Update GLB 26 mei 2015 Tot 15 juni heeft u de mogelijkheid de gecombineerde opgaaf te doen. Hierover, maar ook op drie andere niveaus, blijft Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) om aandacht vragen. Hier vindt u meer actuele informatie. Klaas Johan Osinga,
[email protected]
Update GLB 26 mei 2015 In deze GLB-update vindt u weer actualiteiten over het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB): een dossier op vier niveaus. Dit wordt hieronder nader toegelicht. Bovendien ontvangt LTO dagelijks vragen over de gecombineerde opgaaf. In deze update een aantal antwoorden. 1. GLB: discussie op vier niveaus Terwijl boeren en tuinders nog urenlang voor het scherm doorbrengen om hun gecombineerde opgaaf vóór 15 juni op orde te krijgen, is LTO druk bezig met de toekomstige veranderingen in het GLB. Het is als schaken op vier borden. -
-
-
-
Op bord 1 zijn we bezig met de invoering van het nieuwe GLB. Nieuwe toeslagrechten, nieuwe deelnemers aan het GLB en vergroening. Er komen talloze vragen over binnen die we zo goed mogelijk proberen te beantwoorden en/of aankaarten bij RVO/EZ, Europese Commissie en Europees Parlement. Verderop in deze update enkele voorbeelden. Nederland mag voor 2016 wijzigingsvoorstellen indienen in Brussel. Voor zogenaamde equivalente vergroening is de deadline 1 juli 2015. Voorbeelden van equivalente vergroening zijn Veldleeuwerik en Akkerstroken/vogelakker. LTO bekijkt samen met EZ wat er nog meer mogelijk is. Daarnaast mag Nederland wijzigingsvoorstellen doen voor vanggewassen en landschapselementen in de zogenaamde Ecologische Aandachtsgebieden (EAs). Hiervoor is de deadline 1 augustus 2015. Het derde veld laat zich betitelen als ‘vereenvoudiging’ ofwel, in het Engels, ‘simplification’. Hierover heeft de Europese Landbouwraad op 11 mei 2015 een besluit genomen. Deze worden nu door ambtenaren uitgewerkt. LTO heeft hiervoor begin dit jaar voorstellen gedaan aan EZ, Tweede Kamer, Europees Parlement en Europese Commissie. Dit biedt wel enkele perspectieven, alleen is de vraag hoe snel. Hieronder wordt dit nader besproken. Tot slot schaken we op het bord van de lange termijn. Van idee tot beleid kost in Brussel zomaar vijf jaar. Daarom is LTO het aan zijn stand verplicht nu al na te gaan denken over de volgende stappen in het GLB. Bovendien heeft EZ als een opdracht verleend aan Wageningen Universiteit om studie te doen naar het toekomstig GLB. Hieronder volgt nadere toelichting.
2. Schaakbord 1, de actualiteit: gecombineerde opgaaf, diverse knelpunten Veel informatie is te vinden op de website van de RVO: https://mijn.rvo.nl/gemeenschappelijk-landbouwbeleid-nieuw-glb?inheritRedirect=true
Termijn voor indienen gegevens Zoals bekend is het mogelijk tot 15 juni de gecombineerde opgaaf te doen, een maand later dan normaal. De RVO-site kan echter overbelast raken, dus het is zaak om niet te wachten tot het laatste moment. Bovendien moet u uw percelen bijgewerkt hebben. Enkele recente vragen die bij LTO binnenkwamen -
Stikstofdifferentiatie
Had u de afgelopen drie jaren bovengemiddelde opbrengsten aan suikerbieten, patataardappelen, tarwe en/of gerst, dan mag u extra stikstof bemesten. Toen duidelijk werd dat de deadline voor de gecombineerde opgaaf werd verschoven van 15 mei naar 15 juni, is door de RVO niet gecommuniceerd dat dat niet gold voor de stikstofdifferentiatie. Dit leidde in de periode rond 15 mei, en zelfs op 19 mei, nog tot RVO-persberichten waarin voor stikstofdifferentiatie de einddatum 15 mei werd gecommuniceerd. LTO constateert dat er hierover veel onduidelijkheid was in de praktijk en dringt bij de overheid aan op begrip voor telers die na 15 mei een aanvraag stikstofdifferentiatie hebben aangevraagd. -
Kleine percelen en gewassen
Meerdere leden hebben gemeld grote problemen te hebben met het aanmelden van kleine arealen gewassen, met verschillende plant/zaaidatums. Het intekenen van kleine percelen is eigenlijk niet te doen. LTO heeft EZ/RVO gevraagd om hier praktisch mee om te gaan. -
Biologische land- en tuinbouw en beheersvergoeding
Zoals bekend zijn biologische boeren en telers, ook hen in omschakeling, vrijgesteld van vergroenen. Maar als zij aan agrarisch natuurbeheer doen, bijvoorbeeld akkerranden, weidevogels of boomwallen, moet ze alsnog aantonen dat ze voldoen aan vergroenen. Dit is het gevolg van het verbod op ‘dubbele betalingen’ voor bijvoorbeeld een akkerrand, namelijk via een betalingsrecht en via het plattelandsbeleid. Handhaving van dit verbod was de afgelopen jaren een speerpunt van natuurorganisaties in Brussel, waarmee ze hun eigen zaak bepaald geen goed gedaan hebben. Boeren hebben hierdoor minder trek in beheerspakketten. Intussen zijn mede op aandringen van LTO door Nederland voorstellen gedaan in Brussel om het probleem te verhelpen, maar dat gaat voor 2015 niet meer helpen.
-
Akkerranden: intact laten tot 31 december?
Een andere ergernis van boeren die willen vergroenen met behulp van akkerranden, is de eis die EZ/RVO stelt aan de periode van instandhouding van die akkerranden. Er wordt namelijk geëist dat de ‘onbeheerde’ akkerranden tot 31 december ‘intact blijven’. Dit is een probleem voor bedrijven waar het seizoen feitelijk loopt van september tot september, bijvoorbeeld op zware klei. Zulke bedrijven willen bijvoorbeeld in september wintertarwe en koolzaad zaaien. Sommige bedrijven wilden kiezen voor akkerranden, maar komen hier nu op terug.
LTO heeft dit aangekaart in Brussel, waar de vraag nog steeds niet adequaat beantwoord is. Wellicht is een mogelijkheid om de akkerrand zwart te houden. Maar dat was nou net niet het doel van het vergroenen. En bovendien kan je dan nog steeds in het najaar geen wintertarwe zaaien. Wordt vervolgd. -
Spelt en wintertarwe
Sommige akkerbouwers hebben een deel van hun wintertarwe vervangen door spelt, om zo te voldoen aan het vergroenen (de bouwplaneis ofwel gewasdiversificatie). Ook al betreft het hetzelfde geslacht (triticum aestivum vs triticum spelta), het gaat om een heel andere teelt met andere opbrengsten en een andere bewerking van het zaad. De huidige regels staan echter geen uitzonderingen toe. Reden voor Nederland om coulance te bepleiten. Bovendien is dit aangekaart in Brussel. -
Versoepelingen rond Ecologische Aandachtsgebieden (EA)
Twee andere punten zijn intussen wel goedgekeurd. Er mag enige marge zitten tussen de perceelrand en het aangrenzende ecologische aandachtsgebied. Dus een schouwpad van het waterschap tussen sloot en perceel hoeft geen belemmering meer te zijn als een teler gaat voor het Nederlandse akkerrandenpakket. In Brussel was dit sowieso geen belemmering geweest, omdat boeren sloten en akkerranden volgens de EU-wetgeving apart mogen opgeven. In feite was dit dus een Nederlands probleem.
De Europese Commissie staat het de boer toe om bij controles, als er een Ecologisch Aandachtsgebied (EA) ontbreekt, dit te compenseren door een andere, ook al was deze niet opgegeven. Dit geeft enige flexibiliteit bij het inzaaien van vang- en eiwitgewassen en aanleg van akkerranden, mochten weersomstandigheden daar toe aanleiding geven. 3. Schaakbord 2: wijzigingen voor 2016 De huidige regels maken het jaarlijks mogelijk wijzigingsvoorstellen voor het vergroenen in te dienen voor het volgende jaar. Het kan hierbij gaan om zogenaamde equivalente vergroening (zoals Veldleeuwerik of akkerstroken/vogelakker) en om wijzigingen in Ecologische Aandachtsgebieden (EA). LTO heeft hiervoor een lijst met voorstellen ingediend bij EZ. Hieronder volgt een bloemlezing. Gewasdiversificatie LTO wil uitbreiding van de gewassenlijst voor gewasdiversificatie. Bij granen worden winter- en zomergewassen gezien als verschillende gewassen. Dat zou bij koolgewassen ook moeten. Winterbloemkool en voorjaarsbloemkool kunnen tegelijkertijd op het veld staan, maar het gaat om heel verschillende teelten. Zoals al aangegeven: spelt zou gezien moeten worden als een ander gewas dan tarwe. Bloementelers telen soms eenjarige gewassen die nu onder de categorie ‘overige bloemgewassen’ vallen. Het gaat dan veelal om zeer verschillende gewassen, zoals Campanula, pioenrozen en Carthamus). Dit zou tot uitdrukking moeten komen in de vaststelling van de gewasdiversificatie.
Daarnaast wil LTO meer mogelijkheden voor Ecologische Aandachtsgebied (EA) door middel van vanggewassen en eiwitgewassen: Voorgesteld wordt om het voor boeren mogelijk te maken alle granen (zoals rogge), alle graszaden (zoals roodzwenkgras en struisgras), winterkoolzaad en luzerne aan te wijzen als vanggewas. Deze gewassen zouden dan het daarop volgende jaar kunnen doorgroeien als gewas en in geval van luzerne erkende vlinderbloemige. Uiteraard moet je dan wel rekening houden met de periode van minimaal 10 weken waarin het vanggewas niet geoogst of bewerkt mag worden. Ecologisch aandachtsgebied LTO Nederland vraagt om de lijst van landschapselementen uit te breiden tot die elementen waar voor geen beheerscontract in de tweede pijler geldt. Daarmee wordt het risico op ‘double funding’ verkleind, omdat boeren meer mogelijkheden krijgen tot invulling van de vergroening. Op dit moment is een aantal gewassen aangewezen voor de bestrijding van aaltjes. LTO Nederland en KAVB vragen EZ om te onderzoeken of inundatie van bollenland (minimaal 12 weken) zou kunnen gelden als alternatieve invulling van ecologisch aandachtsgebied. Door deze maatregel zouden aaltjes en onkruiden op natuurlijke wijze bestreden worden, wordt de inzet van gewasbeschermingsmiddelen verminderd en ecologische meerwaarde gecreëerd (zoals foerageerplekken voor vogels). Equivalente vergroening De Europese Commissie heeft drie equivalente pakketten goedgekeurd voor Nederland, namelijk Veldleeuwerik, akkerstroken/vogelakker en biodiversiteits+. Deze pakketten bevatten echter nog steeds de drie oorspronkelijke vergroeningseisen (gewasdiversificatie, ecologisch aandachtsgebied en behoud blijvend grasland) en bieden dus geen extra flexibiliteit. De huidige GLB-wetgeving biedt echter de mogelijkheid om bodembedekking op te voeren als eis in de plaats van gewasdiversificatie. Frankrijk krijgt in 2015 een dergelijke optie. Boeren die meer dan 75% maïs telen, krijgen vrijstelling van de gewasdiversificatie als ze binnen veertien dagen na de oogst op al hun akkerbouwland een gewas inzaaien. Dit mag bijvoorbeeld ook wintertarwe zijn. Het doel is dat de bodem bedekt is tussen 15 november en 1 februari. De Europese Commissie heeft met dit ‘equivalente pakket’ ingestemd. LTO is in gesprek met EZ over de mogelijkheden voor Nederland. Directe betalingen LTO Nederland ondersteunt de oproep van het NAJK om de top-up voor jonge agrariërs anders in te vullen, zodat de regeling beter wordt benut en beter tot zijn recht komt in de Nederlandse situatie waarin maatschappen vaak voorkomen. Zoals al aangegeven: er zijn telers die op een klein oppervlak een groot aantal gewassen telen, bijvoorbeeld voor huisverkoop. Voorbeeld: een teler met 5 ha met daarop 13 verschillende groentegewassen. Het is praktisch niet te doen om al die gewassen apart in te tekenen. LTO vraagt om dit pragmatisch op te lossen. 4. Schaakbord 3: vereenvoudiging van het GLB
De Europese Commissie is een traject gestart om de GLB-regels te vereenvoudigen. Alle lidstaten en het Europees Parlement hebben hiervoor voorstellen ingediend, in totaal honderden pagina’s. LTO heeft hier ook een steentje aan bijgedragen via EZ, Europees Parlement en rechtstreeks bij de Europese Commissie. LTO heeft twee punten benadrukt: -
het jaar 2015 moet een leerjaar zijn – bij afwijkingen in eerste instantie waarschuwen en niet beboeten. Er moeten meer mogelijkheden komen voor equivalent vergroening, waarbij een groene regel kan worden vervangen door een andere, zoals ondiepe grondbewerking in plaats van ploegen.
De Europese Landbouwraad heeft op 11 mei conclusies vastgesteld, waarna op 20 mei een groep ambtenaren aan de slag is gegaan. In een groslijst wordt o.a. gesproken over meerdere controleperiodes voor het vaststellen van de gewasdiversificatie en over afschaffing van de verplichting om twee vanggewassen te mengen. Er wordt echter pas in september meer nieuws verwacht. Daarmee wordt de kans dat dit traject in 2015 tot resultaten leidt, kleiner. 5. Schaakbord 4: de lange termijn ontwikkeling van het GLB Het nieuwe GLB is inclusief budget vastgesteld voor de periode tot 2020. Dat betekent dat er niet gemorreld wordt aan de basisverordeningen, met één mogelijke uitzondering, namelijk dat het percentage ecologisch aandachtsgebied wordt verhoogd van 5 naar 7% in 2017. De Europese Commissie moet hierover vóór 31 maart 2017 een advies uitbrengen aan Landbouwraad en Europees Parlement. Desondanks wordt er in Brussel volop nagedacht over het GLB. Bij iedere discussie over vereenvoudiging (schaakbord 3) komt aan de orde of de basisverordeningen ook aangepast mogen worden. Zelfs Nederland pleit hier voor. LTO en COPA-COGECA willen dat niet en houden vast aan het huidige beleid tot 2020. Iedere mogelijke aanpassing van GLB-wetgeving zou tegenstanders van landbouwbeleid in de kaart spelen. Veel spelers buiten de landbouw willen graag een greep doen in de kas van het GLB. Voedselproductie is kennelijk niet meer belangrijk. Sommigen denken ook dat de markt als vanzelf betaalt voor duurzame productie door kleine gezinsbedrijven. Van idee tot beleid in Brussel kost al gauw vijf jaar. Plannen voor het huidige GLB circuleerden al in 2010. Bovendien is Nederland EU-voorzitter in de eerste helft van 2016 en heeft EZ al een studieopdracht neergelegd bij Wageningen UR. Daarom gaat LTO binnenkort aan de slag met ledenpanels om de interne gedachtenvorming op gang te brengen. Klaas Johan Osinga, LTO