Johannes 10:11 IK BEN DE GOEDE HERDER
24 juli 2011
Z. Opw. 366 (Kroon Hem met gouden kroon) Belijdenis van afhankelijkheid Vredegroet van God Z. Opw, 355 (2x) U die mij geschapen hebt Lezing van Gods wet Z. Ldb. 75 : 14 L. Ezechiel 34 Z. Ps. 80:1,10 L. Joh. 10 : 11-18 Z. Ps. 23 Kindermoment Z. E&R 230 (Jezus is de goede Herder). T. Joh. 10:11, 14 Woordverkondiging Z. Ldb.14 (De Heer is mijn Herder) Voorbedengebed Collecte Z. Opw. 44 ( Geprezen zij de Heer) Zegen van de Heer
[ Dia 2 ] IK BEN DE GOEDE HERDER 1. achtergronden 2. betekenis in drievoud
[ Dia 3 ] De Joden uit de dagen van Jezus waren bekend met het beeld van de herder. Van oude tijden af waren er herders geweest. Ons idee van wat een herder was is sterk geromantiseerd. Vooral bij de kinderen is de figuur van Jezus als een herder met zijn schaapjes populair. In de voorstelling van heel wat kinderbijbels trekt de herder heen en weer over de groene weiden en laat hij zijn kudde daar vredig grazen. Lammetjes draagt hij in zijn armen. Verdwaalde schapen brengt hij terug bij de kudde. Illustraties in kinderbijbels en de liedjes die daarbij passen versterken die romantische voorstelling. Je kunt er wel wat kanttekening bij plaatsen. Het beroep van herder was erg zwaar. Veel ruiger en harder dan je denkt. Hij was vaak lang van huis en groene weiden… je kunt je afvragen of die er in Palestina wel waren. [ Dia 4 ] Met name in de periode van het voorjaar en het najaar, wanneer er
geen regen viel, zagen herders zich genoodzaakt met hun kudden lange tochten te maken om ergens in de woestijn iets van eten en drinken te vinden voor de dieren. Dat betekende dat de man vaak lang van huis was. Het leven dat hij leidde was eenzaam en het werk eentonig. Toch moest hij voortdurend uitkijken. De dieren waren aan zijn zorgen toevertrouwd en hij was verantwoordelijk voor hun welzijn. Gevaren loerden van alle kanten, zowel overdag als in de nacht. Niet zelden kwam de herder ogen en oren tekort. Ook dieren kunnen nieuwsgierig en eigenzinnig zijn. Met als gevolg dat ze de kudde verlieten en verdwaalden. Tal van wilde dieren waren er, zoals wolven, en je kon veel last hebben van dieven en rovers die kwamen om de schapen te stelen, te slachten. In de latere rabbijnse literatuur wordt niet met grote waardering over herders gesproken. Ze worden nogal eens in een adem genoemd met tollenaars, woekeraars, gokkers en marskramers. Ze golden als onbetrouwbaar en ze konden daarom in rechtszaken niet eens als getuige worden opgeroepen. [ Dia 5 ] Ik las ergens dat de rabbijnen afraadden bepaalde goederen en producten, zoals wol en melk van herders te kopen. Kennelijk bestond de kans dat ze het op een oneerlijke manier in hun bezit hadden gekregen. Het beeld van de herder is soms zo negatief dat een rabbijn zich zelfs afvraagt hoe het toch mogelijk is dat in het Oude Testament niemand minder dan God zelf met een herder wordt vergeleken (Ps.23)!! In vergelijking daarmee is het Nieuwe Testament heel positief over de figuur van herder. Vooral in Johannes 10 kun je dat helder lezen, uit Jezus’ eigen mond. In het Oude Testament – we lazen samen Ezechiël 34 – wordt Gods handelen in de geschiedenis vaak vergeleken met het doen en laten van de herder. Psalm 23 is er een prachtig en indrukwekkend voorbeeld van. Maar maak van die psalm geen romantisch verhaal, met die grazige weiden, alsof het - om het in woorden van tegenwoordig te zeggen - om een soort ’ bounty island’ zou gaan. De donkere dalen zijn er ook en de schaduwen van de dood… Duidelijk wordt dat God de machtige en liefdevolle herder is die in staat is zijn kudde de noodzakelijke bescherming te bieden, omdat Hij opgewassen is tegen de gevaren die het leven van de dieren die aan Hem zijn toevertrouwd, bedreigen. Het is het beeld van de herder, die zijn kudde beschermt, maar ook voorgaat en de weg baant. In schrille tegenstelling staan dan in nogal wat profeten de aanklachten tegen de valse herders, de slechte. Ezechiël 34 hebben we er als voorbeeld genomen. (Jer.23, Zach.11 hadden we er ook bij kunnen lezen). Wat een goddelijke verontwaardiging klinkt daarin mee! Het zijn bepaald geen zoete broodjes die gebakken worden. “ Wee de herders van Israël, want jullie hebben alleen jezelf
geweid”! Hun schapen hebben ze beroofd en mishandeld, de dood ingejaagd. Niemand die nog naar ze omziet… “Ik, zegt de Heer, zal de herders straffen en Ik zal zelf naar mijn schapen omzien. …Ik zal een andere herder over hen aanstellen, één die ze wél zal weiden: David mijn dienaar. Hij zal hen weiden, Hij zal hun herder zijn..” En Jesaja schreef: als een herder zal Hij zijn kudden weiden; in zijn arm brengt Hij de lammeren samen en Hij draagt ze aan zijn borst, terwijl Hij de ooien leidt (Jes.40:11; 49:10). Jezus noemt zichzelf de goede herder in een ernstige conflictsituatie. Hij werd door veel schriftgeleerden gezien als een lastige indringer. Uit alle macht probeerden ze het volk tegen zijn invloed af te schermen. Wie Jezus zou erkennen als de Messias zou uit de synagoge worden verbannen. Die maatregel van censuur had de blindgeborene getroffen, toen hij tegen alles in bleef volhouden dat zijn genezer van God gekomen moest zijn (Joh.9). Hij wordt de synagoge uitgezet; tot paria verklaard. Wat kon hij nog beginnen? Wie zou er nog naar hem omkijken? En precies op dat moment komt Jezus naar voren als de goede herder. Het uitgestoten schaap wordt door Hem opgevangen. God laat zijn kudde niet uiteen jagen. Jezus trekt mensen aan die naar Hem willen luisteren: zijn stem herkennen. Er is een nieuw middelpunt, een nieuwe leider voor het volk. Zo zal de schaapskudde van God deze goede herder gaan volgen… Het is alsof je de profetie van Ezechiël en andere profeten letterlijk op Jezus ziet toegepast! En dat is ook werkelijk het geval. Wat een tegenstellingen zet Jezus hier neer! Je voelt zijn verontwaardiging om de harteloosheid van de schriftgeleerden. Goddelijke verontwaardiging om zoveel hardnekkigheid en eigengereidheid. Ik ben de goede herder. Jezus laat zichzelf zien als de man die de leiding heeft genomen. Evenals zijn vader David heeft de grote Zoon van David het hart van een herder! En Hij maakt duidelijk hoe de ware herder eruit heeft te zien. Drie eigenschappen zijn kenmerkend. En Hij voldoet aan al die kenmerken. Hij is een herder zoals die moet zijn. [ Dia 6 ] Luister naar zijn zelfportret! 1. De goede herder kent zijn schapen. Tussen de herder en zijn kudde bestaat een relatie die wederkerig vol liefde en zorgzaamheid is. Hij roept als goede herder al zijn eigen schapen uit de schaapskooi bij hun naam. Jezus heeft aandacht voor al die mensen die bij Hem horen. Typisch de Zoon van zijn hemelse Vader. Immers was het de Heer zelf niet, die door zijn profeet Jesaja dit aan zijn ontrouwe volk liet weten: wees niet bang!.. Ik heb je bij je naam geroepen, je bent van Mij! (Jes.43:1). Moet je door het water gaan, Ik ben bij je. Of door rivieren – je wordt niet meegesleurd. Moet je door het vuur gaan – het zal je
niet verteren, de vlammen zullen je niet verschroeien… want Ik, de Heer ben je God (43:2)! Jezus’ pastorale zorg is persoonlijk gericht. En zou dat geen feest van opluchting zijn? Die woorden van Jezus mogen je raken tot in het diepst van je ziel. Want dat ‘kennen’ , dat woord dat Jezus hier gebruikt, heeft in de Bijbel zoveel diepere lagen! Het gaat niet alleen maar in dat kennen dat je van iets op de hoogte bent. Het gaat om hartskennis. Het geeft een heleboel te zien van dat intieme kennen van twee mensen, die samen een verbond sloten; een huwelijk bijvoorbeeld. De intimiteit van de geestelijke en lichamelijke omgang met elkaar … daar is dat bijbelse woord ‘kennen’ door gekenmerkt. En zo kent Jezus zijn mensen. Zo kent Hij U en kent Hij jou. En dan gaat het om meer dan om je naam. Hij heeft je lief. Hij geeft om je. Hij weet wie je bent en wat je voorstelt. Je goede en kwade kanten en tijden… en desondanks: je bent van Mij! Het is een wonder van zijn liefde, van zijn goedheid voor mensen zoals jij bent. Omgekeerd herkennen de schapen de stem van hun herder. Wie met aandacht luistert naar wat Jezus te zeggen heeft, herkent daarin het typisch goddelijke stemgeluid: dit zijn de eigen woorden van God. Dat maakt het vanzelfsprekend om gehoor te geven aan de reddende roepstem van deze goede herder. Kennen en vertrouwen.. dat zijn de basiswoorden voor de relatie tussen de herder en zijn schapen. Het is een waarachtige en diepe afspiegeling van de bijzondere verhouding tussen |jezus en zijn hemelse Vader: “ Ik ken mijn schapen en de schapen kennen Mij, zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken”. Wonderlijk ver gaat dat. Dat is in feite niet onder woorden te brengen. Dat een mens zoals jij opgenomen mag zijn in die relatie tussen Vader en Zoon! En dat je gehoor mag geven aan Jezus roepen om je hart en leven.. Dat je gekomen bent en je hebt overgegeven en toevertrouwd aan Jezus, die de Christus is… dat is het wonder van je leven. Je bent niet overgeleverd aan allerlei grillige machten en invloeden… je bent van Hem en luistert naar zijn stem. Hij leidt als een goede herder je dagen en je nachten, levenslang. En in zijn hoede ben je echt geborgen: in Zijn armen draagt Hij de lammeren….
[ Dia 7 ] 2. De goede herder zet zijn leven in voor de schapen. Aan de ene kant staat het contrast tussen herder en huurling. De laatste werkt op contractbasis met een kudden die niet zijn eigendom is en waarvoor hij geen gevoelens heeft. In een levensbedreigende situatie, een aanval door een wolf, een gewapende roofoverval zal hij voor zijn eigen leven kiezen en de schapen in de steek laten. Hij, de huurling, kiest voor zichzelf. Zijn eigen leven is hem meer waard dan dat van de schapen. Hoe vaak is dat al niet gezien in de geschiedenis? Mensen stonden op; systemen werden opgebouwd, koninkrijken verrezen… dan zou het toch
gebeuren…! En ook binnen de christelijke geloofsgemeenschappen is dat zo geweest en nog! Maar toen het op er op aan kwam, zakte alles als een kaartenhuis in elkaar en toekomst werd er niet gebouwd, maar afgebroken. De wereld stikt van de huurlingen, door macht en eigenbelang gecorrumpeerd, ten koste van zoveel anderen… De kerkgeschiedenis laat zoveel ellende zien van persoonlijk machtsmisbruik en materiele winsten… Maar Jezus alleen is betrouwbaar en een rots in de branding van de eeuwen. Deze herder heeft echt hart voor zijn kudde. Hij is bereid zijn leven op het spel te zetten. Dat is de andere kant. Het voorbeeld van David staat de goede herder helder voor de geest. Hij gaat het gevaar niet uit de weg. Had David als jonge herder niet met leeuwen en beren gevochten om zijn schapen te beschermen? Zo is ook Jezus niet van plan het gevaar te ontlopen. Gods kudde is Hem meer waard dan zijn eigen leven. Hij is dan ook bereid zichzelf op te offeren ter wille van de schapen, om ze uit de bek van de leeuw te redden, de duivel, schrijft Petrus later. De zonde, het kwaad. ( 1 Petrus 5:8). Laat dat heel duidelijk voor je zijn: Jezus Christus is gekomen, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren zou gaan, maar eeuwig leven zou hebben. En dat is jou overkomen! Ook u en jij mag het belijden, door je geloof in Jezus, dat Hij waarachtig zijn leven voor jou heeft gegeven. Tot in de dood is Hij voor jou gegaan, in zoveel pijn. Maar ook in zoveel goddelijke liefde! En Hij is een eeuwig God. Waard geprezen te worden, nu en altijd. Ook jou heeft Hij verlost en ook voor jou gaf Hij zijn leven. Opdat wij zouden leven door Hem!
[ Dia 8 ] 3. De goede herder brengt alle schapen bijeen. Over de toekomst zegt Jezus dat er één kudde komt, onder één herder. Zijn leiding is gericht op de eenheid van de complete schappskudde van God. Jezus is er zich van bewust dat er ook anderen schapen in de wereld rondlopen, die niet tot de stal van het jodendom behoren. Het is immers Gods plan om ook gelovigen uit de volken te roepen en bij zijn kudde te brengen. Dat ziet Jezus, de goede herder, als zijn levenswerk. Eens zullen er geen verstrooide schapen meer rondlopen. Er zal ook geen verschil in herkomst meer zichtbaar zijn tussen gelovigen uit Israël en gelovigen uit de volken. En rond de door God gegeven herder wordt een nieuwe kudde gevormd, waarin Gods schapen samen optrekken. Kortom, er zal zich één christelijke gemeente ontwikkelen uit Joden en niet-Joden, als resultaat van Jezus’ vrijwillige dood. Intussen zijn we eeuwen verder. De wereldwijde eenheid die door de goede herder tot stand is gebracht, dreigt steeds verder te verbrokkelen door kerkelijke
verdeeldheid. Maar de schapen van Gods kudde zullen elkaar vinden en terugvinden in de gezamenlijk erkenning van Jezus de Redder. Binnen de ruimte van zijn liefde. En die is oneindig veel breder dan wij denken of beseffen. Ooit zullen we dat zien en ervaren op die bruiloft van het Lam! Bij hem en bij niemand anders krijgt de eenheid van het ware geloof vorm en gestalte. Een zorgzame herder staat garant voor een volgzame kudde!
Jezus is de goede herder. Hij ziet naar zijn mensen om. [ Dia 9 ] En in dat ‘omzien naar’ klinken woorden mee als leiden, zorgen, zoeken en vinden, vertrouwen, bevestiging, verbondenheid en gemeenschap. Niet maar in het algemeen, maar heel direct toepasbaar op jezelf. Met dat omzien is Hij bezig door zijn Geest en door zijn Woorden van eeuwig leven. Jezus heeft beloofd dat Hij terug zal komen. In Openbaring 7:17 staat: “ Hij zal hen weiden, hen naar de waterbronnen van het leven brengen.” Daar kijken we naar uit. Hij komt terug om zijn werk te voltooien, zijn schapen te brengen in het leven in volmaaktheid, het leven in heerlijkheid, eeuwig leven. Straks roept Hij en de schapen die zijn stem kennen zullen Hem volgen en ze gaan met Hem mee. En daarom: ken dan nu zijn stem en volg Hem nu.