening en -management
134
95
67
71
68
integrale veiligheid
323
331
328
421
464
office management
38
28
28
32
42
personeel en arbeid
2.745
2.457
2.416
2.501
2.367
small business en retail management
1.504
1.518
1.510
1.562
1.583
sociaal-juridische dienstverlening
977
888
873
1.226
1.222
vastgoed en makelaardij
878
858
769
496
552
Bron: HBO-raad, 2011
29 11 04 14 kengetallen vmbo-mbo-Ad-hbo